GOESCKE COURANT^
Vreest geen Examen
BINNENLAND.
ZEELAND.
WEER EN WIND.
NUMMER 150.
DRIE BLADEN.
ZATERDAG
27 JUNI 1936.
EERSTE BLAD.
179e JAARGANG.
w.
Bijzonder en algemeen.
Dr. Colijn en de Roomsch-Kath.
Staatspartij.
Ontevreden mosselkweekers.
Nieuwe KwartaaSabonnees
MIDDELBUBQ5CHE COURANT
Dagblad Voor Middelburg, Goes en agent
schap Vlissingen 2.30, elders 2.50 per
kwartaal Week-abonn. in Middelburg en
Goes 18 ct. p. w. Advertentiën 30 ct. per
regel, Ingez. mededeelingen 60 ct. p. r.
By contr. voor beide veel lager; tar. op aanvr.
Uitgeefster Naamlooze Vennootschap „De Middelburgsche Courant"; Bureaux Lange Sint Pieterstraat te Middelburg.
Telefoon Redactie 269, Administratie 139 Postrekening no. 43255 Kantoor te GOES: Turfkade, telefoon 17.
Aangesloten bij het Bureau voor Publiciteitswaarde der Vereeniging de Nederlandsche Dagbladpers.
Familieberichten en dankbetuigingen 17
regels 2.10, elke r. m. 30 ct. Rubriek
„Kleine Advertentiën", ten hoogste 6 regels,
a 75 ct. bij vooruitbetaling Adv. met
„Brieven" of „Bevragen bureau dezer con-
rant" 10 ct. extra Bewijsnommers 5 cent.
Men vindt elders in dit blad een be
richt, hetwelk „De Zeeuw" aan het a.r.
dagblad „De Rotterdammer" ontleende,
en waarin uiteengezet wordt op welke
gronden minister De Wilde de nieuwe
Avro-studio op Donderdag 2 Juli niet zal
openen. Het is n.l. deze: de minister wil
de opening op Donderdag niet ver
richten, omdat er op Zondag daar
aanvolgende óók nog feestelijk
heden plaats vinden. En omdat de mi
nister deze twee feestelijkheden als/een
onverbrekelijk geheel meent te moe
ten zien, acht hij het medewerken
aan Zondags ontheiliging door Don
derdags een studio te openen.
Dat is dan tot daar aan toe. Maar nu
staat er een merkwaardig regeltje com
mentaar bij het is niet recht duidelijk
of dit commentaar van de „Rotterd." of
„De Zeeuw" is, maar ze zullen er beiden
wel gelijk over denken luidende als
volgt:
„Overigens is weer eens gebleken,
welke belangen bij de Avro, die ook
gaarne leden werft onder de Chris
telijke groepen, den doorslag geven
en welke beteekenis het woord „al
gemeen" bij het Avro-bestuur heeft."
Ziet, daar breekt ons klompje nu toch
van! „De Zeeuw" heeft al eens meer po
gen te bewijzen, of, naar ons gevoelen,
ons diets te maken, dat eigenlijk de eeni
ge algemeene organisatievorm zou
wezen dewat zij dan noemt „chris
telijke", doch wat in wezen zou dienen
te heeten de „orthodox-protestantsche"
organisatievorm (waarin dan ten aller
hoogste 30 van Nederlands bevolking
onderdak zou kunnen vinden!)
Maar .ja over het begrip „alge
meen" zullen we het wel nooit eens
worden met „De Zeeuw". Omdat wij er
onder verstaan: rekening houden met
de overtuiging van iedereen, zonder
echter voor de overtuiging van een
deel der individuen anderen te dwin
gen dingen na te laten die die anderen
wel zouden willen en krachtens hun
overtuiging ook zouden mogen doen,
doch die ze volgens de inzichten van
die eerstgenoemden niet zouden mo
gen doen.
M.a.w.: indien alle Nederlanders bij
voorbeeld in één algemeene Nederland
sche radio-omroepvereeniging samen
zouden kunnen wezen, dan zou naar
onze opvatting daarin bv. een orthodox-
protestantsche minderheid volkomen
gerespecteerd worden, in zoo
verre, dat zij naar de mate der beschik
bare zendtijd en zendapparatuur ruim
schoots haar aandeel zou krijgen
haar recht matig aandeel wel te ver
staan, niet als gunst natuurlijk
voor al die uitingen van haar cultureele
en godsdienstige leven waarop zij recht
en waaraan zij behoefte had. En zoo de
roomsch-katholieken, de joden, de vrij
zinnig-hervormden, de doopsgezinden
enz. enz. enz. Dat is o.i. eisch der al
gemeenheid.
Ook zou geen lid zulk eener alge
m e e n e vereeniging ooit gedwongen
mogen worden, noch zelfs pogingen in
deze richting aangewend mogen wor
den, om hem of haar iets te laten doen
of te doen laten, hetwelk met zijn o:
haar godsdienstige overtuiging in strijd
Maar en hier ligt het principieele
en klaarblijkelijk onoverbrugbare ver
schil dan de grens ligt voor ons
bij het individu zelf.
Wij zouden met iemands e i g e n, in
nerlijke gesteldheid eerbiedig, overal en
altijd rekening willen gehouden zien
Maar wij wijzen onvoorwaardelijk in
zulke zaken af den geestelijken
dwang, het willen opleggen van
wat men z e 1 f als goed, als plicht ge
voelt, aan anderen.
Wij verlangen in het algemeene: de
vrijheid. Niet de ongebondenheid, niet
de onachtzaamheid ten aanzien van den
medemensch, maar wél de onderling ge
bonden vrijheid over-en-weer.
Wil een orthodox-protestantsch man
en vrouw den Zondag zus of zoo door
brengen, overeenkomstig de eischen die
het geloof hem of haar stelt; pet af, en
dat mogelijk maken.
Maar willen anderen, voor wie die
voorschriften in gemoede geen binden
de kracht hebben of misschien zelfs
heelemaal niet bestaan, op h u n wijze
den Zondag doorbrengen, dan is dat:
eveneens uitsluitend hun zaak.
Zij verlangen geen tolerantie
van hun handeling, maar evenzeer eer
biediging van hun recht op deze v r ij-
h e i d, die slechts door de eischen van
het algemeen d.i.: aller gemeene
belang beperkt mag worden.
Dat is nu eenmaal het verschil tus-
schen recht- en vrijzinnig
Verloren illusies zijn gevonden
waarheden.
Het bureau der r.k. staatspartij ver
zoekt ons, de volgende mededeeling op
te nemen:
Rondom de verklaring namens den
minister-president, omtrent „hier te
lande verspreide geruchten van uiterst
kwetsend karakter voor den goeden
naam van dr. Colijn", worden in de laat
ste dagen naargeestig insinueerende be
richten geweven, die in sommige stellige
beweringen den vorm van leugen en
laster hebben aangenomen.
Die berichten hebben de strekking, de
r.k. staatspartij aan te wijzen als de bron,
waaruit door middel van een door de
partijleiding op 13 Juni j.l. belegde pers
conferentie, vorenbedoelde geruchten
over den minister-president verdere ver
spreiding zouden hebben gevonden.
De handhaving van zuivere verhou
dingen in het staatkundig werk is een
onmiskenbaar landsbelang. Daarom heeft
het bureau der r.k. staatspartij besloten,
thans met voorkennis en instemming
van alle daarbij betrokkenen een
tweetal gewisselde brieven openbaar te
maken.
Mede in verband met de data dier
brieven, spreekt de inhoud daarvan voor
zichzelf. De eerste brief, gedateerd 18
Juni 1936, en gericht aan dr. Colifn
'luidde als volgt:
„Excellentie,
In het hierbij ingesloten pamflet dat
ondergeteekenden hedenmiddag' ont
vingen, wordt de voorstelling gewekt
alsof de heer mr. C. Goseling een pers
conferentie zou hebben bijeengeroepen,
uitsluitend om mededeelingen te doen als
hiernaast vermeld.
Vervolgens treft ondergeteekenden in
de weergave dezer mededeelingen de
zinsnede, mr. Goseling in den mond ge
legd: „dr. Colijn onderhoudt relaties met
een der bijzitten van den heer Mann-
heimer".
Ondergeteekenden, die de perscon
ferentie bijwoonden en reeds gelegen
heid hadden over dit pamflet van ge
dachten te wisselen, wenschen te ver
klaren:
1. Het is de gewoonte, dat het bestuur
'der r.k. staatspartij op regelmatige tijd
stippen de hoofdredacteuren en politieke
redacteuren van de katholieke pers bij
een roept om voorlichting te geven over
politieke vraagstukken. Deze gewoonte,
ingevoerd onder wijlen jhr. mr. Ruys de
Beerenbrouck, dateert reeds van jaren
her. Zij is door zijn opvolger, thans mr.
Goseling, voortgezet.
Er is geen sprake van, dat bedoelde
conferentie werd samengeroepen voor
de in het pamflet beschreven zaak. Het
hoofddoel ervan was, zooals na een zoo
belangrijke gebeurtenis als de verwer
ping van het vaste-lastenontwerp be
grijpelijk is, een algemeen oriënteerende
beschouwing over de politieke situatie te
geven. Dit is ook geschied.
2. Daarna heeft de heer Goseling in
verband met loopende geruchten, welke
aan verschillende bezoekers der confe
rentie reeds bekend waren, over het
hierbedoelde geval enkele vaststaande
feiten medegedeeld.
De bewering, als zoude de heer Go
seling de bovenaangehaalde zinsnede of
of iets, wat daar ook maar op lijkt,
hebben gebezigd, kunnen ondergetee
kenden, als puren laster brandmerken.
Zij verklaren als eerlijke mannen dat:
a. integendeel, toen een der aanwe
zigen den naam Mannheimer noemde,
de heer Goseling dien naam onmiddellijk
en nadrukkelijk heeft geëlimineerd, zeg
gende, dat men zich alleen aan vast
staande feiten te houden had en men
zich niet op den weg van fantasieën
diende te begeven;
b. dat op een nadere vraag van den
zelfden bezoeker der conferentie, of de
katholieke pers althans iets zou kunnen
publiceeren, als andere couranten mede
deelingen zouden hebben gedaan, de
heer Goseling uitdrukkelijk verzocht,
Van tevoren verspreide overdruk uit
„Hier Dinaso" van 20 Juni 1936.
dat men zich óók in dat geval van het
mededeelen van zakelijke feiten zou
onthouden, opdat zelfs de schijn zou
worden vermeden, als zou van katho
lieke zijde zulk een aangelegenheid tot
een voorwerp van gedachtenwisseling in
de sfeer van de zakelijke politiek wor
den gemaakt.
Er is dit zij Uwe Excellentie ten
overvloede er bij verzekerd ook uit
den boezem der vergadering zeer ernstig
opgekomen tegen publicatie van dingen
als hierbedoeld.
Wij hebben er aan gehecht, dadelijk na
ontvangst van dit onware pamflet, Uwe
Excellentie deze mededeelingen te doen
geworden, omdat wij van oordeel waren,
dat een lasterlijke verdachtmaking, als
hier tegen mr. Goseling werd gericht,
naar ons oordeel, geen moment, althans
bij Uwe Excellentie, onweersproken
mocht blijven en wij behouden ons, zoo
noodig, voor, het aan Uwe Excellentie
berichte, waarvan bereids afschrift werd
gezonden aan mr. Goseling, openbaar te
maken."
Bovenstaande brief was geteekend
door de heeren: S. Bruysten, P. Kasteel
en L. Hazelzet.
Aan dit schrijven voegde de heer G. P.
Bon, voorzitter van de katholieke jour
nalisten vereeniging toe, dat hij, ter in
leiding van het onderzoek, dat hij in ver
band met het bovenstaande geboden
acht, de deelnemers der conferentie in
kennis heeft gesteld met hetgeen bij
dezen aan Uwe Excellentie wordt be
richt."
Op 20 Juni d.a.v. heeft dr. Colijn daar
op aan den voorzitter van de Ned. r.k.
journalistenvereeniging, den genoemden
heer G. P. Bon het volgende geant
woord: „de ontvangst van Uw schrijven
van 18 Juni j.l. erkennende, voeg ik
daaraan toe, dat ik de gedane mede
deelingen gaarne als onvoorwaardelijk
juist aanvaard."
VOOR OF TEGEN DEVALUATIE
De zakenwereld, het algemeen za
kenblad voor Nederland en Ned. Indië,
heeft een enquête onder haar lezers
gehouden over de vraag: vóór of tegen
devaluatie. In totaal werd den lezers
negen vragen voorgelegd, waarvan de
negende of lahtste vr,aag eigenlijk de
toetssteen is geworden voor het bepalen
van de verhouding tusschen vóór- en
tegenstanders van devaluatie.
Aan 13,250 Nederlandsche zakenmen-
schen, zoowel lezers ,als niet-lezers van
het blad werden de toelichting der en
quête en het antwoordformulier toege
zonden. Teruggekomen zijn 2729 geldige
antwoorden.
De vraag: Acht gij, afgezien van de
voor- of nadeelen, welke devaluatie
voor uw eigen bedrijfstak zoude hebben,
in het .algemeen devaluatie in het be
lang van onze nationale vjelvaart?, be
antwoordden 1001 inzenders met „ja",
terwijl 1669 inzenders haar met „neen"
beantwoordden; 59 antwoorden w,aren
blanco. Derhalve verklaarden zich' 37
pet. vóór devaluatie; 61 pet. tegen de
valuatie, terwijl 2 pet. blanco stemde.
W,at betreft de vragen inzake hetgeen
moet gebeuren, wanneer men niet wi
devalueeren, is er één, die het groot
ste percentage voorstemmers van de
heele enquête en het kleinste percen
tage tegenstemmers op zich vereenigt,
nl. die terzake van krachtige bezuini-
gingspolitiek door de verschillende over
heidsinstanties.
Omtrent de ordeningsgedachte komen
in deze enquête ook interessante cijfers
voor. Het blijkt dat 49 pet. van de stem
mers, na alle semi-ordening van de
laatste jaren, tenslotte toch de voor
keur geeft aan een saneering, die het
vrije spel van economische kr.achten
zooveel mogelijk herstelt. Tegen zulk 'n
herstel van het laissez-faire verklaren
zich slechts 18 pet. van de stemmers!
Men komt door deze enquête tot de
conclusie, dat weliswaar algemeen wordt
aangenomen, d,at een prijsstijging het
gevolg zal zijn van devaluatie, maar
slechts een minderheid verwacht een
toeneming van de winst-capaciteit als
gevolg daarvan. Ook de opinie over de
mogelijkheid van afzetvermeerdering en
vergrooting van de werkgelegenheid is
niet erg gunstig, vooral niet wanneer
de handelspolitieke status quo door de
valuatie zou worden gewijzigd. Deze
conclusies van de zakenmenschen zijn
mede het gevolg van de verwachting
ten aanzien van den invloed van de
muntwaardedaling op de koopkracht van
de consumenten. Resultaat: de devalu
atie vereenigt 61 pet. tegenstemmers op
zich. Wel ziet men in, dat dan aanpas
sing op andere wijze moet geschieden,
maar v,an krachtig overheidsingrijpen
om dat doel te bereiken moeten de
meesten niets hebben. Integendeel, veel
eer wil men terug tot de vrije economie,
alijkbaar in de overtuiging, dat het tot
dusver toegepaste ingrijpen door aller
lei crisismaatregelen de saneering langs
natuurlijken weg eerder heeft tegenge
houden dan in de hand gewerkt.
INVOER VAN GARNALEN IN
FRANKRIJK.
De minister van landbouw en vissche-
rij heeft op de vragen van hef Tweede
Kamerlid Drop betreffende het invoeren
van garnalen in Frankrijk door Texel-
sche garnalenvisschers het volgende ge
antwoord:
Sedert het tweede kwartaal van 1935
vordert de Fransche regeering oij in
voer van garnalen, naast een uitvoer
vergunning van de Nederlandsche auto
riteiten, een licence d'importation,
welke zij uitreikt aan de Fransche im
porteurs, die deze licence op hun buurt
moeten verstrekken aan hun Neder
landsche leveranciers. Beide documen
ten moeten op de Fransche inklarings
plaats getoond worden, alvorens de
garnalen tot invoer worden toegelaten.
Het betreft hier derhalve een maatre
gel, welke door de Fransche, niet door
de Nederlandsche regeering is genomen.
De vraag, of het den minister bekend
is, dat de invoervergunningen door de
visschhers op Texel niet kunnen wor
den verkregen in hoofdzaak, omdat met
name de importeurs in Frankrijk de af
gifte afhankelijk kunnen stellen van ge-
lijktijdigen invoer van vischsoorten als
tong, haring, enz., welke leveringen
door de Texelsche visschers niet kun
nen worden verzorgd, moet ontkennend
worden beantwoord. De minister acht
hel echter zeer goed mogelijk, dat de
Fransche importeurs aan de Nederland
sche exporteurs voorwaarden stellen,
als in de vraag genoemd, wanneer zij
dit in verband met hun belangen ge-
wenscht achten.
Tot zijn leedwezen is het den minister
niet mogelijk, in dezen stappen te doen.
Een protestvergadering te
Yerseke.
Vrijdagavond werd in Café Nolet te
Yerseke een vergadering gehouden,
welke belegd was door een Protest
comité, dat gevormd werd uit de Yer-
seksche mosselkweekers en handelaars,
met het doel op te komen tegen ver
schillende maatregelen van het Cen
traal Verkoop Bureau. De zaal was ge
heel bezet met belanghebbenden en be
langstellenden. Ook burgemeester Gun
ning, wethouder Scheele en de hr. v, d.
Voort, directeur van het C. V. B. merk
ten we op.
De hr. D. J. S i n k e, opende deze
vergadering en zeide, de groote op
komst te begrijpen daar de mosselcultuur
voor Yerseke een groote bron van in
komsten was. Spr. herinnerde vervol
gens aan de totstandkoming van het
Centraal Verkoop Bureau, dat het eer
ste jaar veel goed werk deed, al werd
met de verdeeling der orders soms
vreemd omgesprongen. Te prijzen is
voornamelijk, dat men thans niet meer
kan concurreeren tenkoste van de
kweekers. Hiermede moest echter het
ingrijpen van het C. V. B. een einde ne
men. Het moest aan eiken handelaar
verkooper, zij het met 10 of 15 ct. ver
hooging per ton voor administratiekos
ten. Het ingrijpen in den handel blijkt
een fout te zijn die reeds fatale gevol
gen had. In België worden de mosselen
op het oogenblik te duur gekocht, wat
ten nadeele van handel en kweekerij is.
Wij willen het C. V. B. echter niet weg
werken. Het blijve bestaan als prijsre-
gelend instituut. De handelaar moet
evenwel vrij blijven hoe met zijn pro
duct te handelen. Wil hij het overboord
gooien, dan moet hij dat zelf weten. Wij
willen den handel ook ineigen gemeen
te houden, doch langzaam maar zeker
wil men dien blijkbaar naar Tholen ver
plaatsen. Het kookt en gist in deze pro
vincie, doch er was tot heden te wei
nig eensgezindhehid onder de belang-
Zij, die zich met ingang van 1 Juli
a.s. op ons blad abonneeren, ont
vangen de tot dien datum verschij
nende nummers
GRATIS. m
Middelburg, 27-VI-,36. Vrijdag: hoog
ste luchttemperatuur 18.5 °C (65 °F);
laagste 15.2 °C (59 °F). Heden 9 h: 16.7
°C; 12 h: 17.3 °C. 0,1 mm regen of neer
slag. Hoogste barometerstand te dezer
stede, in het afgeloopen etmaal: 767 mm;
laagste 766 mm.
Hoogste barometerstand in het Euro-
peesche waarnemingsgebied: 767.7 mm
te Thorshavn; laagste 749.8 mm te Var-
doe.
Verwachting tot morgenavond:
Zwakke tot matige wind uit Noorde
lijke richtingen, gedeeltelijk bewolkt,
waarschijnlijk nog eenige regen, weinig
verandering in temperatuur.
Zon op: 4 h 42; onder: 21 h 24. Licht
op: 21 h 54. Maan op: 14 h 16; onder:
24 h 30.
Zo. 28 Juni. Zon op: 4 h 42; onder: 21
h 23. Licht op 21 h 53. Maan op: 14 h
26; onder: 24 h 49. V.M. 4 Juli.
Hoog- en Laagwater te Vlissingeni
Juni.
Hoogwater. Laagwater.
Za. 27 8.01 20.18 1.57 14.06
Zo. 28 9.01 21.20 2.53 15.10
Ma. 29 10.06 22.27 3.58 16.19
Hoog- en Laagwater te Wemeldinge:
Juni.
Hoogwater. Laagwater.
Za. 27 9.34 21.54 2.53 15.17
Zo. 28 10.31 22.53 3.51 16.20
Ma. 29 11.36 24.01 4.55 17.26
Westkapelle is 28 min. en Domburg
23 min. vroeger; Veere 38 min. later,
(S springtij.)
want er is een middel dat U kalm houdt
en waardoor Uw geest helder blijft.
Mijnhardt's Zenuwtabletten behoeden
U voor zenuwachtigheid. Ze zijn ver
krijgbaar in kokers van 75 ct. bij Apo
thekers en Drogisten.
(Ingez. Med.)
hebbenden. Neemt thans echter geen
blad voor den mond, aldus spr., en be
schouw mij als een huurling der Yersek-
sche kweekers. Ik ben vorig jaar reeds
gesneuveld en kan nog alleen dienst
doen als een baken in zee, want mijn
schip zit op 't strand.
Eerste punt van onze actie is het ver
krijgen van een vrijen handel in binnen-
en buitenland. Wij meenen, dat daar de
omzet belangrijk door verhoogd zou
worden. Daarbij achten we den prijs van
2.25 te hoog, daar schrikt het Belgi
sche volk van terug. Hoe oordeelt de
vergadering hier over?
De hr J,a c. Prins: zoolang als
de directeur hier is, durft geen mensch
zijn mond open te doen.
De V o o r z. ik geloof niet, dat
de directeur het iemand kwalijk zal ne
men, als men hier zich uitspreekt.
De hr H. K o o m a n ze hou
den hun mond omdat ze niet weten
wat ze willen en bang z,ijn om achter
gesteld te worden.
De hr Prins: U hebt reeds ge
zegd dat de regeling niet in orde is, dus
dat ligt aan den directeur. Op de kaai
durven ze dat wel te zeggen.
De V o o r z. wees er op, dat men
op het C. V. B. ook niet alles weet en
als men iets wil, moet men beslagen
ter ijs komen. Laat wie tegen vrijen han
del is zijn mond open doen.
De hr J. D u i n k e r k e de
handel zoo vrij mogelijk, en de prijs zoo,
dat er iets aan te verdienen is.
De V o o r z.: dan moeten de kwee
kers op die vrijheid aandringen. Toen er
wat verdiend werd was de handel ook
vrij. Het C. V. B. meent nu mogelijk
ook den handel te moeten steunen, doch
het is voor de kweekers opgericht. Dat