jpIMT PRODUCT ZEELAND. RECHTSZAKEN. SfilBDELBURC. GOES. WALCHEREN. ZEEUWSCH-VLAANDEREN W.D. PERSKRONIEK. tuig, en cfit om&t.uwd cfbor de Oostkap- pelsche ruiters, U naar het dorp voerde, heeft daardoor de bevolking als het wa re bezit genomen van haren nieuwen burgemeester. Aan U thans om bezit te nemen van Oostkapelle, dat wil zeggen, van de har ten zijner inwoners, de blijken van me deleven met dit feest, die wij reeds van U mocht ontvangen, doen ons dienaan gaande vol goeden moed zijn. Ik noemde daar straks den moeilijken tijd, dien we allen in meerdere of min dere mate doormaken, vanzelf rijst dan de vraag of het toch niet dwaas is, ja zelfs eenigzins ongepast, om thans feest te vieren. Ik zou meenen van niet. Allereerst is dit feest bedoeld als een hulde aan U en tevens voor U een ge legenheid om kennis te maken met de bevolking en in al hare lagen. Doch er is nog een ander motief; tus- •schen de moeiten en zorgen van het da- g'elijksche leven, die juist menigeen on der ons zoo zwaar drukken, is een dag als deze een dag van ontspanning en feestvreugde van niet te onderschatte waarde. Daarna kan men weer met meer veer kracht de hand aan den ploeg slaan, een ieder in de voor hem weggelegde taak. Het schijnt overigens, dat mijn mee ning door de meerderheid der bevolking wordt gedeeld, vrijwel ieder heeft zijn penningske geofferd om dezen dag te doen slagen. Hulde betoon en wedstrijden hebben een groot aantal deelnemers getrokken, uit alles blijkt de bedoeling der bevol king om dit „Burgemeestersfeest" te maken tot een succes. Zoo willen wij dan Uw beider inkomst in Oostkapelle blijde vieren, in de hoop, dat U hier gelukkige jaren wachten. Rede Maijaars. Hooggeachte Burgemeester! Ik acht 't mij heden een voorrecht, U hier namens den Raad en de gemeente, hartelijk welkom te heeten, en eveneens U geluk te wenschen, met Uw benoeming als Burgemeester en secretaris van Oost kapelle. Het is heden zoowel voor U, als voor onze gemeente, een dag van zeer groo- te beteekenis. Met bijzonder groote belangstelling is d,an ook in onze gemeente en omgeving, na de ontslagname van onzen Hoogge- achten Burgemeester jhr. Van Teijlin- gen de benoeming van zijn opvolger te gemoet gezien. Van zelfsprekend ging deze groote bè- langstelling over naar Uw persoon, toen wij U, als ons geheel onbekend zagen benoemd, tot onzen Burgemeester. Doch spoedig werden ons nadere gegevens omtrent U bekend, en bleek het ons, d,at U zich terdege had bekwaamd, voor de beide ambten, die U thans staat te aanvaarden. Kort na Uw benoeming ontvingen wij ook een schrijven van vooraanstaande personen uit Eemnes, waar U werkzaam zijt geweest, in wier schrijven U werd genoemd, als een hoogstaand menscfi en een werkzaam ambtenaar. Wij werden dan ook door hen hartelijk geluk ge- wenscht met uw benoeming als Burge meester onzer gemeente, alhoewel zij 't betreurden, dat U niet tot Burgemees ter van Eemnes waart benoemd. Dat U zich daar vele vrienden heeft gemaakt blijkt wel, door het groote getal perso nen uit die gemeente, hier aanwezig om Uw installatie bij te wonen. Ook bij on ze persoonlijke kennismaking, trqf mij, Uw vriendelijke, en innemende persoon lijkheid. Zoodat het thans al zoo is, dat ik niet alleen U hartelijk geluk wensch met uw benoeming als Burgemeester onzer gemeente, maar dat ik vermeen alle redenen te hebben om ook onze gemeente geluk te wenschen met deze Uwe, benoeming. Bij het aanvaarden van uw ambt, wensch ik in breede trek ken U te wijzen, op den toestand van de gemeente en hare bevolking. Dank zij het steeds, met goed belefü gevoerde finantieele beheer, zijn de ge meentelijke financiën betrekkelijk nog goed te noemen. Al is het dat ook hiel de toenemendewerkloosheid belangrij ke offers vraagt, zoodat ook hier de be lastingen aanmerkelijk moesten worden verhoogd. Redenen waarom dan ook één uiterst zuinig beheer geboden blijft. Even als elders, lijdt ook hier, de landbouwende stand geducht onder den nood der tijden. Waar nog bedrijven worden aangetroffen, waaruit nog inko men gewonnen wordt, zij dezen zeer ze ker tot een minimum peil terug geloo- pen. Niet het minst, lijden hieronder de gemengde, de kleine en ook tuinbouw bedrijven, waarin reeds veel ingestoken kapitaal is verloren gegaan, renteloos is, of wordt ingeteerd. Met groote zorg, vraagt men zich d,an ook af, zoo er niet spoedig verbetering komt, wat er van dit alles worden zal. Als van zelfsprekend lijden, aanverwan te bedrijven en middenstanders hierdoor mede, en is toenemende werkloosheid hiervan het gevolg. Een gunstige uitzondering hierop is in onze gemeente, nog het bouwvakbe- drijf Door de toenemende bevolking, en het Hier zich vestigen van personen van elders is er aanmerkelijke nieuwbouw van woningen. Wat o.a ook de bouw vakarbeiders ten goede komt Ook de nog niet zooveel jaren hier, bestaande Vereeniging voor Vreemde lingen Verkeer werkt actief, met als gevolg een toenemend verblijf yan vreemdelingen in de gemeente tijtjens 't seizoen. U staat thans gereed het werk van Uw voorganger jhr. Van Teijlingen, op U te nemen en voort te zetten en waar deze door nauwe plichtsbetrachting en strikte onpartijdigheid niet alleen, maar vooral ook om zijn persoon, in onze ge meente wordt hooggeacht, geeejrd, en gewaardeerd is dit voorwaar voor U lang geen gemakkelijke taak. Maar wij hopen en vertrouwen, dat het U gege ven zij hem met tact, wijsheid, en on partijdigheid op waardige wijze te ver vangen. Als burgemeester, en mede ook als secretaris zal het U zeer zeker aan werkzaamheden niet ontbreken, doch Gij zijt nog vol jeugdige levenskracht. Als wethouders wenschen wij, zooveel in ons vermogen is, U in het besturen der gemeente ter zijde te staan En me de namens den raad kan ik U verzeke ren dat U op onze medewerking kunt rekenen. Wij wenschen steeds op de aangenaamste wijze, met U de belangen der gemeente te behartigen. Maar moge bovenal Hij van wien alle levenskracht uitgaat, U deze in ruime mate blijven schenken, zoodat Ge« hier zoo mogelijk langen tijd, zult kunnen werkzaam zijn. Ook U, Hooggeachte mevrouw Fabius, roepen wij een hartelijk welkom in de gemeente toe, en wenschen U geluk, met de benoeming van Uw echtgenoot. We hopen dat het U gegeven zij Hem steeds ter zijde te kunnen staan. Wij twijfelen er niet aan, of U zult zich hier in Oostkapele met zijn mooie omgeving spoedig te huis gevoelen. Burgemees ter het zij mij vergund, U thans de ambtsketting te mogen omhangen, en ik spreek daarbij de hoop uit, dat het U gegeven zij, dit teeken Uwer waardig heid te mogen dragen, tot eer van U zelf, en tot heil van onze gemeente Oostkapelle, De rede van den burgemeester. Mijne Heeren, Voor het eerst het woord hebbend in de openbare vergadering van den Raad der gemeente Oostkapelle is het mij 'n behoefte te beginnen met een woord van dank aan onze hooge Landsvrouwe, Hare Majesteit onze geëerbiedigde Ko ningin, wie het behaagde mij te benoe men tot Uw voorzitter en ingevolge de onlangs gewijzigde gemeentewet tevens ■tot Uw secretaris. Deze woorden van dank strekken zich mede uit tol de raadslieden* der Kroon, Zijne Excellentie den minister van Binnenlandsche Zaken en den Commissaris der Koningin in onze provincie wegens hunne voordracht voor deze benoeming. Dan wil ik op deze plaats de inwo ners dezer gemeente mede namens mijn vrouw recht hartelijk danken voor de wijze, waarop zij ons deze ontvangst be reidden. Wij zijn diep getroffen door alles, wat wij beleefden van de grens der gemeente af tot op dit oogenblik. Kortgeleden heeft hier mijn ambts voorganger aan dezelfde tafel van U af scheid genomen na een onafgebroken arbeid van veertig jaren. En gij, die met hem mocht samenwerken, weet, wat dat zeggen wil, die veertigjarige arbeid. Ik behoef die niet nader te schilderen, im mers de hooge onderscheiding, welke onze regeering den heer Van Teijlingen onlangs toekende, spreekt voor zich zelf. De heer Van Teijlingen is onver moeibaar, hetgeen wel blijkt uit het feit, dat hij zich niet alleen bereid verklaar de om nog tot mijn ambtsaanvaarding de bediening van secretaris te blijven waarnemen, maar zelfs om mij in de aanvang nog bij te staan. Ik meen dan ook namens U te spreken, wanneer ik den heer Van Teijlingen daarvoor har telijk dank zeg en de hoop uitspreek, dat hij nu mag gaan genieten van wat de Romeinen noemden „Otium cum dignitate." Het moet voor den heer Van Teijlin gen heden een wonderlijke dag zijn en ik zou mij kunnen begrijpen, dat het hem doet denken aan: „de Koning is dood; Leve de Koning!" -Vergeet men dan zoo spoedig? Neen! ik kan mij deze spontane ontvangst van den opvol ger slechts tweeledig zien. Ten eerste wil men door het vieren van feest het verdriet van het zoo juist geleden ver lies vergeten, althans voor dit oogen blik, en ten tweede wil men mij daar door mijn ambtsaanvaarding gemakke lijker doen schijnen. M'aar men zal niet vergeten wat hij voor de gemeente ge weest is en ook ik zal dat niet! De ge denksteen te zijner eere geplaatst hier beneden in de gang zal mij iederen dag herinneren aan de verantwoording, die ik draag nu ik zijn opvolger ben gewor den. Mijne Heeren, het is daarom, dat ik Uwe toespraken van daareven dubbel apprecieer. U verliest veel en deson danks viel er jegens mij veel hartelijks te beluisteren. Mijnheer de Wethouder! Toen U mij daareven de ambtsketen omhingt, het symbool van de overdracht van de lij delijk door U waargenomen functie, toen beleefde niet alleen ik, maar ook mijne vrouw een grootsch moment. Want op dat oogenblik beleefden wij de lang verbreide aanvang van onzen gekozen en zoozeer gewenschten levensweg, 'n Weg die mooi is, maar die vooral tegenwoor dig, nu de gemeenten haast allen een zware strijd om hun bestaan voeren en de crisis en de werkloosheid voortwoe keren, een zware verantwoording met zich brengt. En nu zullen wij dien weg voortaan samen met U mogen be wan delen. Ik zeg „wij", want ,3.1 hebben ve len onder U hier nooit een Burgemees- tersche gekend, thans geriiet er ééne de groote eer in Uwe vergadering te mogen zitten en ook zij is zich bewust, dat voor haar in deze gemeente een taak is weggelegd. Wij beiden zeggen U dan ook, dat voortaan Uwe belangen onze belangen zullen zijn en dat wij van onze kant steeds bereid zullen zijn U te allen tijde te helpen, waar mogelijk, op elk gebied, zonder onderscheid des persoons, maar wij verzoeken U dan ook dringenc van Uw kant mede te werken door tot ons te komen met Uw moeilijkheden. Ik las in de courant in een bericht over mijne benoeming de mededeeling, dat de nieuwe burgemeester de C.H. be ginselen is toegedaan. Inderdaad is dat waar en behoor ik tot hen die belijden, dat de overheid regeert bij de gratie Gods. Maar in Uwe vergaderingen en ook daarbuiten zal ik mij trachten te stellen boven de partijen en een ieders zienswijze respecteeren, nastrevend slechts één belang, het belang der ge meente Oostkapelle! Mijne heeren, voor mij zal het samen werken met U in den beginne allicht gemakkelijker zijn, dan voor U met mij. Ik zag Uw dorp en ik werd terstond getroffen door het natuurschoon, een gave Gods, die elders helaas dikwijls vernietigd is, Ik las het zoo juist opnieuw versche nen boek Oostkapelle" van Kesteloo en herzien door Geldof, een boek waar veel arbeid aan ten grondslag ligt en een goed beeld van de gemeeente geeft in ^het heden en in het verleden. En dan de naam, die gij Zeeuwen ge niet in de andere provincies van ons land. Velen zijn de brieven, die ik met mijne benoeming ontving en die vol lof waren over Zeeland en de goede eigen schappen van zijne bewoners. Diegenen, die Zeeland leeren kennen, worden er door gegrepen en vastgehouden. Het be zit iets, dat men tevergeefs in andere provincies zoekt, U moogt trotsch zijn op Uw naam, zooals die bekend is bui ten de provincie. U en Uw dorp zijn dus g'een vreem den meer voor mij. Ik echter sta hier voor U als een onbekende, Het is daar om, dat ik wil eindigen met het vragen van een gunst: Schenkt mij allen, wet houders, raadsleden, ambtenaren en overige gemeentenaren, Uw vertrou wen! Want het vertrouwen is slechts de goede grond, waarin men zich kan ont wikkelen. Laat dit U helder voor den geest staan, wanneer'U straks in Uwe gezinnen zijt teruggekeerd. En nu aanvaard ik het burgemeester schap Uwer gemeente en dank U, mijn heer de wethouder voor de wijze waar op U deze functie tijdelijk hebt willen waarnemen. Ik danlt tevens allen, die buiten de leden van den Raad, hier te genwoordig zijn, recht hartelijk, dat zij ondanks hunnen drukken werkkring en de af te leggen afstanden deze mijne in stallatie hebben willen bijwonen. Ik sluit thans deze buitengewone ver vergadering met de bede, dat God ons in onze toekomstige arbeid moge bij- 1 staan en dat zijn zegen daarop moge rus- ten en op de gemeente Oostkapelle in het bijzonder! M* In de week van 22 tot en met 28 Maart kw,amen in onze provincie voor 2 gevallen van roodvonk, nl. 1 te Kruiningen en 1 te Oost- en West-Sou burg en 1 geval van meningitis cerebros pinal epidemica te Ierseke. GOUDEN JUBILEUM. De heer J. A,. Klaassen, die o.a. gedu rende vele jaren alhier directeur is ge weest van de factory van de N.V. Ex peditie onderneming Van Gend en Loos, alhier en thans na nog te Dordrecht werkzaam te zijn geweest, te Zwolle woont, herdacht Woensdag zijn 50-jarige •werkzaamheid. Begonnen als volontair te Bergen op Zoom, bij de toenmalige Algemeene Expeditie onderneming Van Gend en Loos, H, Colignon en Co., werkte hij te Antwerpen en Delft om als directeur naar Bergen op Zoom terug' te keeren. Na dien volgden Middelburg, Dordrecht en Zwolle. De jubilaris staat bij hoofddirectie en personeel in hoog aanzien. De Huisvlijttentoonstelling. De commissie uit den Chr. Besturen bond, belast met het organiseeren van 'n huisvlijttentoonstelling, hield Woens dag' haar laatste vergadering. Het bleek, dat er voor deze tentoonstelling veel fanimo bestaat. Meer dan 100 inzendin- 'gen zijn toegezegd, waaronder werkelijk origineele. Te verwachten is dat de jury geen gemakkelijke taak zal hebben om de ongeveer 70 prijzen (medailles, kunstvoorwerpen, artikelen door winke liers beschikbaar gesteld en geldprijzen) te verdeelen. Besloten werd op Zaterdagmiddag 11 April de tentoonstelling te openen. Dien middag en avond en op Paasch-Maandag zal het tentoongestelde te bezichtigen zijn. Velen uit Goes en van buiten zullen ongetwijfeld een kijkje komen nemen, daar de toegangsprijs zeer laag' is ge steld, DOMBURG. De jaarvergadering van hét Groene Kruis op Donderdagavond werd bij ontstentenis van den voorzit ter geleid door den heer L. J. van Voort- huijsen. Uit het verslag van den penning meester bleek, dat de ontvangsten in 1935 bedroegen f 1476, de uitgaven f 1104, batig' slot van f 371. Aan con tributies werd ongeveer onveranderd ontvangen f 500. In het toezicht op de t.b.c.patiënten is ook Aagtekerke betrokken. De aftr. bestuursleden dr. B. Vaandrager en de heer B, J, Westenburger werden her kozen. Uit een door den heer Van Voorthuijsen voorgelezen rapport van dr. Vaandrager werd vernomen, dat de ze zeer tevreden is over de resultaten van het bureau voor zuigelingenverzor ging. De moeders verschenen trouw; het is van belang dat men afwijkingen vroeg op het spoor komt. In 1935 waren 14 zui gelingen ingeschreven nl. 9 uit Domburg, 3 uit Aagtekerke, 1 uit Vlissingen en 1 uit Breda; de twee laatste gedurende 't badseizoen. Het rapport sloöt met een woord van g'roote waardeering voor de toewijding van zuster Traas. De bakerhulp, door de afdeeling mo gelijk gemaakt door middel van een sub sidie van 50 pet in de verpleegkosten, heeft o.m ten gevolge, dat jonggehuw den het voordeel van het lidmaatschap van de afdeeling begrijpen, zoodat van de kosten weer wat terug vloeit in de kas. De heer M; Reynhoudt Jnr„ in zake deze instelling verslag uitbrengen de merkte geestig op, dat de lieden van „buiten" de baker liever nog eens „u.it den boom willen kijken". SLUIS. Woensdag hield de Chr. Zang- vereeniging Hosanna haar 1ste jaarver gadering o.l. van den voorzitter Joh. du Fossé. Het aantal leden is teruggeloo- pen tot 39, De penningmeesteresse kon mededeelen, dat de vereeniging op 't oogenblik een batig saldo bezat. Ver der wisselden voordrachten, dubbel- kwartetten, muzieknummers en koor zang elkaar af. Van het plan om een kwartettenprijsvr(aag te houden is tot dusver niets gekomen, mede door de te korte voorbereiding. Dat alles goed in den smaak viel, bleek uit het welver diende applaus. WATERLANDKERKJE. De collecte met het Koningin Emmabloempje heeft alhier f 14 opgebracht. BELASTINGWEE. De Telegraaf is ontstemd over het wetsontwerp tot heffing van belasting van nalatenschappen yan Nederlanders die het rijk metterwoon hebben verla ten. „In deze lentedagen, waarin iederen dag een nieuwe bloem ontluikt, ver blijdt de regeering ons dagelijks met 'n nieuw belastingproject. Eerst de reis- belasting, daarna het dubbeltje op ieder pond koffie en nu weer een belasting op erfenissen van Nederlanders in het buitenland. Dat alles in een tijd, waar in iedereen snakt naar verlichting van de lasten, die op hem drukken, in een tijd van beginnend economisch herstel, dat aangekweekt moet worden, in plaats van doodgetrapt. In den treure is het herhaald, dat de lasten die de overheid ons oplegt, niet verder verzwaard mo gen worden en dat besnoeiing der staatsuitgaveh de eenige mogelijkheid is. Niettemin zien we het gebeuren, dat men den belastingvirtuozen, de vrije h,and laat, en dat iedere nieuwe bezui niging op onoverkomelijk verzet stuit. Blijkbaar achten onze volksvertegen woordigers het heffen van nieuwe belas tingen minder impopulair, dan het in voeren van bezuinigingen. Zoo ontstaat er een diepe kloof tusschen de huishou ding van den staat en die van den staatsburger. Terwijl ieder particulier bezuinigt waar hij maar kan en de te ring naar de nering zet, verschaft de overheid zich ten koste der belasting betalers onophoudelijk nieuwe bronnen- van inkomsten en voert zij slechts, zoo nu en dan tersluiks, een bezuiniging in. Ibftt. Med.) Zoodra een bezuiniging voor het parle ment moet komen heeft zij in 9 van de. 10 gevallen een harden dobber, want dezelfde sluizen van welsprekendheid, die gesloten blijven als nieuwe belas- tingontwerpen aan de orde zijn, gaan wijd open zoodra de regeering een be perking verlangt. Wat is er bv. tot nu toe terechtgekomen van de bezuiniging op het bijzonder onderwijs, dat nog al tijd schatten verslind, als ware er geen vuiltje aan de lucht? Zegt het onzen belastingautoriteiten dan niets dat er reeds zelfmoorden on der den druk der belastingen zijn voor gekomen? Zegt het hun niets, dat het eene belastingproces op het andere volgt en dat dagelijks vonnissen worden gewezen tegen burgers die alleen op grond van onze belastingwetgeving met den strafrechter in aanraking komen? Men heeft in ons land het belasting-be talen tot een soort van heiligen plicht verheven en men tracht een éénzijdige belasiingeerlijkheid van den kant der burgers te kweeken, terwijl zij die be lasting heffen er geen bezwaar in zien meer te verlangen dan waarop zij krach tens de verordeningen recht kunnen doen gelden. Wij hebben in de belasting altijd slechts een noodzakelijk kwaad gezien en beschouwen den man, die zijn vermogen opbouwt en handhaaft, als een solieder steunpilaar van onze volks welvaart, d/an den blijfden gever, die straks met dezelfde blijmoedigheid bij de overheid om steun aanklopt. De nieuwste virtuositeit van onze be- lastinëtechnici heeft ten doel de Neder landers, die gedurende de laatste tien jaar naar het buitenland zijn gevlucht, voor successierechten en schenkingen aan den haak te slaan. Het principe is door en door verkeerd. Inderdaad is het een feit, dat vele Nederlanders zich in het buitenland vestigen, om zich daardoor aan onze belastingwetgeving te onttrekken. De natuurlijke reactie op deze ontwikkeling moest zijn, dat men te 's G.ravenhage schaamrood werd en verzuchtte: zoover is het gekomen, dat wij onze vermogende burgers het land uitjagen. Men reageert echter geheel anders. Men noemt hen, die afstand doen van die geheele prachtige staats bemoeiing, die wij in den loop der jaren hebben opgebouwd, belastingvluchtelin gen en zou hen liefst als landverraders brandmerken. Hetzelfde zouden de groote steden gaarne doen met hen, die zich de moeite van een dagelijksche treinreis getroosten, uitsluitend om niet gedwongen te zijn mee te betalen aan de verspilling van overheidsgeld door socialistisch-communistische meerder heden. Niet zij die op de vlucht gaan hebben schuld, maar zij die hen op de vlucht drijven. Alleen de mogelijkheid van zichzelf een onafhankelijk bestaan op te bouwen, is de prikkel die den man er toe kan bewegen zijn krachten tot t uiterste in te spannen en zichzelf veel te ontzeggen met het oog op een toe komst, waarvan hij zelden de vruchten plukt. Onze belastingwetgeving is hard op weg deze mogelijkheid te vernieti gen en breekt daardoor de veer, die ons economisch leven in gang houdt. Vooral in tijden, waarin het den burgers slecht gaat, moet men zuinig zijn met nieuwe belastingfantasieën, die, zelfs indien zij het staatsblad nooit bereiken, de bur gerij slechts van de overheid vervreem den." Opzettelijke verminking. De rechtbank te Leeuwarden heeft M. B„ 45 jaar, vroeger veehouder te Burgwerd, die zch den linkerduim liet afhakken om een uitkeering te verkrij gen van een verzekeringsmaatschappij, veroordeeld tot acht maanden gevange nisstraf. De eisch luidde een jaar en zes maanden. R De 29-jarige administrateur J. te Amersfoort, die dit werkje verricht te, werd veroordeeld tot 1 jaar en maanden met bevel tot gevangenneming. De eisch luidde 2 jaar. (V De damsc Zoul in de I schijn I zoo nij dan was t| stil, die ej oogeril zekeril schadi men niet co bic heel zal? De daagsl en to<J dezer te Nurkd breng]] voor laatstl lijk al| met wirwé kendd kaar grootJ krachl En T benec veert| kers gen maal, hun ter zi| dertie omstel wijl den gen nachtl bliek I sen op draail die d] Hei moed| kaar dat zoudld heel waari den laatstl dagei| zijn er j vreen jes, laatstl ken. middl haar I terugl Del veerd en til liggej zf orf de rfl die rijdeJ genorf bij wi plaat] den zich Nd

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1936 | | pagina 6