HET HUIS No. 83.
KRONIEK van den DAG.
DERDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CR T.) VAN ZATERDAG 30 NOVEMBER 1935. No. 283.
MET SMOKKELAARS OP STAP.
FINANCIEEL ECONOMISCH
WEEKOVERZICHT.
UJCf fcW
Nieuwe moeilijkheden voor de
Amerikaansche regeering 't
Hoogste gerechtshof steekt
weer een spaak in het wiel
van Roosevelt's herstelpoli-
tiek Fransch kapitaal naar
de Ver. Staten gevlucht
Laval en de devaluïsten.
Het Amerikaansche bedrijfsleven pro
fiteert van de onrust in Europa, door
dat er voortdurend veel goud uit ons
werelddeel naar de overzijde van den
Atlantischen oceaan vloeit. De goud
voorraad in de Ver. Staten is reeds
tot bijna 10 milliard dollar gestegen, zoo
dat de banken ginds de beschikking heb
ben gekregen over aanzienlijke extra
reserves, die de basis kunnen vormen
voor een sterke uitbreiding hunner cre-
diet-verstrekking. Echter ontstaat daar
mede auomatisch gevaar voor inflatie
en velen in Amerika vragen zich dan
•ook reeds af, of het niet nuttig zou zijn,
dat de regeering tegen dat gevaar maat
regelen nam. Voorloopig lijkt de kans
daarop niet groot. Als ze er maar even
buiten kan zal de regeering op het ge
bied der credietverstrekking niet in
grijpen, omdat zij vreest, dat een in
krimping der credietfaciliteiten en een
hiermede gepaard gaande verhooging der
geldkoersen de financiering der schat
kistuitgaven zou bemoeilijken en in elk
geval duurder zou maken. In het ko
mende jaar zal de Amerikaansche re
geering zich opnieuw voor groote uit
gaven ter uitvoering van het werkver-
•schaffingsprogramma gesteld zijn, die
grootendeels door de plaatsing van
schatkistpapier bij de banken zullen
moeten worden gedekt. Een deel van
den regeeringssteun aan den landbouw,
die tot nu toe uit een speciale bron van
inkomsten werd bekostigd, dreigt in hef
vervolg eveneens en laste van de schat-
kist te zullen komen. Het Hoogste Ge-
rechtshof heeft nl. de heffing van de zg,
„processing-tax" in strijd met de Grond
wet verklaard.
Deze belasting werd geheven van de
verwerkers van de voortbrengselen
van den landbouw en de veeteelt en
uit de opbrengst werd aan de produ
centen van de desbetreffende artikelen
(graan, katoen enz.) een zoodanigen
toeslag gegeven boven den marktprijs
dat hun bedrijf weder loonend werd
Ofschoon de toestand in den landh-
tengevolge van de prijsstijging van vel
schillende producten aanmerkeliik v~-
eterd is, is deze toestand toch niet -
men aard, dat men den re<5eeri„
steun kan ontberen; uit politieke over-
vv egingen zou intrekking er van voor de
regeering betrekkelijk kort vóór de ver
kiezingen, trouwens allesbehalve wen-
■schelijk zijn-
De jongste beslissing van het Hoog
ste Gerechtshof stelt de regeering dus
voor nieuwe moeilijkheden, nadat*" de
ongrondwettig verklaring van de Nira»
wetgeving aan haar prestige reeZs een
ernstigen slag had toegebracht. Ook in
aanhan'öid'rf I ^°°gSte Ger^htshof
aanhangig gemaakte processen tegen de
„New Deal zullen binnenkort beslis
singen vallen, die wellicht van grooten
WCl rl!nTn JWOrden °P de .^heelc
herstelpolltiek der regeering en aldus
wel eens vérstrekkende gevolgen zou
den kunnen hebben voor de aldeheele
pn,«structuur in de Ver. Staten! De wei!
telende stemming, die de New York-
sche beurs zoo nu en dan aan den dag
legt, houdt nauw verband met de on
zekerheid, die door de uitspraken van
het Hoogste Gerechtshof in het leven is
geroepen.
st,VTr- Ól on?,wikkell'ns van den toe
stand m Amerika zal natuurlijk ook de
verdere gang van zaken in Europa van
grooten invloed worden. Uit Frankrijk
zijn in de laatste maanden aanzienlijke
kapftalen naar Amerika verhuisd en
ook kapitaalbezitters in ons land heb
ben zich, aangemoedigd door de aan
houdende koersstijging van Amerikaan
sche fondsen, in toenemende mate er
toe laten verleiden, hun Amerikaansch
aandeelenbezit uit te breiden. Mocht de
toestand in Europa binnenkort opklaren,
dan zal de New Yorksche beurs niet al
leen den steun der Europeesche aankoo-
pen gaan missen, maar dan zal wellicht
een verkoopbeweging op groote schaal
inzetten, doordien uitzetting van geld
in Europa weder meer attractief wordt,
en de risico's, verbonden met Ameri
kaansch aandeelenbezit, weder hooger
worden aangeslagen, dan op het oogen-
blik het geval is. In de laatste jaren
hebben wij herhaaldelijk dergelijke
groote kapitaalverschuivingen, van Eu
ropa naar Amerika en vice-versa, mee
gemaakt.
Of het uit Frankrijk naar Amerika
gevluchte kapitaal spoedig weer naar
het vaderland zal terugkeeren, zelfs
wanneer door het aanblijven van het
ministerie-Laval de rust op politiek en
monetair gebied voorshands verzekerd]
werd, moet intusschen worden betwijfeld.
Velen zullen er de voorkeur aan geven,
den uitslag der verkiezingen in Frank
rijk in Mei a.s. af te wachten. Deze
zullen op valuta-gebied nog heel wat
beroering kunnen verwekken; verwacht
moet worden, dat de devaluïsten hun
strijd tot waardevermindering van den
franc met kracht zullen voeren. Ook
wanneer zij het onderspit delven, zal hun
actie op zich zelf veel kwaad kunnen
stichten, ook ten aanzien van de ande
re goudvaluta's.
Het succes van de actie der devalu
ïsten bij de a.s. verkiezingen zal na
tuurlijk voor een groot deel afhangen
van de vraag, hoe de toestand in Frank
rijk zich in het komende halfjaar ont
wikkelt. Ongetwijfeld heeft de regee-
ring-Laval reeds veel en nuttig werk
verricht op het gebied der saneering
van de staatsfinanciën. In zijn radio
rede heeft de heer Laval er aan her
innerd, dat op het totaal der openhive
uitgaven een bezuiniging werd verkre
gen van bijna 10 milliard francs. Ter
wijl de begrooting voor 1935 geraamd
werd op 48 milliard, is het budget voor
1936 tot 40 milliard, d.i. met 16 pet.
verminderd. Ook op economisch gebied
is in Frankrijk eenige vooruitgang te j
constateeren, samenvallend met, en
gedeeltelijk ook wel te danken aan de
prijsstijging, die op de wereldmarkt voor
verschillende artikelen is ingetreden
De verbetering der prijzen van diverse
landbouwproducten heeft ook in Frank
rijk de koopkracht van de boerenbevol
king gunstig beinvloed. Tegelijkertijd
heeft de Fransche industrie geprofi
teerd van de vraag naar verschillende
artikelen voor oorlogsdoeleinden, zoo
dat bv. in de textiel-, de chemische en
de metaalnijverheid de productie kon
worden vergroot. De onzekerheid op
politiek- en valutagebied heeft echter
de economische verbetering geremd;
wellicht zal de opleving verderen voort
gang maken, wanneer met het aanblij
ven van het ministerie-Laval de vrees
voor devaluatie verdwijnt.
Of het ministerie-Laval inderdaad
aanblijft, moet intusschen nog blijken.
Daarover valt de volgende week de be
slissing.
8).
Een oorspronkelijke roman
door
Mr. I C. B. L. DEN HOEDT.
V.
Hierin wordt verhaald hoe
Christiaan de Groot het huis
no. 83 verlaat, maar zich, na
het doorleven van opwinden
de avonturen, genoopt ziet,
daarin weer terug te kee-
ren.
Den volgenden ochtend ontwaakte
Christiaan, doordat een zonnestraal,
hoewel verzwakt door het s*of op de
ruiten in zijn gezicht viel.
Hij gevoelde zich weer heelemaal
normaal; de duizeligheid en het gevoel
vian onmacht, dat hem den vorigen dag
had bevangen, waren geweken. Hij keek
rond; een stoel was naast zijn bed ge
schoven, waarop een bordje met vier
sneedjes brood stond. Toen Christiaan
zag dat de appelstroop ontbrak moest
hij glimlachen. Eenigszins beschaamd
over zich zelf, bemerkte hij, dat hij een
zeker gevoel van vriendschap, van een
lichte verteedering zelfs voor het meis
je niet kon onderdrukken.
„Ik ben een dwaas", bestrafte hij
zichzelf, „een vervloekte ijdeltuit. Dat
kind heeft haar best gedaan, en zal haai
hest blijven doen, mij te beschuldigen
v,an poging tot moord op een agent. En
alleen, omdat ze me eens twee keet
waarachtig heeft gekust, is mijn
(Ingez. Med.)
mannelijke ijdelheid gestreeld. Nonsens!"
En, in overmaat van boetedoening
veegde hij met den rug van zijn hand
langs zijn lippen, als om de laatste on
merkbare sporen van dien kus af te
wisschen.
„Nu ga ik naar Margot", troostte hij
zich, „naar mijn kleine meisje." En, nu
geheel vervuld van opwïhding bij de
gedachte, dat zij gauw weer bij elkaar
zouden zijn, sprong hij uit het bed, en
schoot haastig zijn kleeren aan, onder
wijl met groote gulzige happen het brood
opschrokkend.
Toen hij aangekled was, en te zelfder
tijd zijn ontbijt verorberd had, ging hij
vastberaden de deur uit. Hij kwam op
een portaaltje, vanwaar een smalle en
steile houten trap naar beneden leidde.
Toen hij de deur aan het ondereinde
van de trap openstootte stond hij in een
klein vertrek, niet ongelijk aan dat,
waar hij den avond van zijn koipst was
aangekomen. Op een stoel, die slechts
met twee pooten op den vloer rustte
en onder een gevaarlijke helling achter
over hing, leunde de slungel, dien hi)
ook den eersten avond had ontmoet.^
De te groote jockeypet hing weer diep
over zijn oogen, echter ruimte latend
voor een met zorg op het voorhoofd ge-
plakfe lok. Een sigaret hing scheef uit
zijn mondhoek. De handen staken diep
in de zakken, de beide beenen bengel
den lusteloos over de sporten van den
stoel.
Het jongmensch nam niet de minste
notitie van hem.
„Kan ik mij ergens wasschen?" vroeë
Christiaan.
Avontuur in Zuid-Limburg
(Van onzen n-redacteur.)
„Als ik een teeken geef, zoo, met de
hand, dan moet u dadelijk gaan liggen
En geen woord zeggen, anders zijn we
d'r bij".
Voor het eerst van mijn leven (en ho
pelijk ook voor het laatst) ga ik me in
een smokkelavontuur steken, een ge
vaarlijk baantje, sedert de douane-be
ambten zoo streng toezien en ze aan
het steeds driestere optreden van de
smokkelaars paal en perk trachten te
stellen door het niet bij waarschuwingen
te laten, maar al heel gauw raak te
schieten. Het smokkelen is den laatsten
lijd een voordeelig zaakje geworden, nu
hel prijsverschil van sommige artikelen
lusschen België en'Nederland zoo groot
is geworden, dat het het ongetwijfel.l
groote risico loont, om met een hoeveel
heid boter of suiker ongemerkt de grens
le passeeren. Maar de kommiezen zijn
op hun qui vive. Ze surveilleeren over
al langs de grens en duiken soms op het
meest onverwachte oogenblik op, om
den smokkelaars den weg te versperren.
Dan is een vlucht hals over kop met
achterlating van de smokkelwaar vaak
het eenige middel,'dat nog redding kan
brengen, wanneer men tenmiste tijdig
de grens kan bereiken, waar men voor
de Nederlandsche beambten veilig is.
Op een nachtelijke smokkelpartij langs
een kronkelend paadje ergens in het
met struiken begroeide heuvelland van
Zuid-Limburg heb ik de smokkelaars on
langs vergezeld. Het was een zenuw-
sloopend avontuur, althans voor den be
ginneling in het vak, en ik begroette 't
einde met blijdschap. Het duurde maar
kort, doch de ingespannen oplet
tendheid, die erbij vereischt werd,
maakte het tot een vermoeiende episo
de. Mijn vriend de smokkelaar was zoo
vriendelijk geweest mij te introduceeren,
nadat ik dure eeden had moeten zwe
ren, dat ik hen niet zou verraden en me
stil zou houden. Deze mannen voelen
iets voor het romantische en daarom
vonden ze het tenslotte goed, dat een
dagbladschrijver een van hun nach
telijke tochten meemaakte om ervan aan
zijn lezers te vertellen. Dat maakt hun
bedrijf interessanter en er komt een
aureooltje van glorie om, hetwelk ze
weten te apprecieeren- Misschien ook
hoopten ze, dat de onbedreven vreemde
ling bij een eventueel in den val loopen
het eerst gepakt zou worden, zoodat
voor hen de gelegenheid grooter werd,
een veilig heenkomen te vinden.
Ik had de noodige instructies gekre
gen, maar ik bemerkte dat ze me, on
danks mijn dure verzekeringen, nog niet
heelemaal hebben vertrouwd. Een ge
vaarlijk beroep als dit maakt wantrou
wend en de menschen zijn geneigd in
Het groezelige hoofd maakte een
flauw knikkende beweging in de rich
ting van een deur, die half open stond.
Hierdoor aangemoedigd ging Christi
aan dien kant op en kwam in een klein
keukentje, waar in den gootsteen 'n ge
ëmailleerd teiltje stond. Een stuk zeep
lag op het aanrecht, een kleffe en groe
zelige handdoek hing aan een spijker.
Niet zonder eenigen weerzin liet
Christiaan het teiltje volloopen en stak
zijn hoofd erin. Toen, zoo goed en zoo
kwaad het ging waschte hij zich en
stootte daarbij onmiddellijk op den
pleister, die op zijn slaap gekleefd was.
Een schrijnende pijn maande hem tot
Voorzichtigheid. Behoedzaam droogde
hij zich af, voor zóóver de vochtigheids
toestand van den handdoek dat toeliet.
Uit zijn zak nam hij een kammetjè;\hij
keek om naar een spiegl waarvoor hij
zijn haar zou kunnen ordenen. In een
hoek van de keuken ondekte hij een
stuk van een spiegel, die in een kermis
tent als lachspiegel goede diensten had
kunnen bewijzen. Miaar ook zonder de
misvorming, die het gevolg was van
den spiegel, zou hij geschrokken zijn van
het gezicht, dat hem uit het glas aan
keek: 'n boeventronie. Zijn wangen, die
evenals zijn kin en zijn bals met een
dich+en stoppelbaard bezet waren, za
gen bleek, en onnatuurliik opgezwollen,
zoodat de oogen klein leken, en dien in
de kassen weggezonken. Op den linker
slaap kleefde een groote pleister, waar
omheen nog ëeronnen bloed plekte.
..Het gaf ziin zelfvertrouwen, dat bil
het nnstaan zoo «root was geweest 'n
gedachten knak. Het leek, of hij in die
iedereen, die hun taal niet spreekt, hun
vijand te zien. Ik moest in een dorpje
over de grens me bij mijn vriend ver
voegen op een bepaald uur. Toen ik
daar kwam, dacht ik ook de anderen
daar aan te treffen, maar ik werd eerst
nog een heel eind verder geleid, naar
'n ander punt tegenover de Nederland
sche grens- Als ik hen nu verraden of
me versproken had, dan zouden de kom
miezen nog op een verkeerde plaats op
de loer liggen.
In een groote schuur bij een boerderij
treffen we de collega's aan. Groote zak
ken met smokkelwaar staan tegen een
muur. Wat er in zit? Ik weet het niet;
misschien vet, misschien suiker, mis
schien nog andere zaken. Het kan me
ook niet schelen, het zijn allemaal goe
deren, die frauduleus over de Neder
landsche grens moeten worden gebracht,
en ik zal daaraan meedoen. Wie A zegt,
moet opk B zeggen en ik heb me nu een
maal in dit avontuur begeven. Vannacht
ben ik een smokkelaar en morgen hoop
ik weer een trouw vaderlander te zijn,
die zich aan de wetten houdt en de over
heid gehoorzaamt. Vier mannen zijn er
al, zoodat ons gezelschap uit zes perso
nen zal bestaan. Hier hoeven we nog
niet te fluisteren, maar we moeten toch
ook niet te veel lawaai maken, om de
beambten aan de overzijde niet op ons
attent te maken.
De eerste gaat naar buiten. Dan volgen
wij ook spoedig, mijn vriend en ik, die
vannacht onafscheidelijk zijn, tot op t
oogenblik, dat het misschien noodig is
elkaar in den steek te laten, ten einde
het veege lijf te redden. De boven aan
gehaalde raadgeving wordt me nog eens
uitgedeeld: niet spreken en op het af
gesproken teeken dadelijk gaan liggen.
Ik knik bevestigend, om aan te duiden
dat ik het begrepen heb. We sluipen
zoo stil mogelijk verder. De hemel is
bewolkt en het is om en nabij nieuwe
maan, dus pikdonker. Mijn metgezellen
schijnen den weg goed te kennen, want
zij loopen zonder een enkele aarzeling
door, in flinken pas, ondanks den zwa-
ren last op den rug. Het gaat alles zoo
goed, dat ik onwillekeurig de vereischte
voorzorgen uit het oog ga verliezen: als
we even rusten, steek ik uit gewoonte
een sigaret op, maar hij wordt me dade
lijk uit de handen gemept. Dom ook,
ik had wel kunnen nagaan, dat onze vij
anden op het lichtende puntje zoude*
kunnen afkomen!
Zijn we al over de grens? Neen, maar
wel vlak erbij. Ginds staat een paaltje,
dat het begin van het Nederlandsche
gebied aanduidt, waar het gevaar pas
in eigenlijken zin begint. Geruischloot»
wordt de tocht voortgezet, allen ach
ter elkaar loopend over een paadje,
dat; voor den vreemdeling nauwelijks
als zoodanig te onderkennen is. Mijn
vriend loopt voorop en dan volg ik al*
tweede, achter mij de vier anderen op
een rijtje, als Indianen op het oorlogs
pad. Daar staat het grenspaaltje. We
loopen door, omzichtiger dan ooit. Mijr*
voorman loopt gebogen onder den las*
(mijn pakie is maar licht), maar ik 'zie
zijn hoofd telkens heen en weer bewe-
ëen, als hij rondspeurt of hij soms hier
of daar een kommies op wacht zie'
staan. Het gaat alles goed, we zijn
een heel eind de grens over en no"
geen obstakel heeft zich voorgedaan.
Maar zeker in zoo'n geval, moet me
niet te vroeg juichen. De voormap
steekt plotseling zijn hand op en la-'
zich op den grond vallen, lang uit. W
allen doen het hem net zoo na en
meen dat ik me daarbij niet onverdï
stelijk gedragen heb. Blijkbaar b-
mijn vriend iets verdachts bemerkt,
doch ik zie er nog niets van. Ik wacht
er me echter wel voor, iets te vragen;
de ware smokkelaarsgeest schijnt in me
te zijn gevaren. Na heel lang turen, zie
ik toch op eenigen afstand een donke
re gestalte. Dat is de man van recht en
wet, die vannacht ook mijn vijand is,
zooals hij het steeds is van mijn met
gezellen. Muisstil liggen we, maar ik
voel mijn hart in mijn keel bonzen. We
zijn niet ontdekt, doch waarom blijft
die man daar zoo staan? Het schijnt 'n
eeuwigheid te duren ;en de gestalte
staat daar nog steeds even roerloos, als
toen hij werd ontdekt. Eindelijk draait
hij zich om en we zien hem verdwijnen.
Nog steeds durf ik me niet te bewegen.
Dat waren benauwde oogenblikken!
Na eenigen tijd, die ook al weer een
eeuw schijnt, staat de voorman op en
wij volgen zijn voorbeeld. Met gezwin-
den pas gaat het nu voorwaarts, tot
dat we bij een eenzame boerderij zijn
gekomen. De deur van de schuur staat
open en daar laden we onze pakken af.
Morgen zullen ze door anderen verder
worden' vervoerd.
Ik kijk hier mijn makkers eens aan.
Op een na zijn het allen open, ronde
kerels, die niets hebben van een misda
diger. Die eenè uitzondering heeft een
beetje glurende oogen en ziet er ook
verder niet uit om mee uit visschen te
gaan. Maar aan de anderen zou je je le
ven volkomen toevertrouwen. En toch
oefenen ze dat gevaarlijke beroep uit
van smokkelaar, dat reeds aan onze
grenzen zooveel malen tot ernstige bot
singen met de handhavers der wet heeft
aanleiding gegeven. Zien ze er geen
kwaad in? Ik weet het niet; ik ben ook
niet in een stemming om te moralisee-
ren. Ze zijn jong en krachtig en de groo
te verdienste lokt hen onweerstaanbaar
aan. De meerderheid is bovendien werk
loos. Ze schijnen het benauwende avon
tuur al weer vergeten, terwijl bij mij het
hart nog in de keel klopt en ik de schrik
nog in mijn beenen voel. Het was mijn
eerste ernstige smokkelavontuur en het
zal ook mijn laatste zijn. Bij het naar
huis gaan kom ik een kommies legen
en ik durf hem nauwelijks aankijken.
Dat komt er -van.
paar dagen een ander mensch was ge
worden, die in zijn ouden kring niet
meer thuis hoorde, en er niet zou wor
den geduld.
Toen trok hij vastberaden de schou
ders op.
„Ik zal eerst naar huis gaan. om mij
te b.aden en scheren", dacht hij. „Zóó
kan ik Margot niet onder de oogen ko
men.
Het zou een nieuwen schrik voor haar
beteelcenen.
Hij stak het kammetje weer bij zich,
en ging terug naar het vertrek, waar
de apathische jongeling nog steeds oo
zijn stoel lummelde. Zijn positie had zich
niet ëewijzigd, alleen was de sigaret van
den linker mondhoek naar den rechter
afgezakt.
„Kunt u mij misschien den weg naar
buiten wijzen?" vroeg Christiaan met
ijzige beleefdheid.
De jongen, wiens kracht in zijn zwij
gen scheen te liggen, duwde zich met
alle macht, waarover hij scheen te be
schikken met zijn rug van den muur af,
zoodat zijn voeten tegelijk met de voor
ste stoelpooten op den steenen vloer
kletsten.
Zonder een woord te zeggen stond hij
op en klom de trap op.
Christiaan volgde hem, niet zonder
een schichtigen blik achteruit in het
keukentje te werpen, of hij daar mis
schien een glimp van het blonde meis
je zou zien. Met een ruk draaide hiii
echter zijn hoofd om, en besloot zijn
aandacht te bepalen bij den overigens
weinig aantrekkelijken rug van zijn ge
leider.
Krachtige houding der Fran
sche regeering in het valuta-
vraagstuk Nederlandsche
beleggingswaarden bieden goe
den weerstand Afwisselend
koersverloop op de Amster-
damsche beurs.
Op de buitenlandsche wisselmarkt
heeft de politieke onrust in Frankrijk
zich terdege doen gevoelen. Niet alleen
de franc is ten opzichte van de andere
valutas scherp in koers gedaald, ook de
gulden werd door de beweging meege
sleept. De koers van het Pond Sterling
steeg tijdelijk tot boven de 7.30 en de
dollar bereikte tijdelijk een punt, waar
op gouduitvoer uit ons land naar de
Ver. Staten weder loonend werd. Er
werd echter selchts een matig bedrag,
naar raming ca. j 4 millioen, goud
naar New York verscheept. Ondanks
deze goudonttrekking geeft de jongste
weekstaat van de Nederlandsche Bank
toch nog een toeneming van den goud
voorraad met een kleine 6 millioen
te zien, dank zij het feit, dat in dezen
weekstaat nog enkele posten uit Frank
rijk binnengekomen goud werden ver
antwoord, terwijl ook via het Engelsche
Valuta-Egalisatiefonds geel metaal aan
onze circulatiebank schijnt te zijn aan
geboden.
De koersdaling van den franc en den
Die slofte de trap op, opende een
deur rechts, ging een zolder over, nog
een deur door, kwam toen op een an
der portaaltje, daalde een trap af, die
gelijk en gelijkvormig was aan degene
die zij zooeven waren opgeklommen, en
opende toen een deur, die toegang gaf
tot de steeg, waarin Christiaan dien fa
talen avond het meisje was gevolgd.
Christiaan keek instinctmatig naar 't
nummer van het huis, dat hij zooeven
had verlaten; het was 83.
Toen wandelde hij het gansch verla
ten straatje uit, sloeg eenige hoeken
om, en belandde daarna in de straat,
waar hij het meisje met den agent had
zien vechten.
Schuin tegenover den uitgang v,an de
steeg stond een reclamezuil, die rond
om beplakt was met affiches. Een aan
tal nieuwsgierigen verdrong zich voor
één van die aanplakbiljetten. Christiaan
keek onwillekurig in die richting, en
zag met vette letters de aankondiging:
Duizend gulden belooning!
Daaronder was een portret afgedrukt,
dat hem bekend voorkwam. Hij 'trad
eenige stappen naderbij, en ontdekte
dat het zijn eigen foto was, die hem
aanstaarde. Even wankelde hij, het
bloed scheen uit zijn gezicht weg te
vloeien. Toen drong hij zich tusschen
de kijkers, en las:
„De Commissaris van politie te de
zer stede looft een belooning uit van
duizend gulden voor degene, die aan
wijzingen geeft welke leiden tot de aan
houding en voorgeleiding van Christi
aan de Groot.
(Wordt vervolgd).