DE ONBUIGZAMEN. f TH IE E JAVA heel f[ 1 N jn 10 9°e >d en toch goedkoop KRONIEK van den DAG. ZEELAND. TWEEDE BLAD VAN BE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. BE COESCHE CRT.) VAN VRIJDAG 27 DECEMBER 1935. No. 304. !l 11). WALCHEREN. ZUID-BEVELAND. De tentoonstelling der M.T.V. S»". LN ge- sen. De rg- erworst, gebra lde, ge- J. de Middel- ie rookt igerij A. L 77 te Eden's benoeming tot minister van buitenlandsche zaken. Nergens beter dan in Duitsch- land beseft men er de beteeke- nis van. De papieren van Genève rijzen weer. Itali- aansch pessimisme. De beteekenis van Eden's benoeming tot minister van buitenlandsche zaken, wordt het best aangetoond door de re actie daarop in Duitschland. Het Derde Rijk is al geruimen tijd een gevoelige barometer voor den politieken toestanc in Europa. Toen de Volkenbond bij het begin van den oorlog in Oost-Afrika te gen veler verwachting in, art. 16 van het Handvest ter hand nam, merkte men te Berlijn teekenen van verbazing en res peet. Terwijl daarvoor Hitler-Duitsch land nauwelijks anders dan smalend over het instituut van Genève placht te spre ken, sloeg het nu onmiddellijk een toon, waarin ontzag lag, aan. Dit bleef zoo totdat Hoare en Laval met hun doodge boren vredesplan voor den dag kwamen Met een gevoel van opluchting consta teerden de Duitsche bladen, dat het toci blijkbaar niet zoo'n vaart liep met de macht van den Volkenbond, dat hetgeen hij had gepresteerd, meer sciiijn dan werkelijkheid was geweest. Edoch, de openbare meening in Engeland kwam in het geweer. Een storm van verontwaar diging stak op tegen sir Samuel, die te zelfdertijd in Zwitserland bij het schaat senrijden op zijn neus viel. Toen hij te Londen terugkeerde, hoorde hij van mi nister-president Baldwin, dat de regee ring hem niet langer de hand boven hoofd kon houden. Sir Samuel trad a: en te Genève werd met demonstratieve onverschilligheid het vredesplan begra ven. Met groote spanning wachtte de we reld nu af, wie sir Samuel zou opvolgen Zou het Eden zijn, of een ander? Eden de man, die te Genève als gangmaker van de sanctie-politiek was opgetreden, of iemand, wiens politieke antecedenten minder geprononceerd waren? Het were Eden, Anthony Eden, door Italië ge haat als geen enkele andere Engelsch- man, door Duitschland gewantrouwd na de reis, die hij in de eerste helft van dit jaar naar Warschau en Moskou onder nam. Vlak daarvoor had Eden in gezel schap van sir John Simon met Hitier ge sproken. Hij wist met hetgeen dit on derhoud hem leerde, de Polen tot vee nadenken te stemmen. Sindsdien zijn de betrekkingen tusschen Warschau en Berlijn er niet beter op geworden. In Duitschland weet men beter dan waar ook, wat Eden waard is. De Duitschers toonen zich nu allesbehalve in hun schik met zijn benoeming tot minister van bui tenlandsche zaken. Dat beteekent, dat de papieren van Genève, die door Hoare en Laval leelijk in de verdrukking waren gebracht, weer rijzen tot den koers waar ze op stonden bij het begin van hel conflict. De Volkenbond staat en valt op 't oogenblik met den steun van Engeland. Omgekeerd echter kan En geland, nu het zich eenmaal zoo demon stratief met Genève heeft ingelaten, zich niet gemakkelijk meer los van hem ma ken. De Engelsche openbare meening, die zijn vredesideaal aan de Assemblée vastkoppelde staat dat niet toe. Sir Sa muel Hoare moest het ervaren. Op de keper beschouwd, was het de macht van Genève, waarover hij struikelde. Hij had deze macht onderschat. Zijn opvolger zal dit niet overkomen. Eden beseft, dat de Volkenbond meer kan, dan men kort geleden nog algemeen veronderstelde en hij acht het nuttig, dat vermogen uit te breiden. Het is geen wonder, dat men te Berlijn de vermeerdering van zijn in vloed niet met welgevallen verneemt, Duitschland vreest een sterken Volken bond. Alevel, op den duur zal het bij door J. S. FLETCHER. „Ik zal Joe Bickerdyke nooit verge ven, zool,ang ik leef!" zei hij. „Niets dan strijd en vijandschap zal er zijn tus schen mij en hem tot een onzer aan zijn eind komt! Dat is mijn laatste woord!" „Het past mij niet mijn eigen vader een raad te geven", bemerkte Louis bedaard op. Oliver keerde zich plotseling naar hem om en keek hem scherp aan. „En.... ials dat wèl paste?" vroeg hij. „Wat zou je dan zeggen?" „Ik zou zeggen: leg het bij", zei Louis John, „terwille van uw kinderen." „Neen!" zei Oliver „Nooit!" Louis nam zwijgend zijn potlood op en begon aan zijn diagram te teekenen. En Oliver, na eenigen tijd gekeken te hebben naar de vaste hand, die over 't papier gleed, keerdfe zich weer naar het raam en keek een anderen kant uit. Maar ook die blik viel ongelukkig uit, want hij zag het huis van Bickerdvke voor zich, dat een mijl verder in de hei stond. „Ik zou het niet kunnen uitstaan, daf er een van Bickerdyke bij mij overhuis kwam!" bemerkte hij. opeens. „Het zou mijn leven vergallen, als ik moest den ken, dat zijn dochter mijn naam droeg. „Ik kan er niet meer over zeggen, dan een sterken Volkenbond toch baat vin den. Als instrument van het recht is hij voorbestemd, om ook de overwonnenen uit den wereldoorlog het onrecht, dat hun werd aangedaan, te vergoeden. In het begin dezer week, onthielden de Italiaansche bladen zich van com mentaar op Eden's benoeming. Dat wordt nu echter anders. Ook in Italië beseft men, dat met 't heengaan van sir Samuel de kortstondige verslapping van de Geneefsche politiek vermoedelijk ten einde zal zijn. Natuurlijk interpreteert de Italiaansche pers de situatie op haar wijze. Zoo schrijft de „Popoio dïtalia", dat de algemeene toestand met den dag ernstiger wordt. Na het vallen van de Parijsche voorstellen staat Europa voor een grooten oorlog. De voorstanders van de sancties hebben thans hun zin ge kregen. De „Stampa" denkt, dat na de be noeming van Eden iedere gedachte aan nieuwe verzoeningspogingen wel opzij gezet kan worden. Als men de uitlatin gen van Eden van den laatsten tijd nog eens bestudeert, komt men tot de ont dekking, aldus het blad, dat hij dwang zal stellen boven verzoening. Overigens vindt de „Stampa", dat de benoeming van Eden tot minister van buitenlandsche zak'en, slechts een on derdeel van de Britsche politiek is, die er steeds op gericht is geweest, om zich te verzetten tegen de behoefte aan ex pansie van Italië. Deze uitlatingen zijn van een pessi misme, dat veelzeggend is. Voelt men nu eindelijk in Italië, dat de Volkenbond machtiger is dan Mussolini dacht? Dat de Duce een verschrikkelijke vergissing maakte, toen hij om Genève meende te kunnen glimlachen? Politieke voorspel lingen komen vaak, als een bepaald soort weerberichten, nooit uit. De voor spellingen over Mussolini's Afrikaansch avontuur maken hierop tot dusver even wel een wonderbaarlijke uitzondering. Ook het verloop der militaire operaties beantwoordt aan de verwachtingen. Het blijft den Duce overal tegenloopen. Arm Italië RAAD VAN RITTHEM. f 200 voor een rijwielpad naar Vlissingen De groote gezin nen krijgen een toeslag, RITTHEM. Maandagavond vergader de de Raad onder voorzitterschap van burgemeester P. W. ter Haar, voltallig. Ingevolge de bepalingen van de mo tor- en rijwielwet is de houder van een motorrijtuig etc. verplicht dit voertuig ook wanneer het stilstaat, des avonds te verlichten. Een en ander zou aan merkelijke kosten mede brengen voor de houders van auto's. Dit kan voorko men worden door een plaatselijke ver ordening in het leven te roepen welke bepaalt dat auto's, bakfietsen, rij- en voertuigen binnen een afstand van 25 m van brandenden straatlantaarn niet behoeven verlicht te zijn. Besloten werd een dergelijke verordening, welke alleen van kracht is binnen de bebouwde kom van de gemeente, vast te stellen. Daarna kwam in behandeling dp aan leg van een rijwielpad VlissingenRit- them, Van de afdeeling Ritthem der vereeniging Rijwielpad Walcheren was een verzoek ingekomen, om van de ge meente een bijdrage groot f 200 te mo gen ontvangen teneinde den aanleg van een pad tusschen de gemeenten Vlis singen en Ritthem mogelijk te maken. Met alg. st. werd besloten deze subsidie te verleenen. Een belangrijk punt van bespreking vormde het al of niet toepassen van kin dertoeslag bij de bij de gemeente te werk gestelde werkloozen. B. en W. stelden voor niet over te gaan tot invoering van den kindertoeslag maar de groote gezinnen een toeslag te verschaffen in natura in dien zin dat het loon per week, alles inbegrepen niet meer mag bedragen dan f 11. De hr O s t had lieven gezien dat voor ieder kind een zeker bedrag werd toegezegd. Ook vond spr, het gewenscht dat alles geregeld was tegen dat de werkloozen uitgetrokken zullen zijn. Anders moet men later opnieuw gaan regelen. Vorig jaar, aldus spr., bij het bezanden van een weg, kwam plotseling alles tegelijk en werden zij, die het niet in de eerste plaats noodig hadden een aantal dagen in de werkverschaffing geplaatst, hetgeen een ongelijke verdee- ling tengevolge had. De V o o r z. zegde dat het bezan den van bedoelden weg een algemeen belang was en zoo spoedig mogelijk moest gereed komen. ■Hierop antwoordde de heer O s t dat men dan wel eerder had kunnen beginnen. Er was 400 m3 zand noodig en dat had veel eerder „geschoten kunnen worden. De Voor z. antwoordde dat niet eerder kon worden begonnen, aangezien gewacht moest worden oo de toestem ming van jhr. van Vredenburch, Vervolgens vroeg de heer O s t hoe het kwam dat er eerst maatregelen genomen werden, toen plm. 12 personen uitgetrokken waren. Hierop antwoordde de V o o r z dat zooveel tijd benoodigd was voor 't zoeken van een geschikt werkobiect Besloten werd daarna overeenkomstig het voorstel van B. en W. te handeion en de door B. en W. ontworpen rege ling v,ast te stellen. N. EN ST. JOOSLAND. Dinsdagavond heeft burgemeester G. A. Harff, in tegen woordigheid van comitéleden en belang stellenden den bazar, die vandaag, Vrij dag en morgen Zaterdag gehouden wordt ten bate van het fanfarekorps „Oefening na den Arbeid", geopend. Spr. heette allen welkom en sprak er zijn vreugde over uit, dat er zooveel me dewerking is verleend bij het tot stand brengen van dezen bazar. Ook hier weer is getoond dat eendracht macht maakt. Een beroep op de ingezetenen was niet tevergeefs. Het is met recht: Dóór Nieuwland, vóór Nieuwland. Spr. dankte allen hartelijk voor de betoonde mede werking en twijfelde er niet aan, of de bazar zal slagen. De loterij zal zeker daartoe niet weinig bijdragen. Spr. wees er in het bijzonder ook op dat mede werking is verleend door alle kringen in de gemeente. Met genoegen deelde hij mede, dat de N.V. de P.Z.E.M. kook gerei beschikbaar stelde om electrisch oliebollen te bakken. Met de beste wen- schen voor het slagen, verklaarde spr, den bazar geopend- OOSTKAPELLE. Dinsdagmorgen tij dens den ijzel had 't raadslid Z. het on geluk op den weg te vallen, waardoor hij een arm brak. Op medisch advies werd hij terstond naar het gasthuis te Middelburg vervoerd. WEMELDINGE, Met ingang van 1 Febr- 1936, is het echtpaar J, A. de Blaeij en P. G. de Blaeij-den Hamer, va der en moeder in het tehuis van Ouden van Dagen, „Vrede-Best" alhier, in ge lijke betrekking benoemd te Velp. (Geld.) WEMELDINGE. Ter gelegenheid van het zestigjarig huwelijksfeest van het echtpaar P. Lindenbergh-Dekker, waren vele vlaggen uitgestoken en versieringen aan en nabij de woning aangebracht. Het was den geheelen dag een komen en gaan van vele vrienden en bestuurs- wi jyv/j.uvi.v o vil UVll \_J C-mCClllCl X-/ C C avonds maakte het muziekgezelschap bliek op de been. ik gedaan heb, vader", zei Louis. „Mar garet en ik hebben elkaar ons woord ge geven." Oliver ging naar de deur toe. „Als je met haar trouwt, jongen", zei hij, „dan beteekent dat, dat je van mij weg gaat. Ik heb mijn principes. Er zijn er, die beweren, dat een vrouw meer is dan vader en moeder samen en...."j „Dat vind ik ook", bemerkte Louis.' „Ik ben er vast van overtuigd. In elk geval hoorde het ozo te zn.ik hoop, dat het in mijn geval zoo zal zijn ik zal er in ieder geval mijn best voor doen." „Ik ben het er niet mee eens!" zei Oliver. „Een vrouw is niets meer dan een vreemde in de familie, waarin ze door haar huwelijk komt, als je alles goed uitrekent." „Daar verschillen we van meening!" „Dus.op dat punt staat jouw mee ning vast?" vroeg Oliver met een laatsten blik op zijn zoon. „Zoo vast, vader, dat niets ter we reld dat veranderen k,anNiets, niets!" Oliver schudde het hoofd, maar zei niets. Eenige oogenblikken bleef hij nog staan treuzelen tusschen het ven ster en de deur, doende alsof hij naar een werkteekening aan den wand keek. Vtaar eindelijk ging hij toch. „Nou,.... in dat geval valt er niets meer te praten naar het schijnt!" zei hij. Hij sloot de deur achter zich en ging door het groote huis heen. Eenige mi nuten later ging de gong voor het dfner. Op dat geluid stond Louis op, nam een pet, die op zijn lessenaar lag en zette die op, liep naar beneden en hield in de gang een der dienstboden staande. „Ik blijf niet eten", zei hij. „Zeg te gen miss Benia, dat ik heel laat op de club geluncht heb en nu geen trek meer voel." Eenige oogenblikken later zag Oliver door het raam van de eetkamer zijn zoon door den tuin heengaan. HOOFDSTUK V. Het jongere geslacht. Eenmaal buiten het grondgebied van zijn vader, stak Louis Carsdale zijn pijp op, stak die vast tusschen zijn tanden, duwde zijn handen diep in zijn zakken en liep met groote passen en gebogen hoofd in gedachten verzonken voort over de heide. Hij was reeds tot de con clusie gekomen, dat een man op zijn levensweg nu en dan op kruispunten komt, waar hij beslissen moet, welke kant hij uit wil gaan. Hier stond hij op zoo'n kruispunt. Hij voelde niet veel aarzeling betreffende den weg, dien hij kiezen zou. Maar omdat hij hoopte, dat Margaret Bickerdyke dien weg met hem zou gaan, was het noodzakelijk, dat hij eerst met haar sprak, voordat hij dien insloeg. Daarom ging hij nu naar haar toe. j Een halve mijl verder, in een diepe kloof tusschen de heuvelen, lag een boschje pijnboomen, waardoorheen een beekje stroomde naar de vallei. Daar begaf Louis zich nu heen, tot hij aan 'n dracht". stentenis van den voorzitter, de aanwe zigen welkom, en dit in het bijzonder den burgemeester van Middelburg, den heer M. Fernhout, de eere-leden der vereeniging, den waarnemenden com missaris van politie en de aanwezige le den der aangesloten vereenigingen. Dank bracht spr. aan het gemeente bestuur voor het weder afstaan van den Stadhuishal en wees er op, dat Goes zich thans ook heeft aangesloten en als zoodanig samen werkt met de M. T. V. De burgemeester van Vlissingen zond bericht van verhindering, evenals de bei de wethouders en de heeren v. d. Mijle en Orné. Spr. bracht dank aan de firma v. d. Mijle, die in haar winkel een reclame étaleerde voor de zaak en voor de ten toonstelling samen. Men heeft van den zomer rustig over wogen of men al of niet een tentoonstel ling zou houden. Maar men begreep dat men niet stil mag staan, stilstand is ach teruitgang en men moet juist vooruit. De M.T.V. blijft op hoog peil staan, gezien ook de resultaten van leden op tentoonstellingen elders. Jammer dat het ledental nog iets zakt, vroeger heeft spr. wel eens aangemoe digd, dat ieder lid een nieuw lid zou aan brengen, nu meent hij, dat als men geen 100 kan toenemen, dit toch wel 50 kan zijn, als iedere 2 leden één nieuw lid weten te bezorgen. Hierna verzocht spr. den burgemees ter, die tot zijn genoegen thans niet ver hinderd was, de tentoonstelling te ope nen. De burgemeester zeide ook zij nerzijds verheugd te zijn, niet zooals in 1933 en 1934, verhinderingen te hebben, omdat hij sympathiek staat tegenover de M.T.V. Al zou er over de andere soor ten van fokkerij ook heel wat te zeggen zijn, wilde spr. zich toch bepalen tot den hoenderteelt. Hij wees op de groote waarde van het ei, die men al meer en meer ging erkennen en die leidde in 1886 tot oprichting van Avicultura en in 1901 tot die van de V.P.N. Reeds vóór onze jaartelling deed men ontzettend veel aan kippenteelt en ken de men reeds de verwarmde plaats voor het uitbroeden der eieren, maar na de Egyptenaren, deden de Grieken en Ro meinen er heel wat minder aan en het duurde jaren voor men weer ten volle zich er op toelegde. Wat dit grooten- deels voor den verkoop, dus voor het doen van zaken, de bij de M. T. V. aan gesloten vereenigingen bestaan uit per sonen, die werken uit liefhebberij. Bijna ieder heeft een of andere lief hebberij, er zijn veel verkeerde liefheb berijen, maar hier geldt het een edele en voortreffelijke liefhebberij. Een materialist vraagt alleen: wat verdien ik er aan? Maar hier geldt het liefde voor de natuur, waaronder men verstaat liefde voor de planten, de bloemen en ook zeker voor de dieren. Spr. geraakt volgens zijn zeggen aan het philosofeeren, en dat nu is zijn liefheb berij. rustig plekje tusschen de boomen kwam, waar een rotsblok boven de wielende wateren uitstak. Hij ging zitten en wachtte, totdat hij Margaret van de an dere zijde hoorde aankomen. Toen ze naderbij gekomen was, wend de hij zich naar haar om en nam haar onderzoekend op. Hij had haar al van jongsaf gekend, maar nu trachtte hij zich een oordeel over haar te vormen, alsof hij haar voor de eerste maal zag. Toen ze vlak bij hem was, glimlachte hij voldaan.... hij voelde zich er ze ker van, dat zij er geen meisje naar was, om te aarzelen voor den stap, dien hij haar wilde voorstellen te doen. „Al terug?" vroeg Margaret Mary, zich naast hem nederzettende. „Ik was er al benieuwd naar.... en kwam dus eens kijken". Louis nam haar hand in de zijne en hield die vast. Hij was niet erg uitbun dig iii zijn liefdesbetuigingen en de meeste meisjes zouden hem droog en flegmatiek gevonden hebbenmaar Margaret begreep hem. „Vanmiddag teruggekomen", ant woordde hij. „En den toestand aardig gespannen gevonden. Mijn vader en de jouwe, Margaret, hebben samen ruzie." „Dat wee*t ik", antwoordde Marga- tet. „Vader bracht een van zijn club vrienden mee te dineeren.... en ze hebben het er voortdurend over ge had. Ik ben er zoo gauw ik maar kon tusschenuit. gegaan." „En. hoe neemt jou vader het op?" vroeg Louis, „Je weet, hoe hij is", antwoordde (Ingez. Med.) Spr. meende te moeten eindigen en de hoop uit te spreken, dat de tentoon stelling door een groot bezoek moge slagen en hij opende deze daarmede onder applaus. De voorzitter dankte den bur gemeester voor de sympathieke wijze, waarop hij de tentoonstelling had ge opend en hoopte, dat hij het nog meer malen zou kunnen doen. De heer W. J o z i a s s e, oud-secre taris der M.T.V., die voor de opening was overgekomen, sprak naar aanleiding van de uitdrukking „Hoe bestaat 't", die hij zoo dikwijls hoort. Inzake de jaarlijksche tentoonstellingen te Middel burg, behoeft men dat niet meer te vra gen, want deze hebben haar bestaans recht ten volle bewezen. Hierna begaven allen zich naar den hal en bewonderden met groote be langstelling de keurige tentoonstelling. De bekroningen. De keurmeesters, die Dinsdag hun werk verricht hebben, kenden de vol gende prijzen toe: Afdeeling hoenders: Aan de volgen de personen uit Middelburg: J. Melse, één tweede; J. Simpelaar 1 eerste 1 tweede; J. J. Valkier 1 eerste, 2 twee de; J. J. Antheunisse 5 eerste, 2 tweede, 1 derde; H. v. Boven, 2 eerste; C. Joziasse 1 eerste; W, H. Antheu nisse 1 eerste, 1 tweede; Wl de Pag- ter 1 tweede. Aan de volgende personen uit Goes: A. Priester-Meliefste 3 eerste, 3 twee de, 1 derde; J. Wisse 2 eerste, 2 twee de, 2 E.V.; J van Splunder 1 eerste; A. Corstanje 5 eerste, 2 tweede. Verder M. J. Rottier, Vlissingen 2 eerste, 1 tweede, 1 derde, 1 EV; I. J. Luteijn, Vlissingen 4 eerste; J. van Splunder, Souburg 2 eerste, 1 tweede; M. Steijn, Hoedekenskerke 3 tweede, 3 derde, 2 EV; Mevrouw Kraamer, 't Zand 1 eerste; A. H. Dijkmeijer, Schild- wolde 5 eerste; P. Polderman, Koude- kerke 1 eerste. Afdeeling Dwerghoenders: Aan de volgende personen uit Middelburg: A. Francois 1 eerste, 3 tweede; W. de Pagter 2 eerste; J, J. Antheunisse 3 eerste, 3 tweede, 2 derde; J. C. Voge lenzang 1 eerste; G. Baas 4 eerste, 1 tweede: J. J. Valkenier 5 eerste; M. C. v. d. Driest 2 eerste, 1 tweede; J. Simpelaar 1 eerste. Verder: W. Anker, Vlissingen, een derde; M. J. Rottier, Vlissingen 1 twee de; Gebr. Adema, Vlissingen 3 eerste; J.. van Splunder, Souburg 2 tweede; W. Kerkhove, Souburg 1 eerste, 1 der de; P. Jacobse, Souburg 1 eerste, 1 1 tweede; H. H. Antonisse, Souburg, 1 eerste, mevrouw Kramer, 't Zand 2 eerste; J. A. de Jonge, Eindhoven, 3 eerste. Afdeeling Sierduivem: J. A. Maat, Middelburg 1 eerste, 1 derde; H. Va der, Oostkapelle 1 EV; A. Marinusse, M,argaret. Louis gaf geen antwoord. Alleen keek hij zijn meisje op eigenaardige manier aan. Margaret leek heel veel op haar vader. Ze was, zooals men in Halfirth vond, aan den kleinen kant, van nau welijks middelbare lengte'; ze had de knappen trekken, de scherpe grijze oogen en 't rosse haar van Bickerdyke; evenals hij liep ze hoog opgericht, om v,an haar lengte te maken, wat er van te maken was. Maar al was ze kort, ze was bij zonder sierlijk gebouwd; de koppig heid van Bickerdyke was in zijn doch ter vastheid van karakter en beslisthied; en zij bezat een meer dan gewone be valligheid en aantrekkelijkheid. Louis, die voor zichzelf meende andere men- schen naar het uiterlijk goed te kun nen beoordeelen wat hun karakter be trof', vond zijn keuze goed.... geen vrouw kon geheel volmaakt zijn, maar Margaret Mary was toch een heel eind op weg.... en ze zou nog wel verder komen! „En?" vroeg hij na een poosje, „wat denk jij er van?" „Och het zal wel zijn als iedere ru zie.... onzinnig en nutteloos", ant woordde Margaret, Louis liet de hand van zijn meisje los, en ging met de hand achter het hoofd achterover op den rotsgrond lig gen, starend naar het afsteken der fiine naalden van de jonge dennen tegen de lucht. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1935 | | pagina 5