D KRONIEK van den DAG. DE PAGODE BINNENLAND. Melk verhoogt uw weerstandsvermogen/ ctf^ ^%vCr, TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE COURANT) VAN VRUDAG 15 MEI 1936. No. 115. HET WEENSCHE VRAAGTEEKEN. Tien jaar militaire gasschooi. NEERLANDS ZUIVEL VOEDT U GOED! 85 ct. p.f&2s de zjuunugdfe de. bextê K \foor mayonnaise wig, -~Irtr ff'"iY-yTT Men had uit Weenen van alles kun nen verwachten, maar dat prins Star- hemberg zich door Schuschnigg op zij zou laten zetten, heel moeilijk. Deze eer zuchtige telg uit een oud Oostenrijksch geslacht, leek veeleer de Oostenrijksche Mussolini te zullen worden. Het staat vrijwel vast, dat hij aspiraties in die richting koesterde (en misschien nog koestert). Zijn bewondering voor den Italiaanschen Duce is kolossaal. Men heeft dat deze week nog weer kunnen lezen uit het telegram, dat hij naar Rome zond, ter gelegenheid van de Italiaan- sche ze<Je in Oost-Afrika. Hoe dom was alevel deze gloeiende felicitatie. Oosten rijk heeft er belang bij, met Engeland en Frankrijk op goeden voet te blijven. Men kan zich voorstellen welken indruk Star- hemberg's openbare hulde te Parijs en in 't bijzonder te Londen moet hebben gemaakt. Schuschnigg, die 't al een hee- len tijd niet meer met den Prins kon vinden, schijnt van deze domheid handig partij te hebben getrokken, om den ad- spirant-dictator uit de regeering te wip pen. Waar haalde hij de macht daartoe vandaan? Er broeide al geruimen tijd wat te Weenen en men kon verwachten, dat er binnen afzienbaren tijd iemand de laan uit zou worden gestuurd. Maar de algemeene opinie was, dat dat Schusch nigg, de bondskanselier, zou zijn. Im mers, prins Starhemberg, had de Heim wehren, de uitstekend bewapende bur gerwachten, achter zich. Het kan niet anders, of Schuschnigg moet zich van den steun van het leger verzekerd heb ben, het leger, dat klein, maar goed ge drild is en over goed materiaal beschikt. Blijkbaar heeft de prins een botsing tus- schen zijn Heimwehren en het leger lie ver maar niet willen riskeeren. De meeningsverschillen tusschen Schuschnigg en Starhemberg waren be kend. De eerste wil het gematigd dicta toriale bewind, dat eerst Dollfuss en na dezen hijzelf met den prins heeft uitge oefend, handhaven en allengs weer wat democratischer maken. De laatste stond echter een straf fascistisch régime voor. De terzijdestelling' van Starhemberg be- teekent dus dat het de democratische richting uit zal gaan? Die vraag kan men niet met een kort en bondig ja of nee beantwoorden. Voor elk politiek ver schijnsel in Oostenrijk heeft de laatste jaren gegolden: zoolang als 't duurt. Wij zijn er allesbehalve zeker van, dat dit ditmaal niet zal komen te gelden. Men weet veel te weinig van de verhouding der politieke krachten in dit land, om ook maar bij benadering te kunnen zeg gen, of Schuschnigg kans maakt de vol ledige macht, die hij thans aan zich ge trokken heeft, langen tijd te behouden. Het leger (d.w.z. de generale staf) schijnt op 't oogenblik weliswaar achter hem te staan, maar wie voorspelt, dat deze steun duurzaam zal blijken? Schuschnigg wil, naar men beweert, trachten op een beteren voet te komen met de arbeiders, die voor dat het par lement eenige jaren geleden naar huis werd gestuurd, grootendeels politiek ge organiseerd waren in de omvangrijke so ciaal-democratische partij. Zij zouden nog steeds socialistisch denken. Daar naast bestaat dan de geheime nationaal- socialistische beweging, Hoe sterk zij precies is, weet geen mensch, maar uit verschilende dingen valt op te maken, dat haar aanhang niet moet worden on derschat. Het zal er vooral voor Schusch nigg op aan komen, de nazi's de baas te blijven. Deze willen, zooals men weet, Oostenrijk bij Duitschland inlijven en worden bij hun streven energiek terzijde gestaan door den Duitschen gezant Von Papen. Deze sinjeur, die indertijd Hitier op het paard heeft geholpen, meenende, Door MARJORIE BOWEN. 60). Het meisje 'gehoorzaamde langhaam, als was zij niet in staat zich te verzet ten; zij naderde den sierlijken stoel en raapte den handschoen op, die, achte loos neergeworpen, den vorm had aan genomen van de hand, waarvan hij losjes was uitgetrokken. Madame de Bellegarde sloeg haar ga de en miss Stalling nam beiden waar, en zag iets dat even zelden gezien wordt als het zich ontworstelen van de kapel aan de pop, of het openbarsten van de scheede, dat den knop bevrijdt; zij zag de ziel van het meisje ontwaken, zich zelf verwezenlijken in een vluggen op bloei van smart en heerlijkheid. Zij had den handschoen onwillig op genomen, zij had er naar gekeken op een verbijsterde wijze, zij had geblikt naar de twee oudere vrouwen, die haar aan staarden en keek dan met gretige felheid naar den handschoen, alsof dat een amulet was geweest om haar hart te veranderen; zij opende haar lippen als om de stilte vol verwachting te verbre ken, welke over hen allen hing, maar zeide niets. In een onmiskenbaren blos vloog de pijnlijke, heete kleur over haar hals en gelaat, en haar borst zwoegde onder het "verschoten linnen; zij zag' om zich heen, zoekende te ontsnappen. dat hij met den beroemden heer Hugen- berg de nazi's aan zich zou kunnen on derwerpen, moet de laatste maanden nog al invloed in Weenen hebben gekregen, ook in kringen, waar men hem vroeger verachtte. Zelfs is hij er, naar aan de N R, C. wordt gemeld, in geslaagd, tot som mige hooge officieren door te dringen. Voor Schuschnigg's positie lijkt dit wel heel gevaarlijk, temeer omdat hij tegen Von Papen weinig kan beginnen, zoo lang deze niet over de schreef gaat. De man is nu eenmaal gezant. Maar ook, in politicis, volslagen immoreel. Wij heb ben, toen Von Papen indertijd te Wee nen werd aangesteld, de vrees geuit, dat de Oostenrijkers daar plezier van zouden beleven. Het begint er nu al aar dig naar uit te zien. HET KONINKLIJK BEZOEK AAN AMSTERDAM. Het centraal comité van Oranje- en nationale organisaties te Amsterdam heeft besloten in de week van 22 tot 28 Mei tijdens het jaarlijksche koninklijk bezoek aan Amsterdam verschillende manifestaties ,tö 'organiseeren, In de eerste plaats zullen bij de aankomst van de Koningin en de Prinses de kin deren van vele scholen zich langs den weg scharen terwijl bij aankomst ojNden Dam de Koningin door een groot aantal vereenigingen een vaandelhulde zal worden gebracht. Des Maandags vindt een zanghulde, gevolgd door een défilé plaats. Hoe de scho olwerd opgericht. Een instelling waarvan het nut in deze tijden meer en meer wordt erkend. Uitsluitend passieve voorbereiding. (Van onzen -r e d a c t e u r). Een jubileum van 'n instelling, wier be lang helaas in deze tijden maar al te actueel is, staat Maandag a.s. gevierd te worden. Op 18 Mei 1926 werd de militai re gasschooi te Utrecht opgericht en_in de tien jaren van haar bestaan heeft ze reeds veel nuttig werk verricht ter zake van het paraat m,aken van onze weermacht tegen mogelijke gasaanval len, die ondanks alle goedbedoelde ver dragen in een komenden oorlog niet uitgesloten mogen worden ge,acht. De oorlog in Abessynië heeft opnieuw bewezen, dat het gebruik van gassen door de strijdende partijen, die zich ver bonden hebben dit onmenschelijke strijd middel uit te bannen, geenszins wordt versmaad om een overwinning te forcee- ren. En aangezien elke oorlog begon nen wordt om in een overwinning te eindigen, is het ook zeer waarschijnlijk dat het als wapen z,al blijven worden gebruikt. Onze militaifre autoriteiten hebben dat reeds vele jaren geleden in gezien. Toen reeds zijn ze begonnen, maatregelen te nemen, die door sommi gen als overdreven werden gekenschetst, maar waarv.an de juistheid thans dooi den loop der dingen op tragische wijze is aangetoond. Nederland heeft het protocol van Ge- nève van 17 Juni 1925, waarbij de gas- oorlog is verboden, mede onderteekend. Daarvan heeft onze regeering de juiste consequentie getrokken, door zich te onthouden v,an de voorbereiding tot 't gebruik van gas als wapen door onze weermacht. In de militaire gasschooi wordt alleen opgeleid tot een doelma tige gasbescherming en van een actieve voorbereiding van het gebruik van che mische strijdmiddelen houdt men zich verre. Natuurlijk worden wel oorlogsgas- sen gefabriceerd, maar deze dienen hier uitsluitend voor onderzoek der be strijdingsmiddelen en om de leerlingen der school in de practijk der gasbe scherming te oefenen. In den grooten wereldoorlog werd voor het eerst van gifgassen gebruik gemaakt. Velen zullen zich nog het afgrijzen her inneren, dat iedereen bezielde, toen de eerste berichten omtrent de toepassing van dit afschuwelijke aanvalswapen werden gepubliceerd. Al spoedig kwa men toen de gasmaskers in zwang. Zij werden volmaakter naar gelang de tech niek van de chemische strijdmiddelen voortschreed. Ons land maakte er ge lukkig niet rechtstreeks mee kennis, maar onze militaire autoriteiten volg den den gang v,an zaken nauwkeurig, voor zoover dat mogelijk was. Na den oorlog werd er meer over bekend en de wetenschap werkte met onverdroten ijver ook in vredestijd aan een vervol making ervan. Op bescheiden wijze werd eerst in Nederland aan gasbescherming ged.aan. Aan de stormscholen te Amersfoort en Den Haag werd ook in dit vak opleiding gegeven, doch het bleek al spoedig, dat dit lang niet voldoende was. Het was de toenmalige kapitein P. W. Best van de luchtvaartafdeeling, die in 1924 den stoot gaf tot de oprichting van een gas schooi en de totstandkoming van een gascolonne. .Hij hield op 28 November van dat jaar een lezing voor de vereeni- ging ter beoefening v,an de krijgsweten schap over den invloed van chemische strijdmiddelen op de oorlogvoering en kwam daarbij tot de conclusie dat het ook in vredestijd noodzakelijk is den troep ten aanzien van de gasbescher ming te instrueeren. Daarnaast bepleit te hij ook ,actieve voorbereiding van 't gebruik van dezet strijdmidelen. Dat was nog voor de totstandkoming van het protocol van Genève. De voor bereidingen van zulk een centraal op leidingsinstituut namen echter nogal wat tijd in beslag en zoo werd de school pas een jaar ongeveer na de totstandkoming van dit protocol opgericht. Daarmee was voor de Nederlandsche militaire auto riteiten meteen beslist, dat de organisa tie der school uitsluitend op het onder richt in gasbescherming zou worden ge baseerd. Bij de besprekingen, die aan de oprichting vooraf gingen, rezen ech ter ook nog andere vragen. Moest er een aparte school komen voor de ma rine en een voor de landmacht? Onder wien zou de school ressorteeren en waar zou zij worden gevestigd? Van het systeem twee scholen werd, mede in verband met de kosten, afge zien en besloten werd, dat één school in de behoefte zou voorzien. Na ampe le besprekingen zou zij komen te ressor teeren onder de inspectie van de genie, terwijl Utrecht om haar centrale ligging ,als plaats van vestiging werd uitverko ren. Er is nog- sprake van geweest, dat de school zou worden overgebracht naar de K M. A. te Breda, maar afgezien van de geldelijke lasten zegevierde de gunstige ligging v.an Utrecht. De school werd gevestigd in een ge bouw aan de Mineurslaan te Utrecht. Directeur werd de toenmalige kapitein van de IVe artillerie-brigade S. Schd- derman, die zich in korten tijd moest in werken in een materie, waarin hier te lande feitelijk nog geen deskundigen be-:[ stonden. Voor allerlei onverwachte* moeilijkheden kwam men te staan, doch de directeur en zijn staf van militaire en burgerleeraren wisten er zich op den duur met groote voortvarendheid door heen te slaan, In tegenstelling met vroeger mag de school zich thans in de aandacht van velen verheugen, in verband met de luchtbeschermingsoefeningen, die meer en meer in den lande gehouden worden, oefeningen die voor een groot deel ook gebaseerd zijn op een onderstelden gas aanval. De school heeft nu ook speciale cursussen voor dokters en paardenart sen, buiten de gewone cursussen voor beroepsofficieren, reserve gasofficieren en leerlingen van de krijgsschool om. Vaak krijgt de gasschooi tevens verzoe ken van lichamen, die de luchtbescher ming beoefenen, om deskundige voor lichting. Met het oog hierop werd een zgn. modellenk,amer ingericht, waarin cp overzichtelijke wijze allés is opge steld mét betrekking tot de gasbescher ming. Bijna tien jaar heeft de eerste direc teur aan het hoofd van de school ge staan. Met ingang van 1 Jan. jl, heeft de heer Schilderm,an den dienst als luite nant-kolonel verlaten. Hij werd opge volgd door den kapitein der infanterie A. W. Claesen, die wordt bijgestaan doo! twee militaire leeraren en eenige civiele docenten. De school geniet thans algemeene belangstelling en kan voor c ns volk helaas, voegen we eraan toe nog zéér veel nuttig werk verrichten. VERLAGING SALARISSEN RECHTERLIJKE MACHT E. A. De Eerste Kamer behandelde gister middag nog het wetsontwerp tot nadere wijziging van de bezoldiging van den Raad van State, de algemeene reken kamer, de rechterlijke macht en de mi litair-rechterlijke macht. Na een opmer king van den heer Knottenbelt (lib.) dat de tegenwoordige salarissen der rechterlijke macht eerder te laag dan te hoog zijn, zeide de minister van justitie, de heer Van Schaik, dat hij niet enthousiast is voor het voorstel, doch er moet versoberd worden, en dat moet dan bij alle ambtenaren zonder uitzondering. De salarissen van de rech terlijke macht hoewel niet hoog", ste ken niet ongunstig af bij die van andere ambtenaren. Het wetsontwerp werd z. h. st. aan genomen, waarna de vergadering geslo ten werd. JHR. DE JONGE VAN ELLEMEET, Het Rotterdamsche raadsbesluit, tij dens de begrootingsdebatten gevallen, om de drie technische gemeentelijke diensten: Stadsontwikkeling, Gemeente werken en Woningdienst (met de Bouw- politie gecombineerd) samen te voegen tot één Technischen gemeentedienst, is er oorzaak van, dat met ingang van 16 Mei twee verdienstelijke hoofdambtena ren der gemeente, hun functie moeten neerleggen. Ir. L. W. H. van Dijk treedt af als directeur van Gemeentewerken en jhr. M. J. I. de Jonge Van Ellemeet als directeur van Woningdienst en Bouwpolitie. Jhr. De Jonge van Ellemeet is 21 Ja nuari 1889 te Middelburg geboren. Zijn H.B.S.-opleiding heeft hij genoten te Zierikzee en van 1906 tot 1909 heeft hij gestudeerd aan de Kon. Militaire academie te Breda. In laatstgenoemd jaar werd hij benoemd tot tweede luite Maar er was geen ontsnapping moge lijk aan de kalme tegenwoordigheid van madame de Bellegarde, en miss Stalling kon niet helpen. Robinetta leek nu gevangen, verra den; zij verfrommelde den handschoen, liet hem dan vallen, keerde zich om zonder verontschuldiging of uitlegging en rende de trap op. Ah! zeide madame de Bellegarde; zij stond op en ging naar de deur, leunde tegen 't deurkozijn, het gelaat naar den tuin gericht. Wat moet zij lijden, dacht miss Stalling en voelde zich ellendig. Wat moet zij lijden. De oude vrpuw ging' stijf heen; het meisje stond onder haar zorgen, zij moest naar haar gaan zien; madame de Bellegarde was voor haar vertroosting niet ontvankelijk. Madame de Bellegar de had haar ook den rug toegedraaid; het was alles haar schuld. En zij beklom moeitevol de trap, de vergulde leuning omklemmende. Toen zij omkeek zag zij Timothy Carless de deur binnenkomen, bij welke madame de Bellegarde nog stond en hoorde zij ik geloof dat daar 'n handschoen van je op den grond ligt. O ja die is viv mij. Hij raapte dien op en miss Stalling zag hen gezamenlijk het kasteel ver laten. Het leek haar een vervelende tocht naar die weelderige vertrekken, be woond door Robinetta. En toen zij die bereikt had vond zij wat ze verwacht had, het meisje voor over op het prachtige bed, gebroken door vreeselijk snikken, het heete, blo zende gezicht gedrukt in het zwaar sa tijnen dekbed, haar verdriet en haar kaalheid, haar schaamte en vernedering in treffende tegenstelling met de behaagzieke pracht van de buitenspo rige kamer. Miss Stalling ging zitten; zij voelde zich uitgeput; machtelooze tranen kwa men uit haar eigen versleten oogen. Maar nog kon er niets gezegd worden, over niets gepraat worden. Zij wist nog zelfs niet of Robinetta de betrekkingen tusschen haar gastvrouw en Timothy Carless had gegist en dit was iets waarover zij niet kon spreken. Wij zullen heengaan, zeide zij, met een soort van geslagen dapperheid. Ja, snikte Robinetta, wij zullen heengaan. Wij hadden nooit moeten komen, wij hooren hier niet. Neen, wij hooren hier niet. Het meisje ging overeind zitten; ook' zij had veel moed, zij vocht haar huil- hysterie er onder. Miss Stalling merkte met schrik op, dat zij 't kale leeren lijst je omklamde, dat de portretten van haar gestorven ouders omsloot: zij had niets anders dan herinneringen gehad, waar toe zij zich in haar moeite kon wenden. Zij droogde haar oogen en worstelde om haar onstuimige ademhaling mees ter te worden. (Ingez. Med.) Ik weet niet wat ik heb, bracht zij er hijgend uit. Het is de verandering van weer, Ja ik heb hoofdpijn gekregen. Ik voelde mij eenzaam, opeens 'ziet u. Ja, ik begrijp het. Gretig hielp de oude vrouw het meisje haar geheim be waren. Het heeft ie erg aangepakt heusch Zouden wij morgen niet kunnen gaan? Of zelfs vanmiddag? viel Robinet ta hartstochtelijk uit. Ik wilde hei wel, zeide miss Stal ling bezorgd. Ik voel dat het lang ge noeg geweest is maar het zou te grof schijnen. Zoo vreemd, waagde zij er aan toe te 'voegen. Robinetta kwam van het bed af en streek werktuigelijk de geliefkoosde lin nen japon glad; haar aangezicht was he vig misvormd door dien storm van snel snikken en miss Stalling was benieuwd of het dit weer hetzelfde zou worden na dien stormachtigen zielsangst van die tranen Hoe dom van mij te weenen, merk te zij onvast op. Een enkele maal ween de ik zoo wel eens in het klooster. Maar miss Stalling wist beter; nooit te voren had Robinette zoo geweend. Het meisje opende haar koffer en borg de geliefde portretten weer op zonder toelichting. Ik geloof dat wij behooren te blij ven zoolang we afgesproken hebben voegde zij er met vaste stem bij. Ma dame de Bellegarde is heel buitengewoon nant der genie. Als officier is de heer De Jonge van Ellemeet belast geweest met de bestudeering en oplossing van inundatievraagstukken en met den bouw van het fort „De Ruyter" te V 1 i s s i n- g e n. Gedurende de jaren 1916 en 1917 is hij met den lateren directeur van ge meentewerken te Rotterdam, den heer H. S. de Roode, als expert voor de re geering opgetreden in de zand- en grint- kwesties met Duitschland, België en Frankrijk. Op 1 Maart 1919 Verliet de heer De Jonge van Ellemeet als genie-kapitein den militairen dienst, om over te gaan in de funclie van directeur van* gemeen tewerken-van V 1 i s s i n g e n. In 192C kwam hij als ingenieur-afdeelings- chef van den/ woningdienst, die toen nog geleid werd door ir. A. Plate, naar Rot terdam. Na het vertrek van dezen laat ste heeft hij van Jan. '23 tot 1 Jan. 1925 't directoraat van dezen dienst waargeno men. om met ingang van laatstgenoem den datum, toen de heer C. .1. Struyk af1 rad als directeur van de bouwpolitie, en de bouwpolitie met den woningdienst werd gecombineerd, als directeur van de gecombineerde diensten op te treden. Ook op maatschappelijk terrein heeft de heer De Jonge van Ellemeet zich be wogen. Hij is voorzitter geweest van den Rotterdamschen kring van 1925 tot 1931 en sedert 1931 is hij voorzitter v,an het Nederlandsch Instituut voor volkshuis vesting en stedebouw. De heer De Jonge van Ellemeet zal wegens familieomstandigheden geen of- ficieele afscheidsreceptie houden. Hij zal heden, in intiemen kring afscheid nemen van het personeel van zijn diens ten en de volgende week van de or ganisaties, met welke hij in den loop der jaren heeft samengewerkt. V H20 (Ingez. Med.) goed voor mij geweest ook ben ik hier zulk een vreemdelinge Miss Stalling bewonderde haar; het meisje had ras en kieschheid, moed en fijnheid. Zelfs nu, meegesleurd als zij was door die vernietigende openbaring, kon zij haar zelfbeheersching behouden; miss Stalling voelde zich verlicht, ge ruster. Robinetta zou zich stellig on berispelijk gedragen, en het was nog slechts een kwestie van twee dagen. Als wij vertrokken vóór haar con cert zou dit madame de Bellegarde schokken, antwoordde zij. Wij kunnen beter alles laten zooals is afgesproken- Als je van streek bent, zou je van daag' op je kamer kunnen blijven. Robinetta zat op haar koffer, het eenige voorwerp in de prachtige kamer dat haar toebehoorde; zij wiscKte haar oogen af en trachtte het zware haar te ordenen, dat haar over de schouders was gevallen. Ik ben volkomen in orde, zeide zij droevig. Er is niets gebeurd, wel? Neen, loog miss Stalling, dankbaar voor die stoute bewering. Natuurlijk is er niets gebeurd. Wij zouden vanmiddag naar }iet klooster kunnen gaan en Soeur Clémentine opzoeken. Ja, zeide Robinetta, Dat zou ik erg graag willen. (Wordt Vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1936 | | pagina 5