a
I
I
DE ONBUIGZAMEN.
KRONIEK van den DAG.
STATEN-GENERAAL.
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCULE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN DONDERDAG 6 FEBRUARI 1936. No. 31.
Jhr. mr. B. C. de Savornin Lohman
„Ten aanzien van de nationale vlag wil de regeering
kiezen tusschen rood-wit-blauw en oranje-blange-bleu. Men
zegt, dat zij rood-wit-blauw zal kiezen. Zoo lang men het
mij niet verbiedt, zal ik oranje-blange-bleu gebruiken. Ik heb
van 's voorzitters woning ook nooit anders dan oranje-blange-
bleu zien wapperen. Ik heb trouwens nooit anders verwacht.
De VoorzitterJe maintiendrai.
De heer De Savornin LohmanDe regeering moet zich
in een tijd als dezen met de vlaggenquaestie niet bemoeien.
Heelt zij met het spellingsvraagstuk niet genoeg leergeld
betaald
J. S. FLETCHER.
B8ÜNENUKQ.
Scheepsmachines in Zwitserland
besteld.
Laai Vrijdag en Zaterdag
Üvv M.S.S.-dagen zijn!
de M.S.S.-gewoonieie volgen!
graan-
ïokkers
9,25,
bruine
boonen
ïeniging
Veld-
1,30—
Kool-
t Witte
idem
Bloem-
Groene
|,80, per
7ebr.
118772
2418
114406
■■Bh
ereizen.
Neder-
ephoon
Politieke moord. De achter
grond: wie haat zaait, ontmoet
haat. Het gebeurde is overi
gens een symptoom van moreel
verval, Europa als geeste
lijke wildernis. Bezinning op
hooger peil zal uitkomst bren
gen.
Te Davos is een Duitscher, groepslei
der van de in Zwitserland wonende Duit-
sche nazi's, vermoord. De Duitsche pers
spuwt vuur en vlam. „Deze moord is een
aanslag tegen het nieuwe Duitschland
raast de „Völkische Beobachter En:
„het Derde Rijk hernieuwt aan het graf
van Gustloff zijn eed, zonder compromis
zijn weg te vervolgen, teneinde te voor
komen, dat Duitschland opnieuw door 't
internationale „judaïsme" geknecht
wordt". De moordenaar is een Jood. De
ze reactie was dus te verwachten.
Wij begrijpen de Duitsche verontwaar
diging. Het gebeurde te Davos kan niet
anders dan een platte misdaad heeten.
I Verontwaardiging daarover is algemeen
menschelijk. Iedereeen zal den staf bre
ken over den man, die zijn haat tegen het
nat.-soc. bewind op deze manier lucht
gaf. Zijn daad is tevens zinneloos; ze
kan anderen, die niets met haar te ma
ken hebben, treffen; diegenen juist, die
de moordenaar wilde wreken: de Joden
in Duitschland. Hoevelen hunner zullen
niet hun hart vasthouden, vreezende
nieuwe anti-semietische uitspattingen,
de Olympische Spelen ten spijt.
Wij begrijpen de Duitsche verontwaar
diging. Maar hoe goed zou het den Duit-
schen nazi's staan, als ze haar een beetje
in toom hielden en de hand eens in eigen
boezem staken. Wat te Davos geschied
de, kan hun niet vreemd voorkomen.
Veeleer zouden zij er zich over moeten
verbazen, dat een akelige gebeurtenis
als deze al niet veel eerder plaats greep.
Het evangelie van den haat hebben ze
gepredikt tegen alles wat Jood is. Meer
nog: ze gaven zelf het beste voorbeeld:
Wie herinnert zich niet den lafhartigen
moord op prof. Lessing in Tsjecho-Slo-
vakije en daarna op een uitgeweken
Duitschen ingenieur, die een clandestie-
nen radio-zender had ingericht in dat
zelfde land? De misdaad van den stu
dent, die zich te Davos aan andermans
leven vergreep, kan hiermee niet goed
gepraat worden. Wij willen een en an
der zelfs niet graag als een verzachten
de omstandigheid laten gelden. Maar de
„Völkische Beobachter" zou er wijs aan
doen, een toontje lager te zingen en te
beseffen, dat de gepredikte haat zich nu
tegen haar predikers heeft gekeerd.
Wie zich in deze dingen verdiept,
staart in een moreelen afgrond. Bruut
geweld en zinneloosheid kunnen zich
weer laten gelden op een wijze, die men
luttel jaren geleden voor ondenkbaar
had gehouden. Duizenden en duizenden
in deze wereld schijnen geen geestelijk
houvast meer te hebben. Ze klampen
zich vast aan ideologieën, die verganke
lijkheden tot goden verheffen, zoeken
uitweg in een daad, die eigen en ander
mans leven vernietigt en vreezen niets
zoozeer als bezinning. Wie zich in deze
dingen verdiept denkt aan den sombe
ren Duitschen filosoof Spengler, die geen
hoop meer kent en den ondergang van
Europa, van het „Avondland", voor
spelt. Veertig millioen menschen in Ita
lië, zeventig in Duitschland zijn voor on
mondig verklaard en laten zich ringel-
ooren door een „leider" met een kleine
groep subalterne leiders. In de democra
tische landen wast de splijtzwam en
staat belangen-groep tegen belangen
groep op, elke gedachte van nationale
eendracht vrijwel verstikkend. Alle
staatkundige theorieën die uitkomst be
loven, hoe zeer vaak van eenig reali
teitsbesef gespeend, vinden gereede aan
hangers. Partij en partijen, partijen zon
der einde. Waar geen dictatuur heerscht,
schijnt politieke losbandigheid te moe
ten heerschen. De uitzonderingen laten
(Verslag Eerste Kamer, 5-11-1936).
door
45).
Oliyer luisterde zonder iets te zeggen,
want hij wist maar al te goed, dat zijn
zoon de waarheid sprak. En, voor hel
eerst in zijn heele leven, voelde hij zich
machteloos. Al zijn werkal zijn plan
nen al zijn luchtkasteelenalles en
alles was overgeleverd aan den wille
keur van een wraakzuchtigen man, die
in het verborgene werkte.
„We moeten hem in handen zien te
Mgen.. De politie.."
??}s schudde het hoofd.
£°ed en wel., maar waar is
blik Vr0e^ ki) met een veelzeggenden
"^®n. Abe Hoyland in langen
tijd met m Halfirth gezien. Na den dood
van zijn oude moeder heeft hij zijn huis
weer verkocht en is weggegaan., en
niemand weet, waarheen! Dat weet ik
allemaal heel zeker.ik hoor dat van
Bew. Naylor Bow is een groote klets
meier.en ik mag het wel, zoo wat
nieuwtjes uit de stad van hem te hoo-
ren. Ik liet hem maar pralen, terwijl we
samen aan het werk zijn en zoodoende
hoor ik heel veel.En zoo staat de
zaak nu, ziet u? Hoyland zullen we zoo
gemakkelijk nog niet te pakken krij-
gen!"
zich gemakkelijk tellen. Europa, dat prat
op zijn beschaving en zijn cultuur pleegt
te gaan, heeft iets van een wildernis:
een geestelijke wildernis waar van al
les als bezeten dooreengroeit, en orde
heeft plaats moeten maken voor een
meedoogenlooze wanorde.
Kan er langs een anderen dan een ver-
schrikkelijken weg uitkomst uit dezen
chaos gevonden worden? Men heeft het
pessimisme van Sprengler niet eens te
deelen, om nog pessimistisch genoeg te
zijn. Echter: in moeilijke tijden groeit er,
tegen alle verdrukking in, toch altijd
weer een sterk geslacht op; een inner
lijk, geestelijk sterk geslacht. Nood leert
bidden. Dit eenvoudige woord is grooter
dan men oppervlakkig zou kunnen den
ken: Het beteekent, dat de mensch in
zijn nood zich leert bezinnen op een
macht boven hem. Wij kunnen het niet
anders zien dan zoo: het gebrek aan be
zinning, dat de eeuw, die achter ons
ligt kenmerkte, moet de voornaamste
oorzaak zijn van den algemeenen nood
van dezen tijd. De troost, die in deze
overtuiging ligt, schatte men niet ge
ring. Ze beteekent, dat men voor zich
uit kan zien zonder den moed te ver
liezen en in staat te dragen, wat gedra
gen moet worden. Niemand weet wan
neer en hoe: maar ook aan den huidigen
chaos zal een einde komen.
OPBRENGSTEN VAN HET STAATS
BEDRIJF DER P.T.T. IN 1935-
Bima 2 millioen minder dan in
1934.
De diensten der posterijen, telegrafie,
telefonie en postchèque- en girodienst
hebben in het afgeloopen jaar opge
bracht f 69,681,849; dat is f 1,861,614
minder dan verleden jaar en f 1,671,501
minder dan de raming.
Ondoorgrondelijk beleid. Al
leen vrijhandel kan weer ge
zonde economische verhoudin
gen scheppen.
In aansluiting op de berichten, dat een
der drie nieuwe schepen van de Kon
Paketvaart Mij. in Duitschland wordt
gebouwd, zulks in ruil voor de levering
van een extra-contingent tabak aan dit
'and, deelt de N.R.C. nog' mede, dat de
hulpwerktuigen voor alle drie schepen,
dus ook voor de twee schepen, welke in
Nederland worden gebouwd, in Zwit
serland zijn besteld. Deze bestelling is
door bemiddeling van een Nederland-
sche regeeringsinstantie tot stand geko
men.
De tabakstransactie met Duitschland
„Maar", merkte Oliver op. „Als dit
zijn werk is geweest, dan moet hij toch
in de buurt zijn, Louis?"
„Ja, maar zoek hem maar eens hier
op de heide en in de moerassen! Een
heel detachement politie zou hem niel
kunnen vinden, al zochten ze ook dagen
lang. U kent hier de heide toch ook
wel.en dan een man, die de streek
kent, zooals hij.. Nou?"
„Tja. maar.wat moeten we dan
doen? vroeg Oliver. „Het is zoo'n af
schuwelijk dreigend iets! Van alles en
nog wat., ja, wat heb ik niet aan dat
nieuwe huis besteeden dan te moeten
denken, dat zoo'n kerelenkel uit
wraakzucht.
Louis stond op en maakte aanstalten
om heen te gaan.
„Ik moet weg", zei hij. „Ik kan u
slechts één ding aanraden. Als ik u was,
dan zou ik er geen woord over spreken
over wat wij nu samen besproken
hebben, tegen geen mensch.. zeker
niet tegen Washington, ook niet teg'en
Crabtreeallerminst tegen de politie.
Als u morgenochtend even bij me op
loopt in mijn werkplaats, dan zullen we
zien, wat Bew kan doen om Hoyland op
het spoor te komen. Bew is een handige
kerel en kan goed zijn mond houden,
als het noodig is. Laten we probeeren
Hoyland op te sporen.als we kunnen!"
„Je zou beter doen met vannacht hier
te blijven, Louis", zei Oliver. „Het is
gewoonweg hondenweer".
buiten beschouwing latende, vragen wij
ons af, aldus het blad, welke de be
weegreden van de reg'eering kan zijn
geweest om nu ook met een land, dat
in geenerlei betalingsmoeilijkheden ver
keert en waarmede wij een, naar om
standigheden normaal, handelsverkeer
onderhouden, compensatietransacties
moeten worden afgesloten.
Men zou in dit verband natuurlijk de
vraag kunnen opwerpen, of het mis
schien mogelijk is, dat deze Zwitsersche
bestelling als een soort van „driehoeks
compensatie" moet worden opgevat, in
dien zin, dat wij via het Duitsch-Zwit-
sersche verdrag, dat uiteraard ook zeer
gebrekkig werkt, in de gelegenheid zou
den worden gesteld, extra naar Duitsch
land uit te voeren. Waarschijnlijk is dit
evenwel niet en in geen g'eval heeft de
ze Nederlandsch-Zwitsersche transactie
betrekking op onzen tabaksexport naar
Duitschland. Volledigheidshalve hebben
wij hieromtrent nog eens in tabakskrin
gen geinformeerd, waar men ons mede
deelde, dat men weliswaar zoekende is
naar nieuwe compensatie-objecten voor
het tweede halfjaar 1936 de vijf mil
joen van het schip van de Paketvaart
Mij. is bestemd voor extra-tabaksuitvoer
in het eerste halfjaar doch dat men
deze tot dusver niet heeft gevonden.
Het blad knoopt verder aan deze zaak
een beschouwing vast over den vrijhan
del, waar men tenslotte niet buiten zal
kunnen, omdat het economisch zwaar
tepunt steeds in het vlak van het inter
nationale handelsverkeer blijft liggen
Wat aanvankelijk met bescherming en
autarkie was scheefgetrokken, moet la
ter weer worden recht getrokken. Dat
dit alles echter tevens beelden uit het
lachhuis oproept, behoeft geen betoog.
En evenmin behoeft het betoog, dat de
ze beelden nog aanzienlijk wanstaltig'er
zouden worden gemaakt, indien wij nu
ook nog op kunsthatige wijze zouden
gaan industrialiseeren. De overheid zou
dan immers eerst recht moeten gaan
„ordenen" om in het binnenland de nieu
we industrieën te gaan beschermen en
het gevolg daarvan zou weer zijn een
toenemende bemoeiing van de regee
ring met den buitenlandschen handel,
met uitsluiting van het particuliere ini
tiatief, althans van de vrije mededinging
der bestaande bedrijven, gelijk nu uit de
jongste compensatie met Zwitserland
moge blijken.
Wij willen hiermede geenszins bewe
ren, dat het op het oogenblik doenlijk
zou zijn om een andere dan een vol
maakt opportunistische handelspolitiek
toe te passen het buitenland dwingt
ons daartoe maar wel moge dit alles
een waarschuwing inhouden om aan de
bestaande moeilijkheden niet nog eens
extra-nieuwe toe te voegen met de z.g
oeconomisch-t'echnolog'ische industriali
satie. Immers, wat baat het om deze in
dustrialisatie ter hand te nemen, wan
neer men naderhand toch gedwongen
wordt om hetgeen er toevallig aan werk
gelegenheid met een nieuwe industrie
wordt gewonnen, wederom prijs te geven
tegenover het buitenland door middel
van ruiltransacties?
Het valt toch niet te' ontkennen, dat
men met de bestellingen, die de over
heid nu gedwongen is, in Zwitserland te
doen, aan bestaande Nederlandsche be
drijven werkgelegenheid ontneemt, een
euvel, dat zich slechts laat vergrooten,
maar zeker niet verkleinen, indien wij
in Nederland in oeconomische zelfge
noegzaamheid op kunstmatige wijze zou
den gaan industrialiseeren.
PROF, DIEPENHORST IN DEBAT MET
GRAAF DE MARCHANT ET
D'ANSEMBOURG,
Prof. Diepenhorst (a.r.) is
gistermiddag bij de behandeling van 'f
wetsontwerp tot onredelijke opvorde
ring van hypotheken in de Eerste Ka
mer met het N.S.B.-lid, graaf de
Marchant et d' An sembourg
aan het debatteeren geweest.
De laatste had betoogd, d,at leen-ren-
te ethisch ongeoorloofd is. Verder zeide
hij:
Bij dit wetsontwerp is het essentieele,
dat het geldkapitaal bevoordeeld wordt
boven het vast bezit, welks waarde
steeds meer achteruit gaat. De hypothe
ken, die de rente plus 1 percent aflos
sing kunnen opbrengen, worden steeds
zeldzamer. Wij zijn niet bereid, dezen
steen voor brood te accepteeren. Is het
der regeering met haar aanpassing wer
kelijk ernst, dan verlage zij de hoofd
som in verhouding tot den achteruitgang
der waarde en zij verlage dan ook de
rente. In dat geval is devaluatie mis
schien te ontgaan. JVfet een lapmiddeltje
als het door de regeering voorgestelde,
komt men er niet. Wegens principieele
en praktische bezwaren zal hij tegen
stemmen.
De heer Diepenhorst zeide
hierop, niet te begrijpen, waarom de
heer de Marchant et d'Ansembourg te
gen het wetsontwerp is, als hij leenren-
te ongeoorloofd acht. Want het wets
ontwerp helpt toch, wie rente moet op
brengen? Overigens, het standpunt van
den heer de Marchant et d'Ansembourg
is verouderd. In 1919 werd zoo in
Duitschland geschreven en wilde men
daar uit de renteslavernij komen. Maar
nu wordt het beginsel der rente door
de Duitsche nationaal-socialisten aan
vaard.
De heer N i v ,a r d (r.k.); Zij beta
len ze alleen niet. (Gelach).
De heer Diepenhorst beroept
zich op een uitspraak van Hitler in 1933
tegen de opvatting, alsof rentenemen on
geoorloofd zou zijn. Het Duitsche natio-
naal-socialisme is niet tegen rente.
De heer De Marchant (n.s.)
Het Duitsche niet, neen.
De heer M e n d e 1 s: Daar hebben
ze die demagogie niet meer noodig, hier
wel.
De heer D i e p e n h or s t: M,aar
art. 14 van het Nederlandsche program
der nationaal-socialisten is vrijwel woor
delijk overgenomen uit het Duitsche pro
gram. In het Nederlandsche program
staat met geen titel of jota, dat rente-
nemen ongeoorloofd is. Er staat wel in,
dat banken nuttig zijn, voor zoover zij
crediet aan de industrie geven, enz
Maar denkt de heer de Marchant et
d'Ansembourg, dat de banken zullen lee-
nen zonder rente, dat zij leenen voor
haar gezondheid? (Gelach). In Duitsch
land komt men nu op tegen renteslaver
nij, maar d,at gaat tegen de Joden. Maar
de Nederlandsche nationaal-socialisten
verklaren immers, dat zij van antisemi
tisme heelemaal vrij zijn? (Gelach).
„Neen", antwoordde Louis. „Ik heb
mijn auto in uw garage staan en ik ben
met twintig minuten thuis. Doet u
de moeite maar niet om me uit te la
ten".
Maar Oliver liep toch met zijn zoon
mee naar de deur, die tot de garage
toegang gaf en deed die voor hem open.
„Nou, ik ben in elk geval blij, dat je
gekomen bent, Louis", zei hij, opzij
g'aande om hem door te laten. En dan
voegde hij er, een beetje onwennig, aan
toe: „Je vrouw maakt het, hoop ik, toch
goed?"
„O, die maakt het best, dank u", zei
Louis bijna onverschillig. „Het zal met
den storm nog wel losloopen", ver
volgde hij, buiten de garage naar de
lücht kijkend. „De wind is wat gaan lig
gen en gedraaid ook. Met een paar uur
is het bladstil. Nou., dan tot morgen
ochtend na het ontbijtin mijn werk
plaats!"
„Goed. tusschen negen en tien!" zei
Oliver. j
Zoodra Louis weg was, keerde Oli- 1
ver naar zijn werkkamer terug en bleef
daar geruimen tijd voor den haard staan,
diep in gedachen verzonken.
Hij voelde, dat Louis gelijk had. Hoy
land, dat was de man, die 't gevaar ver
oorzaakte! Hij herinnerde zich nu, als
den dag van g'steren, wat Hoyland ge
zegd had, hoé hij hem had aangekeken,
en hoe zijn houding was geweest op den
dag, dat hij hem was komen zeggen, dat
hij met zijn ouden vader en moeder het
huisje verlaten moest. Hij was een som
bere, gevaarlijke kerel.hij had hem niet
zoo tegen zich in het harnas moeten
jagen! Want, zooals de zaken nu ston
den, had Royland hem volkomen in zijn
macht en hij was er den man niet naar,
om zijn vreeselijke wraakplannen te
laten varen. Oliver wist goed genoeg,
dat hij een bekwaam werktuigkundige
was. een man met een vrij aigemeene
ontwikkeling en technisch goed onder
legd. Als Hoyland uit wraak besloten
had om den dam te doen springen, dan
zou hij dat vast en zeker doorzetten.
Ditmaal was het hem nog mislukt.
maar hij zou het niet opgeven.
Maar Olivers werkzame geest zocht
naar een uitweg. Het was ook mogelijk,
dat Hoyland hem alleen angst wilde
aanjagendat hij hem in benauwdheid
wilde laten zittendat hij hem wilde
laten voelen, dat hem ieder oogenblik
gevaar dreigde. Daar was Hoyland toe
in staat., hij had er verbeeldingskracht
genoeg voor.hij zou inwendig kunnen
genieten van de gedachte, dat Oliver nu
voortdurend in zorg en angst leefde
Maar ook. hij was een man, die in
staat was toch op het laatste den ge
nadeslag te geven.
Langen tijd stond hij daar den toe
stand van alle zijden te bekijken en te
overwegen. Het was in huis stil gewor
den; zijn zuster en schoondochter waren
al naar bed en de bedienden ook; een
's Morgens zfjt Ge laatGe kleedt U haas
tig aan, jaagt Uw ontbijt door de keel en
denkt slechts aan één dingUw trein,
tram of bus te halen, die U op tijd naar
Uw werk zal brengen
Dit jachten, dat eiken Maandagmorgen weer op
nieuw begint, mat U af, put Uw zenuwen uit,
maar mist zijn ongunstigen invloed ook niet op
Uw ingewanden, die langzaam en moeilijk gaan
werken, waardoor van dag tot dag vergiftigende
afvalstoffen zich in Uw ingewanden vastzetten,
terwijl ook andere organen hun afscheidingstaak
trager vervullen.
En hoe verder Ge in e week komt, hoe loomer,
hoe vermoeider en hoe lusteloozer Ge U voelt
worden. Het zijn die stoffen, die Uw bloed dikker
maken, onzuiverder en die op Uw geheele gestel
van invloed zijn. Ge wordt nog vermoeider en
en prikkelbaarder, terwijl Uw eetlust verdwijnt.
Is het wonder, onder zulke omstandigheden, dat
dan na afloop van Uw weektaak Uw welverdiende
Zondag een verloren dag wordt, omdat Ge U te
moe, te inat en te landerig voelt om Uw plannen
te volvoeren.
Tenzij.... Ge óók de M.S.S.-gewoonte volgt!
Wat dat is Neem Vrijdag en Zaterdag voor het
naar bed gaan één of twéé M.S.S.-cachets, welke
bestanddeelen bevatten, die Uw geheele gestel
opfrisschen, Uw ingewanden zuiveren van de
vergiftigende afvalstoffen, op Uw lever, op Uw
bloed een gunstigen invloed hebben. Door zoo'n
reinigend M.S.S.-ertje zal tusschen Zaterdag en
Zondag Uw gestel als door 'n wonder verbeterd
zijn. Ge voelt U, als Ge Zondagsmorgens ontwaakt,
een ander mensch. Vroolijk en opgewekt en vol
i>Uje levenslust kunt Ge al Uw Zondags-plannen
ten uitvoer brengen.
Zulk een heerlijken, door niets verstoorden dag
van rust en ontspanning, al naar Uw eigen op
vattingen, kunt Ge U verzekeren door elke week
M.S.S.-cachets (ook wel genaamdLaxeer-
Akkertjes) zijn verkrijgbaar bij alle apothekers
en drogisten en wel in blauwe ronde kokertjes
of in de nieuwe blauwe vierkante kokertjes.
De samenstelling is echter van beide geheel
gelijk. Als Uw gewone leverancier soms géén
voorraad mocht hebben, vraag hem dan ze
even voor U te willen bestellen. Ze kosten per
12 stuks slechts 60 cent. Overal verkrijgbaar
(Ingez Med.)
Bij de replieken zegde graaf de
Marchant nog, cfat er principieel
verschil tusschen het Duitsche en het
Nederlandsche nationaal-socialisme zou
bestaan, waarop de heer Diepen
horst antwoordde, dat het betoog
van den graaf dan noch logisch, noch
nationaal-socialistisch was geweest.
Zooals reeds gemeld, werd het wets
ontwerp aangenomen, o.a. met de stem
men der beide N.S.B.-ers tegen.
ALGEMEENS BESCHOUWINGEN
RIJKSBEGROOTING.
Vervolgens maakte de Eerste Kamer
een aanvang met de behandeling van de
Rijksbegrooting 1936.
De heer Van Embden l>v.d.)
opende de aigemeene beschouwingen.
De heer Van Embden (v.d.)
had geen bezwaar tegen de hoofdlijnen
van het beleid van dit kabinet. Wat hst
soc. dem. Plan van den Arbeid betreft,
de voorstanders zouden eventueel hun
beloften hebben in te lossen. Ontgooche
ling zou de geheele democratie aantas
ten. Op verschillende punten stemde spr..
met. het Plan in.
Op verschillende andere punten be
streed spr. het Plan
De heer Van Lan s ch o t (r.k.)
zegde, dat het er in dezen tijd weinig
toe doet, of we te doen hebben met een
oud dan wel een nieuw kabinet. Het
aantasten van de crisis is ook niet een
probleem, bij de stembus op te lossen.
Met ons budget zitten we zoo vast als
een muur. Van een handelsverdrag' met
Amerika verwacht spr. goede resulta
ten. Spr. achtte het Plan van den Ar
beid niet voor uitvoering vatbaar.
De heer De Savornin L o h-
doodsche stilte heerschte door het heele
huis, toen hij zijn gewone ronde ging
doen om alles te grendelen en te sluiten.
Maar buiten huilde de wind toch en
kletterde de regen tegen de vensters-
Louis mocht dan gelijk hebben, dat het
weer zou omslaan, maar de wind was
toch nog aan den hoogen kant en de
regen stroomde nog steeds., en Oliver
dacht telkens weer met angst aan de
wijde wateroppervlakte achter den be
schadigden dam. Als de golven, door
den wind opgezweept, over den dam
zouden slaan en het water in die scheur
zou binnendringen
Eindelijk ging hij toch naar zijn slaap
kamer, maar inplaats van naar bed te
g'aan, liep hij door naar zijn kleedkamer,
trok een waterdichten regenjas aan en
knoopte die stevig om zijn hals dicht.
Hij zette een zuidwester op, die hij wel
eens gebruikte als hij naar zee ging en
trok dien vast om zijn kin. Daarna be
gaf hij zich naar een uitzichttoren, die
aan het uiteinde van dien vleugel van
zijn huis stond. Hij klom in donker de
wenteltrap op, duwde een luik boven
zijn hoofd open en klom op het dak van
den toren. Bovenop stond een stevige
vlaggestok. Hij sloeg er zijn arm om
heen en aldus gesteund staarde hij de
verte in, door den regen en de duister
nis heen.
fWordt vervolgd.)