IBIS SHAG KRONIEK van den DAO. BINNENLAND. ZEELAND. Dobbelmann lebber... man! Na een vermoeiende tocht Alcoholvrij DE PAGODE No. 119. MIDDELBURG. mCHEREN. felikaan, )insd. 2 |ige dag- ïssel, m, retour, I M'burg, Lading sporton- |ijnstraat zeele K Pelikaan, Dinsd, laar Di- |Leuven, Reisb, I M'burg. engt de- enzang", svelend, Pelikaan, Rotter- 2.50 fcnstraat, Don- |Inplaats 8 tot 9 op het gereed, j-ijgbaar. lend, D Rond- ig. Kin- 4. t strand ;plaatst, erlaagd. >velend, Onder- \ntwer- ek aan n. Rot- jogeste- >urg. elikaan. Mei, ïooie 1- en Dal Boom, urg. n Bn«». DE FRANSCHEN HEBBEN TE WEINIG KINDEREN. In Frankrijk maken velen zich al ja renlang ongerust over het lage geboorte cijfer in dat land. Geleerden hebben uit gerekend, dat als de Franschen er niet voor zorgen meer kinderen te krijgen, het heele volk over een paar eeuwen of zoo uitgestorven zou zijn. Dergelijke be weringen moet men natuurlijk met een korreltje zout in zich opnemen, maar dat neemt toch niet weg, dat het geval veel kwade zijden voor Frankrijk heeft. Het wijst op een leelijk gebrek aan vita liteit. Hoe het precies met deze aangelegen heid staat, daarover schreef dezer da gen in de Petit Parisien" senator Albert Duvré, voorzitter van den bond v,an groote gezinnen (die men tegenwoordig met een lantaarntje in Frankrijk moet zoeken). Het aantal ingeschreven geboorten heeft in de tweede helft der vorige eeuw, zoo deelt hij mede, zijn hoogte punt bereikt met 1.034.000 voor 't jaar 1868. Het is daarna gedaald tot 677.000 in 1934 en ongeveer 650.000 in 1935, een vermindering dus van 384.000, d.i. meer dan één derde. Dat de totale bevolking in deze zelfde periode niettemin is toe genomen, moet toegeschreven worden aan het feit, dat 3 millioen immigranten en genaturaliseerden het aantal bewo ners van Frankrijk van 38 op 41 milli oen hebben gebracht. De achteruitgang in het aantal ge boorten, welke steeds sneller gaat, heeft in de laatste vijf jaren, van 1930 tot 1935, omstreeks 100.000 bedragen. Een klein geboorte-overschot, dat nog in 1934 kon worden geconstateerd, was eetavoudig het gevolg van de vestiging van ander half millioen jonge buitenlandsche arbei ders. Tegenwoordig trekken echter hon derden vreemdelingen weg, omdat ze geen werk meer kunnen vinden, zoodat het tijdelijk voordeel, d,at Frankrijk van demograpnisch standpunt bezien, van hen had verdwijnt. Het aantal bewoners is in 1935 dan ook gedaald. Waarschijn lijk zal de volkstelling van 1936 ten op zichte van de vorige reeds een achter uitgang v,an het zielental laten zien. Het gevolg hiervan is weer een ver mindering van het aantal huwelijken. Volgens berekeningen, welke geba seerd zijn op de leeftijdsgroepen zal het aantal geboorten omstreeks 1944 515.000 bedragen en in 1965 dus in een enkele generatie tot minder dan 320.000 dalen. Een vermindering der zuigelingensterfte tot de helft (24,000) zou den achteruit gang niet kunnen compenseeren. Ter vergelijking diene het volgende staatje: 1870 1936 Frankrijk 38 mill. inw. 41 mill. inw. Italië 23 43 Engeland 26 47 Duitschland 39 67 Japan 33 69 Brazilië 10 47 De vraag doet zich voor: wat zal in de naaste toekomst terecht komen van de ouden van dagen? Hoe moeten die aan den kost komen? Minstens de helft der ouden van dagen dient onderhou den te worden door jongeren, hetgeen 'n gemeenschappelijke uitgave vergt van 14 milliard franken per jaar (voor 3% millioen personen 4,000 franken p. jaar). Maar als het aantal jongeren veel ver mindert, hoe die som dan op te bren gen? Een verdere consequentie voor Frank rijk zal zijn een geweldige overproduc tie, vooral op landbouwgebied, daar jaarlijks het aantal verbruikers met 150.000 a 200.000 zal afnemen. Het aan tal bewoners per vierk. km bedraagt in Frankrijk 75, in Italië 133, in Duitsch land 140, in Engeland 165 en in België 265. Ook voor de schatkist zal een en an der noodlottige gevolgen hebben. Ter wijl het aantal consumenten en produ centen, d.w.z. de belastingbetalers, af nemen, blijven de algemeene kosten van het staatsbestuur vrijwel gelijk, de da ling dezer kosten geschiedt in ieder ge val slechts langzaam. (Bestuursdiensten, overheidszorg, pensioenen, rentedienst, landsverdediging, enz.) De tekorten, waar men nu reeds mee zit, zullen dus nog grooter worden. Vooral op de landsverdediging moet zich dat gaan wreken, aangezien deze in de eerste plaats berekend is naar de oppervlakte van het grondgebied. De uitgaven voor de defensie zullen in voortdurend on gunstiger verhouding tot het geheele budget komen te staan. De opmerkingen van den schrijver zijn maar al te juist. Op den duur kan de „ontvolking" niet anders dan een ver zwakking van Frankrijk tengevolge heb ben. HOE DE WIERINGERMEER IN CULTUUR WORDT GEBRACHT. Goede resultaten' In navolging van voorgaande jaren is ook thans wederom een prospectus ver schenen inzake de onderhandsche ver pachting van boerderijen in de Wierin- germeer. De uitgifte zal dit jaar 4 akker bouw-, 18 gemengde en 12 weidebedrij- ven omvatten. Daarnaast werden reeds 9 akkerbouwbedrijven in pacht toege zegd aan bedrijfsleiders, die aan het in cultuur brengen van de Wieringermeer hebben deelgenomen, en op dien grond voorkeursrecht konden doen gelden, zoodat dit jaar 43 bedrijven omvatten de een oppervlakte van circa 1500 ha, zullen worden verpacht. In 1934 werden 46 bedrijven met een oppervlakte van 1800 ha uittgegeven terwijl in 1935 67 boerderijen ter gezamenlijke grootte van 2700 ha werden verpacht. Wanneer de verpachting van dit jaar haar beslag zal hebben gekregen, zullen derhalve 6000 ha of 1/3 gedeelte van het totale in de Wieringermeer beschikbare cul tuurland bij particuliere landbouwers in gebruik zijn. De resteerende oppervlakte blijft als groot-bedrijf in exploitatie, bij de land- bouwcultuurmaatschappij ,De Wierin germeer", tot wederom een gedeelte ge schikt voor verpachting zal worden be vonden. Er worden n.l. geen gronden aan particulieren in handen gegeven, al vorens is gebleken, dat daaraan geen noemenswaardig risico voor de pachters meer verbonden is. In de eerste jaren van het in cultuur brengen "zijn verrassingen op de jonge zeegronden niet uitgesloten waarom de ze zooveel mogelijk worden opgevangen door den staat. Stond men aanvankelijk over het al gemeen in landbouwkringen eeniger- mate gereserveerd tegenover het aan vaarden van een boerderij in de Wierin germeer, omdat men op zoon korten termijn, dat de gronden in cultuur wa ren nog moeilijk een oordeel kon vor men omtrent de cultuurwaarde van den bodem, al spoedig toonden de practische uitkomsten aan, dat er voor tal van landbouwersgezinnen bestaansmogelijk heden aanwezig zijn. De bevredigende uitkomsten, welke de eerste verpachte boerderijen het vorig jaar reeds ople verden deed de belangstelling voor het verkrijgen van een boerderij in pacht aanmerkelijk verlevendigen en velen moesten het vorig jaar reeds worden teleurgesteld. Deze hopen dit jaar ge- gelukkiger te zijn, al zal ook thans aan velen een teleurstelling niet kunnen worden bespaard. VERBRUIK EN PRODUCTIE VAN BIER OVER 1935. Sterke daling van het aantal verlofzaken. Gemiddeld ver bruik per hoofd gedaald tot 15,3 liter. De export ging we derom iets vooruit. Blijkens de gegevens, voorkomende in de vierde aflevering van het maand schrift van het centraal bureau voor de statistiek, liep de totale afzet van de Nederlandsche bierbrouwerijen in 1935 met 9 pet. achteruit (v.j. met 6 pet.) De steeds verder gaande daling van, de koopkracht oefent op de vraag naar bier een zeer ongunstigen invloed uit, terwijl een aanpassing v,an den kleinhandels prijs wordt tegengehouden door de zwa re lasten op het café- en restaurantbe drijf en het hooge bedrag van den bier accijns. Het aantal gelegenheden, waar alcoholhoudende dranken in het klein verkocht mogen worden, vertoont in de laatste jaren dan ook een voortdurende achteruitgang. Dit aantal bedroeg op 1 Mei 1932 nog 16.596 vergunningen en 14.302 verloven A, en op 1 Mei 1935 resp. 16.420 en 11.267. Voor,al het aantal verlofzaken is sterk achteruitgegaan, se dert 1 Mei 1932 met niet minder dan 21 pet. Het bierverbruik per hoofd van de be volking daalde van 17.5 liter over 1934 tot 15.3 liter over 1935 of met 13 pet. (v.j. 8 pet.) In 1929 bedroeg het verbruik per hoofd nog 28 liter, zoodat sindsdien het verbruik per hoofd is verminderd met gemiddeld 45 pet. Het binnenlandsch verbruik loopt steeds achteruit en daalde v,an 1931 tot 1935 van 2,024,000 hl tot 1,292,000 hl. De import daalde in genoemd tijdvak van 45,000 hl tot 24,000 hl. Daarentegen ging de export evenals in 1934 weer iets vooruit; over de jaren 1931 tot en met 1935 bedroeg de export resp. 124.000, 90.000, 77.000, 83.000 en 105.000 hl. Toch blijft als gevolg van het verminderde binnenlandsch ver bruik de totale afzet der Nederlandsche brouwerijen terugloopen; de achteruit gang bedroeg van 1931 tot en met 1935 van 2,103.000 hl tot 1.373.000 hl. Het aantal brouwerijen verminderde sinds dien van 140 tot 120. De opbrengst van de accijns daalt ook geregeld; deze daling bedroeg van 1931 tot 1935 van f 14.430.000 tot f 8.446.000. De luchtbeschermingsoefening. De Commissaris der Koningin heeft aan de burgemeesters der gemeenten in Zeeland een schrijven gericht van den volgenden inhoud: Het is mij een aangename taak, U mijn dank te betuigen voor de medewerking door U verleend bij de op 16 dezer ge houden algemeene oefening in de lucht bescherming. Ik verzoek U tevens, de zen dank over te brengen aan het hoofd van den luchtbeschermingsdienst in Uwe gemeente en aan het met dezen dienst verbonden personeel. Tot mijn groote voldoening mocht ik ook van aanwezige deskundige autori teiten vernemen, d,at deze oefening in elk opzicht geslaagd kan heeten. Persoonlijk kon ik mij vanuit het avondvliegtuig er van overtuigen, dat de verduistering dezer provincie bijna vol komen was. In dit opzicht valt derhalve ook de medewerking der bevolking te loven en met voldoening wensch ik dit in het bijzonder tegenover U te const,a- teeren. EEN NIEUWELING. De firma F. Sandijck Jr. heeft voor 't eerst ook voor Middelburg en omgeving een gids uitgegeven waarin voorkomen de autobussen, trammen, bootdiensten, en bodediensten op de eilanden Wal cheren, Noord- en Zuid-Beveland. Weer op htm plaats. Na den winterslaap van eenige maan den zijn de lampen, die dienst doen als schijnwerpers bij de belichting van het Stadhuis, weder op hun verheven plaat sen op de M,arkt aangebracht en toen het gisterenavond donker was, zijn zij in de juiste richting gezet, waardoor zij als vorige jaren het fraaie gebouw weer in een zee van licht deden baden. Begin van brand. Gisteren ontstond een begin van brand in een loodsje dat op het terrein tusschen het perceel van de firma Wiener en het Grand Hotel in staat en dit in houtwol enz,, dat daarin wordt opgeborgen. Toen enkele brand weerlieden ter hulp kwamen was het vuur reeds gebluscht. RAAD VAN SOUBURG. Een adres van Nemidso- De begraafplaats te duur? Een c^ires met minder fep,ren in houd? Dinsdagmiddag vergaderde de Raad dezer gemeente, voltallig, De v o o r z. jhr. H. A. v. Doorn, deelde mede dat de secretaris de heer J, G. Gabriëlse wegens ongesteldheid van zijn vrouw niet tegenwoordig kon zijn. Hij sprak de wensch uit dat zij weer spoedig in haar gezin mag terugkeeren. Benoemd werd tot lid van het Bur gerlijk Armbestuur de heer De Wolf met 10 stemmen. De heer L. Vader ver kreeg 1 stem. Het streekplan. De hr Leenhouts vroeg of de meening van B„ en W. eensluidend is met die van Ged. Staten. Hebben de be sluiten een voorloopig karakter? De voor z.: Ja. Het voorstel van B. en W, werd aan genomen, De voorz. jhr. H. A. v. Doorn VOOR OE PUP Kees, ROOKT IBIS EN GÉÉN ANDERE SHAG (Ingez. Med.) en weth, Cijsouw werden als leden der voorloopige commissie aangewezen en weth. Suurmond als hun plaatsvervan ger. Wijziging Algemeens Politie verordening. Deze wijziging betreft de bepaling waarbij aan den burgemeester de be voegdheid werdt verleend wanneer de orde dreigt verstoord te worden een tapverbod uit te vaardigen. De hr Jansen was er in beginsel niet tegen maar is bang voor het mis bruik dat van dit artikel gemaakt kan worden. De voorz. wees er op dat het van belang is, dat deze bepaling terstond tot stand komt. Welke meening ook weth. Suurmond uitsprak. De heer 'Van S o el e n wilde dat deze bepa ling nu opgenomen wordt. De hr. v. d. Putte was tegen het voorstel om deze bepaling pas in de nieuwe verordening op te nemen. De hr. De Priester zegde dat het doel deze verordening is den burge meester meer macht te geven. Ook hij was bang voor misbruik, vooral omdat in het artikel staat „dreigt verstoord te worden" Juist ten opzichte van deze kwestie is het vertrouwen in het be leid van B. en W. geschokt bij spr.'s fractie. Gezien het lange uitblijven van de nieuwe politieverordening achtte spr. het dwingen gemotiveerd. De verorde ning werd daarna aangenomen met de stemmen van de heeren De Priester Jansen en Leenhouts tegen. Adres Nemidso. De hr. Jacques bepleitte aanne ming van dit adres. De hr. v. d. Putte achtte het be roep van B. en W. voor de beperking van winkels op het uitbreidingsplan niet voldoende. Spr. wees op de voor naamste bepalingen in het aanhangige wetsontwerp van den Minister waarin aan hetgeen uit de maatschappij zelf ge groeid is een beteekenisvolle plaats wordt gegeven. „Nemidso" vraagt nu regelrecht den Raad een vestigingsverbod uit te vaar- -v- i A --T-< r - knapt U op. (Ingez. Med.) fc Door MARJORIE BOWEN. 64). Dan, toegevende aan een ziekelijke bekoring, keek zij naar Timothy Car le». En toen zij keek verdween haar weer zin; hij w,as niet harteloos, hij was niet koud, hij; leed verschrikkelijk. Zijn open, knap gelaat, zoo geschapen om opgewektheid en levendige belang stelling uit te drukken, stond betrokken en strak; hij leek geschokt, verbijsterd en alsof hij met buitengewone inspanning zichzelf meester bleef. Miss Stalling merkte op dat Farryner medelijdende blikken op hem wierp. Toen de laatste zwakke uittarting van de muziek ophield sprak madame de Bellegarde: Iedereen lijkt treurig en ik heb niet graag dat er vanavond iemand droe vig uitziet. Dit is het einde v,an ons feest. Dat verklaart de droefenis, ver zette zich Farryner, het einde! Maar alleen het einde van St. Mar- tijn's zomer, antwoordde zij. De lente is op komst, dat weet gij. Slechts voor een enkelen onzer. O, ge zijt zwaarmoedig! g,af zij te rug, Zij keek gretig naar het meisje, dat zij zoo weelderig getooid had. Kunt ge zingen. Slechts enkele oude stukken, wel ke de nonnen mij geleerd hebben. Die zullen het heel goed doen in deze japon. Welke zijn het? Oude wijsjes uit opera's „Una furtiva lacrima" Mjiar Farryner viel haar in de rede: Laar haar niet zingen; neen, zij moet niet zingen. Madame de Bellegarde keek hem peinzend aan en miss Stalling geloofde dat hij uit zorg voor Carless w,as tus- schenbeide gekomen. Zij ondersteunde hem. Neen, ik geloof niet, dat Robinetta moet zingen laat ons wat vroolijke muziek hebben misschien nog eens de „Polonaise". Madame de Bellegarde antwoordde niet; zij scheen weg te zinken in de diepte van haar rijk bewerkte stoel niet meer tebestaan, toen de muziek weer begon te spelen, nu de flikkerende melodie van een mazurka. En ook Farryner verzonk in zijn stoel en was weg, en miss Stalling voelde zich als 'n geest met nog slechts greti ge oogen om het leven gade te slaan dat zij had verlaten. Alleen de jeugd was niet verwoest door de muziek. Robinetta en Carless bloeiden, vol levenslust en triomfeerend tegen de pracht van de muziek in, zij ernstig en hij verwilderd, maar beiden levend en jong. Zij hadden allen heen moeten gaan en hen daar laten, alleen met de muziek, en niet moeten blijven en ineenkrimpen als verpletterd de omgeving uit haar verband rukkend door smart en angst, zoodat de lucht vol was van melancho lieke geesten. Zoo peinsde miss Stalling somber en dacht ook na over de wreedheid, de on bewuste wreedheid, waarmee de jeugd werd behandeld i zoo werd zij gekluis terd, tot zwijgen gebracht, gedwars boomd door de ouden, de vermoeiden, de afgunstigen het meest v,an al door de ouden en ouder wordenden, zelfs wanneer dezen trachtten vriendelijk te zijn en zelfs te helpen. De muziek hield plotseling op. En zij waren allen weer op het ap pèl, een oude vrouw, een vrouw van middelbaren leeftijd en een man v,an middelbaren leeftijd, gezeten naast een jongen man en een meisje. Met de muziek verdween er iets uit de lange zaal; zij allen bewogen zich, haalden diep adem, zuchtten. Wij zullen nu gaan soupeeren zei- de madame de Bellegarde. Zij stonden op; miss Stalling zag hun spookachtige gestalten in de vele spie gels, 'een flikkerende, versierde, stra lende Robinetta weerkaatste zich tel kens en telkens, in elk mogelijk toover- hoekje. Carless bewoog zich naar het lange wijd open venster; hij vond het heet zei- de hij. Maar de buitenlucht was even benauwd als die van de kamer; de echo's van de muziek schenen nog te kloppen in het duister van den nacht. Het meisje schreed met haar gast vrouw voort onder de lange rij der licht kronen. De vier oude mannen speelden nog eens zacht over de pijnlijke wuftheid van „Les Adieux". HOOFDSTUK III. Miss Stalling was benieuwd wie de betoovering zou verbreken van de mu ziek, den slaperigen, warmen avond de schoonheid van het meisje, versierd en getooid als de godin van een mystiek feest. Ols als niemand dat zou doen als iedereen toch zou vertrekken zonder openbaring van zijn geheimen? Maar dat zou het gebeuren; zelfopen baring kwam van dat lid van het ge zelschap, waarvan miss Stalling dit het minste verwacht zou hebben Timothy Carless. Toen zij na het souper wedorom naar de lange galerij flaneerden schreed ma dame de Bellegarde naar het hooge, openslaande venster en weifelde op den drempel van den tuin. En Timothy Carless stond vastbera den op en volgde haar; miss Stalling be wonderde hem om zooveel kracht en moed. Toen hij bij madame de Bellegarde kwam, zeide zij: Wij moeten gaan, de muziek begint weder. Neen, antwoordde de jonge man, zenuwachtig aanhoudend, ik moet u spreken. Nu dadelijk. Zij streed met zichzelf of zij zou toe geven of niet; haar gedachten waren zoo geheel op één punt gericht, dat het er werkelijk heel weinig toe deed wan neer hij sprak. En zij was er de vrouw niet naar om dien toon van gezag in een man te weerstaan. Laat ons hier heen en weer wan delen, langs de vensters, zeide zij dat zal licht genoeg zijn. Er was geen maneschijn, maar van de groote, niet van gordijnen voorziene ramen van de lange galerij kwam de zwakke gloed van de luchters en tus schen deze ramen was duisternis. Zij wist zoo goed wat hij te zeggen had en waarom hij het zeide; haar geest was deze oogenblikken welke reeds tot' het verleden behoorde, ver vooruit. Toch waren er dingen die zij moest zeggen, met overleg moest zeggen. Zij was verheugd dat hij trouw was aan 'n onuitgesproken belofte; zij had altijd geweten dat hij een edel karakter had, ofschoon andere menschen hem lucht hartig en fantastisch hadden gevonden; zij glimlachte teeder en dankbaar naar hem in het warme duister. Zij moest hem helpen, hij was in groote ellende en zij had een oneindigen voorsprong op hem, omdat zij wist wat ging gebeuren en hij niet; in haar handen lag het schep pen der toekomst. (Wordt Vervolgd!

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1936 | | pagina 5