I #rovmciHlc
GOESCHE COULANT -
W.o dc
PIBI3
Dr. Van Schelven vertelt van zijn avonturen
in Abessynië.
BINNENLAND.
MAG DAT ZOO MAAR?
WEER EN WIND.
15 APRIL 1936.
EERSTE BLAD.
179e JAARGANG.
Gewond en ziek heeft hij eenige dagen door de
wildernis gedwaald. Een pak brieven van
zijn vrouw redde hem het leven.
De overval.
MIDDELBURGSCHE COURANT
3agbled Voor Middelburg, Goes en agent-
chap Vlissingen 2.30, elders 2.50 per
iwartaal Week-abonn. in Middelburg en
ijoes 18 ct. p. w. Advertentien 30 ct. per Uitgeefster Naamlooze Vennootschap „De Middelburgsche Courant"; Bureaux Lange Sint Pieterstraat te Middelburg,
regel, ngez. mededeelingen 60 ct. p. r. Telefoon Redactie 269, Administratie 139 Postrekeci ng no. 43255 Kantoor te GOES: Turfkade, telefoon 17.
V ^on.r. voor ei e vee ager, tar. op aanvr. Aangesloten bij het Bureau voor Publiciteitswaar de der Vereeniging de Nederlandsche Dagbladpers.
■BasaaasMHg
Familieberichten en dankbetuigingen i—
regels 2.10, elke r. m. 30 ct. Rubriek
„Kleine Advertentien", ten hoogste 6 regale,
a 75 ct. bjj vooruitbetaling Adv. met
„Brieven" of „Bevragen bureau dezer con-
rant" 10 ct. extra Bewjjsnommer* 5 csoat.
Ik had geen kracht om op te staan.
Adem kon ik nauwelijks halen. Met
een riem trachtte ik mijn wonden af te
binden en uitgeput door het hevig
bloedverlies bleef ik uur na uur liggen.
De dorst, welke ik leed was het erg
ste. Ik voelde in mijn zakken en vond
een medicijn, welke ik gretig slikte.
Langzamerhand drong 't tot mij door, dat
ik uit deze hel moest wegkomen, om
dat het anders onherrepelijk met mij
gedaan zou zijn. Ik sleepte mij voort en
na een niet te vertellen lijden, bereikte
ik een dorp. Hier beduidde ik, dat ik
water moest hebben. Het duurde echter
uren voor ik het kreeg. Het geheele
dorp liep eerst uit om te zien en toen
begonnen alle inwoners te delibereeren
wat zij met mij zouden doen en of ze
mij water zouden geven. Eindelijk kreeg
ik het lang begeerde drinken. Toen
werd ik het dorp uitgejaagd en kroop
meer dan ik liep naar het volgende
dorp. Het was een waanzinnige toestand.
Alle dorpen werden bewoond door roo-
versbenden, die elkaar bevochten en die
bang voor elkander waren. Hoe ik ein
delijk in Kworam gekomen ben, weet ik
nog niet.
Mevrouw Van Schelven viel haar man
in de rede en wees op zijn handen, wel
ke vol kerven en sneden waren. „Zoo :.s
hij over de rotsen gekropen", voegde zij
hieraan toe.
„Eigenlijk hebben de brieven van mijn
vrouw mij het leven gered", zoo ging dr
Van Schelven verder, want ik had een
pak brieven in mijn binnenzak en daar
door werd de kogel iets gestuit. Was
deze een milimeter verder gegaan, dan
zou ik u naar alle waarschijnlijkheid nu
niet meer kunnen vertellen.
In Kworam kwam ik in een hemel ver
geleken met wat ik had moeten door
staan. Ik was er de gast van den Negus
en werd twee dagen in den keizerlijken
schuilkelder verpleegd. Ik zou toen per
vliegtuig naar Dessie gaan, maar deze
toezegging van den Negus, is hem duur
te staan gekomen, want beide vliegtui
gen, welke hij voor mij bestemd had,
werden vernield Op het veld stond de
machine voor mijn vertrek al gereed,
toen Italiaansche bommenwerpers er
bommen op wierpen. Toen zou ik des
namiddags met een tweede vliegtuig
vertrekken. Ik stond al gereed om in de
cabine te stappen, toen wederom de
Italianen naderden en bommen lieten
vallen. Ik maakte dat ik uit de buurt
kwam. De Italianen misten aanvanke
lijk. Daarna vlogen zij zeer laag over
het terrein en vernielden met mitrail
leurs de machine.
De Negus besloot toen dat ik per
auto naar Dessie zou gaan. Daartoe stel
de hij zijn eigen muilezel te mijner be
schikking Drie uur moest ik op dit dier
rijden om bij het beg'in van den autoweg
naar Dessie te komen. Met de keizer
lijke auto ging het toen verder. Echter
waren wij nog niet aan het eind van on
ze ellende, want bij het oversteken van
een rivier geraakte de benzinetak lek
en vulde deze zich met water. Wij moes
ten toen wachten tot er een vrachtauto
met gewonden kwam en daarbij konden
wij nog een plaatsje krijgen. Zoo kwamen
wij in Dessie, dat mij na alle doorge
stane ontberingen en verschrikkingen
werkelijk een paradijs leek.
Men moet zich ook van die tocht naar
Dessie vooral geen te mooie voorstel
ling maken. Herhaaldelijk werd onze
karavaan door Italiaansche vliegtuigen
gebombardeerd en het mag werkelijk 'n
wonder heeten, dat wij zonder groote
ongelukken in ons basiskamp aankwa
men.
U kunt zich voorstellen hoe vreemd
ik mij voelde toen ik weer in een bed
lag. Maar nog merkwaardiger vond ik,
dat wij niet geregeld gebombardeerd
werden. Aan het front was ik daar zoo
aan gewend geraakt, dat de stilte in
Dessie mij trof".
Abessynië en het Abessijnsche
volk.
Vervolgens vroeg de journalist dr.
Van Schelven, wat zijn indruk was van
het Abessijnsche volk, van hun bescha
ving en cultuur.
Het is een vrijgevochten, tuchtlooze
bevolking. Een Italiaansch protectoraat
zou zonder twijfel zegenrijk zijn voor dit
•r. Van Schelven, een van de dokto-
r«* bij de Nederlandsche Roode Kruis
Ambulance in Abessynië, wiens kara-
t%sox onlang6 door roovers werd over
vallen, waarbij1 hij ernstige verwondingen
opliep, is vanochtend in Nederland te
ruggekeerd.
Naar men weet was dr. Van Schelven
de „Christiaan Huygens" uit Port
Saldi vertrokken om, na de emoties in
Ab4^ynië, in eigen land herstel te zoe-
kea van zijn verwondingen. Zijn toestand
wa« van dien aard, dat een rustkuur
noodzakelijk moest heeten en daarom
was het aanvankelijke plan om aan
boord te blijven tot Amsterdam. De
bootreis heeft hem echter zoo goed ge
daan, d.at hij zich krachtig genoeg voel
de om in Genua van boord te gaan
en met den boottrein van de maatschap
pij „Nederland" naar Arnhem te ver
trekken, waar hij dan hedenochtend is
aangekomen,
Een redacteur van het A.N.P. is dr.
Van Schelven tot Dusseldorf tegempet
gereisd en heeft in den trein een on
derhoud met hem gehad en van hem,
na de min of meer fragmentarische be
richtgeving over zijn lotgevallen, een
aaneengeschakeld relaas gehoord, van
hetgeen hem is overkomen. Zijn vrouw,
en oudste zoon', die hem tegemoet, wa
ren gereisd, vulden het gesprek, w,aar
noodig, aan.
„Wij konden niet werken", aldus dr.
Van Schelven, als wij.bij elkaar bleven.
De ambulance moest zich splitsen. Dat
was onze overtuiging en hoewel wij de
gevaren, daaraan verbonden, niet onder
schatten, hebben wij zulks gedaan. Het
hoofdbestuur van het Roode Kruis was
er nooit voor geweest. Steeds had men
in Den Haag gezegd: bij elkaar blijven
en, achteraf gezien, is gebleken, dat het
splitsen in eenheden inderdaad buiten
gewoon groote risico's met zich bracht.
Wij meenden echter, dat het belang
van onzen arbeid het vorderde. De een
heid, waar ik toe behoorde, ontmoette
een aantal rebellen. Nu moet men zich
van rebellen in Abessynië geen verkeer
de voorstelling maken. Dit zijn eenvou
dig wilden die in benden van de bergen
komen, geheel naakt zijn en rooven en
plunderen waar zij maar kunnen. Wan
neer een Abessijnsch escorte dergelijke
rebellen ontmoet, wordt er zonder meer
op hen geschoten. Ons escorte viel dan
ook dadelijk de rebellen aan en bij deze
vechtpartij vielen verschillende dooden.
Wij trachtten den strijd te doen eindi
gen en toen onze begeleiders twee ge
vangen rebellen ook wilden dooden, heb
ben wij dit belet. Dit ging zelfs niet zon
der dat wij de menschen op de me'est
krachtige manier dwongen met de
moordpartij op te houden.
Waarschijnlijk heeft dit optreden mij
het leven gered. Want de rebellen na
men wraak. Wij zagen ze om ons heen
sluipen en inderdaad werd onze een
heid korten tijd later overvallen. Wij
verdedigden ons zoo goed wij konden.
Echter was de overmacht te groot.
Onze gids zag ik naast mij neervallen
en daarna werd mij alles zwart voor de
oogen en zakte ik ineen. Ik was door
twee kogels in de borstkas getroffen.
Hoe lang ik daar bewusteloos gelegen
heb, weet ik niet. Toen ik echter bij
kwam, stond een Abessijnsch roover
voor mij met de punt van zijn speer op
mijn buik. Ik dacht toen, dat het met mij
afgeloopen was en iedere seconde ver
wachtte ik, dat de wilde toe zou steken.
Hij deed dit evenwel niet en ik be
merkte, dat hij bijzondere aandacht had
voor mijn horlogeketting. Ik maakte dien
los en gaf hem deze. Daarna maakte ik
een beweging alsof ik schieten wou
hoewel ik mijn revolver kwijt was en
daarop retiteerde de roover langzaam.
De haat der rebellen ging in.de eer
ste plaats tegen de Abessijnen zelf
Voor hen kenden zij geen genade. De
blanken waren nog zoo kwaad niet, zoo
dachten zij blijkbaar.
Van de hei in den hemel.
Nooit zal ik vergeren hoe ik twee
dagen daar gelegen heb in de woestijn,
bij tijden het bewustzijn verhezende,
gekweld door pijn en dorst, met een
aantal lijken om me heen en de sluipen
de hyena's in de onmiddellke nabijheid.
Edel zij uw gedachte, uw woord en
uw daad!
Zoo veredelt gij uw wezen en zijt
ge nuttig voor den Staat.
volk, maar aan den anderen kant gun ik
niemand, dat hij zijn vrijheid verliest.
Het land is eigenlijk te groot. De
Abessijnen bewonen nauwelijks drie
provincies. De overige hangen er maar
zoo wat aan. Zij zijn nu eens voor den
Negus, dan weer tegen den Negus. Er is
geen saamhoorigheidsgevoel en men kan
dan ook van een Abessijnsche natie niet
spreken.
Wat wij meegemaakt hebben, bewijst
wel duidelijk hoe primitief en ongecivi
liseerd de toestanden daar zijn en hoe
er inderdaad rog' de eerste grondslagen
voor een geordende samenleving gelegd
moeten worden.
Wat mevrouw Van Schelven
vertelde.
Mevrouw Van Schelven las 's Maan
dags in de krant, dat haar man ge
wond was. Zij kon niet lijdelijk w,achten
op nadere berichten, maar besloot dade
lijk handelend op te treden. Met haar
16-jarigen zoon vertrok zij denzelfden
avond naar Rome en dank zij de bemid
deling van onzen gezant aldaar, kreeg
zij toegang' tot de hoogste militaire au
toriteiten. Deze stelden alles in het
werk om haar te helpen. Er werd zelfs
60 kilogram vliegpost achtergehouden
om haar een plaats in het vliegtuig van
Rome naar Asmara te geven. Wanneer
zij dan in Asmara aangekomen zou zijn,
zou zij op eigen gelegenheid en eigen
risico over het gevechtsterrein moeten
gaan om dan de Abessijnsche troepen
en de daarachter gelegen Roode Kruis
colonnes te bereiken.
Mevrouw Van Schelven greep deze
gelegenheid aan. Maar kort voor haar
vertrek ontving zij een telegram van
haar man, van den volgenden inhoud:
„Packet of your letters saved my life.
Kworam now,' )(„Jouw pak brieven red
de mijn leven. Ben nu in Kworam").
Zij besloot nu een anderen weg te
volgen en ging van Rome naar Marseil
le en vandaar met een Fransch schip
naar Djiboeti. In Suez heeft zij toen
haar man ontmoet en is met hem via
Port-Saïd teruggereisd.
Dr. van Schelven was vol lof over
de hulp, welke hij van tal van autori
teiten he;eft ondervonden, Dr. Lampe
v,an de Nederlandsche ambulance heeft
als een vader voor hem gezorgd in de
eerste dagen na zijn verwondingen. Ook
de heer Boddard, de Fransche gezant
in Addis Abeba, heeft gedaan wat hij
kon. Tenslotte was de maatschappij „Ne
derland" zoo vriendelijk om ons van
Port-Saïd naar Den Haag gratis terug
te brengen. Dit medeleven en deze har
telijke gastvrijheid heeft ons zeer ge
troffen.
Ik heb, zoo besloot dr. Van Schelven,
van den Negus voor mijn vertrek nog
een onderscheiding gekregen. Ik ben
namelijk benoemd tot officier in de or
de van de H. Drieëenheid,
De bombardementen van de
ambulances.
De Nederlandsche ambulance is eigen
lijk de eenige, welke nog niet gebom
bardeerd is, zoo vertelde dr. Van Schel
ven nog onder zijn andere reisavontu
ren door. Daarom is de stemming in
Dessié in het Nederlandsche kamp zoo
goed. Zij, die op de vooruitgeschoven
posten zijn, worden door de voortduren
de bombardementen wel down. Wij heb-
hebben wel iets bereikt, doch naar ver
houding van het geld, de moeite en in
spanning, is dit toch eigenlijk bitter wei
nig. Wel hebben wij zeer veel informa
tief werk gedaan en dat kan later van
groote waarde zijn voor 't Roode Kruis.
Al pratende was Zevenaar bereikt en
daar deed zich nog een aardig voorval
voor bij de douane. Deze verzocht me
vrouw Van Schelven een koffer open
te maken, doch toen de beambte den
naam „dr. Van Schelven" en het Roo
de Kruis-embleem zag, Jbood hij zijn
verontschuldigingen aan en zei: „ik zie
al wie U bent; U behoeft niets open te
maken".
Om zeven uur stoomde de trein het
station Arnhem binnen. Hier waren de
kinderen van dr. Van Schelven op het
perron aanwezig om hun vader en moe
der en broer te verwelkomen. Namens
het hoofdbestur van het Nederlandsche
Roode Kruis was de heer B. W. de
Kanter ter begroeting aanwezig.
Een hartelijk welkom tusschen ouders
en kinderen volgde en daarop ging de
f,amilie Van Schelven naar haar woning
in Velp.
„Ik ben een avontuur rijker" zoo zei-
de dr. Van Schelven bij het afscheid,
„maar bij alles wat ik mee heb ge
maakt in Oost en inWest, zal ik mijn
lotgevallen in Abessynië nooit vérge-
ten".
De onverwachte vlucht van den
Zeppelin boven Nederland,
Geen verplichte aankondiging,
(Van onzen B-r e d a c t e u r).
Het motorengeronk van de Zeppelin,
die in den nacht van Maandag op Dins
dag boven het Zuiden van ons land
koerste, was een volledige verrassing.
Bij vorige gelegenheden, wanneer de
„Zep" over Nederland vloog was de
komst van het luchtschip steeds van te
voren aangekondigd. Nu was de bevol
king volkomen onvoorbereid en wel
licht zal menigeen bij het vernemen van
het geheimzinnig geronk in de lucht even
de schrik om het hart zijn geslagen in
dezen tijd, nu de internationale span
ningen zoo groot zijn. Onwillekeurig zal
men zich de vraag hebben gesteld
en dat niet alleen in de plaatsen, waai
de luchtreus overheen vloog mag
dat zoo maar?
Het antwoord op die vraag moet be
vestigend luiden. Inderdaad mag een
luchtvaartuig van vreemde nationaliteit,
of het nu een vliegmachine of een
luchtschip is, in den regel over ons land
vliegen zonder dat daartoe een speciale
vergunning is verkregen. Dit geldt al
thans voor speciale vluchten, als hoe
danig dit plotselinge bezoek van de Graf
Zeppelin moet beschouwd worden.
In '1919 is te Londen, als uitvloeisel
van het vredesverdrag van Versailles 'n
internationaal luchtvaarttractaat geslo
ten, waartoe ook Nederland is toegetre
den. Dit verdrag draagt echter nog alle
kenteekenen van de omstandigheden,
waaronder het werd geboren: alleen de
vroegere „geallieerden" benevens en
kele „neutrale" mogendheden zijn erbij
betrokken. Volgens deze overeenkomst
mag ieder luchtvaartuig van een con-
tracteerenden staat vrij boven een der
andere contracteerende staten vliegen
zonder er een landing te maken. In dat
geval is het gehouden de route te vol
gen die door deze staten is vastgesteld.
Wanneer het wel een landing wil ma
ken, moet het dit op een vastgestelde
luchtvaarthaven doen. Staats-luchtvaar-
tuigen (waaronder vallen militaire,
douane- en politie-vliegtuig'en) hebben
wel een speciale vergunning noodig.
Nederland heeft op 24 Juli 1922 met
Duitschland een voorloopige schikking
getroffen, om deze aangelegenheid tus
schen beide landen te regelen. Deze
schikking is, ondanks haar voorloopig-
heid, nog steeds van kracht. Zij houdt
in, dat voor speciale vluchten van lucht
vaartuigen van het eene land boven het
andere geen toestemming noodig is Wèl
is dat het geval, wanneer een vreemde
maatschappij een geregelde lijn over het
land wil instellen, al of niet met tus-
schenlanding'en,.
De route van den Graf*Zeppelin naar
Zuid-Amerika leidt niet over Nederland.
Wanneer dus een luchtschip van dezen
dienst boven Nederland komt is dat
steeds een bijzondere vlucht, waarvoor
toestemming niet noodig is. Zoo ook de
zen nacht, toen de koers van den Zep
pelin, wegens de onverwachte weigering
van Frankrijk om over te vliegen, Noor
delijker werd verlegd. Deze tocht, alhoe
wel deel uitmakend van een lijnvlucht,
werd om deze redenen toch als een
speciale vlucht beschouwd. Het feit dat
het uitstapje over Nederland zoo plot
seling moest worden besloten en aan 't
voornemen vooraf geen bekendheid was
gegeven, deed vermoeden, dat dit dezen
keer niet het g'eval is geweest. Wij heb
ben daarom eens geïnformeerd op het
departement van buitenlandsche zaken,
of ook voor dit geval zulk een aankon
diging was geschied. Inderdaad is nu ook
de gebruikelijke mededeeling niet uit
gebleven. Zij was nog Zaterdag jl. ver
zonden, doch wegens He Paaschdagen
had men er niet tijdig publicatie aan
kunnen geven. De internationale hoffe
lijkheid zulk 'n belangrijk gebruik in 't
verkeer tusschen de volkeren, heeft ook
ditmaal waarlijk wel haar deel gekre
gen.
Middelburg, 15-IV-'36. Dinsdag: hoog
ste luchttemperatuur 17.6 °C (64 °F);
laagste 5.2 °C (41 °F). Heden 9 h: 6.3
°C; 12 h: 11 °C. 0.1 mm regen of neer
slag. Hoogste barometerstand te dezer
stede, in het afgeloopen etmaal: 754 mm;
laagste 750 mm.
Hoogste barometerstand in het Euro-
peesche waarnemingsgebied: 773.1 mm
te Akureyri; laagste 743,8 mm te Biar
ritz.
Verwachting tot morgenavond:
Zwakke tot matige wind, waarschijn
lijk meest uit N. richtingen, betrokken
tot zwaar oi half bewolkt, toenemende
neerslagkans, zachter des nachts. Over
dag iets kouder.
O
Zon op: 5 h 04; onder: 18 h 57. Licht
op: 19 h 27. Maan op: 2 h 14; onder:
11 h 02. N.M. 21 April.
Hoog- en
Laagwater te
Vlissingen.
April.
Wo.
Hoogwater.
Laagwater.
15
6.56 19 25
0.45 13.18
Do.
16
8.16 20.51
1.59 14.43
Vr.
17
9.40 22.14
3.35 16.13
Hoog-
en
Laagwater te
Wemeldinge.
April.
Wo.
Hoogwater.
Laagwater.
15
8.27 20.58
144 14.22
Do.
16
9.41 22.21
2.55 15.45
Vr.
17
11.06 23.50
4.27 17.15
OP JULIANA-DAG VRIJ VAN
SCHOOL?
Naar de „Tel." uit onderwijskringen
verneemt, is bij de bevoegde onderwijs-
instanties advies gevraagd omtrent het
voornemen van het Amsterdamsche ge
meentebestuur, om op den verjaardag
van de Prinses voortaan aan de leerlin
gen der openbare scholen vrijaf te ge
ven, De adviezen zijn dezer dagen inge
zonden en men verwacht dan ook, dat
binnenkort het gemeentebestuur bekend
zal maken, dat op Juliana-dag de open
bare scholen gesloten zullen zijn.
MINISTER COLIJN IN DEN HELDER.
Een alarm-oefening.
Gistermorgen is minister dr. IJ. Co-
lijn, vergezeld van zijn adjudant lt. ter
zee le kl. Post Uiterweer in Den Helder
aangekomen. Na ontvangst door den
commandant der marine, schout bij
nacht T. L. Kruys, begaf het gezelschap
zich aan boord van de onderzeeboot
O 11. De boot vertrok vervolgens naar
het Marsdiep waar eenige duikproeven
en lanceeroefeningen gehouden werden.
De minister gebruikte aan boord de
lunch. Des middags heeft minister Colijn
de vliegkampen De Mok en De Kooi
alsmede het torpedoatelier van 's rijks
werf bezocht, terwijl 's avonds een wel
geslaagde oefening van een alarm in de
stelling Den Helder volgde. Om half tien
trokken onverwachts mariniers door de
stad, die met hun trompetten alarm aan
kondigden. Matrozen, korporaals, on
derofficieren zag men op de fiets sprin-
g'en en zich naar de schepen of andere
bestemde plaatsen begeven. Sommigèn
hadden in de haast niet de moeite ge
nomen cape of jekker aan te trekken
en spoedden zich door den regen naar
de Buitenhaven.
Sirenes loeiden, stralenbundels van
de zoeklichten zigzagden door de lucht.
Buiten de marinemenschen was ook de
halve burgerij present.
Aan boord van de schepen klonken
korte scherpe bevelen. De valreepen
werden bestormd door hen, die zich
kwamen melden. Snel werden de sche
pen vertrekklaar gemaakt, doch ze gin
gen niet naar buiten. Te ongeveer 11
uur was de oefening afgeloopen.
DE ZGN. KOLENCONVENTIE.
Vragen van den heer Wijnkoop
aan den minister van Handel,
Nijverheid en Scheepvaart.
De heer Wijnkoop heeft, aan den mi
nister van Handel, Nijverheid en Scheep
vaart de volgende vragen gesteld:
Is het den minister bekend, dat de
zoogenaamde Kolenconventie een sa
menwerking v,an de Limburgsche mijnen,
de Steenkolen-HandelsvereeniginÊ' z^nt'
de het verkoopkantoor van het Rhei-
nisch-Westfalisch Kohlensyndicat, en en
kele importeurs van Belgische en En-