85 dt. p. fêes
Prinses Zita.
KRONIEK van den DAG.
BINNENLAND.
U&N9B01JW*
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE COURANT) VAN WOENSDAG 10 JUNI 1936. No. 135.
DE POLITIEKE WILDERNIS IN HET
HEMELSCHE RIJK.
PRINSES JULIANA.
Nederland en Indië moeten stel
selmatig samenwerken.
Een overeenkomst inzake de
scheepvaart met Japan.
Hef einde van het Nationaal
Crisis-Comité.
Oranje ging voor!
cteZLU/rugsfe
ckbesfe
In China gebeuren den laatsten tijd
weer rare dingen. De zuidelijke provin
cies met de stad Kanton als centrum zijn
in beweging gekomen tegen het Japan-
sche geweld. Te Kanton is een regeering
gevestigd, die feitelijk de lakens in het
zuiden des lands uitdeelt. De centrale
regeering te Nanking heeft hier niet veel
in te brengen. In naam oefent ze welis
waar het gezag over geheel China uit,
maar in de praktijk hapert daar wel wat
aan. Van een eenheid is in het Hemel-
sche Rijk nog steeds geen sprake. Niet
alleen het zuiden treekt zich weinig van
de regeering te Nanking aan, alle ver
van dat centrum gelegen provincies voe
ren een politiek op eigen houtje. De wes
telijke (ver het Aziatisch binnenland in)
staan goeddeels onder communistisch re
gime, de noordelijke (tegen Mantsjoerije
aan gelegen) dansen naar het pijpen van
de Japanners.
De machthebbers te Kanton zijn altijd
veel grimmiger tegen de Japanners ge
stemd geweest dan die te Nanking, De
Nanking-regeering (met generaal Tsang-
kai-sjek als dictator achter de schermen)
heeft zich nimmer in ernst tegen Japan
verzet. Zelfs toen een jaar of wat gele
den een deel van Sjanhai, waar een an-
ti-Japansche beweging ontketend was,
werd platgeschoten, bleven de heeren te
Nanking rustig toezien. De.militaire te
genweer ging daar louter uit van plaat
selijke potentaten. Een van beiden: Nan
king voelt 'zich niet in staat, om ook
maar in geringe mate het hoofd aan de
Japanners te bieden, of het speculeert
op een toekomstige samenwerking met
Tokio tegen de westelijke mogendheden.
Een voornaam deel van hei mondige
Chineesche volk haat Japan echter. Het
zal de Nanking-regeering, mocht ze dit
inderdaad willen, niet gemakkelijk val
len de publieke opinie pro-Japansch te
maken. Wat Kanton de laatste dagen
heeft gepresteerd, kan dat bevestigen,
Kanton heeft een paar legers op de been
gebracht, die reeds naar de grenzen van
het gebied, waar de Kantonneezen ge
acht worden, de lakens uit te deelen,
zouden zijn gedirigeerd.. De bedoeling is,
ze nog verder te laten oprukken, geheel
naar het noorden, om den Japanners den
voet dwars te zetten. Blijkbaar had Kan
ton gehoopt, dat Nanking door deze
spontane daad aangestoken zou wor
den en mee zou gaan doen. Dat is dan
een misrekening gebleken. Nanking
heeft geen vin verroerd: alleen zou het
te kennen hebben gegeven tegen de.
Katonneesche troepen in het geweer te-
zullen komen, indien deze niet halt hiel
den. Vermoedelijk hebben ze dat
gedaan. Van een treffen is tenminste nog
niets gemeld. Hoe de situatie er voor 't
overige uitziet, valt echter niet te zeg
gen. Waar de Kantonneesche legers pre
cies liggen en wat ze in de naaste toe
komst willen uithalen, daaromtrent tast
men volkomen in het duister. Een tref
fen tusschen noord en zuid, m.a.w. een
nieuwe burgeroorlog in China, zou den
Japanners natuurlijk een schoone gele
genheid bieden, om weer een stuk van
het Hemelsche Rijk „onafhankelijk" te
maken.
Ze zijn daar trouwens de laatste we
ken telkens mee bezig geweest. De noor
delijkste provincies aan Mantsjoekwo en
Mongolië grenzende, waar ze reeds heel
wat te vertellen hebben, moeten zelf
bestuur erlangen. De Japanners zullen
ze dan wel een handje bij dat zelfbestuur
helpen. Deze bemoeiingen waren het,
die Kanton in beweging hebben gebracht
Volgens Kanton is het nu mooi genoeg.
Het moet nu eens uit zijn met de Japan-
sche occupatie. Vertoogen maken geen
indruk op Tokio. Dan er maar op los
staan. Dat slaan zal echter averechtsche
door
WILLIAM LE QUEUX.
4). -
Danecourt vond dat zeer vreemd. Hij
wist, dat Salcedo of Madden zeker twee
keeren g'edurende de laatste drie jaren
in Hotel Majestic had gelogeerd Maar
hij herinnerde zich ook, dat zijn voorko
men bij die gelegenheid verschilde met
thans. Toen had hij een glad .geschoren
gezicht. Bij de laatste ontmoeting in
Slavonië droeg hij een baard en een
knevel.
„Mijnheer hier is vrij zeker, dat hij
denzelfden man vijf jaren geleden -n
Palermo heeft ontmoet, hij noemde zich
toen Lomax", merkte Power op, terwijl
hij naar den Amerikaan wees.
„Het was vast en zeker dezelfde" be
vestigde de Amerikaan, „Ik was daar
toen eenige dagen in zijn gezelschap en
ik heb hem onmiddellijk herkend en hij
begreep ook wel, dat ik zeker van mijn
zaak was, toen ik hem gisteren aan
sprak. Hij probeerde om mij te overbluf
fen door te vertellen, dat hij Madden
heette, maar dat deed hij niet handig en
hij ging er van door zoo gauw hij kon".
Danecourt wist dat deze man de
waarheid sprak. Lomax was ook een
van de schuilnamen, die hij meermalen
uitwerking hebben, als Nanking niet mee
wil doen, of nog erger van zins mocht
blijken den verkeerden kant, dien naar
Kanton, uit te slaan. Dat is te eerder
mogelijk, aangezien het de Nankingsche
machthebbers al heel lang heeft gesto
ken, dat Kanton zich zoo weinig van
hun „centrale" gezag aantrekt.
Men hoort veronderstellen, dat aller
hande binnenlandsche factoren, in 't bij
zonder dan financieele, ook nog een rol
in de aangelegenheid spelen. Kanton zou
heel slecht te spreken zijn over de finan
cieele politiek van Nanking en daarom
met zijn anti-Japansche beweging heime
lijk ook een omverwerping der Nanking
sche regeering beoogen.
In China is heel veel mogelijk. Maar
Japan heeft weer heel veel kans ten
slotte de lachende derde te zullen wor
den.
H,. K, H. Prinses Juliana heeft gister
avond in café Beukenhof te Oegstgeest
deelgenomen aan een maaltijd van énkele
harer Leidsche jaargenooten-studenten.
Na den maaltijd is de Prinses per auto
naar Het Loo vertrokken.
Minister Colijn geeft richtlijnen
aan.
De minister van Koloniën heeft aan
de beide Kamers der Staten-Generaal'
een exposé doen toekomen, waarin
richtlijnen worden aangegeven voor de
economische samenwerking tusschen
Nederland en Indië. Wij ontleenen daar
aan het volgende:
Na het eerste, thans als afgesloten te
beschouwen experimenteeïe stadium,
behoort de samenwerking niet langer
incidenteel, doch zooveel mogelijk stel
selmatig te geschieden, waarbij de we-
derzijdsche prestaties in een algemeen
kader worden ingepast.
Wederzijdsche steun.
De door Nederland aait Indië te ver-
leenen economische steun bestaat hoofd
zakelijk uit handelspolitieke en clearing-
hulp, die moeilijk in geld te waardeeren
is. Directe steun aan den afzet van In
dische producten in Nederland is slechts
in beperkte mate mogelijk. De verdere
mogelijkheden ten dezen dienen niette
min van weerszijden nog nader te wor
den onderzocht en, waar het kan, be
nut.
Het beleid ten aanzien van de han
delspolitieke betrekkingen met het bui
tenland dient, voor zoover daarbij bei
de g'ebiedsdeelen betrokken zijn, te ge
schieden op grondslag der rijkseenheid
en in nauwe samenwerking der betrok
ken departementen. Waar Indië in vele
gevallen niet in staat is om door eigen
prestaties zijn exporten naar het buiten
land in voldoende mate te verdedigen,
dient het moederland deze verdediging
naar vermogen voor zijn rekening te ne
men,
De door Indië aan Nederland te ver-
leenen hulp bestaat noodzakelijkerwijze
in hoofdzaak uit bevordering van den
invoer uit Nederland.
De afstand tusschen het Nederland-
sche en het Ned.-Indische prijspeil (Ne
derland is duurder) is ook bij krachtige
aanpassing echter zoo groot, dat het
noodzakelijk is, dat de prijzen zoo laag
worden als de Nederlandsche verhou
dingen dit maar veroorloven. Nederland
dient hiertoe de noodig'e maatregelen te
nemen en te bevorderen, dat de Neder
landsche industrie actieve voeling met
de Indische markt onderhoudt.
De belangen der Nederlandsche in
gebruikte. Maar natuurlijk hield hij zijn
mond.
„De arme kerel was vermoedelijk ie
mand van den geheimen dienst of iets
dergelijks", merkte hij onverschillig op.
„Er is nog iets geheimzinnigs met
een actentasch", merkte Power nu op.
,Bij zon aankomst hier gaf hij haar af
aan het bureau om in de safe te bergen.-
De politie heeft de tasch geopend en
alles wat zij vond waren een paar haar
borstels en een exemplaar van de Pa-
rijsche -Gaulois van gisteren. Die tasch
diende natuurlijk voor het opbergen van
belangrijke documenten".
Power gaf zijn theorieën ten beste.
„Toen de tasch in bewaring werd ge
geven, waren de documenten er niet in,
want zij konden er natuurlijk niet uit
genomen zijn toen de tasch in de safe
lag. Zij moeten er dus door Madden zijn
uitgenomen".
Gerald Danecourt vervolgde: „En öf
hij gaf ze onderweg af aan iemand, die
hij kon vertrouwen öf hij nam ze mede
naar zijn slaapkamer en werden zij me
degenomen door de moordenares".
De Amerikaan mengde zich thans weer
in het gesprek. Ik geloof, dat hij, zoo
als ik reeds zeide, een geheim agent
was. Maar wat mij verbaast, is dit Men
kon dadelijk zien, dat hij een vreemde
ling was. Dat kon ieder opmerken zon
der zijn accent gehoord te hebben.
Waarom nam hij dan Engelsche namen
aan als Lomax en....
Danecourt schudde zijn hoofd Hij had
dustrie mogen er intusschen niet toe
leiden dat de voor Indië onder de hui
dige omstandigheden noodzakelijke in
dustrialisatie wordt tegengegaan al zal
bij de ontwikkeling der Indische indu
strie ook op de belangen der Moeder-
landsche nijverheid gelet worden. Dit
laatste geldt ook wanneer een alge-
meene invoerbeperking noodig wordt
wegens stijgende Indische productie
Er dient wederzijds gestreefd te wor
den naar het vermijden van wrijvings
vlakken tusschen Indische en Neder
landsche bedrijfstakken. Hiertoe kun
nen o.m. Nederlandsche industrieele be
leggingen in Indië bijdragen.
Hoop op een bevredigende re
geling van alle andere econo
mische kwesties.
Zooals bekend is, zijn de Java-China
Japan-lijn en de Nanyo Kaishin Kabusi
ki") reeds geruimen tijd in onderhande
ling, teneinde te geraken tot een geza
menlijke scheepvaartovereenkomst. Door
deze overeenkomst zal de scha
delijke concurrentie-strijd die begon
sedert het laatste contract in Juni 1935
werd geëindigd, ophouden,
Wij vernemen, dat de gezamenlijke
pogingen met succes zijn bekroond en
dat dezer dagen een overeenkomst is
aangegaan, die voor beide maatschap
pijen geheel bevredigend is.
De omstandigheid, dat thans de
scheepvaart-kwestie op zoo'n vriend
schappelijke wijze is opgelost, opent de
mogelijkheid van een verder vorderen
van de besprekingen tusschen de Ja-
pansche regeering en de regeering van
Ned.-Indië over diverse andere onder
werpen, die regeling behoeven. Men
hoopt ernstig dat deze zaken spoedig
tot goede oplossing zullen worden ge
bracht door besprekingen, die thans, na
onderteekening' der scheepvaart-over
eenkomst, zonder verdere vertraging
kunnen worden hervat.
De Nanyo Kaishin Kabusiki is de
groote vereenigde Japansche scheep
vaart-maatschappij, die ontstond uit een
fusie van de Nippon Yusen Kaisha de
Nanyo Kabusiki en andere scheep
vaart-maatschappijen.
Gister vond de eind-vergadering
plaats van het algemeen comité van hef
Nationaal Crisis-comité, waarin aange
nomen werd het voorstel van de finan
cieele commissie om de rekening en ver
antwoording' overeenkomstig het rap
port van den accountant goed te keuren.
Nadat de voorzitter had medegedeeld
dat het H.M. de Koningin behaagd had
mr. E. E). Menten, lid-penningmeester
van het Nationaal Crisis-comité te be
noemen tot ridder in de orde van den
Nederlandschen Leeuw en den heer H.
J. Vooren, oudste firmant van het ac
countantskantoor H. J, Vooren te 's Gra-
venhage, tot officier in de orde van
Oranje-Nassau, werd door den voorzit
ter een slotwoord gesproken, waarna
ook door de eere-voorzitster H, K.H.
Prinses Juliana de aanwezige leden wer
den toegesproken.
De heer D. Hans voorz. van den Ned.
Journalistenkring' die als vertegen
woordiger van de pers de slotvergade
ring heeft bijgewoond, schrijft ons nog
het volgende:
Het was een korte en eenvoudige
vergadering, maar er mag zeer zeker 'n
woord aan worden gewijd, Want hier
werd een werk beëindigd, waaraan ver
een goede verklaring daarvoor kunnen
geven. Het was een van Salcedo's kleine
ijdelheden, dat hij vreemde talen vol
maakt sprak. Hij was in het geheel zeer
trotsch op zijn kennis van de Engelsche
taal. Meer dan eens had hij er op ge
pocht, dat hij overal voor een Eng'elsch-
man kon doorgaan en Gerald was te
beleefd geweest om hem die illusie te
ontnemen.
De lunch was geëindigd en Danecourt
stond op. Mijne heeren, goedendag'
Het is een interessant geval en het
beursje is zeer zeker een aanwijzing. De
politie moet in staat zijn om spoedig de
hand te leggen op de eigenares".
Om vier uur 's middags zat hij in zijn
kamer in Brown's Hotel te wachten op
het bellen van de telefoon.
Dat geluid deed zich spoedig hooren
en hij herkende onmiddellijk de stem
van de dame, aan wie hij eenigen uren
geleden een telegram zond.
„Het speet mij, dat ik niet op den af
gesproken tijd kon komen" zeide hij,
Ik wilde nog eenige uren in de stad
blijven in de hoop verdere bijzonderhe
den te hooren".
„En heeft u nog' iets gehoord?" vroeg
de stem aan de andere zijde.
„Niet veel, alleen een kleinigheid die
overeenstemt met mijn veripoedens".
Nadat was afgesproken, dat hij den
eerstvertrekkenden trein naar Brighton
zou nemen, werd het gesprek afgebro
ken.
Het was etenstijd toen hij daar aan
scheidenen gedurende 4)4 jaar onafge
broken en belangeloos hun beste krach
ten hebben gewijd, en in een tijd als dien
wij beleven, waarin zooveel gesmaald
wordt op allerlei „bonzen", mag dat
feit wel eens dankbaar in het licht wor
den gesteld.
Als men spreekt van namen, aan den
arbeid van het nationaal crisis-comité
verbonden, moet allereerst die van
Prinses Juliana worden genoemd. En
waarlijk niet als decorum of als een
vormelijke hoffelijkheid. Ing'ewijden we
ten, hoe zij zich met hart en riel en met
heel haar volle en warme belangstelling
aan dit werk heeft gegeven.
Levendig staat ons nog het oogenblik
in het najaar van 1931 voor den geest,
hoe zij van alle kanten door het
■scherpe licht der radio- en fototoestel
len beschenen op zoo rustige en in
nemende wijze de installatie-rede uit
sprak en daarmede den arbeid van het
comité opende. Thans heeft zij, even
eens met een toespraak dien arbeid be
sloten.
Nadat verschillende redevoeringen
waren uitgesproken, vroeg aan het eind
der bijeenkomst de Prinses het woord.
Zij hield niet wat men noemt een *,of-
ficieele" rede, waarmee zij ter verga
dering was gekomen; neen, tijdens de
bijeenkomst had zij eenige aanteekenin-
gen gemaakt en daarop bouwde zij een
ongekunstelde, hartelijke en goedgestel-
de toespraak, waarin zij den voorzitter
huldigde voor zijn arbeid („U hebt niet
over u zelf kunnen spreken, daarom doe
ik het", aldus de Prinses). En waarin
zij vervolgens alle leden en het gehee-
le Nederlandsche volk bedankte voor
den steun, aan het Crisis-comité ver
leend.
Tusschen die twee toespraken van
de Prinses in, die in de eerste en die
in de laatste vergadering, liggen 414
jaar, waarin zij onafgebroken haar volle
en actieve en daadwerkelijke, belang
stelling" toonde. De vergaderingen van
het .algemeen comité woonde zij van be
gin tot eind bij en tal van andere bij
eenkomsten van de kleinere werk-co-
mité's ook. Herhaaldelijk verscheen zij
in het gebouw aan den Kneuterdijk, om
zich van den stand der werkzaamheden
op de hoogte te stellen.
De voorzitter heeft haar in de slot
vergadering een fraaie legpenning als
herinnering aan dezen arbeid overhan
digd, waarop, aan de eene zijde, haar
welgelijkende beeltenis prijkt, door J.
C. Wienecke gesneden. Aan alle leden
is eveneens een exemplaar van dezen
penning uitgereikt.
En toen heeft een h.amertik een eind
gemaakt aan een nuttigen en liefdevol-
jen arbeid, die voor velen in moeilijke
dagen een hulp is geweest, een waaraan
de Prinses van Oranje haar naam, haar
toewijding en b.aar steun verleende
haar steun ook in materieelen zin, want
(dit mag ten besluite wel worden me
degedeeld) er waren jaren, dat de Prin
ses de toelage, welke zij volgens de
grondwet geniet, vrijwel geheel aan het
nationaal crisis-comité afstond. Zoo
ging Oranje voor,
DE SLAGERS TEGEN HET
OPKOOPEN VAN VARKENS VAN
REGEERINGSWEGE.
In verband met het voornemen der
regeering om varkens uit de markt te
nemen (per week 3000 situks) welke
varkens tot gehakt voor de werk'ioozen
verwerkt zullen worden, hebben de be
sturen van den Nederlandschen slagers-
bond en den r. k. Hanzebond van sla
gerspatroons gemeend tegen een derge
lijk voornemen ernstige bezwaren te
moeten indienen en navolgende tele
grammen te moeten verzenden resp.
aan den minister van landbouw en van
sociale zaken.
kwam. Zijn dischgenoote van den vori-
gen avond wachtte hem op,
„Ik geloof, dat ik ondoordacht heb
gehandeld door u te vragen om op dit
uur hier te komen", zeide zij, terwijl zij
hem met een lieve glimlach begroette.
„Maar ik was erg verlangend om met u
alles te bepraten. De brave F^x Sal
cedo was zulk een goed vriend van ons
allen. Hoe wilt u? Wilt u eerst dineeren
en mij daarna ontmoeten? Het zou na
tuurlijk te gevaarlijk voor u zijn om in
Hotel Bristol te komen. Niemand zal mij
waarschijnlijk herkennen, maar wat u
betreft ben ik daarvan niet zeker".
Danecourt zeide haar, dat hij geheel
ter harer beschikking was en na eenige
aarzeling g'af zij te kennen, dat naar
haar meening een diner nu een zaak was
van te ondergeschikt belang,
„Ik kan iets eten als ik weer thuis
kom", zeide zij, „en er zijn hier in
Brighton vele gelegenheden, waar u
kunt gaan eten als wij afscheid van el
kaar hebben genomen. Laten wij naar
Hove wandelen. Als wij daar zijn, zit
iedereen aan tafel en zullen wij volmaakt
veilig zijn".
„Gelooft u niet dat Freule von Salz-
berg ongerust zal worden?" vroeg hij
belangstellend.
Zij glimlachte met dien lieven lach
die haar zoo aantrekkelijk maakte en
hem in vuur deed geraken.
„Heelemaal niet. Ik ben ook een hal
ve diplomaat. U heeft mij voorzichtig
heid geleerd. Ik heb haar gezegd, dat
„De besturen van den Ned. Slagers-
bond en den r. k. Hanzebond van sla
gerspatroons, kennis genomen hebben
de van de plannen der regeering om
varkens uit de markt te doen nemen en
tot gehakt te laten verwerken, advisee-
ren U. E. met aandrang aan dit plan
geen uitvoering te geven, wijl de po
sitie van de varkensmarkt reeds bete
rende is en het ingrijpen der regeering
ontwrichtend zou werken.
De varkenshouderij is alleen gebaat
bij opheffing der crisisheffing op var-
kensvleesch. Dit is en in het belang van
den boer en in dat van den consument
en van het noodlijdend slagersbedrijr,
terwijl voor vleeschverstrekking aan de
werkloozen andere en veel minder kost
bare middelen, zooals de distributie van
versch vleesch, openstaat".
MERRIEKEURING TE KORTGENE-
Dinsdag werd alhier de keuring voor
merries gehouden. De uitslag is als
volgt:
2-jarige merries: I Elza 'van Ronde
Putten. Eig. J. C. J. van de Velde, Kam
perland. 2. Hella, Gebr. van de Linde,
Kortgene; 3. Lupine, Corn. Vogelaar,
Kortgene; 4. Calista; J. C. J. van de
Velde, Kamperland, 5 Julia, Gebr, van
de Linde, Kortgene. 6. Willy, M. H.
Noordhoek, Kats. 7. Meta J. M, en P.
Wiskerke, Kortgene.
3-jarige merries kleine maat: 1. Mina,
Gebr. Wiskerke, Kortgene; 2. Gerda
van Orange, Joh. Vogelaar, Kortgene;
3. Elza van Orange, Joh. Vogelaar,
Kortgene; 4 Cora Iz. van Maldeg'em,
Kortgene.
3-jarige merries groote maat: 1 Mies
Gebr. van de Linde, Kortgene; 2. Her
mine, P. D. Remijnse, Kamperland; 3.
Lies, Gebr. van de Linde, Kortgene.
4-jarige merries kleine maat: 1 Olga
van Duboishoeve, J. C. J. van de Velde,
Kamperland.
4-jarige merries groote maat: 1. Doya
Cj. de Kam, Wissenkerke; 2. Nelly
Gebr. van de Linde, Kortgene. 3. Leer
tje Gebr. Leendertse, Kamperland. 4.
Marie Gebr. Leendertse, Kamperland.
Vijf tot tienjarige merries kleine maat
1 Lizette H. van der Maas, Kats; 2. Ma
rie A. M. van Nieuwenhuyzen, Kamper
land, 3 Meta Gebr. van der Linde, Kort
gene. 4 Palmyre, Gebr. Leendertse,
Kamperland. 5. Ida A_. M. van Nieuwen
huyzen, Kamperland. 6 Emma. A. van
Nieuwenhuyzen, Kamperland. 7. Fanny
de Masnuy, P. D. Remynse, Kamper
land.
5 tot 10 jarige merries groote maat: 1
Elza, Gebr. van de Linde, Kortgene. 2.
Dora Gebr. van de Linde, Kortgene, 3.
Nora Gebr. van de Linde, Kortgene, 4.
Esporia, C. J. de Kam, Wissenkerke.
H3S
(Ingez. Med.)
zij niet op mij behoefde te wachten, dat
ik u zou ontmoeten en dat ik niet kon
zèg'gen waar wij heengingen. Zoolang ik
binnen behoorlijken tijd thuis ben, zal
zij geen omroeper te hulp nemen".
Zij wandelden langzaam naar Hove
Zooals miss Bettini had vermoed, ont
moetten zij geen bekenden. Zij gingen
op een bank zitten en begonnen te spre
ken over de gebeurtenissen die hen
beiden zoo had aangegrepen.
„Arme, goede Salcedo!" mompelde
zij, „uw bericht gaf mij een vreesélijken
schok. Hij was zoo'n trouw vriend van
mijn vader. De laatste keer dat ik hem
sprak in Vanina, en dat is nog maar
veertien dagen geleden, gaf hij mij nog
bewijzen van zijn verknochtheid. Vertel
mij nu eens alles, ik ben daar zoo ver
langend naar. IJ heeft er natuurlijk veel
over nagedacht. Hoe denkt u over deze
zaak?"
Hij vertelde haar alles wat hij had ge
hoord van Vincent Power, van het vin
den van het beursje en van het openen
van de tasch.
„Eenig'e dingen zij mij duidelijk" be
sloot hij, „Salcedo had de papieren bij
zich, toen hij op reis ging zij waren niet
in de tasch, toen hij die in bewaring
gaf, zij zijn dus niet in het kantoor van
het hotel gesloten".
„Indien hij de documenten mede heeft
genomen naar zijn kamer, dan zijn zij
natuurlijk gestolen^ door den moorde
naar", merkte miss Zita op.
mw: (Wordt Vervolgd!