GOESCHE C0U£ANT£!££ f 1.75 Nederlandsch-lndië en de Marine WEENSE liELHSIES WEER EN WIND. iSlëNENSJMD. ZEELAND. MMBELBURI. NUMMER 57. DRIE BLADEN. ZATERDAG EERSTE BLAD. 179e JAARGANG. door Gep. vice-admiraal G. L. Schorer. ,,Het Japansche gevaar". Hoe Japan zich in een halve eeuw fijds tot een groote mogend heid ontwikkelde. De armoede zijner bevol king en het gebrek aan grondstoffen De militaire status in het Verre Oosten. Generaal Pershing. Witkam's Geschenkenhuis G0£S: WALCHEREN. 7 MAART 1936. MIDDELdUBGSCHE courant Dagblad Voor Middelburg, Goes en agent schap Vlissingen 2.30, elders 2.50 per kwartaal Week-abonn. in Middelburg en Goes 18 ct. p. w. Advertentiën 30 ct. per regel, Ingez. mededeelingen 60 ct. p. r. Bij contr. voor beide veel lager; tar. op aanvr. Uitgeefster Naamlooze Vennootschap „De Middelburgsche Courant"; Bureaux Lange Sint Pieterstraat te Middelburg. Telefoon Redactie 269, Administratie 139 Postrekëni ng no. 43255 Kantoor te GOES: Turfkade, telefoon 17. Aangesloten bij bet Bureau voor Publiciteitswa'ar de der Vereeniging de Nederlandsche Dagbladpers. Familieberichten en dankbetuigingen I—ïf regels 2.10, elke r. m. 30 ct. Rubriek „Kleine Advertentiën", ten hoogste 6 regels, a 75 ct. bij vooruitbetaling Adv. met „Brieven" of „Bevragen bureau dezer cou rant" 10 ct. extra Bewijsnommers 5 cent. II. Het vorig artikel over dit onderwerp werd besloten met de opmerking, dat de zoo lang geheerscht hebbende rust in de Oost-Azische politieke verhoudingen verstoord is door de snelle opkomst en uitbreiding van het Japansche Rijk, Gedurende den langen tijd, dat Japan vrijwel geheel afgesloten was van de buitenwereld, vanaf het midden der 17e tof het midden der 19e eeuw, was het bevolkingscijfer stationnair gebleven. De bodem kon maar voor een klein gedeel te, nog geen 20 pet., in cultuur gebracht worden en bij de onmogelijkheid van in- en uitvoer was er dus maar voor een beperkt aantal menschen voedsel en le vensonderhoud te verkrijgen. Dit aantal schommelde tusschen 26 en 27 millioen. Kinderbeperking was algemeen en werd van hoogerhand opgedrongen. De maat regelen, die daarbij toegepast werden, waren veelal uiterst hardhandig, maar in de politieke en economische afzonde- ringspositie van het Japansche Rijk was de beperking eigenlijk onvermijdelijk. Toert Japan zich onder den dwang der Westersche mogendheden tegenover de buitenwereld ontsloot, begreep de ver vooruitziende regeering, dat het noodza kelijk was de methodes van het Westen over te nemen. Het was een betrekkelijk kleine groep vastbesloten, bekwame, va derlandslievende mannen, die onder hoogste leiding van den Keizer, een nieuw, sterk gecentraliseerd regeerstel- sel vormden, dat eenheid bracht in plaats van de bestaande verdeeldheid en die het achterlijk land met behulp der vreemdelingen op allerlei gebied zijn achterstand snel deden inhalen. Van 1870 af kwam er een eind aan de stelselmatige kinderbeperking; lang zamerhand groeide de bevolking snel ler aan en thans is de toename nage noeg I millioen zielen per jaar, gere kend over het eigenlijke Japan, waar van het aantal inwoners nu tot ruim 65 millioen is opgeloopen. Dat van het geheele Japansche Rijk bedroeg op het eind van 1935 nagenoeg 100 millioen. ia denzelfden tijd ontstonden een uit gebreide, goedkoop leverende industrie, een belangrijke scheepvaart en over- zeescke handel, een sterke vloot, een machtig leger, uitnemend onderwijs en wetenschappelijke ontwikkeling in alle richtingen. De Japansche regeering had geen oogenblik uit het oog verloren, dat de snelle toename der bevolking gepaard moest gaan met een even snelle toe name van gelegenheid tot werk en mid delen tot levensonderhoud. Van de twee daarvoor het meest voor de hand lig gende wegen: emigratie en industrieele ontwikkeling, werd de eerste al spoe dig geheel versperd door de immigratie verboden van Australië en de Veree- nigde Staten van Noord-Amerika, de landen die door hun gunstig klimaat en overvloed van werkgelegenheid den Japanner de beste kansen hadden kun-: nen bieden. Maar de ontwikkeling der industrie slaagde des te beter. Onder de welbe wuste leiding, aanvankelijk van de re- geering, later van de groote Mitsni- en Mitsufaishiconcerns werden industrie, scheepvaart en handel tot hoog peil op gevoerd en zij zijn thans, vooral als ge volg van de lage loonen, waarmee de ar beidzame, intelligente en sobere bevol king genoegen neemt, van een zooda- concurreerend vermogen gewor den, dat de Westersche mogendheden er de nadeelige gevolgen allerwege op de wereldmarkt van ondervinden. Nederland weet hiervan mee te pra ten,, terwijl het zijn invoer in Ned. In die van 1929'34 zag dalen van 19A tot 13 van den totalen invoer, nam die van Japan in dezelfde periode toe van 10 tot 32 Men kan wel, zooals nu veelal ge schiedt, ter bescherming van de eigen industrie, door hooge invoerrechten, con tingenteeringen. of verbod van invoer de Japansche concurrentie gedeeltelijk of geheel uitschakelen, maar men mag daarbij niet uit het oog verliezen, dat een groot deel der Japansche bevolking in uitermate armoedige omstandigheden leeft, en dat ook zij lijdt onder de eco nomische inzinking. Het stilleggen van den export zou haar ondergang zijn en de Japansche regeering moet en zal dus alles doen om voor export de noo- dige uitwegen te banen en te handha ven. Japan's bodem levert slechts in zeer onvoldoende mate de grondstoffen, die voor zijn industrie en voor zijn weer macht onmisbaar zijn. Voor ijzer, steen kolen, petroleum, katoen, rubber, tin en nog veel meer is het afhankelijk van den invoer uit het buitenland. Niet alleen de export, maar ook de import is een levensvoorwaarde voor het Japansche volk. De regeering beschouwde deze afhan kelijkheid van het buitenland als een gevaar voor de veiligheid van hetfcRijk Vandaar de in de laatste tientallen ja ren zoo herhaaldelijk tot uiting komen de wensch tot staatkundige uitbreiding en dientengevolge ruimere, liefst volle dige beschikking in het eigen land over de grondstoffen, die de industrie, voor al de oorlogsindustrie, van noode heeft. Vandaar ook de voortdurende uitbrei ding en versterking van leger en vloot, de machtsapparaten, waarmede de staatkundige uitbreiding werd afge dwongen. Na den Chineesch-Japanschen oor log (1894'95) werd Formosa aan Ja pan toegevoegd, na den Russisch-Ja- panschen oorlog (1904'05) verkreeg het het 'zuidelijk deel van Sachalin, benevens bijzondere rechten in Korea en Zuid-Mantsjoerije. In 1910 werd Ko rea geannexeerd. Na den oorlog van 1914 '18 werden de voormalige Duitsche eilandengroepen door den Volkenbond onder Japansch mandaat gesteld, een mandaat dat Japan eigenmachtig voor recht van bezit heeft verruild. In September 1931 zette J.apan den al meermalen tot een begin van uit voering gebrachten wensch, zich mees ter te maken van Mantsjoerije, met kracht van wapenen door, scheurde dit land los van het Chineesche Rijk en zette het om in den geheel van Japan afhankelijken, zoogenaamd „onafhanke- lijken" staat Mantsjoekwo, onder lank moedige afzijdigheid van den Volken bond. En thans, voornamelijk door het drij ven v.an het leger, dringt Japan door in Noord-China. dat eveneens van China wordt losgesneden en hoe langer hoe meer onder Japanschen invloed komt. Dit optreden van het leger moge in West-Europeesche begrippen weinig passen, het wordt duidelijker wanneer men bedenkt, dat 't leger, evenzeer als de marine, rechtstreeks onder den Kei zer staat. Voegt men hierbij, dat de Keizer volmaakt onaantastbaar is en het volk, uitermate nationalistisch en militair gezind, achter leger en marine staat, dan laat het eigenmachtige optre den van het leger zich tamelijk goed verklaren. Mantsjoekwo is geen onverdeeld suc ces voor de Japanners. Als immigratie land voldoet het maar weinig; de Japan sche landbouwer, min of meer verwenc door zijn zeeklimaat, zal nooit wennen aan de heete zomers en de koude gure winters van het vasteland, terwijl hi' bovendien toch niet concurreeren kan tegen de vele millioenen nog veel sober der dan hijzelf levende Chineezen, die zich in de laatste 20 jaar in Mantsjoe rije gevestigd hebben. Die mogelijkheid tot het spoedig verkrijgen van grond stoffen is niet meegevallen en de mili taire macht, die noodig blijft om het nog lang niet uitgeroeide bendewezen den kop in te drukken, kost schatte»! gelds. Vooral van marinezijde, ook door of- ficieele en verantwoordelijke personen, wordt er thans openlijk een krachtige propaganda voor gemaakt expansie te zoeken n,aar de zg. Zuidzee-eilanden, dat zijn in hoofdzaak de Filippijnen en Nederlandsch-lndië, die door hun kli- De gasoorlog is in flagranten strijd met de beschaving; het is een wreed, oneervol en ongeoorloofd gebruik van de wetenschap. maat en hun rijkdom aan grondstoffen een veel beter terrein voor uitbreiding zouden zijn, dan dat waar het leger zich heeft vastgebeten en die ook veel snel ler tot tastbare resultaten zouden kun nen leiden. Van welken ,aard die ex pansie zou zijn, kan hier nog buiten be schouwing gelaten worden. Het is van belang, zich hierbij te her inneren. dat omstreeks 1943 de Filippij nen zeer waarschijnlijk geheel onafhan kelijk van de Vereenigde Staten zullen zijn en dan dus de groote kans loopen een gelijksoortige „onafhankelijkheid' van Japan te zullen verwerven, als thans het deel is van Mantsjoekwo. Zoowel de economische als de staat kundige uitbreiding van Japan zijn in een opvallend snel tempo verloopen en er is niets, dat wijst op het einde van het proces. De noodzaak om de snel toenemende bevolking werk en levensonderhoud te verschaffen, is hier zeker de voornaam ste drijfveer geweest, maar ook heeft een rol van beteekenis gespeeld de geestesgesteldheid van het Japansche volk, dat, onder invloed van stelselma tige, ultra-nationalistische propaganda zich als hooger en beter is gaan be schouwen dan de Westersche volken en zich dientengevolge geroepen voelt te heerschen tot ver buiten de grenzen van het tegenwoordige Rijk van de Rij zende Zon, tot ook ver buiten de lan den in en om den Westelijken Pacific. Een bij snel opgekomen volkeren meer malen vorogekomen prestige-politiek is hier 't gevolg van; Japan volgt in deze het voorbeeld van Duitschland vóór den Wereldoorlog en ziet in het Italië van nu een gelijkgezinde. De steeds toenemende drang tot uit breiding ging gepaard het kan niet anders met sterke toename van de uitgaven voor leger en vloot. Deze be dragen thans reeds bijna de helft van de totale staatsuitgaven en de inkom sten zijn geheel onvoldoende om de uit gaven te dekken. Van 19311934 nam de staatsschuld toe van 6 tot 9 A mil liard yen. Tot dusver waren de uitgaven voor de vloot nog eenigszins beperkt door het in 1922 gesloten verdrag van Wash ington en door het in 1929 daarop aan sluitende verdrag van Londen. Door de ze verdragen werden voor de Vereenig de Staten, Groot-Brittannië en Japan en gedeeltelijk ook voor Frankrijk en Italië bepaalde maxima vastgesteld voor hun totaal aan tonnenmaat van hun verschillende schepensoorten en werd de verhouding dier maxima voor de eerste drie bepaald op 5 5 3. Het initiatief tot deze verdragen was uitgegaan van de Vereenigde Staten met het uitgesproken doel, beperking van bewapening te verkrijgen, één doel dat ten deele bereikt werd. Gewild of ongewild werkten zij intusschen even zeer als een rem op de neiging tot uit breiding van het Japansche Rijk en het is wel zeker, dat een groot deel van 't Japansche volk, opgevoed in de pres tige-politiek, in sterke mate tegen het aanleggen van dien rem gekant was. De vlootbeperking van Washington ging gepaard met de beëindiging van het Engelsch-Japansche verdrag, dat gedu rende 20 jaar voor deze beide naties van groot practisch nut was geweest. Zij bracht tevens mee, dat Groot-Brit- tannië afzag van haar sinds eeuwen be staande supprematie ter zee. De Japanpers zouden er nooit toe gekomen zijn, het verdrag van Washing ton te onderteekenen, wanneer hun niet de zeer belangrijke concessie was ge daan, dat de verschillende ondertee- kenende mogendheden zich verbonden, geen nieuwe, versterkte marinebases aan te leggen tusschen nul en 30 graden Noorderbreedte en 110 en 180 graden Oosterlengte. Cfeze bepaling gaf den Japanners tegenover de Amerikanen een vrijwel onaantastbare stelling; zij liet de Amerikaansche vloot in Oost- Azië zonder goed versterkte marine- basis. Haar basis bij Honolulu, die bui ten den verboden vierhoek valt. ligt op een afstand van Japan, half zoo prcot als die van Nederland tot Ned.-Indië. Tegenover Groot-Brittannië bevindt Japan zich wat dat betreft in een min der gunstige positie. Singapore, de aan gewezen plaats voor een Britsche ma rinebasis, ligt buiten den vierhoek. De basis aldaar, na Washington in bouw ge nomen, is thans bijna gereed. De Brit sche vloot heeft er het best mogelijke steunpunt voor de verdediging der Brit sche gebieden in Zuid- en Oost-Azië en van Australië, zoomede voor de contro le der handelswegen tusschen Oost- Azië en den Indischen Oceaan. De verdragen van Washington en Londen loopen dit jaar ten einde. Ja pan heeft zijn vrijheid hernomen, het wilde, ondanks zijn buitengewoon gun stige strategische ligging in Oost-Azië geen genoegen meer nemen met een toegestane vlootstrekte, kleiner dan die van de Vereenide Staten en van Gr.- Grittannië en de kans is groot, dat de ze houding leiden zal tot nauwere aan eensluiting van deze beide zeemogend heden. Tegelijk met de vlootbeperking, was op de Washingtonsche conferentie van 1922 in het negen-mogendhedenverdrag vastgelegd, dat „de souvereiniteit en de onafhankelijkheid, zoomede de politieke integriteit van China door hen gerespec teerd zouden worden, dat zij al hun in vloed zouden gebruiken om in China gelijke kansen voor handel en industrie van alle naties te verkrijgen en dat zij er zich van zouden onthouden te trach ten er speciale voorrechten te verwer ven, die nadeelig zouden ziin voor be vriende rijken". Aan dit verdrag heeft Japan zich in 1931 door de bezetting van Mantsjoe rije en door zijn verdere optreden in China met de daad volkomen onttrok ken. Het streeft naar een alles over- heerschende positie in Oost-Azië. De be handeling der vraag hoe de andere mo gendheden, inzonderheid Rusland, de Vereenigde Staten en Groot-Brittannië hier tegenover staan, zal het onderwerp zijn van een volgend artikel. DUITSCHLAND EN DE NEDERLANDSCHE REISBELASÏING. De Duitsche pers vreest, dat door de Nederlandsche reisbelasting zoo die tol uitvoering mocht komen, de reislust van vele Nederlanders, die nu van de lage reismarken profiteeren kunnen, sterk zal verminderen. Ook zou deze belas ting een harde slag zijn voor de in Ne derland wonende Duitschers, die hun vacanlie dikwijls in hun vaderland gaan doorbrengen met name voor de 30.000 Duitsche dienstïiieisjes. De Duitsche bladen maken met voldoening melding van de in de Hollandsche pers gepubli ceerde kritiek op de ontworpen reisbe lasting. VERSCHERPTE GRENSBEWAKING. Sinds gistermiddag is op verscheidene plaatsen aan de Nederl.andsch-Belgische grens een verscherpte grensbewaking in gevoerd. Verscheidene grensposten zijn in dit verband sinds Donderdagavond dag en nacht door rijkspolitie bezet. Het schijnt de bedoeling te zijn deze scherpere grensbewaking bij wijze van proef met tusschenpoozen gedurende 'n week of langer onafgebroken te doen plaats hebben. Het doel v.an de nieuwe maatregelen is biet alleen het waken tegen grens- frauden, maar vooral ook, door eën in tensieve passencontrole de invasie van ongewenschte vreemdelingen in ons land tegen te gaan. Voorloopig wordt voor de doorloo- pende bewaking gebruik gemaakt van gedetacheerd personeel, dat dus in we zen aan zijn eigenlijke taak wordt ont trokken. Mocht de intensievere grensbewaking echter permanent worden, dan zal tot uitbreiding van het aantal marechaussee en rijksveldwachters dienen» te worden overgegaan. NAAR LOONSVERLAGING IN HET DRUKKERSBEDRIJF. Naar wij vernemen, zijn de delegaties van werkgevers en werknemers in het drukkersbedrijf het eens geworden over een nieuw collectief contract, dat ter goedkeuring aan de bonden zal worden voorgelegd. Het voorziet o.a. in een loonsverlaging van 4 cents per uur voor de handzetters en de drukkers en van 5 cents per uur voor de machine-zetters. Middelburg, 7-III-'36. Vrijdag: hoogste lucht temperatuur 7.5 °C (46 °F); laagste 3.9 CC (39 °F). Heden 9 h: 4.5 °C; 12 h: 8.5 °C. 0.1 mm regen of neer slag. Hoogste barometerstand te dezer stede, in het afgeloopen etmaal: 762 mm; laagste 758 mm. Verwachting tot morgenavond: Zwakke tot matige wind uit Zuidelijke richting. Helder tot licht bewolkt. Waar schijnlijk droog weer. Overdag weinig verandering in temperatuur, 's Nachts eenige stijging. Zon op: 6 h 35; onder: 17 h 49. Licht op: 18 h 19. Maan op: 17 h 30; onder: 5 h 52. Zo. 8 Mrt. Zon op: 6 h 32; onder: 17 h 50. Licht op: 18 h 20. Maan op: 18 h 38; onder: 6 h 05. V.M. 8 Maart. Hoog- en Laagwater te Vlissingen. Maart. Hoogwater. Laagwater. Za. 7 1.08 13.31 7.37 19.42 Zo. 8 1.35 13.59 8.11 20.12 Ma. 9 2.03 14.25 8.42 20.38 Hoog- en Laagwater te Wemeldinge, Maart. Hoogwater. Laagwater. Za. 7 2.59 15.17 8.37 20.52 Zo. 8 3.30 15.50 9.07 21.19 Ma. 9 4.02 16.20 9.35 21.44 Wiens fiets is da't? Op het politiebureau is een rijwiel gedeponeerd, dat onbeheerd aan de Houttuinen stond. De eigenaar kan zijn karretje komen afhalen, Gevlochten leer. Zeer elegant. Lange Kerkstr. - Tel. 505 - Goes (Ingez. Mea.l Zilveren jubileum. Vrijdag herdacht de hr. J. Deurloo al hier den dag waarop hij 25 jaren werk zaam was als vertegenwoordiger-agent van de Levensverzekeringmaatschap pij „Utrecht". Namens de Mij. werd hem door den Hoofdinspecteur de zilveren medaille van verdienste benevens de gebruike lijke enveloppe met inhoud overhandigd, terwijl hem door zijn agenten-collega's een bloemenhulde werd gebracht. BIGGEKERKE. Voor een in grooten getale opgekomen publiek, gaf de mond- orgelvereeniging „Oefening Kweekt Kunst" voorzitter, de heer D. Wijkhuijs Vrijdagavond haar eerste openbare uit voering. De heer Joh. Wijkhuijs, die in het mu ziekleven ter plaatse en ook elders, geen onbekende meer is, heeft ook van deze vereeniging de leiding. De verschil lende nummers stelden den muzikanten soms zware eischen, doch de verschil lende stukjes werden zeer verdienste lijk uitgevoerd. Ter afwisseling werden drie tooneelstukjes uitgevoerd. BIGGEKERKE. De burgemeester heeft aangewezen als hoofd van den te vormen luchtbeschermingsdienst den heer I. A. de Moor, secretaris der ge meente, NW. EN ST. JOOSLAND. Gisteren aan het einde der raadsvergadering is de secretaris-ontvanger, de heer P. Baurdoux gehuldigd ter gelegenheid van zijn 35-jarig ambtsjubileum De jubilaris werd toegesproken door den burge meester, verschillende raadsleden en den heer Brakman, namens het gemeen- tepersoneel. Hij ontving van den Raad een zilveren

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1936 | | pagina 1