GOCSCHE COUDANT -
W.9dc
STOOMWASSCHERIJ „ZEELAND"
ZEELAND.
WEER EN WIND.
NUMMER 132.
DRIE BLADEN.
ZATERDAG
6 JUNI 1936.
EERSTE BLAD.
179e JAARGANG.
Der Fall Mannheimer.
Langevielesingel D 197 - Tel. 637
Tarief per kilo en per stuk.
MIDDELBURG.
VLISSINGEN.
WALCHEREN.
M DDELdUDGSCHE COURANT
kgblad Voor Middelburg, Goes en agent-
ickap Viissingen f 2.30, elders 2.50 per
i-wartaal Week-abonn. in Middelburg en
Goes 18 ct. p. w. Advertentiën 30 ct. per
regel, Ingez. mededeelingen 60 ct. p. r.
3ij contr. voor beide veel lager; tar. op aanvr.
L°ldl3
Uitgeefster Naamlooze Vennootschap „De Middeiburgsche Courant"; Bureaux Lange Sint Pieterstraat te Middelburg.
Telefoon Redactie 269, Administratie 139 Postrekening no. 43255 Kantoor te GOES; Turfkade, telefoon 17.
Aangesloten bij het Bureau voor Publiciteitsvvaar de der Vereeniging de Nederiandsche Dagbladpers.
Familieberichten en dankbetuigingen
regels 2.10, elke r. m. 30 ct. RlMé
„Kleine Advertentiën", ten hoogste 6 regel**
a 75 ct. bjj vooruitbetaling Adv. st^
„Brieven" of „Bevragen bureau deser soa-
rant" 10 ct. extra Bawgsnommers 5 «set
Tweederlei weegsteen... is den
Heere een grouwel" (Spr. 20-10)
Van twee pogingen tot naturalisatie
zij hier sprake. Het eene geval is ons
van nabij bekend, het andere uit cou
rant en geschrift. Het eene betreft
iemand, die onzes bedunkens Nederlan
der zou behooren te worden, en die het
niet kan worden het andere be
treft iemand, die het zeker naar onze
en veler meening niet zou behoo
ren te worden, en die er desalniettemin
in slagen zal zijn doel te bereiken, in
dien de Eerste Kamer wat wij als
nog van Harte hopen er geen stok
je voor steekt.
Het eenste geval vertellen wij hier
ter illustratie, zonder een naam te noe
men, en dus niet met de bepaalde be
doeling eenigen invloed uit te oefenen
al doet het ons om den betrokkene
leed het tweede betreft den interna
tionalen valuta-speculant dr. Mannhei
mer, wien de Nederiandsche regeering
ondanks velerlei geopperde bezwaren
het door hem heet-begeerde Neder_-
landsche staatsburgerschap met alle ge
weld wil verleenen, schoon er, op z'n
minst genomen, toch wel een luchtje
aan het geval schijnt te wezen.
Het eerste geval dan betreft een
Vlaming, die al meer dan twintig jaren
in Nederland woont, die onze taal als
zijn eigen taal spreekt, wijl wij immers
van eenen stam zijn. De betrokkene is
gehuwd met een Nederiandsche vrouw
nu, schoon Nederiandsche naar ha
ren aard gebleven door haar huwelijk
van Belgische nationaliteit geworden
en zijn kinderen zijn nu kleine Belgjes,
al weten ze niet eens waardit land
ergens ligt
Dit nu dunkt ons een typisch geval
voor naturalisatie, immers, de man die
geheel Nederlander is ge
worden, heeft zijn Belgische natio
naliteit, zijn feitelijke
burgerschap van den Belgischen staat,
geheel afgelegd en zoomin als bv. de
Nederiandsche staat er bijzonder prijs
op zal stellen een Nederlander, die vol
komen veramerikaanscht is, des
alniettemin en als het ware met geweld
het Nederlanderschap zelfs tegen zijn
zin te doen behouden, hem het ver
langde verkrijgen van het Amerikaan-
sche burgerrecht onmogelijk te maken,
zoo is omgekeerd, meenen wij, de
rechte zin der naturalisatie het moge
lijk te maken dat iemand, die f e i
t e 1 ij k Nederlander is geworden,
ook rechtens het Nederiandsche
staatsburgerschap met de rechten en
verplichtingen van dien verwerft.
De betrokkene heeft dat dan ook
willen bewerkstelligen. Hij verzekerde
zich van de hulp van een rechtsgeleer
de van uitstekenden naam, en hij zou
thans al Nederlander zijn.wanneer
de zaak niet op een futiliteitje gestrand
was. Hij was nl. in het grijs verleden
uit België weggetrokken en had daar
na niet aan een oproep tot het vervul
len van zijn dienstplicht voldaan, maar
daarvoor was hem later algeheele am
nestie verleend. Alles leek dus in orde,
maar er bleef toch nog een of ander
papiertje dat niet heelemaal aan alle
formeele eischen nauwkeurig voldeed
ende zoozeer gewenschte natura
lisatie ging niet door.
Wij weten niet precies wat dat eene
papiertje behelsde. Wij kunnen dus niet
beoordeelen hoe zwaar het misschien
wel woog. Maar het was naar eigen en
anderer oordeel heusch een klei
nigheid.
Het Nederiandsche staatsburgerschap
werd dezen man daardoor echter ont
houden.
Wij werpen ons hier niet op als pa
ladijn voor dezen ongenoemde, al be
treuren wij voor hem persoonlijk den
loop dezer dingen, maar wij halen dit
geval slechts ,aan om te doen zien, dat
er geen strootje aan een naturalisatie
in den weg mag liggen, of 't loopt mis,
Tenzij: men internationaal valuta
speculant v/an groot formaat is. Dan
schijnt het anders te kunnen.
Wij hadden al eens uitvoerige gege
vens over de aanstaande naturalisatie
van zekeren heer Mannheimer gevon
den in een eenigerm,ate obscuur blaad
je, hetwelk door een der kleinere fas
cistische groepen in Nederland wordt
uitgegeven, „Zwart front" geheeten.
Maar op elke dagbladredactie komen
zooveel pamfletten van soortgelijken
aard binnen dat, ,al is het niet te eenen-
male uitgesloten dat er eens een enkele
maal voor een oprecht goede zaak het
pleit gevoerd wordt, de voorzichtigheid
toch eischt, en de ervaring bevestigt,
dat het beter is zich niet al te prompt
voor al de karretjes dier onderscheide
ne rechtv,aardigheids-voorvechters te
spannen.
Thans echter ontvangen wij een wel
geschreven, rustig en zakelijk gesteld,
maar dermate ernstig requisitoir in
deze zelfde affaire, uitgaande van den
Raad van bestuur v,an de Nationale
Unie, en geschreven door jhr. R. Groe-
ninx van Zoelen, dat het ons nu toch
wel zaak lijkt iets meer bekendheid
aan deze affaire te geven opdat wel-
icht een steentje bijgedragen moge wor
den tot het opwerpen van de barricade,
welke dezen raren snoeshaan den weg
naar het Nederiandsche staatsburger
schap, naar wij hopen, zal versperren.
Doel van het geschriftje in quaestie
is.... „te waarschuwen tegen een on
middellijk dreigend gevaar: de verhef
fing van Mannheimer tot financieel ge
volmachtigde der [Nederiandsche] re-
geering"
De Raad van Bestuur der N. U. be
schuldigt onze regeering er onomwon
den van, het naturalisatie-dossier van
den heer Mannheimer „geflatteerd" te
hebben door alles er uit te verwijde
ren. „wat niet bewezen was"
Het geschriftje van de N, U„ ge
grondvest op een in Nederland en in
het buitensland klaarblijkelijk aan
goede en belangrijke bronnen gevoer
de eigen enquête, beoogt nu den leden
der Eerste Kamer de aanvullende bij
zonderheden te geven, die pas een
volledig beeld van dezen adspi-
rant-Nederlander kunnen geven. Door
deze enquête is volgens de N. U.
en zij maakt dat in het geschriftje wel
zeer .aannemelijk! komen vast te
«taan, dat:
le. Mannheimer een beroepsspeculant
in valuta is;
2e. Op betrouwbaarheid tegenover
zijn lastgevers en medewerkers geen
staat kan worden gemaakt;
3e. Hij in het verleden op verschillen
de wijzen de „Nederiandsche volkshuis
houding ernstig benadeeld heeft.
Het gaat niet aan hier zelfs maar
in het kort aan te geven, welke bewijs
gronden voor deze stellingen het ge
schriftje aanvoert, nog minder, ze cri-
tisch te beschouwen. Daarom slechts
enkele notities. De eerste paragraaf
schetst Mannheimers werkzaamheid in
Duitschland: hij werd toen al gauw bui-
tenlandsch agent van de Duitsche
Reichsbank te Amsterdam. In die of-
ficieele vertrouwensfunctie scharrelde
hij zich in Amsterdam, in 2Vi jaar tijds,
'n particulier vermogen van 150,000,000
mark bijeen gegevens ontleend aan
een interpellatie in den Rijksdag. Ge
durende den wereldoorlog was Mannhei
mer fiscaal vertegenwoordiger van
's Rijks schatkist) van den Duitschen
spionnagedienst te Amsterdam. In den
breede wordt Mannheimers werkzaam
heid voor het Duitsche rijk geschetst
(vóór is ook wel eens tegen
hier!) om dan in paragraaf II zijn optre
den in Frankrijk aan een beschouwing
te onderwerpen. Aan een maaltijd te
Weenen stelt Mannheimer zijn dischge-
noot Bérat voor: „Laten we een aanval'
op den Franschen franc doen dat
kan nooit missen." Noteeren we hierbij
de Nederiandsche regeering wil
Mannheimer naturaliseeren omdat hij
den laatsten tijd steun heeft verleend
bij de aanvallen op onzen gulden
dat Frankrijk óók een provisorisch-natu-
ralisatie-aanzoek van Mannheimer ge
had moet hebben, doch dat men hem
daar weigerde!
Mr. Franklin Bouillon sprak in de
Fransche Kamer openlijk van „specu
lanten, van zinsFrankrijk te ruï
neeren een afschuwelijke campagne
vanprofessionals"„een man,
op wien de aandacht zich vestigde door
zijn abominabel verfoeilijk) gedrag
tijdens den eersten aanv,al op den
Iranc".... „die louche ^verdachte,
slinksche) bankier, Mannheimer gehee
ten, wiens herkomst niet precies be
kend is"„hoe is het mogelijk
dat men zich richt tot lieden van zoo
danig allooi".... etc.
Een derde paragraaf van het boekje
behandelt Mannheimers zaken dan in
Verootmoediging is een voorwaarde
tot zelfkennis.
Verootmoediging maakt den mensch
tot iemand, die weet te moeten ont
vangen om zoo alleen te kunnen ge
ven.
Nederland. Ter weerlegging van de aan
tijging, dat de oppositie tegen Mannhei
mers naturalisatie een „anti-semitische
en fascistische rel" zou wezen, wijst 't
geschrift er op, dat Mannheimer in de
bona-fide joodsche bankierswereld zijn
felste tegenstanders heeft; de joodsche
bankier Raymond Philippe, lid van het
Fransche Comité des experts, heeft
Mannheimer officieel ,als valuta-specu
lant gebrandmerkt.
Dan worden Mannheimers verbindin
gen met Mendelssohn en Co („Mannhei
mers Nederiandsche operatie-basis"), de
Bank voor Handel en Scheepvaart te
Rotterdam, zijn volgens dit geschriftje
groote aandeel in het lee-
lijke geval met de Ned. Handel Mij., ge-
techetst; het feit dat minisiter Donner
destijds een strafrechtelijke
vervolging tegen hem deed instellen,
zijn relaties met Mme Hanaud v,an de
Gazette du Franc, dat en waarom
naar het inzicht van de N. U. een
volgende minister ten gunste van Mann
heimer en zijn naturalisatie ingreep, en
zoo nog het een en ander meer. Voegen
we daar bij, dat deze adspirant-Neder-
lander onze beleggers den grooten
dienst heeft bewezen krachtigen steun
te verleenen aan, dan wel het initiatief
te nemen tot, het volstoppen onzer sa
fes met snel waardeloos geworden Duit
sche papieren van allerlei soorten, kleu
ren en formaten. dan begrijpt men
de conclusie van dit geschriftje:
„De Nederiandsche regeering heeft de
naturalisatie van een beroepsspeculant
tot reden van staat verheven. Bij de
verdediging van den gulden aanvaardt
zij iniet slechts diens raadslag, doch
volgt zijn initiatief. Moge dit staatsge
vaarlijk avontuur nog tijdig een emd
nemen!"
Wij hebben in het vorenstaande te
genover elkaar gezet, hoe een adem-
tochtje een behoorlijken kleinen man
den weg naar het Nederlanderschap
versperren kan, hoe een groote man
naar de Nationale Unie meent: een
groote deugniet dwars door een storm
henen zijn doel niettemin schijnt te zul
len kunnen bereiken. Dat hier van
tweederlei weegsteen sprake moet we
zen, schijnt kwalijk aanvechtbaar.
Uitg. „De Amsterdamsche Keur-
kamer."
Middelburg
(Ingez. Med.)
De brocure inzake Mann
heimer en de N, R, C.
Vorenstaande regelen waren reeds
geschreven, toen wij in de Nieuwe Rot-
terdamsche Courant een tamelijk uit
voerige aankondiging van het bewuste
geschriftje aantroffen. Schijnbaar een
voorbeeld van objectiviteit is het in
werkelijkheid al evenzeer en op soort
gelijke wijze een „geflatteerde" mede
deeling geworden zooals het geschriftje
in qu,aestie dit van 't dosfeier-Mann-
heimer beweert!
Geflatteerd, doordat eenerzijds de in
druk gewekt wordt, alsof het geschrift
hoofdzakelijk uit onbewezen bewerin
gen bestaat, en alsof de N.R C. dat met
kritischen blik ontdekt heeft, anderer-
zijds doordat enkele wel sterk spre
kende, in ons artikel aangehaalde, pun
ten in het overzichtje der N. R. C. on
vermeld zijn gebleven. Wat het eerste
betreft: daartoe is de door de N. R. C
aanbevolen en overigens in zulke zaken,
uiteraard aanbevelenswaardige
„grootste voorzichtigheid en kritische
gezindheid" nu eens niet van
noode.... omdat het juist zoo deugd
doet over,al waar iets onbewezen be
weerd wordt, dit door den schrijver zelf
explicite vermeld te vinden! Bovendien:
een onbewijsbare stelling kan door
circumstantial evidence toch wel een
zeer hooge mate van aannemelijkheic
waarschijnlijkheid en zelfs meer krij
gen?
De aankondiging in de N. R. C. wekt,
ten onrechte, den indruk dat men hier
met een waarschijnlijk vrij klakkeloos
schriftuur van doen heeft. Dat achten
wij bepaald een onrechtvaardig oordeel
Buitendien is het geschrift niet bedoelc
om enkel op zijn gronden een
oordeel te vormen: het moet aanvullen
wat in Mannheimers dossier ontbreekt
„Bezie maar steeds de etalages bij
A. C. VAN DER REST, Lange Kerk
straat, Goes. U vindt altijd iets wat U
noodig hebt (Adv.)
De Nederiandsche Oudheidkundige Bond
in Zeeland.
Naar wij vernemen houdt de Neder
iandsche Oudheidkundige Bond Donder
dag 2 Juli a.s. zijn jaarlijksche vergade
ring te Middelburg. Behalve huishoude-
ijke iaangelegenheden,zal daar o.a. de
vernieuwing van de ramen in het Paleis
raadhuis te Amsterdam ter sprake ko
men. Daarvóór wordt het congres des
avonds door het gemeentebestuur ten
raadhuize ontvangen; na afloop biedt
V.Vj.V. de 'verlichting daarvan aan.
Vrijdag' 3 Juli wordt des morgens de
stad bezichtigd: Abdij-gebouwen, Oost-
kerk, Steenrots, Oost-Indisch huis. Na
een gemeenschappelijken koffiemaaltijd
gaat het gezelschap 's middags eerst
naar Veere, waar kerk en stadhuis won
den bezichtigd, en daarna langs West-
hove naar Vlissingen, waar het congres
door den voorzitter van de commissie
van het museum van oudheden aldaar
zal worden ontvangen en oud-Vlissingen
izal worden bezichtigd. De dag wordt
besloten met een gemeenschappelijken
maaltijd in Hotel de Abdij.
Zaterdag 4 Juli wordt een excursie
naar Westelijk Zeeuwsch-Vlaanderen
gemaakt. Van Breskens wordt over
Biervliet, waar de glazen van Willem
Beukelszoon worden bekeken, naar
IJzendijke gereden, waar de Ned,. Her
vormde kerk bezichtigd wordt. Vandaar
gaat men naar Aardenburg waar de be
langrijke St. Bavokerk wordt bezocht.
Na middagmaal te Sluis wordt het ge
zelschap aldaar door het gemeentebe
stuur ontvangen en het oude stadhuis
bezichtigd. TenisloStte wordt d'e fraaie
kerk te Kadzand bezocht.
Vrijwillige voldoening van belasting.
De minister van financiën maakt be
kend, dat ten behoeve van 's rijks schat
kist is ontvangen wegens over vorige
jaren te weinig betaalde belasting naar
inkomen en/of vermogen (gewetensgeld)
bij den ontvanger der directe belastingen
te Vlissingen f 350, Goes f 63,47, f 13,04,
Terneuezen f 62.46, f 22.92, f 14.72, Tho-
len f 600,
DE VERKEERSEXAMENS.
Gisterenmiddag zijn de verkeersexa-
mens op het Molenwater bij beter weer
dan 's morgens voortgezet en ook heden
morgen waren de ontworpen wegen door
een zonnetje beschenen.
In den loop van den morgen kwam de
Commissaris der Koningin, jhr mr. J. W.
Quarles van Ufford, een kijkje nemen.
Hij heeft niet alleen met groote belang
stelling het afnemen van het examen
gevolgd, maar liet zich eerst door den
secretaris der Vereeniging voor Veilig
Verkeer, den heer Avink, inlichtingen
over het werken der vereeniging, waar
bij hij hem gelukwenschte met de reeds
bereikte resultaten. Daarna onderhield
de Commissaris zich nog geruimen tijd
met den voorzitter der vereeniging, jhr.
F. Beelaerts van Blokland, en het be
stuurslid mr. B. J. Bessier.
Ook hedenmiddag wordt nog een deel
der candidaatjes geëxamineerd.
Bij Kon. besluit is benoemd tot
Ridder in de Orde van Oranje-Nassau:
mejuffrouw Rebekka Frank, directrice
van het Ned. Isr. Meisjesweeshuis te
Amsterdam, vroeger alhier, woonachtig
De heer Q. van Vugt, inspectem
van politie, vroeger te Middelburg, is
met ingang van 15 Juni bevorderd tot
hoofdinspecteur.
AUTO VAN DEN BOULEVARD
GEREDEN.
Gisterenmiddag is een auto, bestuurd
door den heer J. uit Middelburg, die op
den gaspedaal, inplaats van op de rem
trapte, op den hoek van het Wooldhuis
van den boulevard afgereden en tegen
een boom in het plantsoen blijven staan.
Wonder boven wonder konden alle 5
inzittenden ongedeerd den wagen ver
laten. Deze is later met een takelwagen
opgehaald.
Middelburg, 6-VI-'36. Vrijdag: hoog
ste luchttemperatuur 18.6 °C (65 °F);
laagste 11.9 °C (54 °F). Heden 9 h: 13.7
°C; 12 h: 18 °C. 1.4 mm regen. Hoogste
barometerstand te dezer stede, in het
afgeloopen etmaal: 761 mm; laagste 757
mm.
Hoogste barometerstand in het Euro-
peesche waarnemingsgebied: 769.8 mm
te La Coruna; laagste 742.8 mm te
Thorshavn.
Verwachting tot morgenavond:
Zwakke tot matige Z.W. tot N.W.
wind, zwaar bewolkt met tijdelijke op
klaringen, waarschijnlijk regenbuien, la
ter kouder.
Zon op: 4 h 42; onder: 21 h 15. Licht
op: 21 h 45. Maan op: 22 h 42; onder:
5 h 22.
Zo, 7 Juni. Zon op: 4 h 42; onder:
21 h 15. Licht op: 21 h 45. Maan op:
23 h 17; onder: 6 h 27. L.K. 12 Juni.
Hoog- en Laagwater te Vlissingen:
Za.
Zo.
Ma.
Juni.
Hoogwater.
2.55 15.13
3.34 15.50
4.11 16.25
Laagwater.
9.19 21.45
9.57 22.24
10.34 23.03
Hoog- en Laagwater te Wemeldinge:
Juni.
Za.
Zo.
Ma.
6
7
8
Hoogwater.
4.46 17.11
5.26 17.49
6.05 17.24
Laagwater,
10.25 22.47
11.02 23.24
11.38 24.02
Westkapelle is 28 min. en Domburg
23 min. vroeger; Veere 38 min. later.
(S springtij.)
OPENING RIJWIELPAD
ABEELE—SOUBURG.
Hedenmorgen reden de deelneemsters
en deelnemers aan de samenkomst van
de Federatie van Rijwielpadvereenigin-
gen in Nederland van hotel Britannia
te Vlissingen over het Koopmansvoet
pad en via West-Souburg over het be
kende padje van den Molen naar de
Groote Abeele. Hier waren verschillen
de andere personen aanwezig, o.w. B. en
W. van Souburg en leden van de com
missie van beheer van den Ouden Vlis-
singschen weg. Verder mr. P. Dieleman,
lid van Ged. Staten, en ir. J. J. van
Leeuwen, hoofdingenieur van den Pro
vincialen Waterstaat.
Men begaf zich direct naar het begin
van het nieuwe rijwielpad, dat langs den
weg van de Abeele loopt tot voor de
woning van den burgemeester op Oost-
Souburg.
Hier heeft mr. Dieleman, bij ontsten
tenis van den voorzitter van de ver
eeniging Rijwielpad Walcheren, den hr.
C A. van Woelderen, het woord ge
voerd en gezegd, dat een fietspad recht
moet zijn, maar het leven is daarmede
•n strijd. Dit maakt, dat men met moei
te steeds recht door kan gaan en men
vele bezwaren ontmoet om daaruit
kracht en vertrouwen voor morgen te
putten. Op de vergadering is Vrijdag ge
sproken van het ontsluiten van de na
tuur en spr. wijst er ook op, dat men
steeds zoekt naar iets nieuws, naar het
ontdekken van iets, wat tot nu toe ge
heim was.
Geheel recht is geen weg of pad en
dat is maar goed ook, want dan ziet men
steeds iets nieuws. Spr. juicht het toe,
dat de hoofdingenieur van den Prov.
Waterstaat er in slaagt ook op Walche
ren in de wegen eenige buiging te hou
den en voor nieuwe beplanting te zor
gen. Hier wordt een buurtschap met het
centrum van het verkeer verbonden,
maar spr. wekt op, ook daarbij de na
tuur hoog te houden. Spr. hoopte, dat
nog heel wat rijwielpaden tot stand zul
len komen en dat ook de Federatie met
succes kan voortwerken.
Hierna knipte spr. met een schaar, die
hem door een meisje in Walchersche
kleederdracht op een kussen was aan
geboden, een Oranjelint door, dat het
pad nog afsloot.
Na deze daad bracht spr. dank aan het
comité, dat onder de energieke leiding