LANDBOUW. SPORT. DOODENDAGBOEK VAN HET U VERKEER. c. PERSKRONIEK. WERKERS IN DEN NACHT. het politie-onderzoek leidde tot geen resultaat, omdat S, bij zijn bezoek aan den juwelier een valschen naam had op gegeven. Toen M, bemerkte, met wien hij te doen had, heelt hij den man aan den praat gehouden en door zijn winkeljuf frouw de politie laten waarschuwen, 't had echter maar- weinig gescheeld of S. was reeds vertrokken, toen de politie arriveerde. Zeer waarschijnlijk begon hij lont te ruiken en hij wilde juist op zijn fiets stappen, toen eenige rechercheurs aankwamen en hem op het laatste mo ment konden aanhouden. Bij fouilleering werd een aantal gou den sieraden welke hij enkele oogen- blikken tevoren te koop had aangebo den, op hem bevonden. Het bleek, dat deze sieraden afkomstig waren van een inbraak, welke den vorigen avond ge pleegd was in een perceel aan de Val- kenboschkade. Aanvankelijk ontkende S. iets met de inbraak te maken te hebben, en zeide de sieraden van een onbekende te heb ben gekocht. Later viel hij echter door de mand en bekende, met een zekeren B. de dader te zijn van de inbraak. De politie heeft gisteravond ook B, gearresteerd, beiden zijn thans in ver zekerde bewaring gesteld. ZEDENMISDRIJF. De zedenpolitie heeft gistermiddag een 23-jarige man in zijn woning in de Bloemenbuurt te AmsterdamNoord gearresteerd De man had zich schuldig gemaakt aan een zedenmisdrijf met een achtjarig meisje, dat bij de confrontatie in den arrestant den dader herkende. VIER OUDE WINDMOLENS VERDEKKERD. De vier oude windmolens te Aar- landerve e n, welke dreigden te zullen verdwijnen, omdat zij ook den af- geloopen winter niet in staat bleken den drooggemaakten Polder aan de westzijde te Aarlanderveen voor den overlast van het water te behoeden, zullen behouden blijven. Ook hier heeft de zg. „verdekkering" uitkomst gebracht. Hoewel aanvankelijk het plan bestond de molens te vervan gen door een mechanisch gemaal, heeft die ingelanden-vergadering, na zich el ders van de resultaten van het systeem dekker op de hoogte te hebben gesteld, thans besloten ook de wieken van deze vier molens, te laten stroomlijnen, waar door dus niet alleen belangrijke kosten zullen worden gespaard, maar tevens 'n stukje landschapschoon behouden zal blijven. Groningen: 1 doode. In de Ambonstraat te Groningen is het 4-jarig dochtertje van de familie K. onder een wagen geraakt en gedood. Susteren: 1 doode. Gistermorgen ig op den rijksweg on der de gemeente Susteren de 70-jarige fietsrijder F. V, uit Holtum, door een vrachtauto aangereden en op slag ge dood. Hij had de auto, niet tijdig opge merkt. MILLIOENEN KROPPEN SLA NAAR DE MESTVAALT. In de afgeloopen weken zijn aan de Groentenveilingen hier te lan.de mil lioenen kroppen sla als onverkoopbaar naar de mestvaalt gebracht. De toestand in den slahandel was vorig jaar reeds verre van rooskleurig; dit jaar heeft in vele opzichten wel de kroon gespannen. Over het geheele land zijn gedurende de maand Mei alleen reeds millioenen kroppen sla vernietigd, omdat de han del voor die groote partijen geen afzet wist. Aan de Coöp. Fruit- en Groentenvei- ling „Naaldwijk"' te Naaldwijk, één der grootste veilingen in het Westland, werden in de maand Mei 742.933 krop pen sla doorgedraaid (vorig jaar bedroeg deze hoeveelheid over de zelfde periode 12.222 krop). Voor de andere groenten gaven de cijfers van hetgeen onverkoop- baar was een gunstiger beeld te zien. Aan bloemkool draaiden 1326 st. te Naaldwijk door, tegenover 7458 stuks in Mei 1935. Voor spinazie bedroegen deze cijfers resp. 1080 kg (v.j. 10.004 kg). De ze niet verkoopbare producten waren alle voci ae consumptie goedgekeurd (N. R. C.l Geen extrasubsidie Geitenfokkerij. Ged. Staten stellen voor afwijzend te beschikken op het verzoek van de Ver- eeniging tot verbetering van het Geiten ras om een extra subsidie van f 400 ter dekking van het ontstane tekort. Of schoon de adviezen van het dag. bestuur der Z.L.M. en van den Rijksveeteeltcon- sulent voor Zeeland gunstig luiden, mee- nen Ged. Staten te moeten wijzen op de verordening tot het tegengaan van het dekken van geiten door niet-inge- schreven bokken, waardoor concurren tie voor de adressante bijna is uitgeslo ten. Dit zal het ledental doen toenemen en een tekort van f 396 zoo niet in één jaar, dan toch in enkele jaren doen ver dwijnen. Trouwens op 3100 leden, is het nog maar f 0,13 per lid en zou het te- kort^ dus ook door de leden makkelijk .sa. kunnen worden weggewerkt. Daarbij .omt nog, dat het g'even van een extra- jubsidie aan deze vereeniging ten aan- i en van andere vereenigingen een jiterst gevaarlijk praecedent zou vor men TERUGLEVERING VAN ONDERMELK. Van bevoegde zijde vernamen wij, dat het in de bedoeling ligt met ingang van 14 Juni a.s. de regeling inzake ver plichte teruglevering van ondermelk wederom in werking te stellen, echter in eenigermate gewijzigden vorm, terwijl alsdan het terugleveringspercentage vermoedelijk 5 zal bedragen. Daarbij ligt in het voornemen, te la ten vervallen de voorheen bestaande verplichting der z.jg. B-bedrijven, „tot contingenteering van de productie van melkpoeder en gecondenseerde melk, terwijl voor wat de z.g. A-bedrijven be treft, in overweging is, de contingen teering van het bijkoopen van melk te doen vervallen. Voor de B-bedrijven en die A-bedrij- ven, welke vrij wenschen te zijn in hun melkbijkoopen, zal echter de productie van kaas worden gecontingenteerd op een nader bekend te maken datum. Enkele nadere bijzonderheden om trent de uitwerking der nieuwe regeling zullen ten spoedigste aan belangheb benden rechtstreeks worden medege deeld. DE COLORADO-KEVER. Men schrijft ons: Daar weer gevreesd wordt, dat de colorado-kever zijn intrede in onze aardappelvelden zou kunnen doen, wordt o.a. in de pers de raad gegeven, die aan aardappelteelt doet, uitkijke, of dat gevreesde beest zich op zijn plan ten vertoont, of daarop zijn eieren al heeft gelegd, of wel zich al tot larven hebben ontwikkeld. Niet zoo heel velen zullen het weten of zich herinneren, dat dit een herhaling' is van wat zeker voor zestig jaar terug al werd gedaan om die plaag te keeren,. Die vrees bestond toen als nu, en hoe fel men dat product van Amerikaanschen oorsprong haatte, mo ge blijken uit het volgende lied, dat toen werd gezongen en levendige toejuichin gen verwierf. De Colorado-Kever Wie thans van tuin- of landbouw leest, De krant in handen neemt. Stuit op den naam van zeker beest. Weleer in Neerland vreemd. Hij werpt verslag of dagblad neer En bromt gelijk een neger: „Ziedaar, daar heb je hem alweer. Dien Colorado-Kever. Uit land der Yankees aangewaaid, Vertoont hij zich in 't West, En doet, waar men pataten zaait, In 't algemeen zijn best. Geen groen, geen knol zelfs, blijft g'e- [spaard, t Beest vreet gelijk een bever, En gansch Europa roept vervaard: „Die Colorado-Kever. Wanneer men de biljetten ziet, Vooral ook 't personeel, Roept menigeen: ,,'k betaal hef niet, Dat is me veel te veel!" Maar, vriend, waarom gereclameerd, De wet duldt geen weerstrever, Wiant een ontvanger, die fungeert Als colorado-kever. Mevrouw, die van de mode houdt, Zegt: „Man, 't kan zoo niet gaan, „Mijn kleed is reeds drie maanden oud, „Ik trek het niet meer aan". Mijnheer schenkt haar een ander pak, Hij schijnt een milde gever. Maar hij denkt: „Die vrouw is voor mijn [zak „Een colorado-kever1'. Zoo menigeen verhuist met spoed, Al woont hij naar zijn zin, Omdat hij opslag geven moet, En daar komt hij niet in. En hij trekt naar een andre buurt, Daar gaat het licht nog scheever,. Want hij vindt er toch, waar hij ook [huurt, Zoon colorado-kevevr. De een drinkt bier, de ander wijn, Die ponsch, die weer cognac. Als 't matig is, dan mag het wel zijn, En 't doet geen scha aan 't vak. Maar schenkt men te overvloedig in, Al is het maar jenever Dan wordt de flesch voor 't huisgezin Een colorado-kever. Zoo ziet men klaar in dit refrein, Dat er in eiken stand Een tal van zulke kevers zijn, Ook in ons vaderland. Ik maak een eind aan dit mijnlied, Mijn keel wordt droog als lever, Doch, vrienden, scheldt den zanger niet Voor colorado-kever. Toegift: [Dit schoone lied uit achttientachtig Zij gedrukt in deez' courant Want ook hare haat is machtig Tegen dien coloradoklant! Voor boosheid en voor haat ons hoe- [dend Zijn wij slechts nieuwtjesgever, Toch maakt één creatuur ook ons soms [woedend: 't Is die vermaledijde Coloradokever Red.] VOETBALPROGRAMMA. Zondag vindt te Amsterdam de Olym pische dag plaats. Naast athletiek, wiel rennen en ruitersport zal voorts een Nederlandsch bondselftal tegen de Tsje chische kampioensclub Sparta spelen. Het overige programma luidt: Landskampioenschap EnschedeN.A. Prom. Comp. 2e klasse, afd. Ill: N.E. C.Borne. Afd. IV: Willem II—Noad; T.S.C.— Palemig. Prom. comp. 3e klasse: DoskoHulst. Z. V. B. Zaterdag. Adspiranten: Vlissingen Serooskerke. Zuid-Beveland. Afd. 1: Krabbendijke Wemeldinge. Afd. 2: Ierseke 2Kruiningen 2. Zondag, adspiranten; ZöelandiaDe Zeeuwen; MiddelburgBMiddelburg A. Ie kl. C.: Oostburg 2Groede. 2e kl. B: HeinkenszandKruiningen. 2e kl. D: Oostburg 3Schoondijke 2. KORFBAL. Goes: TogoSeolto. Hansweert: S.S.S.Rapiöe (terrein Zeelandia). EEN ENQUêTE INZ. DEN KETTINGHOND. Meer dan 64488 in ons land! Het maandblad „Dierenbescherming" meldt, dat de Commissie G. inzake den kettinghond een omvangrijke enquête heeft ingesteld betreffende het voorko men en de behandeling der kettinghon den in Nederland Een duidelijk overzicht van het aantal kettinghonden in ons land, dat ontstel lend groot blijkt te zijn werd verkregen dank zij deze vlotte medewerking van zeer vele burgemeesters. Uit 774 gemeenten werden antwoor den ontvangen^ waarvan er 736 positie ve inlichtingen bevatten, betreffende 6 4 4 8 8 kettinghonden. Merkwaardig is het belangrijke ver schil, dat er bestaat tusschen de in ge lijksoortige gemeenten voorkomende aantallen kettinghonden. Sommige klei ne gemeenten in den Achterhoek van Gelderland bv. meldden aantallen van 700 kettinghonden en meer, in andere kleine plattelandsgemeenten is e r n i e t een! Ergens in het zuiden van Limburg snakken ongeveer 1 3 0 0 kettinghonden in één gemeente naar vrijheid die nim mer komt: zijwordennooit los gelaten, andere kleine gemeenten meldden aantallen 500, 400 330 en min der, die nimmer vrij komen! In het grootste deel der opgaven wordt de toestand der hokken, der honden en de verzorging der dieren bevredigend geacht, al moet daarbij dadelijk het ant woord van een der burgemeesters wor den vermeld, die deze waardeering'en invult, omdat geen klachten inkwamen. Dat sleur, gemakzucht^" onnadenkend heid en meer dergelijke menscheüjke eigenschappen, tot bestendiging van een even onnoodigen als schandaligen toe stand bijdragen, is begrijpelijk. Dat er nog altijd geen wettelijke be palingen zijn, welke den kettinghond verbieden, is jammer. Dat zelfs het hou den van kettinghonden niet alleen door de Wet wordt gesanctionneerd, doch in hoofdzaak een uitvloeisel is van een wettelijke bepaling, is nog meer te be treuren. Iets anders is het, of dit nu mag blij ven. Geen enkele steekhoudende reden is naar het orgaan meent aan te voeren voor het handhaven van dezen erbarme- lijken, middeleeuwschen toestand, die een levenslang lijden beteekent voor tienduizenden hon^ipn. In verschillende plattelandsgemeenten komt niet één kettinghond voor, en toch is de bewaking daar niet slechter dan elders, waar soms meer dan duizend honden in één gemeente levenslang ge ketend liggen!! Het bestaan van den kettinghond in ons land is een schande, die, daar zij in 't verborgene bestaat niet voldoende bekend was en niet de aandacht trok. Nu echter een inzicht is gekregen in de ze materie zij het van iederen welden- kenden Nederlander een eerezaak, het kwaad te bestrijden. Als eerste en belangrijkste stap zou doelmatige wijziging van artikel 286 der Gemeentewet, dat thans zoo ontzettend veel bitter dierenleed veroorzaakt, een waarlijk Koninklijk geschenk mogen hee ten,, Het verschil in belasting zou moeten verdwijnen, zoodat het geen geldelijk voordeel meebrengt, zijn hand vast te leggen. Teneinde niet den „kleinen man" te treffen, make men de belasting progressief dat is rechtvaardig. Oók zijn dringend noodig strenge voorschriften betreffende hok en even- tueele ren of kennel Als logisch gevolg zou dan een alge heel verbod van het houden van ketting honden mogen worden verwacht, waar mee aan 'n schandelijken, onnoodigen en schrijnenden misstand een einde zal zijn gekomen, In den nachttrein snee. Brie ven van heinde en verre die on derweg moeten worden gesor teerd. Snelheid en zeker heid. Van onzen n-r e d a c t e u r.) Sneltreinen razen door den lichten Meinacht. Sneltreinen uit alle richtingen, die in Utrecht, het centrum van ons land, samenkomen. Elke trein heeft een wa gon derde klas en een voor de eerste en tweede. Daarvóór en daarachter bagage- en goederenwagens en dan het voor naamste: de postwagens, waarin de brie ven en poststukken uit geheel ons land naar hun bestemming worden gebracht, waar zij met de eerste bestelling des ochtends zullen worden bezorgd. Grooter tegenstelling dan die tusschen de personenwagens en de postwagens is niet denkbaar. Op de banken, de hou ten en de gecapitionneerde, liggen reizi gers te rusten, voor zoover dat in deze uiteraard ongemakkelijke houding mo gelijk is. De een ligt op een opgerolde jas, de ander op een deel van zijn hand bagage, enkelen zitten te dommelen in een hoekje. Veel marktkooplieden ma ken van de nachttreinen gebruik, voor wie de dag steeds vroeg begint. Ze ne men met hun pakken vaak de heele cou pé in beslag, zoodat het voor andere reizigers moeilijk is een plaatsje te vin den. Overal is diepe rust. Bedrijvigheid. Maar in de postrijtuigen wordt ge werkt. Brieven en pakjes worden gesor teerd, gebundeld en in zakken gedaan. Zakken worden dichtgemaakt en klaar gezet voor het naaste station. Nieuwe zakken worden weer opgehangen, nieu we bundels worden gemaakt, weer an dere brieven en pakjes gesorteerd en zoo gaat het den geheelen nacht door. Zulk een trein met een 'postwagen heet niet voor niets een „werkende trein" in tegenstelling met een trein, waarin slechts gesloten postvervoer plaats heeft. Het lijkt er soms een chaos van brieven en pakjes, maar vóór elk station is al les weer opgeruimd en heeft ieder post stuk een plaatsje gevonden in den daar voor bestemden zak. Het is geen wonder, dat het in deze nachtposttreinen zoo overstelpend druk is. Ongeveer 65 pet. van het totale post vervoer in ons land wordt dagelijks met deze treinen meegegeven. Sommige briefschrijvers wachten met de verzen ding tot vlak voor de laatste lichting, groote kantoren dragen soms alle te verzenden brieven van een heelen dag tegelijk aan het expeditiebureel af en dat moet dan nog alles verwerkt wor den, gesorteerd, gebundeld.... De leu ze der posterijen „post vroegtijdig" is een alarmkreet ter ontlasting van dit nachtelijk postvervoer, die een begrij pelijke oorzaak heeft. Het personeel in deze postrijtuigen ressorteert onder de directies der spoor wegpostkantoren, waarvan er drie in ons land bestaan: een te Amsterdam, een te Rotterdam en een te Zwolle. De inspectie der spoorwegpostkantoren is gevestigd in Utrecht. In de groote internationale treinen rijdt ook postpersoneel mee, tot een eindweegs over de grens: naar het Zuiden tot Brussel en naar het Oosten tot Emmerik en Bentheim. Op de dag booten van Vlissingen naar Harwich be vinden zich eveneens Nederlandsche postambtenaren, die op zee reeds de post beginnen te sorteeren. Met de nachtbooten van Hoek van Holland wor den alleen gesloten postzakken meege geven. Maar ook buitenlandsch postper soneel komt in Nederland: in de D-trei- nen, die in Vlissingen en Hoek van Hol land op de booten naar Engeland aan sluiten, worden Duitsche postwagens meegevoerd, waarin Duitsche beambten de post sorteeren. Stapels postzakken. Als we in Amsterdam C.S. in het voor Groningen bestemde postrijtuig stappen, om eens van nabij dit nachtelijke bedrijf mee te maken, zijn bestellers al druk bezig met het inladen van talrijke zak ken post, die moeten worden meegeno men. En steeds stroomt het maar toe: post die uit de stad en een wijde om geving, met de treinen uit de richting Rotterdam en uit het Noorden van de provincie is aangebracht en die bestemd is voor alle deelen van ons land. De zakken 'stapelen zich op, zoodat er in de rijtuigen haasf geen plaats meer is om te staan, maar vlugge handen diri- geeren ze verder. Naar een afgeslot ;n ruimte gaan die, waar niets meer aan behoeft gedaan te worden, en naar de hoeken de zendingen, die nog nader on der handen moeten worden genomen. Aldus gaat het in het postrijtuig voor Groningen, in dat voor Hengelo, in dat voor Eindhoven (waar overigens Maas tricht op staat) en in dat voor Arnhem. De Nederlandsche posterijen moeten wel over een onnoemelijk aantal 'zakken beschikken. Vóórdat de trein in beweging is, begin nen de postambtenaren al enkele zakken open te maken. Er komen allerlei bun dels en pakjes uit. Losse brieven wor den nimmer in een zak gedaan, ook niet wanneer de geheele inhoud een gelijke bestemming heeft, daar op deze wijze een brief al te gemakkelijk zou kunnen verloren gaan. Bovenop ligt steeds het „advies" met de aangeteekende en de expresse stukken, die telkens afzonder lijk worden geregistreerd. We rijden. Hier, in den postwagen, verandert er niets aan het aspect, daar er zoo weinig raampjes zijn, dat men de lichten van het stationsemplacement niet eens ziet voorbij flitsen. Het oponthoud aan het station Weesperpoort is voor de post van geen belang, omdat daar niets wordt in- of uitgeladen. Maar vóór Utrecht moet al het een en ander zijn gedaan. De trein schommelt een beetje, doch de postambtenaren hebben als het ware zee-beenen en ze merken er on der het werk niets van. Aan de wanden bevinden zich in totaal een 500 loketjes, waaronder namen staan geschreven van allerlei plaatsen. Vier ambtenaren sor teeren hier de brieven, één is uitsluitend belast met de aangeteekende en expres se stukken en twee hebben tot taak het uitstorten van zakken en later het slui ten er van. In totaal werkt zoo in den wagen zeven man postpersoneel, die al lemaal de handen vol hebben, en de journalist tusschen hen, die een voorko menden en deskundigen begeleider heeft meegekregen, kijkt en vraagt en tracht onderwijl de werkers zoo min mogelijk in den weg te loopen. Een druk kruispunt. Daar denderen we al over de brug van het Merwedekanaal. We naderen Utrecht en even later zijn we de over kapping binnengestoomd. We zijn de eersten, maar al spoedig daarna zal het station opnieuw gevuld worden met het geknars van remmen en het gepuf van locomotieven. Rotterdam komt binnen, daarna Maastricht en tenslotte ook de trein uit Amersfoort, die wagens uit het Noorden en Oosten meevoert. Er moet heel wat worden gerangeerd om de nieu we treinen te formeeren: wij raken de postrijtuigen voor Arnhem en Eindhoven kwijt en krijgen van Rotterdam het rij tuig voor Leeuwarden mee. Daar wordt onmiddellijk mee begonnen en tegelijker tijd worden postzakken in- en uitgela den. Want uit het Zuiden komen bij voorbeeld vele zendingen mee voor het Noorden en het Oosten, die naar onzen trein moeten worden gebracht. Na Utrecht begint het groote werk. Hoeveel zakken er, voordat we in Gro ningen zijn, moeten worden openge maakt, hoeveel nieuwe er moeten wor den gevuld en weer dicht gemaakt, het zou moeilijk zijn het aantal op te ge ven. Elke brief komt in het juiste lo ketje, elke bundel in den juisten zak en elke zak wordt gereed gezet op de juiste plaats om straks uitgeladen te worden. Daar is een zak, afkomstig uit Eindho ven, waarop staat: AmersfoortZwolle. Hij wordt leeggestort en er zitten al lerlei bundels brieven in, met een touw tje er omheen en alle met een papiertje, waarop de nadere bestemming staat ge schreven. Een pakje voor Kampen gaat in een zak, die al post uit Amsterdam voor deze plaats bevat, maar sommige bundels hebben meer dan één bestem ming. Met een mesje, dat de amS&naar aan een zijner vingers draagt, wordt vlug het touwtje doorgesneden. Een brief voor Hattem, twee voor Harderwijk, vier voor Zwolle, eentje voor Oldebroek en nog veel meer komt er uit te voor schijn. Ze zijn afkomstig van een plaats in de omgeving van Eindhoven, die niet genoeg post had om voor elke bestem ming een aparten bundel te maken, Feillooze zekerheid. Iedere plaats heeft zijn eigen loketje, waarin de brief met feillooze zekerheid terecht komt. Uit die loketjes worden weer nieuwe bundels gemaakt, die in de aanrekken hangende zakken worden ge daan. Tientallen zakken, die alle in Zwolle moeten worden uitgeladen. Hoe komen deze toegewijde werkers er op tijd mee klaar? Maar we zijn de IJssel- brug nog niet over, of alle zakken staan al netjes aan den kant, met een touwtje dichtgesnoerd, hoeveel kilometers touw zullen er bij de posterijen jaarlijks wel worden gebruikt! Een label met de nieuwe bestemming (een masker heet dat in de postale terminologie) wordt in het touw meegebonden. Daarna een lood je, dat even toegeknepen wordt, en de zak is klaar. Na elk station komen nieuwe namen op de loketjes te staan, met krijt ge schreven, nieuwe zakken worden in de rekken gehangen, andere zakken en bun dels worden weer opengemaakt en uit gestort op de tafels ervoor en het werk gaat weer zijn gang. Het achterland van Zwolle en Hoogeveen is wel zeer uitge breid. Daar gaan zeer veel zakken uit den trein, alle bestemd voor deze plaat sen en verschillende andere in den om trek en verder. Van Zwolle uit wordt o.m. des morgens vroeg weer de heele weg terug tot Nijkerk toe met een „wer kenden trein" bediend! Zakken worden aangereikt van hand tot hand. lichte en ook zware, die haast door één man niet te tillen zijn, en als men er eindelijk mee gereed is, klinkt het wachtwoord: „al les", ten teeken dat de voorraad is uit- geput. Langzamerhand is het buiten lichter geworden. Tusschen Hoogeveen en Bei- len zien we de zon opkomen, een groote roode bol, die alles in gloed zet en stil aan stijgend lichter wordt. Binnen in het postrijtuig heeft men geen tijd voor ro mantische bespiegelingen. Twee duizend brieven sorteert iedere ambtenaar er per uur en als het erg druk is, zelfs meer. Assen is daar. Weer worden zakken uit en ingeladen. En dan komt Groningen, waar we ons laatste restje kwijt raken. Het is ook welletjes. Aan den overkant staat de eerste trein voor „Holland" al gereed. .De nieuwe dag is weer begon nen.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1936 | | pagina 7