mim-memi. ÉKtL GRATIS leder pak HÜNIG's VERMICELLI KRONIEK ¥1 Ti den DAG. ZEELAND. JTT"" Om onze Nationale Vlag. - fWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE COURANT) VAN WOENSDAG 4 MAART 1936. No. 54. li ys'ss», MIDDELBURG. VLISSINGEN. bevat ter kennismaking een HONIG's BOUILLONBLOKJE aaiaa&aa De verrassingen van Genève. Toch een petroleum-embargo? Maar eerst een poging om vrede te' stichten. De econo mische verbloeding van Italië en maarscüalk Badoglio s Pyr- rhus-overwinningen, Uit Genève is aan Mussolini en aan den Negus een telegram gezonden met de eenvoudige vraag, of zij bereid zijn onderhandelingen over den vrede te openen. Binnen 48 uur moeten de ant woorden er zijn. Dit is een verrassend feit, dat geen mensch had verwacht. Over het algemeen verwachtte men heel weinig van de Maandag begonnen zit ting der coördinatie-commissie. Veron dersteld werd, dat ze na eenige dagen beraadslagens zou worden gesloten, zonder dat besluiten van belang waren genomen. Het ziet er op het oogenblik wel een beetje anders uit. Genève is op eens weer heel ijverig geworden. Niet alleen besloten de heeren diplomaten, een verzoeningspoging te doen, maar ze laten opnieuw dreigementen hooren: Eden verklaarde nadrukkelijk, dat de Engelsche regeering bereid is, een olie embargo af te kondigen. Dat was nog grooter verrassing. Het heette immers, dat van een verbod of een beperking van den petroleum-uitvoer naar Italië niets kon komen, omdat Amerika niet mee wil doen. De zaak is tamelijk onbe grijpelijk. Een olie-embargo zou inder daad weinig uitwerken, als de Ver. Sta ten het aan hun laars lapten. Moet men nu onderstellen, dat de Amerikaansche regeering toch van de partij wil zijn, als de Volkenbond het goede voorbeeld maar geeft? Bij het begin van den oorlog leek president Roosevelt vol vuur. Hij nam het Genève toen kwalijk, dat niet onmiddellijk het paardenmiddel van de petroleum-sanctie werd toegepast. Daar na werd de stemming te Washington hoe langer hoe lauwer. Nogmaals, is deze lauwheid slechts schijn en weet de En gelsche regeering b.v., dat Amerika wel zal volgen, als anderen maar voorgaan? Het zou de moeite waard zijn, op deze vraag een categorisch antwoord te kun nen geven. Voorshands is deze zaak intusschen niet urgent. Op den voorgrond staat nu de onverwachte verzoeningspoging. Men hoopt te Genève, dat Mussolini op de vraag, of hij bereid is over den vrede te onderhandelen, bevestigend zal antwoor den. Veel moeite zal hem dat niet be hoeven te kosten. Een bevestigend ant woord schept niet de geringste verplich ting ten aanzien van de voorwaarden, waarop den vrede tot stand zou moeten komen. De Duce kan heel gemakkelijk zeggen, dat hij bereid is tot praten. Te gemakkelijker, nu maarschalk Badoglio voor Italië pas een aanzienlijke hoeveel heid krijgsroem heeft vergaard. Men zou kunnen zeggen, dat 't op 't oogenblik het beste moment is voor een poging, om een einde aan het conflict te maken. De „schande", die de Italiaansche wapens tijdens den oorlog van 1895-'96 in Abes- synië werd aangedaan is „gewroken". Met eenig fatsoen kan de Duce nu wel licht van zijn jammerlijk avontuur afko men. Veel meer dan economisch waar- delooze lauweren, valt er voor hem in het rijk van den Negus toch niet te ha len. En die zijn zoo langzamerhand duur genoeg betaald. Hij zal dat toch einde lijk zelf ook moeten gaan beseffen. Of hebben de jongste overwinningen van Badoglio hem nieuwe hoop gege ven? Dat moet en mag men vooralsnog niet hopen. Op zichzelf zijn de slagen, den Abessijnen toegebracht, raak ge weest. Maar, evenmin als de zege van Graziani in het Zuiden, kunnen ze ver helpen dat Italië economisch en financi eel verbloedt. Ettelijke milliarden zijn nu reeds aan het geval ten koste gelegd. Noch in het Noorden, noch in het Zui den staan, economisch bezien, de vruch ten van den krijg maar in eenigerlei moedgevende verhouding tot die uitga ven. De Italianen vertellen wel telkens, dat het Rijk van den Negus tengevolge van hun overwinningen zal uiteenvallen. Maar dat blijft er nog maar steeds bij. Lie Abessijnen zijn taai, veel taaier dan Mussolini ooit had kunnen denken. Na elke klap richten zij zich weer op en op nieuw moeten er millioenen lires aan te pas komen, om enkele 10-tallen kilo meters woest bergland te bezetten. Fyrrhus-overwinningen zijn het, die daar in Abessynië worden bevochten. Maarschalk Badoglio, die van den be ginne af, weinig feducie in het geval neeft gehad, beseft het misschien beter dan wie ook. Laten we voor hem ho pen, dat hij spoedig in staat gesteld zal worden, het bloedige bedrijf te staken. INDISCHE BEGROOTING, Gistermiddag nam in de Tweede Ka mer mr. F. A. Schartz, a.r. (vacature Rutgers) zitting. Voortgezet werd hierop de behande ling der Indische begrooting 1936. In stemming komt het wetsontwerp betreffende üe ^Volksgezondheid: Hei werd aangenomen met 56 tegen 23 (te gen soc. dem., comm., Sneevliet, (rev. soc.) v. Houten (Chr. dem. en Arts, (kath. dem.J. Aan de orde is het wetsontwerp be treffende het dep. v. economische za ken. De heer v. Boetselaar v. Dubbeldam (c.h.) is over het ai- gemeen ingenomen met het door de re geering gevoerde beleid. Spr. bepleitte de belangen der jongelieden die voor eigen rekening te W.ageningen voor houtvester studeeren. De heer v. K e m p e n (lib.) pleitte voor bescherming van flora en fauna. De heer Sneevliet (rev. soc.) verwachtte, dat t.a.v. de industrialisatie de slakkengang wel zal blijven gevolgd. De Indonesische massa wordt het kind van de rekening. De heer v. D ij k (a.r.) was erkente lijk voor het bevorderen van natuurbe scherming. De heer Roestam Effendi (comm.) vroeg zich af, wat er voor hel economisch welzijn der Indonesische be volking is gedaan. Minister Col ij n is vol be wondering voor het werk van het dep. van Economische zaken. Spr. zal nader overleg plegen met de Indische regeering inzake de houtves ters-opleiding. De kwestie der natuur bescherming zal spr. ook nader onder de aandacht der Indische regeering brengen. Spr. verklaarde, dat er voor de in- landsche textielindustrie meer is ge daan dan menigeen denkt, en dat uit breiding in overweging is. 'n Verkoop centrale acht de regeering niet noodig. Het wetsontwerp werd aangenomen z.h.s.; tegen de communisten en Snee vliet (rev. soc.) Aan de orde was het wetsontwerp betreffende het dep. van verkeer en waterstaat. De heer Cramer (s.d.) achtte fusie van Banka-tinwinning en Billiton Mij. niet in het algemeen belang. De heer v. K e m ,p e n (lb.) zag juist voordeelen in de samenvoeging v,an Singkep en Billiton. Spr. hoopte, dat de K.N.I.L.M, zich op gezonde wijze zal ontwikkelen. De heer v. D ij k (a.r.) bepleitte 'n zelfstandige K.N.I.L.M., naast de Kon. Paketvaart Mij. en de K. L. M., met on derlinge samenwerking. Minister Col ij n zegde, dat de voorbereiding der fusie van Banka- en Billiton Mij. om bepaalde redenen van spr. zelt is uitgegaan. De A.iN.i.D.M. benoort zelfstandig te zijn doen zooveel mogelijn samen te werken met K. F. M. en A. L. M. mee wetsontwerp werd z.h.s. aange nomen (tegen de communisten en Snee vliet.) Leger en vloot- Aan de orde is het w.o, betreflende de departementen van Oorlog' en Ma rine, De heer v. d. Bilt (r.k.) is er tegen dat Nederland de totale kosten der vloot draagt. De belangen van beide gebieds- aeeien vallen samen. De heer Cramer (v, d.) betoogde, dat er teveel wordt uitgetrokken voor militaire doeleinden. En er zal nog ach terstand worden ingehaald. Op ander terrein echter is er ook achterstand. De heer v. Kempen (iib.) betoogde, dat leger en vloot in zoodanigen staat moeten zijn dat we in Indië paraat zijn, De kosten der Indische defensie behoo- ren tijdelijk,voor rekening van Neder land te komen. Spr. sloot zich aan bij de hulden gebracht aan de bemanning van de K 18. De heer Sneevliet (rev, soc.) zeg de, dat de defensieplannen in strijd zijn met den socialen toestand van het Indi sche volk, De heer v. D ij k (a.rzegde, dat In dië en Nederland beide in de kosten der imperiale defensie moeten bijdragen, lijdelijk waren de kosten door Neder land te dragen wat de vloot betreft. De heer W ij n k o o p (comm.) is van oordeel dat Nederland de kosten van de defensie heeft te dragen, want de Nederlanders overheerschen in hét huis der Indonesiërs. De heer Schaepman (r.k.) vroeg zich af, of de weermacht voldoende be wapend is. Spr. is niet gerust. Minister Col ij n achtte den tijd nog niet rijp om over 't defensie- vraagstuk te spreken; de regeering heeft het nog in onderzoek. Een feit is dat met geen enkele mogendheid over leg is gepleegd over ons defensiewe zen. Een oplossing zal niet te krijgen zijn, zonder aan Indië een redelijke bijdrage in de defensiekosten te verstrekken. Instelling van een inheemsche militie zou geen bezuiniging beteekenen. De regeering' komt zoo spoedig moge lijk met defensie-voorstellen doch, dan moet eerst de uitvoerbaarheid duidelijk zijn. Het wetsontwerp betreffende het de partement van oorlog werd aangenomen met 38 tegen 19 (tegen: soc, dem., com., Sneevliet, rev. soc., Arts, kath; dem., de vrijz. dem. behalve de heeren Joekes en Schilthuis). Dat in zake Marine met dezelfde ver houding der stemmen. Verschillende kleinere wetsontwer pen werden zonder debat en z. h. st. aangenomen. MOTIE BOON. Aan de orde was hierop de motie- Boon, de regeering een bijzondere rege ling verzoekend voor buiten gezinsver band in communiteit levende ambtena ren en onderwijzers (zooals kloosterlin gen). De heer Boon (lib.) betoogde, dat er over deze materie weinig nieuws meer is te vertellen Het gaat niet alleen om onderwijzers-kloosterlingen b.v zijn er ook onderwijzeressen bij het huishoud- onderwijs, die in communiteit leven. De heer D r e e s (s.d.) zegde, dat de kwestie van het behoefte-element za- lijk behoort te worden bekeken, doch deze materie is steeds vertroebeld door anti-papistische gevoelens. Principieel behoeft de kwestie niet te zijn, want in België wordt op de salarissen der in communiteit levenden gekort. De Kamer behoort een uitspraak te doen. De heer Zandt (Staatk. ger.) wilde eveneens een uitspraak, want jaar op jaar vloeien er via de scholen groote sommen in de kloosterkassen. Ook spr. verwees naar het Belgische voorbeeld De vergadering werd hierop verdaagd tot heden. HET GEKAPSEISDE FRANSCHE STOOMSCHIP. Toch een slachtoffer. Onze correspondent te Terneuzen berichtte gistermiddag, dat onder Wals oorden het Fransche stoomschip „Ville de Mostaganem" is gekapseisd, zonder dat persoonlijke ongelukken voorkwa men. Nader vernemen wij, dat bij du ongeluk wel een slachtoffer valt te be treuren. De lading rails van het schip, die aan dek waren opgeslagen ginL werken, waardoor het zware slagzt, maakte. Op een gegeven oogenblik sloeg de voormast stuk en gingen viei opvarenden over boord. Een hunner is, jammerlijk verdronken Een tweede lia der bemanning werd zwaar en een an- VRIENDEN van «W»^ 'fcStferm Orig. flacons Wybert-Siroop a f 1.50 en 90 ef. (lngez. Med.) H. Luitwieler, ondervoorzitter van den B. V. L. alhier, gaf zijn voldoening te kennen over het feit dat de Burger wacht is "opgericht en zegde van de zijde van den B, V. L. medewerking en vriendschap toe. De burgemeester dank te vervolgens den heer Voorthuiizen utsr ueiiicuiiiiiJLL' wwu z,waai tsii ecu aju- i «j i-*i dere licht gewond. Van Walsoorden is! v00r,zlJn duidelijke uiteenzet ing, waar- - - i aan ne>T rrolroy morio to Hanl/on 1 o H:»r een dokter aan boord gebradht om de gewonden te verbinden. Het schip is, om omslaan te voorkomen, nabij Wals oorden op een plaat omhoog gezet. Het schip kwam van Antwerpen en was op weg naar Havre. De omgeko mene is de stuurman, vader van 5 kin deren. Lichters bevinden zich langszij, om het overslaan der lading te voor komen. Giften Crisiscomité. Van het Personeel der N.V, A. Kreym- borg en Co te Middelburg werd bij ons blad over de maand Jan. f 2,50, over Fèbr. f 2,25 ontvangen. Werkloozen- Het aantal werkloozen daalde van 836 tot 826 van wie 72 bij de werkver schaffing arbeid hebben. NIEUW- EN ST. JOOSLAND. Maan dagavond werd in één der lokalen van de openb. school een vergadering ge houden om te komen tot oprichting van een Vrijwillige Burgerwacht. De burgemeester, de heer G. A. Harff, opende de vergadering en gaf het woord ,aan den heer J. H. Voorthuijizeq, com mandant van de Burgerwacht te Mid delburg. De spreker zette de wensche- lijkheid van een Burgerwacht uiteen, om ingeval van woelingen huis en er van de inwoners te beschermen. Dc Burgerwacht is, zegt spr. een instituu dat orde en handhaving v,an het wet tig gezag wil helpen instandhouden, te genover sommigen, die meenen met »>f weid verandering in den bestaander toestand te kunnen brengen. Sommiger denken dat een Burgerwacht overbodi- is, omdat toch de B. V. L. best,aat, doet spr. wees erop dat de B. V. L. ingev.a van nood wordt weggeroepen uit dr gemeente. Vervolgens gaf spr. eer overzicht van de hulp, die van Rijkswege aan de Burgerwachten verstrekt wordt o.m. worden kosteloos geweren en mu nitie ter beschikking gesteld voor he' houden van oefeningen, Nadat nog eeni ge vragen door den spr. waren beant woord gaven zich 12 personen als lid op. Tot bestuursleden werden gekozen de heeren P. J. Brakman, voorzitter A. M. van Zweden, secretaris en M Kakebeeke, penningmeester. De heer (lngez. Med.j aan het zeker mede te danken is dat zoo spoedig tot oprichting van een afd. kon worden overgegaan en den heer Luitwieler voor zijn sympathieke woor den namens den B. V. L. gesproken. In huishoudelijke vergadering werden daarop de statuten vastgesteld en werd besloten hierop de Koninklijke goed keuring ,aan te vragen. OOSTKAPELLE. De heer J. de Voogt Pzn., gepensionneerd marechaussee is benoemd tot hoofd van den luchtbe schermingsdienst. VEERE. Vanwege de P.Z.E.M. werd Dinsdagavond in de bewaarschool een geslaagde demonstratie op het gebied van electrisch koken gegeven. Bij deze demonstratie werd tevens een tweetal films afgedraaid, één be treffende het koken, de andere van pro pagandistische strekking. VROUWENPOLDER. Maandagavond hield de A. R. kiesvereeniging „Neder land en Oranje onder voorzitterschap van den heer W. Maas Azn., in een dei- lokalen van de bijz. 1. school alhier, haar jaarvergadering. Aanwezig waren 27 le den, Uit het jaarverslag van den secre taris bleek o.m. dat het ledental der Vereeniging vooruitgaande is en dat bij de laatste verkiezingen wederom een hooger stemmental werd behaald; uit dat van den penningmeester bleek, dat het boekjaar sloot met een batig slot van ruim 30. Daarna had de verkie zing van bestuursleden plaats, waarna de voorzitter een referaat hield over artikel 1 van het partijprogram. SOUBURG, Maandagavond jl. werd in Rehoboth" 'n propaganda-avond ge houden door de afd. Zeeland van den Ned Chr. Blindenbond, waar veel be langstelling voor bestond. De zaal was vol. De vergadering stond onder leiding van den heer Wagemaker uit Rotterdam. Een blindgeborene las een gedeelte uit het Evangelie van Johannes en wel dat gedeelte, waar Jezus een blindgeborene ziende maakte. Dit werd gelezen uit een Bijbel met Braille schrift. Het ging zoo duidelijk en vlot, dat menig z.ende er een lesje aan nemen kon Hierna hield de heer Rademaker eveneens een blin de, een ontroerende rede, waarin hij schetste, hoe droevig in overoude tijden een blinde behandeld werd en het nog niet zooveel jaren geleden is, dat hierin groote verbetering is gekomen. Spr,. ging dan na waarin deze verbetering bestaat en doorgevoerd dient te worden. Een blinde is niet geholpen met medelijden alleen of met kleinere of grootere aal moezen. Een blinde behoort gesteund te wor- door Ir. L. JONKER CZN. (n.s.) In de nummers van dit blad van 21 en 24 Januari j.I, is een door mij op bescheiden schaa' verspreid geschriftje: „Onze Nationale Vlag in de Tweede Kamer overgenomen en ik meen, dat de lezers er dus wel belang in zullen stellen, nog iets te vernemen over een paar vragen, die zich naai aanleiding daarvan hebben voorgedaan. De eerste kunnen wij aldus in woorden brengen: Zijn de gegevens, en dus ook de daaruit getrok ken conclusies, die in genoemd artikel over onze vlag onder punt 1 zijn medegedeeld, niet in strijd met die, welke door C. de Waard in 1900 in zijn boek „De Nederlandsche Vlag" gepubliceerd zijn? Het antwoord hierop moet ontkennend luiden; al vorens dit echter aan te tonen een paar algemene opmerkingen over het door De Waard uit de liassen met acquitten en andere stukken uit het Zeeuwse archief verzamelde materiaal. Deze gegevens onlangs door een onzer grote dagbladen zeer onjuist aangeduid als: „de vlaggen- rekeningen der Staten Generaal" worden door De Waard in zijn boek genummerd opgesomd in een lijst B op bldz, 54 e.v. en zij behoren zeer zeker tot de belangrijkste, die wij over onze vlag bezitten. Maar.... men mag de waarde daarvan toch niet dermate overschatten, dat men andere zwart op wit staande gegevens, die er oppervlakkig beschouwd /mede in strijd schijnen, eenvoudig maar ter zijde zou mogen schuiven en verder negéren! Wij mogen toch de volgende drie ernstige bezwaren tegen het ma teriaal van De Waard niet uit het oog verliezen: 1. De gegevens zijn onvolledig. De liassen der equipagemeesters ontbreken tot ca. 1670 en die van den ontvanger-generaal betreffende diens admini stratie van de oorlog te water over de jaren 1636 ot 1645 en 1650 tot 1664, dus juist uit het zeer be- angrijke tijdvak waarin het oranje van de vlag (gro- endeels) in rood is overgegaan. Gevolg hiervan kan zijn, dat het materiaal een onjuiste indruk wekt. 2. In zijn inleiding, op bladz. 2, zegt De Waard zelf uitdrukkelijk: „Zonder twijfel ontbreken ook n de vaak gebroken liassen enkele stukken, terwijl van de toch nog aanzienlijke hoeveelheid aanwezige cewijzen van geleverde vlaggen slechts een klein gedeelte de kleuren noemt." Mag men nu maar aannemen, dat dit kleine ge deelte als het ware een evenredige vertegenwoordi ging van het geheel vormt? Immers neen! Het is zeer wel mogelijk, dat bekendheid met de kleuren van alle genoemde vlaggen een heel andere indruk zou geven. Het toeval kan hier een fatale rol gespeeld hebben! 3. Het materiaal heeft uitsluitend betrekking op de admiraliteit van Zeeland. Dit heeft enerzijds het voordeel, dat men niet behoeft te vrezen, dat he+ onder politieke invloed heeft gestaan Zeeland was immers steeds een bolwerk van Prinsgezindheid maar anderzijds het grote nadeel, dat de vlag van Zeeland, afgeleid uit het wapen van de Provin cie, ook rood-wit-blauw was. Toen de Prinsenvlag langzamerhand in R.W.B. overging moet er een grote verwarring tussen deze en de Zeeuwse vlag ontstaan zijn. Daarvan geeft m.i. blijk het toenemend aantal Zeeuwse wapens, ge schilderd in de door De Waard genoemde vlaggen na 1630 en een resolutie van 16 Juli 1666 (De Waard, B No. 74, bldz. 66), waarbij gelast wordt: „drie vlaggen te laeten maacken met het wapen van Zeelant daerinne, om daermede het Zeeuw- sche esquader te beter te sullen konnen onderschey- den". De vraag rijst hier, of dan met die drie R.W.B. vlaggen geen Zeeuwse vlaggen bedoeld zijn inplaats van vlaggen van de Generaliteit? En of dit misschien met al die vlaggen, waarin het wapen geplaatst werd, het geval kan zijn? Ook deze verwarring kan de indruk van de ge gevens van De Waard sterk beïnvloed hebben en het ware wel zeer gewenst, dat wij ter vergelijking de beschikking hadden over dergelijk materiaal var een andere, eveneens Prinsgezinde, admiraliteit. Jammer genoeg schijnen echter van geen der vier andere admiraliteiten dergelijke stukken meer te bestaan; ik vond ze althans tot nu nog nergens ge noemd. Beschouwen we nu het klein aantal vlaggen, waar van de kleuren wèl genoemd worden, wat nader, dan zien we dat vóór 1630 uitsluitend O.W.B. voorkomt. Nog op 16 October 1630 wordt voor 't laatst een O.W.B.-vlag genoemd, een leverantie van vlaggen op 7 November 1630 (De Waard, B No, 52, bldz. 62) spreekt voor het eerst van een R.W.B.-Prinsenvlag. Welnu, op deze gegevens berust juist het aanne men in mijn geschriftje van de overgang van O.W.B. in R.W.B. van omstreeks 1630 af. Opmerkelijk is, dat vóór 1630 de naam Prinsen vlag slechts éénmaal gebruikt wordt, 'de kleuren O. W.B, echter veelvuldig genoemd worden. Na 1630 keert dit geheel om: er wordt steeds gesproken van Prinsenvlaggen, maar de kleuren worden voorlopig niet meer genoemd, voor 't eerst pas weer in 1673! Voelde men, dat de benaming O.W.B. niet meer paste (hoewel de vlag zó bedoeld bleef!) en wilde men tóch niet van R.W.B. spreken? Trachtte men, onbewust waarschijnlijk, door het nu steeds gebruiken van de naam „Prinsenvlag" te onderstreepen, dat het toch nog altijd dezelfde, als O.W.B. bedoelde, vlag bleef? Van 1673 tot 1747 wordt wanneer ik goed ge teld heb slechts zestien maal een Prinsenvlag als R.W.B. aangeduid. Echter wordt meermalen vlaggendoek van die kleuren geleverd. Éénmaal, in 1689, nog O.W.B.-lint, als om ons er aan te herin neren, dat die kleuren hun betekenis toch nog niet verloren hadden. Ook met het materiaal uit deze periode is mijn geschriftje dus niet in strijd, want het geeft de feitelijke overgang van de bovenbaan in R.W.B. (althans grotendeels) toe, zij het, dat ik van mening ben, dat de vlag ook toen officieel en wettig nog steeds O.W.B. bleef. Mag men door die zestien R.W.B.-vlaggen, waar van de kleuren genoemd worden, nu maar bewezen achten, dat O.W.B. onder de zeer vele andere vlaggen nooit meer voorkomt? Immers neen! (Slot volgt).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1936 | | pagina 5