Groote balansopruiming
PI6I3
A. VAN R00N,
BINNENLAND.
mm m ui.
ZEELAND.
W.odc
STOOMWASSCHERIi „ZEELAND"
NUMMER 3.
DRIE BLADEN.
ZATERDAG
4 JANUARI 1936.
EERSTE BLAD.
179e JAARGANG.
Nogmaals: Oranje of
Rood
Haarden, Kachels, Fornuizen,
Stofzuigers, Huish* artikelen.
Langevielesingel D 197 - Tel. 637
Tarief per kilo en per stuk,
MIDDELBURG.
twttfciüi# lip i
ELBURGSCHE COURANT
u
Dagblad Voor Middelburg, Goes en agent
schap Vlissingen 2.30, elders 2.50 per
kwartaal Week-abonn. in Middelburg en
Goes IS ct. p. w. Advertentiën 30 ct. per
recel, Ingez. mededeelingen 60 ct. p. r.
Bij contr. voor beide veel lager; tar. op aanvr.
3—sa
GOISCHE COURANT
Uitgeefster Naamlooze Vennootschap „De Middelburgsche Courant"; Bureaux Lange Sint Pieterstraat te Middelburg.
Telefoon Redactie 269, Administratie 139 Postrekening no. 43255 Kantoor te GOES: Turfkade, telefoon 17.
Aangesloten bij het Bureau voor Publiciteitswaar de der Vereeniging de Nederlandsche Dagbladpers.
Familieberichten en dankbetuigingen 1—7
regels 2.10, elke r. m. 30 ct. Rubriek
„Kleine Advertentiën", ten hoogste 6 regels,
a 75 ct. b\j vooruitbetaling Adv. mei
„Brieven" of „Bevragen bureau dezer con-
rant" 10 ct. extra Bewijsnommers 5 cent.
20
In de voorlaatste maand des vorigen
jaars zijn in de Tweede Kamer bij de al-
gemeene beschouwingen over de Rijks-
begrooting, departement van binnen-
landsche zaken, door den voorzitter van
den Vrijheidsbond mr. Wendelaar,
o.m. de volgende woorden gesproken:
„In het Voorloopig Verslag hebben
eenige leden gevraagd of de Minister
zou willen bevorderen, dat algemfeen
dan wel bij officieele gelegenheden de
rood-wit-blauwe vlag als de juiste Ne
derlandsche vlag wordt aangemerkt. Ik
kan niet anders zeggen dan dat ik
eenigszins teleurgesteld ben over het
antwoord van den Minister, waar hij in
de Memorie van Antwoord zegt, dat hij
bereid is met zijn ambtgenooten te
overleggen of aan den met betrekking
tot de nationale vlag g'euiten wensch kan
worden te gemoet gekomen. Ik dacht,
dat dit nu toch zoo iets eenvoudigs was,
dat men daarop op staanden voet een
zoo duidelijk en positief antwoord zou
kunnen geven, dat het niet noodig zou
zijn om een ontwijkend antwoord te ge
ven, alsof men iets heel bijzonders be
oogt, een subsidie bij voorbeeld voor
een nieuw opgerichte vereeniging, die
de Minister nog niet kent. Hier wordt
eenvoudig gevraagd of de Minister wil
bevorderen, dat de nationale vlag de na
tionale vlag blijftl Daarop had maar
één antwoord gepast: ja natuurlijk.
Rood-wit-blauw is immers de nationale
vlag, reeds sinds 1664 uitsluitend de na
tionale vlag. Met het oog op de kort
heid van den tijd zeg ik verder alleen
nog, dat 't de meest practische vlag is
voor de zeevaart en dat aan die vlag
vooral bij de zeevaart, zoowel voor de
koopvaardij als voor de oorlogsmarine
buitengewoon schoone tradities en her
inneringen verbonden zijn. Een argu
ment, meer speciaal voor de Orangis
ten, is nog het volgende. Zij, die mee-
nen, dat zij tegenover het Oranjehuis
verplicht zouden zijn de voorkeur te ge
ven aan het oranje-blanje-bleu, vergeten
ten eenenmale, dat het rood-wit-blauw
de kleuren zijn van het huis van Oran
je; in het wapen van Oranje komt een
hoorn voor, die in de heraldiek wordt
gekleurd met het rood-wit-blauw en
daaraan hebben wij het rood-wit-blauw
te danken, overeenkomstig een vaste
traditie bij volken, die een historie heb
ben, dat de landskieuren zijn ontleend
aan de kleuren van het Vorstenhuis.
Dus is rood-wit-blauw niet alleen de na
tionale vlag, maar bovendien de vlag
der Orangisten bij uitnemendheid.''
Wij kunnen niet anders zeggen, dan
dat w ij meer dan eenigszins teleurge
steld zijn over deze woorden van den
Vrijheidsbondschen leider.
Want w ij weten wel heel zeker
en bet verwondert ons, dat de heer
Wendelaar dit niet weet, of zich al
thans te dezen opzichte van den dom
me houdt dat de quaestie van het
oranje-blanje-bleu in he huidige tijds
gewricht bij lange niet zoo een
voudig is, dat de minister daarop op
staanden voet het duidelijke en positie
ve [en dan: ontkennende, conservatie
ve!] antwoord zou kunnen en zou mo
gen geven, hetwelk de heer Wendelaar
klaarblijkelijk wenscht, nl.: er zal
voortaan maar één nationale
vlag zijn, en dat is het rood-wit-blauw.
Waaróm de minister dit niet direct
zcl0. Posilief zeggen kan? Omdat de
minister den heer Wendelaar niet op
diens eenzijdige paadje volgt, omdat de
minister klaarblijkelijk wel kennis ge
nomen heeft van de inderdaad zeef
sterke argumenten, die voor een in
voering van het oranje-wit-blauw plei
ten.
De heer Wendelaar lotet de vraag
op: door te zeggen: het is geen vraag.
Wij antwoorden: de heer Wendelaar
beweert, maar hij b e w ij s t
n 1 ets, poogt dit zelfs niet te doen.
Hij zegt eenvoudig; de regeering ver-
klare dat rood-wit-blauw de nationale
vlag zij, omdat de nationale vlag
rood-wit-blauw is- Dit pleegt men een
petitio principii te noemen, een bew'js
dat alle bewijskracht mist.
Het schijnt, dat de heer Wendelaar
wel buitengewoon slecht op de hoogte
is van deze materie, wanneer hij boud
weg beweert, dat sinds 1664 het rood-
wit-blauw .uitsluitend de nationale vlag
isHeef hij van het vele, hetwelk
over deze.zaak de laatste tien jaren
en ook al wel eerder, bv. het bekende
opstel van Fruin verschenen is, dan
niets gelezen? Of heeft hij alleen
iet pro-roode gelezen en het pro van
't oranje overgeslagen?
Maar, zooals wij al eens eerder schre
ven: het historische argument is nu geen
hoofdzaak meer. Het is nu een quaestie
van „feeling" mee geworden. En merk
waardig, hoe de leider der Vrijheids-
bonders ook hier weer het juiste woord
op de juiste plaats.niet weet te vin
den. Want er is geen sprake van, aai
men, zooals hij stelt zou., „meenen..
tegenover het Oranjehuis ....ver
plicht te zijn de voorkeur te geven
aan het oranje-blanje-bleu".... neen,
het is niet van buiten af, maar van bin
nenuit, dat men met het warme oran
je in de bovenste baan van de vlag g e-
tuigen wil, èn van zijn liefde voor het
vorstenhuis hetwelk ons zoovele
eeuwen regeerde, èn van zijn warme
vaderlandsliefde. Maar ja zoo-iets moet
men kunnen aanvoelen; het zit in de
lucht, doch.... de Vrijheidsbond is de
laatste jaren ten aanzien van den tijd
geest wat aan den slaperigen kant, en
dan voelt men meestal niet erg scherp
en fijn
6
Wij hebben al zoo dikwijls en in den
breede de argumenten opgesomd, die
voor een forsch invoeren van het bran
dend-warme oranje, het smetteloos wit
en het diep-hemelsblauw als de nationa
le vlag bij uitnemendheid van het strijd
bare nieuwe Nederland pleiten, dat we
zullen volstaan met ze hier nog eens
zeer in 't kort puntsgewijs te herhalen
zooals we ze dezer dagen in ons blad
formuleerden:
1. Vroeger golden beide: öf oranje of
rood in de bovenste baan. Waarom zou
oranje nu niet wéér mogen?
2. Het oranje-wit-helderblauw lééft
tegenwoordig in veler harten.
3. Vroeger was 't oranje vaak vaal,
het blauw flets; tegenwoordig is 't oran
je warm, het blauw frisch en helder.
4. Vroeger waren 't oranje en 't bleu
niet houdbaar, nu wel.
5. Tegenwoordig hebben de rood-wit-
blauwers haast altijd vlaggen met don-
kerrood-wit-indigo; de onderste baan is
meer zwart dan blauw. Dit is onjuist en
leelijk.
6. Twee souvereine en in eikaars ne-
bijheid liggende, doch overigens door
geen formeele banden aan elkaar ge
bonden naties, behooren niet precies
dezelfde vlag te hebben; dit is
thans echter het geval met Neder
land en Luxemburg. Vervanging
van ons rood door oranje maakt een ein
de aan dezen ongewenschten toestand.
Nu kan de heer Wendelaar wel zeg
gen: ja-maar, rood-wit-blauw is tóch
uitsluitend onze nationale! vlag
maar dan veroorloven wij ons op te
merken, dat iets nog niet altijd zoo is als
de heer Wendelaar zégt dat het is, en
kel ömdathijhetzegt!,
Waaraan we nog slechts zouden wil
len toevoegen de vraag, of de leider van
den Vrijheidsbond geen ander en beter
werk aan den Vrijheidsbondschen win
kel heeft dan stelling kiezen ten aanzien
van een vraagstuk, waar deze stelling-
name niet volstrekt geboden is, en hij
door zich wèl en zoo positief naar een
kant uit te laten, velen van zijn partij-
genooten en geestverwanten noodeloos
tegen zich in het harnas gejaagd heeft?
De eene heeft deze, gene weer an
dere gaven en ieder is toch maar op
zijn eigen wijze goed en gelukkig.
GIFT VAN PRINSES JULIANA.
Naar wij vernemen, heeft Prinses Ju
liana een gift geschonken aan het kerk
bestuur der Nederduitsch Hervormde
Gemeente te Ransdorp, bedoeld als bij
drage in de restauratiekosten van het
kerkgebouw.
DE WERKLOOSHEID IN DE WERELD
Nederland onder de landen
waar de werkloosheid in het
afgeloopen jaar is toegenomen.
Het internationale arbeidsbureau te
Genève maakt bekend, dat volgens de
door dit bureau einde December 1935
samengestelde statistieken het aantal
werkloozen in de meeste landen op het
einde van 1935 geringer was dan aan
het einde van 1934, zoodat de sinds het
midden van het jaar 1933 in de meeste
landen bespeurde verbetering heeft
voortgeduurd. Daarentegen was de
werkloosheid op het einde van 1935
grooter dan een jaar geleden in de vol
gende landen: Bulgarije, Frankrijk, Let
land, Nederland, Spanje, Zuid-Slavië en
Zwitserland, waar de werkloosheid
blijkens de driemaandelijksche statis
tieken gedurende 1935 voortdurend is
blijven toenemen, alsmede in Ierland en
Nieuw-Zeeland, waar de toestand aan
vankelijk in 1935 beter was geworden,
doch in het laatste kwartaal van 1935
weer is verergerd. (N.R.C.)
EEN NIEUWE „BEWEGING"..
Van ontevreden N. S. B.-ers
„Van wat Mussert eens wilde
kan niets, maar dan ook niets
terecht komen".
De heer K. H. Tusenius te IJmuiden,
die eenige maanden geleden uit de N.S,
B. is geroyeerd, heeft een nieuwe partij
of beweging gesticht. De vergadering
werd bijgewoond door een 70 afvalligen
of ontevredenen uit de N.S.B. Besloten
werd tot oprichting van de N.A.G. (Na
tionaal Arbeids-Genootschap),
Dat de heer Tusenius deze oprichting
heeft voorbereid, blijkt uit een met zijn
naam onderteekenden brief van 9 De
cember 1935, gericht aan de „Kamera
den".
Deze brief luidt aldus: x
„Na mijn royenment uit de N.S.B. op
5 November 1935 heb ik u den raad ge
geven de beweging en uwen leider
trouw te blijven. De N.S.B. is een zegen
voor ons vaderland, zooals Mussert dit
heeft bedoeld, toen hij de N.S.B. sticht
te.
„Ik gevoel mij thans genoodzaakt de
ze raadgeving in te trekken en ik acht
het mijn plicht u in groote trekken mede
te deelen, waarom ik dit doen moet.
Reeds op 18 April 1934 verzocht ik
aan den heer Mussert mijn ontslag als
gewestelijk commissaris. De heer Mus
sert heeft dit ontslag niet aanvaard; hij
heeft gepoogd, de oorzaken, welke tot
mijn ontslag-aanvraag hadden geleid
v/eg te nemen en op 28 April d.a.v, wer
den de heer Smit Kleine en ik op den
grooten Landdag in het R.A.I,-gebouw
aan de daarin vereenigde kameraden
voorgesteld door den algemeenen leider
persoonlijk.
Op 2 Nov. 1934 volgde mijn ontslag als
gewestelijk commissaris zonder vorm
van proces, doch gemotiveerd door
eenige vage beschuldigingen, welke mij
niet vergund waren te mogen weerleg
gen. Op 1 Maart 1935 heb ik mijn ont
slag genomen als lid van de Beweging.
Onmiddellijk na ontvangst hiervan door
den heer Mussert heeft hij mij verzocht
bij hem te komen en kwamen wij over
een, dat mijn uittreding als niet gedaan
zou worden beschouwd.
Na October 1935 heb ik besloten de
finitief een eind te maken aan den on-
zuiveren toestand, welke door een en
ander was ontstaan. Hiervan moest roye
ment het onvermijdelijk gevolg zijn. Het
was op dit oogenblik dat ik u boven
aangehaalde raadgeving deed toekomen.
Hiermede had het nu uit behooren te
zijn. Maar nog vonden de leiders van
den heer Mussert het niet genoeg; nog
regelmatig achten zij en verschillende
leden der N.S.B-, met name genoemd de
gewestelijke commissaris Van der Wei
de, het geoorloofd en blijkbaar noodza
kelijk om over mij te spreken in voor
mij minder aangenamen geest en men
gaat door bewust te liegen voor zoover
het betreft de gebeurtenissen, welke
zich om mij hebben afgespeeld in de
N.S.B.
Mijn royement ging vergezeld van
verschillende andere royementen en
verschillende uittredingen uit de Bewe
ging. De leiding van de N.S7B- vindt het
nu noodig om aan haar leden den om
gang te verbieden met deze vroegere
kameraden.
De wijze waarop een en ander ge
schiedt en de gevolgen hiervan veroor
zaken, dat zij, die nog kort geleden ka
meraden waren, thans als vijanden te
genover elkander komen te staan in 't
leven en het is dus nu zoo geworden,
dat de leden van de N.S.B. door ons als
tegenstanders moeten worden be
schouwd. Niet wij hebben dit zoo gewild,
maar zij, die in de N-S.B. de leiding heb
ben.
Welnu, wij aanvaarden dezen toe
stand en zijn er ons volkomen van be
wust wat het gevolg zal zijn en behoort
te zijn. Wij hebben trouw beloofd aan
de Beweging, welke ons eens lief was
maar welke Beweging volkomen on
trouw is aan haar eigen beginsel en haar i
eigen program.
De besprekingen, welke ik in ver- j
schillende deelen van ons land mocht
voeren in de laatste maanden met zoo
vele leden en oud-leden van de N.S.B.,
hebben bij mij de overtuiging gevestigd, i
dat van het vele goéde, dat wij van de
ze Beweging verwacht hebben, niets,
maar dan ook niets, verwezenlijkt zal
kunnen worden, en het is daarom, dat
ik mijn raadgeving, waarover ik in den
aanhef sprak met nadruk terug neem.
Een Beweging, welke haar eigen leden
opvoedt tot haat en terreur tegen haar
oud-leden, veroordeelt zichzelf en zal
onvermijdelijk het lot treffen, dat haar
toekomt".
SUIKERBIETENSTEUN OOGST 1934.
De minister van landbouw en vissche-
rij heeft het rendement per 1000 kg. sui
kerbieten van den oogst 1934 bepaald
op 141.25 kg witte suiker. (St.ct.j
DE LANDBOUWCRISISPOLITIEK
Vragen van het Kamerlid van
den HeuVel over de verlaging
van den richtprijs voor tarwe
etc.
Het Tweede Kamerlid Van den Heu
vel heeft den minister van landbouw en
visscherij de volgende vragen gesteld:
1. Is het juist, dat de minister heeft
besloten den richtprijs der tarwe te
verlagen, met als gevolg uitkeeringen
aan boeren en tuinders los van hun pro
ducten?
2. Indien dit het geval mocht zijn,
is de minister dan bereid mede te dee
len of over deze belangrijke wijziging
in de landbouwcrisispolitiek de mee
ning is gevraagd van de centrale commis
sie volgens de Landbouw-Crisiswet
1933?
3. Indien dit eventueel niet het geval
mocht zijn, is de minister dan bereid
mede te deelen, waarom Z. E. anders
heeft gehandeld dan nadrukkelijk bij het
tot stand komen van de Landbouw-Cri
siswet door den betrokkken minister is
verzekerd?
4. Is het juist, dat met de centrale
landbouworganisaties, op wier overleg
de minister verzekerd heeft, zoo hoo-
gen prijs te stellen, geen woord is ge
wisseld over deze zoo hoogst belang
rijke wijziging in de landbouw-crisispo-
litiek?
5. Acht de minister het juist de tot
dusver gevoerde landbouw-crisispoli-
tiek, beoogende prijsregelend voor de
producten op te treden van welke
bedoeling uitgingen de landbouwcrisis-
wetten en de bevoegdheden, gegeven
door de Volksvertegenwoordiging te
wijzigen, zonder over dit vraagstuk met
de Volksvertegenwoordiging van ge
dachten te wisselen?
6. Heeft de minister zich bij de ver
laging van den tarweprijs gerealiseerd,
dat het bijproduct van de tarwe, het
stroo, dat vóór 1913 ruim 25 pet. van
de geldelijke opbrengst leverde, thans
vrijwel waardeloos of onverkoopbaar
is?
7. Heeft de minister bij de verlaging
van den tarweprijs bedacht, dat de be
drijven waar de tarwe wordt verbouwd,
de groote meerderheid de;r landarbei
ders werkt en dat deze verlaging nood
zakelijk verhaald zal moeten worden op
de reeds zeer lage loonen van de land
arbeiders?
8. Indien de minister van oordeel was,
dat principieel met het tot dusver ge
voerde systeem gebroken moest worden
en de nood van kleine boeren en tuin
ders gelenigd moest worden niet, zooals
het meest rationeel zou zijn, via het de
partement van sociale zaken, maar uit
het Landbouwcrisisfonds, en de mi
nister was daarbij van oordeel, dat de
tarwe het benoodigde bedrag moet le
veren, ware het dan niet meer met de
verdeelende rechtvaardigheid in over
eenstemming geweest, de gelden hier
voor te verkrijgen door een geringe ver
hooging van de monopolierechten op
tarwe en den last te leggen op net ge-
heele Nederlandsche volk, in plaats van
deze te leggen op de zwakste Neder
landsche schouders, nl. van de landar
beiders?
9. Is de minister bereid alsnog overleg
te plegen over de in vraag 1 genoemde
maatregelen en indien deze genomen
zijn ze tijdelijk terug te nemen ten einde
na overleg met de centrale commissie,
de landbouw-organisaties en de Volks
vertegenwoordiging, opnieuw zijn stand
punt te bepalen?
Komt U onze
zien
Langevieie 219 Middelburg,
(Ingez. Med.)
Middelburg, 4-l-'36. Vrijdag hoogste
luchttemperatuur 7.8 C; (46 F); laag
ste 5.6 °C (42 °F). Heden 9 h: 1Y °C;
12 h: tV* °C. 0.2 mm regen of neerslag.
Hoogste barometerstand te dezer stede,
in het afgeloopen etmaal: 760 mm; laag
ste 745 mm.
Hoogste barometerstand in het Eu-
ropeesche waarnemingsgebied 766.4 mm
te Biarritz; laagste 740.0 te Stockholm.
Verwachting tot morgenavond:
Matige tot zwakke W. tot Z, wind,
afnemende bewolking, weinig of geen
regen, iets kouder des nachts, later .wei
nig verarfdering in temperatuur.
Zon op: 8 h 10; onder: 16 h 00. Licht
op: 16 li 30. Maan op: 13 h 41; onder
6 h 18. V.M. 8 Jan.
Zo. 5 Januari: Zon op: 8 h 11; onder:
15 h 59. Licht op: 16 h 29. Maan op: 24
h 50; onder: 5 h 09. V.M. 8 Jan.
Hoog- en Laagwater te Vlissingen.
Januari.
Hoogwater.
Laagwa-t<»-.
Za.
4
9.00 21.46
2.56 15.44
Zo.
5
10.14 22.53
4.12 16.56
Ma.
6
11.25 23.53
5.25 17.53
Hoog-
en
Laagwater te Wemeldinge.
Januari.
Hoogwater
Laagwflier
Za.
4
10.37 23.25
4.03 16.41
Zo.
5
11.58
5.17 17.58
Ma.
6
0.41 13.09
6.31 19.00
Middelburg
(Ingez. Med.]
Slechte bedoelingen?
Gisteravond kwam men de hulp der
politie inroepen namens een bewoner
van de Bellinkstraat. Het bleek, dat een
miiltair, in garnizoen te Breda, die ken
nis had aan de dochter des huizes on-
eenigheid had gesticht. Toen twee agen
ten ter plaatse kwamen bleek de cava
lerist in het bezit van een cylinderrevol-
ver met 5 patronen, dat hij had medege
nomen uit de woning van zijn vader, die
oud-wachtmeester der maréchaussée is.
De agenten namen onmiddellijk het re
volver in beslag en brachten den mili
tair naar het bureau over. Na opge
maakt procesverbaal wegens overtre
ding der wapenwet, is de man weder op
vrije voeten gesteld.
Diefstallen.
Van het terrein van de veiling aan
den Kanaahveg zijn vier kisten ont
vreemd.
Bij een rijwielhandelaar kwamen twee
jongens binnen, een hunner heeft een
rijwiellantaarn ontvreemd.
Aanrijding.
Een 8-jarige jongen, die op de Markt
den ingang van de Pottenmarkt voorbij
liep zonder te letten op het verkeer,
werd door een wielrijder aangereden
en bekwam een bloedende wonde bij
een der oogen. Een politieagent heeft
den jongen naar de ouderlijke woning
gebracht.
.Mishandeling.
Een jongeman deed bij de politie aan
gifte van mishandeling door een mede
bezoeker van een dancing. Procesver
baal is opgemaakt.