GRATIS DE ONBUIGZAMEN. Nieuwjaarsrede Burgemeester [Fernhout. KRORiEK van den DAG. leder pak HONIG's VERMICELLI Sïï.S fWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE M1DDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN WOENSDAG 5 FEBRUARI 1936. No. 30. J. S. FLETCHER. bevat ter kennismaking een BOUILLONBLOKJE Goed zóó, maak „los" die verkoudheid Wat-Miinhardt maakt is. goed _oLscS'ïö, .Mtów •'T-- '-'•tgyw* i plaat- efst te en St. mas De diplomatieke besprekingen te Parijs. Het gezelschap breidt zich nog uit. Bulgarije en de Balkanbond. Waarom koning Boris niet gemakkelijk tot toetreding te bewegen zal zijn. Het Derde Rijk houdt den voet stijl. Het diplomatieke gezelschap te Parijs heef zich uigebreid; prins-regent Pan. van Zuid-Slavië en de Tsjechische minis ter van buitenlandsche zaken Hodza zijn er nog bijgekomen. Daarmee is de verza meling volledig: op Griekenland na, waar men pas verkiezingen heeft gehad en de binnenlandsche vraagstukken voorloopig handen vol werks geven, zijn nu alle sta ten uit Midden- en Oost-Europa en den Balkan vertegenwoordigd. Het is een zonderling en tot zekere hoogte ietwat angstaanjagend geval. Zonder dat er van te voren iets over uitlekte, kwam deze merkwaardige conferentie tot stand. Er moet achter de coulissen heel wat ge beurd zijn. Men kan niet aan een toeval lige samenloop van omstandigheden ge- looven; er zit te veel systeem in de bij eenkomst. Stroomen nieuws gaan van Parijs uit de wereld over. Maar niemand weet, wat er precies aan de hand is. Misschien onderstelt men het veiligst dat het zicht bare resultaat van de besprekingen bin nen afzienbaren tijd niet aan haren om vang zal beantwoorden. Het gezel schap is tenslotte te heterogeen, om op zienbarende overeenkomsten tot stand te brengen. De politieke en economische vraagstukken, welke den diversen deel nemers aan het hart gaan, doorkruisen elkaar als een wirwar van lijnen, waar uit voorshands geen resultante te con- strueeren valt. De onderhandelingen zul len bij brokken uiteenvallen; op zijn best komen er enkele vraagstukken tot oplossing. Voor den Balkan is de aanwezigheid van koning Boris van Bulgarije het be langrijkst en belangwekkendst. Bulgarije is het eenige land (onbeteekenend Alba nië dan buiten beschouwing gelaten), dat nog steeds buiten het twee jaar geleden gesloten Balkan-pact staat. Men kent de beteekenis van dit verdrag: Zuid-Slavië, Roemenië, Griekenland en Turkije heb ben mekaar er in beloofd, de wederzijd- sche grenzen te zullen eerbiedigen en politiek en economisch te zullen samen werken. In de praktijk heeft men er wel iswaar nog geen groote dingen van ge zien, maar: het is tegenwoordig rustig in dezen anders zoo roerigen hoek van Eu ropa. Dat zegt heel wat. Bulgarije bleef buiten den bond, omdat men daar reke ning moet houden met de Macedoniërs die jarenlang gestreefd hebben naar de stichting van een Macedonischen staat, waartoe dan stukken van Griekenlanc en Zuid-Slavië zouden moeten behoo- ren. Die strijd is bloedig geweest: een groot aantal ministers en andere politie ke grootheden in Bulgarije viel onder sluipmoordenaarshand. Geruimen tijc reeds hoort men er nu niet veel meer van. De Bulgaarsche regeering lijkt den toestand langzamerhand meester te wor den. Echter, in het verborgene broeit er permanent nog wel wat. Langen tijd za moeten verloopen, voordat men er zeker van kan zijn, dat de Macedonische be weging heeft afgedaan. Toetreding van Bulgarije tot den Balkanbond zou de hartstochten weer kunnen doen opflik keren: immers Bulgarije zou zich dan neerleggen bij den bestaanden toestand. Vandaar dat de Bulgaarsche regeering nog altijd aarzelt. Trouwens geheel van harte zal de toetreding nooit kunnen zijn; tenminste in het huidige tijdsbestek niet. De laatste Balkan-oorlog en den wereldoorlog hebben het land van ko ning Boris niet bepaald veel profijt ge bracht. Elke Bulgaar voelt dat als een grief (met tegen zichzelf maar tegen an deren natuurlijk) en zou er dus alsnog wel wat aan willen doen. De politieke I situatie en Bulgarijê's geldmiddelen bie den alevel geen gelegenheid voor een avontuurtje; vermoedelijk zou het het voordeeligst voor het doodarme land zijn, toch maar tot den Balkan-bond toe te .reden. Koning Carol heet nu de laatste dagen druk in de weer te zijn geweest, raartoe pressie op zijn confrater Boris uit te oefenen. De kans op welslagen moet achter gering zijn. Het is evident dat deze aangelegen- aeid intusschen slechts een zij het niet onbelangrijke bijzaak van de Parij- sche besprekingen betreft. De groote zaak is, als gister reeds uiteengezet, de organisatie van de „veiligheid" in mid den-Europa, vermoedelijk tenminste. Duitschland speelt daarbij als een soort van afwezige Beëlzebub, een groote rol. De „N. R. C." meldt, dat de besprekin gen, die dezer dagen te Londen met Von iNeurath, den Duitschen minister van bui tenlandsche zaken zijn gehouden, een on- bevrediend verloop hebben gehad. M.a. w. het Derde Rijk wil voorloopig de poli tieke kat uit den boom biijven kijken. Er valt niet met Berlijn te marchandee- ren, tenzij dan op een wijze, zooals Ber lijn wil en de anderen niet willen. Dit zou zoo niet de geheele, dan toch een gedeeltelijke verklaring voor de diplo matieke bedrijvigheid te Parijs zijn. Pret tig kunnen we haar niet vinden. door 44). Boer Louis John tike zijn vader op den ,arm. „Het is al erg laat", zei hij. „Ik zou graag naar huis gaan. Als er, in wat Crabtree zegt, iets zit, dan kan dat mor gen nagezocht worden. Maar ;als ik -in jullie plaats stond", vervolgde hij tot Crabtree en Washington, „dan zou ik °e politie er liever buiten laten totdat de ingenieurs er geweest zijn. Op het oogenblik is er nog niet te zeggen, wel ke schade er is aangericht." Hif trok zijn vader mee en gevolgd door Rawlinson gingen ze alle drie zwij gend over de heide den weg naar huis op aoor den stroomenden regen. Zoo ara hij thuis was, gooide Oliver zijn drui pende regenjas uit en begaf zich naar zijn werkkamer en toen de anderen zich aar bi; hem voegden, zagen ze hem be zig met zich een flink glas whisky in te schenken. Hij schoof hun den karaf toe. „bchenK zelf maar in, jongens", zei hij. j- i n mensch na zoo'n tocht wel noodig. Ik denk, dat ik vannacht geen oog dicht zal doen! En in dat geval zal e m,1!n eerste slapelooze nacht zijn ui Maar hij hield zich opeens in, want hij bedacht zich, hoe hij den nacht h,ad dcorgeoracht, nadat hij van de handel- ■jze van .Joe ijickerdyke gehoord hacï.ï Daar wij in de gelegenheid zijn gesteld de Nieuwjaarsrede, welke de burge meester van Middelburg, de heer M. Fernhout, voornemens was, hedenmid dag bij den aanvang van de eerste Raadsvergadering in 1936 uit te spre ken, in haar geheel te vermelden, laten wij die rede hiervolgen. Verschillende omstandigheden heb ben er toe geleid, dat den Raad eene zoo langdurige Kerstvacantie is ten deel gevallen, dat ik me een oogenblik heb afgevraagd, of ik me van het uitspreken eener Nieuwjaarsrede op den 5den Fe bruari, niet welstaanshalve, zou hebben te onthouden. Toch heb ik daartoe niet kunnen be sluiten. Eenerzijds niet, uit de overweging, dat met de traditie indien ze niet zin ledig geworden is, niet lichtvaardg mag worden gebroken. Anderzijds niet, omdat indien er al door scherp critische geesten, tegen eene zoo late Nieuwjaarsrede eenige be denking zou kunnen worden ingebracht, het ook in ambtelijke verhouding geoor loofd kan zijn, den voorrang te geven aan de inspraak van hart en gemoed, boven de overleggingen van het enkel nuchter dénken. Mij zullen dus, hoezeer een omvangrijk agendum op afdoening wacht, wel eenige oogenblikken gegund zijn, om U enkele beslissingen, cijfers en ervaringen in de herinnering terug te roepen en U een en ander onder de aan dacht te brengen, dat wellicht bij deze gelegenheid eenige aanspraak heeft op Uwe belangstelling. Besluiten De Raad heeft in 1935 een aantal ge wichtige beslissingen mogen nemen Als de belangrijkste daarvan meen ik te mogen vermelden, de besluiten tot: de instelling eener commissie van bij stand voor gemeentewerken en reini gingsdienst, den bouw van een cokesblusch+oren voor de gasfabriek, de vaststelling eener nieuwe beheers- verordening voor den reinigings- en ont- smettingsdienst, het verleenen van medewerking aan de oprichting van de Waterleiding Mij. „Midden-Zeeland", het ontbinden van de overeenkomst met de Kon. Maatschij .„de Schelde", nopens het droogdok „Prins Hendrik", voltooiing van de pompinstallatie aan Oranjezon, het doen uitvoeren van werken door jeugdige werkloozen, de uitvoering van het Zuid-Westelijk rioleeringsplan, de verbetering van het Waterleiding buizennet in den Noordweg,. Abattoir. Hielden we ons óók met de dieren wereld bezig, in overigens toleranten zin, door de vaststelling van nieuwe verordeningen i.z. de hondenbelasting en met véél grimmiger bedoelingen in het ter hand nemen van eene meer systematische bestrijding van het rat- tenkwaad, bij niet zoo weinigen in de gemeente heeft de hoop en de verwach ting, dat toch eindelijk, op bevredigen de wijze, definitief haar beslag zal mo gen erlangen, de vroeger al eens besliste vraag, waar koeien, varkens, schapen en paarden ter slachtbank zullen wor den geleid, op voor de belanghebbende slagers meest profijtelijke, voor de niet minder belanghebbende omwonenden en voor de consumenten meest begee- geerenswaardige, voor eene doeltreffen- fende keuring meest afdoende en voor de Volksgezondheid meest gewaarborg de wijze. Ook 1936 heeft immers weer kunnen aanbreken zonder dat we het, wat de ze even belangrijke als urgente zaak be treft, hebben kunnen brengen tot exploi tatie of ook maar tot een begin van uitvoering.. Nog altijd hebben we tijd en aandacht te wijden aan, in tèlkens nieuwen vorm en van tèlkens weer andere zijde, in den weg gelegde bezwaren. Het Dagelijksch Bestuur heeft zich vast voorgenomen dit vraagstuk des ondanks en voorzoo- veel mogelijk spoedig, tot een goed ein de te brengen en het heeft de stellige verwachting den Raad wat de stichting van dit nieuwe bedrijf betreft, zoo goed als eendrachtig aan zijne zijde te vin den. Gasfabriek Over onze reeds bestaande bedrijven een enkel woord. De gasafgifte bedroeg, ongerekend het verbruik van „The Vitrite Works 1.470.705 m3 tegen 1.524.289 m3 in 1934, dat is dus eene daling van 3.5 pet. Dit cijfer kan tot 1 pet. worden terug gebracht, als men het in 1935 gestegen verbruik van „The Vitrite Works" in aanmerking neemt. Deze uitkomst mag, gezien de cijfers van andere fabrieken, niet ongunstig worden genoemd. De over 1935 toegepaste tariefsverla ging heeft, naar mijn indruk, op den te ruggang van het gasverbruik een rem- menden invloed gehad. Waterleiding. De hoeveelheid in 1935 afgeleverd w,ater, overtreft het kwantum van 1934, met 55.719 m3, eene stijging grooten- deels gevolg van de tijdelijk verhoogde afname door Vlissingen. Electriciteit, In 1934 werd ingekocht 1.871.750 kWh electriciteit, bij eene maximale belasting van 764 kW; in 1935: 2.020.600 kWh met een maximale belasting vein pl.m. 723 kW. Van onze bedrijven mag worden ge zegd, dat ze zich, de tijdsomstandighe den in aanmerking genomen, in gunsti- gen zin ontwikkelen. Door de plaats gehad hebbende her taxatie van de boekwaarde van gasfa briek en waterleidingbedrijf, is de tinan- cieele positie van dez^ bedrijven op ge zonder basis teruggebracht. Een voor stel tot invoering van een gunstiger vastrechttarief voor electriciteit, in gaande 1 Jan. 1936, kan, nu daarom trent overeenstemming verkregen werd met de P.Z.E.M., in een Uwer eerstvol gende vergaderingen in behandeling worden genomen. Werkloosheid. De werkloosheidscijfers waren in 1935 nog stijgende. Het gemiddeld aantal in geschrevenen beliep per maand in 1934: 953 en in 1935: 980. Het aantal plaatsingsaanvragen bij de gemeentelijke arbeidsbeurs, bedroeg 1054, d.i. 169 meer dan in 1934. Het aantal bewerkstelligde plaatsin gen bedroeg 734, d.i. 42 meer dan in het vorige jaar. Het aantal ondersteunden beliep in 1935 gemiddeld per maand 442. Uitgegeven werd aan steun: resp. in 1934 en in 1935: aan steun f 170.542.85 en f206.250.10; aan huurtoeslag f 5.548.25 en f 5.866.60; aan kolentoeslag f 7.397.36 en f 10.334.05; aan bijdragen in de Ziekenfondscontributie f 596.87 en f 3.754.37; aan vorstuitkeering f 1.402.05 en f 629.30. Totaal f 185.487.38 en f 226.834.42. W er k ver schaffing. Bij de werkverschaffing konden ge middeld per maand 99 personen wor den te werk gesteld. Aan werkverschaffingsloon werd uit betaald f 73.486,77, een bedrag onge veer correspondeerende met het ovei 1934 uitgegevene. Het belangrijkste werk dat te onzer beschikking stond, het uitdiepen dei vesten is thans nagenoeg voltooid, en het vinden van geschikte, eenigszins om vangrijke objecten wordt steeds moei lijker. Kasuitkeeringen. Naar raming keerden de kassen der werkloosheidsverzekering over 1935 ui' de som van plm. f 39.500. In 1934 bedroeg dat nog ruim f 52,000. Burgerlijk Armbestuur. Het Burgerlijk Armbestuur verstrekte in geld: resp. in 1934 en 1935 aan ge wone armlastigen f 62.968.71 en f 66.750.87; aan geheel of gedeeltelijke werkloozen f 15.878.50 en f 15.172.—; en in natura ter waarde van f 6.942.82 en f 9.000, of totaal f 85.790.03 en f 90.922.87. Beteekenen deze groote geldsbedra gen een drukkende last voor het ge meentelijk budget, vooral niet minder beklemmend is de zorg, de teleurstelling en het deerniswekkend leed, dat in het leven van enkelingen en van gezinnen achter deze getallen en de sommen door kerkelijke instellingen en particu lieren bijeengebracht verborgen ligt. Waardeering verdient de wijze waar op te dezer stede, gelijk over het alge meen in ons Vaderland, deze zware te genspoeden veelal gedragen worden. Plaatselijke industrie en mid denstand. Nu ik behalvg naar onze eigen moei lijkheden naar die van anderen heen wees, mag ik niet nalaten ook een en kel woord te wijden ,aan onze plaatse lijke industrie. (Ingez. Med.) Dampo dampen diep inademen; neus, keel en borst 's-morgens en 's-avonds Ilink diep inwrijven met dampo-baL sem. Maakt elke verkoudheid „los". Doos 30 cent Pot 50 cent (Ingez. Med.) Voor de N.V. „The Vitrite Works" met eene personeelssterkte, die van de messingpletterij inbegrepen, van 277 man, was, de omstandigheden in aan merking genomen, het jaar 1935 niet on bevredigend. Hoewel de afzet en de productie iets grooter waren dan in de 3 voorafgaande jaren, brokkelde het afzetgebied nog meer af, waardoor de onzekerheid voor de toekomst van dit voor onze gemeen te zoo waardevol bedrijf, nog is toege nomen. De toestand van den houthandel ui t algemeen en van het zagerijbedrijf meer in het bijzonder, bedrijven in onze stad in de eerste plaats vertegenwoor digd door de N.V. Houthandel v.h. G. Alberts en Co., met pl m. 70 arbeids krachten bleef in het jaar 1935 moei lijk en zorgelijk. Voor de IJzer en Kopergieterijl Bod- daert en Co,, thans met pl.m- 20 man personeel, heeft 1935 door toevallige omstandigheden iets gunstiger mogen zijn, terwijl de verwachtingen voor 1936 een weinig meer hoopvol mogen zijn, in verband met de betere verwachtingen voor den scheepsbouw. De N.V. Zeeuwsche Confectiefabrie ken met pl.m. 150, meest vrouwelijke, arbeidskrachten, zal hoewel ook 1935 onbevredigend was, gelukkig voorloo pig op volle kracht kunnen doorwerken. De Zeeuwsche fabriek van dameshand- werken waarin 33 personen arbeid vin den, heeft kans gezien, haar totalen ver koop in 1935 op te voeren, hoezeer dit bedrijf, evenals het laatstgenoemde, moeilijkheden ondervindt van de contin- genteeringsmaatregelen. Bevredigend was, de omstandigheden in aanmerking genomen, de toestand van de kistenfabriek en houthandel, J. Goedbloed en Zonen, die van 15 tot 45 personen in haren dienst heeft. De omtrent deze bedrijven ontvangen berichten spreken van den vermoeien- den strijd, waarin vooral ook de mid denstand een zoo ruim aandeel heeft, die groote en kleine ondernemers a.h.w. van dag tot dag te strijden hebben. M'aar ze spreken niet minder van de kracht en de volharding die er schuilt ook in ons Zeeuwsche Volk! Ik kan niet nalaten een eeresaluut te brengen aan de industrieele leiders die hunne talenten, aan de ondernemers en „Nou ja", wierp hij het meteen ovei een anderen boeg. „Het is in elk geval een leelijke geschiedenis! Erg leelijk! Louis, je moest vannacht maar liever hier biijven.... ik zal je kamer wel..' „Neen, ik moet naar huis", zei Louis „Maar ik zou wel graag even met u praten voordat ik wegga." Rawlinson, die 2u;h juist een glas whisky riSm spuitwater had ingeschon ken, begreep dien wenk en nam zijn glas op. r.Als het goed is, dan ga ik naar bed", zei hij. „Ik ben zulke nachtelijke toch ten niet gewend en ik kruip regelrecht onder de dekens en drink dit dan in bed leeg. Neen, het is niet noodig, dat u mee naar boven gaat, mijnheer Cars- dale. ik heb alles, wat ik noodig heb ben k,an. Maar Oliver bracht zijn gast ioch naar ziin kamer. En hij bleef er eenige minuten, om zich te overtuigen, dat zijn gast alles had, wat hij noodig hebben kon. Toen hij beneden kwam, vond hij Louis voor den haard staan, leunend tegen den schoorsteenmantel met de handen diep in de zakken en de oogen strak gericht op het patroon van het haardkleedje. „En jongen?" vroeg hij bezorgd, de deur achter zich sluitend. „Wat is er?" Louis wees op den leunstoel v,an zijn vader en Oliver ging er in zitten. „Allemaal klets.... dat verhaal over Barstow!" begon Louis John. Oliver keek op. Hij had zich reeds vastgeklemd aan de hoop, dat het ver moeden van Crabtree waar zou zijn. „Denk je dat werkelijk?" vroeg hij. „Waarom dan? Het kwam me zoo voor, dat er wel grond voor zou kunnen zijn." „Geen enkele gjond!'?' verklaarde Louis beslist. „Het was de moeite niet waard om er naar te luisteren. Ik zeg uen ik weet, wat ik zegdat de stof, die gisterennacht gebruikt werd om den dam op te blazen, dynamiet was van de samenstelling, die ik u noemde.' „En.... wat zou dat?" vroeg Oliver. „Dat soort gebruiken ze niet in de steengroeve van Dibbs", zei Louis. „In geen enkele steengroeve zelfs. Het is veel te zwaar voor het gewone gebruik de springwerking is te sterk. Degene, die den aanslag op den dam gepleegd heeft, was drommels goed op de hoogte met de moderne springstoffen.... Dat weet een man als Barstow niet." Oliver voelde een koude rilling van angst. angst voor onzichtbaar gevaar. voor een verborgen vijand. Hij zat zijn zijn zoon zwijgend aan te staren en keek hem vragend aan, zonder het on der woorden te durven brengen. En na een poosje begon Louis weer, ronduit als een echte Carsdale, te spreken. „Hoyland!" zei hij, zich voorover bui gend en zijn vader recht in het gelaat ziende. „Abe Hoyland! Dat is de man! Hij wil zich wreken., op u!" Oliver voelde, hoe zijn lippen en tong plotseling' kurkdroog werden en hoe 'n huivering over zijn rug kroop. ITij, stak de hand naar zijn glas uit en Louis zag, hoe die hand beefde. En, om zijn vader tijd te geven zichzelf wat te herstellen, praatte hij door. „Ik weet heel goed, wat er gebeurd is, toen Hoyland zijn huisje verliet", zei hij. „De heele stad sprak er over. Toen de oude man zoo ongelukkig aan zijn eind gekomen was, toen heeft Hoyland gezworen, dat hij wraak zou nemen. En daarna kwam die geschiedenis met zijn moeder., u weet, wat er met haar ge beurd is Oliver stak de hand uit, als wilde hij iets van zich afweren. Hij wist maar al te goed, wat er met de oude vrouw ge beurd was, zooals iedereen in de stad dat wist. Hoyland's moeder had nooit in het nieuwe huis kunnen wennen. Tij dens de afwezigheid van haar zoon was ze begonnen rond te dwalen.en tel kens weer had men haar teruggetroffen op de oude p.ek, waar ze het grootste deel van haar leven had doorgebrachl. Op zekeren cag iiad Hoyland, toen hij van zijn werk terug kwam. haar niet thuis gevonden, was haar gaan zoeken en had haar in de rivier gevonden. Som migen beweerden, dat ze in een vlaag van krankzinnigheid te water was ge- loopen, maar anderen, dat ze, uitgeput en verzwakt van ouderdom, er in ge vallen was, toen ze langs den steilen oever liep te dwalen. M'aar hoe dan ook, de oude vrouw had den dood gevonden in dezelfde rivier, waaraan ze zooveel jaren geleefd had. „Halt!" riep Oliver. „Als ik verant woordelijk moet gesteld worden voor wat een stel gekken doen. „Daar gaat het niet over", zei Louis. „Ik heb het nu over Hoyland! Toen dat gebeurde, heeft hij weer gezegd, dat hij zich wreken zou. Het kon hem niet schelen, wat hij zei en wie het hoorde. Ik geloof, dat u beter doet het geval goed onder oogen te zien. Dit is werk van Hoyland!" „In dat geval weet ik heel goed, wat me te doen staat", zei Oliver. „Er be staat toch zeker een wet, die. „Wacht even!" viel Louis hem in de rede. „U weet immers niets met zeker heid? Er is geen bewijshet is niet meer dan een veronderstelling van mij. Maar ik voor mij twijfel er geen oogen blik aan, of Hoyland is een man, die best in staat is zich zulk een krachtig ontplofbare stof te verschaffen en die zijn werk heusch wel in het geheim kan doen. Ditmaal is het hemten minste gedeeltelijk., mislukt. Maar., hij komt terug! Ziet u dat zelf niet? Hij heeft immers gewachtgewacht, tot uw nieuwe huis bijna klaar was. Hij weet dat weet trouwens iedereen., wat er gebeuren zou, als die dam bezwijkt. Geen steen zal op den anderen blijven tusschen dat reservoir en Halfirthen de halve stad gaat er ook aan. Dat heb ben we te verwachten!" (W°r(ft vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1936 | | pagina 7