jpIMT
PRODUCT
ZEELAND.
RECHTSZAKEN.
SfilBDELBURC.
GOES.
WALCHEREN.
ZEEUWSCH-VLAANDEREN W.D.
PERSKRONIEK.
tuig, en cfit om&t.uwd cfbor de Oostkap-
pelsche ruiters, U naar het dorp voerde,
heeft daardoor de bevolking als het wa
re bezit genomen van haren nieuwen
burgemeester.
Aan U thans om bezit te nemen van
Oostkapelle, dat wil zeggen, van de har
ten zijner inwoners, de blijken van me
deleven met dit feest, die wij reeds van
U mocht ontvangen, doen ons dienaan
gaande vol goeden moed zijn.
Ik noemde daar straks den moeilijken
tijd, dien we allen in meerdere of min
dere mate doormaken, vanzelf rijst dan
de vraag of het toch niet dwaas is, ja
zelfs eenigzins ongepast, om thans feest
te vieren.
Ik zou meenen van niet.
Allereerst is dit feest bedoeld als een
hulde aan U en tevens voor U een ge
legenheid om kennis te maken met de
bevolking en in al hare lagen.
Doch er is nog een ander motief; tus-
•schen de moeiten en zorgen van het da-
g'elijksche leven, die juist menigeen on
der ons zoo zwaar drukken, is een dag
als deze een dag van ontspanning en
feestvreugde van niet te onderschatte
waarde.
Daarna kan men weer met meer veer
kracht de hand aan den ploeg slaan, een
ieder in de voor hem weggelegde taak.
Het schijnt overigens, dat mijn mee
ning door de meerderheid der bevolking
wordt gedeeld, vrijwel ieder heeft zijn
penningske geofferd om dezen dag te
doen slagen.
Hulde betoon en wedstrijden hebben
een groot aantal deelnemers getrokken,
uit alles blijkt de bedoeling der bevol
king om dit „Burgemeestersfeest" te
maken tot een succes.
Zoo willen wij dan Uw beider inkomst
in Oostkapelle blijde vieren, in de hoop,
dat U hier gelukkige jaren wachten.
Rede Maijaars.
Hooggeachte Burgemeester! Ik acht 't
mij heden een voorrecht, U hier namens
den Raad en de gemeente, hartelijk
welkom te heeten, en eveneens U geluk
te wenschen, met Uw benoeming als
Burgemeester en secretaris van Oost
kapelle.
Het is heden zoowel voor U, als voor
onze gemeente, een dag van zeer groo-
te beteekenis.
Met bijzonder groote belangstelling is
d,an ook in onze gemeente en omgeving,
na de ontslagname van onzen Hoogge-
achten Burgemeester jhr. Van Teijlin-
gen de benoeming van zijn opvolger te
gemoet gezien.
Van zelfsprekend ging deze groote bè-
langstelling over naar Uw persoon, toen
wij U, als ons geheel onbekend zagen
benoemd, tot onzen Burgemeester. Doch
spoedig werden ons nadere gegevens
omtrent U bekend, en bleek het ons,
d,at U zich terdege had bekwaamd, voor
de beide ambten, die U thans staat te
aanvaarden.
Kort na Uw benoeming ontvingen wij
ook een schrijven van vooraanstaande
personen uit Eemnes, waar U werkzaam
zijt geweest, in wier schrijven U werd
genoemd, als een hoogstaand menscfi en
een werkzaam ambtenaar. Wij werden
dan ook door hen hartelijk geluk ge-
wenscht met uw benoeming als Burge
meester onzer gemeente, alhoewel zij 't
betreurden, dat U niet tot Burgemees
ter van Eemnes waart benoemd. Dat U
zich daar vele vrienden heeft gemaakt
blijkt wel, door het groote getal perso
nen uit die gemeente, hier aanwezig om
Uw installatie bij te wonen. Ook bij on
ze persoonlijke kennismaking, trqf mij,
Uw vriendelijke, en innemende persoon
lijkheid. Zoodat het thans al zoo is, dat
ik niet alleen U hartelijk geluk wensch
met uw benoeming als Burgemeester
onzer gemeente, maar dat ik vermeen
alle redenen te hebben om ook onze
gemeente geluk te wenschen met deze
Uwe, benoeming. Bij het aanvaarden
van uw ambt, wensch ik in breede trek
ken U te wijzen, op den toestand van
de gemeente en hare bevolking.
Dank zij het steeds, met goed belefü
gevoerde finantieele beheer, zijn de ge
meentelijke financiën betrekkelijk nog
goed te noemen. Al is het dat ook hiel
de toenemendewerkloosheid belangrij
ke offers vraagt, zoodat ook hier de be
lastingen aanmerkelijk moesten worden
verhoogd. Redenen waarom dan ook
één uiterst zuinig beheer geboden blijft.
Even als elders, lijdt ook hier, de
landbouwende stand geducht onder den
nood der tijden. Waar nog bedrijven
worden aangetroffen, waaruit nog inko
men gewonnen wordt, zij dezen zeer ze
ker tot een minimum peil terug geloo-
pen. Niet het minst, lijden hieronder de
gemengde, de kleine en ook tuinbouw
bedrijven, waarin reeds veel ingestoken
kapitaal is verloren gegaan, renteloos
is, of wordt ingeteerd.
Met groote zorg, vraagt men zich d,an
ook af, zoo er niet spoedig verbetering
komt, wat er van dit alles worden zal.
Als van zelfsprekend lijden, aanverwan
te bedrijven en middenstanders hierdoor
mede, en is toenemende werkloosheid
hiervan het gevolg.
Een gunstige uitzondering hierop is
in onze gemeente, nog het bouwvakbe-
drijf Door de toenemende bevolking, en
het Hier zich vestigen van personen van
elders is er aanmerkelijke nieuwbouw
van woningen. Wat o.a ook de bouw
vakarbeiders ten goede komt
Ook de nog niet zooveel jaren hier,
bestaande Vereeniging voor Vreemde
lingen Verkeer werkt actief, met als
gevolg een toenemend verblijf yan
vreemdelingen in de gemeente tijtjens 't
seizoen.
U staat thans gereed het werk van
Uw voorganger jhr. Van Teijlingen, op
U te nemen en voort te zetten en waar
deze door nauwe plichtsbetrachting en
strikte onpartijdigheid niet alleen, maar
vooral ook om zijn persoon, in onze ge
meente wordt hooggeacht, geeejrd, en
gewaardeerd is dit voorwaar voor U
lang geen gemakkelijke taak. Maar wij
hopen en vertrouwen, dat het U gege
ven zij hem met tact, wijsheid, en on
partijdigheid op waardige wijze te ver
vangen.
Als burgemeester, en mede ook als
secretaris zal het U zeer zeker aan
werkzaamheden niet ontbreken, doch
Gij zijt nog vol jeugdige levenskracht.
Als wethouders wenschen wij, zooveel
in ons vermogen is, U in het besturen
der gemeente ter zijde te staan En me
de namens den raad kan ik U verzeke
ren dat U op onze medewerking kunt
rekenen. Wij wenschen steeds op de
aangenaamste wijze, met U de belangen
der gemeente te behartigen. Maar moge
bovenal Hij van wien alle levenskracht
uitgaat, U deze in ruime mate blijven
schenken, zoodat Ge« hier zoo mogelijk
langen tijd, zult kunnen werkzaam zijn.
Ook U, Hooggeachte mevrouw Fabius,
roepen wij een hartelijk welkom in de
gemeente toe, en wenschen U geluk,
met de benoeming van Uw echtgenoot.
We hopen dat het U gegeven zij Hem
steeds ter zijde te kunnen staan. Wij
twijfelen er niet aan, of U zult zich hier
in Oostkapele met zijn mooie omgeving
spoedig te huis gevoelen. Burgemees
ter het zij mij vergund, U thans de
ambtsketting te mogen omhangen, en ik
spreek daarbij de hoop uit, dat het U
gegeven zij, dit teeken Uwer waardig
heid te mogen dragen, tot eer van U
zelf, en tot heil van onze gemeente
Oostkapelle,
De rede van den burgemeester.
Mijne Heeren,
Voor het eerst het woord hebbend in
de openbare vergadering van den Raad
der gemeente Oostkapelle is het mij 'n
behoefte te beginnen met een woord van
dank aan onze hooge Landsvrouwe,
Hare Majesteit onze geëerbiedigde Ko
ningin, wie het behaagde mij te benoe
men tot Uw voorzitter en ingevolge de
onlangs gewijzigde gemeentewet tevens
■tot Uw secretaris. Deze woorden van
dank strekken zich mede uit tol de
raadslieden* der Kroon, Zijne Excellentie
den minister van Binnenlandsche Zaken
en den Commissaris der Koningin in
onze provincie wegens hunne voordracht
voor deze benoeming.
Dan wil ik op deze plaats de inwo
ners dezer gemeente mede namens mijn
vrouw recht hartelijk danken voor de
wijze, waarop zij ons deze ontvangst be
reidden. Wij zijn diep getroffen door
alles, wat wij beleefden van de grens
der gemeente af tot op dit oogenblik.
Kortgeleden heeft hier mijn ambts
voorganger aan dezelfde tafel van U af
scheid genomen na een onafgebroken
arbeid van veertig jaren. En gij, die met
hem mocht samenwerken, weet, wat dat
zeggen wil, die veertigjarige arbeid. Ik
behoef die niet nader te schilderen, im
mers de hooge onderscheiding, welke
onze regeering den heer Van Teijlingen
onlangs toekende, spreekt voor zich
zelf. De heer Van Teijlingen is onver
moeibaar, hetgeen wel blijkt uit het feit,
dat hij zich niet alleen bereid verklaar
de om nog tot mijn ambtsaanvaarding
de bediening van secretaris te blijven
waarnemen, maar zelfs om mij in de
aanvang nog bij te staan. Ik meen dan
ook namens U te spreken, wanneer ik
den heer Van Teijlingen daarvoor har
telijk dank zeg en de hoop uitspreek,
dat hij nu mag gaan genieten van wat
de Romeinen noemden „Otium cum
dignitate."
Het moet voor den heer Van Teijlin
gen heden een wonderlijke dag zijn en
ik zou mij kunnen begrijpen, dat het
hem doet denken aan: „de Koning is
dood; Leve de Koning!" -Vergeet
men dan zoo spoedig? Neen! ik kan mij
deze spontane ontvangst van den opvol
ger slechts tweeledig zien. Ten eerste
wil men door het vieren van feest het
verdriet van het zoo juist geleden ver
lies vergeten, althans voor dit oogen
blik, en ten tweede wil men mij daar
door mijn ambtsaanvaarding gemakke
lijker doen schijnen. M'aar men zal niet
vergeten wat hij voor de gemeente ge
weest is en ook ik zal dat niet! De ge
denksteen te zijner eere geplaatst hier
beneden in de gang zal mij iederen dag
herinneren aan de verantwoording, die
ik draag nu ik zijn opvolger ben gewor
den.
Mijne Heeren, het is daarom, dat ik
Uwe toespraken van daareven dubbel
apprecieer. U verliest veel en deson
danks viel er jegens mij veel hartelijks
te beluisteren.
Mijnheer de Wethouder! Toen U mij
daareven de ambtsketen omhingt, het
symbool van de overdracht van de lij
delijk door U waargenomen functie, toen
beleefde niet alleen ik, maar ook mijne
vrouw een grootsch moment. Want op
dat oogenblik beleefden wij de lang
verbreide aanvang van onzen gekozen en
zoozeer gewenschten levensweg, 'n Weg
die mooi is, maar die vooral tegenwoor
dig, nu de gemeenten haast allen een
zware strijd om hun bestaan voeren en
de crisis en de werkloosheid voortwoe
keren, een zware verantwoording met
zich brengt. En nu zullen wij dien weg
voortaan samen met U mogen be wan
delen. Ik zeg „wij", want ,3.1 hebben ve
len onder U hier nooit een Burgemees-
tersche gekend, thans geriiet er ééne de
groote eer in Uwe vergadering te mogen
zitten en ook zij is zich bewust, dat
voor haar in deze gemeente een taak is
weggelegd. Wij beiden zeggen U dan
ook, dat voortaan Uwe belangen onze
belangen zullen zijn en dat wij van onze
kant steeds bereid zullen zijn U te allen
tijde te helpen, waar mogelijk, op elk
gebied, zonder onderscheid des persoons,
maar wij verzoeken U dan ook dringenc
van Uw kant mede te werken door tot
ons te komen met Uw moeilijkheden.
Ik las in de courant in een bericht
over mijne benoeming de mededeeling,
dat de nieuwe burgemeester de C.H. be
ginselen is toegedaan. Inderdaad is dat
waar en behoor ik tot hen die belijden,
dat de overheid regeert bij de gratie
Gods. Maar in Uwe vergaderingen en
ook daarbuiten zal ik mij trachten te
stellen boven de partijen en een ieders
zienswijze respecteeren, nastrevend
slechts één belang, het belang der ge
meente Oostkapelle!
Mijne heeren, voor mij zal het samen
werken met U in den beginne allicht
gemakkelijker zijn, dan voor U met mij.
Ik zag Uw dorp en ik werd terstond
getroffen door het natuurschoon, een
gave Gods, die elders helaas dikwijls
vernietigd is,
Ik las het zoo juist opnieuw versche
nen boek Oostkapelle" van Kesteloo en
herzien door Geldof, een boek waar veel
arbeid aan ten grondslag ligt en een
goed beeld van de gemeeente geeft in
^het heden en in het verleden.
En dan de naam, die gij Zeeuwen ge
niet in de andere provincies van ons
land. Velen zijn de brieven, die ik met
mijne benoeming ontving en die vol lof
waren over Zeeland en de goede eigen
schappen van zijne bewoners. Diegenen,
die Zeeland leeren kennen, worden er
door gegrepen en vastgehouden. Het be
zit iets, dat men tevergeefs in andere
provincies zoekt, U moogt trotsch zijn
op Uw naam, zooals die bekend is bui
ten de provincie.
U en Uw dorp zijn dus g'een vreem
den meer voor mij. Ik echter sta hier
voor U als een onbekende, Het is daar
om, dat ik wil eindigen met het vragen
van een gunst: Schenkt mij allen, wet
houders, raadsleden, ambtenaren en
overige gemeentenaren, Uw vertrou
wen! Want het vertrouwen is slechts de
goede grond, waarin men zich kan ont
wikkelen. Laat dit U helder voor den
geest staan, wanneer'U straks in Uwe
gezinnen zijt teruggekeerd.
En nu aanvaard ik het burgemeester
schap Uwer gemeente en dank U, mijn
heer de wethouder voor de wijze waar
op U deze functie tijdelijk hebt willen
waarnemen. Ik danlt tevens allen, die
buiten de leden van den Raad, hier te
genwoordig zijn, recht hartelijk, dat zij
ondanks hunnen drukken werkkring en
de af te leggen afstanden deze mijne in
stallatie hebben willen bijwonen.
Ik sluit thans deze buitengewone ver
vergadering met de bede, dat God ons
in onze toekomstige arbeid moge bij- 1
staan en dat zijn zegen daarop moge rus-
ten en op de gemeente Oostkapelle in
het bijzonder!
M*
In de week van 22 tot en met 28
Maart kw,amen in onze provincie voor
2 gevallen van roodvonk, nl. 1 te
Kruiningen en 1 te Oost- en West-Sou
burg en 1 geval van meningitis cerebros
pinal epidemica te Ierseke.
GOUDEN JUBILEUM.
De heer J. A,. Klaassen, die o.a. gedu
rende vele jaren alhier directeur is ge
weest van de factory van de N.V. Ex
peditie onderneming Van Gend en Loos,
alhier en thans na nog te Dordrecht
werkzaam te zijn geweest, te Zwolle
woont, herdacht Woensdag zijn 50-jarige
•werkzaamheid. Begonnen als volontair
te Bergen op Zoom, bij de toenmalige
Algemeene Expeditie onderneming Van
Gend en Loos, H, Colignon en Co.,
werkte hij te Antwerpen en Delft om
als directeur naar Bergen op Zoom terug'
te keeren. Na dien volgden Middelburg,
Dordrecht en Zwolle.
De jubilaris staat bij hoofddirectie en
personeel in hoog aanzien.
De Huisvlijttentoonstelling.
De commissie uit den Chr. Besturen
bond, belast met het organiseeren van
'n huisvlijttentoonstelling, hield Woens
dag' haar laatste vergadering. Het bleek,
dat er voor deze tentoonstelling veel
fanimo bestaat. Meer dan 100 inzendin-
'gen zijn toegezegd, waaronder werkelijk
origineele. Te verwachten is dat de
jury geen gemakkelijke taak zal hebben
om de ongeveer 70 prijzen (medailles,
kunstvoorwerpen, artikelen door winke
liers beschikbaar gesteld en geldprijzen)
te verdeelen.
Besloten werd op Zaterdagmiddag 11
April de tentoonstelling te openen. Dien
middag en avond en op Paasch-Maandag
zal het tentoongestelde te bezichtigen
zijn. Velen uit Goes en van buiten zullen
ongetwijfeld een kijkje komen nemen,
daar de toegangsprijs zeer laag' is ge
steld,
DOMBURG. De jaarvergadering van
hét Groene Kruis op Donderdagavond
werd bij ontstentenis van den voorzit
ter geleid door den heer L. J. van Voort-
huijsen. Uit het verslag van den penning
meester bleek, dat de ontvangsten in
1935 bedroegen f 1476, de uitgaven
f 1104, batig' slot van f 371. Aan con
tributies werd ongeveer onveranderd
ontvangen f 500.
In het toezicht op de t.b.c.patiënten
is ook Aagtekerke betrokken. De aftr.
bestuursleden dr. B. Vaandrager en de
heer B, J, Westenburger werden her
kozen. Uit een door den heer Van
Voorthuijsen voorgelezen rapport van
dr. Vaandrager werd vernomen, dat de
ze zeer tevreden is over de resultaten
van het bureau voor zuigelingenverzor
ging. De moeders verschenen trouw; het
is van belang dat men afwijkingen vroeg
op het spoor komt. In 1935 waren 14 zui
gelingen ingeschreven nl. 9 uit Domburg,
3 uit Aagtekerke, 1 uit Vlissingen en 1
uit Breda; de twee laatste gedurende 't
badseizoen. Het rapport sloöt met een
woord van g'roote waardeering voor de
toewijding van zuster Traas.
De bakerhulp, door de afdeeling mo
gelijk gemaakt door middel van een sub
sidie van 50 pet in de verpleegkosten,
heeft o.m ten gevolge, dat jonggehuw
den het voordeel van het lidmaatschap
van de afdeeling begrijpen, zoodat van
de kosten weer wat terug vloeit in de
kas. De heer M; Reynhoudt Jnr„ in
zake deze instelling verslag uitbrengen
de merkte geestig op, dat de lieden van
„buiten" de baker liever nog eens „u.it
den boom willen kijken".
SLUIS. Woensdag hield de Chr. Zang-
vereeniging Hosanna haar 1ste jaarver
gadering o.l. van den voorzitter Joh. du
Fossé. Het aantal leden is teruggeloo-
pen tot 39, De penningmeesteresse kon
mededeelen, dat de vereeniging op 't
oogenblik een batig saldo bezat. Ver
der wisselden voordrachten, dubbel-
kwartetten, muzieknummers en koor
zang elkaar af. Van het plan om een
kwartettenprijsvr(aag te houden is tot
dusver niets gekomen, mede door de
te korte voorbereiding. Dat alles goed
in den smaak viel, bleek uit het welver
diende applaus.
WATERLANDKERKJE. De collecte
met het Koningin Emmabloempje heeft
alhier f 14 opgebracht.
BELASTINGWEE.
De Telegraaf is ontstemd over het
wetsontwerp tot heffing van belasting
van nalatenschappen yan Nederlanders
die het rijk metterwoon hebben verla
ten.
„In deze lentedagen, waarin iederen
dag een nieuwe bloem ontluikt, ver
blijdt de regeering ons dagelijks met 'n
nieuw belastingproject. Eerst de reis-
belasting, daarna het dubbeltje op ieder
pond koffie en nu weer een belasting
op erfenissen van Nederlanders in het
buitenland. Dat alles in een tijd, waar
in iedereen snakt naar verlichting van
de lasten, die op hem drukken, in een
tijd van beginnend economisch herstel,
dat aangekweekt moet worden, in plaats
van doodgetrapt. In den treure is het
herhaald, dat de lasten die de overheid
ons oplegt, niet verder verzwaard mo
gen worden en dat besnoeiing der
staatsuitgaveh de eenige mogelijkheid
is. Niettemin zien we het gebeuren, dat
men den belastingvirtuozen, de vrije
h,and laat, en dat iedere nieuwe bezui
niging op onoverkomelijk verzet stuit.
Blijkbaar achten onze volksvertegen
woordigers het heffen van nieuwe belas
tingen minder impopulair, dan het in
voeren van bezuinigingen. Zoo ontstaat
er een diepe kloof tusschen de huishou
ding van den staat en die van den
staatsburger. Terwijl ieder particulier
bezuinigt waar hij maar kan en de te
ring naar de nering zet, verschaft de
overheid zich ten koste der belasting
betalers onophoudelijk nieuwe bronnen-
van inkomsten en voert zij slechts, zoo
nu en dan tersluiks, een bezuiniging in.
Ibftt. Med.)
Zoodra een bezuiniging voor het parle
ment moet komen heeft zij in 9 van de.
10 gevallen een harden dobber, want
dezelfde sluizen van welsprekendheid,
die gesloten blijven als nieuwe belas-
tingontwerpen aan de orde zijn, gaan
wijd open zoodra de regeering een be
perking verlangt. Wat is er bv. tot nu
toe terechtgekomen van de bezuiniging
op het bijzonder onderwijs, dat nog al
tijd schatten verslind, als ware er geen
vuiltje aan de lucht?
Zegt het onzen belastingautoriteiten
dan niets dat er reeds zelfmoorden on
der den druk der belastingen zijn voor
gekomen? Zegt het hun niets, dat het
eene belastingproces op het andere
volgt en dat dagelijks vonnissen worden
gewezen tegen burgers die alleen op
grond van onze belastingwetgeving met
den strafrechter in aanraking komen?
Men heeft in ons land het belasting-be
talen tot een soort van heiligen plicht
verheven en men tracht een éénzijdige
belasiingeerlijkheid van den kant der
burgers te kweeken, terwijl zij die be
lasting heffen er geen bezwaar in zien
meer te verlangen dan waarop zij krach
tens de verordeningen recht kunnen
doen gelden. Wij hebben in de belasting
altijd slechts een noodzakelijk kwaad
gezien en beschouwen den man, die zijn
vermogen opbouwt en handhaaft, als
een solieder steunpilaar van onze volks
welvaart, d/an den blijfden gever, die
straks met dezelfde blijmoedigheid bij
de overheid om steun aanklopt.
De nieuwste virtuositeit van onze be-
lastinëtechnici heeft ten doel de Neder
landers, die gedurende de laatste tien
jaar naar het buitenland zijn gevlucht,
voor successierechten en schenkingen
aan den haak te slaan. Het principe is
door en door verkeerd. Inderdaad is
het een feit, dat vele Nederlanders zich
in het buitenland vestigen, om zich
daardoor aan onze belastingwetgeving
te onttrekken. De natuurlijke reactie op
deze ontwikkeling moest zijn, dat men
te 's G.ravenhage schaamrood werd en
verzuchtte: zoover is het gekomen, dat
wij onze vermogende burgers het land
uitjagen. Men reageert echter geheel
anders. Men noemt hen, die afstand
doen van die geheele prachtige staats
bemoeiing, die wij in den loop der jaren
hebben opgebouwd, belastingvluchtelin
gen en zou hen liefst als landverraders
brandmerken. Hetzelfde zouden de
groote steden gaarne doen met hen, die
zich de moeite van een dagelijksche
treinreis getroosten, uitsluitend om niet
gedwongen te zijn mee te betalen aan
de verspilling van overheidsgeld door
socialistisch-communistische meerder
heden. Niet zij die op de vlucht gaan
hebben schuld, maar zij die hen op de
vlucht drijven. Alleen de mogelijkheid
van zichzelf een onafhankelijk bestaan
op te bouwen, is de prikkel die den man
er toe kan bewegen zijn krachten tot t
uiterste in te spannen en zichzelf veel
te ontzeggen met het oog op een toe
komst, waarvan hij zelden de vruchten
plukt. Onze belastingwetgeving is hard
op weg deze mogelijkheid te vernieti
gen en breekt daardoor de veer, die ons
economisch leven in gang houdt. Vooral
in tijden, waarin het den burgers slecht
gaat, moet men zuinig zijn met nieuwe
belastingfantasieën, die, zelfs indien zij
het staatsblad nooit bereiken, de bur
gerij slechts van de overheid vervreem
den."
Opzettelijke verminking.
De rechtbank te Leeuwarden heeft
M. B„ 45 jaar, vroeger veehouder te
Burgwerd, die zch den linkerduim liet
afhakken om een uitkeering te verkrij
gen van een verzekeringsmaatschappij,
veroordeeld tot acht maanden gevange
nisstraf. De eisch luidde een jaar en zes
maanden. R
De 29-jarige administrateur J.
te Amersfoort, die dit werkje verricht
te, werd veroordeeld tot 1 jaar en
maanden met bevel tot gevangenneming.
De eisch luidde 2 jaar.
(V
De
damsc
Zoul
in de I
schijn I
zoo nij
dan
was t|
stil,
die ej
oogeril
zekeril
schadi
men
niet
co bic
heel
zal?
De
daagsl
en to<J
dezer
te
Nurkd
breng]]
voor
laatstl
lijk al|
met
wirwé
kendd
kaar
grootJ
krachl
En T
benec
veert|
kers
gen
maal,
hun
ter zi|
dertie
omstel
wijl
den
gen
nachtl
bliek I
sen
op
draail
die d]
Hei
moed|
kaar
dat
zoudld
heel
waari
den
laatstl
dagei|
zijn
er j
vreen
jes,
laatstl
ken.
middl
haar I
terugl
Del
veerd
en til
liggej
zf orf
de rfl
die
rijdeJ
genorf
bij wi
plaat]
den
zich
Nd