Nederlandsch-lndië en de Marine
DE PAGODE
KRONIEK van den DAG.
ZEELAND.
DINNENLAND.
U CRÈME
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE COURANT) VAN DINSDAG 31 MAART 1936. No. 77.
door
Gep. vice-admiraal G. L. Schorer.
De Marine in Nederland, in West-Indië en voor
den buitenlandschen dienst.
GOES.
een weldaad
|a-
|0,
n.,
en
sl-
85
en
25
te
an
S?
Ir.
ng
$0;
-AU
en-
Na de volksstemming in Duitsch-
land, Wat zij niet en wat zij
wel heeft bewezen. In af
wachting van Hitler's nieuwe
voorstellen. De Europeesche
vrede is een en ondeelbaar.
Als Hitler met zijn „volksstemming
van Zondag aan het buitenland heeft
willen bewijzen, dat het Duitsche volk
ais één man achter hem staat, dan zal hij
er weinig pleizier van beleven. Het bui
tenland kent in dit opzicht niet de ge
ringste waarde toe aan den overigens
merkwaardigen uitslag. De Engelsche
pers, aan wier oordeel men zich in
Duitschland heel veel gelegen laat lig
gen, stelt vrijwel zonder uitzondering
op 'den voorgrond, dat het referendum
als barometer voor de openbare mee
ning in Duitschland erger dan onbe
trouwbaar moet heeten. Van een „farce"
spreken de Britsche bladen, een klucht
dus, die met de begrippen: volksstem
ming en verkiezing niets te maken heeft.
„Stemvee" is een geliefkoosd woord
van fascistische lieden. Ons dunkt, dat
het nergens beter van toepassing kan
zijn dan in Duitschland, waar de kie
zers nu letterlijk naar de stembus zijn
gedreven: thuisblijven was te gevaarlijk
dan dat velen het daarop durfden laten
aankomen. Wat de „volksstemming" in-
tusschen wel bewezen heeft, is, dat het
nazi-régime de teugels nog steeds heel
stevig in handen houdt. De oppositie
kon nog veel minder dan de vorige kee-
rem van haar bestaan laten blijken. De
zaak was zoo voortreffelijk georgani
seerd, dat de ontevredenen niet de min
ste kans kregen, zich in grooten getale
te uiten. De regeering had er alles op
gezet, een verbluffend resultaat te be
werkstelligen. Zij is daar volkomen in
geslaagd. De organisatie, de régie voor
en tijdens de stemming heeft geen oogen-
blik gehaperd. Het is een vertooning ge
worden, welke in haar soort niet anders
dan voorbeeldig genoemd mag worden.
Wellicht zou in geen enkel ander land
ter wereld, zulk een grandioos welsla
gen mogelijk zijn geweest.
Men moet hopen, dat ze onderhandelin
gen mogelijk zullen maken, ten bate van
den eenen en ondeelbaren vrede van
ons werelddeel.
ken. Maar het Curapaosche drama is 'n
luchtig kinderspelletje vergeleken bij
dat, hetwelk Nederlandsch-lndië wach
ten zal, wanneer wij niet ten spoedigste I
de maatregelen nemen om het af te
wenden en waarvoor eerst thans, na
langen tijd van zorgenloos vertrouwen,
de oogen open gaan. En als het over onsl
komt, dan zal het niet herstelbaar zijn.
In een slotartikel nog. iets over de|
middelen tot verbetering van de marine.
VI.
Of de zaak van beteekenis zal worden
voor den internationalen politieken toe
stand, moet worden afgewacht. Twee]
dingen zijn mogelijk: de uitslag inspi- i
reert Hitier tot een „gebaar", waardoor
de beletselen, die de onderhandelingen
met Frankrijk nu nog in den weg staan,
verdwijnen; of hij zal er een aanleiding)
in vinden, om het been stijf te houden, j
Zooals men weet, wil Flandin, de Fran-
sche minister van buitenlandsche zaken
alleen dan praten, als de Duitsche re
geering op zijn minst belooft, voorshands
geen versterkingen in het Rijnland aan
te leggen. Het schijnt, dat ook de En
gelsche regeering op 't standpunt staat,
dat Hitier iets in dezen geest moet toe
zeggen. Eden heeft verleden week Von
Ribbentrop op heb hart gedrukt, den|
Fübrèr zulks mee te deelen.
Het is niet onmogelijk, dat de rede,
die Flandin Zondag heeft afgeestoken,
ook van invloed wordt op Hitler's be-1
sluit. Malsch was het betoog van den
Franschman niet. Hij vreest, dat Hitler
er op uit is, met Frankrijk tot een ac-
coord te komen, om zijn handen naar)
t Oosten vrij te krijgen. Deze vrees]
lijkt ons allesbehalve ongegrond. Waar
om weigerde Hitier tot dusver mee ie]
doen aan een collectief plan voor den
vrede? Hij heeft daardoor de verden
king op zich geladen, een inval in Rus-|
land in den zin te hebben. Wat heeft
Europa er echter aan, in het Westen den
„vrede" te verzekeren als dat zou moe
ten geschieden ten koste van dien in het
Oosten
Met spanning wachten wij de nadere
voorstellen van Hitler, die, zooals menj
weet, vandaag gereed zouden zijn, af.
Ligt de voornaamste taak van de ma
rine onder de tegenwoordige omstan
digheden in Indië, die taak is niet de
eenige.
De marine is ook betrokken bij de
handhaving der neutraliteit van Neder
land in een Europeeschen oorlog en
van de verdediging van de Nederland-
sche kust, maar de rol, die zij daarbij te
vervullen heeft is, vergeleken bij die
van de Nederlandsche landmacht van
ondergeschikten aard.
Het gevaar voor schending van de
Nederlandsche neutraliteit dreigt voor
namelijk van de landzijde. Het kan ook
van de zeezijde komen in den vorm van
een poging tot in bezit neming van uit
zee door een buitenlandsche mogend
heid van één of meer havens, hetzij om
daar op een soortgelijke wijze van ge
bruik te maken als de Duitsche marine
in den wereldoorlog deed van de ha
vens aan de Belgische kust, hetzij om in
ten' rug te vallen van een vreemde le
germacht, die, al dan niet door Neder-
land trekkend, oprukt vanuit Frankrijk
naar Duitschland of vanuit Duitschland
naar Frankrijk.
De geschiedenis van ons land be
wijst ook, dat landingen in grooten stijl
op de Nederlandsche kust tot hel gebied
der mogelijkheden behooren.
Hetgeen de marine hiertegen heeft te
doen kan niet anders dan van beperk
ten aard zijn. Zij zal, evenals in den we
reldoorlog, kleine plaatselijke neutrali-
teitsschendingen moeten voorkomen,
waaronder die op de Westerschelde,
den weg naar Antwerpen, van overwe
gend belang zijn, en onverwachte aan
vallen van die zeezijde lang genoeg moe
ten ophouden, om een deel v,an 't leger
tijd te geven, zich naar de zeezijde te
richten. Zij zal niet meer behoeven te
zijn dan een aanvulling van hef leger.
Een derde taak van de marine ligt in
het behartigen der Nederlandsche be
langen in den vreemde en in West-In
dië.
Herhaaldelijk is, ook in de 20ste
eeuw, de aanwezigheid van Nederland
sche oorlogsschepen, in het buitenland
noodig gebleken. Het zenden van eeni
ge schepen naar Curasao in 1909 om 'n
einde te maken aan het agressieve op
treden van Venezuela van Hr. Ms.
Kortenaer" in 1914 naar Mexico van
Hr Ms. Tromp" in 1922'23 naar
Smyrna, de herhaalde stationeeringen
van Nederlandsche oorlogsschepen ir.
Chineesche havens, meer in 't bijzonder
e Shanghai, de zendingen van detache
menten mariniers naar Peking en naar
het Saargebied zijn voorbeelden van het
gebruik, dat Nederland van de marine
moest maken terwille van zijn prestige
en zijn goeden naam of van de belangen
en cte veiligheid van onze landgenooten
in den vreemde.
Herhaaldelijk ook is het noodig geoor
deeld, de Nederlandsche vlag in het bui
tenland aan boord van een of meer oor
logsschepen te vertoonen als interna
tionale vorm van beleefdheid of om de
aandacht op ons land of onze scheeps-
bouwindustrie te vestigen.
De niet lang na den oorlog chronisch
Door MARJORIE BOWEN.
22). J
HOOFDSTUK IX.
Eet feest was begonnen; onzichtbare
muzikanten speelden vroolijke wijsjes
in de gouden lucht en de klare wateren
van de Amasse weerkaarsten een hemel
van parelend azuur zonder één wolk-J
vlekje.
Hij was gekomen, dit was op zichzelf)
voldoende voor madame de Bellegarde;
hij iad zijn vrienden, zijn bekenden,
zijn belangen, zijn genoegens verlaten
om dadelijk, op haar eerste oproeping,
naar dit eenzame kasteel te komen.
Binnen enkele uren na zijn aankomst
had hij' haai met een grillige stoutmoe
digheid gevraagd of er vele andere gas
ten kwamen
Kan ik niet een korten tijd alleen
met u en miss Stalling doorbrengen?
Alles schijnt volmaakt. Ik heb u altijd
onder een menigte menschen gezien....
Gelooft u niet, pareerde zij, dat
Ruzè de Bellegarde bedoeld was voer
veel menschen?
Neen, ik niet. Ik g'eloof dat het be
stemd was voor één of twee menschen.
Of drie of vier, zeide madame de
Bellegarde. Welnu daar heb je Magnus
Farryner, die hier af en toe komt en
dan nog een jong meisje, dat miss Stal-
graag wil hebben we kunnen 't
daarbij laten....
Doe dat, antwoordde Timothy Car-
less bedaard, zelfs al blijven er nog en
kele zomerdagen over zelfs al moet
ik spoedig heengaan, zelfs al mag ik niet
lang blijven, laat ons.... hij hield op,
met zijn bekoorlijken, lichtelijk fantas-
tischen glimlach, „ja, laat mij een
wonderbaarlijk intermezzo hebben
Madame de Bellegarde zweeg, bleef
toeven bij de beteekenis van zijn woor
den; hij giste, natuurlijk, waarom zij hem
had ontboden, en hij wilde gaarne dat
zij deze aanmoediging bevestigde, dat
zii haar goedgunstigheid meer bepaald
onder woorden zou brengen; maar zij
wilde dat niet doen, zij wilde langer ge
nieten van dit ademloos genoegen van
heerlijke onzekerheid. Zij wilde nog wei
felen bij die heerlijke voorpret, vóórdat
zij hem toestond zich te verklaren.
Zij waren bij de watervallen, in het
bovenste gedeelte van het park, te mid
den van de groote groepen sierlijke
hoornen, welke de zachte helling van
den heuvel bekroonden; het heldere,
blauwe water viel van hoogte tot hoogte
onder hen, ontsnappende uit de mas
sieve urnen van steenen riviergoden en
de slanke kruiken van steenen nymphen,
welke van de vochtige terrassen leidden
door het lange, frissche gebladerte der
varens
Ruzè de Bellegarde lag onder hen,
kasteel, gracht en tuinen, als een oude,
gekleurde kaart; daar buiten de rechte,
witte weg en de sierlijke wendingen der
rivier, welke zich met ïrage kalmte
op de marine toegepaste bezuinigingen
hebben tot 't resultaat geleid, dat zij
deze, hier in 't kort aangeduide, taak
niet meer op voldoende wijze kan ver
vullen. Het aanbouwgjan van 1930, dat
de voorgenomen vernieuwing van de
vloot in Ned. Indië aangaf, voorzag ook
in den bedroevenden toestand van het
materiaal voor den buitenlandschen
dienst, maar het werd reeds eerder
opgemerkt het plan is slechts voor
een klein gedeelte tot uitvoering geko
men en zoo laat de verbetering steeds
op zich wachten.
Ook de marine in West-Indië werd
aan de bezuinigingen opgeofferd. De ge
volgen bleven niet uit. In Juni 1929
maakte de Venezuelaansche revolutio
nair Urbina zich te Willemstad op Cu
rasao meester van 'n in de haven lie
genden Amerikaanschen koopvaarder,
roofde uit het zoo goed als ontwapende
waterfort geweren en munitie van de te
Cxlraqao aanwezige militaire bezetting,
hield deze kleine, op niets verdacht
zijnde bezetting in bedwang, nam den
gouverneur van het eiland en den mili
tairen commandant als gijzelaars mee
aan boord, ontscheepte de wapens en
munitie op de kust van Venezuela en
zond schip en .gijzelaars weer naar Cu
rasao terug.
Hoewel het bekend w.as, hoe roerig 't
soms in den Venezuelaanschen hoek
kon zijn en er vroeger dan ook altijd
een kleine maritieme macht in West
Indië aanwezig was geweest, hadden de
voortdurende op de weermacht toege
paste bezuinigingen er toe geleid, dat
de op Curasao aanwezige troepenmacht
nabij het nulpunt was en Nederlandsche
oorlogsschepen er slechts voor korten
tijd en met lange tusschenpoozen ver
schenen. Waarschuwingen werden ter
zijde gelegd.
Het resultaat was pijnlijk en vernede
rend, maar het was eigen schuld.
Om een luttele som gelds te besparen
het was nog vó'ór den crisistijd en
voor alle binnenlandsch-politieke ver
langens was geld in overvloed te vinden
was 't allernoodigst om te voldoen
aan de meest elementaire van onze in
ternationale verplichtingen niet uitge
geven.
De Regeering greep ten spoedigste
in en nam afdoende maatregelen, o.a.
de vaste stationeering van een krach
tig flottielje-vaartuig, om te voorkomen
dat een dergelijke bespotting van haar
eigen gezag in West-Indië niet meer
kon plaats grijpen. Maar de harde les
is ten slotte toch slecht begrepen.
Binnen de nauwe grenzen van ruimte,
en tijd, waarin het schandaal zich af
speelde, kon het voor de waardigheid
van het Konipkryk der Nederlanden
moeilijk erger geweest zijn. Het bleef
evenwel een drama van klein formaat
en Het was herstelbaar.
De in het Westen ontvangen les is
niet toegepast in het Oosten. Ook Ne-
derlandsch-Indië ligt in een deel der
aarde, waar het roerig is en nog roeri
ger zal worden; ook daar is de weer
macht onvoldoende, ondanks de toege
nomen politieke spanning. Ook voor 't
gevaar, dat Nederlandsch-lndië dreigt,
hebben de waarschuwingen niet ontbro-
EEN TEN ONRECHTE GEWEIGERDE
COLLECTE.
Van de Vereeniging Zonnestraal.
In den loop van den maanden Mei en
Juni van 1935 hebben de colleges van
burgemeesters en wethouders der ge
meenten Breda Princenhage, Klimmen,
Lexmond en Boskoop afwijzend be
schikt op verzoeken van de Vereeniging
Zonnestraal te 's Gravenhage (Neder
landsche vereeniging tot het oprichten
van arbeidskolonies voor tuberculose
lijders in Nederland) tot het houden van
een openbare inzameling in die ge
meenten.
Het gemeentebestuur van Breda was
van meening, dat door het inwilligen
van dit verzoek de belangen van de in
die gemeente bestaande instellingen van
weldadigheid zouden worden geschaad,
daar in verband met de heerschende
werkloosheid in die gemeente, welke
bijzondere maatregelen tot lenig'ing van
den nood van de overheid in het alge
meen vordert, de plaatselijke instellin
gen van weldadigheid voortdurend een
beroep moeten doen op de liefdadigheid
der ingezetenen, terwijl de werkzaam
heid der verzoekende vereeniging voor
Breda van geen of geringe beteekenis is-
Het gemeentebestuur van Princenhage
weigerde op ongeveer gelijke gronden
als dat van Breda.
B. en W. van Lexmond voerden als
grond voor de weigering aan den slech
ten financieelen toestand der gemeente
en de vele collecten, welke reeds gehou
den waren, terwijl het gemeentebestuur
van Klimmen geen motieven voor de
weigering noemde.
Het gemeentebestuur van Boskoop
voerde aan, dat de heerschende al-
gemeene crisis in het bijzonder in het
boomkweekersbedrijf, den hoofdtak van
bestaan te Boskoop, heeft getroffen in
zoo sterke mate, dat naast groote werk
loosheid bij de werknemers, stilstand van
inkomsten bij vele werkgevers en kwee
kers wordt aangetroffen en dat ter leni
ging van de uit deze omstandigheid
voortvloeiende nooden meer dan anders
een beroep moest worden gedaan op den
liefdadigheidszin der ingezetenen. Van
inwilliging van het verzoek vreesde men
schade aan de plaatselijke instellingen
van weldadigheid en aan het plaatselijk
crisis comité.
Thans heeft de Kroon de besluiten van
genoemde gemeentebesturen vernietigd.
Noch de omstandigheid, dat reeds vele
collecten in de gemeente zijn gehouden,
noch het feit, dat de werkzaamheden der
betrokken instelling voor de inwoners
der gemeente geen direct belang heb
ben, mag geen reden zijn om de toestem
ming tot een openbare inzameling krach
tens art. 15 der Armenwet te weigeren.
Er moeten gewichtige redenen zijn voor
weigering van de collecten eener ver
eeniging als Zonnestraal, welke een zoo
uitnemend volksbelang als de bestrijding
der tuberculose behartigt.
Poon 20ct voor Uw huid
(Ingez. Med.)
door de vallei kronkelde, die zich lang
zamerhand opende tot zulke blauwe
horizonten, zulke zilveren verschieten.)
Op een dag. weldra, zeide Ma
dame de Bellegarde, zal ik vertellen,
waarom ik je hier gevraagd heb.
Zijn fijngevoelig gelaat was tegelijk
stralend en teleurgesteld.
Niet nu?
Neen niet nu. Maar je mag mij
vertellen waarom je nooit geschreven
hebt al dien tijd?
En zij glimlachte flauwtjes bij de ge
dachte aan dien langen zielesmart van)
haar, toen, zij op zijn brief had gewacht.
Ik durfde niet te schrijven, ant
woordde de jonge man ernstig. Ik was
er zoo van overtuigd, dat u het.... on-|
behoorlijk zoudt vinden.
Dat verwonderde haar, bijna tot op
het punt van het niet te g*elooven; hoe
was het mogelijk, dat hij haar gevoelens
jegens hemzelf zou misvatten, zelfs of-1
schoon 'er geen woord van liefde tus-
schen hen gesproken was?
En dan herinnerde zij zich, met een
steek van smartelijke voldoening, haar]
eigen trotsche eergevoel; het was per
slot heel goed mogelijk dat zij haar]
hartstocht gedurende het leven van haar
echtgenoot zoo hoogmoedig had be-
heerscht, dat zij die zelfs had onttrok
ken aan de aandacht van het voorwerp
daarvan; zij had die gave van trots,
streng, elke zwakheid verachtende, wel
ke voor haar, en overeenkomstig haar!
standsgevoel, eer was.
Deze dingen overwegende, keek zij
hem langzaam aan en zag' een blos op
zijn verrukkelijk gelaat, en het scheen
haar toe, dat die trots van haar een
wreed iets was, een hartelooze conven
tie, welke hen beiden noodeloos had
geweld.
Neen, zeide zij, bewogen en be
droefd om die verspilling van tijd, die
zoo lang scheen, ik kon nooit iets, wat
je deed, onbehoorlijk vinden.
Zoudt u mij dan niet willen ver-
tellen, waarom u mij hier gevraagd
heeft? vroeg hij met een gretigheid, die
treffend was in iemand die zóó de hoe
danigheden had om met gemak een we
reld van genoegens machtig te kunnen
worden.
Madame de Bellegarde wist, dat hij
alleen de laatste aanmoediging noodig
had; een glimlach zou genoeg geweest
zijn; maar zij wendde het hoofd af.
Met één teeken had zij hem aan haar
voeten of in haar armen kunnen heb
ben; maar zij kon het niet geven. Met
de fijngevoeligheid van een vrouw, wier
liefdeservaringen .alle in droomen waren
geweest, kon zij dien lang gekoesterden
hartstocht niet aan den toets der wer
kelijkheid overgeven. Hiji beminde haar,
hij was overstelpt door de gedachte al
leen dat zij hem kon liefhebben, en dat
was genoeg voor v.andaag; zij keerde
zich tot zijn ernstige en brandende ver
wachting en zeide
Ik zal het je vertellen weldra
- niet nu. wacht een paar dagen
Leeraren Nijverheidsonderwijs.
Voor de af deeling Goes van den Bond
van Leeraren aan het Nijverheidson
derwijs werd Zaterdagavond in hotel
„Nieuw Goes" een lezing gehouden door
den heer G. de Galan. Vrijwel alle Nij
verheidsonderwijzers waren tegenwoor
dig. Ook de heer J. H. B. Buthler, di
recteur van de Goesche Ambachtsschool
was onder de aanwezigen.
De heer De Galan behandelde het
ontwerp „intelligentie en .intelligentie-
onderzoek", Met groote belangstelling
werd zijn belangwekkende lezing ge
volgd.
AMBACHTSSCHOOL.
Uitreiking diploma's en prijzen..
Maandagmiddag vond in de Am
bachtsschool de uitreiking van de be
haalde diploma's en prijzen plaats.
Voor de namen zie men de rubriek
onderwijs.
De hr. K. B r i n k opende bij verhin
dering van voorzitter en secretaris de
ze bijeenkomst en deelde mede, dat ook
de burgemeester van Goes en de oudste
wethouder niet aanwezig konden zijn.
Mr. Goedbloed vertegenwoordigde nu
het gemeentebestuur.
Spr. wees er voorts op, dat het afge-
loopen jaar er niet een van enkel voor
spoed was. Een noodlottig ongeval
maakte een einde aan het leven van het
bestuurslid mevr. A. Klinkenberg. Haar
naam zal in hooge eere blijven voortle
ven. Ook de leerling v. d. Velde, die
goed bij zijn leeraren stond aangeschre
ven, ontviel de school door den dood.
Na eenige oogenblikken stilte, gewijd
aan de nagedachtnis der overledenen,
deed de voorzitter nog mededeeling van
eenige mutaties van het bestuur. De hr.
Valck, de nestor van het bestuur, meen
de wegens gevorderden leeftijd plaats te
moeten maken voor een jongere. In zijn
plaats is benoemd de hr. I. Adnaanse.
In de plaats van den hr. G. Adriaanse,
werd tot gedelegeerde voor de gemeen
te in het bestuur de hr. G. Eckhardt be
noemd. Spr. uitte zijn dank voor wat af-
getredenen en nieuw benoemden deden,
en bracht tevens hulde aan den afgetre
den leeraar Crucq, voor zijn werk voor
de school tal van jaren verricht.
Spr, gewaagde dan van den grooten
slag, die de school trof, het opleggen
van den iwee-jarigen cursus. Men moet
zich schikken en zal er van maken wat
er van te maken is. Dank zij de mede
werking der autoriteiten konden nieuwe
machines aangekocht en verbeteringen
aangebracht worden. Dankbaa"- zijn be
stuur en directeur ook over het feit, dat
het leerlingenaantal voor het eerst bo
ven de 200 kwam. Een stijging die zeker
te danken is aan den goeden naam der
school.
De directeur, de hr. J. H. B. Buthfer
gaf daarna een overzicht van het per
centage bevorderden en geslaagden, en
ging vervolgens tot het uitreiken der
diploma s en prijzen uit het Ochtman-
fonds over.
Wethouder Goedbloed, hierna het
woord verkrijgende, wees er op, dat de
gediplomeerden nu het leven ingaan. De
toekomst is voor hen wel eexxigszins ge
sluierd. Maar ze zullen zich ook beter
dan de ouderen aanpassen en die goed
geleerd hebben verwierven zich daar
mede een voorsprong. Laten zij opti
mistisch blijven en bedenken, dat de
aanhouder wint. Spr. besloot met het
bestuur de verzekering te geven, dat B.
en W. de Ambachtsschool steeds graag
naar krachten zullen steunen.
De leerling De Graaff zegde nu het
bestuur dank voor het genoten onder
wijs, evenals directeur en leeraren, die
maar een paar. Laat ons dit genoegen
hebben van een klein uitstel. Een klei
ne voorpret.
Net zooals u wilt. Hij glimlachte
met een zoo roerende smeekbede, met
zulk een opgewekte, blijde uitdaging,
dat zij wederom het hoofd moest af'
wenden, opdat hij niet haar geheele
overgave in haar oogen zou lezen.
Dit is het feest van Ruzé de Bel
legarde, zeide zij, gehaast. We .zullen
een picnic houden bij de Pagode.
De Pagode, ja?
De Pagode van Chanteloup, bij den
ingang van het bosch van Amboise
en we gaan naar Chinon en we zullen
hier een concert hebben in de l,ange
galerij.
Het klinkt als een sprookje.
Ik wil graag dat het op een
sprookje lijkt.
En zij dacht: Als mijn heele leven
niet als een sprookje is geweest, is dat
mijn schuld.
Er hoorde niets te bestaan, niets
dan dat, zeide Carless plotseling. Er
behoorde geen andere wereld te be
staan dan juist die.."
Zij zag hem aan met een onuitspreke
lijke teederheid.
Geloof niet dat er iets anders be
staat, antwoordde zij. Zelfs als is dit
slechts een nagemaakte betoovering,
laat ons ervan genieten....
(Wordt Vervolgd).