85 dt. p. fêes Prinses Zita. KRONIEK van den DAG. BINNENLAND. U&N9B01JW* TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE COURANT) VAN WOENSDAG 10 JUNI 1936. No. 135. DE POLITIEKE WILDERNIS IN HET HEMELSCHE RIJK. PRINSES JULIANA. Nederland en Indië moeten stel selmatig samenwerken. Een overeenkomst inzake de scheepvaart met Japan. Hef einde van het Nationaal Crisis-Comité. Oranje ging voor! cteZLU/rugsfe ckbesfe In China gebeuren den laatsten tijd weer rare dingen. De zuidelijke provin cies met de stad Kanton als centrum zijn in beweging gekomen tegen het Japan- sche geweld. Te Kanton is een regeering gevestigd, die feitelijk de lakens in het zuiden des lands uitdeelt. De centrale regeering te Nanking heeft hier niet veel in te brengen. In naam oefent ze welis waar het gezag over geheel China uit, maar in de praktijk hapert daar wel wat aan. Van een eenheid is in het Hemel- sche Rijk nog steeds geen sprake. Niet alleen het zuiden treekt zich weinig van de regeering te Nanking aan, alle ver van dat centrum gelegen provincies voe ren een politiek op eigen houtje. De wes telijke (ver het Aziatisch binnenland in) staan goeddeels onder communistisch re gime, de noordelijke (tegen Mantsjoerije aan gelegen) dansen naar het pijpen van de Japanners. De machthebbers te Kanton zijn altijd veel grimmiger tegen de Japanners ge stemd geweest dan die te Nanking, De Nanking-regeering (met generaal Tsang- kai-sjek als dictator achter de schermen) heeft zich nimmer in ernst tegen Japan verzet. Zelfs toen een jaar of wat gele den een deel van Sjanhai, waar een an- ti-Japansche beweging ontketend was, werd platgeschoten, bleven de heeren te Nanking rustig toezien. De.militaire te genweer ging daar louter uit van plaat selijke potentaten. Een van beiden: Nan king voelt 'zich niet in staat, om ook maar in geringe mate het hoofd aan de Japanners te bieden, of het speculeert op een toekomstige samenwerking met Tokio tegen de westelijke mogendheden. Een voornaam deel van hei mondige Chineesche volk haat Japan echter. Het zal de Nanking-regeering, mocht ze dit inderdaad willen, niet gemakkelijk val len de publieke opinie pro-Japansch te maken. Wat Kanton de laatste dagen heeft gepresteerd, kan dat bevestigen, Kanton heeft een paar legers op de been gebracht, die reeds naar de grenzen van het gebied, waar de Kantonneezen ge acht worden, de lakens uit te deelen, zouden zijn gedirigeerd.. De bedoeling is, ze nog verder te laten oprukken, geheel naar het noorden, om den Japanners den voet dwars te zetten. Blijkbaar had Kan ton gehoopt, dat Nanking door deze spontane daad aangestoken zou wor den en mee zou gaan doen. Dat is dan een misrekening gebleken. Nanking heeft geen vin verroerd: alleen zou het te kennen hebben gegeven tegen de. Katonneesche troepen in het geweer te- zullen komen, indien deze niet halt hiel den. Vermoedelijk hebben ze dat gedaan. Van een treffen is tenminste nog niets gemeld. Hoe de situatie er voor 't overige uitziet, valt echter niet te zeg gen. Waar de Kantonneesche legers pre cies liggen en wat ze in de naaste toe komst willen uithalen, daaromtrent tast men volkomen in het duister. Een tref fen tusschen noord en zuid, m.a.w. een nieuwe burgeroorlog in China, zou den Japanners natuurlijk een schoone gele genheid bieden, om weer een stuk van het Hemelsche Rijk „onafhankelijk" te maken. Ze zijn daar trouwens de laatste we ken telkens mee bezig geweest. De noor delijkste provincies aan Mantsjoekwo en Mongolië grenzende, waar ze reeds heel wat te vertellen hebben, moeten zelf bestuur erlangen. De Japanners zullen ze dan wel een handje bij dat zelfbestuur helpen. Deze bemoeiingen waren het, die Kanton in beweging hebben gebracht Volgens Kanton is het nu mooi genoeg. Het moet nu eens uit zijn met de Japan- sche occupatie. Vertoogen maken geen indruk op Tokio. Dan er maar op los staan. Dat slaan zal echter averechtsche door WILLIAM LE QUEUX. 4). - Danecourt vond dat zeer vreemd. Hij wist, dat Salcedo of Madden zeker twee keeren g'edurende de laatste drie jaren in Hotel Majestic had gelogeerd Maar hij herinnerde zich ook, dat zijn voorko men bij die gelegenheid verschilde met thans. Toen had hij een glad .geschoren gezicht. Bij de laatste ontmoeting in Slavonië droeg hij een baard en een knevel. „Mijnheer hier is vrij zeker, dat hij denzelfden man vijf jaren geleden -n Palermo heeft ontmoet, hij noemde zich toen Lomax", merkte Power op, terwijl hij naar den Amerikaan wees. „Het was vast en zeker dezelfde" be vestigde de Amerikaan, „Ik was daar toen eenige dagen in zijn gezelschap en ik heb hem onmiddellijk herkend en hij begreep ook wel, dat ik zeker van mijn zaak was, toen ik hem gisteren aan sprak. Hij probeerde om mij te overbluf fen door te vertellen, dat hij Madden heette, maar dat deed hij niet handig en hij ging er van door zoo gauw hij kon". Danecourt wist dat deze man de waarheid sprak. Lomax was ook een van de schuilnamen, die hij meermalen uitwerking hebben, als Nanking niet mee wil doen, of nog erger van zins mocht blijken den verkeerden kant, dien naar Kanton, uit te slaan. Dat is te eerder mogelijk, aangezien het de Nankingsche machthebbers al heel lang heeft gesto ken, dat Kanton zich zoo weinig van hun „centrale" gezag aantrekt. Men hoort veronderstellen, dat aller hande binnenlandsche factoren, in 't bij zonder dan financieele, ook nog een rol in de aangelegenheid spelen. Kanton zou heel slecht te spreken zijn over de finan cieele politiek van Nanking en daarom met zijn anti-Japansche beweging heime lijk ook een omverwerping der Nanking sche regeering beoogen. In China is heel veel mogelijk. Maar Japan heeft weer heel veel kans ten slotte de lachende derde te zullen wor den. H,. K, H. Prinses Juliana heeft gister avond in café Beukenhof te Oegstgeest deelgenomen aan een maaltijd van énkele harer Leidsche jaargenooten-studenten. Na den maaltijd is de Prinses per auto naar Het Loo vertrokken. Minister Colijn geeft richtlijnen aan. De minister van Koloniën heeft aan de beide Kamers der Staten-Generaal' een exposé doen toekomen, waarin richtlijnen worden aangegeven voor de economische samenwerking tusschen Nederland en Indië. Wij ontleenen daar aan het volgende: Na het eerste, thans als afgesloten te beschouwen experimenteeïe stadium, behoort de samenwerking niet langer incidenteel, doch zooveel mogelijk stel selmatig te geschieden, waarbij de we- derzijdsche prestaties in een algemeen kader worden ingepast. Wederzijdsche steun. De door Nederland aait Indië te ver- leenen economische steun bestaat hoofd zakelijk uit handelspolitieke en clearing- hulp, die moeilijk in geld te waardeeren is. Directe steun aan den afzet van In dische producten in Nederland is slechts in beperkte mate mogelijk. De verdere mogelijkheden ten dezen dienen niette min van weerszijden nog nader te wor den onderzocht en, waar het kan, be nut. Het beleid ten aanzien van de han delspolitieke betrekkingen met het bui tenland dient, voor zoover daarbij bei de g'ebiedsdeelen betrokken zijn, te ge schieden op grondslag der rijkseenheid en in nauwe samenwerking der betrok ken departementen. Waar Indië in vele gevallen niet in staat is om door eigen prestaties zijn exporten naar het buiten land in voldoende mate te verdedigen, dient het moederland deze verdediging naar vermogen voor zijn rekening te ne men, De door Indië aan Nederland te ver- leenen hulp bestaat noodzakelijkerwijze in hoofdzaak uit bevordering van den invoer uit Nederland. De afstand tusschen het Nederland- sche en het Ned.-Indische prijspeil (Ne derland is duurder) is ook bij krachtige aanpassing echter zoo groot, dat het noodzakelijk is, dat de prijzen zoo laag worden als de Nederlandsche verhou dingen dit maar veroorloven. Nederland dient hiertoe de noodig'e maatregelen te nemen en te bevorderen, dat de Neder landsche industrie actieve voeling met de Indische markt onderhoudt. De belangen der Nederlandsche in gebruikte. Maar natuurlijk hield hij zijn mond. „De arme kerel was vermoedelijk ie mand van den geheimen dienst of iets dergelijks", merkte hij onverschillig op. „Er is nog iets geheimzinnigs met een actentasch", merkte Power nu op. ,Bij zon aankomst hier gaf hij haar af aan het bureau om in de safe te bergen.- De politie heeft de tasch geopend en alles wat zij vond waren een paar haar borstels en een exemplaar van de Pa- rijsche -Gaulois van gisteren. Die tasch diende natuurlijk voor het opbergen van belangrijke documenten". Power gaf zijn theorieën ten beste. „Toen de tasch in bewaring werd ge geven, waren de documenten er niet in, want zij konden er natuurlijk niet uit genomen zijn toen de tasch in de safe lag. Zij moeten er dus door Madden zijn uitgenomen". Gerald Danecourt vervolgde: „En öf hij gaf ze onderweg af aan iemand, die hij kon vertrouwen öf hij nam ze mede naar zijn slaapkamer en werden zij me degenomen door de moordenares". De Amerikaan mengde zich thans weer in het gesprek. Ik geloof, dat hij, zoo als ik reeds zeide, een geheim agent was. Maar wat mij verbaast, is dit Men kon dadelijk zien, dat hij een vreemde ling was. Dat kon ieder opmerken zon der zijn accent gehoord te hebben. Waarom nam hij dan Engelsche namen aan als Lomax en.... Danecourt schudde zijn hoofd Hij had dustrie mogen er intusschen niet toe leiden dat de voor Indië onder de hui dige omstandigheden noodzakelijke in dustrialisatie wordt tegengegaan al zal bij de ontwikkeling der Indische indu strie ook op de belangen der Moeder- landsche nijverheid gelet worden. Dit laatste geldt ook wanneer een alge- meene invoerbeperking noodig wordt wegens stijgende Indische productie Er dient wederzijds gestreefd te wor den naar het vermijden van wrijvings vlakken tusschen Indische en Neder landsche bedrijfstakken. Hiertoe kun nen o.m. Nederlandsche industrieele be leggingen in Indië bijdragen. Hoop op een bevredigende re geling van alle andere econo mische kwesties. Zooals bekend is, zijn de Java-China Japan-lijn en de Nanyo Kaishin Kabusi ki") reeds geruimen tijd in onderhande ling, teneinde te geraken tot een geza menlijke scheepvaartovereenkomst. Door deze overeenkomst zal de scha delijke concurrentie-strijd die begon sedert het laatste contract in Juni 1935 werd geëindigd, ophouden, Wij vernemen, dat de gezamenlijke pogingen met succes zijn bekroond en dat dezer dagen een overeenkomst is aangegaan, die voor beide maatschap pijen geheel bevredigend is. De omstandigheid, dat thans de scheepvaart-kwestie op zoo'n vriend schappelijke wijze is opgelost, opent de mogelijkheid van een verder vorderen van de besprekingen tusschen de Ja- pansche regeering en de regeering van Ned.-Indië over diverse andere onder werpen, die regeling behoeven. Men hoopt ernstig dat deze zaken spoedig tot goede oplossing zullen worden ge bracht door besprekingen, die thans, na onderteekening' der scheepvaart-over eenkomst, zonder verdere vertraging kunnen worden hervat. De Nanyo Kaishin Kabusiki is de groote vereenigde Japansche scheep vaart-maatschappij, die ontstond uit een fusie van de Nippon Yusen Kaisha de Nanyo Kabusiki en andere scheep vaart-maatschappijen. Gister vond de eind-vergadering plaats van het algemeen comité van hef Nationaal Crisis-comité, waarin aange nomen werd het voorstel van de finan cieele commissie om de rekening en ver antwoording' overeenkomstig het rap port van den accountant goed te keuren. Nadat de voorzitter had medegedeeld dat het H.M. de Koningin behaagd had mr. E. E). Menten, lid-penningmeester van het Nationaal Crisis-comité te be noemen tot ridder in de orde van den Nederlandschen Leeuw en den heer H. J. Vooren, oudste firmant van het ac countantskantoor H. J, Vooren te 's Gra- venhage, tot officier in de orde van Oranje-Nassau, werd door den voorzit ter een slotwoord gesproken, waarna ook door de eere-voorzitster H, K.H. Prinses Juliana de aanwezige leden wer den toegesproken. De heer D. Hans voorz. van den Ned. Journalistenkring' die als vertegen woordiger van de pers de slotvergade ring heeft bijgewoond, schrijft ons nog het volgende: Het was een korte en eenvoudige vergadering, maar er mag zeer zeker 'n woord aan worden gewijd, Want hier werd een werk beëindigd, waaraan ver een goede verklaring daarvoor kunnen geven. Het was een van Salcedo's kleine ijdelheden, dat hij vreemde talen vol maakt sprak. Hij was in het geheel zeer trotsch op zijn kennis van de Engelsche taal. Meer dan eens had hij er op ge pocht, dat hij overal voor een Eng'elsch- man kon doorgaan en Gerald was te beleefd geweest om hem die illusie te ontnemen. De lunch was geëindigd en Danecourt stond op. Mijne heeren, goedendag' Het is een interessant geval en het beursje is zeer zeker een aanwijzing. De politie moet in staat zijn om spoedig de hand te leggen op de eigenares". Om vier uur 's middags zat hij in zijn kamer in Brown's Hotel te wachten op het bellen van de telefoon. Dat geluid deed zich spoedig hooren en hij herkende onmiddellijk de stem van de dame, aan wie hij eenigen uren geleden een telegram zond. „Het speet mij, dat ik niet op den af gesproken tijd kon komen" zeide hij, Ik wilde nog eenige uren in de stad blijven in de hoop verdere bijzonderhe den te hooren". „En heeft u nog' iets gehoord?" vroeg de stem aan de andere zijde. „Niet veel, alleen een kleinigheid die overeenstemt met mijn veripoedens". Nadat was afgesproken, dat hij den eerstvertrekkenden trein naar Brighton zou nemen, werd het gesprek afgebro ken. Het was etenstijd toen hij daar aan scheidenen gedurende 4)4 jaar onafge broken en belangeloos hun beste krach ten hebben gewijd, en in een tijd als dien wij beleven, waarin zooveel gesmaald wordt op allerlei „bonzen", mag dat feit wel eens dankbaar in het licht wor den gesteld. Als men spreekt van namen, aan den arbeid van het nationaal crisis-comité verbonden, moet allereerst die van Prinses Juliana worden genoemd. En waarlijk niet als decorum of als een vormelijke hoffelijkheid. Ing'ewijden we ten, hoe zij zich met hart en riel en met heel haar volle en warme belangstelling aan dit werk heeft gegeven. Levendig staat ons nog het oogenblik in het najaar van 1931 voor den geest, hoe zij van alle kanten door het ■scherpe licht der radio- en fototoestel len beschenen op zoo rustige en in nemende wijze de installatie-rede uit sprak en daarmede den arbeid van het comité opende. Thans heeft zij, even eens met een toespraak dien arbeid be sloten. Nadat verschillende redevoeringen waren uitgesproken, vroeg aan het eind der bijeenkomst de Prinses het woord. Zij hield niet wat men noemt een *,of- ficieele" rede, waarmee zij ter verga dering was gekomen; neen, tijdens de bijeenkomst had zij eenige aanteekenin- gen gemaakt en daarop bouwde zij een ongekunstelde, hartelijke en goedgestel- de toespraak, waarin zij den voorzitter huldigde voor zijn arbeid („U hebt niet over u zelf kunnen spreken, daarom doe ik het", aldus de Prinses). En waarin zij vervolgens alle leden en het gehee- le Nederlandsche volk bedankte voor den steun, aan het Crisis-comité ver leend. Tusschen die twee toespraken van de Prinses in, die in de eerste en die in de laatste vergadering, liggen 414 jaar, waarin zij onafgebroken haar volle en actieve en daadwerkelijke, belang stelling" toonde. De vergaderingen van het .algemeen comité woonde zij van be gin tot eind bij en tal van andere bij eenkomsten van de kleinere werk-co- mité's ook. Herhaaldelijk verscheen zij in het gebouw aan den Kneuterdijk, om zich van den stand der werkzaamheden op de hoogte te stellen. De voorzitter heeft haar in de slot vergadering een fraaie legpenning als herinnering aan dezen arbeid overhan digd, waarop, aan de eene zijde, haar welgelijkende beeltenis prijkt, door J. C. Wienecke gesneden. Aan alle leden is eveneens een exemplaar van dezen penning uitgereikt. En toen heeft een h.amertik een eind gemaakt aan een nuttigen en liefdevol- jen arbeid, die voor velen in moeilijke dagen een hulp is geweest, een waaraan de Prinses van Oranje haar naam, haar toewijding en b.aar steun verleende haar steun ook in materieelen zin, want (dit mag ten besluite wel worden me degedeeld) er waren jaren, dat de Prin ses de toelage, welke zij volgens de grondwet geniet, vrijwel geheel aan het nationaal crisis-comité afstond. Zoo ging Oranje voor, DE SLAGERS TEGEN HET OPKOOPEN VAN VARKENS VAN REGEERINGSWEGE. In verband met het voornemen der regeering om varkens uit de markt te nemen (per week 3000 situks) welke varkens tot gehakt voor de werk'ioozen verwerkt zullen worden, hebben de be sturen van den Nederlandschen slagers- bond en den r. k. Hanzebond van sla gerspatroons gemeend tegen een derge lijk voornemen ernstige bezwaren te moeten indienen en navolgende tele grammen te moeten verzenden resp. aan den minister van landbouw en van sociale zaken. kwam. Zijn dischgenoote van den vori- gen avond wachtte hem op, „Ik geloof, dat ik ondoordacht heb gehandeld door u te vragen om op dit uur hier te komen", zeide zij, terwijl zij hem met een lieve glimlach begroette. „Maar ik was erg verlangend om met u alles te bepraten. De brave F^x Sal cedo was zulk een goed vriend van ons allen. Hoe wilt u? Wilt u eerst dineeren en mij daarna ontmoeten? Het zou na tuurlijk te gevaarlijk voor u zijn om in Hotel Bristol te komen. Niemand zal mij waarschijnlijk herkennen, maar wat u betreft ben ik daarvan niet zeker". Danecourt zeide haar, dat hij geheel ter harer beschikking was en na eenige aarzeling g'af zij te kennen, dat naar haar meening een diner nu een zaak was van te ondergeschikt belang, „Ik kan iets eten als ik weer thuis kom", zeide zij, „en er zijn hier in Brighton vele gelegenheden, waar u kunt gaan eten als wij afscheid van el kaar hebben genomen. Laten wij naar Hove wandelen. Als wij daar zijn, zit iedereen aan tafel en zullen wij volmaakt veilig zijn". „Gelooft u niet dat Freule von Salz- berg ongerust zal worden?" vroeg hij belangstellend. Zij glimlachte met dien lieven lach die haar zoo aantrekkelijk maakte en hem in vuur deed geraken. „Heelemaal niet. Ik ben ook een hal ve diplomaat. U heeft mij voorzichtig heid geleerd. Ik heb haar gezegd, dat „De besturen van den Ned. Slagers- bond en den r. k. Hanzebond van sla gerspatroons, kennis genomen hebben de van de plannen der regeering om varkens uit de markt te doen nemen en tot gehakt te laten verwerken, advisee- ren U. E. met aandrang aan dit plan geen uitvoering te geven, wijl de po sitie van de varkensmarkt reeds bete rende is en het ingrijpen der regeering ontwrichtend zou werken. De varkenshouderij is alleen gebaat bij opheffing der crisisheffing op var- kensvleesch. Dit is en in het belang van den boer en in dat van den consument en van het noodlijdend slagersbedrijr, terwijl voor vleeschverstrekking aan de werkloozen andere en veel minder kost bare middelen, zooals de distributie van versch vleesch, openstaat". MERRIEKEURING TE KORTGENE- Dinsdag werd alhier de keuring voor merries gehouden. De uitslag is als volgt: 2-jarige merries: I Elza 'van Ronde Putten. Eig. J. C. J. van de Velde, Kam perland. 2. Hella, Gebr. van de Linde, Kortgene; 3. Lupine, Corn. Vogelaar, Kortgene; 4. Calista; J. C. J. van de Velde, Kamperland, 5 Julia, Gebr, van de Linde, Kortgene. 6. Willy, M. H. Noordhoek, Kats. 7. Meta J. M, en P. Wiskerke, Kortgene. 3-jarige merries kleine maat: 1. Mina, Gebr. Wiskerke, Kortgene; 2. Gerda van Orange, Joh. Vogelaar, Kortgene; 3. Elza van Orange, Joh. Vogelaar, Kortgene; 4 Cora Iz. van Maldeg'em, Kortgene. 3-jarige merries groote maat: 1 Mies Gebr. van de Linde, Kortgene; 2. Her mine, P. D. Remijnse, Kamperland; 3. Lies, Gebr. van de Linde, Kortgene. 4-jarige merries kleine maat: 1 Olga van Duboishoeve, J. C. J. van de Velde, Kamperland. 4-jarige merries groote maat: 1. Doya Cj. de Kam, Wissenkerke; 2. Nelly Gebr. van de Linde, Kortgene. 3. Leer tje Gebr. Leendertse, Kamperland. 4. Marie Gebr. Leendertse, Kamperland. Vijf tot tienjarige merries kleine maat 1 Lizette H. van der Maas, Kats; 2. Ma rie A. M. van Nieuwenhuyzen, Kamper land, 3 Meta Gebr. van der Linde, Kort gene. 4 Palmyre, Gebr. Leendertse, Kamperland. 5. Ida A_. M. van Nieuwen huyzen, Kamperland. 6 Emma. A. van Nieuwenhuyzen, Kamperland. 7. Fanny de Masnuy, P. D. Remynse, Kamper land. 5 tot 10 jarige merries groote maat: 1 Elza, Gebr. van de Linde, Kortgene. 2. Dora Gebr. van de Linde, Kortgene, 3. Nora Gebr. van de Linde, Kortgene, 4. Esporia, C. J. de Kam, Wissenkerke. H3S (Ingez. Med.) zij niet op mij behoefde te wachten, dat ik u zou ontmoeten en dat ik niet kon zèg'gen waar wij heengingen. Zoolang ik binnen behoorlijken tijd thuis ben, zal zij geen omroeper te hulp nemen". Zij wandelden langzaam naar Hove Zooals miss Bettini had vermoed, ont moetten zij geen bekenden. Zij gingen op een bank zitten en begonnen te spre ken over de gebeurtenissen die hen beiden zoo had aangegrepen. „Arme, goede Salcedo!" mompelde zij, „uw bericht gaf mij een vreesélijken schok. Hij was zoo'n trouw vriend van mijn vader. De laatste keer dat ik hem sprak in Vanina, en dat is nog maar veertien dagen geleden, gaf hij mij nog bewijzen van zijn verknochtheid. Vertel mij nu eens alles, ik ben daar zoo ver langend naar. IJ heeft er natuurlijk veel over nagedacht. Hoe denkt u over deze zaak?" Hij vertelde haar alles wat hij had ge hoord van Vincent Power, van het vin den van het beursje en van het openen van de tasch. „Eenig'e dingen zij mij duidelijk" be sloot hij, „Salcedo had de papieren bij zich, toen hij op reis ging zij waren niet in de tasch, toen hij die in bewaring gaf, zij zijn dus niet in het kantoor van het hotel gesloten". „Indien hij de documenten mede heeft genomen naar zijn kamer, dan zijn zij natuurlijk gestolen^ door den moorde naar", merkte miss Zita op. mw: (Wordt Vervolgd!

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1936 | | pagina 5