i
DE ONBUIGZAMEN.
ing
IBÖÜEK van den DAG.
ZEELAND.
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN MAANDAG 16 DECEMBER 1935. No. 296.
MIDDELBURG.
dooe EDEL-STUFSEL
45, 2*
veren:
&5—70,
40,
Je kw,
leren:
I, alles
3e kw.
111, 3e
tuggen
prima
landel
irkens,
)rijzen.
matig,
[export
choon:
•6, van
f>5, van
60—
:en: 50
c. per
f 2—
1,20—
1,50—
J poters
1—1,90,
?heva-
srwten
bruine
sa»s>
slob-
ïoedjes,
ïs, trui-
tentjes,
Poppe,
Mid-
ïen te-
Hulst
Li Telef.
President Masaryk afgetreden,
Hoe hij de Tsjechen en Slo-
vaken bevrijdde en een onaf
hankelijke republiek stichtte,
Een wijze vader des vader
lands, Wat nu? Vel Tsje
chen zien de toekomst met zorg
tegemoet.
Het was reeds verscheiden weken een
publiek geheim, dat Thomas Masaryk,
de 85-jarige president van de republiek
Tsjecho-Slovakije, in verband met 7ijn
gezondheidstoestand, zijn ambt wilde
neerleggen. Zaterdag is het er van ge
komen. Om 12 uur 's middags ontving
de grijze staatsman den minister-presi
dent Hodza en de voorzitters van Kamer
en senaat en deelde hun zijn besluit me
de. Woensdag zullen Kamer en Senaat
bijeen komen om den opvolger van Ma
saryk te kiezen.
De jonge Tsjecho-Slovaaksche repu
bliek heeft ontzaglijk veel aan Thomas
Masaryk te danken. Haar ontstaan op
de puinhoopen van het voormalige kei
zerrijk Oostenrijk-Hongarije, de Donau-
monarchie der Hasburgers, was zijn le
venswerk. Vele jaren vóór den wereld
oorlog streefde Masaryk, die het van
eenvoudigen koetsiersjongen tot hoog
leeraar te Praag had weten te brengen,
al naar een beter lot voor de diverse
volksstammen, die van Ween en uit niet
al te zachtzinnig werden geregeerd. Als
Tsjech van geboorte, voelde hij, hoe de
Tsjechen en Slovaken, de Bosniërs en
Kroaten etc., het conservatieve bewind
der Habsburgers steeds feller moesten
gaan haten. Het had geen oog voor hun
nationale eigenaardigheden, hield louter
rekening met de belangen der dynastie
en onmiddellijke omgeving. Echter Ma-
saryk's streven was aanvankelijk niet re-
volutionnair. Hij wilde geen verbreking
van de banden met Weenen, doch een
soort van federale monarchie, waarin de
verschillende volken het recht moesten j
hebben, hun specifieke belangen te be- j
hartigen,
Te Weenen dacht men er natuurlijk
1
niet aan, dergelijken wenschen het oor j
te leenen. In het systeem der Habsbur- j
gers pasten deze opvattingen niet. j
Slechts de ineenstorting van de Donau- i
monarchie zou den onderdrukten volken
de bevrijding kunnen brengen. Toen in
1914 de wereldoorlog uitbrak, was Ma
saryk bereids tot deze overtuiging geko
men. Hij reisde naar het buitenland,
zocht daar contact met de geallieerden,
om een mogelijke bevrijding van zijn
volk voor te bereiden. Te Weenen kreeg
men de lucht van zijn plannen en wer
den maatregelen genomen, om hem bij
zijn terugkeer te arresteeren. Masaryk
keerde echter niet terug. Vrienden, die
van het voornemen tot zijn arrestatie op
de hoogte waren, waarschuwden hem
tijdig. Aanvankelijk vestigde Masaryk
zich in Zwitserland, later in Londen. In
1916 wist hij het zoover, te krijgen, dat
Engeland en Frankrijk de bevrijding der
Tsjechen en Slovaken en de stichting
van een onafhankelijke Tsjecho-Slovaak
sche republiek in hun program van oor
logsdoeleinden opnamen.
Toen in Rusland het czarisme ineen
zakte, begaf Masaryk zich onmiddellijk
naar dit land, en vormde er een onaf
hankelijk leger van uitgeweken Tsje
chen en Slovaken, Zijn plan, om hiermee
zijn land te helpen bevrijden, leed echter
schipbreuk, doordat de bolsjewistische
revolutie, die niet lang op zich liet
.Wachten, het voorloopige min of meer
liberale bewind, na den val van den
czaar tot stand gekomen, omver wierp.
Na een avontuurlijken tocht door Sibe
rië wist Masaryk de Ver. Staten te be
reiken, waar men inmiddels ook voor
zijn plannen gewonnen was.
Reeds in 1915 had Masaryk een Na-
tionalen Raad voor een onafhankelijke
Tsjecho-Slovaaksche republiek gesticht
(met zetel in het buitenland natuurlijk).
door
J. S. FLETCHER.
3).
Boef
Rawlinson liet zijn blikken goedkeu
rend en bewonderend glijden over het
toekomstige eigendom van zijn gastheer.
Diana wees hij naar een hoogen, groe
nen dam, door een soort muur be
kroond, die er uit zag als een middel-
eeuwsche verdedigingstoren, welke de
vallei naar het zuiden afsloot.
„Wat ik vragen wouwat is dat
daar voor een damdat is toch niet
door de natuur gevormd, wel? Een of
.andere vesting of wat is het?"
Het stuursche gelaat van Oliver ont
spande zich in een glimlachje vol zelf
ingenomenheid.
„Dat is één van de dingen, die ik
bereikt heb, waarde heer. Een van mijn
geslaagde pogingen om Halfirth vooruit
e brengen. Dat is de bekende Ryvedale-
dam. Daarachter ligt het Ryvedale-re-
servoir. Twintig jaar geleden hadden
we hier geen fatsoenlijke watervoorzie
ning in Halfirth en toch was er op een
paar mijlen afstands water in overvloed.
was toen pas in den gemeenteraad
2|| 51 let °PSehouden, totdat ik mijn
had dl! fnrenj bur£erii aan werk
had gezet. In de moerasgronden hie-
water m overvloed. We hebbed-
toen een groot bassin laten bouwen en
Deze bereidde het bestuur op democra
tisch en grondslag voor. Toen in den
herfst van 1918 de Donau-monarchie in
eenstortte, was men te Praag onmiddel
lijk in staat den onafhankelijken staat te
constitueeren. Dit geschiedde den 13en
November en den dag daarop werd Ma
saryk tot president gekozen. Een maand
later hield hij zijn glorieuzen intocht in
de nieuwe hoofdstad. Als de groote be-
r vrijder, de vader des vaderlands, werd
hij toegejuicht. In 1920, 1927 en 1934 her
koos men hem telkens tot president.
Masaryk moet een wijs man zijn; een
filosoof in de beste beteekenis van het
woord en een menschenkenner. Deze
eigenschappen zijn den jeugdigen Tsje-
cho-Slovaakschen staat ten goede geko
men. Aan hem is het te danken, dat het
land zich tot dusver zonder al te groote
schokken heeft kunnen ontwikkelen.
Vele Tsjechen en Slovaken zullen zich
thans echter niet zonder angst afvragen,
hoe het nu verder moet gaan zonder
Masaryk. Politieke tegenstellingen zijn
er bij de vleet. Den laatsten tijd baart
vooral het optreden der Duitsche be
volkingsgroepen veel zorg. Onder lei
ding van een zekeren Henlein is de Su-
denten-Duitsche partij gesticht, die zich
oriënteert op het nationaal-socialisme
van Hitier en zich het liefst van Tsjecho-
Slovakije zou afscheiden, om bij Duitsch-
land te worden ingelijfd. Zoo is er meer,
dat zorg baart. Voorloopig blijft Masa
ryk natuurlijk op den achtergrond toe
kijken. Zoo noodig kan hij, als gevaar
dreigt, weer ingrijpen. Echter allengs
moet zijn invloed, nu hij eenmaal is af
getreden, gaan tanen, indien de dood
hem al niet eerder wegneemt. Op de
schouders van jeugdiger mannen komt
een zware taak te rusten. Zij zullen het
werk van Masaryk moeten voortzetten
zonder het aureool van bevrijder, van
vader des vaderlands om hun hoofden.
Eén dezer mannen is dr. Benesj, die
trouw met Masaryk de stichting der
Tsjecho-Slovaaksche republiek heeft
voorbereid en na 1918 telkens als (be
kwaam) minister van buitenlandsche za
ken optrad. Te Genève geniet dr. Be
nesj veel gezag. Masaryk heeft dezen
man als zijn opvolger aangewezen. Het
is echter niet zeker, dat hij zal worden
gekozen. Lang niet alle politieke par
tijen willen Benesj aan het hoofd van
den staat. Er zijn dan ook tegencandi-
daten gesteld. Met spanning wacht men
te Praag de vergadering der nationale
vergadering op Woensdag a.s, af.
KAMER VAN KOOPHANDEL
EN FABRIEKEN,
Ged, Staten van Zeeland pas
sen de verordening van ontsie
rende reclame te straeng toe,
meent het bureau.
Vrijldagavond a.s. vergadert de Ka
mer van Koophandel en Fabrieken
voor de Zeeuwsche Eilanden in de
Raadzaal te Middelburg.
De agenda omvat het opmaken van
eene aanbeveling voor de benoeming
van een lid van den Spoorwegraad en
een tweetal voorstellen van het bureau.
Het eerste is dat in verband met een
verzoek van de gemeente Haamstede.
In 1933 besloot de Kamer gedurende 6
jaren aan Haamstede een bijdrage van
200 per jaar te verleenen in den jaarl.
huurprijs van het vliegveld op Schou
wen. Nu is echter de gemeente eigena
resse van het luchtvaartterrein gewor-
de en is er derhalve geen huur meei
te betalen. Uiteraard moet echter de
gemeente rente betalen van de voor
den koopprijjs opgenomeii gelden en
ook alle onderhoudskosten voor haar
rekening nemen. Zonder steun van der
den is de gemeente daartoe niet bij
machte en B. en W. hebben derhalve
verzocht de bijdrage in de huur te mo
gen blijven genieten als bijdrage in de
exploitatie van het Luchtvaartterrein.
die dam is een waterkeering. In het
eerste jaar dat ik lord Mayor was, had
ik de eer het werk plechtig in gebruik
te stellen. Het is één van de beste wa
terwerken in heel Engeland! Ik zal je
eens een paar cijfers noemen, ik ken ze
zoo wel uit mijn hoofd. Het reservoir
strekt zich over zestig morgen land
uit. Het bevat ruim vierhonderd milll-
oen liter water. Het ligt achthonderd
voet boven den zeespiegel en vijfhon
derd voet boven Halfirthdeze val
lei loopt vrij snel af van het reservoir
naar de stadsgrenzen zooals u ziet. Die
dam is ongeveer achthonderd meter
lang! Ja^jer zijn natuurlijk lui genoeg,
die beweren, dat die dam de vallei van
veel natuurschoon beroofd heeft, maar
daar ben ik het niet mee eens. Ik ben
trotsch op dat waterwerk. Het is een
van de beste dingen, die we hier in Hal
firth hebben!"
„Die dam is zeker wel reusachtig
sterk", zei Rawlinson peinzend. „Stel
je eens voor dat die doorbrak, als het
reservoir vol was! Wat zou dan wel ge
beuren?"
„Wat gebeuren zou?" vroeg Carsdale
met een grimmig lachje. „U ziet zélf
hoe smal de vallei is.niet veel bree
der dan een halve mijlen bijna over
al rotswandenAls die dam door
brak, dan zouden eenige honderddui
zenden kubieke meters water hier ais
een lawine door de vallei heen storten
en alles, ook de oude abdy, zou als een
strootje worden meegesleurd en de stad
Het bureau stelt voor dit verzoek in
te willigen en wijst er op, dat daarvoor
toch feitelijk slechts een formeele wij
ziging van het besluit der Kamer noo
dig is.
Het tweede voorstel is naar aanlei
ding van de sedert 1913 bestaande Pro
vinciale Verordening tot het weren van
inbreuken op natuurschoon in Zeeland.
In deze verordening was een bepaling
opgenomen dat het plaatsen of aan
brengen van reclameborden niet van
toepassing was, voor zoover het geldt
reclame voor zaken, welke worden
vervaardigd of verhandeld, of voor be
drijven, welke worden uitgeoefend op
of in het onroerend goed."
Deze bepaling bood echter gemak
kelijk gelegenheid de eigenlijke strek
king der verordening handhaving
van het natuurschoon te niet te
doen. Hierin vonden Ged. Staten ten
vorigen jare aanleiding een voorstel bij
Prov. Staten aanhangig te maken, om de
bedoelde verordening te wijzigen.
Voorgesteld werd bovenstaande uit
zondering geheel te schrap.pen.
Ged. Staten behielden echter de be
voegdheid vrijstelling van het verbod te
verleenen wanneer naar hun oordeel
door de plaatsing van die borden de
schoonheid van het omliggend land
schap niet zou worden geschaad. Dit
voorstel werd door Prov. Staten zonder
veel discussie en z.h.s. aangenomen.
Ook het bureau juicht het zeker ten
zeerste toe, dat. aan het plaatsen van
reclameborden en dergelijken overal in
het landschap paal en perk wordt ge
steld, maar anderzijds is het van oor
deel, dat eveneens moet worden ge
waakt, dat niet onder motief van we
ren van inbreuk op natuurschoon fei
telijk elke reclame buiten de kom der
gemeente wordt belet. Van verschil
lende zijden bereikten het bureau
klachten, dat de bedoelde verordening
door Ged. Staten zeer streng wordt
toegepast en door dit college van de
bevoegdheid tot het verleenen van ont
heffing ook in die gevallen dat van
schending Van natuurschoon door de
reclame geen sprake is, slechts spora
disch gebruik wordt gemaakt. Ter be
voegde plaatse is dit laatste bevestigd.
Ter illustratie hoe rigoureus in deze
wordt op getreden, wijst het bureau
er op, dat aan een tramhuisje, op een
plaats waar geenszins van natuurschoon
sprake is, een bord was ,aangebracht
van een Verzekering Maatschappij. Dit
bord moest verwijderd worden, onthef
fing werd door Ged. Staten niet ver
leend. Borden van bierbrouwerijen aan
buiten-café's moeten verdwijnen, ook
al is van ontsieïng geen sprake. Het
bureau is van oordeel, dat in deze te
ver wordt gegaan en stelt voor tot
Prov. Staten een schrijven te richten,
waarin tot uitdruking wordt gebracht
dat de Kamer met alle waardeering
voor de bedoeling om inbreuk op na
tuurschoon te weren, toch van oordeel
is dat in deze ook niet moet worden
overdreven, zoodat het aan belang
hebbenden feitelijk onmogelijk wordt
gemaakt buiten den bebouwden kom
eener gemeente aan woningen, winkels,
koffiehuizen enz, reclameborden en der
gelijken aan te brengen, ook wanneer
van ontsiering van natuurschoon geen
sprake is.
De terreinen achter het Schuttershof.
De heeren P, Geuzebroek te Medem-
blik, Jac. de Dreu te Goes en M. Wal
raven te Middelburg, deelen den Raad
in een adres mede, dat beide eerstge-
noemden het terrein achter het Schut
tershof geheel verkochten aan Walra
ven en dat daar thans reeds verschil
lende perceelen bebouwd zijn en ook de
andere perceelen binnen afzienbaren
tijd zullen zijn bebouwd. Zij verzoeken
nu dat de straat om niet door de ge
meente zal worden overgenomen en hen
zou weggemaaid worden als gras door
een maaier en het zou vernieling cn
dood beteekenen.Dat zou gebeu
ren!"
„Bent u er niet bang voor, dat het
eens gebeuren kan?"
„Heelemaal niet", antwoordde Oliver
met nadruk. „We hebben de beste in
genieurs van heel Engeland hier ge
had. Niets in in staat dien dam te doen
scheuren.... of we moesten een aard
beving krijgen."
„We hebben vroeger toch wel aard
schokken in deze streken gehad, niet
waar?"
Oliver haalde lachend zijn horloge te
voorschijn.
„Ja.... dat kan wel.... Maar die
dam staat net zoo sterk, als ikzelf
die gaat niet stuk. Zegzouden we
niet een stukje gaan eten? Ik heb altijd
trek in mijn Zondagsche souperdat
komt, omdat we dan vroeg eten."
Toen ze eenige minuten later door
den welonderhouden tuin naar het huis
liepen en Rawlinson de keurige kamer
meisjes door de openstaande ramen
tafel zag dekken, schudde hij het hoofd.
„U leeft hier in weelde, meneer Cars
dale en u hebt hier alle denkbare luxe
Als ik u was, dan zou ik dit ver verkie
zen boven die oude abdy."
„Nietwaar! Dat zou u niet. Misschien
omdat u het bent. Maar als u in mijn
plaats was, dan zoudt u evenmin rusten,
voordat u hadt, wat u hebben wilde.
Van jongsaf is dat mijn streven geweest
verder vrij te stellen van alle kostei
van rioleering enz. Verder vragen z-
de Poort, die aanvankelijk aan den Mo
lenberg en nu in de Beddewijkstraai
staat van hen in beheer en onderhout
over te nemen.
DE NEDERLANDSCHE BELLAMY-
BEWEGING,
Vrijdagavond sprak ds, H. de Jonge uit
Bergen op Zoom in de Vrijzinnige Kerk
te Middelburg over: „Bellamy de uit
komst".
Spr. begon met er op te wijzen dat
hij zou spreken als mensch tot mensehei
niet gescheiden door richtingen van
weiken aard ook. Het streven van ck
Bellamybeweging is naar maatschappe
lijke en zedelijke vernieuwing van he
menschdom, een onderwerp dus dat een
ieder raakt.
Edward Bellamy schreef een halve
eeuw geleden twee boeken, waarin hij
voorspelde hetgeen thans werkelijkheid
is geworden, namelijk de oorlog, de
crisis, de radio, enz. Wij leven thans in
een der geweldigste perioden der we
reldgeschiedenis, verzekerde spr. en
wanneer de Bellamybeweging, die in
Nederland sneller dan ergens anders
groeit, ook daar buiten om zich heen
zal grijpen, dan zal er uitkomst zijn in
den grooten wereldnood. De gedachte is
eenvoudig en helder en beteekent een
algeheele omwenteling in onze samen
leving. De grootste wijziging die er moet
komen is, dat het geld, de eigendom,
over moet gaan van den enkeling op de
gemeenschap. Het geld moet weer als
ruilmiddel in eere hersteld worden. Nu
is het een macht die de wereld be-
heerscht ten kwade. De dictatuur van
het kapitaal moet vervangen worden
door economische vrijheid. Dan kan ge
sproken worden van toegepast Chris
tendom.
Het is dan méér den het gewone men-
scheliike, want wanneer het dagelijksch
brood door duizenden nu verkregen
moet worden door middel van steun en
liefdadigheid, dan is dat volgens spr. een
bewijs van het totale gemis aan de een
voudigste beginselen van het Christen
dom, Het vernietigen van voedsel op
groote schaal, met daarnaast de diepste
armoede is een afschuwelijke zonde.
Door het vasthouden van het bezit in
welken vorm ook, vernietigt men de
toekomst van allen en van de jeugd in
het bijzonder.
Wie de Bellamybeweging kent en be
grijpt en niet steunt, begaat een groote
zonde. Spr. is door en door Bellamist
en zou het iedereen willen overdragen.
In korte trekken zette spr. de hoofd
lijnen van de Bellamygedachte uiteen.
Het komt hierop neer, dat het bezit ter
beschikking gesteld wordt van de ge
meenschap. De toekomstige maatschap
pij is gefundeerd op den arbeid: leder
individu moet werken naar eigen aard
en aanleg en wel tusschen zijn 21 en en
50en jaar. Het onderwijs moet gebaseerd
zijn op het aanschouwelijke en nuttige
en het kind opgroeiende in de Bellamy
gedachte en -practijk zal de samenleving
zien op een h< oger niveau.
De periode van 18 tot 21 jaar is die
van vrijwillig dienen en daarna krijgt
men zijn taak in de maatschappij aange
wezen, waarbij 'n staatstoelage verstrekt
wordt. Op 50-jarigen leeftijd komt dan
eveneens onder uitkeering van het fi-
nancieele aandeel dat hem toekomt
de periode van rust die benut kan wor
den om zich verder als mensch te ont
plooien.
Het perspectief is in Nederland voor
de Bellamy beweging gunstiger dan el
ders. De toekomstige maatschappij zal
steunen op drie pijlers: religie, kunst en
wetenschap. De ontwikkeling van het
menschdom zal onbegrensd zijn en alle
nood en en smarten zullen verdwijnen.
Spr, zegt dan dat er zal moeten zijn
een centraal giro-stelsel waardoor auto-
en tot nu toe heb ik altijd succes ge
had."
HOOFDSTUK II.
De slag.
Den volgenden morgen begaven Oli
ver en zijn gast zich naar den keurigen
wagen, die hen naar Halfirth brengen
zou, toen Rawlinson onwillekeurig zijn
bemerkingen van den vorigen avond her
haalde.
„Ja", zei hij, rondkijkend, alvorens in
te stappen, „ik zou dit.... en verre
weg ookverkiezen boven die oude
abdyals ik het voor het zeggen
had, meneer Carsdale. U hebt werkelijk
een schitterend plekje uitgezocht om dit
huis te bouwen!"
„Een tijdelijk verblijf, waarde heer.,
een tijdelijke woning op mijn levens-
tocht", antwoordde Oliver glimlachend.
„Je moet hier en daar wel eens aan
leggen, voor dat je in de haven belandt,
waar je zijn wilt. Natuurlijk zijn er
menschen genoeg, die dit huis graag
willen hebben, als ik er uit ben."
„Geef het mij maar.... en dan een
paar duizend pond om er te kunnen
leven", zei Rawlinson lachend. Man,
wat ben je toch gelukkig hier op die
vrije, onbegrensde hoogte te kunnen le
ven.... en wat wil je dan daar naar
beneden in die vallei gaan wonen, waar
je zoo goed als geen uitzicht hebt?
Maar ja.ieder z'n smaak!"
„Juist!" zei Oliver, instappend. „En
woedati woüm stoffen rd&wr
Probeer het eens inwollen stof
fen (jumpers, vesten, truien
enz.) Behandeld in 'n sterk ver
dunde „Crackfree" oplossing
sluiten deze weer als nieuw.
fabrikaat: n.v. „onder ons", de krim (o.)
matisch alle levensbehoeften verkregen
kunnen worden.
Dat de luiheid door zoo'n regeting in
de hand gewerkt zou kunnen worden,
geeft spr. toe. Maar als niet de volle
mensch zich geeft wat wel als eisch
gesteld mag worden zoo zal hij opge
voed moeten worden tot die hoogte,
desnoods door arbeidsdwang, die dan
echter het stempel zal dragen van een
geneesmethode. De arbeidsdienst zal
dan ook in 't algemeen ingesteld wor
den.
Uit de Gelijkenis der talenten toont
spr.. aan dat ieders capaciteiten benut
moeten worden.
Bellamy is geen utopie. We gaan er
snel heen, indien we onze oogen open
houden en willen zien en niet zeggen
dat het technisch onmogelijk is. Geen
weldenkend mensch mag zich onttrek
ken aan deze beweging. Spr. is er van
overtuigd dat een volksstemming duide
lijk uit zou wijzen dat het Nederland-
sche volk niet zou aarzelen de proef te
nemen met Bellamy.
In de nabespreking ging ds. de Jonge
nog nader in op verschillende onder-
deelen en stelde daarbij vast dat de
nood die er moet komen om een ande
re geestessestelheid baan te doen bre
ken, niet die is van den werklooze, doch
van den bezitter. Nu reeds zijn er tien
tallen die onvoorwaardelijk toegezegd
hebben hun eigendom in dienst te willen
stellen van de nieuwe maatschappelijke
orde.
De Nederlandsche beweging verschilt
met de Internationale hierin, dat zij
niet staat op academischen grond
slag die alleen de tfeest wil
maken, doch op de daadwerkelijke ac
tie.
Met een vurig pleidooi om de komen
de wereldorde te steunen, eindigde spr.
zijn betoog. Met het zingen van een lied
uit den Bellamybundel werd besloten.
Verscheidene aanwezigen gaven zich
als lid op en traden toe tot de afdeeling
Middelburg van de Bellamybeweging
die hiermede opgericht werd.
FEESTAVOND EXCELSIOR.
Zaterdagavond had in de goed be
zette groote Schuttershofzaal een feest
avond plaats ter eere van het 15->ar.g
bestaan oer Arbeiders Muziekvereeni-
ging „Excelsior".
De v o o r z. der vereeniging de hear
F. L a r o e s heette alle aanwezigen
welkom, inzonderheid de vertegenwoor
digers van het bestuur van den Zeenw-
schen bond van harmonie en fanfarege
zelschappen, van zustervereemgingen,
van de moderne vakbeweging en poli
tieke partij, verder ook den oprichter
ik ken mijn eigen smaak. Kom me maar
eens bezoeken, als ik er gevestigd
ben!"
Hij br,acht zijn gast naar het station
in Halfirth, zette hem op den express
naar Londen en begaf zich dan naar zijn
molens aan de buitenzijde der stad. Hi)
hield er een vaste dagorde op na, waar
van hij slechts hoogst zelden afweek.
Van tien tot twaalven was hij met zijn
directeuren en chefs der afdeelingen
bezig; van twaalf tot één nam hij een
kijkje in de club, keek de kranten in en
praatte wat met zijn kennissen; om
half twee lunchte hij, dan ging hij weer
een paar uur naar zijn molens; tegen
vijf uur reed hij naar huis. Nu en dan
zag men hem in de raadszaal van het
stadhuis. Dan weer presideerde hij een
vergadering van de Kamer van Koop
handel. Maar de meeste ochtenden en
middagen van de zes werkdagen wist
iedereen in Halfirth, die hem noo3ig
had, dat hij Carsdale treffen kon, óf
in zijn privé-kantoor op de fabriek, óf
in een hoekje van de rooksalon van de
club.
Op dezen merkwaardigen morgen was
Oliver 'n half uur eerder dan gewoon
lijk van zijn fabriek naar de club ge
gaan. Hij was nu wel zoover, dat zijn
persoonlijke tegenwoordigheid niet meer
steeds noodig was om de zaken te laten
loopen.
(Wordt vervolgd.)