Nederlandsch-lndië en de Marine DE PAGODE KRONIEK van den DAG. ZEELAND. DINNENLAND. U CRÈME TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE COURANT) VAN DINSDAG 31 MAART 1936. No. 77. door Gep. vice-admiraal G. L. Schorer. De Marine in Nederland, in West-Indië en voor den buitenlandschen dienst. GOES. een weldaad |a- |0, n., en sl- 85 en 25 te an S? Ir. ng $0; -AU en- Na de volksstemming in Duitsch- land, Wat zij niet en wat zij wel heeft bewezen. In af wachting van Hitler's nieuwe voorstellen. De Europeesche vrede is een en ondeelbaar. Als Hitler met zijn „volksstemming van Zondag aan het buitenland heeft willen bewijzen, dat het Duitsche volk ais één man achter hem staat, dan zal hij er weinig pleizier van beleven. Het bui tenland kent in dit opzicht niet de ge ringste waarde toe aan den overigens merkwaardigen uitslag. De Engelsche pers, aan wier oordeel men zich in Duitschland heel veel gelegen laat lig gen, stelt vrijwel zonder uitzondering op 'den voorgrond, dat het referendum als barometer voor de openbare mee ning in Duitschland erger dan onbe trouwbaar moet heeten. Van een „farce" spreken de Britsche bladen, een klucht dus, die met de begrippen: volksstem ming en verkiezing niets te maken heeft. „Stemvee" is een geliefkoosd woord van fascistische lieden. Ons dunkt, dat het nergens beter van toepassing kan zijn dan in Duitschland, waar de kie zers nu letterlijk naar de stembus zijn gedreven: thuisblijven was te gevaarlijk dan dat velen het daarop durfden laten aankomen. Wat de „volksstemming" in- tusschen wel bewezen heeft, is, dat het nazi-régime de teugels nog steeds heel stevig in handen houdt. De oppositie kon nog veel minder dan de vorige kee- rem van haar bestaan laten blijken. De zaak was zoo voortreffelijk georgani seerd, dat de ontevredenen niet de min ste kans kregen, zich in grooten getale te uiten. De regeering had er alles op gezet, een verbluffend resultaat te be werkstelligen. Zij is daar volkomen in geslaagd. De organisatie, de régie voor en tijdens de stemming heeft geen oogen- blik gehaperd. Het is een vertooning ge worden, welke in haar soort niet anders dan voorbeeldig genoemd mag worden. Wellicht zou in geen enkel ander land ter wereld, zulk een grandioos welsla gen mogelijk zijn geweest. Men moet hopen, dat ze onderhandelin gen mogelijk zullen maken, ten bate van den eenen en ondeelbaren vrede van ons werelddeel. ken. Maar het Curapaosche drama is 'n luchtig kinderspelletje vergeleken bij dat, hetwelk Nederlandsch-lndië wach ten zal, wanneer wij niet ten spoedigste I de maatregelen nemen om het af te wenden en waarvoor eerst thans, na langen tijd van zorgenloos vertrouwen, de oogen open gaan. En als het over onsl komt, dan zal het niet herstelbaar zijn. In een slotartikel nog. iets over de| middelen tot verbetering van de marine. VI. Of de zaak van beteekenis zal worden voor den internationalen politieken toe stand, moet worden afgewacht. Twee] dingen zijn mogelijk: de uitslag inspi- i reert Hitier tot een „gebaar", waardoor de beletselen, die de onderhandelingen met Frankrijk nu nog in den weg staan, verdwijnen; of hij zal er een aanleiding) in vinden, om het been stijf te houden, j Zooals men weet, wil Flandin, de Fran- sche minister van buitenlandsche zaken alleen dan praten, als de Duitsche re geering op zijn minst belooft, voorshands geen versterkingen in het Rijnland aan te leggen. Het schijnt, dat ook de En gelsche regeering op 't standpunt staat, dat Hitier iets in dezen geest moet toe zeggen. Eden heeft verleden week Von Ribbentrop op heb hart gedrukt, den| Fübrèr zulks mee te deelen. Het is niet onmogelijk, dat de rede, die Flandin Zondag heeft afgeestoken, ook van invloed wordt op Hitler's be-1 sluit. Malsch was het betoog van den Franschman niet. Hij vreest, dat Hitler er op uit is, met Frankrijk tot een ac- coord te komen, om zijn handen naar) t Oosten vrij te krijgen. Deze vrees] lijkt ons allesbehalve ongegrond. Waar om weigerde Hitier tot dusver mee ie] doen aan een collectief plan voor den vrede? Hij heeft daardoor de verden king op zich geladen, een inval in Rus-| land in den zin te hebben. Wat heeft Europa er echter aan, in het Westen den „vrede" te verzekeren als dat zou moe ten geschieden ten koste van dien in het Oosten Met spanning wachten wij de nadere voorstellen van Hitler, die, zooals menj weet, vandaag gereed zouden zijn, af. Ligt de voornaamste taak van de ma rine onder de tegenwoordige omstan digheden in Indië, die taak is niet de eenige. De marine is ook betrokken bij de handhaving der neutraliteit van Neder land in een Europeeschen oorlog en van de verdediging van de Nederland- sche kust, maar de rol, die zij daarbij te vervullen heeft is, vergeleken bij die van de Nederlandsche landmacht van ondergeschikten aard. Het gevaar voor schending van de Nederlandsche neutraliteit dreigt voor namelijk van de landzijde. Het kan ook van de zeezijde komen in den vorm van een poging tot in bezit neming van uit zee door een buitenlandsche mogend heid van één of meer havens, hetzij om daar op een soortgelijke wijze van ge bruik te maken als de Duitsche marine in den wereldoorlog deed van de ha vens aan de Belgische kust, hetzij om in ten' rug te vallen van een vreemde le germacht, die, al dan niet door Neder- land trekkend, oprukt vanuit Frankrijk naar Duitschland of vanuit Duitschland naar Frankrijk. De geschiedenis van ons land be wijst ook, dat landingen in grooten stijl op de Nederlandsche kust tot hel gebied der mogelijkheden behooren. Hetgeen de marine hiertegen heeft te doen kan niet anders dan van beperk ten aard zijn. Zij zal, evenals in den we reldoorlog, kleine plaatselijke neutrali- teitsschendingen moeten voorkomen, waaronder die op de Westerschelde, den weg naar Antwerpen, van overwe gend belang zijn, en onverwachte aan vallen van die zeezijde lang genoeg moe ten ophouden, om een deel v,an 't leger tijd te geven, zich naar de zeezijde te richten. Zij zal niet meer behoeven te zijn dan een aanvulling van hef leger. Een derde taak van de marine ligt in het behartigen der Nederlandsche be langen in den vreemde en in West-In dië. Herhaaldelijk is, ook in de 20ste eeuw, de aanwezigheid van Nederland sche oorlogsschepen, in het buitenland noodig gebleken. Het zenden van eeni ge schepen naar Curasao in 1909 om 'n einde te maken aan het agressieve op treden van Venezuela van Hr. Ms. Kortenaer" in 1914 naar Mexico van Hr Ms. Tromp" in 1922'23 naar Smyrna, de herhaalde stationeeringen van Nederlandsche oorlogsschepen ir. Chineesche havens, meer in 't bijzonder e Shanghai, de zendingen van detache menten mariniers naar Peking en naar het Saargebied zijn voorbeelden van het gebruik, dat Nederland van de marine moest maken terwille van zijn prestige en zijn goeden naam of van de belangen en cte veiligheid van onze landgenooten in den vreemde. Herhaaldelijk ook is het noodig geoor deeld, de Nederlandsche vlag in het bui tenland aan boord van een of meer oor logsschepen te vertoonen als interna tionale vorm van beleefdheid of om de aandacht op ons land of onze scheeps- bouwindustrie te vestigen. De niet lang na den oorlog chronisch Door MARJORIE BOWEN. 22). J HOOFDSTUK IX. Eet feest was begonnen; onzichtbare muzikanten speelden vroolijke wijsjes in de gouden lucht en de klare wateren van de Amasse weerkaarsten een hemel van parelend azuur zonder één wolk-J vlekje. Hij was gekomen, dit was op zichzelf) voldoende voor madame de Bellegarde; hij iad zijn vrienden, zijn bekenden, zijn belangen, zijn genoegens verlaten om dadelijk, op haar eerste oproeping, naar dit eenzame kasteel te komen. Binnen enkele uren na zijn aankomst had hij' haai met een grillige stoutmoe digheid gevraagd of er vele andere gas ten kwamen Kan ik niet een korten tijd alleen met u en miss Stalling doorbrengen? Alles schijnt volmaakt. Ik heb u altijd onder een menigte menschen gezien.... Gelooft u niet, pareerde zij, dat Ruzè de Bellegarde bedoeld was voer veel menschen? Neen, ik niet. Ik g'eloof dat het be stemd was voor één of twee menschen. Of drie of vier, zeide madame de Bellegarde. Welnu daar heb je Magnus Farryner, die hier af en toe komt en dan nog een jong meisje, dat miss Stal- graag wil hebben we kunnen 't daarbij laten.... Doe dat, antwoordde Timothy Car- less bedaard, zelfs al blijven er nog en kele zomerdagen over zelfs al moet ik spoedig heengaan, zelfs al mag ik niet lang blijven, laat ons.... hij hield op, met zijn bekoorlijken, lichtelijk fantas- tischen glimlach, „ja, laat mij een wonderbaarlijk intermezzo hebben Madame de Bellegarde zweeg, bleef toeven bij de beteekenis van zijn woor den; hij giste, natuurlijk, waarom zij hem had ontboden, en hij wilde gaarne dat zij deze aanmoediging bevestigde, dat zii haar goedgunstigheid meer bepaald onder woorden zou brengen; maar zij wilde dat niet doen, zij wilde langer ge nieten van dit ademloos genoegen van heerlijke onzekerheid. Zij wilde nog wei felen bij die heerlijke voorpret, vóórdat zij hem toestond zich te verklaren. Zij waren bij de watervallen, in het bovenste gedeelte van het park, te mid den van de groote groepen sierlijke hoornen, welke de zachte helling van den heuvel bekroonden; het heldere, blauwe water viel van hoogte tot hoogte onder hen, ontsnappende uit de mas sieve urnen van steenen riviergoden en de slanke kruiken van steenen nymphen, welke van de vochtige terrassen leidden door het lange, frissche gebladerte der varens Ruzè de Bellegarde lag onder hen, kasteel, gracht en tuinen, als een oude, gekleurde kaart; daar buiten de rechte, witte weg en de sierlijke wendingen der rivier, welke zich met ïrage kalmte op de marine toegepaste bezuinigingen hebben tot 't resultaat geleid, dat zij deze, hier in 't kort aangeduide, taak niet meer op voldoende wijze kan ver vullen. Het aanbouwgjan van 1930, dat de voorgenomen vernieuwing van de vloot in Ned. Indië aangaf, voorzag ook in den bedroevenden toestand van het materiaal voor den buitenlandschen dienst, maar het werd reeds eerder opgemerkt het plan is slechts voor een klein gedeelte tot uitvoering geko men en zoo laat de verbetering steeds op zich wachten. Ook de marine in West-Indië werd aan de bezuinigingen opgeofferd. De ge volgen bleven niet uit. In Juni 1929 maakte de Venezuelaansche revolutio nair Urbina zich te Willemstad op Cu rasao meester van 'n in de haven lie genden Amerikaanschen koopvaarder, roofde uit het zoo goed als ontwapende waterfort geweren en munitie van de te Cxlraqao aanwezige militaire bezetting, hield deze kleine, op niets verdacht zijnde bezetting in bedwang, nam den gouverneur van het eiland en den mili tairen commandant als gijzelaars mee aan boord, ontscheepte de wapens en munitie op de kust van Venezuela en zond schip en .gijzelaars weer naar Cu rasao terug. Hoewel het bekend w.as, hoe roerig 't soms in den Venezuelaanschen hoek kon zijn en er vroeger dan ook altijd een kleine maritieme macht in West Indië aanwezig was geweest, hadden de voortdurende op de weermacht toege paste bezuinigingen er toe geleid, dat de op Curasao aanwezige troepenmacht nabij het nulpunt was en Nederlandsche oorlogsschepen er slechts voor korten tijd en met lange tusschenpoozen ver schenen. Waarschuwingen werden ter zijde gelegd. Het resultaat was pijnlijk en vernede rend, maar het was eigen schuld. Om een luttele som gelds te besparen het was nog vó'ór den crisistijd en voor alle binnenlandsch-politieke ver langens was geld in overvloed te vinden was 't allernoodigst om te voldoen aan de meest elementaire van onze in ternationale verplichtingen niet uitge geven. De Regeering greep ten spoedigste in en nam afdoende maatregelen, o.a. de vaste stationeering van een krach tig flottielje-vaartuig, om te voorkomen dat een dergelijke bespotting van haar eigen gezag in West-Indië niet meer kon plaats grijpen. Maar de harde les is ten slotte toch slecht begrepen. Binnen de nauwe grenzen van ruimte, en tijd, waarin het schandaal zich af speelde, kon het voor de waardigheid van het Konipkryk der Nederlanden moeilijk erger geweest zijn. Het bleef evenwel een drama van klein formaat en Het was herstelbaar. De in het Westen ontvangen les is niet toegepast in het Oosten. Ook Ne- derlandsch-Indië ligt in een deel der aarde, waar het roerig is en nog roeri ger zal worden; ook daar is de weer macht onvoldoende, ondanks de toege nomen politieke spanning. Ook voor 't gevaar, dat Nederlandsch-lndië dreigt, hebben de waarschuwingen niet ontbro- EEN TEN ONRECHTE GEWEIGERDE COLLECTE. Van de Vereeniging Zonnestraal. In den loop van den maanden Mei en Juni van 1935 hebben de colleges van burgemeesters en wethouders der ge meenten Breda Princenhage, Klimmen, Lexmond en Boskoop afwijzend be schikt op verzoeken van de Vereeniging Zonnestraal te 's Gravenhage (Neder landsche vereeniging tot het oprichten van arbeidskolonies voor tuberculose lijders in Nederland) tot het houden van een openbare inzameling in die ge meenten. Het gemeentebestuur van Breda was van meening, dat door het inwilligen van dit verzoek de belangen van de in die gemeente bestaande instellingen van weldadigheid zouden worden geschaad, daar in verband met de heerschende werkloosheid in die gemeente, welke bijzondere maatregelen tot lenig'ing van den nood van de overheid in het alge meen vordert, de plaatselijke instellin gen van weldadigheid voortdurend een beroep moeten doen op de liefdadigheid der ingezetenen, terwijl de werkzaam heid der verzoekende vereeniging voor Breda van geen of geringe beteekenis is- Het gemeentebestuur van Princenhage weigerde op ongeveer gelijke gronden als dat van Breda. B. en W. van Lexmond voerden als grond voor de weigering aan den slech ten financieelen toestand der gemeente en de vele collecten, welke reeds gehou den waren, terwijl het gemeentebestuur van Klimmen geen motieven voor de weigering noemde. Het gemeentebestuur van Boskoop voerde aan, dat de heerschende al- gemeene crisis in het bijzonder in het boomkweekersbedrijf, den hoofdtak van bestaan te Boskoop, heeft getroffen in zoo sterke mate, dat naast groote werk loosheid bij de werknemers, stilstand van inkomsten bij vele werkgevers en kwee kers wordt aangetroffen en dat ter leni ging van de uit deze omstandigheid voortvloeiende nooden meer dan anders een beroep moest worden gedaan op den liefdadigheidszin der ingezetenen. Van inwilliging van het verzoek vreesde men schade aan de plaatselijke instellingen van weldadigheid en aan het plaatselijk crisis comité. Thans heeft de Kroon de besluiten van genoemde gemeentebesturen vernietigd. Noch de omstandigheid, dat reeds vele collecten in de gemeente zijn gehouden, noch het feit, dat de werkzaamheden der betrokken instelling voor de inwoners der gemeente geen direct belang heb ben, mag geen reden zijn om de toestem ming tot een openbare inzameling krach tens art. 15 der Armenwet te weigeren. Er moeten gewichtige redenen zijn voor weigering van de collecten eener ver eeniging als Zonnestraal, welke een zoo uitnemend volksbelang als de bestrijding der tuberculose behartigt. Poon 20ct voor Uw huid (Ingez. Med.) door de vallei kronkelde, die zich lang zamerhand opende tot zulke blauwe horizonten, zulke zilveren verschieten.) Op een dag. weldra, zeide Ma dame de Bellegarde, zal ik vertellen, waarom ik je hier gevraagd heb. Zijn fijngevoelig gelaat was tegelijk stralend en teleurgesteld. Niet nu? Neen niet nu. Maar je mag mij vertellen waarom je nooit geschreven hebt al dien tijd? En zij glimlachte flauwtjes bij de ge dachte aan dien langen zielesmart van) haar, toen, zij op zijn brief had gewacht. Ik durfde niet te schrijven, ant woordde de jonge man ernstig. Ik was er zoo van overtuigd, dat u het.... on-| behoorlijk zoudt vinden. Dat verwonderde haar, bijna tot op het punt van het niet te g*elooven; hoe was het mogelijk, dat hij haar gevoelens jegens hemzelf zou misvatten, zelfs of-1 schoon 'er geen woord van liefde tus- schen hen gesproken was? En dan herinnerde zij zich, met een steek van smartelijke voldoening, haar] eigen trotsche eergevoel; het was per slot heel goed mogelijk dat zij haar] hartstocht gedurende het leven van haar echtgenoot zoo hoogmoedig had be- heerscht, dat zij die zelfs had onttrok ken aan de aandacht van het voorwerp daarvan; zij had die gave van trots, streng, elke zwakheid verachtende, wel ke voor haar, en overeenkomstig haar! standsgevoel, eer was. Deze dingen overwegende, keek zij hem langzaam aan en zag' een blos op zijn verrukkelijk gelaat, en het scheen haar toe, dat die trots van haar een wreed iets was, een hartelooze conven tie, welke hen beiden noodeloos had geweld. Neen, zeide zij, bewogen en be droefd om die verspilling van tijd, die zoo lang scheen, ik kon nooit iets, wat je deed, onbehoorlijk vinden. Zoudt u mij dan niet willen ver- tellen, waarom u mij hier gevraagd heeft? vroeg hij met een gretigheid, die treffend was in iemand die zóó de hoe danigheden had om met gemak een we reld van genoegens machtig te kunnen worden. Madame de Bellegarde wist, dat hij alleen de laatste aanmoediging noodig had; een glimlach zou genoeg geweest zijn; maar zij wendde het hoofd af. Met één teeken had zij hem aan haar voeten of in haar armen kunnen heb ben; maar zij kon het niet geven. Met de fijngevoeligheid van een vrouw, wier liefdeservaringen .alle in droomen waren geweest, kon zij dien lang gekoesterden hartstocht niet aan den toets der wer kelijkheid overgeven. Hiji beminde haar, hij was overstelpt door de gedachte al leen dat zij hem kon liefhebben, en dat was genoeg voor v.andaag; zij keerde zich tot zijn ernstige en brandende ver wachting en zeide Ik zal het je vertellen weldra - niet nu. wacht een paar dagen Leeraren Nijverheidsonderwijs. Voor de af deeling Goes van den Bond van Leeraren aan het Nijverheidson derwijs werd Zaterdagavond in hotel „Nieuw Goes" een lezing gehouden door den heer G. de Galan. Vrijwel alle Nij verheidsonderwijzers waren tegenwoor dig. Ook de heer J. H. B. Buthler, di recteur van de Goesche Ambachtsschool was onder de aanwezigen. De heer De Galan behandelde het ontwerp „intelligentie en .intelligentie- onderzoek", Met groote belangstelling werd zijn belangwekkende lezing ge volgd. AMBACHTSSCHOOL. Uitreiking diploma's en prijzen.. Maandagmiddag vond in de Am bachtsschool de uitreiking van de be haalde diploma's en prijzen plaats. Voor de namen zie men de rubriek onderwijs. De hr. K. B r i n k opende bij verhin dering van voorzitter en secretaris de ze bijeenkomst en deelde mede, dat ook de burgemeester van Goes en de oudste wethouder niet aanwezig konden zijn. Mr. Goedbloed vertegenwoordigde nu het gemeentebestuur. Spr. wees er voorts op, dat het afge- loopen jaar er niet een van enkel voor spoed was. Een noodlottig ongeval maakte een einde aan het leven van het bestuurslid mevr. A. Klinkenberg. Haar naam zal in hooge eere blijven voortle ven. Ook de leerling v. d. Velde, die goed bij zijn leeraren stond aangeschre ven, ontviel de school door den dood. Na eenige oogenblikken stilte, gewijd aan de nagedachtnis der overledenen, deed de voorzitter nog mededeeling van eenige mutaties van het bestuur. De hr. Valck, de nestor van het bestuur, meen de wegens gevorderden leeftijd plaats te moeten maken voor een jongere. In zijn plaats is benoemd de hr. I. Adnaanse. In de plaats van den hr. G. Adriaanse, werd tot gedelegeerde voor de gemeen te in het bestuur de hr. G. Eckhardt be noemd. Spr. uitte zijn dank voor wat af- getredenen en nieuw benoemden deden, en bracht tevens hulde aan den afgetre den leeraar Crucq, voor zijn werk voor de school tal van jaren verricht. Spr, gewaagde dan van den grooten slag, die de school trof, het opleggen van den iwee-jarigen cursus. Men moet zich schikken en zal er van maken wat er van te maken is. Dank zij de mede werking der autoriteiten konden nieuwe machines aangekocht en verbeteringen aangebracht worden. Dankbaa"- zijn be stuur en directeur ook over het feit, dat het leerlingenaantal voor het eerst bo ven de 200 kwam. Een stijging die zeker te danken is aan den goeden naam der school. De directeur, de hr. J. H. B. Buthfer gaf daarna een overzicht van het per centage bevorderden en geslaagden, en ging vervolgens tot het uitreiken der diploma s en prijzen uit het Ochtman- fonds over. Wethouder Goedbloed, hierna het woord verkrijgende, wees er op, dat de gediplomeerden nu het leven ingaan. De toekomst is voor hen wel eexxigszins ge sluierd. Maar ze zullen zich ook beter dan de ouderen aanpassen en die goed geleerd hebben verwierven zich daar mede een voorsprong. Laten zij opti mistisch blijven en bedenken, dat de aanhouder wint. Spr. besloot met het bestuur de verzekering te geven, dat B. en W. de Ambachtsschool steeds graag naar krachten zullen steunen. De leerling De Graaff zegde nu het bestuur dank voor het genoten onder wijs, evenals directeur en leeraren, die maar een paar. Laat ons dit genoegen hebben van een klein uitstel. Een klei ne voorpret. Net zooals u wilt. Hij glimlachte met een zoo roerende smeekbede, met zulk een opgewekte, blijde uitdaging, dat zij wederom het hoofd moest af' wenden, opdat hij niet haar geheele overgave in haar oogen zou lezen. Dit is het feest van Ruzé de Bel legarde, zeide zij, gehaast. We .zullen een picnic houden bij de Pagode. De Pagode, ja? De Pagode van Chanteloup, bij den ingang van het bosch van Amboise en we gaan naar Chinon en we zullen hier een concert hebben in de l,ange galerij. Het klinkt als een sprookje. Ik wil graag dat het op een sprookje lijkt. En zij dacht: Als mijn heele leven niet als een sprookje is geweest, is dat mijn schuld. Er hoorde niets te bestaan, niets dan dat, zeide Carless plotseling. Er behoorde geen andere wereld te be staan dan juist die.." Zij zag hem aan met een onuitspreke lijke teederheid. Geloof niet dat er iets anders be staat, antwoordde zij. Zelfs als is dit slechts een nagemaakte betoovering, laat ons ervan genieten.... (Wordt Vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1936 | | pagina 5