DE ONBUIGZAMEN. TOILET ZEEP in Jêerfverpakhmg TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBÜRGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN WOENSDAG 18 DECEMBER 1935. No. 298. KROfifËK van den ÖÜO. PROV. STATEN VAN ZEELAND. POND Laval verdedigt zijn beleid, De critiek op het vredesplan noemt hij onjuist en onrecht vaardig, Het ontwerp gaat van hetzelfde beginsel uit als dat van de commissie van vijf, „Mijn politiek is gericht op handhaving van den vrede." Minister-president Laval heeft giste ren in de Fransche Kamer zijn beleid ten aanzien van het Italiaansch-Abessijnsch conflict verdedigd. Van links was scher pe critiek uitgebracht op het door hem en Hoare ontworpen vredesplan. Laval wenschte daartegen op te komen. Hij achtte die critiek onjuist en onrechtvaar dig. Wij moeten streven, zeide hij, naar een oplossing van het conflict. Onvoor zichtigheid zou den oorlog in Oost-Afri ka naar Europa hebben kunnen doen overslaan. A'les goed en wel, maar dat mag men nooit riskeeren. Bij mijn pogingen den vrede voor Frankrijk te handhaven, aldus Laval, handel ik steeds volgens mijn geweten. De eerbied van Frankrijk voor het Hand vest van den Volkenbond heeft zich niet slechts door woorden, maar ook door daden geuit. Wij hebben alles gedaan om den oorlog in Abessynië te voorko men. Toen hij eenmaal verklaard was, hebben wij te Genève het mechanisme van de collectieve veiligheid in werking gesteld. Vóór het uitbreken van de vijandelijk heden zijn wij met de Engelsche regee ring overeengekomen, geen enkele mili taire sanctie toe te passen, noch eenigen maatregel te treffen, waar een blokkade ter zee uit zou kunnen voortkomen. Wij hebben alles vermeden, wat uitbreiding van het conflict in Europa kon uitlok ken. Wat dwangmaatregelen tegen Italië betreft, herinner ik er aan, dat ik den wensch te kennen heb gegeven, dat zij slechts toegepast zouden worden na het mislukken van een nieuwe bij Italië on dernomen poging tot verzoening. Deze poging ondernemen wij thans. Ik heb mij echter ook bij de opvatting van de Engelsche regeering aangesloten, om niet een samenwerking (tusschen Engeland en Frankrijk) te verzwakken, waarvan ik altijd gedacht heb, dat zij voor ons land een wezenlijk element van veilig heid vormt. Laval bracht vervolgens in herinne ring, dat het coördinatie-comité het uit gesproken heeft, dat Frankrijk alle voor geschreven maatregelen heeft toegepast. Dit laatste was voor Frankrijk in het bijzonder pijnlijk cm te doen, gegeven de vriendschapsbanden, die het aan Ita lië binden. Men zegt, zeide Laval, dat wij een premie aan den aanvaller heb ben toegekend. Vooreerst hebben wij niet anders gedaan, dan een plan op stellen. Een beslissing konden wij niet nemen. Wij hebben een opdracht ver vuld, die de Volkenbond ons heeft ge geven. Hij alleen kan tenslotte een besluit nemen. Ik wijs daarom ook de critiek, die er op ons plan is geoefend, af als onrechtvaardig en onjuist. Het is voMoende het plan der commissie van vijf, dat voor het uitbreken der vijan delijkheden werd ontworpen, te vergelij ken met de te Parijs opgestelde formu les, om te zien, dat beide documenten door dezelfde beginselen zijn ingegeven. Ik zal niet tot een onderzoek in onder deden overgaan. Anderen moeten dat te Genève doen, zoo zij dat nuttig oor- deelen. Ik weet, wat men ons verwijt, maar ik zie niet in, welk stelsel men tegen over het onze kan plaatsen. De verant woordelijke gedelegeerden der verschil lende landen zijn het er over eens ge worden zekere maatregelen ter toepas sing van het pact te beperken. Om de door J. S. FLETCHER. 5). Oliver stiet een kreunend geluid ui* en balde de vuisten, „Die vervloekte kerel", brulde hij. „Hij wist heel goed, dat ik het hebben wou.... dat wist hij al te goed!" ITargreaves keek hem opeens met be langstelling aan. „Wist hij het?" vroeg hij. „Hebt u het hem danverteld?" Oliver gromde als een kwade hor.d, aan wien een andere hond een been ontstolen heeft. „Bickerdyke en ik zijn goed met el kaar geweest.... nu ja, geen boezem vrienden.... maar toch wel vrienden., meer dan kennissen in elk geval.... Hij kwam bij mij over huis en ik bij hem.... Er heerschte vriendschap tus schen onze families. Ik heb zelfs zoo'n idee gehad, dat mijn zoon, Louis John., nou ja. een kijkje had op die dochter van Bickerdyke op Margaret Ma ry.... ik heb ze tenminste wel samen zien wandelen en zoo meerIk be schouwde Joe als een vriend.en zoo doende heb ik me wel eens over I?y- vedale tegen hem uitge'aten Hij wist het.... hij wist, dat ik mijn zinnen er op tfezet had! Wat een vuile gemeene spreek. wat een ploertenstreek is hei dan van hem!" n Gemeene streek is het zekeU" stemde Hargreaves toe, met samenge vouwen vingers voor zich op zijn papie ren starende. „Bickerdyke is een erg mogelijkheid van een uitbreiding van den oorlog te vermijden, heb ik, ik zeg dit ronduit, in het volle besef mijner ver antwoordelijkheid, de voorkeur er aan gegeven formules te vinden, die, zoo zij werden aangenomen door de belangheb bende regeeringen, ons een vreedzame oplossing van het conflict zouden kun nen geven. Een eervolle en rechtvaar dige oplossing, zoo zij het zegel draagt van den Volkenbond. Iedereen vraagt om vrede, men praat altijd uit naam van den vrede, en oefent in naam van den vrede critiek, terwijl ik handel ten gunste van dien vrede. Ieder land is meester van zijn lot, onze republiek, die vrij, sterk en vredelievend is, wil zich verstaan met een ieder voor het handhaven van den vrede in Euro pa. Niet zonder droefheid zou ik zien, dat zich in het beangstigende vraagstuk, dat wij te Genève moesten op'.ossen, waardeering ten opzichte van de ver schillende buitenlandsche staatsvormen zou mengen. (M.a.w. men moet zich niet laten leiden door anti-fascistische gevoe lens.) Ik onderhandel met alle regeeringen, die zich bereid hebben verklaard, hun deel van opofferingen bij te dragen aan het werk van het herstel van Europa. En omdat dit ideaal mij nog ter har.e gaat, en omdat ik in een waardig Frank rijk de veiligheid onzer haardsteden wil handhaven, volhard ik, zoo zeide Laval ten slotte, bij een politiek, die mijn ge weten voldoening schenkt, omdat zij uits'uitend op het handhaven van den vrede gericht is. Vergadering van Dinsdagmiddag. Het wegenreglement. Voortgezet werd de behandeling van het Reglement op de wegen en Voetpa den in Zeeland. j De heer KODDE wilde het verbod op een voertuig, dat in beweg ng is, te klim men of zich daaraan vast te houden niet doen gelden voor den bestuurder of het bedienend personeel van den wagen. De heer ADRIAANSE bestreed het idee-Kodde en dit deed ook de heer DIELEMAN, die zeide, dat het niet slaat op een voerman, die naast zijn wagen gaat. I De heer KODDE zeide, dat afstappen niet verboden is, en dat is ook gevaar lijk. Het amendement werd verworpen met 20 tegen 19 stemmen. De heer KODDE wilde verandering in het artikel over het in bedwang houden van een trekdier. De heer GOOSSEN meende, dat het reglement overeenkomt met het Rijks- reglement en begreep niet, dat de heer Kodde met al die amendementen komt. Het betreffende amendement werd verworpen met 30 tegen 9 stemmen. De heer DE MILLIANO wees op een bepaling over het vervoer van hengsten, waarbij de geleider het dier bij den kop moet hebben. Ook wees spr. op de moei lijkheid uit te maken of een stier al of niet reeds Wi jaar is; beter is te spre ken van al of niet reeds tanden gewis seld hebben. De heer DIELEMAN verdedigde de redactie van het ontwerp-reglement, Ged. Staten namen alleen over voor stieren in plaats van 1 jaar te lezen 2 jaar. De heer KODDE wil niet alleen met motorrijtuigen, doch ook met rijwielen het voorbijrijden van optochten enz. ver- b:eden. Dit werd verworpen, met 35 te gen 4 stemmen. Het g'aheele reglement werd z.h.s. goedgekeurd. Waterschap Schouwen. Over het voorstel om ook voor het Waterschap Schouwen de mogelijikhe; fe scheppen om voor alle uitgaven xhel gebouwd te doen bijdragen, was nog geen algemeen verslag verschenen en v/as besloten dit voorstel alsnog in de afdeelingen te behandelen en wel het begin van de middagvergadering Aanslag van het gebouwd. Ged. S*aten stelden voor afwijzend te beschikken op het verdoek van 292 aangenlagenen in het dijkgeschot van de gebouwde eigendommen in ueT Wa terschap Krabbendijke om in het alge meen reglement voor de polders te be palen, dat geen geschot kan wordeit ge heven van de gebouwde eigendommen, gelegen in polders of waterschappen, welke niet met onderhoud van zeewe ring of oeververdo-l^irirf zijn belast. De heer VAN GORSEL vroeg, waar om het aan Goes wel en aan Krabben dijke niet is toegestaan. De heer V. D. FET TZ vreesde, dat de strijd tusschen de eigenaren van het ge bouwd en van het ongebouwd, geregeld zal voortgaan. De heer DIELEMAN zeide, dat de vraag van den heer Van Gorsel fe-'telijk buiten de orde is; het besluit inzake de Breede Watering is geheel gepubliceerd. Ged. Staten moeten tot nu ieder geval op zich ze'f beschouwen en het zal lang zamerhand tot een vaste lijn komen. De heer VAN GORSEL vroeg zich af, of de uitvoering van de wet, wel in be voegde handen is. Op zijn verzoek werd over het voor stel g'estemd en werd dit aangenomen met 36 tegen 3 stemmen. Met de N.S.B. stemden de heer Adriaanse tegen, IIMDMrV alSiiSI (Ingez. Med.) originele stukken met jaarkalender 1936 (Ingez. Med.) gesloten kar,akter!" „Gesloten?" herhaalde Oliver woe dend. „Hij. is een leugenaar! Is het niet erger dan liegen om je in te dringen in het vertrouwen van een ander en hem dan achter zijn rug te besfelen/ bh/ het me vrij en openlijk tegen hem uitpra ten, alsof hij mijn vriend wasen hij wist allang, wat hij me wilde aandoen! En hij heeft het gedaan ook! O, als ik de kans maar gehad had, dan zou ik wel hooger geboden hebben dan hi) Voor elke honderd pond, die hij bood, had ik er duizend boven op gelegd... ik ben tweemaal zoo rijk als hij En wat had hij voor recht op dat oude huis? Heelemaal geen recht! Ik had ten minste eenig recht.... en ik ben he nu kwij+ Er klonk verdriet uit die laatste woorden en de zaakwaarnemer schooi onrustig op zijn stoel heen en weer. „Het spijt me erger dan ik u zeggen kan, meneer Carsdale", zei hij. ,U wee- zelf heel goed, wat ik u beloofJ dat ik u waarschuwen zou, zoodra lord Ryvedale ook maar iets los liet ovet verkoopen.dat ik u dan dadelijk als kooper zou aandienen. En dat zon ik gedaan hebben ook. Maar ik verze ker u nogmaals dat ik er niet het min ste idee op had. dat ik het niet he1" kunnen droomen!" „Ik maak er jou ook geen verwijf van", zei Oliver. „Heelemaal niet. Ik weef best hoe het gegaan moet zijin Joe Bickerdvke heeft hem overgehaald Weet je, wat hij er van voorgegeven heeft?" „Nit het minste benul van! En ik ver onderstel dat ik het ook wel nooit ,g;e weten zal komen. Het heele zaakje is zoo geheimzinnig en zoo snel afgehan deld en zoo onverwachts...." „Had je er heelemaal geen idee van, dat lord Ryvedale geld noodig h,ad?" „Neen.heelemaal niet. U moet er aan denken, dat ik nooit anders dr, zijn plaatselijke zaken hier heb waar genomen. Het is nu zoowat vier jaa; geleden, dat hij er eens op gezinspeelc heeft dat hij de abdy wel zou wilier verkoopen. Maar toen was dat nog nie; meer dan een zijdelingsche bemerking en na dien tijd heeft hij er geen woor meer over gezegd of geschreven. Maa» ja, ik was er wel van overtuigd, da- hij vroeg of laat verkoopen zou. „Ja, ik doorzie het z,aakje wel' bromde Oliver. „Bickerdyke heeft na tuurlijk gezegd.... hier heb je contan- geld. en toen is zijn hoogheid doo de mand gevallenMaar waar heef Bickerdyke de abdy voor noodig. wat beteekent die voor hèm? Ik ben daar geboren! Bickerdyke, die vervloek te kerel, is niet eens in Halfirth gebo ren. Hij kwam hier uit 't Noorden., ik weet nog heel goed, dat hij kwam. A' klerk bij den ouden Pollard.... toe- ik al chef bij Chettleworth was. We, hebben samen nog les op de Zondags school gegeven.Zoo'n vervloekte geniepige rat!" Zwijgend b'eef de zaakwaarnemer wachten, tot Carsdale ,wat uitgeraasd 'ou zijn. Eindelijk keek hij eens op, in de hoop, dat zijn cliënt wat gekalmeerd zou zijn- I „Ja", zei hij e:ndelijk, „het is voor u een verschrikkelijke teleurstelling, maar het is nu eenmaal een geval, waar niets meer aan te doen valt. Toch., ja, daar valt me iets in.." Rechten aanlegplaatsen. Ged. Staten stelden voor de rechten voor het gebruik van de Provinciale steigers of aanlegplaatsen, wanneer het geldt een gezelschap van tenminste 20 personen, te verminderen met twee vijfden van den prijs per persoon, In de afdeelingen was dit voorstel met sympathie begroet. Alzoo besloten z.h.s. Personeel ZEGAM. Ged. Staten stelden voor den Ne- derlandschen Bond van Personeel in Overheidsdienst niet ontvankelijk te verklaren in haar verzoek betreffende de arbeidsvoorwaarden van het perso neel van de N.V. Zeeuwsche Gasmaat schappij. De heer DE BAARE zeide, dat de Bond alleen vr,aagt te willen bevorde ren, dat de directie en de raad van commissarissen overleg plegen met het personeel. Men heeft getracht met Je directie en commissarissen in contact te komen, maar die zeiden, wij doen niet aan georganiseerd overleg, wij re gelen loonen en arbeidsvoorwaarden. Men vraagt nu alleen aan Ged. Stater te bevorderen dat men ook bij de Z. E G. A, M. overleg pleegt. Men moet ah Staten alleen uitspreken overtuigd te zijn van de sociale rechtvaardigheid van het overleg. De heer VIENINGS meende, dat mer moet zorgen, dat instellingen van het particulier initiatief en kapitaal doch feitelijk semi-overheidsbedrijf, nie' anders doen in zaken als gevraagd, dan overheidsbedrijven. Men heeft dan toch op het minst het recht een wenk te ge ven, want anders heeft de Provincie „Wat^dan?" „Wel", antwoordde Hargreaves, een beetje bedeesd, „U zei daareven, dat u meende, dat uw zoon.... een oogje had op miss Bickerdyke. Veronderstel nu eens, dat het tot een huwelijk komt in dat geval., zij is immers eenig kind., komt het goed toch in uw fami lie! Dat is toch wel de moeite waard om eens over na te denken, meneer Cars dale u zoudt het Bickerdyke mis schien kunnen vergeventerwille van de jongelui.." Maar Hargreaves had het laatste woord nog niet gezegd, of hij wist, dat hij voor doovemans ooren gesproken had Oliver wierp hem een woedenden blik toe en ging naar de deur, „Ik vergeef Joe Bickerdyke niet, voordat ik hem in zijn graf zie liggen-" r ep hij nijdig uit. „En wat betreft een huwelijk tusschen mijn eigen vleesch en bloed en het zijne., geen denken aan, beste jongen! Niet zoolang ik leef! Ik heb jarenlang geleefd in het vooruit- Acht om dat oude goed te verkrijgen., ik wil mijn leven nu besteden, om wraak te nemen op zijn niéuwen eigenaar! En., wreken zal ik me!" Met zware schreden ging hij de trap af en de straat op, in zichzelf mompe lend, zonder zich te bekommeren over den menschen. die hem tegen kwamen. Dat het nu juist Bickerdyke moest zijn. Het zou al een zware slag voor hem ge weest zijn, als een vreemde hem was voor geweest, maar dat een buurman hem bestolen had, een inwoner van zijn eigen stad, een vriend, dien hij meende te mogen vertrouwen.dat was meer dan bitter. niets aan het bezit van de meeste aan- deelen en commissaris plaatsen; als zij nog niet mag optreden als het ideeële belangen van het personeel betreft. Spr. diende een motie in, waarin de Staten, gehoord de besprekingen, van oordeel zijn, dat er een indirecte me- dezeggingsschap is, en daarom de com- missarissen opdragen mede te werken, aan het invoeren van overleg bij de Z.E.G.A.M. De heer VAN 'T HOFF verdedigde het verzoek, dat zeer bescheiden is. Hij kan niet medegaan met het voorstel, maar ook niet medegaan met de scher pe motie-Vienings, De heer DEKKER, die enkele malen te hooren krijgt, zich bij het onderwerp te moeten houden, verklaarde zich eens met den heer Vienings. De heer VAN DUIN achtte, het na mens zijn fractie, van groote beteeke- nis als er een goede verstandhouding is tusschen directie en personeel, zulks in het belang van het bedrijf, De heer ADRIAANSE gaf toe, dat Prov. Staten niet direct invloed heb ben op dit gebied maar men moet alles doen om overleg mogelijk te maken. De heer VIENINGS verdedigde de motie nader. De heer GEELHOED protesteerde te gen de uitdrukking in het algemeen ver slag, dat bij het liberalisme alle arbei dersbelangen worden verwaarloosd. De heer VAN BOMMEL VAN VLO TEN zeide, dat er feitelijk in deze zaak twee principieele kwesties zijn. Het is niet juist, dat de directie en commissarissen, zonder meer onderhan delingen verwerpen. De ZEGAM heeft En tengevolge van zijn bittere stem ming kwam een gedachte bij hem bo ven, die niet ophield zijn stemming nog meer te versomberen- 'n Vriend! was Bickerdyke wel ooit 'n vriend geweest? Ja, ze hadden elkaar wel heel wat jaren en van nabij gekend., ze hoorden tot dezelfde partij., waren leden geweest van denzelfden gemeenteraad, hadden samengewerkt.maar dat was nog geen vriendschap. Maar er was meer ge weest, Hun heele leven lang waren ze buren geweest; ze waren het nog. Het huis van Bickerdyke lag nog g'een mijl van dat van Carsdale af Ze waren el kaar minstens eens per week komen bezoeken om een sigaar te rooken en samen een glas port drinken; beiden hadden ze plezier in eikaars gezelschap gehad. Dat had toch wel veel van vriendschap weg! En er was nog meer geweest. Toen Carsdale zijn vrouw verloren had, was Bickerdyke hem ko men troosten en had hem gezelschap gehouden., dat was toch wel vriend schap geweest. En in den laatsten tijd had Louis John Carsdale, de eenige zoon, die hem overgebleven was, het hof gemaakt aan Margaret Mary, de eenige dochter, die Bickerdyke .ooit had gehad., en de beide vaders wisten er van af en schenen beiden een stil zwijgende toestemming te geven. Jaze ker.. tot een half uur g'eleden zou hij B:ckerdyke besh'st een vriend genoemd hebben. Maar nu.. „Zoo'n vervloekte, valsche, gluiperige hond!" bromde Oliver- „Een, die stie- kum belaagt! Maar., ik zal hem er on der krijgen! Ik zal hem.." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1935 | | pagina 5