Zita.
85u
KRONIEK van den DAG.
BINNENLAND.
ZEELAND.
OPEKTA WEDSTRIJD
LANDDOUW.
fWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE COURANT) VAN WOENSDAG 8 JULI 1936. No. 159.
WILLIAM LE QUEUX.
ede xwrnlgste
de besté.
Koopt toch Nederlandsche waar!
DOE MEE AAN DEN
VAN 6-16 JULI
tfALCHERER.
Prijsuitreiking fokveedag
te Middelburg.
ENGELSCHE HALFSLACHTIGHEID.
Minister Eden heeft zich eergisteren
in het Engelsche Lagerhuis nog geprik
keld getoond. Over het schandaal, dat
Greiser, de man uit Dantzig, Zaterdag
in den Volkenbondsraad ontketende en
over het talmen van Hitler met een
antwoord op zijn vragen. Gelukkig kan
men zeggen. Het wordt tijd, dat mannen
als Eden teekenen van nijdigheid gaan
vertoonen. Hun slappe bewind kan daar
slechts sterker door worden. ,als 't ware
ruggegraat verkrijgen. Het optreden
van Greiser was op de keper beschouwd
ee persoonlijke beleediging voor de te
Genève verzamelde staatslieden. Wel
licht verdienen sommigen van hen niet
beter. Wie wel beter verdienen zijn nij
dig geworden, zooals Eden. Misschien
gaan ze nu eens wat flinker optreden
en duidelijker zeggen, waar het op
staat. Gevaar behoeft men daar niet in
te zien. Het oogenblikkelijke gevaar
voor Europa schuilt in hun slapheid,
welke andere staatslieden tot avontu
ren kan verleiden van heel wat riskanter
aard dan b.v. de remilitarisatie van het
Rijnland. Het is voor ons zeer de vraag,
of Hitier al niet lang bevel zou hebben
gegeven, Oostenrijk onder den voet te
loopen, als aan den anderen kant van
de Brenner de vastberaden Italiaan
Mussolini niet gestaan had. Voor den
Duce heeft de Führer ontzag, in elk
geval veel meer dan voor Eden. Grooter
doortastendheid te Londen kan Europa
natuurlijk niet van zijn politieke moei
lijkheden verlossen. Daarvoor zijn an
dere dingen noodig: herzieningen der vre
desverdragen. Maar wel kan ze ons we
relddeel voor het oogenblik tot heil
strekken.
Zooals de toestand thans is, moet men
helaas constateeren, dat de Engelschen
niet schijnen te weten, wat ze willen.
Uitgezonderd dan enkelen, zooals de
oud-minister van financiën Churchill,
die al 'n heelen tijd de vorming van 'n
soort van Europeeschen statenbond te
gen Duitschland predikt. Dat lijkt ons
echter een verwerpelijk idee. Men kan
Europa niet in tweeën splitsen en hel
als boeman aangewezen deel door over
macht van wapenen in toom houden.
Europa heeft behoefte aan eendracht.
Wat Churchill wil was feitelijk de toe
stand, zooals die zich na den wereld
oorlog voordeed. De overwinnaars met
den voet op den nek der overwonne
nen,. Is ons werelddeel misschien daar
wel bij gevaren? Of moeten we zekere
bedenkelijke politieke verschijnselen
van onzen tijd juist op rekening dier
situa/lie boeken;' Ons dunkt het 'laat
ste. En daarom is het tenminste een
geluk, dat de Engelsche regeering niets
van Churchill's panacee wil weten. Ook
al schijnt ze dan niet in staat er een
vastomlijnden gedachtengang tegenover
te stellen.
Een der oorzaken van dit gebrek
aan duidelijke richtlijnen is ongetwijfeld
de kortzichtige buitenlandsche politiek
van Frankrijk. Engeland en Frankrijk
moeten, als men wat wil bereiken, één
lijn trekken. Teveel laten de Franschen
zich echter mog steeds op sleeptouw
nemen door hun vrees voor het Duit-
sche rijk. Dientengevolge streeft, hun
internationaal beleid eigenlijk de her
senschim van Churchill na. De Franschen
hebben na den oorlog allerhande bond
genootschappen met de staten van mid
den- en Oost-Europa gesloten: met Po
len, Tsjecho-Slovakije, Zuid-Slavië enz.,
louter en alleen ten einde Duitschland
met een barrière te omgeven, welke het
alle lust tot avontuur zou benemen.
Men ervaart nu te Parijs, dat het alle
maal niets heeft gegeven. Duitschland
is tegen den druk in politiek ontzaglijk
gegroeid. En in de barrière zitten reeds
door
28).
„En mijn loopbaan zal verwoest zijn".
Greatorex keek den jongen man
vriendelijk aan. „Je loopbaan was niet
verwoest toen wij je uit Vanina moes
ten terug roepen en zal evenmin ver
woest zijn als hetzelfde zich herhaald in
Oostenrijk. In ieder geval niet zoolang
ik eenig invloed uitoefen aan het mini
sterie van Buitenlandsche zaken."
Gerald keek hem aan met een onge-
duldigen blik in zijn oogen.
„U bedoelt....?" zfci hij ademloos.
„Dat ik in zoon geval jouw zaak tot
de mijne z,al maken. Als je ijver en be
kwaamheid zulke onaangename gevol
gen voor je hebben, zal ik er voor zor
gen, dat je een standplaats krijgt in 'n
land, waar je niet steeds bloot staat aan
die intriges en w,aar je talenten tot hun
recht komen."
Gerald stamelde eenige dankbare
woorden. Hij wist dat Greatorex steeds
een vriend voor hem was geweest, maar
hij kon niet vermoeden dat die vriend
schap zoo hecht was.
„A,an je vader heb ik mijn eerste be
vordering te danken en dat wil ik aan
zijn zoon goedmaken. En dat doe ik
met het grootste genoegen, omdat ik,
afgezien van mijn sympathie voor je
moet erkennen, dat je de begaafdheden
zwakke plekken. Polen vertrouwt niet
langer op Frankrijk; en Zuid-Slavië kan
uitstekend met het Derde Rijk handel
drijven. Allerhande tegenstrijdige belai-
gen loopen kris-kras door elkaar. Het
is ten eeenmale ondenkbaar in het hui
dige Europa nog een overmachtigen
statenbond contra één of een klein aan
tal staten (Duitschland, Hongarije en
Bulgarije bv.) te organiseeren.
De Franschen hebben in het begin
dezes jaars, ter aanvulling van de zwak
ke plekken in hun barrière een verdrag
met Sovjet-Rusland gesloten, zooals
men weet, Het staat te bezien, of dat
handig was. Het lijkt ons uiterst gevaar
lijk den duivel met Beëlzebub te willen
bestrijden. Sovjet-Rusland vormt een
minstens zoo groote bedreiging van de
Europeesche beschaving als nazi-
Duitschland.
Het ziet er nog niet naar uit, dat de
Er.anschen spoedig van de dwalingen
huns weegs zullen terugkeeren en de
realiteit der politieke verhoudingen in
Europa tot grondslag van hun internatio
naal beleid maken. Dat zou o.a. mee
brengen, dat bepaalde schandelijke din
gen, welke in de vredesverdragen zijn
neergelegd, aan een onderzoek werden
onderworpen. Directe Fransche belan
gen komen daardoor niet in de knel
Van Elzas-Lotharingen heeft Hitier af
gezien: het is trouwens geen specifiek
Duitsch gebied en Engeland is bereid,
vergaande garanties op zich te nemen,
ten aanzien van de handhaving der gren
zen in West-Europa. Desondanks denk
men te Parijs niet aan internationale
besprekingen waarbij de vredesverdra
gen op de tafel zouden komen. Hun angsl
is, dat Duitschland te machtig zou wor
den. Ze vergeten echter, dit juist in de
huidige omstandigheden Duitschland
veel gevaarlijker moet heeten. De psy
chischc structuur van een volk bepaali
zijn verhouding tot de begrippen oorlog
en vrede. De Duitsche mentalitet zal
zonder eenigen jtwijfel in d/e richting
van oorlog avanceeren, als men pro
beert er druk op uit te oefenen, gelijk
de Franschen doen,
Te Londen ziet men dit in., en wil men
niet meevaren in het schuitje der Fran
sche bondgenootschappen. Ook schijnt
men echter geen krachtige pogingen,
om Parijs tot inkeer te brengen te dur
ven ondernemen. Vandaar vooral de
Engelsche halfslachtigheid.
(Ingez. Med.)
bezit om het ver te brengen".
Hij stond op. „Wij hebben nu genoeg
gesproken: je bent herstellende en je
mag niet te veel van je zelf vergen
morgen verlaat ik Parijs. Tot weerziens
en het beste".
Nadat zijn bezoeker was vertrokken
leunde Gerald in een staat v,an aange
name opgewondenheid in zijn kussens
terug. Hij voelde zich innig gelukkig on
danks zijn vermoeidheid.
Zijn aangebeden prinses had die lange
en vermoeiende reis gemaakt om hem
persoonlijk haar sympathie en haar
dankbaarheid te betuigen. En, wat er
ook mocht gebeuren, hij was verzekerd
van de gunst en de bescherming van
den machtigen Gre,atorex.
'Na dien dag nam zijn beterschap
snel toe. Binnen een week was hij in
staat naar Engeland te graan, waar hij 'n
paar dagen wilde doorbrengen bij zijn
familie, die niets wist van de gevaren,
waar,aan hij was blootgesteld. Alle be
richten omtrent den aanslag waren zorg
vuldig verborgen gebleven.
Mademoiselle Victoria zag hem met
leedwezen .vertrekken. „Ik zal mijn
patiënt missen", zei zij hem met een
droeve glimlach, toen zij hem vaarwel
zegde, „Wij zullen Stephanie en de an
deren nauwlettend nagaan, doch ik
vrees, dat wij nooit dien bandiet zul
len vinden, die je bijna naar de andere
wereld zond."
Hij bracht eenige aangename dagen
door met zijn vader en zijn zuster. Élla
Danecourt w,as treurig gestemd, want
haar vader had den jongen officier, die
Een onderhoud met minister
Slingenberg.
Een correspondent van het A.N.P. had
een onderhoud met mr. M. Slingenberg,
minister van sociale zaken, over de cam
pagne, die sedert Maart van dit. jaar
door de propaganda-commissie voor Ne-
derlandsch fabrikaat systematisch ge
voerd wordt.
Uit een oogpunt van werkverruiming
gezien, biedt deze actie naar de meening
van Z.E. zeer uitgebreide mogelijkheden,
die des te interessanter zijn, omdat bij
het welslagen niet alleen van werkver
ruiming zonder meer gesproken mag
worden, maar omdat iedere verhooging
van de vraag naar producten van Neder
landsche herkomst, mogelijkheden biedt
van tewerkstelling van menschen in hun
eigen beroep, in tegenstelling met de he
laas nog zoo vaak noodwendige tewerk
stelling op ander gebied.
Als deze campagne zóó intensief zou
kunnen doorwerken, dat het Nederland
sche publiek als het ware intuïtief bij
iederen aankoop zichzelf realiseert: kan
ik mijn aankoop in Nederlandsche waar
doen en bij zijn leverancier dien wensch
ook tot uitdrukking brengt, dan moet
daaruit werkverruiming ontstaan en dan
zal daardoor automatisch de overheid
kunnen worden ontlast van een deel dei-
drukkende zorgen die aan dit probleem
van dezen tijd vastzitten.
„Wie aan dat welslagen in hooge mate
zal kunnen medewerken aldus de mi
nister is de middenstand. Als die de
grondgedachte dezer campagne goed
voor oogen houdt, dan zal zij ongetwij
feld de commissie aan zich verplichten
en haar taak aanmerkelijk vergemakke
lijken".
Op onze vraag of de minister van
meening was dat de Nederlandsche fa
brikant in staat moest worden geacht
prijswaardig en concurreerend te kun
nen leveren, achtte Z.E. geen twijfel
aanwezig. In een enkel speciaal geval
mag het al eens voorgekomen zijn, dat
een hoogere prijs in den weg stond, aan
buitenlandsche concurrentie het hoofd
te bieden, in het algemeen gesproken is
de Nederlandsche producent zeker in
staat concurreerend en daarbij kwalita
tief gelijkwaardig te leveren.
Men zou met deze redeneering nog
verder kunnen gaan. Als de grensmuren
eens zouden worden weggenomen, zou
op menig gebied in weerwil van de
valuta-tegenstellingen met menig Ne-
derlandsch product op de internationale
markt nog veel te doen zijn. Dat typeert
wel in hooge mate den wil en het kun
nen van den Nederlandschen producent.
Bleef de Nederlandsche fabrikant
overigens zeker niet achter in het toe
passen van moderne verkoopsmethoden,
het zou mNschien aanbeveling kunnen
verdienen, h. h. fabrikanten op speciale
gebieden in overweging te geven wat
meer aandacht te wijden aan de moge
lijkheid het groote publiek in staat te
stellen de herkomst van het Nederland
sche product scherper te onderkennen.
De buitenlandsche fabrikant gaat daarin
reeds veel verder en dat geeft hem soms
een voorsprong op den Nederlandschen
fabrikant, wiens product niet als Neder-
landsch product te onderkennen is en
helaas - door den tusschenhandel
zij het misschien onbewust ook niet
als zoodanig wordt aangeprezen.
GEVAARLIJKE SPUIT APPARATEN.
De heer Kupers (s.d.) heeft gevraagd
aan den minister van sociale zaken:
1. Is het den minister bekend, dat in
den laatsten tijd verschillende arbeiders
het slachtoffer zijn geworden van ernsti
ge ongelukken ten gevolge van het ge
zij liefhad en die zij hoopte te trouwen,
de deur gewezen. Óm haar te troosten
vertelde Gerald haar van de dw,ang, die
op de prinses werd uitgeoefend om te
trouwen met een man, dien zij niet lief
had. En de lieve Ella maakte de ge
volgtrekking, dat meisjes in de hoogere
standen het heel w,at moeilijker hadden
dan haar nederige zusteris, die hun
eigen neigingen konden volgen.
Van Londen ging hij rechtstreeks te
rug naar Weenen, een stad, waarvan hij
nu een grooten afkeer h,ad. Het was
hem moeilijk om zich goed te houden,
toen hij Tarangul toevallig ontmoette
en deze hem vriendelijk groette en ver
welkomde.
„Vervloekte moordenaar", dacht hij
in zichzelven, toen hij met eenige vor
melijke woorden antwoordde. „Indien
hij niet bekend was met den aanslag
op mijn leven, dan was hij toch zeker
den aanlegger van den moord op Sal-
cedo."
Hij werd hartelijk verwelkomd door
zijn vriend Graaf de Robin.
De graaf was zeer goed van alles op
de hoogte. Hij scheen nieuwtjes altijd
eerder te hooren dan iemand anders.
„Het wordt hier levendig", zeide hij
op vertrouwelijken toon, Toen de beide
mannen eenige dagen na Ger,ald's te
rugkomst op een avond bij elkaar za
ten. „Loukoff is een paar dagen geleden
uit P,arijs hier aangekomen en hij heeft
voortdurend vertrouwelijke gesprekken
met Tarangul gevoerd. Zij voeren zeker
iets in het schild tegen onze armen
vriend Nicolaas,"
bruik maken van spuitapparaten ter be
strijding van schadelijk ongedierte in den
land- en tuinbouw?
2. Wil de minister mededeelen, waar
om de nieuwe veiligheidswet, op grond
waarvan tegen deze gevaarlijke werktui
gen zou kunnen worden opgetreden, nog
steeds niet in werking is getreden?
3. Komt het den minister niet wensche-
lijk voor, om deze inwerkingtreding thans
zoo spoedig mogelijk te laten geschie
den?
DE BIJBEL EN DE H.B.S.
Vragen van een r.k. Kamerlid.
De heer Suring (r.k.) heeft gevraagd
aan den minister van onderwijs, kunsten
en wetenschappen:
Is het den minister bekend, dat de
vergadering van directeuren van H.B.S.-
en in de inspectie Groningen, Friesland
en Drenthe, de wenschelijkheid heeft uit
gesproken, dat op de openbare H.B.S.-
en in de inspectie Groningen, Friesland
en Drenthe, de wenschelijkheid heeft
uitgesproken, dat op de openbare H.B.
S.en voortaan, hetzij incidenteel, hetzij
systematisch en „natuurlijk op volstrekt
neutrale wijze" bij de lessen in Neder
landsche taal en geschiedenis meer aan
dacht wordt gewijd aan de bijbelsche ge
schiedenis?
Is de minister niet van meening, dat
aandacht wijden aan de bijbelsche ge
schiedenis „op volstrekt neutrale wijze"
onmogelijk is, en dat, wanneer dit ge
schiedt bij het onderwijs in leervakken,
waarvan het volgen voor alle leerlingen
verplicht is, men in strijd komt met het
karakter der openbare H.B.S.?
Wil de minister maatregelen treffen,
dat aan den wensch,' geuit op de in vraag
1 bedoelde vergadering geen gevolg
wordt gegeven, en, voorzoover daaraan
reeds gevolg is gegeven, het onderwijzen
der Nederlandsche taal en van de ge
schiedenis op de wijze, als in die vraag
bedoeld, wordt gestaakt?
WETTELIJKE REGELING
HANDELSONDERWIJS.
Opheffing van de 3-jarige
H.B.S. voorgesteld.
Bij de Tweede Kamer is ingediend een
wetsontwerp tot wijziging der middel
baar-onderwijswet. De minister zet uit
een, dat een regeling van het handels
onderwijs in de middelbaar-onderwijswet
zeer goed tot haar recht kan komen.
Naast de hoogere burgerschool B
wordt mede geregeld de hoogere bur
gerschool A, waarvoor in hoofdzaak hel
onderwijs, dat tot nu wordt gegeven
aan die scholen te Amsterdam, Rotter
dam, Haarlem, Utrecht en Groningen,
als type dient.
Naast de handelsdagscholen worden in
het ontwerp de handelsavondscholen ge
steld. De wet stelt te dien aanzien ver
schillende criteria.
Voorgesteld wordt tevens de hoogere
burgerschool met 3-jarigen cursus op te
heffen.
VERKOOPKANTOOR VOOR
GARNALEN.
Een verkoopkantoor voor garnalen
is thans opgericht. Deze stichting heeft
ten doel den verkoop van garnalen in
goede banen te leiden en te bevorderen.
Voor de eerste maal heeft de minis
ter van landbouw en visscherij tot voor
zitter benoemd dr. J. G. Ramaker te
Breskens en tot secretaris den hr,
W. J. M. Vriens te Vlaardingen. De ove
rige bestuursleden zijn de heeren J.
Waayer te Volendam, H. Bais te Den
Helder, J. J. Meliefste te Breskens
en M. Jansen te Stellendam. De heer J.
P. Vrolijk te 's-Gravenhage treedt op
Gerald knikte. „De goede vriend van
Frans Josef was niet voor niets in Wee
nen. Zij zijn bezig met de een of ande
re schurkerij, daarvan kunnen wij zeker
zijn."
„Ik heb nog ander nieuws", ging de
graaf na een korte pauze voort, „Prin
ses Zita komt nog eens een bezoek
brengen bij de aartshertogin. Zij hopen
haar te dwingen om prins Albert aan
te nemen."
„En dat zal hun nooit gelukken", riep
Danecourt uit.
De graaf w,a« een oogenblik stil, daar
na sprak hij zachtjes en bedaard: „In
dal geval, mijn vriend, zullen er ernstige
moeilijkheden komen."
HOOFDSTUK XVI.
De beide mannen keken elkaar eenige
oogenblikken zwijgend aan. Zij waren
beiden geschoolde diplomaten en of
schoon zij nu voor het oogenblik ge
meenschappelijke belangen hadden, be
seften zij' de noodzakelijkheid om zelfs
ii. vertrouwelijke gesprekken voorzich
tig en terughoudend te zijn,
„Natuurlijk kent gij de reden van
mijn lange afwezigheid", begon Gerald.
„Wij weten alles, mijn waarde" w,is
het antwoord van den Franschman. Uw
gezantschap weet natuurlijk alles van
hetgeen er in Parijs is gebeurd. Ons ge
zantschap kent ook alle bijzonderhe
den."
Gerald glimlachte. „Natuurlijk van
mijn oude vriendin Dolores Victoria, die
ik bij uwe menschen heb aanbevolen,
toen Slavonië te klein voor haar werd
CONTANT!
Deelname-formulieren gratis fcij Uw winkelier of drogist.
Ned.Opekta Mij,Singel 400,Tel.37059, Amsterdam C.
(Ingez. Med.)
als vertegenwoordiger van den minister
en tot directeur is benoemd de heer J.
C. Heimerikx te Eindhoven.
Het kantoor is te 's-Gravenhage ge
vestigd, J. P. Coenstraat 13.
KOUDEKERKE. Bezoekers van de
duinen en het strand worden ernstig ge
waarschuwd hun rijwielen niet onbe
heerd te laten staan.
Niet alleen dat rijwieldiefstallen re
gelmatig voorkomen, bovendien gebeurt
het dat de banden met scherpe voor
werpen totaal vernield worden.
Dinsdagavond had uitgaande van de
vereeniging tot verbetering van het
Rundvee in Zeeland een bijeenkomst
plaats in het Schuttershof als vervolg
op den fokveedag van 18 Juni. Velen,
die daaraan medewerkten en vooral van
de inzenders in de afdeeling runderen,
waren, de meesten met hun vrouwen
opgekomen.
De voorzitter der vereeniging, de hr
W. Kakebeeke, wees er op, dat het hem
nog maar zelden is overkomen, dat hij
ook de dames op een vergadering kon
verwelkomen. Toch had hij gaarne nog
meer personen verwelkomd, maar het
twijfelachtige weder en het vele werk
zullen velen hebben weerhouden.
Spr. wees er op, dat men voor den
fokveedag reeds veel medewerking had
van de Coöperatieve melkfabriek en
van de Coöperatie eiland Walcheren en
nu bieden zij resp. fosco en sigaren aan,
waarbij de Vereeniging dan nog een
koekje voegt.
Spr. wees er dan op, dat het een uit
stekend tot waarde gebrachte dag is
geweest waarop de plannen tot uitvoe
ring zijn gekomen, die beoogden door
bemiddeling van een „Fokveedag' in
plaats van een kringtentoonstelling der
Z. L. M. aan de vele bezoekers uit alle
deelen van de provincie een beeld te
geven van wat de veehouderij én wat
de paardenfokkerij in Walcheren be-
teekenen, en om dit te doen bewerken
door een tweetal vereenigingen, die
zich ieder met de behartiging der be
langen een dezer belangrijke onderdee-
len van het landbouwbedrijf bezig hou
den. Spr. heeft in alle opzichten reden
om aan te nemen, dat het bestuur van
Hippos zeer tevreden geweest is over
de ondernomen poging om langs dezen
„Fokdag" aan de Walchersche paarden
fokkers de gelegenheid te geven een
groote collectie fokdieren bijeen te
brengen. Het aantal opgekomen dieren
lijkt spr. bevredigend te zijn geweest en
ook de kwaliteit toonde vooruitgang al
mag niet worden ontkend, dat men in
dit deel van Zeeland nog lang niet zoo
ver is gekomen als bijv. in Zeeuwsch
Vlaanderen. Niet minder reden om te
vreden te zijn heeft de Vereeniging tot
verbetering van het Rundvee. Begun
stigd door prachtig zonnig weer, aange
naam aandoende, opgewekte medewer-
De gr.aaf gaf dit toe. „Gij hebt ons
een schitterende vrouw aanbevolen",
zei hij openhartig. „Haar ideeën zijn
bewonderenswaardig. U toont moed
door hier terug te komen", merkte hij
daarna op. „U had toch gemakkelijk een
andere standplaats kunnen krijgen."
Er kw,um een norschen trek op Dane-
court's vriendelijk gelaat, „Ik zal het
volhouden, de Robin. Ik blijf hier een
oog in het zeil houden, zoo lang dat.
mogelijk is.
In Parijs hadden ze geen grooten
kans om gesnapt te worden toen ze
probeerden mij te vermoorden; ik geloof
niet, dat ze het hier durven te wagen."
De graaf (achtte. „Neen, dat zullen ze
niet durven doen op hun eigen gebied,
dat zou te veel in het oog loopen hè?
Maar vergeet niet, hunne moraal is an
ders dan de onze. Je moet naar midden-
Italië gaan om hunne gelijken te vin
den."
Gerald gaf geen ,antwoord op dat ge
zegde, dat was ingegeven door bezorgd
heid voor een man, die als een vriend
beschouwd werd. Hij dacht op dat
oogenblik aan de prinses, die hij wilde
beschermen.
Plotseling barstte hij hartstochtelijk
uit. „En die groote, lompe os heeft de
onbeschaamdheid mij welkom in Wee
nen te heeten, hoewel hij' zeer goed
weet, dat de- bandiet, gehuurd door zijn
ondergeschikten, mij bijna naar de an
dere wereld had geholpen! Het maakt
mij ziek met daaraan te denken."
(Wji^; vervolgd)