DAMMEN EN SCHAKEN. VOOR DE JEUGD. Onder redactie m WWW.M~Si mrnJ^wPmjm ZEEUWSCHE KRONIEK. 21. ■i van Mevrouw C. IEL DE SJILE HOQGERWAARD. ARTISNIEUWS. HET HAANTJE VAN DE TOREN. VADER EN DE TREIN. HET TONGETJE. 5 Februari 1288. Groote overstroomingen in Zee land. Verwijding van de monden van de Schelde en van het Zwin, De Schelde volgde oorspronke lijk den weg langs Woensdrecht en Bergen op Zoom. De tegenwoor dige Wester-Schelde, vroeger Honte geheete, stond er niet me de in verbinding. Het was toen uitsluitend een zeearm, waarin verschillende zijarmen van het noorden en van het zuiden uit kwamen. In de 13de eeuw kwam de ver binding met de Schelde. Door de vele ondiepe plaatsen konden al leen kleine schepen passeeren, de groote vonden hun weg nog steeds door de Ooster-Schelde. De mond droeg over de geheele breedte den naam van Wielingen, maar, zooals reeds gezegd, verderop Honte. De naam Hontenisse beteekent dan ook: polder aan de Honte, Eerst in de 17de eeuw dateert de naam Wester-Schelde. De mond der Wester-Schelde thans ongeveer 5000 m breed, was vroeger maar 3000 m. Vooral aan de Walchersche kust is de afname groot geweest. Waar thans de mailboot vaart, ploegde vroeger de boer zijn akker. Het Zwin ontstond uit verschil lende watertjes, die bij Brugge sa men kwamen. Door het steeds on dieper worden der rivier, ging Brugge als handelsplaats achter uit, 't geen de opkomende steden Sluis, Aardenburg en Oostburg ten- goede kwamen. Het Zwin liep met 2 monden in zee, waartusschen het eiland Cad- zand lag. Hiervoor lag nog het eiland Wulpen, dat zoo groot ge weest is, dat er 5 parochiekerken op stonden. In 1570 is het eiland geheel overstroomd om nooit weer bedijkt te worden. 5 Februari 1405. Willem VI van Beieren, graaf van Holland en Zeeland, gelast, dat alle goederen voor Walcheren bestemd, door de kooplieden eerst binnen Middelburg moeten worden opgeslagen. Deze stad heeft in de 14de en de 15de eeuw van de graven tal van voorrechten ontvangen, waardoor de handel begon te bloeien. Zoo hadden de Middelburgers vrijdom van tol gekregen in geheel Hol land en Zeeland. Te Dordrecht, eenmaal de voornaamste handels stad van Holland, moesten zij geen stapelrecht betalen. Vreemde kooplieden, die zich voor den han del te Middelburg ophielden, ston den onder bijzondere bescherming van den graaf. Door het genoemde besluit van den graaf op 5 Febru ari 1405 werd Middelburg boven andere Walchersche steden be gunstigd. Ook het abdijklooster heeft vele voorrechten gekregen. Het doel van de graven met dat al les was voornamelijk om de stad nauwer aan zich te verbinden. Bij hun vele oorlogen hadden zij de hulp van Middelburg noodig. 12 Februari 1842. De Roomsch-Katholieke kerk te Groede wordt ingewijd. Doordat het aantal Roomschen in en om Groede was toegenomen, werd er een parochie gesticht, die bij kon. besluit van 28 Sept. 1841 als zoodanig werd erkend. Dade lijk werd begonnen aan het bou wen van een hulpkerk, die op Za terdag 12 Februari 1842 werd in gewijd. De eerste pastoor was Jo hannes Wilhelmus Vos. In 1860 werd de tegenwoordige kerk ge bouwd, gewijd aan St. Bavo, die vóór de Hervorming op verschil lende plaatsen in 't tegenwoordige Zeeuwsch-Vlaanderen in 't bijzon der werd vereerd. 13 Februari 1795 Het oude stadsbestuur van Mid delburg wordt ontslagen om plaats te maken voor een revolutionnaire regeering. Toen de Fransche legers over de bevroren rivieren ons land bin nentrokken en de stadhouderlijke familie haar geboortegrond had verlaten (19 Jan. 1795) kwam de revolutie om het oude regime af te breken en op de puinhoopen een anderen staat te doen verrijzen. Aan de langdurige regentenheer schappij kwam een einde. Van uit Staats-Vlaander en wa ren de Franschen onder generaal Moreau Walcheren binnen geko men (4 Febr. 1795). Vele Zeeuw- sche patriotten, acht jaar geleden gevlucht of verbannen, zooals de bekende Lucas Steveninck, kwa men mede en werden met gejuich ontvangen. Om den vrijheidsboom, die voor 't Middelburgsche stad huis stond, werd lustig gedanst. Overal moest naar Fransche leest een municipaliteit of gemeen teraad worden gekozen. In de dorpen voor 't eerst, in de steden moest de vroedschap er door ver vangen worden. Een kerk, te Mid delburg de Oostkerk, was door gaans de plaats waar de volksver gadering werd gehouden. Deze werd geleid door een comité, dat zich hiervoor gevormd had. - Te Middelburg waren hiervan de hoofdpersonen twee predikanten, n.l. J. H. van der Palm en J. T. l'Ange. De eerste was eertijds predikant te Maartensdijk in Utrecht. Door de komst der Pruisen vluchtte hij. Spoedig werd hij huisprediker van den heer J. A. van de Perre van Nieuwerve, wonende te Middel burg, thans de rechtbank op 't Hofplein. De tweede was Waalsch predikant. Den 13den Februari werd door het Burger-comité aan de volksvergadering voorgesteld de stedelijke regeering te ontslaan en een nieuw stadsbestuur te kie zen. Onder de leden der Municipali teit waren verschillende oud-re genten, die genegen waren voor- Ioopig in den Raad te blijven. Dat de heeren Van der Palm en l'Ange ook gekozen werden is te begrijpen. Zij hebben echter hun functie niet lang vervuld. In 1796 werd Van der Palm hoogleeraar in de Oostersche talen te Leiden en l'Ange werd, ook in 't zelfde jaar, te Haarlem beroepen. De laatste heeft zich echter uit het politieke leven teruggetrokken, terwijl de eerste in de regeering der nieuwe republiek een belangrijke rol heeft gespeeld. 17 Februari 1654. De tegenwoordige Hervormde kerk te Retranchement wordt voor het eerst iri gebruik genomen. Oorspronkelijk was Retranche ment een kleine vesting ter ver dediging van het Zwin, bestaande uit de vereenigde schansen Oran je en Nassau. Het woord retran chement beteekent dan ook ver schansing. De schansen waren in 1618 aangelegd op aandringen van Prins Maurits die Westelijk Staats- Vlaanderen in 1604 had veroverd. Zij lagen tegen over de stad Sluis op het eiland van Cadzand en heetten daarom het retranchement van Cadzand, in oude atlassen aangeduid door 't woord Cadsan- dria. Voor de bezetting werd eerst een hulpkerk gesticht. Toen er woningen werden gebouwd en er een dorp ontstond, werd een ker kelijke gemeente gevormd. De eerste predikant was Joachinus Ruetinger van 16321635. Daar de kerk bouwvallig en te klein werd, is in 1654 een nieuwe kerk in gebruk genomen. De stad Middelburg schonk 16 p. vl. 13 No. 44, W. LENTE, Bergen op Zoom. 1 2 3 4 5 HSL, 46 47 48 49 50 Zwart: 2, 7/9, 11, 15, 19, 36 en dam op 13. Wit: 16, 21, 25, 27/30, 33, 40, 47. Wit speelt en wint. Probleem No. 43. Zwart: 7/9, 15, 18/20, 23, 26, 27, 35. Wit: 29, 34, 36/39, 42/45, 47. Wit wint door: 3631 (27X36); 47—41 (36X47): 38—32 (47X40); 37—31! (26X28); 39—33! (28X30); 45X1 (23X34); 1X45. Onderstaande partij gespeeld in den wedstrijd MiddelburgSou burg club-competitie Z.D.B. Wit: J. ROELANS. Zwart: J. LEIJNSE. 1. 33—28 18—22 Belet den opmarsch met 3933, waarop 2227 en 1923 zou vol gen. 2. 38—33 13—18 Ook 1218 komt hier in aan merking. 3. 32—27 Wit treft al dadelijk voorberei dingen tot 3127 en 26XB7 om achterwaarts af te ruilen. 3. 0—13 4. 37—32 4—9 5. 43—38 20—24 Zwart ontwikkeld zijn spel nu op den langen vleugel terwijl Wit afwacht om met 3126 te vervol gen. 6. 49—43 14—20 7. 34—29 10—14 Zwart zou nu reeds spelvorm kunnen veranderen door 2025, 25X14 en vervolgen met 1520, 10—15. 8. 39—34 20—25 9. 29X20 15X24 10. 34—30 25X34 11. 40X20 14X25 12. 44—40 10—24 In aanmerking komt 914, 5 10 de tekstzet 1024 is zwak daar Wit vervolgen kan door 4034, 4540 5045 en dreigt een schijf te winnen. 13. 31—26 22X31 14. 26X37 17—22 15. 28X17 11X22 16. 40—34 5—10 17. 45—40 10—15 18. 50—45 15—20 De eenigste zet. Wit dreigt met 3430 en 33 28. 19. 20. 22. 23. 24. 32—27 36X27 41—36 37—31 46—41 33—29 22X31 9—14 6—11 11—17 16 24X33 25. 38X29 Door deze afruil is de opmarsch van schijf 35 verzekerd terwijl Zwart later schijf 20 zal moeten prijs geven. 25. 13—19 26. 42—38 7—11 27. 35—30 8—13 28. 43—39 2—8 29. 40—35 19—23 Op 3024 zou nu volgen 1721. 30. 48—43 17—22 31. 31—26 22X31 32. 26X37 11—17 33. 38—33 6—11 34. 43—38 17—21 35. 30—24 14—19!! De juiste zet Zwart moet schijf 20 nu verlie zen maar moet vervolgens door 14 19, 1924 om te verhinderen dat Wit de damlijn bereikt. 36. 24X15 19—24 37. 29X20 25X14 38. 35—30 3—9 39. 3025 23—28 Om te verhinderen dat Wit 25 20, 1510 speelt. 40. 33X22 41. 45—40 42. 38—33 43. 34—29 44. 37—32 45. 33X42 46. 29—24 47. 40—34 18X27 21—26 16—21 11—16 27X38 12—18 18—22 8—12 1 46 47 48 49 50 In bovenstaanden stand dreigt Wit door 2520, 1510 dam te halen Zwart dreigt door 1319, 2227, 26X46 dam te halen Wit aan zet tracht dit te voorkomen en speelt 48. 42—37?? Zwart spelende op remise door ziet het spel goed en speelt op lis tige wijze. 48. 22—28! 49. 25—20 14X25 50. 15—10?? Waarop Wit verrassend in de val loopt. 50. 13—19!! 51. 24X4 21—27!! 52. 4X31 28—32!! 53. 37X28 26X46 54. 10—5 46X45 Remise. <J* »»-< wUlJU sch. 4 gr. 100) voor de kerk van ,,het retrengement van Cadzand," Op de torenklok staat: Johs. la Fort me fecit. Middelburg. Zelan- dorum MDCCLVI. In 1821 werd het kerkgebouw grondig hersteld, waarvoor koning Willem I een subsidie gaf van 1000.—. R. B. J. d. M. (Nadruk verboden.) Een mooie aanwinst voor 't Aquarium. Een Reu- zenkarper. Toen ik, als een heel jong kar- pertje, met een massa broertjes en zusjes rondzwom in onze geboor- tesloot, dicht bij Zunderdorp „aan de overkant van 't IJ", zoals de Amsterdammers zeggen, werd ons leven bedreigd door een massa kikvorsen, baarzen, eenden, rat ten, reigers en meeuwen. Als door een wonder ben ik aan al die gevaren ontsnapt. Hoe dat komt Ik denk wel, doordat ik mij van jongs af aan heb laten leiden door de lessen en waarschuwende woorden van oudere en wijzere vissen. Om eens een voorbeeld te noe men. De mensen hebben als spreek wijze: „Houd je roer recht Wij zeggen in plaats daarvan: „Houd je staart rechtDat betekent: „Maak dat je weg komt want als we bij het zwemmen de staart buigen, gaan we langzamer zwemmen. Op een morgen bevond ik mij met nog vijf anderen dicht bij een brug. Daar boven op de brug zat een man met een stok in de han den. Wij kenden nog geen hengel. Daar viel een kronkelende worm in 't water. We schoten er alle zes op af. „Houd je staart recht riep een dikke paling, die over de bo dem van de sloot kroop. Ik maak te, dat ik weg kwam. Achter mij hoordé ik een plons en toen ik omkeek, zag ik nog juist, dat mijn beste vriendje door den hengelaar in een netje gestopt werd. Van die tijd af heb ik nooit een wormpje aangeraakt, als er een mens in de nabijheid was. Ik doorkruiste die veenpolders in mijn buurt in alle richtingen. Vandaag was ik bij Zunderdorp, morgen weer bij Broek in Water land of Ilpendam. Weet je waar naar ik lang gezocht heb Naar Wormerveer. Naar de naiam te oordelen, moest dat een veelbelo vende plaats zijn, maar ik heb het nooit kunnen vinden. Heel slecht stond bij ons aange schreven de stad Amsterdam. We wisten, dat daar heel veel mensen woonden en, zo verzekerde een oude snoek, de meesten van die mensen waren viseters. Hoe grooter ik werd, hoe min der ik aan de oppervlakte van het water kwam, want daar dreigde altijd enig gevaar. Ik zwom dus 's zomers dicht bij de bodem op de diepste plaatsen en 's winters kwam ik helemaal niet in de slo ten, maar dan lag ik in diepe slaap verzonken in het water on der het veen van het weiland. Daar vroor het nooit en 't was er volkomen veilig. De heerlijkste maanden waren altijd Mei en Juni; dan is het van gen van karpers verboden. We konden dan zwemmen, waar we wilden en werden overal door de mensen met rust gelaten. Twintig jaar lang heb ik zo in die veenpolder doorgebracht. Al mijn kennissen zeiden: „Als we twintig jaar verder zijn, zwemt hij hier nóg Ik geloofde dat ook, maar het jaar 1935 is mij noodlottig gewor den. Het was de 12 November, 't Wa ter begon al kil te worden. Ik had in de laatste weken heel wat wor men en kevers verorberd, met het oog op de winterslaap, die begin nen zou, als de vorst inviel. Af en toe kroop ik al eens in mijn schuil hoekje, dat ik onder een dikke veenlaag had uitgezocht. Op een keer zwom ik een beetje in de sloot op en neer, om mij te vertre den. Daar hoorde ik op de wal een druk geloop. Waren het koei en Neen Twee mannen waren het, die het op ons, vissen, voor zien hadden Ze gebruikten daar voor een net van niet minder dan 120 m lengte en 4 m hoogte „Mij snap je niet dacht ik en ik kroop onder een met gras be groeid stuk veen. Maar o wee Die veenbonk was van de wal los gescheurd en in minder dan geen tijd zat ik met het hele stuk veen in het net In 't begin werd ik niet eens opgemerkt, maar toen de mannen mij in het oog kregen, was het dadelijk: „KolossaalWat een knaap Die moeten we hebben Het net werd dadelijk opgehaald, Zij gooiden de jassen uit en graai den met hun sterke handen in en onder het veen. Om mij was het te doen Ik werd in een zak gestopt bij enige andere vissen en zó namen ze mij mee naar huis, dat was naar Buiksloot. De beide vissers hadden klaar blijkelijk nog nooit zö'n grote kar per gevangen. Ook de buren kwa men kijken. „Wat een reus Wal een kanjert anders hoorde ik niet. Ik werd gemeten: 76 cm lang Ik werd gewogen: 23 pond zwaar 't Was kolossaal „Die zal smaken zei een buur man tot den oudste van de beide vissers, die de baas scheen te zijn Ik lag te sidderen van angst, toen ik die woorden hoorde en ik dacht: November, slachtmaand Maar wat zei de baas „Ik zal er geen stukje van proeven, buurman! Ik zal hem ca deau geven aan Artis in Amster dam, voor het Aquarium". Ik had den baas wel willen om helzen, toen hij dat zei, maar ik kon niet, doordat ik geen armen had. Eén nacht bracht ik nog in zijn huis door en wel in de bad kuip, die hij voor mij had laten vol lopen. Hij had er uit securiteit een paar planken op gelegd. Ik deed die nacht van blijdschap geen oog dicht en ik sprong en dartelde, dat het water links en rechts over de rand spatte. Een telefoonje had Artis ge waarschuwd en de volgende mor gen werd ik door twee oppassers per auto gehaald. En nu Wie mij zien wil, komt maar hier in 't Aquarium, afdeling zoet watervissen. Ik deel mijn bassin met drie Aalsmeerse meervallen, van ruim 1 m lengte, een paar klei ne spiegelkarpers, zo'n grauwe le derkarper en nog een paar zeel- tjes. Met hen deel ik ook de wor men en het vlees, waarvan de op passer ons ruim voorziet. Ik heb het uitzicht op de zoutwatervis- sen; daar zie ik een kathaai, die hier al negentien jaar woont en 'n zeebaars, die ai twee-en-twin- tig jaar in zijn bassin rondzwemt. De visfijd is hier het hele jaar geslóten. Is dat niet fijn Ik heb een leven als een prins en de mensen zien mij dolgraag. Ze vin den mij allemaal prachtig. Men zegt, dat een karper honderd jaar oud kan worden. Dat wil ik ook proberen. Mocht het mij niet ge lukken, dan zal het aan mij niet liggen G. J. Visscher. Je denkt: het torenhaantje Vindt het daar boven fijn, Waar ieder het ziet blinken In held're zonneschijn. Maar 't wil misschien wat anders 't Is saai daar boven ,hoor Ik deed 't niet graag, al kreeg ik Er nog zoveel ookjVóor Annie O. Het haantje van de toren, Dat draait maar heen en weer. Zou het soms willen lopen, Al was 't maar voor één keer Ofzou het willen kraaien, Daar boven in de lucht Hoe zou dat hier wel klinken Niet harder dan een zucht Vader zal met Hansje Spelen. Wat moét 't zijn Hansje zegt dan lachend: 't Liefste met de trein Wagens, rails, een tunnel, Alles heeft hij toch 'n Seinpaal, een station zelfs Kreeg hij gist'ren nog. Op de grond gedoken Zit de grote Pap, Directeur der Sporen Hans vindt Vader knap. Alle treinen lopen. 't Is geweldig druk Maarhet gaat geregeld, Want geen ongeluk Mag er toch gebeuren Op de grote lijn Hans zit maar te kijken, Wat speelt Paps toch fijn Daar roept plots'ling Moeder: Hanseman naar bed Morgén verder spelen, Uit is nu de pret Ernstig antwoordt Hansje: Moes, Paps heeft verdriet I Pappie wou nog spelen, Maarnu kan dat niet Een klein, nieuwsgierig tongetje Komt kijken, hoe of Jet De letters in haar schrift op school Toch wel heeft neergezet. Het tongetje schijnt heel tevrêe, Het gaat zelfs op en neer. Nu is het even weg, maar daar. O, kijk daar is het weer Die kleine Jet doet zó haar best, Ze krijgt straks vast een vijf En 't tongetje denkt: Dat moet 'k zien 'k Geloof, dat ik maar blijf! Hoera Het wordt een dikke vijf Ons Jet?' is in haar schik. Als 't praten mocht, zei 't tongetje; Jet, aan die vijf hielp ik

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1936 | | pagina 10