mim-memi.
ÉKtL
GRATIS
leder pak HÜNIG's VERMICELLI
KRONIEK ¥1 Ti den DAG.
ZEELAND.
JTT""
Om onze Nationale Vlag. -
fWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE COURANT) VAN WOENSDAG 4 MAART 1936. No. 54.
li
ys'ss»,
MIDDELBURG.
VLISSINGEN.
bevat ter kennismaking een
HONIG's BOUILLONBLOKJE
aaiaa&aa
De verrassingen van Genève.
Toch een petroleum-embargo?
Maar eerst een poging om
vrede te' stichten. De econo
mische verbloeding van Italië
en maarscüalk Badoglio s Pyr-
rhus-overwinningen,
Uit Genève is aan Mussolini en aan
den Negus een telegram gezonden met
de eenvoudige vraag, of zij bereid zijn
onderhandelingen over den vrede te
openen. Binnen 48 uur moeten de ant
woorden er zijn. Dit is een verrassend
feit, dat geen mensch had verwacht.
Over het algemeen verwachtte men heel
weinig van de Maandag begonnen zit
ting der coördinatie-commissie. Veron
dersteld werd, dat ze na eenige dagen
beraadslagens zou worden gesloten,
zonder dat besluiten van belang waren
genomen. Het ziet er op het oogenblik
wel een beetje anders uit. Genève is op
eens weer heel ijverig geworden. Niet
alleen besloten de heeren diplomaten,
een verzoeningspoging te doen, maar ze
laten opnieuw dreigementen hooren:
Eden verklaarde nadrukkelijk, dat de
Engelsche regeering bereid is, een olie
embargo af te kondigen. Dat was nog
grooter verrassing. Het heette immers,
dat van een verbod of een beperking
van den petroleum-uitvoer naar Italië
niets kon komen, omdat Amerika niet
mee wil doen. De zaak is tamelijk onbe
grijpelijk. Een olie-embargo zou inder
daad weinig uitwerken, als de Ver. Sta
ten het aan hun laars lapten. Moet men
nu onderstellen, dat de Amerikaansche
regeering toch van de partij wil zijn, als
de Volkenbond het goede voorbeeld
maar geeft? Bij het begin van den oorlog
leek president Roosevelt vol vuur. Hij
nam het Genève toen kwalijk, dat niet
onmiddellijk het paardenmiddel van de
petroleum-sanctie werd toegepast. Daar
na werd de stemming te Washington hoe
langer hoe lauwer. Nogmaals, is deze
lauwheid slechts schijn en weet de En
gelsche regeering b.v., dat Amerika wel
zal volgen, als anderen maar voorgaan?
Het zou de moeite waard zijn, op deze
vraag een categorisch antwoord te kun
nen geven.
Voorshands is deze zaak intusschen
niet urgent. Op den voorgrond staat nu
de onverwachte verzoeningspoging. Men
hoopt te Genève, dat Mussolini op de
vraag, of hij bereid is over den vrede te
onderhandelen, bevestigend zal antwoor
den. Veel moeite zal hem dat niet be
hoeven te kosten. Een bevestigend ant
woord schept niet de geringste verplich
ting ten aanzien van de voorwaarden,
waarop den vrede tot stand zou moeten
komen. De Duce kan heel gemakkelijk
zeggen, dat hij bereid is tot praten. Te
gemakkelijker, nu maarschalk Badoglio
voor Italië pas een aanzienlijke hoeveel
heid krijgsroem heeft vergaard. Men zou
kunnen zeggen, dat 't op 't oogenblik het
beste moment is voor een poging, om
een einde aan het conflict te maken. De
„schande", die de Italiaansche wapens
tijdens den oorlog van 1895-'96 in Abes-
synië werd aangedaan is „gewroken".
Met eenig fatsoen kan de Duce nu wel
licht van zijn jammerlijk avontuur afko
men. Veel meer dan economisch waar-
delooze lauweren, valt er voor hem in
het rijk van den Negus toch niet te ha
len. En die zijn zoo langzamerhand duur
genoeg betaald. Hij zal dat toch einde
lijk zelf ook moeten gaan beseffen.
Of hebben de jongste overwinningen
van Badoglio hem nieuwe hoop gege
ven? Dat moet en mag men vooralsnog
niet hopen. Op zichzelf zijn de slagen,
den Abessijnen toegebracht, raak ge
weest. Maar, evenmin als de zege van
Graziani in het Zuiden, kunnen ze ver
helpen dat Italië economisch en financi
eel verbloedt. Ettelijke milliarden zijn
nu reeds aan het geval ten koste gelegd.
Noch in het Noorden, noch in het Zui
den staan, economisch bezien, de vruch
ten van den krijg maar in eenigerlei
moedgevende verhouding tot die uitga
ven. De Italianen vertellen wel telkens,
dat het Rijk van den Negus tengevolge
van hun overwinningen zal uiteenvallen.
Maar dat blijft er nog maar steeds bij.
Lie Abessijnen zijn taai, veel taaier dan
Mussolini ooit had kunnen denken. Na
elke klap richten zij zich weer op en op
nieuw moeten er millioenen lires aan te
pas komen, om enkele 10-tallen kilo
meters woest bergland te bezetten.
Fyrrhus-overwinningen zijn het, die
daar in Abessynië worden bevochten.
Maarschalk Badoglio, die van den be
ginne af, weinig feducie in het geval
neeft gehad, beseft het misschien beter
dan wie ook. Laten we voor hem ho
pen, dat hij spoedig in staat gesteld zal
worden, het bloedige bedrijf te staken.
INDISCHE BEGROOTING,
Gistermiddag nam in de Tweede Ka
mer mr. F. A. Schartz, a.r. (vacature
Rutgers) zitting.
Voortgezet werd hierop de behande
ling der Indische begrooting 1936.
In stemming komt het wetsontwerp
betreffende üe ^Volksgezondheid: Hei
werd aangenomen met 56 tegen 23 (te
gen soc. dem., comm., Sneevliet, (rev.
soc.) v. Houten (Chr. dem. en Arts,
(kath. dem.J.
Aan de orde is het wetsontwerp be
treffende het dep. v. economische za
ken.
De heer v. Boetselaar v.
Dubbeldam (c.h.) is over het ai-
gemeen ingenomen met het door de re
geering gevoerde beleid. Spr. bepleitte
de belangen der jongelieden die voor
eigen rekening te W.ageningen voor
houtvester studeeren.
De heer v. K e m p e n (lib.) pleitte
voor bescherming van flora en fauna.
De heer Sneevliet (rev. soc.)
verwachtte, dat t.a.v. de industrialisatie
de slakkengang wel zal blijven gevolgd.
De Indonesische massa wordt het kind
van de rekening.
De heer v. D ij k (a.r.) was erkente
lijk voor het bevorderen van natuurbe
scherming.
De heer Roestam Effendi
(comm.) vroeg zich af, wat er voor hel
economisch welzijn der Indonesische be
volking is gedaan.
Minister Col ij n is vol be
wondering voor het werk van het dep.
van Economische zaken.
Spr. zal nader overleg plegen met de
Indische regeering inzake de houtves
ters-opleiding. De kwestie der natuur
bescherming zal spr. ook nader onder
de aandacht der Indische regeering
brengen.
Spr. verklaarde, dat er voor de in-
landsche textielindustrie meer is ge
daan dan menigeen denkt, en dat uit
breiding in overweging is. 'n Verkoop
centrale acht de regeering niet noodig.
Het wetsontwerp werd aangenomen
z.h.s.; tegen de communisten en Snee
vliet (rev. soc.)
Aan de orde was het wetsontwerp
betreffende het dep. van verkeer en
waterstaat.
De heer Cramer (s.d.) achtte
fusie van Banka-tinwinning en Billiton
Mij. niet in het algemeen belang.
De heer v. K e m ,p e n (lb.) zag
juist voordeelen in de samenvoeging
v,an Singkep en Billiton.
Spr. hoopte, dat de K.N.I.L.M, zich
op gezonde wijze zal ontwikkelen.
De heer v. D ij k (a.r.) bepleitte 'n
zelfstandige K.N.I.L.M., naast de Kon.
Paketvaart Mij. en de K. L. M., met on
derlinge samenwerking.
Minister Col ij n zegde, dat
de voorbereiding der fusie van Banka-
en Billiton Mij. om bepaalde redenen
van spr. zelt is uitgegaan.
De A.iN.i.D.M. benoort zelfstandig te
zijn doen zooveel mogelijn samen te
werken met K. F. M. en A. L. M.
mee wetsontwerp werd z.h.s. aange
nomen (tegen de communisten en Snee
vliet.)
Leger en vloot-
Aan de orde is het w.o, betreflende
de departementen van Oorlog' en Ma
rine,
De heer v. d. Bilt (r.k.) is er tegen
dat Nederland de totale kosten der vloot
draagt. De belangen van beide gebieds-
aeeien vallen samen.
De heer Cramer (v, d.) betoogde,
dat er teveel wordt uitgetrokken voor
militaire doeleinden. En er zal nog ach
terstand worden ingehaald. Op ander
terrein echter is er ook achterstand.
De heer v. Kempen (iib.) betoogde,
dat leger en vloot in zoodanigen staat
moeten zijn dat we in Indië paraat zijn,
De kosten der Indische defensie behoo-
ren tijdelijk,voor rekening van Neder
land te komen. Spr. sloot zich aan bij de
hulden gebracht aan de bemanning van
de K 18.
De heer Sneevliet (rev, soc.) zeg
de, dat de defensieplannen in strijd zijn
met den socialen toestand van het Indi
sche volk,
De heer v. D ij k (a.rzegde, dat In
dië en Nederland beide in de kosten der
imperiale defensie moeten bijdragen,
lijdelijk waren de kosten door Neder
land te dragen wat de vloot betreft.
De heer W ij n k o o p (comm.) is van
oordeel dat Nederland de kosten van
de defensie heeft te dragen, want de
Nederlanders overheerschen in hét huis
der Indonesiërs.
De heer Schaepman (r.k.) vroeg
zich af, of de weermacht voldoende be
wapend is. Spr. is niet gerust.
Minister Col ij n achtte den
tijd nog niet rijp om over 't defensie-
vraagstuk te spreken; de regeering
heeft het nog in onderzoek. Een feit is
dat met geen enkele mogendheid over
leg is gepleegd over ons defensiewe
zen.
Een oplossing zal niet te krijgen zijn,
zonder aan Indië een redelijke bijdrage
in de defensiekosten te verstrekken.
Instelling van een inheemsche militie
zou geen bezuiniging beteekenen.
De regeering' komt zoo spoedig moge
lijk met defensie-voorstellen doch, dan
moet eerst de uitvoerbaarheid duidelijk
zijn.
Het wetsontwerp betreffende het de
partement van oorlog werd aangenomen
met 38 tegen 19 (tegen: soc, dem., com.,
Sneevliet, rev. soc., Arts, kath; dem., de
vrijz. dem. behalve de heeren Joekes en
Schilthuis).
Dat in zake Marine met dezelfde ver
houding der stemmen.
Verschillende kleinere wetsontwer
pen werden zonder debat en z. h. st.
aangenomen.
MOTIE BOON.
Aan de orde was hierop de motie-
Boon, de regeering een bijzondere rege
ling verzoekend voor buiten gezinsver
band in communiteit levende ambtena
ren en onderwijzers (zooals kloosterlin
gen).
De heer Boon (lib.) betoogde, dat er
over deze materie weinig nieuws meer
is te vertellen Het gaat niet alleen om
onderwijzers-kloosterlingen b.v zijn er
ook onderwijzeressen bij het huishoud-
onderwijs, die in communiteit leven.
De heer D r e e s (s.d.) zegde, dat
de kwestie van het behoefte-element za-
lijk behoort te worden bekeken, doch
deze materie is steeds vertroebeld door
anti-papistische gevoelens. Principieel
behoeft de kwestie niet te zijn, want in
België wordt op de salarissen der in
communiteit levenden gekort. De Kamer
behoort een uitspraak te doen.
De heer Zandt (Staatk. ger.) wilde
eveneens een uitspraak, want jaar op
jaar vloeien er via de scholen groote
sommen in de kloosterkassen. Ook spr.
verwees naar het Belgische voorbeeld
De vergadering werd hierop verdaagd
tot heden.
HET GEKAPSEISDE FRANSCHE
STOOMSCHIP.
Toch een slachtoffer.
Onze correspondent te Terneuzen
berichtte gistermiddag, dat onder Wals
oorden het Fransche stoomschip „Ville
de Mostaganem" is gekapseisd, zonder
dat persoonlijke ongelukken voorkwa
men. Nader vernemen wij, dat bij du
ongeluk wel een slachtoffer valt te be
treuren. De lading rails van het schip,
die aan dek waren opgeslagen ginL
werken, waardoor het zware slagzt,
maakte. Op een gegeven oogenblik
sloeg de voormast stuk en gingen viei
opvarenden over boord. Een hunner is,
jammerlijk verdronken Een tweede lia
der bemanning werd zwaar en een an-
VRIENDEN van «W»^
'fcStferm
Orig. flacons Wybert-Siroop a f 1.50 en 90 ef.
(lngez. Med.)
H. Luitwieler, ondervoorzitter van den
B. V. L. alhier, gaf zijn voldoening te
kennen over het feit dat de Burger
wacht is "opgericht en zegde van de
zijde van den B, V. L. medewerking en
vriendschap toe. De burgemeester dank
te vervolgens den heer Voorthuiizen
utsr ueiiicuiiiiiJLL' wwu z,waai tsii ecu aju- i «j i-*i
dere licht gewond. Van Walsoorden is! v00r,zlJn duidelijke uiteenzet ing, waar-
- - i aan ne>T rrolroy morio to Hanl/on 1 o H:»r
een dokter aan boord gebradht om de
gewonden te verbinden. Het schip is,
om omslaan te voorkomen, nabij Wals
oorden op een plaat omhoog gezet.
Het schip kwam van Antwerpen en
was op weg naar Havre. De omgeko
mene is de stuurman, vader van 5 kin
deren. Lichters bevinden zich langszij,
om het overslaan der lading te voor
komen.
Giften Crisiscomité.
Van het Personeel der N.V, A. Kreym-
borg en Co te Middelburg werd bij ons
blad over de maand Jan. f 2,50, over
Fèbr. f 2,25 ontvangen.
Werkloozen-
Het aantal werkloozen daalde van
836 tot 826 van wie 72 bij de werkver
schaffing arbeid hebben.
NIEUW- EN ST. JOOSLAND. Maan
dagavond werd in één der lokalen van
de openb. school een vergadering ge
houden om te komen tot oprichting
van een Vrijwillige Burgerwacht. De
burgemeester, de heer G. A. Harff,
opende de vergadering en gaf het woord
,aan den heer J. H. Voorthuijizeq, com
mandant van de Burgerwacht te Mid
delburg. De spreker zette de wensche-
lijkheid van een Burgerwacht uiteen,
om ingeval van woelingen huis en er
van de inwoners te beschermen. Dc
Burgerwacht is, zegt spr. een instituu
dat orde en handhaving v,an het wet
tig gezag wil helpen instandhouden, te
genover sommigen, die meenen met »>f
weid verandering in den bestaander
toestand te kunnen brengen. Sommiger
denken dat een Burgerwacht overbodi-
is, omdat toch de B. V. L. best,aat, doet
spr. wees erop dat de B. V. L. ingev.a
van nood wordt weggeroepen uit dr
gemeente. Vervolgens gaf spr. eer
overzicht van de hulp, die van Rijkswege
aan de Burgerwachten verstrekt wordt
o.m. worden kosteloos geweren en mu
nitie ter beschikking gesteld voor he'
houden van oefeningen, Nadat nog eeni
ge vragen door den spr. waren beant
woord gaven zich 12 personen als lid
op. Tot bestuursleden werden gekozen
de heeren P. J. Brakman, voorzitter
A. M. van Zweden, secretaris en M
Kakebeeke, penningmeester. De heer
(lngez. Med.j
aan het zeker mede te danken is dat
zoo spoedig tot oprichting van een afd.
kon worden overgegaan en den heer
Luitwieler voor zijn sympathieke woor
den namens den B. V. L. gesproken. In
huishoudelijke vergadering werden
daarop de statuten vastgesteld en werd
besloten hierop de Koninklijke goed
keuring ,aan te vragen.
OOSTKAPELLE. De heer J. de Voogt
Pzn., gepensionneerd marechaussee is
benoemd tot hoofd van den luchtbe
schermingsdienst.
VEERE. Vanwege de P.Z.E.M. werd
Dinsdagavond in de bewaarschool een
geslaagde demonstratie op het gebied
van electrisch koken gegeven.
Bij deze demonstratie werd tevens
een tweetal films afgedraaid, één be
treffende het koken, de andere van pro
pagandistische strekking.
VROUWENPOLDER. Maandagavond
hield de A. R. kiesvereeniging „Neder
land en Oranje onder voorzitterschap
van den heer W. Maas Azn., in een dei-
lokalen van de bijz. 1. school alhier, haar
jaarvergadering. Aanwezig waren 27 le
den, Uit het jaarverslag van den secre
taris bleek o.m. dat het ledental der
Vereeniging vooruitgaande is en dat bij
de laatste verkiezingen wederom een
hooger stemmental werd behaald; uit
dat van den penningmeester bleek, dat
het boekjaar sloot met een batig slot
van ruim 30. Daarna had de verkie
zing van bestuursleden plaats, waarna
de voorzitter een referaat hield over
artikel 1 van het partijprogram.
SOUBURG, Maandagavond jl. werd
in Rehoboth" 'n propaganda-avond ge
houden door de afd. Zeeland van den
Ned Chr. Blindenbond, waar veel be
langstelling voor bestond. De zaal was
vol. De vergadering stond onder leiding
van den heer Wagemaker uit Rotterdam.
Een blindgeborene las een gedeelte uit
het Evangelie van Johannes en wel dat
gedeelte, waar Jezus een blindgeborene
ziende maakte. Dit werd gelezen uit een
Bijbel met Braille schrift. Het ging zoo
duidelijk en vlot, dat menig z.ende er
een lesje aan nemen kon Hierna hield
de heer Rademaker eveneens een blin
de, een ontroerende rede, waarin hij
schetste, hoe droevig in overoude tijden
een blinde behandeld werd en het nog
niet zooveel jaren geleden is, dat hierin
groote verbetering is gekomen. Spr,. ging
dan na waarin deze verbetering bestaat
en doorgevoerd dient te worden. Een
blinde is niet geholpen met medelijden
alleen of met kleinere of grootere aal
moezen.
Een blinde behoort gesteund te wor-
door
Ir. L. JONKER CZN.
(n.s.) In de nummers van dit blad van 21 en 24
Januari j.I, is een door mij op bescheiden schaa'
verspreid geschriftje: „Onze Nationale Vlag in de
Tweede Kamer overgenomen en ik meen, dat de
lezers er dus wel belang in zullen stellen, nog iets
te vernemen over een paar vragen, die zich naai
aanleiding daarvan hebben voorgedaan.
De eerste kunnen wij aldus in woorden brengen:
Zijn de gegevens, en dus ook de daaruit getrok
ken conclusies, die in genoemd artikel over onze
vlag onder punt 1 zijn medegedeeld, niet in strijd
met die, welke door C. de Waard in 1900 in zijn
boek „De Nederlandsche Vlag" gepubliceerd zijn?
Het antwoord hierop moet ontkennend luiden; al
vorens dit echter aan te tonen een paar algemene
opmerkingen over het door De Waard uit de liassen
met acquitten en andere stukken uit het Zeeuwse
archief verzamelde materiaal.
Deze gegevens onlangs door een onzer grote
dagbladen zeer onjuist aangeduid als: „de vlaggen-
rekeningen der Staten Generaal" worden door
De Waard in zijn boek genummerd opgesomd in een
lijst B op bldz, 54 e.v. en zij behoren zeer zeker tot
de belangrijkste, die wij over onze vlag bezitten.
Maar.... men mag de waarde daarvan toch niet
dermate overschatten, dat men andere zwart op wit
staande gegevens, die er oppervlakkig beschouwd
/mede in strijd schijnen, eenvoudig maar ter zijde zou
mogen schuiven en verder negéren! Wij mogen toch
de volgende drie ernstige bezwaren tegen het ma
teriaal van De Waard niet uit het oog verliezen:
1. De gegevens zijn onvolledig. De liassen der
equipagemeesters ontbreken tot ca. 1670 en die van
den ontvanger-generaal betreffende diens admini
stratie van de oorlog te water over de jaren 1636
ot 1645 en 1650 tot 1664, dus juist uit het zeer be-
angrijke tijdvak waarin het oranje van de vlag (gro-
endeels) in rood is overgegaan. Gevolg hiervan kan
zijn, dat het materiaal een onjuiste indruk wekt.
2. In zijn inleiding, op bladz. 2, zegt De Waard
zelf uitdrukkelijk: „Zonder twijfel ontbreken ook
n de vaak gebroken liassen enkele stukken, terwijl
van de toch nog aanzienlijke hoeveelheid aanwezige
cewijzen van geleverde vlaggen slechts een klein
gedeelte de kleuren noemt."
Mag men nu maar aannemen, dat dit kleine ge
deelte als het ware een evenredige vertegenwoordi
ging van het geheel vormt? Immers neen!
Het is zeer wel mogelijk, dat bekendheid met de
kleuren van alle genoemde vlaggen een heel andere
indruk zou geven. Het toeval kan hier een fatale rol
gespeeld hebben!
3. Het materiaal heeft uitsluitend betrekking op
de admiraliteit van Zeeland. Dit heeft enerzijds het
voordeel, dat men niet behoeft te vrezen, dat he+
onder politieke invloed heeft gestaan Zeeland
was immers steeds een bolwerk van Prinsgezindheid
maar anderzijds het grote nadeel, dat de vlag
van Zeeland, afgeleid uit het wapen van de Provin
cie, ook rood-wit-blauw was.
Toen de Prinsenvlag langzamerhand in R.W.B.
overging moet er een grote verwarring tussen deze
en de Zeeuwse vlag ontstaan zijn. Daarvan geeft m.i.
blijk het toenemend aantal Zeeuwse wapens, ge
schilderd in de door De Waard genoemde vlaggen
na 1630 en een resolutie van 16 Juli 1666 (De Waard,
B No. 74, bldz. 66), waarbij gelast wordt:
„drie vlaggen te laeten maacken met het wapen
van Zeelant daerinne, om daermede het Zeeuw-
sche esquader te beter te sullen konnen onderschey-
den".
De vraag rijst hier, of dan met die drie R.W.B.
vlaggen geen Zeeuwse vlaggen bedoeld zijn inplaats
van vlaggen van de Generaliteit?
En of dit misschien met al die vlaggen, waarin het
wapen geplaatst werd, het geval kan zijn?
Ook deze verwarring kan de indruk van de ge
gevens van De Waard sterk beïnvloed hebben en
het ware wel zeer gewenst, dat wij ter vergelijking
de beschikking hadden over dergelijk materiaal var
een andere, eveneens Prinsgezinde, admiraliteit.
Jammer genoeg schijnen echter van geen der vier
andere admiraliteiten dergelijke stukken meer te
bestaan; ik vond ze althans tot nu nog nergens ge
noemd.
Beschouwen we nu het klein aantal vlaggen, waar
van de kleuren wèl genoemd worden, wat nader, dan
zien we dat vóór 1630 uitsluitend O.W.B. voorkomt.
Nog op 16 October 1630 wordt voor 't laatst een
O.W.B.-vlag genoemd, een leverantie van vlaggen
op 7 November 1630 (De Waard, B No, 52, bldz. 62)
spreekt voor het eerst van een R.W.B.-Prinsenvlag.
Welnu, op deze gegevens berust juist het aanne
men in mijn geschriftje van de overgang van O.W.B.
in R.W.B. van omstreeks 1630 af.
Opmerkelijk is, dat vóór 1630 de naam Prinsen
vlag slechts éénmaal gebruikt wordt, 'de kleuren O.
W.B, echter veelvuldig genoemd worden. Na 1630
keert dit geheel om: er wordt steeds gesproken van
Prinsenvlaggen, maar de kleuren worden voorlopig
niet meer genoemd, voor 't eerst pas weer in 1673!
Voelde men, dat de benaming O.W.B. niet meer
paste (hoewel de vlag zó bedoeld bleef!) en wilde
men tóch niet van R.W.B. spreken?
Trachtte men, onbewust waarschijnlijk, door het
nu steeds gebruiken van de naam „Prinsenvlag"
te onderstreepen, dat het toch nog altijd dezelfde,
als O.W.B. bedoelde, vlag bleef?
Van 1673 tot 1747 wordt wanneer ik goed ge
teld heb slechts zestien maal een Prinsenvlag
als R.W.B. aangeduid. Echter wordt meermalen
vlaggendoek van die kleuren geleverd. Éénmaal,
in 1689, nog O.W.B.-lint, als om ons er aan te herin
neren, dat die kleuren hun betekenis toch nog niet
verloren hadden.
Ook met het materiaal uit deze periode is mijn
geschriftje dus niet in strijd, want het geeft de
feitelijke overgang van de bovenbaan in R.W.B.
(althans grotendeels) toe, zij het, dat ik van mening
ben, dat de vlag ook toen officieel en wettig nog
steeds O.W.B. bleef.
Mag men door die zestien R.W.B.-vlaggen, waar
van de kleuren genoemd worden, nu maar bewezen
achten, dat O.W.B. onder de zeer vele andere
vlaggen nooit meer voorkomt? Immers neen!
(Slot volgt).