LANDBOUW.
SPORT.
DOODENDAGBOEK VAN HET
U VERKEER.
c.
PERSKRONIEK.
WERKERS IN DEN NACHT.
het politie-onderzoek leidde tot geen
resultaat, omdat S, bij zijn bezoek aan
den juwelier een valschen naam had op
gegeven.
Toen M, bemerkte, met wien hij te
doen had, heelt hij den man aan den
praat gehouden en door zijn winkeljuf
frouw de politie laten waarschuwen, 't
had echter maar- weinig gescheeld of S.
was reeds vertrokken, toen de politie
arriveerde. Zeer waarschijnlijk begon hij
lont te ruiken en hij wilde juist op zijn
fiets stappen, toen eenige rechercheurs
aankwamen en hem op het laatste mo
ment konden aanhouden.
Bij fouilleering werd een aantal gou
den sieraden welke hij enkele oogen-
blikken tevoren te koop had aangebo
den, op hem bevonden. Het bleek, dat
deze sieraden afkomstig waren van een
inbraak, welke den vorigen avond ge
pleegd was in een perceel aan de Val-
kenboschkade.
Aanvankelijk ontkende S. iets met de
inbraak te maken te hebben, en zeide
de sieraden van een onbekende te heb
ben gekocht.
Later viel hij echter door de mand en
bekende, met een zekeren B. de dader
te zijn van de inbraak.
De politie heeft gisteravond ook B,
gearresteerd, beiden zijn thans in ver
zekerde bewaring gesteld.
ZEDENMISDRIJF. De zedenpolitie
heeft gistermiddag een 23-jarige man
in zijn woning in de Bloemenbuurt te
AmsterdamNoord gearresteerd De
man had zich schuldig gemaakt aan een
zedenmisdrijf met een achtjarig meisje,
dat bij de confrontatie in den arrestant
den dader herkende.
VIER OUDE WINDMOLENS
VERDEKKERD.
De vier oude windmolens te Aar-
landerve e n, welke dreigden te
zullen verdwijnen, omdat zij ook den af-
geloopen winter niet in staat bleken den
drooggemaakten Polder aan de westzijde
te Aarlanderveen voor den overlast van
het water te behoeden, zullen behouden
blijven.
Ook hier heeft de zg. „verdekkering"
uitkomst gebracht. Hoewel aanvankelijk
het plan bestond de molens te vervan
gen door een mechanisch gemaal, heeft
die ingelanden-vergadering, na zich el
ders van de resultaten van het systeem
dekker op de hoogte te hebben gesteld,
thans besloten ook de wieken van deze
vier molens, te laten stroomlijnen, waar
door dus niet alleen belangrijke kosten
zullen worden gespaard, maar tevens 'n
stukje landschapschoon behouden zal
blijven.
Groningen: 1 doode.
In de Ambonstraat te Groningen is
het 4-jarig dochtertje van de familie K.
onder een wagen geraakt en gedood.
Susteren: 1 doode.
Gistermorgen ig op den rijksweg on
der de gemeente Susteren de 70-jarige
fietsrijder F. V, uit Holtum, door een
vrachtauto aangereden en op slag ge
dood. Hij had de auto, niet tijdig opge
merkt.
MILLIOENEN KROPPEN SLA NAAR
DE MESTVAALT.
In de afgeloopen weken zijn aan de
Groentenveilingen hier te lan.de mil
lioenen kroppen sla als onverkoopbaar
naar de mestvaalt gebracht. De toestand
in den slahandel was vorig jaar reeds
verre van rooskleurig; dit jaar heeft in
vele opzichten wel de kroon gespannen.
Over het geheele land zijn gedurende
de maand Mei alleen reeds millioenen
kroppen sla vernietigd, omdat de han
del voor die groote partijen geen afzet
wist.
Aan de Coöp. Fruit- en Groentenvei-
ling „Naaldwijk"' te Naaldwijk, één der
grootste veilingen in het Westland,
werden in de maand Mei 742.933 krop
pen sla doorgedraaid (vorig jaar bedroeg
deze hoeveelheid over de zelfde periode
12.222 krop). Voor de andere groenten
gaven de cijfers van hetgeen onverkoop-
baar was een gunstiger beeld te zien.
Aan bloemkool draaiden 1326 st. te
Naaldwijk door, tegenover 7458 stuks in
Mei 1935. Voor spinazie bedroegen deze
cijfers resp. 1080 kg (v.j. 10.004 kg). De
ze niet verkoopbare producten waren
alle voci ae consumptie goedgekeurd
(N. R. C.l
Geen extrasubsidie Geitenfokkerij.
Ged. Staten stellen voor afwijzend te
beschikken op het verzoek van de Ver-
eeniging tot verbetering van het Geiten
ras om een extra subsidie van f 400 ter
dekking van het ontstane tekort. Of
schoon de adviezen van het dag. bestuur
der Z.L.M. en van den Rijksveeteeltcon-
sulent voor Zeeland gunstig luiden, mee-
nen Ged. Staten te moeten wijzen op
de verordening tot het tegengaan van
het dekken van geiten door niet-inge-
schreven bokken, waardoor concurren
tie voor de adressante bijna is uitgeslo
ten. Dit zal het ledental doen toenemen
en een tekort van f 396 zoo niet in één
jaar, dan toch in enkele jaren doen ver
dwijnen. Trouwens op 3100 leden, is het
nog maar f 0,13 per lid en zou het te-
kort^ dus ook door de leden makkelijk
.sa.
kunnen worden weggewerkt. Daarbij
.omt nog, dat het g'even van een extra-
jubsidie aan deze vereeniging ten aan-
i en van andere vereenigingen een
jiterst gevaarlijk praecedent zou vor
men
TERUGLEVERING VAN
ONDERMELK.
Van bevoegde zijde vernamen wij, dat
het in de bedoeling ligt met ingang van
14 Juni a.s. de regeling inzake ver
plichte teruglevering van ondermelk
wederom in werking te stellen, echter in
eenigermate gewijzigden vorm, terwijl
alsdan het terugleveringspercentage
vermoedelijk 5 zal bedragen.
Daarbij ligt in het voornemen, te la
ten vervallen de voorheen bestaande
verplichting der z.jg. B-bedrijven, „tot
contingenteering van de productie van
melkpoeder en gecondenseerde melk,
terwijl voor wat de z.g. A-bedrijven be
treft, in overweging is, de contingen
teering van het bijkoopen van melk te
doen vervallen.
Voor de B-bedrijven en die A-bedrij-
ven, welke vrij wenschen te zijn in hun
melkbijkoopen, zal echter de productie
van kaas worden gecontingenteerd op
een nader bekend te maken datum.
Enkele nadere bijzonderheden om
trent de uitwerking der nieuwe regeling
zullen ten spoedigste aan belangheb
benden rechtstreeks worden medege
deeld.
DE COLORADO-KEVER.
Men schrijft ons:
Daar weer gevreesd wordt, dat de
colorado-kever zijn intrede in onze
aardappelvelden zou kunnen doen,
wordt o.a. in de pers de raad gegeven,
die aan aardappelteelt doet, uitkijke,
of dat gevreesde beest zich op zijn plan
ten vertoont, of daarop zijn eieren al
heeft gelegd, of wel zich al tot larven
hebben ontwikkeld. Niet zoo heel velen
zullen het weten of zich herinneren, dat
dit een herhaling' is van wat zeker voor
zestig jaar terug al werd gedaan om die
plaag te keeren,. Die vrees bestond toen
als nu, en hoe fel men dat product van
Amerikaanschen oorsprong haatte, mo
ge blijken uit het volgende lied, dat toen
werd gezongen en levendige toejuichin
gen verwierf.
De Colorado-Kever
Wie thans van tuin- of landbouw leest,
De krant in handen neemt.
Stuit op den naam van zeker beest.
Weleer in Neerland vreemd.
Hij werpt verslag of dagblad neer
En bromt gelijk een neger:
„Ziedaar, daar heb je hem alweer.
Dien Colorado-Kever.
Uit land der Yankees aangewaaid,
Vertoont hij zich in 't West,
En doet, waar men pataten zaait,
In 't algemeen zijn best.
Geen groen, geen knol zelfs, blijft g'e-
[spaard,
t Beest vreet gelijk een bever,
En gansch Europa roept vervaard:
„Die Colorado-Kever.
Wanneer men de biljetten ziet,
Vooral ook 't personeel,
Roept menigeen: ,,'k betaal hef niet,
Dat is me veel te veel!"
Maar, vriend, waarom gereclameerd,
De wet duldt geen weerstrever,
Wiant een ontvanger, die fungeert
Als colorado-kever.
Mevrouw, die van de mode houdt,
Zegt: „Man, 't kan zoo niet gaan,
„Mijn kleed is reeds drie maanden oud,
„Ik trek het niet meer aan".
Mijnheer schenkt haar een ander pak,
Hij schijnt een milde gever.
Maar hij denkt: „Die vrouw is voor mijn
[zak
„Een colorado-kever1'.
Zoo menigeen verhuist met spoed,
Al woont hij naar zijn zin,
Omdat hij opslag geven moet,
En daar komt hij niet in.
En hij trekt naar een andre buurt,
Daar gaat het licht nog scheever,.
Want hij vindt er toch, waar hij ook
[huurt,
Zoon colorado-kevevr.
De een drinkt bier, de ander wijn,
Die ponsch, die weer cognac.
Als 't matig is, dan mag het wel zijn,
En 't doet geen scha aan 't vak.
Maar schenkt men te overvloedig in,
Al is het maar jenever
Dan wordt de flesch voor 't huisgezin
Een colorado-kever.
Zoo ziet men klaar in dit refrein,
Dat er in eiken stand
Een tal van zulke kevers zijn,
Ook in ons vaderland.
Ik maak een eind aan dit mijnlied,
Mijn keel wordt droog als lever,
Doch, vrienden, scheldt den zanger niet
Voor colorado-kever.
Toegift:
[Dit schoone lied uit achttientachtig
Zij gedrukt in deez' courant
Want ook hare haat is machtig
Tegen dien coloradoklant!
Voor boosheid en voor haat ons hoe-
[dend
Zijn wij slechts nieuwtjesgever,
Toch maakt één creatuur ook ons soms
[woedend:
't Is die vermaledijde Coloradokever
Red.]
VOETBALPROGRAMMA.
Zondag vindt te Amsterdam de Olym
pische dag plaats. Naast athletiek, wiel
rennen en ruitersport zal voorts een
Nederlandsch bondselftal tegen de Tsje
chische kampioensclub Sparta spelen.
Het overige programma luidt:
Landskampioenschap EnschedeN.A.
Prom. Comp. 2e klasse, afd. Ill: N.E.
C.Borne.
Afd. IV: Willem II—Noad; T.S.C.—
Palemig.
Prom. comp. 3e klasse: DoskoHulst.
Z. V. B.
Zaterdag. Adspiranten: Vlissingen
Serooskerke.
Zuid-Beveland. Afd. 1: Krabbendijke
Wemeldinge.
Afd. 2: Ierseke 2Kruiningen 2.
Zondag, adspiranten; ZöelandiaDe
Zeeuwen; MiddelburgBMiddelburg A.
Ie kl. C.: Oostburg 2Groede.
2e kl. B: HeinkenszandKruiningen.
2e kl. D: Oostburg 3Schoondijke 2.
KORFBAL.
Goes: TogoSeolto.
Hansweert: S.S.S.Rapiöe (terrein
Zeelandia).
EEN ENQUêTE INZ. DEN
KETTINGHOND.
Meer dan 64488 in ons land!
Het maandblad „Dierenbescherming"
meldt, dat de Commissie G. inzake den
kettinghond een omvangrijke enquête
heeft ingesteld betreffende het voorko
men en de behandeling der kettinghon
den in Nederland
Een duidelijk overzicht van het aantal
kettinghonden in ons land, dat ontstel
lend groot blijkt te zijn werd verkregen
dank zij deze vlotte medewerking van
zeer vele burgemeesters.
Uit 774 gemeenten werden antwoor
den ontvangen^ waarvan er 736 positie
ve inlichtingen bevatten, betreffende
6 4 4 8 8 kettinghonden.
Merkwaardig is het belangrijke ver
schil, dat er bestaat tusschen de in ge
lijksoortige gemeenten voorkomende
aantallen kettinghonden. Sommige klei
ne gemeenten in den Achterhoek van
Gelderland bv. meldden aantallen van
700 kettinghonden en meer, in andere
kleine plattelandsgemeenten is e r n i e t
een! Ergens in het zuiden van Limburg
snakken ongeveer 1 3 0 0 kettinghonden
in één gemeente naar vrijheid die nim
mer komt: zijwordennooit los
gelaten, andere kleine gemeenten
meldden aantallen 500, 400 330 en min
der, die nimmer vrij komen!
In het grootste deel der opgaven wordt
de toestand der hokken, der honden en
de verzorging der dieren bevredigend
geacht, al moet daarbij dadelijk het ant
woord van een der burgemeesters wor
den vermeld, die deze waardeering'en
invult, omdat geen klachten inkwamen.
Dat sleur, gemakzucht^" onnadenkend
heid en meer dergelijke menscheüjke
eigenschappen, tot bestendiging van een
even onnoodigen als schandaligen toe
stand bijdragen, is begrijpelijk.
Dat er nog altijd geen wettelijke be
palingen zijn, welke den kettinghond
verbieden, is jammer. Dat zelfs het hou
den van kettinghonden niet alleen door
de Wet wordt gesanctionneerd, doch in
hoofdzaak een uitvloeisel is van een
wettelijke bepaling, is nog meer te be
treuren.
Iets anders is het, of dit nu mag blij
ven.
Geen enkele steekhoudende reden is
naar het orgaan meent aan te voeren
voor het handhaven van dezen erbarme-
lijken, middeleeuwschen toestand, die
een levenslang lijden beteekent voor
tienduizenden hon^ipn.
In verschillende plattelandsgemeenten
komt niet één kettinghond voor, en
toch is de bewaking daar niet slechter
dan elders, waar soms meer dan duizend
honden in één gemeente levenslang ge
ketend liggen!!
Het bestaan van den kettinghond in
ons land is een schande, die, daar zij in
't verborgene bestaat niet voldoende
bekend was en niet de aandacht trok.
Nu echter een inzicht is gekregen in de
ze materie zij het van iederen welden-
kenden Nederlander een eerezaak, het
kwaad te bestrijden.
Als eerste en belangrijkste stap zou
doelmatige wijziging van artikel 286 der
Gemeentewet, dat thans zoo ontzettend
veel bitter dierenleed veroorzaakt, een
waarlijk Koninklijk geschenk mogen hee
ten,,
Het verschil in belasting zou moeten
verdwijnen, zoodat het geen geldelijk
voordeel meebrengt, zijn hand vast te
leggen. Teneinde niet den „kleinen
man" te treffen, make men de belasting
progressief dat is rechtvaardig.
Oók zijn dringend noodig strenge
voorschriften betreffende hok en even-
tueele ren of kennel
Als logisch gevolg zou dan een alge
heel verbod van het houden van ketting
honden mogen worden verwacht, waar
mee aan 'n schandelijken, onnoodigen en
schrijnenden misstand een einde zal zijn
gekomen,
In den nachttrein snee. Brie
ven van heinde en verre die on
derweg moeten worden gesor
teerd. Snelheid en zeker
heid.
Van onzen n-r e d a c t e u r.)
Sneltreinen razen door den lichten
Meinacht. Sneltreinen uit alle richtingen,
die in Utrecht, het centrum van ons land,
samenkomen. Elke trein heeft een wa
gon derde klas en een voor de eerste en
tweede. Daarvóór en daarachter bagage-
en goederenwagens en dan het voor
naamste: de postwagens, waarin de brie
ven en poststukken uit geheel ons land
naar hun bestemming worden gebracht,
waar zij met de eerste bestelling des
ochtends zullen worden bezorgd.
Grooter tegenstelling dan die tusschen
de personenwagens en de postwagens is
niet denkbaar. Op de banken, de hou
ten en de gecapitionneerde, liggen reizi
gers te rusten, voor zoover dat in deze
uiteraard ongemakkelijke houding mo
gelijk is. De een ligt op een opgerolde
jas, de ander op een deel van zijn hand
bagage, enkelen zitten te dommelen in
een hoekje. Veel marktkooplieden ma
ken van de nachttreinen gebruik, voor
wie de dag steeds vroeg begint. Ze ne
men met hun pakken vaak de heele cou
pé in beslag, zoodat het voor andere
reizigers moeilijk is een plaatsje te vin
den. Overal is diepe rust.
Bedrijvigheid.
Maar in de postrijtuigen wordt ge
werkt. Brieven en pakjes worden gesor
teerd, gebundeld en in zakken gedaan.
Zakken worden dichtgemaakt en klaar
gezet voor het naaste station. Nieuwe
zakken worden weer opgehangen, nieu
we bundels worden gemaakt, weer an
dere brieven en pakjes gesorteerd en
zoo gaat het den geheelen nacht door.
Zulk een trein met een 'postwagen heet
niet voor niets een „werkende trein" in
tegenstelling met een trein, waarin
slechts gesloten postvervoer plaats heeft.
Het lijkt er soms een chaos van brieven
en pakjes, maar vóór elk station is al
les weer opgeruimd en heeft ieder post
stuk een plaatsje gevonden in den daar
voor bestemden zak.
Het is geen wonder, dat het in deze
nachtposttreinen zoo overstelpend druk
is. Ongeveer 65 pet. van het totale post
vervoer in ons land wordt dagelijks met
deze treinen meegegeven. Sommige
briefschrijvers wachten met de verzen
ding tot vlak voor de laatste lichting,
groote kantoren dragen soms alle te
verzenden brieven van een heelen dag
tegelijk aan het expeditiebureel af en
dat moet dan nog alles verwerkt wor
den, gesorteerd, gebundeld.... De leu
ze der posterijen „post vroegtijdig" is
een alarmkreet ter ontlasting van dit
nachtelijk postvervoer, die een begrij
pelijke oorzaak heeft.
Het personeel in deze postrijtuigen
ressorteert onder de directies der spoor
wegpostkantoren, waarvan er drie in ons
land bestaan: een te Amsterdam, een te
Rotterdam en een te Zwolle. De inspectie
der spoorwegpostkantoren is gevestigd
in Utrecht. In de groote internationale
treinen rijdt ook postpersoneel mee, tot
een eindweegs over de grens: naar het
Zuiden tot Brussel en naar het Oosten
tot Emmerik en Bentheim. Op de dag
booten van Vlissingen naar Harwich be
vinden zich eveneens Nederlandsche
postambtenaren, die op zee reeds de
post beginnen te sorteeren. Met de
nachtbooten van Hoek van Holland wor
den alleen gesloten postzakken meege
geven. Maar ook buitenlandsch postper
soneel komt in Nederland: in de D-trei-
nen, die in Vlissingen en Hoek van Hol
land op de booten naar Engeland aan
sluiten, worden Duitsche postwagens
meegevoerd, waarin Duitsche beambten
de post sorteeren.
Stapels postzakken.
Als we in Amsterdam C.S. in het voor
Groningen bestemde postrijtuig stappen,
om eens van nabij dit nachtelijke bedrijf
mee te maken, zijn bestellers al druk
bezig met het inladen van talrijke zak
ken post, die moeten worden meegeno
men. En steeds stroomt het maar toe:
post die uit de stad en een wijde om
geving, met de treinen uit de richting
Rotterdam en uit het Noorden van de
provincie is aangebracht en die bestemd
is voor alle deelen van ons land. De
zakken 'stapelen zich op, zoodat er in
de rijtuigen haasf geen plaats meer is
om te staan, maar vlugge handen diri-
geeren ze verder. Naar een afgeslot ;n
ruimte gaan die, waar niets meer aan
behoeft gedaan te worden, en naar de
hoeken de zendingen, die nog nader on
der handen moeten worden genomen.
Aldus gaat het in het postrijtuig voor
Groningen, in dat voor Hengelo, in dat
voor Eindhoven (waar overigens Maas
tricht op staat) en in dat voor Arnhem.
De Nederlandsche posterijen moeten
wel over een onnoemelijk aantal 'zakken
beschikken.
Vóórdat de trein in beweging is, begin
nen de postambtenaren al enkele zakken
open te maken. Er komen allerlei bun
dels en pakjes uit. Losse brieven wor
den nimmer in een zak gedaan, ook niet
wanneer de geheele inhoud een gelijke
bestemming heeft, daar op deze wijze
een brief al te gemakkelijk zou kunnen
verloren gaan. Bovenop ligt steeds het
„advies" met de aangeteekende en de
expresse stukken, die telkens afzonder
lijk worden geregistreerd.
We rijden. Hier, in den postwagen,
verandert er niets aan het aspect, daar
er zoo weinig raampjes zijn, dat men de
lichten van het stationsemplacement niet
eens ziet voorbij flitsen. Het oponthoud
aan het station Weesperpoort is voor de
post van geen belang, omdat daar niets
wordt in- of uitgeladen. Maar vóór
Utrecht moet al het een en ander zijn
gedaan. De trein schommelt een beetje,
doch de postambtenaren hebben als het
ware zee-beenen en ze merken er on
der het werk niets van. Aan de wanden
bevinden zich in totaal een 500 loketjes,
waaronder namen staan geschreven van
allerlei plaatsen. Vier ambtenaren sor
teeren hier de brieven, één is uitsluitend
belast met de aangeteekende en expres
se stukken en twee hebben tot taak het
uitstorten van zakken en later het slui
ten er van. In totaal werkt zoo in den
wagen zeven man postpersoneel, die al
lemaal de handen vol hebben, en de
journalist tusschen hen, die een voorko
menden en deskundigen begeleider heeft
meegekregen, kijkt en vraagt en tracht
onderwijl de werkers zoo min mogelijk
in den weg te loopen.
Een druk kruispunt.
Daar denderen we al over de brug
van het Merwedekanaal. We naderen
Utrecht en even later zijn we de over
kapping binnengestoomd. We zijn de
eersten, maar al spoedig daarna zal het
station opnieuw gevuld worden met het
geknars van remmen en het gepuf van
locomotieven. Rotterdam komt binnen,
daarna Maastricht en tenslotte ook de
trein uit Amersfoort, die wagens uit het
Noorden en Oosten meevoert. Er moet
heel wat worden gerangeerd om de nieu
we treinen te formeeren: wij raken de
postrijtuigen voor Arnhem en Eindhoven
kwijt en krijgen van Rotterdam het rij
tuig voor Leeuwarden mee. Daar wordt
onmiddellijk mee begonnen en tegelijker
tijd worden postzakken in- en uitgela
den. Want uit het Zuiden komen bij
voorbeeld vele zendingen mee voor het
Noorden en het Oosten, die naar onzen
trein moeten worden gebracht.
Na Utrecht begint het groote werk.
Hoeveel zakken er, voordat we in Gro
ningen zijn, moeten worden openge
maakt, hoeveel nieuwe er moeten wor
den gevuld en weer dicht gemaakt, het
zou moeilijk zijn het aantal op te ge
ven. Elke brief komt in het juiste lo
ketje, elke bundel in den juisten zak en
elke zak wordt gereed gezet op de juiste
plaats om straks uitgeladen te worden.
Daar is een zak, afkomstig uit Eindho
ven, waarop staat: AmersfoortZwolle.
Hij wordt leeggestort en er zitten al
lerlei bundels brieven in, met een touw
tje er omheen en alle met een papiertje,
waarop de nadere bestemming staat ge
schreven. Een pakje voor Kampen gaat
in een zak, die al post uit Amsterdam
voor deze plaats bevat, maar sommige
bundels hebben meer dan één bestem
ming. Met een mesje, dat de amS&naar
aan een zijner vingers draagt, wordt vlug
het touwtje doorgesneden. Een brief
voor Hattem, twee voor Harderwijk,
vier voor Zwolle, eentje voor Oldebroek
en nog veel meer komt er uit te voor
schijn. Ze zijn afkomstig van een plaats
in de omgeving van Eindhoven, die niet
genoeg post had om voor elke bestem
ming een aparten bundel te maken,
Feillooze zekerheid.
Iedere plaats heeft zijn eigen loketje,
waarin de brief met feillooze zekerheid
terecht komt. Uit die loketjes worden
weer nieuwe bundels gemaakt, die in de
aanrekken hangende zakken worden ge
daan. Tientallen zakken, die alle in
Zwolle moeten worden uitgeladen. Hoe
komen deze toegewijde werkers er op
tijd mee klaar? Maar we zijn de IJssel-
brug nog niet over, of alle zakken staan
al netjes aan den kant, met een touwtje
dichtgesnoerd, hoeveel kilometers
touw zullen er bij de posterijen jaarlijks
wel worden gebruikt! Een label met de
nieuwe bestemming (een masker heet
dat in de postale terminologie) wordt in
het touw meegebonden. Daarna een lood
je, dat even toegeknepen wordt, en de
zak is klaar.
Na elk station komen nieuwe namen
op de loketjes te staan, met krijt ge
schreven, nieuwe zakken worden in de
rekken gehangen, andere zakken en bun
dels worden weer opengemaakt en uit
gestort op de tafels ervoor en het werk
gaat weer zijn gang. Het achterland van
Zwolle en Hoogeveen is wel zeer uitge
breid. Daar gaan zeer veel zakken uit
den trein, alle bestemd voor deze plaat
sen en verschillende andere in den om
trek en verder. Van Zwolle uit wordt
o.m. des morgens vroeg weer de heele
weg terug tot Nijkerk toe met een „wer
kenden trein" bediend! Zakken worden
aangereikt van hand tot hand. lichte en
ook zware, die haast door één man niet
te tillen zijn, en als men er eindelijk mee
gereed is, klinkt het wachtwoord: „al
les", ten teeken dat de voorraad is uit-
geput.
Langzamerhand is het buiten lichter
geworden. Tusschen Hoogeveen en Bei-
len zien we de zon opkomen, een groote
roode bol, die alles in gloed zet en stil
aan stijgend lichter wordt. Binnen in het
postrijtuig heeft men geen tijd voor ro
mantische bespiegelingen. Twee duizend
brieven sorteert iedere ambtenaar er per
uur en als het erg druk is, zelfs meer.
Assen is daar. Weer worden zakken uit
en ingeladen. En dan komt Groningen,
waar we ons laatste restje kwijt raken.
Het is ook welletjes. Aan den overkant
staat de eerste trein voor „Holland" al
gereed. .De nieuwe dag is weer begon
nen.