a I I DE ONBUIGZAMEN. KRONIEK van den DAG. STATEN-GENERAAL. TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCULE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN DONDERDAG 6 FEBRUARI 1936. No. 31. Jhr. mr. B. C. de Savornin Lohman „Ten aanzien van de nationale vlag wil de regeering kiezen tusschen rood-wit-blauw en oranje-blange-bleu. Men zegt, dat zij rood-wit-blauw zal kiezen. Zoo lang men het mij niet verbiedt, zal ik oranje-blange-bleu gebruiken. Ik heb van 's voorzitters woning ook nooit anders dan oranje-blange- bleu zien wapperen. Ik heb trouwens nooit anders verwacht. De VoorzitterJe maintiendrai. De heer De Savornin LohmanDe regeering moet zich in een tijd als dezen met de vlaggenquaestie niet bemoeien. Heelt zij met het spellingsvraagstuk niet genoeg leergeld betaald J. S. FLETCHER. B8ÜNENUKQ. Scheepsmachines in Zwitserland besteld. Laai Vrijdag en Zaterdag Üvv M.S.S.-dagen zijn! de M.S.S.-gewoonieie volgen! graan- ïokkers 9,25, bruine boonen ïeniging Veld- 1,30— Kool- t Witte idem Bloem- Groene |,80, per 7ebr. 118772 2418 114406 ■■Bh ereizen. Neder- ephoon Politieke moord. De achter grond: wie haat zaait, ontmoet haat. Het gebeurde is overi gens een symptoom van moreel verval, Europa als geeste lijke wildernis. Bezinning op hooger peil zal uitkomst bren gen. Te Davos is een Duitscher, groepslei der van de in Zwitserland wonende Duit- sche nazi's, vermoord. De Duitsche pers spuwt vuur en vlam. „Deze moord is een aanslag tegen het nieuwe Duitschland raast de „Völkische Beobachter En: „het Derde Rijk hernieuwt aan het graf van Gustloff zijn eed, zonder compromis zijn weg te vervolgen, teneinde te voor komen, dat Duitschland opnieuw door 't internationale „judaïsme" geknecht wordt". De moordenaar is een Jood. De ze reactie was dus te verwachten. Wij begrijpen de Duitsche verontwaar diging. Het gebeurde te Davos kan niet anders dan een platte misdaad heeten. I Verontwaardiging daarover is algemeen menschelijk. Iedereeen zal den staf bre ken over den man, die zijn haat tegen het nat.-soc. bewind op deze manier lucht gaf. Zijn daad is tevens zinneloos; ze kan anderen, die niets met haar te ma ken hebben, treffen; diegenen juist, die de moordenaar wilde wreken: de Joden in Duitschland. Hoevelen hunner zullen niet hun hart vasthouden, vreezende nieuwe anti-semietische uitspattingen, de Olympische Spelen ten spijt. Wij begrijpen de Duitsche verontwaar diging. Maar hoe goed zou het den Duit- schen nazi's staan, als ze haar een beetje in toom hielden en de hand eens in eigen boezem staken. Wat te Davos geschied de, kan hun niet vreemd voorkomen. Veeleer zouden zij er zich over moeten verbazen, dat een akelige gebeurtenis als deze al niet veel eerder plaats greep. Het evangelie van den haat hebben ze gepredikt tegen alles wat Jood is. Meer nog: ze gaven zelf het beste voorbeeld: Wie herinnert zich niet den lafhartigen moord op prof. Lessing in Tsjecho-Slo- vakije en daarna op een uitgeweken Duitschen ingenieur, die een clandestie- nen radio-zender had ingericht in dat zelfde land? De misdaad van den stu dent, die zich te Davos aan andermans leven vergreep, kan hiermee niet goed gepraat worden. Wij willen een en an der zelfs niet graag als een verzachten de omstandigheid laten gelden. Maar de „Völkische Beobachter" zou er wijs aan doen, een toontje lager te zingen en te beseffen, dat de gepredikte haat zich nu tegen haar predikers heeft gekeerd. Wie zich in deze dingen verdiept, staart in een moreelen afgrond. Bruut geweld en zinneloosheid kunnen zich weer laten gelden op een wijze, die men luttel jaren geleden voor ondenkbaar had gehouden. Duizenden en duizenden in deze wereld schijnen geen geestelijk houvast meer te hebben. Ze klampen zich vast aan ideologieën, die verganke lijkheden tot goden verheffen, zoeken uitweg in een daad, die eigen en ander mans leven vernietigt en vreezen niets zoozeer als bezinning. Wie zich in deze dingen verdiept denkt aan den sombe ren Duitschen filosoof Spengler, die geen hoop meer kent en den ondergang van Europa, van het „Avondland", voor spelt. Veertig millioen menschen in Ita lië, zeventig in Duitschland zijn voor on mondig verklaard en laten zich ringel- ooren door een „leider" met een kleine groep subalterne leiders. In de democra tische landen wast de splijtzwam en staat belangen-groep tegen belangen groep op, elke gedachte van nationale eendracht vrijwel verstikkend. Alle staatkundige theorieën die uitkomst be loven, hoe zeer vaak van eenig reali teitsbesef gespeend, vinden gereede aan hangers. Partij en partijen, partijen zon der einde. Waar geen dictatuur heerscht, schijnt politieke losbandigheid te moe ten heerschen. De uitzonderingen laten (Verslag Eerste Kamer, 5-11-1936). door 45). Oliyer luisterde zonder iets te zeggen, want hij wist maar al te goed, dat zijn zoon de waarheid sprak. En, voor hel eerst in zijn heele leven, voelde hij zich machteloos. Al zijn werkal zijn plan nen al zijn luchtkasteelenalles en alles was overgeleverd aan den wille keur van een wraakzuchtigen man, die in het verborgene werkte. „We moeten hem in handen zien te Mgen.. De politie.." ??}s schudde het hoofd. £°ed en wel., maar waar is blik Vr0e^ ki) met een veelzeggenden "^®n. Abe Hoyland in langen tijd met m Halfirth gezien. Na den dood van zijn oude moeder heeft hij zijn huis weer verkocht en is weggegaan., en niemand weet, waarheen! Dat weet ik allemaal heel zeker.ik hoor dat van Bew. Naylor Bow is een groote klets meier.en ik mag het wel, zoo wat nieuwtjes uit de stad van hem te hoo- ren. Ik liet hem maar pralen, terwijl we samen aan het werk zijn en zoodoende hoor ik heel veel.En zoo staat de zaak nu, ziet u? Hoyland zullen we zoo gemakkelijk nog niet te pakken krij- gen!" zich gemakkelijk tellen. Europa, dat prat op zijn beschaving en zijn cultuur pleegt te gaan, heeft iets van een wildernis: een geestelijke wildernis waar van al les als bezeten dooreengroeit, en orde heeft plaats moeten maken voor een meedoogenlooze wanorde. Kan er langs een anderen dan een ver- schrikkelijken weg uitkomst uit dezen chaos gevonden worden? Men heeft het pessimisme van Sprengler niet eens te deelen, om nog pessimistisch genoeg te zijn. Echter: in moeilijke tijden groeit er, tegen alle verdrukking in, toch altijd weer een sterk geslacht op; een inner lijk, geestelijk sterk geslacht. Nood leert bidden. Dit eenvoudige woord is grooter dan men oppervlakkig zou kunnen den ken: Het beteekent, dat de mensch in zijn nood zich leert bezinnen op een macht boven hem. Wij kunnen het niet anders zien dan zoo: het gebrek aan be zinning, dat de eeuw, die achter ons ligt kenmerkte, moet de voornaamste oorzaak zijn van den algemeenen nood van dezen tijd. De troost, die in deze overtuiging ligt, schatte men niet ge ring. Ze beteekent, dat men voor zich uit kan zien zonder den moed te ver liezen en in staat te dragen, wat gedra gen moet worden. Niemand weet wan neer en hoe: maar ook aan den huidigen chaos zal een einde komen. OPBRENGSTEN VAN HET STAATS BEDRIJF DER P.T.T. IN 1935- Bima 2 millioen minder dan in 1934. De diensten der posterijen, telegrafie, telefonie en postchèque- en girodienst hebben in het afgeloopen jaar opge bracht f 69,681,849; dat is f 1,861,614 minder dan verleden jaar en f 1,671,501 minder dan de raming. Ondoorgrondelijk beleid. Al leen vrijhandel kan weer ge zonde economische verhoudin gen scheppen. In aansluiting op de berichten, dat een der drie nieuwe schepen van de Kon Paketvaart Mij. in Duitschland wordt gebouwd, zulks in ruil voor de levering van een extra-contingent tabak aan dit 'and, deelt de N.R.C. nog' mede, dat de hulpwerktuigen voor alle drie schepen, dus ook voor de twee schepen, welke in Nederland worden gebouwd, in Zwit serland zijn besteld. Deze bestelling is door bemiddeling van een Nederland- sche regeeringsinstantie tot stand geko men. De tabakstransactie met Duitschland „Maar", merkte Oliver op. „Als dit zijn werk is geweest, dan moet hij toch in de buurt zijn, Louis?" „Ja, maar zoek hem maar eens hier op de heide en in de moerassen! Een heel detachement politie zou hem niel kunnen vinden, al zochten ze ook dagen lang. U kent hier de heide toch ook wel.en dan een man, die de streek kent, zooals hij.. Nou?" „Tja. maar.wat moeten we dan doen? vroeg Oliver. „Het is zoo'n af schuwelijk dreigend iets! Van alles en nog wat., ja, wat heb ik niet aan dat nieuwe huis besteeden dan te moeten denken, dat zoo'n kerelenkel uit wraakzucht. Louis stond op en maakte aanstalten om heen te gaan. „Ik moet weg", zei hij. „Ik kan u slechts één ding aanraden. Als ik u was, dan zou ik er geen woord over spreken over wat wij nu samen besproken hebben, tegen geen mensch.. zeker niet tegen Washington, ook niet teg'en Crabtreeallerminst tegen de politie. Als u morgenochtend even bij me op loopt in mijn werkplaats, dan zullen we zien, wat Bew kan doen om Hoyland op het spoor te komen. Bew is een handige kerel en kan goed zijn mond houden, als het noodig is. Laten we probeeren Hoyland op te sporen.als we kunnen!" „Je zou beter doen met vannacht hier te blijven, Louis", zei Oliver. „Het is gewoonweg hondenweer". buiten beschouwing latende, vragen wij ons af, aldus het blad, welke de be weegreden van de reg'eering kan zijn geweest om nu ook met een land, dat in geenerlei betalingsmoeilijkheden ver keert en waarmede wij een, naar om standigheden normaal, handelsverkeer onderhouden, compensatietransacties moeten worden afgesloten. Men zou in dit verband natuurlijk de vraag kunnen opwerpen, of het mis schien mogelijk is, dat deze Zwitsersche bestelling als een soort van „driehoeks compensatie" moet worden opgevat, in dien zin, dat wij via het Duitsch-Zwit- sersche verdrag, dat uiteraard ook zeer gebrekkig werkt, in de gelegenheid zou den worden gesteld, extra naar Duitsch land uit te voeren. Waarschijnlijk is dit evenwel niet en in geen g'eval heeft de ze Nederlandsch-Zwitsersche transactie betrekking op onzen tabaksexport naar Duitschland. Volledigheidshalve hebben wij hieromtrent nog eens in tabakskrin gen geinformeerd, waar men ons mede deelde, dat men weliswaar zoekende is naar nieuwe compensatie-objecten voor het tweede halfjaar 1936 de vijf mil joen van het schip van de Paketvaart Mij. is bestemd voor extra-tabaksuitvoer in het eerste halfjaar doch dat men deze tot dusver niet heeft gevonden. Het blad knoopt verder aan deze zaak een beschouwing vast over den vrijhan del, waar men tenslotte niet buiten zal kunnen, omdat het economisch zwaar tepunt steeds in het vlak van het inter nationale handelsverkeer blijft liggen Wat aanvankelijk met bescherming en autarkie was scheefgetrokken, moet la ter weer worden recht getrokken. Dat dit alles echter tevens beelden uit het lachhuis oproept, behoeft geen betoog. En evenmin behoeft het betoog, dat de ze beelden nog aanzienlijk wanstaltig'er zouden worden gemaakt, indien wij nu ook nog op kunsthatige wijze zouden gaan industrialiseeren. De overheid zou dan immers eerst recht moeten gaan „ordenen" om in het binnenland de nieu we industrieën te gaan beschermen en het gevolg daarvan zou weer zijn een toenemende bemoeiing van de regee ring met den buitenlandschen handel, met uitsluiting van het particuliere ini tiatief, althans van de vrije mededinging der bestaande bedrijven, gelijk nu uit de jongste compensatie met Zwitserland moge blijken. Wij willen hiermede geenszins bewe ren, dat het op het oogenblik doenlijk zou zijn om een andere dan een vol maakt opportunistische handelspolitiek toe te passen het buitenland dwingt ons daartoe maar wel moge dit alles een waarschuwing inhouden om aan de bestaande moeilijkheden niet nog eens extra-nieuwe toe te voegen met de z.g oeconomisch-t'echnolog'ische industriali satie. Immers, wat baat het om deze in dustrialisatie ter hand te nemen, wan neer men naderhand toch gedwongen wordt om hetgeen er toevallig aan werk gelegenheid met een nieuwe industrie wordt gewonnen, wederom prijs te geven tegenover het buitenland door middel van ruiltransacties? Het valt toch niet te' ontkennen, dat men met de bestellingen, die de over heid nu gedwongen is, in Zwitserland te doen, aan bestaande Nederlandsche be drijven werkgelegenheid ontneemt, een euvel, dat zich slechts laat vergrooten, maar zeker niet verkleinen, indien wij in Nederland in oeconomische zelfge noegzaamheid op kunstmatige wijze zou den gaan industrialiseeren. PROF, DIEPENHORST IN DEBAT MET GRAAF DE MARCHANT ET D'ANSEMBOURG, Prof. Diepenhorst (a.r.) is gistermiddag bij de behandeling van 'f wetsontwerp tot onredelijke opvorde ring van hypotheken in de Eerste Ka mer met het N.S.B.-lid, graaf de Marchant et d' An sembourg aan het debatteeren geweest. De laatste had betoogd, d,at leen-ren- te ethisch ongeoorloofd is. Verder zeide hij: Bij dit wetsontwerp is het essentieele, dat het geldkapitaal bevoordeeld wordt boven het vast bezit, welks waarde steeds meer achteruit gaat. De hypothe ken, die de rente plus 1 percent aflos sing kunnen opbrengen, worden steeds zeldzamer. Wij zijn niet bereid, dezen steen voor brood te accepteeren. Is het der regeering met haar aanpassing wer kelijk ernst, dan verlage zij de hoofd som in verhouding tot den achteruitgang der waarde en zij verlage dan ook de rente. In dat geval is devaluatie mis schien te ontgaan. JVfet een lapmiddeltje als het door de regeering voorgestelde, komt men er niet. Wegens principieele en praktische bezwaren zal hij tegen stemmen. De heer Diepenhorst zeide hierop, niet te begrijpen, waarom de heer de Marchant et d'Ansembourg te gen het wetsontwerp is, als hij leenren- te ongeoorloofd acht. Want het wets ontwerp helpt toch, wie rente moet op brengen? Overigens, het standpunt van den heer de Marchant et d'Ansembourg is verouderd. In 1919 werd zoo in Duitschland geschreven en wilde men daar uit de renteslavernij komen. Maar nu wordt het beginsel der rente door de Duitsche nationaal-socialisten aan vaard. De heer N i v ,a r d (r.k.); Zij beta len ze alleen niet. (Gelach). De heer Diepenhorst beroept zich op een uitspraak van Hitler in 1933 tegen de opvatting, alsof rentenemen on geoorloofd zou zijn. Het Duitsche natio- naal-socialisme is niet tegen rente. De heer De Marchant (n.s.) Het Duitsche niet, neen. De heer M e n d e 1 s: Daar hebben ze die demagogie niet meer noodig, hier wel. De heer D i e p e n h or s t: M,aar art. 14 van het Nederlandsche program der nationaal-socialisten is vrijwel woor delijk overgenomen uit het Duitsche pro gram. In het Nederlandsche program staat met geen titel of jota, dat rente- nemen ongeoorloofd is. Er staat wel in, dat banken nuttig zijn, voor zoover zij crediet aan de industrie geven, enz Maar denkt de heer de Marchant et d'Ansembourg, dat de banken zullen lee- nen zonder rente, dat zij leenen voor haar gezondheid? (Gelach). In Duitsch land komt men nu op tegen renteslaver nij, maar d,at gaat tegen de Joden. Maar de Nederlandsche nationaal-socialisten verklaren immers, dat zij van antisemi tisme heelemaal vrij zijn? (Gelach). „Neen", antwoordde Louis. „Ik heb mijn auto in uw garage staan en ik ben met twintig minuten thuis. Doet u de moeite maar niet om me uit te la ten". Maar Oliver liep toch met zijn zoon mee naar de deur, die tot de garage toegang gaf en deed die voor hem open. „Nou, ik ben in elk geval blij, dat je gekomen bent, Louis", zei hij, opzij g'aande om hem door te laten. En dan voegde hij er, een beetje onwennig, aan toe: „Je vrouw maakt het, hoop ik, toch goed?" „O, die maakt het best, dank u", zei Louis bijna onverschillig. „Het zal met den storm nog wel losloopen", ver volgde hij, buiten de garage naar de lücht kijkend. „De wind is wat gaan lig gen en gedraaid ook. Met een paar uur is het bladstil. Nou., dan tot morgen ochtend na het ontbijtin mijn werk plaats!" „Goed. tusschen negen en tien!" zei Oliver. j Zoodra Louis weg was, keerde Oli- 1 ver naar zijn werkkamer terug en bleef daar geruimen tijd voor den haard staan, diep in gedachen verzonken. Hij voelde, dat Louis gelijk had. Hoy land, dat was de man, die 't gevaar ver oorzaakte! Hij herinnerde zich nu, als den dag van g'steren, wat Hoyland ge zegd had, hoé hij hem had aangekeken, en hoe zijn houding was geweest op den dag, dat hij hem was komen zeggen, dat hij met zijn ouden vader en moeder het huisje verlaten moest. Hij was een som bere, gevaarlijke kerel.hij had hem niet zoo tegen zich in het harnas moeten jagen! Want, zooals de zaken nu ston den, had Royland hem volkomen in zijn macht en hij was er den man niet naar, om zijn vreeselijke wraakplannen te laten varen. Oliver wist goed genoeg, dat hij een bekwaam werktuigkundige was. een man met een vrij aigemeene ontwikkeling en technisch goed onder legd. Als Hoyland uit wraak besloten had om den dam te doen springen, dan zou hij dat vast en zeker doorzetten. Ditmaal was het hem nog mislukt. maar hij zou het niet opgeven. Maar Olivers werkzame geest zocht naar een uitweg. Het was ook mogelijk, dat Hoyland hem alleen angst wilde aanjagendat hij hem in benauwdheid wilde laten zittendat hij hem wilde laten voelen, dat hem ieder oogenblik gevaar dreigde. Daar was Hoyland toe in staat., hij had er verbeeldingskracht genoeg voor.hij zou inwendig kunnen genieten van de gedachte, dat Oliver nu voortdurend in zorg en angst leefde Maar ook. hij was een man, die in staat was toch op het laatste den ge nadeslag te geven. Langen tijd stond hij daar den toe stand van alle zijden te bekijken en te overwegen. Het was in huis stil gewor den; zijn zuster en schoondochter waren al naar bed en de bedienden ook; een 's Morgens zfjt Ge laatGe kleedt U haas tig aan, jaagt Uw ontbijt door de keel en denkt slechts aan één dingUw trein, tram of bus te halen, die U op tijd naar Uw werk zal brengen Dit jachten, dat eiken Maandagmorgen weer op nieuw begint, mat U af, put Uw zenuwen uit, maar mist zijn ongunstigen invloed ook niet op Uw ingewanden, die langzaam en moeilijk gaan werken, waardoor van dag tot dag vergiftigende afvalstoffen zich in Uw ingewanden vastzetten, terwijl ook andere organen hun afscheidingstaak trager vervullen. En hoe verder Ge in e week komt, hoe loomer, hoe vermoeider en hoe lusteloozer Ge U voelt worden. Het zijn die stoffen, die Uw bloed dikker maken, onzuiverder en die op Uw geheele gestel van invloed zijn. Ge wordt nog vermoeider en en prikkelbaarder, terwijl Uw eetlust verdwijnt. Is het wonder, onder zulke omstandigheden, dat dan na afloop van Uw weektaak Uw welverdiende Zondag een verloren dag wordt, omdat Ge U te moe, te inat en te landerig voelt om Uw plannen te volvoeren. Tenzij.... Ge óók de M.S.S.-gewoonte volgt! Wat dat is Neem Vrijdag en Zaterdag voor het naar bed gaan één of twéé M.S.S.-cachets, welke bestanddeelen bevatten, die Uw geheele gestel opfrisschen, Uw ingewanden zuiveren van de vergiftigende afvalstoffen, op Uw lever, op Uw bloed een gunstigen invloed hebben. Door zoo'n reinigend M.S.S.-ertje zal tusschen Zaterdag en Zondag Uw gestel als door 'n wonder verbeterd zijn. Ge voelt U, als Ge Zondagsmorgens ontwaakt, een ander mensch. Vroolijk en opgewekt en vol i>Uje levenslust kunt Ge al Uw Zondags-plannen ten uitvoer brengen. Zulk een heerlijken, door niets verstoorden dag van rust en ontspanning, al naar Uw eigen op vattingen, kunt Ge U verzekeren door elke week M.S.S.-cachets (ook wel genaamdLaxeer- Akkertjes) zijn verkrijgbaar bij alle apothekers en drogisten en wel in blauwe ronde kokertjes of in de nieuwe blauwe vierkante kokertjes. De samenstelling is echter van beide geheel gelijk. Als Uw gewone leverancier soms géén voorraad mocht hebben, vraag hem dan ze even voor U te willen bestellen. Ze kosten per 12 stuks slechts 60 cent. Overal verkrijgbaar (Ingez Med.) Bij de replieken zegde graaf de Marchant nog, cfat er principieel verschil tusschen het Duitsche en het Nederlandsche nationaal-socialisme zou bestaan, waarop de heer Diepen horst antwoordde, dat het betoog van den graaf dan noch logisch, noch nationaal-socialistisch was geweest. Zooals reeds gemeld, werd het wets ontwerp aangenomen, o.a. met de stem men der beide N.S.B.-ers tegen. ALGEMEENS BESCHOUWINGEN RIJKSBEGROOTING. Vervolgens maakte de Eerste Kamer een aanvang met de behandeling van de Rijksbegrooting 1936. De heer Van Embden l>v.d.) opende de aigemeene beschouwingen. De heer Van Embden (v.d.) had geen bezwaar tegen de hoofdlijnen van het beleid van dit kabinet. Wat hst soc. dem. Plan van den Arbeid betreft, de voorstanders zouden eventueel hun beloften hebben in te lossen. Ontgooche ling zou de geheele democratie aantas ten. Op verschillende punten stemde spr.. met. het Plan in. Op verschillende andere punten be streed spr. het Plan De heer Van Lan s ch o t (r.k.) zegde, dat het er in dezen tijd weinig toe doet, of we te doen hebben met een oud dan wel een nieuw kabinet. Het aantasten van de crisis is ook niet een probleem, bij de stembus op te lossen. Met ons budget zitten we zoo vast als een muur. Van een handelsverdrag' met Amerika verwacht spr. goede resulta ten. Spr. achtte het Plan van den Ar beid niet voor uitvoering vatbaar. De heer De Savornin L o h- doodsche stilte heerschte door het heele huis, toen hij zijn gewone ronde ging doen om alles te grendelen en te sluiten. Maar buiten huilde de wind toch en kletterde de regen tegen de vensters- Louis mocht dan gelijk hebben, dat het weer zou omslaan, maar de wind was toch nog aan den hoogen kant en de regen stroomde nog steeds., en Oliver dacht telkens weer met angst aan de wijde wateroppervlakte achter den be schadigden dam. Als de golven, door den wind opgezweept, over den dam zouden slaan en het water in die scheur zou binnendringen Eindelijk ging hij toch naar zijn slaap kamer, maar inplaats van naar bed te g'aan, liep hij door naar zijn kleedkamer, trok een waterdichten regenjas aan en knoopte die stevig om zijn hals dicht. Hij zette een zuidwester op, die hij wel eens gebruikte als hij naar zee ging en trok dien vast om zijn kin. Daarna be gaf hij zich naar een uitzichttoren, die aan het uiteinde van dien vleugel van zijn huis stond. Hij klom in donker de wenteltrap op, duwde een luik boven zijn hoofd open en klom op het dak van den toren. Bovenop stond een stevige vlaggestok. Hij sloeg er zijn arm om heen en aldus gesteund staarde hij de verte in, door den regen en de duister nis heen. fWordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1936 | | pagina 5