Zita. 85u KRONIEK van den DAG. BINNENLAND. ZEELAND. OPEKTA WEDSTRIJD LANDDOUW. fWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE COURANT) VAN WOENSDAG 8 JULI 1936. No. 159. WILLIAM LE QUEUX. ede xwrnlgste de besté. Koopt toch Nederlandsche waar! DOE MEE AAN DEN VAN 6-16 JULI tfALCHERER. Prijsuitreiking fokveedag te Middelburg. ENGELSCHE HALFSLACHTIGHEID. Minister Eden heeft zich eergisteren in het Engelsche Lagerhuis nog geprik keld getoond. Over het schandaal, dat Greiser, de man uit Dantzig, Zaterdag in den Volkenbondsraad ontketende en over het talmen van Hitler met een antwoord op zijn vragen. Gelukkig kan men zeggen. Het wordt tijd, dat mannen als Eden teekenen van nijdigheid gaan vertoonen. Hun slappe bewind kan daar slechts sterker door worden. ,als 't ware ruggegraat verkrijgen. Het optreden van Greiser was op de keper beschouwd ee persoonlijke beleediging voor de te Genève verzamelde staatslieden. Wel licht verdienen sommigen van hen niet beter. Wie wel beter verdienen zijn nij dig geworden, zooals Eden. Misschien gaan ze nu eens wat flinker optreden en duidelijker zeggen, waar het op staat. Gevaar behoeft men daar niet in te zien. Het oogenblikkelijke gevaar voor Europa schuilt in hun slapheid, welke andere staatslieden tot avontu ren kan verleiden van heel wat riskanter aard dan b.v. de remilitarisatie van het Rijnland. Het is voor ons zeer de vraag, of Hitier al niet lang bevel zou hebben gegeven, Oostenrijk onder den voet te loopen, als aan den anderen kant van de Brenner de vastberaden Italiaan Mussolini niet gestaan had. Voor den Duce heeft de Führer ontzag, in elk geval veel meer dan voor Eden. Grooter doortastendheid te Londen kan Europa natuurlijk niet van zijn politieke moei lijkheden verlossen. Daarvoor zijn an dere dingen noodig: herzieningen der vre desverdragen. Maar wel kan ze ons we relddeel voor het oogenblik tot heil strekken. Zooals de toestand thans is, moet men helaas constateeren, dat de Engelschen niet schijnen te weten, wat ze willen. Uitgezonderd dan enkelen, zooals de oud-minister van financiën Churchill, die al 'n heelen tijd de vorming van 'n soort van Europeeschen statenbond te gen Duitschland predikt. Dat lijkt ons echter een verwerpelijk idee. Men kan Europa niet in tweeën splitsen en hel als boeman aangewezen deel door over macht van wapenen in toom houden. Europa heeft behoefte aan eendracht. Wat Churchill wil was feitelijk de toe stand, zooals die zich na den wereld oorlog voordeed. De overwinnaars met den voet op den nek der overwonne nen,. Is ons werelddeel misschien daar wel bij gevaren? Of moeten we zekere bedenkelijke politieke verschijnselen van onzen tijd juist op rekening dier situa/lie boeken;' Ons dunkt het 'laat ste. En daarom is het tenminste een geluk, dat de Engelsche regeering niets van Churchill's panacee wil weten. Ook al schijnt ze dan niet in staat er een vastomlijnden gedachtengang tegenover te stellen. Een der oorzaken van dit gebrek aan duidelijke richtlijnen is ongetwijfeld de kortzichtige buitenlandsche politiek van Frankrijk. Engeland en Frankrijk moeten, als men wat wil bereiken, één lijn trekken. Teveel laten de Franschen zich echter mog steeds op sleeptouw nemen door hun vrees voor het Duit- sche rijk. Dientengevolge streeft, hun internationaal beleid eigenlijk de her senschim van Churchill na. De Franschen hebben na den oorlog allerhande bond genootschappen met de staten van mid den- en Oost-Europa gesloten: met Po len, Tsjecho-Slovakije, Zuid-Slavië enz., louter en alleen ten einde Duitschland met een barrière te omgeven, welke het alle lust tot avontuur zou benemen. Men ervaart nu te Parijs, dat het alle maal niets heeft gegeven. Duitschland is tegen den druk in politiek ontzaglijk gegroeid. En in de barrière zitten reeds door 28). „En mijn loopbaan zal verwoest zijn". Greatorex keek den jongen man vriendelijk aan. „Je loopbaan was niet verwoest toen wij je uit Vanina moes ten terug roepen en zal evenmin ver woest zijn als hetzelfde zich herhaald in Oostenrijk. In ieder geval niet zoolang ik eenig invloed uitoefen aan het mini sterie van Buitenlandsche zaken." Gerald keek hem aan met een onge- duldigen blik in zijn oogen. „U bedoelt....?" zfci hij ademloos. „Dat ik in zoon geval jouw zaak tot de mijne z,al maken. Als je ijver en be kwaamheid zulke onaangename gevol gen voor je hebben, zal ik er voor zor gen, dat je een standplaats krijgt in 'n land, waar je niet steeds bloot staat aan die intriges en w,aar je talenten tot hun recht komen." Gerald stamelde eenige dankbare woorden. Hij wist dat Greatorex steeds een vriend voor hem was geweest, maar hij kon niet vermoeden dat die vriend schap zoo hecht was. „A,an je vader heb ik mijn eerste be vordering te danken en dat wil ik aan zijn zoon goedmaken. En dat doe ik met het grootste genoegen, omdat ik, afgezien van mijn sympathie voor je moet erkennen, dat je de begaafdheden zwakke plekken. Polen vertrouwt niet langer op Frankrijk; en Zuid-Slavië kan uitstekend met het Derde Rijk handel drijven. Allerhande tegenstrijdige belai- gen loopen kris-kras door elkaar. Het is ten eeenmale ondenkbaar in het hui dige Europa nog een overmachtigen statenbond contra één of een klein aan tal staten (Duitschland, Hongarije en Bulgarije bv.) te organiseeren. De Franschen hebben in het begin dezes jaars, ter aanvulling van de zwak ke plekken in hun barrière een verdrag met Sovjet-Rusland gesloten, zooals men weet, Het staat te bezien, of dat handig was. Het lijkt ons uiterst gevaar lijk den duivel met Beëlzebub te willen bestrijden. Sovjet-Rusland vormt een minstens zoo groote bedreiging van de Europeesche beschaving als nazi- Duitschland. Het ziet er nog niet naar uit, dat de Er.anschen spoedig van de dwalingen huns weegs zullen terugkeeren en de realiteit der politieke verhoudingen in Europa tot grondslag van hun internatio naal beleid maken. Dat zou o.a. mee brengen, dat bepaalde schandelijke din gen, welke in de vredesverdragen zijn neergelegd, aan een onderzoek werden onderworpen. Directe Fransche belan gen komen daardoor niet in de knel Van Elzas-Lotharingen heeft Hitier af gezien: het is trouwens geen specifiek Duitsch gebied en Engeland is bereid, vergaande garanties op zich te nemen, ten aanzien van de handhaving der gren zen in West-Europa. Desondanks denk men te Parijs niet aan internationale besprekingen waarbij de vredesverdra gen op de tafel zouden komen. Hun angsl is, dat Duitschland te machtig zou wor den. Ze vergeten echter, dit juist in de huidige omstandigheden Duitschland veel gevaarlijker moet heeten. De psy chischc structuur van een volk bepaali zijn verhouding tot de begrippen oorlog en vrede. De Duitsche mentalitet zal zonder eenigen jtwijfel in d/e richting van oorlog avanceeren, als men pro beert er druk op uit te oefenen, gelijk de Franschen doen, Te Londen ziet men dit in., en wil men niet meevaren in het schuitje der Fran sche bondgenootschappen. Ook schijnt men echter geen krachtige pogingen, om Parijs tot inkeer te brengen te dur ven ondernemen. Vandaar vooral de Engelsche halfslachtigheid. (Ingez. Med.) bezit om het ver te brengen". Hij stond op. „Wij hebben nu genoeg gesproken: je bent herstellende en je mag niet te veel van je zelf vergen morgen verlaat ik Parijs. Tot weerziens en het beste". Nadat zijn bezoeker was vertrokken leunde Gerald in een staat v,an aange name opgewondenheid in zijn kussens terug. Hij voelde zich innig gelukkig on danks zijn vermoeidheid. Zijn aangebeden prinses had die lange en vermoeiende reis gemaakt om hem persoonlijk haar sympathie en haar dankbaarheid te betuigen. En, wat er ook mocht gebeuren, hij was verzekerd van de gunst en de bescherming van den machtigen Gre,atorex. 'Na dien dag nam zijn beterschap snel toe. Binnen een week was hij in staat naar Engeland te graan, waar hij 'n paar dagen wilde doorbrengen bij zijn familie, die niets wist van de gevaren, waar,aan hij was blootgesteld. Alle be richten omtrent den aanslag waren zorg vuldig verborgen gebleven. Mademoiselle Victoria zag hem met leedwezen .vertrekken. „Ik zal mijn patiënt missen", zei zij hem met een droeve glimlach, toen zij hem vaarwel zegde, „Wij zullen Stephanie en de an deren nauwlettend nagaan, doch ik vrees, dat wij nooit dien bandiet zul len vinden, die je bijna naar de andere wereld zond." Hij bracht eenige aangename dagen door met zijn vader en zijn zuster. Élla Danecourt w,as treurig gestemd, want haar vader had den jongen officier, die Een onderhoud met minister Slingenberg. Een correspondent van het A.N.P. had een onderhoud met mr. M. Slingenberg, minister van sociale zaken, over de cam pagne, die sedert Maart van dit. jaar door de propaganda-commissie voor Ne- derlandsch fabrikaat systematisch ge voerd wordt. Uit een oogpunt van werkverruiming gezien, biedt deze actie naar de meening van Z.E. zeer uitgebreide mogelijkheden, die des te interessanter zijn, omdat bij het welslagen niet alleen van werkver ruiming zonder meer gesproken mag worden, maar omdat iedere verhooging van de vraag naar producten van Neder landsche herkomst, mogelijkheden biedt van tewerkstelling van menschen in hun eigen beroep, in tegenstelling met de he laas nog zoo vaak noodwendige tewerk stelling op ander gebied. Als deze campagne zóó intensief zou kunnen doorwerken, dat het Nederland sche publiek als het ware intuïtief bij iederen aankoop zichzelf realiseert: kan ik mijn aankoop in Nederlandsche waar doen en bij zijn leverancier dien wensch ook tot uitdrukking brengt, dan moet daaruit werkverruiming ontstaan en dan zal daardoor automatisch de overheid kunnen worden ontlast van een deel dei- drukkende zorgen die aan dit probleem van dezen tijd vastzitten. „Wie aan dat welslagen in hooge mate zal kunnen medewerken aldus de mi nister is de middenstand. Als die de grondgedachte dezer campagne goed voor oogen houdt, dan zal zij ongetwij feld de commissie aan zich verplichten en haar taak aanmerkelijk vergemakke lijken". Op onze vraag of de minister van meening was dat de Nederlandsche fa brikant in staat moest worden geacht prijswaardig en concurreerend te kun nen leveren, achtte Z.E. geen twijfel aanwezig. In een enkel speciaal geval mag het al eens voorgekomen zijn, dat een hoogere prijs in den weg stond, aan buitenlandsche concurrentie het hoofd te bieden, in het algemeen gesproken is de Nederlandsche producent zeker in staat concurreerend en daarbij kwalita tief gelijkwaardig te leveren. Men zou met deze redeneering nog verder kunnen gaan. Als de grensmuren eens zouden worden weggenomen, zou op menig gebied in weerwil van de valuta-tegenstellingen met menig Ne- derlandsch product op de internationale markt nog veel te doen zijn. Dat typeert wel in hooge mate den wil en het kun nen van den Nederlandschen producent. Bleef de Nederlandsche fabrikant overigens zeker niet achter in het toe passen van moderne verkoopsmethoden, het zou mNschien aanbeveling kunnen verdienen, h. h. fabrikanten op speciale gebieden in overweging te geven wat meer aandacht te wijden aan de moge lijkheid het groote publiek in staat te stellen de herkomst van het Nederland sche product scherper te onderkennen. De buitenlandsche fabrikant gaat daarin reeds veel verder en dat geeft hem soms een voorsprong op den Nederlandschen fabrikant, wiens product niet als Neder- landsch product te onderkennen is en helaas - door den tusschenhandel zij het misschien onbewust ook niet als zoodanig wordt aangeprezen. GEVAARLIJKE SPUIT APPARATEN. De heer Kupers (s.d.) heeft gevraagd aan den minister van sociale zaken: 1. Is het den minister bekend, dat in den laatsten tijd verschillende arbeiders het slachtoffer zijn geworden van ernsti ge ongelukken ten gevolge van het ge zij liefhad en die zij hoopte te trouwen, de deur gewezen. Óm haar te troosten vertelde Gerald haar van de dw,ang, die op de prinses werd uitgeoefend om te trouwen met een man, dien zij niet lief had. En de lieve Ella maakte de ge volgtrekking, dat meisjes in de hoogere standen het heel w,at moeilijker hadden dan haar nederige zusteris, die hun eigen neigingen konden volgen. Van Londen ging hij rechtstreeks te rug naar Weenen, een stad, waarvan hij nu een grooten afkeer h,ad. Het was hem moeilijk om zich goed te houden, toen hij Tarangul toevallig ontmoette en deze hem vriendelijk groette en ver welkomde. „Vervloekte moordenaar", dacht hij in zichzelven, toen hij met eenige vor melijke woorden antwoordde. „Indien hij niet bekend was met den aanslag op mijn leven, dan was hij toch zeker den aanlegger van den moord op Sal- cedo." Hij werd hartelijk verwelkomd door zijn vriend Graaf de Robin. De graaf was zeer goed van alles op de hoogte. Hij scheen nieuwtjes altijd eerder te hooren dan iemand anders. „Het wordt hier levendig", zeide hij op vertrouwelijken toon, Toen de beide mannen eenige dagen na Ger,ald's te rugkomst op een avond bij elkaar za ten. „Loukoff is een paar dagen geleden uit P,arijs hier aangekomen en hij heeft voortdurend vertrouwelijke gesprekken met Tarangul gevoerd. Zij voeren zeker iets in het schild tegen onze armen vriend Nicolaas," bruik maken van spuitapparaten ter be strijding van schadelijk ongedierte in den land- en tuinbouw? 2. Wil de minister mededeelen, waar om de nieuwe veiligheidswet, op grond waarvan tegen deze gevaarlijke werktui gen zou kunnen worden opgetreden, nog steeds niet in werking is getreden? 3. Komt het den minister niet wensche- lijk voor, om deze inwerkingtreding thans zoo spoedig mogelijk te laten geschie den? DE BIJBEL EN DE H.B.S. Vragen van een r.k. Kamerlid. De heer Suring (r.k.) heeft gevraagd aan den minister van onderwijs, kunsten en wetenschappen: Is het den minister bekend, dat de vergadering van directeuren van H.B.S.- en in de inspectie Groningen, Friesland en Drenthe, de wenschelijkheid heeft uit gesproken, dat op de openbare H.B.S.- en in de inspectie Groningen, Friesland en Drenthe, de wenschelijkheid heeft uitgesproken, dat op de openbare H.B. S.en voortaan, hetzij incidenteel, hetzij systematisch en „natuurlijk op volstrekt neutrale wijze" bij de lessen in Neder landsche taal en geschiedenis meer aan dacht wordt gewijd aan de bijbelsche ge schiedenis? Is de minister niet van meening, dat aandacht wijden aan de bijbelsche ge schiedenis „op volstrekt neutrale wijze" onmogelijk is, en dat, wanneer dit ge schiedt bij het onderwijs in leervakken, waarvan het volgen voor alle leerlingen verplicht is, men in strijd komt met het karakter der openbare H.B.S.? Wil de minister maatregelen treffen, dat aan den wensch,' geuit op de in vraag 1 bedoelde vergadering geen gevolg wordt gegeven, en, voorzoover daaraan reeds gevolg is gegeven, het onderwijzen der Nederlandsche taal en van de ge schiedenis op de wijze, als in die vraag bedoeld, wordt gestaakt? WETTELIJKE REGELING HANDELSONDERWIJS. Opheffing van de 3-jarige H.B.S. voorgesteld. Bij de Tweede Kamer is ingediend een wetsontwerp tot wijziging der middel baar-onderwijswet. De minister zet uit een, dat een regeling van het handels onderwijs in de middelbaar-onderwijswet zeer goed tot haar recht kan komen. Naast de hoogere burgerschool B wordt mede geregeld de hoogere bur gerschool A, waarvoor in hoofdzaak hel onderwijs, dat tot nu wordt gegeven aan die scholen te Amsterdam, Rotter dam, Haarlem, Utrecht en Groningen, als type dient. Naast de handelsdagscholen worden in het ontwerp de handelsavondscholen ge steld. De wet stelt te dien aanzien ver schillende criteria. Voorgesteld wordt tevens de hoogere burgerschool met 3-jarigen cursus op te heffen. VERKOOPKANTOOR VOOR GARNALEN. Een verkoopkantoor voor garnalen is thans opgericht. Deze stichting heeft ten doel den verkoop van garnalen in goede banen te leiden en te bevorderen. Voor de eerste maal heeft de minis ter van landbouw en visscherij tot voor zitter benoemd dr. J. G. Ramaker te Breskens en tot secretaris den hr, W. J. M. Vriens te Vlaardingen. De ove rige bestuursleden zijn de heeren J. Waayer te Volendam, H. Bais te Den Helder, J. J. Meliefste te Breskens en M. Jansen te Stellendam. De heer J. P. Vrolijk te 's-Gravenhage treedt op Gerald knikte. „De goede vriend van Frans Josef was niet voor niets in Wee nen. Zij zijn bezig met de een of ande re schurkerij, daarvan kunnen wij zeker zijn." „Ik heb nog ander nieuws", ging de graaf na een korte pauze voort, „Prin ses Zita komt nog eens een bezoek brengen bij de aartshertogin. Zij hopen haar te dwingen om prins Albert aan te nemen." „En dat zal hun nooit gelukken", riep Danecourt uit. De graaf w,a« een oogenblik stil, daar na sprak hij zachtjes en bedaard: „In dal geval, mijn vriend, zullen er ernstige moeilijkheden komen." HOOFDSTUK XVI. De beide mannen keken elkaar eenige oogenblikken zwijgend aan. Zij waren beiden geschoolde diplomaten en of schoon zij nu voor het oogenblik ge meenschappelijke belangen hadden, be seften zij' de noodzakelijkheid om zelfs ii. vertrouwelijke gesprekken voorzich tig en terughoudend te zijn, „Natuurlijk kent gij de reden van mijn lange afwezigheid", begon Gerald. „Wij weten alles, mijn waarde" w,is het antwoord van den Franschman. Uw gezantschap weet natuurlijk alles van hetgeen er in Parijs is gebeurd. Ons ge zantschap kent ook alle bijzonderhe den." Gerald glimlachte. „Natuurlijk van mijn oude vriendin Dolores Victoria, die ik bij uwe menschen heb aanbevolen, toen Slavonië te klein voor haar werd CONTANT! Deelname-formulieren gratis fcij Uw winkelier of drogist. Ned.Opekta Mij,Singel 400,Tel.37059, Amsterdam C. (Ingez. Med.) als vertegenwoordiger van den minister en tot directeur is benoemd de heer J. C. Heimerikx te Eindhoven. Het kantoor is te 's-Gravenhage ge vestigd, J. P. Coenstraat 13. KOUDEKERKE. Bezoekers van de duinen en het strand worden ernstig ge waarschuwd hun rijwielen niet onbe heerd te laten staan. Niet alleen dat rijwieldiefstallen re gelmatig voorkomen, bovendien gebeurt het dat de banden met scherpe voor werpen totaal vernield worden. Dinsdagavond had uitgaande van de vereeniging tot verbetering van het Rundvee in Zeeland een bijeenkomst plaats in het Schuttershof als vervolg op den fokveedag van 18 Juni. Velen, die daaraan medewerkten en vooral van de inzenders in de afdeeling runderen, waren, de meesten met hun vrouwen opgekomen. De voorzitter der vereeniging, de hr W. Kakebeeke, wees er op, dat het hem nog maar zelden is overkomen, dat hij ook de dames op een vergadering kon verwelkomen. Toch had hij gaarne nog meer personen verwelkomd, maar het twijfelachtige weder en het vele werk zullen velen hebben weerhouden. Spr. wees er op, dat men voor den fokveedag reeds veel medewerking had van de Coöperatieve melkfabriek en van de Coöperatie eiland Walcheren en nu bieden zij resp. fosco en sigaren aan, waarbij de Vereeniging dan nog een koekje voegt. Spr. wees er dan op, dat het een uit stekend tot waarde gebrachte dag is geweest waarop de plannen tot uitvoe ring zijn gekomen, die beoogden door bemiddeling van een „Fokveedag' in plaats van een kringtentoonstelling der Z. L. M. aan de vele bezoekers uit alle deelen van de provincie een beeld te geven van wat de veehouderij én wat de paardenfokkerij in Walcheren be- teekenen, en om dit te doen bewerken door een tweetal vereenigingen, die zich ieder met de behartiging der be langen een dezer belangrijke onderdee- len van het landbouwbedrijf bezig hou den. Spr. heeft in alle opzichten reden om aan te nemen, dat het bestuur van Hippos zeer tevreden geweest is over de ondernomen poging om langs dezen „Fokdag" aan de Walchersche paarden fokkers de gelegenheid te geven een groote collectie fokdieren bijeen te brengen. Het aantal opgekomen dieren lijkt spr. bevredigend te zijn geweest en ook de kwaliteit toonde vooruitgang al mag niet worden ontkend, dat men in dit deel van Zeeland nog lang niet zoo ver is gekomen als bijv. in Zeeuwsch Vlaanderen. Niet minder reden om te vreden te zijn heeft de Vereeniging tot verbetering van het Rundvee. Begun stigd door prachtig zonnig weer, aange naam aandoende, opgewekte medewer- De gr.aaf gaf dit toe. „Gij hebt ons een schitterende vrouw aanbevolen", zei hij openhartig. „Haar ideeën zijn bewonderenswaardig. U toont moed door hier terug te komen", merkte hij daarna op. „U had toch gemakkelijk een andere standplaats kunnen krijgen." Er kw,um een norschen trek op Dane- court's vriendelijk gelaat, „Ik zal het volhouden, de Robin. Ik blijf hier een oog in het zeil houden, zoo lang dat. mogelijk is. In Parijs hadden ze geen grooten kans om gesnapt te worden toen ze probeerden mij te vermoorden; ik geloof niet, dat ze het hier durven te wagen." De graaf (achtte. „Neen, dat zullen ze niet durven doen op hun eigen gebied, dat zou te veel in het oog loopen hè? Maar vergeet niet, hunne moraal is an ders dan de onze. Je moet naar midden- Italië gaan om hunne gelijken te vin den." Gerald gaf geen ,antwoord op dat ge zegde, dat was ingegeven door bezorgd heid voor een man, die als een vriend beschouwd werd. Hij dacht op dat oogenblik aan de prinses, die hij wilde beschermen. Plotseling barstte hij hartstochtelijk uit. „En die groote, lompe os heeft de onbeschaamdheid mij welkom in Wee nen te heeten, hoewel hij' zeer goed weet, dat de- bandiet, gehuurd door zijn ondergeschikten, mij bijna naar de an dere wereld had geholpen! Het maakt mij ziek met daaraan te denken." (Wji^; vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1936 | | pagina 5