BELGIE en hetGroot Hertogdom
LUXEMBURG
GRATIS
Zita.
HARTELIJKE ONTVANGST
Grotten van Han
LUIK
BLANKENBERGHE
HET NIEUWE CASINO
KRONIEK van den DAG.
BINNENLAND.
leder pak HONIG's VERMICELLI
fWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHË COURANT (W.O. DE GOESCHE COURANT) VAN DINSDAG 30 JUNI 1936. No. 152.
NIEUWE AMERIKAANSCHE
BELASTINGEN.
Een groot Nederlander
heengegaan.
Toelichting.
bevat ter kennismaking een
HONIG's BOUILLONBLOKJE
WILLIAM LE QUEUX.
Zoo nabij
Zoo aangenaam
Zoo verrukkelijk
Zoo gevarieerd
Waar de levensstandaard
het goedkoopst is.
ALLE SPORTEN, CASINO, FEESTEN,
ALLE ATTRACTIES.
GRATIS INLICHTINGEN BIJ HET
OFFICE BELGO LUXEMBOURGEOIS
DE TOURISME
PLACE BROUCKÈRE BRUSSEL
POORT NAAR ARDENNEN
CENTRUM VAN TOERISME
TOURISME OFFICE,
ST. LAMBERTPLAATS, LUIK
De Badplaats die U bevalt
Europeesch record voor zeebaden
Groote Gala-leesten met Vedettes
van Wereldnaam.
Salons-Privé.
ROULETTE BACCARAT
Het Amerikaansche Congres (heeft
dezer dagen Roosevelt's nieuwe belas
tingwet, nadat er verschillende wijzi
gingen in waren aangebracht, goedge
keurd. Het principe ervan is het schep
pen van nieuwe bronnen van inkomsten
voor de regeering, ter bestrijding van
de diverse buitengewone uitgaven in
verband met de economische moeilijk
heden. Als de voornaaftiste bron kan
men beschouwen een vrij drastische
verhooging van de heffing op winsten
die 'door maatschappijen niet tot uit-
keering worden gebracht, maar als
„surplus" op de balans worden aange
houden. Deze belasting zal een sterk
progressief 'karakter dragen én loopen
van 7 tot 27 pet., nadat alle inkomsten
van maatschappijen reeds met 8 tot 15
pet. zullen zijn belast. Voor kleine
maatschappijen fiijn voorzieningen ge
troffen, die den druk minder voelbaar
zullen maken, maar voor een aantal
groote ondernemingen beteekenen de
nieuwe belastingwetten een aanzienlijke
verzwaring van druk.
In New-Yorksche beurskringen is men
reeds aan het becijferen, hoeveel zij
zullen kosten aan de belangrijkste
maatschappijen, welker aandeelen op de
beurs in Wallstreet worden verhandeld.
Volgens een correspondentie uit New-
York aan het „Alg. Hbl." zou men daar
bij tot de conclusie zijn gekomen, dat
de General Motors Corp, 7,67 millioen
dollar per jaar meer zou hebben te be
talen dan tot dusverre, de Pennsylvania
Railroad 1,51 millioen, de Standard
Oil Co. of New Jersey 1,15 millioen
enz.
Het ligt voor de hand, dat de pro
gressieve belasting op de onverdeelde
winsten voor de maatschappijen een
aansporing zal vormen, om tot hoogere
uitkeeringen aan aandeelhouders over
te gaan. Eerst wanneer de belastingwet
eenigen tijd in werking is, zal kunnen
worden overzien, of het inderdaad zal
komen tot een „dividenden-regen", zoo
als vele verwachten. Deze zouden de
directe baten voor de schatkist natuur
lijk aanzienlijk verminderen, maar daar
staat tegenover, dat dan een stijging der
inkomstenbelasting (meer dividenden
meer inkomsten) te verwachten staat,
terwijl volgens een zekere welbekende
theorie, de koopkracht grooter moet
worden, wat het bedrijfsleven in het al-
meen zou stimuleeren. Het schijnt, dat
de regeering ook hierop speculeert.
Voor buitenlandsche houders van
Amerikaansche aandeelen zijn bijzondere
bepalingen in de belastingwetten ver
werkt. Volgens de oorspronkelijke planJ
nen lag het in het voornemen, om een
derde van alle dividenden enz., die aan
buitenlanders toekwamen, in te houden,
teneinde hen op deze wijze te dwingen
tot betaling van de Amerikaansche in
komstenbelasting. Deze kon tot dusver
re door buitenlanders uit den aard der
zaak gemakkelijk worden ontdoken, om
dat de machtsmiddelen van den Ame-
rikaanschen fiscus zich natuurlijk niet
over de landsgrenzen uitstrekken. Geluk
kig is aan het bedoelde plan geen ge
volg gegeven, wat stellig niet in de
laatste plaats te danken was aan onzen
te New York woonachtigden landgenoot
Harold Beenhouwer, die een krachtig
pleidooi ten gunste van een matige hef
fing' aan den bron heeft gehou
den. In het thans aanvaarde wets
ontwerp is bepaald, dat van de
inkomsten van niet in Amerika
woonachtige vreemdelingen uit coupons,
dividenden enz, 10 pet. aan de bron zal
wtorden afgehouden (tot tiusvejrjpre be
droeg de vaak ontdoken inkom
stenbelasting slechts 4 pet.) Volgens
weliswaar nog niet officiëel bevestigde
berichten handhaaft de nieuwe wet
echter de vrijstelling van belasting
voor de eerste 1000, die buitenlanders
aan 'inkomsten uit Amerika betrekken.
Wanneer men bedenkt, hoezeer het be
zit aan Amerikaansche fondsen in Ne
derland is verdeeld over een groot aan
tal kleine houders, dan is het duidelijk,-
hoe waardevol deze vrijstelling voor ons
land is.
Het eenige lastig'e van de nieuwe be
palingen is voor de kleine houders dan
nog de administratieve rompslomp, in
dien de opvatting juist mocht blijken,
dat de 10 pet. heffing altijd aan den
bron zal worden afgehouden en eerst
daarna van de Amerikaansche schatkist
teruggevorderd kan worden. Vermoe
delijk zal men dezen last wel op den
koop toe moeten nemen, wanneer de
speculatieve belangstelling voor Ameri-
kaantjgs weer mocht opleven, temeer
omdat uit beurstransacties voortvloei
ende winsten 4p°r den Amerikaanschen
fiscus niet belast zullen worden.
Van groote beteekenis voor een en
ander is de vraag, of de economische
situatie in de Ver, Staten zich in gunsti-
gen zin zal blijven ontwikkelen. Volgens
de American Federation of Labour zou
de toestand in het bedrijfsleven reeds
zoodanig verbeterd zijn, dat een „actie
ve conjunctuurpolitiek" van de zijde der
regeering niet langer noodzakelijk is en
groote regeeringsuitgaven voor dit doel
zouden derhalve gevoegelijk achterwege
kunnen blijven. In hoeverre dit een op
zettelijk al te rooskleurige uiting" is, is
moeilijk na te gaan. Wel is het opval
lend, dat zij gevolgd wordt door een
aansporing aan de arbeiders tot het
vragen van loonsverhoogingen. Reeds
thans zijn er in Amerika, zooals trou
wens meestal wanneer het economisch
leven zich van een depressie begint te
herstellen, symptomen van onrust op
arbeidsgebied in verband met nieuwe
looneischen waar te nemen, o a. in de
staalindustrie..
Zooals gemeld is dezer dagen te Lei
den in den ouderdom van 79 jaar
overleden prof. dr. C. Snouck Hur-
gronje, oud-hoogleeraar in de Arabi
sche en de Atjehsche taal en oud-ad
viseur der regeering voor Mohamme-
daansche aangelegenheden.
Aan een artikel, dat de N, R. C. aan
zijn nagedachtenis wijdt, ontkenen wij
het volgende:
Prof. Snouck Hurgronje was een baan
breker voor en grondlegger van begin
selen van koloniaal beleid,, die hem meer
dan wat ook recht geven op de dank
baarheid van ons volk. Wij willen daar
mede geen scheiding trekken tusschen
den geleerde en den kolonisator in deze
groote figuur. Want de beginselen, die
hij voor de practijk van het koloniale
bestuur in ambtelijke adviezen en in
openbare geschriften aanbeval, sproten
voort uit een ontzagwekkende kennis
en een diep wetenschappelijk inzicht.
Den geleerde boezemde niet alleen 't
stelsel van den Islam belang in, zooals
dat was ontstaan en vastgelegd door
schriftgeleerden, hij strekte zijn studie
ook uit tot den godsdienst, zooals die
leefde onder de menschen,, hij vorschte
ook de plaats na, die die godsdienst ini,
het geestelijke en het materieele leven
van zijn aanhangers in velerlei landen
had ingenomen. En juist het Mohamme
danisme, welks stelsel het geheel'e le
ven, ook in zijn materieele en dagelijk-
sche verschijnselen, beheerscht en re
gelt, voerde hem tot een diep inzicht in
het volksleven v,an de volkeren,, die 't
onderwerp waren van zijn studie.
Daarmede was hij niet enkel op weten
schappelijk gebied baanbreker. Ook in
de koloniale politiek van Nederland
brachten zijn denkbeelden een omme
keer en zij deden h,aar invloed gelden,
overal waar Europeesche landen over
Islamietische volkeren heerschen. Want
juist kennis van het godsdienstige le
ven van Islamieten in Ned,-India en el
ders, zooals dat zich vervormd h,ad
naar den volksaard en de bijzondere
eigenaardigheden en omstandigheden,
gaf ook een inzicht, of liever, gaf eerst
toen 'n juist inzicht in de nooden, be
hoeften en idealen v,an die volkeren en
wees vanzelf den weg, dien de kolonia
le staatkunde had te gaan om haar doel
te bereiken. Die kennis bracht veelal
vanzelf de oplossing van de vele vraag
stukken, die zich in het koloniale be
stuur voordeden.
Waren wetenschap en scherpzinnig
heid zijn wapens, zijn doel was recht
vaardigheid, zijn drijfveer menschenlief-
de en een warm medegevoel met wien
hij verongelijkt achtte, zijn vijanden ras
senwaan en onrecht,
Hij was een prediker van vele nieuwe
denkbeelden, maar tevens een fel strij
der. Daarvan getuigt zelfs ook menig
wetenschappelijk geschrift.
Dat hij een zwaren strijd te strijden
had is duidelijk voor een ieder, die ken
nis draagt van de geschiedenis van ons
koloniale beleid in de jaren die aan den
ommekeer vooraf zijn gegaan.
Na zijn beroemde reis naar Mekka
kwam het verlangen in hem op, naar
Indië te gaan en in het bijzonder een
studie te maken van Atjeh, dat in die
dagen het was de tijd van de gecon
centreerde linie de grootste zorg
baarde. Het valt buiten ons bestek, al
les in herinnering te brengen, wat aan
zijn verblijf in Atjeh is voorafgegaan,
hoe hij de opdracht kreeg en ten slotte,
na een verblijf van zeven maanden te
Koetaradja, uitvoedde: rapport uit te
brengen over de religieus-politieke toe
standen in Atjeh. In die zeven maan
den leefde hij met en onder het volk,
waar hij door zijn uitstekende kennis
van de taal en den godsdienst het ver
trouwen wist te winnen van degenen
onder de bevolking, die hem belangrijke
inlichtingen konden verschaffen. Door
zijn groote menschenkennis en weten-
schappelijken zin wist hij daaruit de ge
gevens te putten, waaruit hij zijn ambte
lijke rapport kon samenstellen.
Later schreef hij zijn tweede
standaardwerk (na „Mekka") „de At-
jehers", een boek, dat tot heden den on-
aangetasten grondslag vormt van onze
kennis van dat volk en zijn godsdienst.
Het rapport van Snouck Hurgronje
beval aan krachtig gewapend optreden
tegen de actief optredende vijandige
partij en niet te trachten met haar te
onderhandelen en tevens te streven
naar herstel van het vertrouwen in on
ze bedoelingen, door bevordering van
landbouw, nijverheid en handel. Verder
grondige studie van land en volk, ver
betering van het corps Inlandsche amb
tenaren, zorg voor een goede opvoeding
van jonge voorname Atjehers, het in
acht nemen van een beteren toon in den
omgang met Atjehsche hoofden en min
deren.
Een andere vechter, Van Heutsz,
vocht, óók in geschrifte, voor' hetzelfde
doel: krachtig optreden. Men kent den
afloop. Toen, op Snouck Hurgronje's
aandringen, ten slotte Van Heutsz tot
gouverneur van Atjeh benoemd werd en
deze zijn plannen kon uitvoeren, was
de pacificatie na korten tijd bereikt
Na Atjeh kwamen de Gajo- en Alas-
landen aan de beurt. Ook hierover zag
een grondige studie van Snouck Hur
gronje het licht.
Onder verschillende titels is Snouck
Hurgronje gedurende 17 jaar als advi
seur van de Indische regeering werk
zaam geweest. Vele reizen heeft hij ge
maakt en overal, waar hij vertoefde,
maakte hij zich tot den vertrouwensman
van de bevolking. Zijn grondige en uit
gebreide talenkennis, de autoriteit, die
hij zelfs ondet de Mohammedaansche
schriftgeleerden op godsdienstig gebied
had, driegen daartoe niet weinig bij.
NEDERLANDSCHE BANK
VERLAAGT OPNIEUW HET
DISCONTO.
Thans tot 334 procent.
Zooals reeds in een deel der vorige
oplaag gemeld, heeft de Nederlandsche
bank haar rentetarieven over de ge-
heele linie opnieuw met een half procent
verlaagd.
Het wisseldisconto wordt derhalve
teruggebracht van 4 pet. op 334 pet.
Nadat de Nederlandsche Bank met in
gang van 25 Juni haar rentetarieven over
de geheele linie met een half procent
had verlaagd, waarbij het wisseldiscon
to, dat sedert 4 Juni 4 34 pet. had bedra
gen, werd teruggebracht tot 4 pet., heeft
zij gemeend haar rentevoorwaarden we
derom te moeten herzien. Ingaande he
den zijn de tarieven opnieuw omlaag
gebracht, waarbij het wisseldisconto is
vastgesteld op 334 pet.
Op een dergelijke geste was men
evenwel voorbereid. Onze circulatie
bank volgt nauwlettend alles wat zich'
op de deviezen- en de geldmarkt af
speelt en neemt dienovereenkomstig
haar maatregelen, waarbij in de eerste
plaats de belangen van het bedrijfsleven
in het oog worden gehouden. Nu had op
de wisselmarkt een verdere aanzienlijke
ontspanning plaats gevonden, blijkende
uit de daling van het pond sterling tot
7,3734 en van den Amerikaanschen dol
lar tot 1,4654. Daarnevens was de geld
markt veel ruimer geworden, de pro-
longatiekoers was teruggeloopen tot
2% pet., terwijl het particuliere discon
to zelfs beneden 3 pet. was gekomen.
Tusschen de noteeringen in de open
markt en de officieele tarieven was dus
een groote gaping gekomen, en het lag
voor de hand dat ons centrale crediet-
instituut niet lang zou aarzelen zijn
renteberekening te herzien en die meer
door
21).
De levendige,, jonge vrouw haalde an
dere herijnnerngen op. „H'et was een
klein nest, Vanin,a, maar met eenige
aardige restaurants, waar wij samen
kwamen om de plannen van Loukofi
te verijdelen. Herinnert u zich, dat de
gravin van Salzberg op een avond bij
ons was om de door ons verkregen in
lichtingen onmiddellijk aan den koning
over te bréngen? Dat was de avond, dat
de prinses ook had willen komen, doch
op het jaatste ooga|nblik veranderde
zij van gedachte. O, het was werkelijk
een aardige tijd. Wij doen onze zaken
hier natuurlijk op grooteren voet."
Ja, Gerald Danecourt herinnerde zich
alles zeer goed. Elk oogenblik had men
daar intriges en contr,a-intriges.
„Zooals ik u heb gezegd", zeide made
moiselle Victoria, na een korte pauze,
„stellen wij ons steeds op de hoogte
van de gang van zaken in Sl,avonië. Wij
weten dat daar iets op til is en dat in
Weenen alles wordt uitgebroed."
Danecourt gaf dit toe. Hij vertelde
h,aar in het kort van zijn ondervindingen
in Golder's Green.
„En, natuurlijk gaf u daarvan verslag
aan uw departemenlt va® Buitenland
sche Zaken, voor u Londen verliet?
„Natuurlijk, dat was ik verplicht."
.„Vergeef mij mijn vraag, want het is
wenschelijk, dat ik alle bijzonderheden
weet. Het zal natuurlijk wel zijn weg
vinden naar de Quai d'Orsay en dan
hooren wij 't later ook. Wij zullen dan
gewaarschuwd worden om Stephanie
Ghika in het oog te houden en onge
twijfeld ook Loukoff, die ook zeker
spoedig in Parijs zal komen."
Er was een lange pauze. De slimme
Dolores was in gepeins verzonken.
Zij verbrak ten laatste de stilte,
„Ik heb u verteld, dat ik wist dat
Stephanie Ghika hier was aangekomen
dat wist ik van onzen dienst in
hotel Terminus".
Danecourt sprong van zijn stoel op.
„Dat treft al heel ongelukkig. Ik ben
daar gisteravond ook afgestapt."
„Niet onder uw eigen naam, ver
trouw ik", zeide Dolores kalm. „Ver
geet niet, dat u hier is voor een gehei
me zending."
„Zoo dom was ik niet. Ik gaf een val-
schen naam en een valsch adres oj>."
Dolores zat wederom te peinzen en
deelde hem daarna haar overpeinzingen
mede,
„Jullie Engelschen, mijn beste vriend,
ontbreekt de noodige slimheid. Ik kan
mij begrijpen dat Stephanie in Terminus
is afgestapt. Zij wil te koop loopen met
haar valsche diamanten en paarlen en
z,al niet lang blijven. Zij is een yrouw
en heeft behoefte om haar ijdelheid zoo
nu en dan eens bot te vieren, zoolang
zij zich dat kan veroorloven. U kent
Parijs goed. Waarom heeft u zich niet
(Ingez. Med.)
verborgen in een bescheiden hoekje van
Montmartre, waar u geen gevaar ioopt?"
„Ik heb daaraan wel gedacht, maar ik
ben er van overtuigd, dat Stephanie mij
nog nooit gezien heeft,"
„Och, kom!" riep mademoiselle Do
lores glimlachend uit, „Men moet die
dingen nooit aan het toeval overlaten.
U kunt nooit zeggen wie u kent. Toen
u naar Parijs kw,am, heeft u, geloof ik,
uw voorzichtigheid in Londen achterge
laten. Vertrek onmiddellijk uit Terminus
en ga naar Montmartre. Als ik in Londen
kwam, zou ik mij verbergen in Soho
of, nog beter in de „Seven Dials".
Hij was eenigszins geërgerd over het
lesje, dat hij van deze jonge vrouw in
de beginselen van het vak kreeg. Onge
twijfeld had zij gelijk,. Hij was uit de
wereld der diplomaten afgedwaald naar
de onderwereld der intriges; hij moest
dus de methodes van dat mindere beroep
toepassen.
„Nu ik deze zaken aan uw bekwame
handen eh btoevertrouwd, wil ik nog
gaarne een andere samenkomst met u
hebben; vanavond gaat u met mij dinee-
ren, morgen verlaat ik Parijs. In Weenen
hoop ik de oplossing van dit ingewikkel
de vraagstuk te krijgen",
„Daarmede ben ik het eens, ofschoon
het voor mij niet vleiend is", zei" de
jonge vrouw. „Loukoff en Stephanie zijn
de werktuigen. De keizer en Tarangul
zijn de leidende machten. Goed, wij
gaan vanavond samen dineeren en dan
is u mijn gast. Daar sta ik op".
„Zeer zeker niet, mijn beste made
moiselle Dolores", antwoordde Dane
court beslist „Daaraan denk ik geen
oogenblik. U gaat met mij dineeren in
een rustig restaurant",
Dolores gaf met-een coquette glim
lach toe,
„Wij zijn nu zeer vormelijk, is het
niet, in tegenstelling met dien goeden
tijd in Vanina. Als Stana Nelikoff en
ik u en uw collega ontmoetten, waren
wij minder vormelijk. Ik verbeeld mij,
dat u mij toen Dolores noemde en ik
was zoo vrij u Gerald te noemen",
Danecourt glimlachte. Ja, hij was toen
met Dolores op zeer vriendschappelij-
ken voet geweest, zij was zoo lief, zoo
vroolijk en levendig. En wellicht had
zijn vriendschap in haar een warmer ge
voel opgewekt.
„Laat die dagen dan nu terugkeeren,.
Ik zal u weer Dolores noemen. Maar
hoe het ook zij, u moet mijn gast zijn",.
Daarvan wilde zij niets hooren.
„Neen, neen; wij zullen geen kwade
vrienden worden door te twisten over
de uitgave van eenige franken. Vroeger
heb ik van u zooveel gastvrijheid onder
vonden. Als ik thans aan Slavonië te
rugdenk, dan begrijp ik, dat het alleen
hem en zijn familie iets kan schelen of
een marionet als Nicolaas zijn troon al
of niet verliest".
De inzichten van Dolores hadden zich
gewijzigd; zij was nu in dienst van een
groote natie, een deel van haar diplo
matie. Zij kon zich nu veroorloven om
te glimlachen over de troebelen bij en
Gratis inlichtingen
(Ingez. Med.)
in overeenstemming te brengen met de
prijzen in het vrije verkeer.
Het feit, dat de Nederlandsche Bank
tot verlaging van haar rentetarieven
overgaat, juist nu de maandwisseling
voor de deur staat, en ten behoeve van
het zaken- en financieele leven aan
zienlijke sommen benoodigd zijn, doet
glashelder uitkomen, dat de toestand
de zorgen van een Slavonisch hof,.
Gerald vond het onaangenaam dat zij
op die wijze over den koning sprak. Hij
kon de gedachten niet verdragen, dat
zijn geliefde prinses zou verbannen wor
den, dat zij vernederd zou worden door
het bewustzijn van gefaald te hebben.
„Ik herinner mij, dat ik ook wel eens
gelachen heb, toen wij begonnen", zeide
hij rustig. „Nu is het echter een belang
rijk vraagstuk en Engeland en Frankrijk
zijn op de hand van den koning'1,,
Dolores hield haar cynische stemming
in bedwang. Zij wist waarom de jonge
diplomaat zooveel belang stelde in het
lot van den koning.
„U heeft volkomen gelijk", antwoord
de zij ernstig. „Toen waren wij niet zoo
goed op de hoogte. Nu begrijpen wij, dat
machtige invloeden aan ten grondslag
liggen. Welnu, vanavond gaan wij ge
zellig dineeren,. Hoe laat en waar?
Voor twee personen, die Parijs goed
kenden, was dit spoedig opgelost. Geen
deftig restaurant, waar de élite bijeen
zou zijn, doch een klein restaurant, waar
de keuken uitmuntend is en niet duur
en waar zij zeker geen bekenden zouden
ontmoeten.
Gerald keerde naar zijn hotel terug
tevreden over het onderhoud.
Indien iemand deze intriges kon ont
sluieren, dan zjou dat zeker Dolores
Victoria zijn. Hij wist welk een gunstig
oordeel Salcedo over haar had.
(Wordt vervolgd)