DE ONBUIGZAMEN.
f TH
IE
E
JAVA heel f[
1
N
jn
10
9°e
>d en toch
goedkoop
KRONIEK van den DAG.
ZEELAND.
TWEEDE BLAD VAN BE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. BE COESCHE CRT.) VAN VRIJDAG 27 DECEMBER 1935. No. 304.
!l
11).
WALCHEREN.
ZUID-BEVELAND.
De tentoonstelling der M.T.V.
S»".
LN ge-
sen. De
rg-
erworst,
gebra
lde, ge-
J. de
Middel-
ie rookt
igerij A.
L 77 te
Eden's benoeming tot minister
van buitenlandsche zaken.
Nergens beter dan in Duitsch-
land beseft men er de beteeke-
nis van. De papieren van
Genève rijzen weer. Itali-
aansch pessimisme.
De beteekenis van Eden's benoeming
tot minister van buitenlandsche zaken,
wordt het best aangetoond door de re
actie daarop in Duitschland. Het Derde
Rijk is al geruimen tijd een gevoelige
barometer voor den politieken toestanc
in Europa. Toen de Volkenbond bij het
begin van den oorlog in Oost-Afrika te
gen veler verwachting in, art. 16 van het
Handvest ter hand nam, merkte men te
Berlijn teekenen van verbazing en res
peet. Terwijl daarvoor Hitler-Duitsch
land nauwelijks anders dan smalend over
het instituut van Genève placht te spre
ken, sloeg het nu onmiddellijk een toon,
waarin ontzag lag, aan. Dit bleef zoo
totdat Hoare en Laval met hun doodge
boren vredesplan voor den dag kwamen
Met een gevoel van opluchting consta
teerden de Duitsche bladen, dat het toci
blijkbaar niet zoo'n vaart liep met de
macht van den Volkenbond, dat hetgeen
hij had gepresteerd, meer sciiijn dan
werkelijkheid was geweest. Edoch, de
openbare meening in Engeland kwam in
het geweer. Een storm van verontwaar
diging stak op tegen sir Samuel, die te
zelfdertijd in Zwitserland bij het schaat
senrijden op zijn neus viel. Toen hij te
Londen terugkeerde, hoorde hij van mi
nister-president Baldwin, dat de regee
ring hem niet langer de hand boven
hoofd kon houden. Sir Samuel trad a:
en te Genève werd met demonstratieve
onverschilligheid het vredesplan begra
ven.
Met groote spanning wachtte de we
reld nu af, wie sir Samuel zou opvolgen
Zou het Eden zijn, of een ander? Eden
de man, die te Genève als gangmaker
van de sanctie-politiek was opgetreden,
of iemand, wiens politieke antecedenten
minder geprononceerd waren? Het were
Eden, Anthony Eden, door Italië ge
haat als geen enkele andere Engelsch-
man, door Duitschland gewantrouwd na
de reis, die hij in de eerste helft van dit
jaar naar Warschau en Moskou onder
nam. Vlak daarvoor had Eden in gezel
schap van sir John Simon met Hitier ge
sproken. Hij wist met hetgeen dit on
derhoud hem leerde, de Polen tot vee
nadenken te stemmen. Sindsdien zijn de
betrekkingen tusschen Warschau en
Berlijn er niet beter op geworden. In
Duitschland weet men beter dan waar
ook, wat Eden waard is. De Duitschers
toonen zich nu allesbehalve in hun schik
met zijn benoeming tot minister van bui
tenlandsche zaken. Dat beteekent, dat
de papieren van Genève, die door Hoare
en Laval leelijk in de verdrukking waren
gebracht, weer rijzen tot den koers
waar ze op stonden bij het begin van
hel conflict. De Volkenbond staat en
valt op 't oogenblik met den steun van
Engeland. Omgekeerd echter kan En
geland, nu het zich eenmaal zoo demon
stratief met Genève heeft ingelaten, zich
niet gemakkelijk meer los van hem ma
ken. De Engelsche openbare meening,
die zijn vredesideaal aan de Assemblée
vastkoppelde staat dat niet toe. Sir Sa
muel Hoare moest het ervaren. Op de
keper beschouwd, was het de macht van
Genève, waarover hij struikelde. Hij had
deze macht onderschat. Zijn opvolger
zal dit niet overkomen. Eden beseft, dat
de Volkenbond meer kan, dan men kort
geleden nog algemeen veronderstelde en
hij acht het nuttig, dat vermogen uit te
breiden. Het is geen wonder, dat men
te Berlijn de vermeerdering van zijn in
vloed niet met welgevallen verneemt,
Duitschland vreest een sterken Volken
bond. Alevel, op den duur zal het bij
door
J. S. FLETCHER.
„Ik zal Joe Bickerdyke nooit verge
ven, zool,ang ik leef!" zei hij. „Niets
dan strijd en vijandschap zal er zijn tus
schen mij en hem tot een onzer aan
zijn eind komt! Dat is mijn laatste
woord!"
„Het past mij niet mijn eigen vader
een raad te geven", bemerkte Louis
bedaard op.
Oliver keerde zich plotseling naar
hem om en keek hem scherp aan.
„En.... ials dat wèl paste?" vroeg
hij. „Wat zou je dan zeggen?"
„Ik zou zeggen: leg het bij", zei Louis
John, „terwille van uw kinderen."
„Neen!" zei Oliver „Nooit!"
Louis nam zwijgend zijn potlood op
en begon aan zijn diagram te teekenen.
En Oliver, na eenigen tijd gekeken te
hebben naar de vaste hand, die over 't
papier gleed, keerdfe zich weer naar
het raam en keek een anderen kant uit.
Maar ook die blik viel ongelukkig uit,
want hij zag het huis van Bickerdvke
voor zich, dat een mijl verder in de hei
stond.
„Ik zou het niet kunnen uitstaan, daf
er een van Bickerdyke bij mij overhuis
kwam!" bemerkte hij. opeens. „Het zou
mijn leven vergallen, als ik moest den
ken, dat zijn dochter mijn naam droeg.
„Ik kan er niet meer over zeggen, dan
een sterken Volkenbond toch baat vin
den. Als instrument van het recht is hij
voorbestemd, om ook de overwonnenen
uit den wereldoorlog het onrecht, dat
hun werd aangedaan, te vergoeden.
In het begin dezer week, onthielden
de Italiaansche bladen zich van com
mentaar op Eden's benoeming. Dat
wordt nu echter anders. Ook in Italië
beseft men, dat met 't heengaan van sir
Samuel de kortstondige verslapping van
de Geneefsche politiek vermoedelijk ten
einde zal zijn. Natuurlijk interpreteert
de Italiaansche pers de situatie op haar
wijze. Zoo schrijft de „Popoio dïtalia",
dat de algemeene toestand met den dag
ernstiger wordt. Na het vallen van de
Parijsche voorstellen staat Europa voor
een grooten oorlog. De voorstanders van
de sancties hebben thans hun zin ge
kregen.
De „Stampa" denkt, dat na de be
noeming van Eden iedere gedachte aan
nieuwe verzoeningspogingen wel opzij
gezet kan worden. Als men de uitlatin
gen van Eden van den laatsten tijd nog
eens bestudeert, komt men tot de ont
dekking, aldus het blad, dat hij dwang
zal stellen boven verzoening.
Overigens vindt de „Stampa", dat de
benoeming van Eden tot minister van
buitenlandsche zak'en, slechts een on
derdeel van de Britsche politiek is, die
er steeds op gericht is geweest, om zich
te verzetten tegen de behoefte aan ex
pansie van Italië.
Deze uitlatingen zijn van een pessi
misme, dat veelzeggend is. Voelt men
nu eindelijk in Italië, dat de Volkenbond
machtiger is dan Mussolini dacht? Dat
de Duce een verschrikkelijke vergissing
maakte, toen hij om Genève meende te
kunnen glimlachen? Politieke voorspel
lingen komen vaak, als een bepaald
soort weerberichten, nooit uit. De voor
spellingen over Mussolini's Afrikaansch
avontuur maken hierop tot dusver even
wel een wonderbaarlijke uitzondering.
Ook het verloop der militaire operaties
beantwoordt aan de verwachtingen. Het
blijft den Duce overal tegenloopen. Arm
Italië
RAAD VAN RITTHEM.
f 200 voor een rijwielpad naar
Vlissingen De groote gezin
nen krijgen een toeslag,
RITTHEM. Maandagavond vergader
de de Raad onder voorzitterschap van
burgemeester P. W. ter Haar, voltallig.
Ingevolge de bepalingen van de mo
tor- en rijwielwet is de houder van een
motorrijtuig etc. verplicht dit voertuig
ook wanneer het stilstaat, des avonds
te verlichten. Een en ander zou aan
merkelijke kosten mede brengen voor
de houders van auto's. Dit kan voorko
men worden door een plaatselijke ver
ordening in het leven te roepen welke
bepaalt dat auto's, bakfietsen, rij- en
voertuigen binnen een afstand van 25
m van brandenden straatlantaarn niet
behoeven verlicht te zijn. Besloten werd
een dergelijke verordening, welke alleen
van kracht is binnen de bebouwde kom
van de gemeente, vast te stellen.
Daarna kwam in behandeling dp aan
leg van een rijwielpad VlissingenRit-
them, Van de afdeeling Ritthem der
vereeniging Rijwielpad Walcheren was
een verzoek ingekomen, om van de ge
meente een bijdrage groot f 200 te mo
gen ontvangen teneinde den aanleg van
een pad tusschen de gemeenten Vlis
singen en Ritthem mogelijk te maken.
Met alg. st. werd besloten deze subsidie
te verleenen.
Een belangrijk punt van bespreking
vormde het al of niet toepassen van kin
dertoeslag bij de bij de gemeente te werk
gestelde werkloozen. B. en W. stelden
voor niet over te gaan tot invoering
van den kindertoeslag maar de groote
gezinnen een toeslag te verschaffen in
natura in dien zin dat het loon per
week, alles inbegrepen niet meer mag
bedragen dan f 11.
De hr O s t had lieven gezien dat
voor ieder kind een zeker bedrag werd
toegezegd. Ook vond spr, het gewenscht
dat alles geregeld was tegen dat de
werkloozen uitgetrokken zullen zijn.
Anders moet men later opnieuw gaan
regelen. Vorig jaar, aldus spr., bij het
bezanden van een weg, kwam plotseling
alles tegelijk en werden zij, die het niet
in de eerste plaats noodig hadden een
aantal dagen in de werkverschaffing
geplaatst, hetgeen een ongelijke verdee-
ling tengevolge had.
De V o o r z. zegde dat het bezan
den van bedoelden weg een algemeen
belang was en zoo spoedig mogelijk
moest gereed komen.
■Hierop antwoordde de heer O s t
dat men dan wel eerder had kunnen
beginnen. Er was 400 m3 zand noodig
en dat had veel eerder „geschoten
kunnen worden.
De Voor z. antwoordde dat niet
eerder kon worden begonnen, aangezien
gewacht moest worden oo de toestem
ming van jhr. van Vredenburch,
Vervolgens vroeg de heer O s t
hoe het kwam dat er eerst maatregelen
genomen werden, toen plm. 12 personen
uitgetrokken waren.
Hierop antwoordde de V o o r z
dat zooveel tijd benoodigd was voor 't
zoeken van een geschikt werkobiect
Besloten werd daarna overeenkomstig
het voorstel van B. en W. te handeion
en de door B. en W. ontworpen rege
ling v,ast te stellen.
N. EN ST. JOOSLAND. Dinsdagavond
heeft burgemeester G. A. Harff, in tegen
woordigheid van comitéleden en belang
stellenden den bazar, die vandaag, Vrij
dag en morgen Zaterdag gehouden wordt
ten bate van het fanfarekorps „Oefening
na den Arbeid", geopend.
Spr. heette allen welkom en sprak er
zijn vreugde over uit, dat er zooveel me
dewerking is verleend bij het tot stand
brengen van dezen bazar. Ook hier weer
is getoond dat eendracht macht maakt.
Een beroep op de ingezetenen was niet
tevergeefs. Het is met recht: Dóór
Nieuwland, vóór Nieuwland. Spr. dankte
allen hartelijk voor de betoonde mede
werking en twijfelde er niet aan, of de
bazar zal slagen. De loterij zal zeker
daartoe niet weinig bijdragen. Spr. wees
er in het bijzonder ook op dat mede
werking is verleend door alle kringen
in de gemeente. Met genoegen deelde
hij mede, dat de N.V. de P.Z.E.M. kook
gerei beschikbaar stelde om electrisch
oliebollen te bakken. Met de beste wen-
schen voor het slagen, verklaarde spr,
den bazar geopend-
OOSTKAPELLE. Dinsdagmorgen tij
dens den ijzel had 't raadslid Z. het on
geluk op den weg te vallen, waardoor
hij een arm brak. Op medisch advies
werd hij terstond naar het gasthuis te
Middelburg vervoerd.
WEMELDINGE, Met ingang van 1
Febr- 1936, is het echtpaar J, A. de
Blaeij en P. G. de Blaeij-den Hamer, va
der en moeder in het tehuis van Ouden
van Dagen, „Vrede-Best" alhier, in ge
lijke betrekking benoemd te Velp. (Geld.)
WEMELDINGE. Ter gelegenheid van
het zestigjarig huwelijksfeest van het
echtpaar P. Lindenbergh-Dekker, waren
vele vlaggen uitgestoken en versieringen
aan en nabij de woning aangebracht.
Het was den geheelen dag een komen
en gaan van vele vrienden en bestuurs-
wi jyv/j.uvi.v o vil UVll \_J C-mCClllCl X-/ C C
avonds maakte het muziekgezelschap
bliek op de been.
ik gedaan heb, vader", zei Louis. „Mar
garet en ik hebben elkaar ons woord ge
geven."
Oliver ging naar de deur toe.
„Als je met haar trouwt, jongen", zei
hij, „dan beteekent dat, dat je van mij
weg gaat. Ik heb mijn principes. Er zijn
er, die beweren, dat een vrouw meer
is dan vader en moeder samen en...."j
„Dat vind ik ook", bemerkte Louis.'
„Ik ben er vast van overtuigd. In elk
geval hoorde het ozo te zn.ik hoop,
dat het in mijn geval zoo zal zijn
ik zal er in ieder geval mijn best voor
doen."
„Ik ben het er niet mee eens!" zei
Oliver. „Een vrouw is niets meer dan
een vreemde in de familie, waarin ze
door haar huwelijk komt, als je alles
goed uitrekent."
„Daar verschillen we van meening!"
„Dus.op dat punt staat jouw mee
ning vast?" vroeg Oliver met een
laatsten blik op zijn zoon.
„Zoo vast, vader, dat niets ter we
reld dat veranderen k,anNiets,
niets!"
Oliver schudde het hoofd, maar zei
niets. Eenige oogenblikken bleef hij
nog staan treuzelen tusschen het ven
ster en de deur, doende alsof hij naar
een werkteekening aan den wand keek.
Vtaar eindelijk ging hij toch.
„Nou,.... in dat geval valt er niets
meer te praten naar het schijnt!" zei
hij.
Hij sloot de deur achter zich en ging
door het groote huis heen. Eenige mi
nuten later ging de gong voor het dfner.
Op dat geluid stond Louis op, nam een
pet, die op zijn lessenaar lag en zette
die op, liep naar beneden en hield in
de gang een der dienstboden staande.
„Ik blijf niet eten", zei hij. „Zeg te
gen miss Benia, dat ik heel laat op de
club geluncht heb en nu geen trek meer
voel."
Eenige oogenblikken later zag Oliver
door het raam van de eetkamer zijn
zoon door den tuin heengaan.
HOOFDSTUK V.
Het jongere geslacht.
Eenmaal buiten het grondgebied van
zijn vader, stak Louis Carsdale zijn pijp
op, stak die vast tusschen zijn tanden,
duwde zijn handen diep in zijn zakken
en liep met groote passen en gebogen
hoofd in gedachten verzonken voort
over de heide. Hij was reeds tot de con
clusie gekomen, dat een man op zijn
levensweg nu en dan op kruispunten
komt, waar hij beslissen moet, welke
kant hij uit wil gaan. Hier stond hij op
zoo'n kruispunt. Hij voelde niet veel
aarzeling betreffende den weg, dien hij
kiezen zou. Maar omdat hij hoopte,
dat Margaret Bickerdyke dien weg met
hem zou gaan, was het noodzakelijk,
dat hij eerst met haar sprak, voordat
hij dien insloeg. Daarom ging hij nu
naar haar toe. j
Een halve mijl verder, in een diepe
kloof tusschen de heuvelen, lag een
boschje pijnboomen, waardoorheen een
beekje stroomde naar de vallei. Daar
begaf Louis zich nu heen, tot hij aan 'n
dracht".
stentenis van den voorzitter, de aanwe
zigen welkom, en dit in het bijzonder
den burgemeester van Middelburg, den
heer M. Fernhout, de eere-leden der
vereeniging, den waarnemenden com
missaris van politie en de aanwezige le
den der aangesloten vereenigingen.
Dank bracht spr. aan het gemeente
bestuur voor het weder afstaan van den
Stadhuishal en wees er op, dat Goes
zich thans ook heeft aangesloten en als
zoodanig samen werkt met de M. T. V.
De burgemeester van Vlissingen zond
bericht van verhindering, evenals de bei
de wethouders en de heeren v. d. Mijle
en Orné.
Spr. bracht dank aan de firma v. d.
Mijle, die in haar winkel een reclame
étaleerde voor de zaak en voor de ten
toonstelling samen.
Men heeft van den zomer rustig over
wogen of men al of niet een tentoonstel
ling zou houden. Maar men begreep dat
men niet stil mag staan, stilstand is ach
teruitgang en men moet juist vooruit.
De M.T.V. blijft op hoog peil staan,
gezien ook de resultaten van leden op
tentoonstellingen elders.
Jammer dat het ledental nog iets zakt,
vroeger heeft spr. wel eens aangemoe
digd, dat ieder lid een nieuw lid zou aan
brengen, nu meent hij, dat als men geen
100 kan toenemen, dit toch wel 50
kan zijn, als iedere 2 leden één nieuw lid
weten te bezorgen.
Hierna verzocht spr. den burgemees
ter, die tot zijn genoegen thans niet ver
hinderd was, de tentoonstelling te ope
nen.
De burgemeester zeide ook zij
nerzijds verheugd te zijn, niet zooals in
1933 en 1934, verhinderingen te hebben,
omdat hij sympathiek staat tegenover de
M.T.V. Al zou er over de andere soor
ten van fokkerij ook heel wat te zeggen
zijn, wilde spr. zich toch bepalen tot den
hoenderteelt. Hij wees op de groote
waarde van het ei, die men al meer en
meer ging erkennen en die leidde in
1886 tot oprichting van Avicultura en in
1901 tot die van de V.P.N.
Reeds vóór onze jaartelling deed men
ontzettend veel aan kippenteelt en ken
de men reeds de verwarmde plaats voor
het uitbroeden der eieren, maar na de
Egyptenaren, deden de Grieken en Ro
meinen er heel wat minder aan en het
duurde jaren voor men weer ten volle
zich er op toelegde. Wat dit grooten-
deels voor den verkoop, dus voor het
doen van zaken, de bij de M. T. V. aan
gesloten vereenigingen bestaan uit per
sonen, die werken uit liefhebberij.
Bijna ieder heeft een of andere lief
hebberij, er zijn veel verkeerde liefheb
berijen, maar hier geldt het een edele
en voortreffelijke liefhebberij.
Een materialist vraagt alleen: wat
verdien ik er aan? Maar hier geldt het
liefde voor de natuur, waaronder men
verstaat liefde voor de planten, de
bloemen en ook zeker voor de dieren.
Spr. geraakt volgens zijn zeggen aan het
philosofeeren, en dat nu is zijn liefheb
berij.
rustig plekje tusschen de boomen kwam,
waar een rotsblok boven de wielende
wateren uitstak. Hij ging zitten en
wachtte, totdat hij Margaret van de an
dere zijde hoorde aankomen.
Toen ze naderbij gekomen was, wend
de hij zich naar haar om en nam haar
onderzoekend op. Hij had haar al van
jongsaf gekend, maar nu trachtte hij
zich een oordeel over haar te vormen,
alsof hij haar voor de eerste maal zag.
Toen ze vlak bij hem was, glimlachte
hij voldaan.... hij voelde zich er ze
ker van, dat zij er geen meisje naar
was, om te aarzelen voor den stap, dien
hij haar wilde voorstellen te doen.
„Al terug?" vroeg Margaret Mary,
zich naast hem nederzettende. „Ik was
er al benieuwd naar.... en kwam dus
eens kijken".
Louis nam haar hand in de zijne en
hield die vast. Hij was niet erg uitbun
dig iii zijn liefdesbetuigingen en de
meeste meisjes zouden hem droog en
flegmatiek gevonden hebbenmaar
Margaret begreep hem.
„Vanmiddag teruggekomen", ant
woordde hij. „En den toestand aardig
gespannen gevonden. Mijn vader en de
jouwe, Margaret, hebben samen ruzie."
„Dat wee*t ik", antwoordde Marga-
tet. „Vader bracht een van zijn club
vrienden mee te dineeren.... en ze
hebben het er voortdurend over ge
had. Ik ben er zoo gauw ik maar kon
tusschenuit. gegaan."
„En. hoe neemt jou vader het op?"
vroeg Louis,
„Je weet, hoe hij is", antwoordde
(Ingez. Med.)
Spr. meende te moeten eindigen en
de hoop uit te spreken, dat de tentoon
stelling door een groot bezoek moge
slagen en hij opende deze daarmede
onder applaus.
De voorzitter dankte den bur
gemeester voor de sympathieke wijze,
waarop hij de tentoonstelling had ge
opend en hoopte, dat hij het nog meer
malen zou kunnen doen.
De heer W. J o z i a s s e, oud-secre
taris der M.T.V., die voor de opening
was overgekomen, sprak naar aanleiding
van de uitdrukking „Hoe bestaat 't",
die hij zoo dikwijls hoort. Inzake de
jaarlijksche tentoonstellingen te Middel
burg, behoeft men dat niet meer te vra
gen, want deze hebben haar bestaans
recht ten volle bewezen.
Hierna begaven allen zich naar den
hal en bewonderden met groote be
langstelling de keurige tentoonstelling.
De bekroningen.
De keurmeesters, die Dinsdag hun
werk verricht hebben, kenden de vol
gende prijzen toe:
Afdeeling hoenders: Aan de volgen
de personen uit Middelburg: J. Melse,
één tweede; J. Simpelaar 1 eerste 1
tweede; J. J. Valkier 1 eerste, 2 twee
de; J. J. Antheunisse 5 eerste, 2
tweede, 1 derde; H. v. Boven, 2 eerste;
C. Joziasse 1 eerste; W, H. Antheu
nisse 1 eerste, 1 tweede; Wl de Pag-
ter 1 tweede.
Aan de volgende personen uit Goes:
A. Priester-Meliefste 3 eerste, 3 twee
de, 1 derde; J. Wisse 2 eerste, 2 twee
de, 2 E.V.; J van Splunder 1 eerste; A.
Corstanje 5 eerste, 2 tweede.
Verder M. J. Rottier, Vlissingen 2
eerste, 1 tweede, 1 derde, 1 EV; I. J.
Luteijn, Vlissingen 4 eerste; J. van
Splunder, Souburg 2 eerste, 1 tweede;
M. Steijn, Hoedekenskerke 3 tweede,
3 derde, 2 EV; Mevrouw Kraamer, 't
Zand 1 eerste; A. H. Dijkmeijer, Schild-
wolde 5 eerste; P. Polderman, Koude-
kerke 1 eerste.
Afdeeling Dwerghoenders: Aan de
volgende personen uit Middelburg:
A. Francois 1 eerste, 3 tweede; W. de
Pagter 2 eerste; J, J. Antheunisse 3
eerste, 3 tweede, 2 derde; J. C. Voge
lenzang 1 eerste; G. Baas 4 eerste, 1
tweede: J. J. Valkenier 5 eerste; M.
C. v. d. Driest 2 eerste, 1 tweede; J.
Simpelaar 1 eerste.
Verder: W. Anker, Vlissingen, een
derde; M. J. Rottier, Vlissingen 1 twee
de; Gebr. Adema, Vlissingen 3 eerste;
J.. van Splunder, Souburg 2 tweede;
W. Kerkhove, Souburg 1 eerste, 1 der
de; P. Jacobse, Souburg 1 eerste, 1
1 tweede; H. H. Antonisse, Souburg, 1
eerste, mevrouw Kramer, 't Zand 2
eerste; J. A. de Jonge, Eindhoven, 3
eerste.
Afdeeling Sierduivem: J. A. Maat,
Middelburg 1 eerste, 1 derde; H. Va
der, Oostkapelle 1 EV; A. Marinusse,
M,argaret.
Louis gaf geen antwoord. Alleen keek
hij zijn meisje op eigenaardige manier
aan. Margaret leek heel veel op haar
vader. Ze was, zooals men in Halfirth
vond, aan den kleinen kant, van nau
welijks middelbare lengte'; ze had de
knappen trekken, de scherpe grijze oogen
en 't rosse haar van Bickerdyke; evenals
hij liep ze hoog opgericht, om v,an haar
lengte te maken, wat er van te maken
was. Maar al was ze kort, ze was bij
zonder sierlijk gebouwd; de koppig
heid van Bickerdyke was in zijn doch
ter vastheid van karakter en beslisthied;
en zij bezat een meer dan gewone be
valligheid en aantrekkelijkheid. Louis,
die voor zichzelf meende andere men-
schen naar het uiterlijk goed te kun
nen beoordeelen wat hun karakter be
trof', vond zijn keuze goed.... geen
vrouw kon geheel volmaakt zijn, maar
Margaret Mary was toch een heel eind
op weg.... en ze zou nog wel verder
komen!
„En?" vroeg hij na een poosje, „wat
denk jij er van?"
„Och het zal wel zijn als iedere ru
zie.... onzinnig en nutteloos", ant
woordde Margaret,
Louis liet de hand van zijn meisje
los, en ging met de hand achter het
hoofd achterover op den rotsgrond lig
gen, starend naar het afsteken der fiine
naalden van de jonge dennen tegen de
lucht.
(Wordt vervolgd.)