HET HUIS No. 83. KRONIEK van den DAG. DERDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CR T.) VAN ZATERDAG 30 NOVEMBER 1935. No. 283. MET SMOKKELAARS OP STAP. FINANCIEEL ECONOMISCH WEEKOVERZICHT. UJCf fcW Nieuwe moeilijkheden voor de Amerikaansche regeering 't Hoogste gerechtshof steekt weer een spaak in het wiel van Roosevelt's herstelpoli- tiek Fransch kapitaal naar de Ver. Staten gevlucht Laval en de devaluïsten. Het Amerikaansche bedrijfsleven pro fiteert van de onrust in Europa, door dat er voortdurend veel goud uit ons werelddeel naar de overzijde van den Atlantischen oceaan vloeit. De goud voorraad in de Ver. Staten is reeds tot bijna 10 milliard dollar gestegen, zoo dat de banken ginds de beschikking heb ben gekregen over aanzienlijke extra reserves, die de basis kunnen vormen voor een sterke uitbreiding hunner cre- diet-verstrekking. Echter ontstaat daar mede auomatisch gevaar voor inflatie en velen in Amerika vragen zich dan •ook reeds af, of het niet nuttig zou zijn, dat de regeering tegen dat gevaar maat regelen nam. Voorloopig lijkt de kans daarop niet groot. Als ze er maar even buiten kan zal de regeering op het ge bied der credietverstrekking niet in grijpen, omdat zij vreest, dat een in krimping der credietfaciliteiten en een hiermede gepaard gaande verhooging der geldkoersen de financiering der schat kistuitgaven zou bemoeilijken en in elk geval duurder zou maken. In het ko mende jaar zal de Amerikaansche re geering zich opnieuw voor groote uit gaven ter uitvoering van het werkver- •schaffingsprogramma gesteld zijn, die grootendeels door de plaatsing van schatkistpapier bij de banken zullen moeten worden gedekt. Een deel van den regeeringssteun aan den landbouw, die tot nu toe uit een speciale bron van inkomsten werd bekostigd, dreigt in hef vervolg eveneens en laste van de schat- kist te zullen komen. Het Hoogste Ge- rechtshof heeft nl. de heffing van de zg, „processing-tax" in strijd met de Grond wet verklaard. Deze belasting werd geheven van de verwerkers van de voortbrengselen van den landbouw en de veeteelt en uit de opbrengst werd aan de produ centen van de desbetreffende artikelen (graan, katoen enz.) een zoodanigen toeslag gegeven boven den marktprijs dat hun bedrijf weder loonend werd Ofschoon de toestand in den landh- tengevolge van de prijsstijging van vel schillende producten aanmerkeliik v~- eterd is, is deze toestand toch niet - men aard, dat men den re<5eeri„ steun kan ontberen; uit politieke over- vv egingen zou intrekking er van voor de regeering betrekkelijk kort vóór de ver kiezingen, trouwens allesbehalve wen- ■schelijk zijn- De jongste beslissing van het Hoog ste Gerechtshof stelt de regeering dus voor nieuwe moeilijkheden, nadat*" de ongrondwettig verklaring van de Nira» wetgeving aan haar prestige reeZs een ernstigen slag had toegebracht. Ook in aanhan'öid'rf I ^°°gSte Ger^htshof aanhangig gemaakte processen tegen de „New Deal zullen binnenkort beslis singen vallen, die wellicht van grooten WCl rl!nTn JWOrden °P de .^heelc herstelpolltiek der regeering en aldus wel eens vérstrekkende gevolgen zou den kunnen hebben voor de aldeheele pn,«structuur in de Ver. Staten! De wei! telende stemming, die de New York- sche beurs zoo nu en dan aan den dag legt, houdt nauw verband met de on zekerheid, die door de uitspraken van het Hoogste Gerechtshof in het leven is geroepen. st,VTr- Ól on?,wikkell'ns van den toe stand m Amerika zal natuurlijk ook de verdere gang van zaken in Europa van grooten invloed worden. Uit Frankrijk zijn in de laatste maanden aanzienlijke kapftalen naar Amerika verhuisd en ook kapitaalbezitters in ons land heb ben zich, aangemoedigd door de aan houdende koersstijging van Amerikaan sche fondsen, in toenemende mate er toe laten verleiden, hun Amerikaansch aandeelenbezit uit te breiden. Mocht de toestand in Europa binnenkort opklaren, dan zal de New Yorksche beurs niet al leen den steun der Europeesche aankoo- pen gaan missen, maar dan zal wellicht een verkoopbeweging op groote schaal inzetten, doordien uitzetting van geld in Europa weder meer attractief wordt, en de risico's, verbonden met Ameri kaansch aandeelenbezit, weder hooger worden aangeslagen, dan op het oogen- blik het geval is. In de laatste jaren hebben wij herhaaldelijk dergelijke groote kapitaalverschuivingen, van Eu ropa naar Amerika en vice-versa, mee gemaakt. Of het uit Frankrijk naar Amerika gevluchte kapitaal spoedig weer naar het vaderland zal terugkeeren, zelfs wanneer door het aanblijven van het ministerie-Laval de rust op politiek en monetair gebied voorshands verzekerd] werd, moet intusschen worden betwijfeld. Velen zullen er de voorkeur aan geven, den uitslag der verkiezingen in Frank rijk in Mei a.s. af te wachten. Deze zullen op valuta-gebied nog heel wat beroering kunnen verwekken; verwacht moet worden, dat de devaluïsten hun strijd tot waardevermindering van den franc met kracht zullen voeren. Ook wanneer zij het onderspit delven, zal hun actie op zich zelf veel kwaad kunnen stichten, ook ten aanzien van de ande re goudvaluta's. Het succes van de actie der devalu ïsten bij de a.s. verkiezingen zal na tuurlijk voor een groot deel afhangen van de vraag, hoe de toestand in Frank rijk zich in het komende halfjaar ont wikkelt. Ongetwijfeld heeft de regee- ring-Laval reeds veel en nuttig werk verricht op het gebied der saneering van de staatsfinanciën. In zijn radio rede heeft de heer Laval er aan her innerd, dat op het totaal der openhive uitgaven een bezuiniging werd verkre gen van bijna 10 milliard francs. Ter wijl de begrooting voor 1935 geraamd werd op 48 milliard, is het budget voor 1936 tot 40 milliard, d.i. met 16 pet. verminderd. Ook op economisch gebied is in Frankrijk eenige vooruitgang te j constateeren, samenvallend met, en gedeeltelijk ook wel te danken aan de prijsstijging, die op de wereldmarkt voor verschillende artikelen is ingetreden De verbetering der prijzen van diverse landbouwproducten heeft ook in Frank rijk de koopkracht van de boerenbevol king gunstig beinvloed. Tegelijkertijd heeft de Fransche industrie geprofi teerd van de vraag naar verschillende artikelen voor oorlogsdoeleinden, zoo dat bv. in de textiel-, de chemische en de metaalnijverheid de productie kon worden vergroot. De onzekerheid op politiek- en valutagebied heeft echter de economische verbetering geremd; wellicht zal de opleving verderen voort gang maken, wanneer met het aanblij ven van het ministerie-Laval de vrees voor devaluatie verdwijnt. Of het ministerie-Laval inderdaad aanblijft, moet intusschen nog blijken. Daarover valt de volgende week de be slissing. 8). Een oorspronkelijke roman door Mr. I C. B. L. DEN HOEDT. V. Hierin wordt verhaald hoe Christiaan de Groot het huis no. 83 verlaat, maar zich, na het doorleven van opwinden de avonturen, genoopt ziet, daarin weer terug te kee- ren. Den volgenden ochtend ontwaakte Christiaan, doordat een zonnestraal, hoewel verzwakt door het s*of op de ruiten in zijn gezicht viel. Hij gevoelde zich weer heelemaal normaal; de duizeligheid en het gevoel vian onmacht, dat hem den vorigen dag had bevangen, waren geweken. Hij keek rond; een stoel was naast zijn bed ge schoven, waarop een bordje met vier sneedjes brood stond. Toen Christiaan zag dat de appelstroop ontbrak moest hij glimlachen. Eenigszins beschaamd over zich zelf, bemerkte hij, dat hij een zeker gevoel van vriendschap, van een lichte verteedering zelfs voor het meis je niet kon onderdrukken. „Ik ben een dwaas", bestrafte hij zichzelf, „een vervloekte ijdeltuit. Dat kind heeft haar best gedaan, en zal haai hest blijven doen, mij te beschuldigen v,an poging tot moord op een agent. En alleen, omdat ze me eens twee keet waarachtig heeft gekust, is mijn (Ingez. Med.) mannelijke ijdelheid gestreeld. Nonsens!" En, in overmaat van boetedoening veegde hij met den rug van zijn hand langs zijn lippen, als om de laatste on merkbare sporen van dien kus af te wisschen. „Nu ga ik naar Margot", troostte hij zich, „naar mijn kleine meisje." En, nu geheel vervuld van opwïhding bij de gedachte, dat zij gauw weer bij elkaar zouden zijn, sprong hij uit het bed, en schoot haastig zijn kleeren aan, onder wijl met groote gulzige happen het brood opschrokkend. Toen hij aangekled was, en te zelfder tijd zijn ontbijt verorberd had, ging hij vastberaden de deur uit. Hij kwam op een portaaltje, vanwaar een smalle en steile houten trap naar beneden leidde. Toen hij de deur aan het ondereinde van de trap openstootte stond hij in een klein vertrek, niet ongelijk aan dat, waar hij den avond van zijn koipst was aangekomen. Op een stoel, die slechts met twee pooten op den vloer rustte en onder een gevaarlijke helling achter over hing, leunde de slungel, dien hi) ook den eersten avond had ontmoet.^ De te groote jockeypet hing weer diep over zijn oogen, echter ruimte latend voor een met zorg op het voorhoofd ge- plakfe lok. Een sigaret hing scheef uit zijn mondhoek. De handen staken diep in de zakken, de beide beenen bengel den lusteloos over de sporten van den stoel. Het jongmensch nam niet de minste notitie van hem. „Kan ik mij ergens wasschen?" vroeë Christiaan. Avontuur in Zuid-Limburg (Van onzen n-redacteur.) „Als ik een teeken geef, zoo, met de hand, dan moet u dadelijk gaan liggen En geen woord zeggen, anders zijn we d'r bij". Voor het eerst van mijn leven (en ho pelijk ook voor het laatst) ga ik me in een smokkelavontuur steken, een ge vaarlijk baantje, sedert de douane-be ambten zoo streng toezien en ze aan het steeds driestere optreden van de smokkelaars paal en perk trachten te stellen door het niet bij waarschuwingen te laten, maar al heel gauw raak te schieten. Het smokkelen is den laatsten lijd een voordeelig zaakje geworden, nu hel prijsverschil van sommige artikelen lusschen België en'Nederland zoo groot is geworden, dat het het ongetwijfel.l groote risico loont, om met een hoeveel heid boter of suiker ongemerkt de grens le passeeren. Maar de kommiezen zijn op hun qui vive. Ze surveilleeren over al langs de grens en duiken soms op het meest onverwachte oogenblik op, om den smokkelaars den weg te versperren. Dan is een vlucht hals over kop met achterlating van de smokkelwaar vaak het eenige middel,'dat nog redding kan brengen, wanneer men tenmiste tijdig de grens kan bereiken, waar men voor de Nederlandsche beambten veilig is. Op een nachtelijke smokkelpartij langs een kronkelend paadje ergens in het met struiken begroeide heuvelland van Zuid-Limburg heb ik de smokkelaars on langs vergezeld. Het was een zenuw- sloopend avontuur, althans voor den be ginneling in het vak, en ik begroette 't einde met blijdschap. Het duurde maar kort, doch de ingespannen oplet tendheid, die erbij vereischt werd, maakte het tot een vermoeiende episo de. Mijn vriend de smokkelaar was zoo vriendelijk geweest mij te introduceeren, nadat ik dure eeden had moeten zwe ren, dat ik hen niet zou verraden en me stil zou houden. Deze mannen voelen iets voor het romantische en daarom vonden ze het tenslotte goed, dat een dagbladschrijver een van hun nach telijke tochten meemaakte om ervan aan zijn lezers te vertellen. Dat maakt hun bedrijf interessanter en er komt een aureooltje van glorie om, hetwelk ze weten te apprecieeren- Misschien ook hoopten ze, dat de onbedreven vreemde ling bij een eventueel in den val loopen het eerst gepakt zou worden, zoodat voor hen de gelegenheid grooter werd, een veilig heenkomen te vinden. Ik had de noodige instructies gekre gen, maar ik bemerkte dat ze me, on danks mijn dure verzekeringen, nog niet heelemaal hebben vertrouwd. Een ge vaarlijk beroep als dit maakt wantrou wend en de menschen zijn geneigd in Het groezelige hoofd maakte een flauw knikkende beweging in de rich ting van een deur, die half open stond. Hierdoor aangemoedigd ging Christi aan dien kant op en kwam in een klein keukentje, waar in den gootsteen 'n ge ëmailleerd teiltje stond. Een stuk zeep lag op het aanrecht, een kleffe en groe zelige handdoek hing aan een spijker. Niet zonder eenigen weerzin liet Christiaan het teiltje volloopen en stak zijn hoofd erin. Toen, zoo goed en zoo kwaad het ging waschte hij zich en stootte daarbij onmiddellijk op den pleister, die op zijn slaap gekleefd was. Een schrijnende pijn maande hem tot Voorzichtigheid. Behoedzaam droogde hij zich af, voor zóóver de vochtigheids toestand van den handdoek dat toeliet. Uit zijn zak nam hij een kammetjè;\hij keek om naar een spiegl waarvoor hij zijn haar zou kunnen ordenen. In een hoek van de keuken ondekte hij een stuk van een spiegel, die in een kermis tent als lachspiegel goede diensten had kunnen bewijzen. Miaar ook zonder de misvorming, die het gevolg was van den spiegel, zou hij geschrokken zijn van het gezicht, dat hem uit het glas aan keek: 'n boeventronie. Zijn wangen, die evenals zijn kin en zijn bals met een dich+en stoppelbaard bezet waren, za gen bleek, en onnatuurliik opgezwollen, zoodat de oogen klein leken, en dien in de kassen weggezonken. Op den linker slaap kleefde een groote pleister, waar omheen nog ëeronnen bloed plekte. ..Het gaf ziin zelfvertrouwen, dat bil het nnstaan zoo «root was geweest 'n gedachten knak. Het leek, of hij in die iedereen, die hun taal niet spreekt, hun vijand te zien. Ik moest in een dorpje over de grens me bij mijn vriend ver voegen op een bepaald uur. Toen ik daar kwam, dacht ik ook de anderen daar aan te treffen, maar ik werd eerst nog een heel eind verder geleid, naar 'n ander punt tegenover de Nederland sche grens- Als ik hen nu verraden of me versproken had, dan zouden de kom miezen nog op een verkeerde plaats op de loer liggen. In een groote schuur bij een boerderij treffen we de collega's aan. Groote zak ken met smokkelwaar staan tegen een muur. Wat er in zit? Ik weet het niet; misschien vet, misschien suiker, mis schien nog andere zaken. Het kan me ook niet schelen, het zijn allemaal goe deren, die frauduleus over de Neder landsche grens moeten worden gebracht, en ik zal daaraan meedoen. Wie A zegt, moet opk B zeggen en ik heb me nu een maal in dit avontuur begeven. Vannacht ben ik een smokkelaar en morgen hoop ik weer een trouw vaderlander te zijn, die zich aan de wetten houdt en de over heid gehoorzaamt. Vier mannen zijn er al, zoodat ons gezelschap uit zes perso nen zal bestaan. Hier hoeven we nog niet te fluisteren, maar we moeten toch ook niet te veel lawaai maken, om de beambten aan de overzijde niet op ons attent te maken. De eerste gaat naar buiten. Dan volgen wij ook spoedig, mijn vriend en ik, die vannacht onafscheidelijk zijn, tot op t oogenblik, dat het misschien noodig is elkaar in den steek te laten, ten einde het veege lijf te redden. De boven aan gehaalde raadgeving wordt me nog eens uitgedeeld: niet spreken en op het af gesproken teeken dadelijk gaan liggen. Ik knik bevestigend, om aan te duiden dat ik het begrepen heb. We sluipen zoo stil mogelijk verder. De hemel is bewolkt en het is om en nabij nieuwe maan, dus pikdonker. Mijn metgezellen schijnen den weg goed te kennen, want zij loopen zonder een enkele aarzeling door, in flinken pas, ondanks den zwa- ren last op den rug. Het gaat alles zoo goed, dat ik onwillekeurig de vereischte voorzorgen uit het oog ga verliezen: als we even rusten, steek ik uit gewoonte een sigaret op, maar hij wordt me dade lijk uit de handen gemept. Dom ook, ik had wel kunnen nagaan, dat onze vij anden op het lichtende puntje zoude* kunnen afkomen! Zijn we al over de grens? Neen, maar wel vlak erbij. Ginds staat een paaltje, dat het begin van het Nederlandsche gebied aanduidt, waar het gevaar pas in eigenlijken zin begint. Geruischloot» wordt de tocht voortgezet, allen ach ter elkaar loopend over een paadje, dat; voor den vreemdeling nauwelijks als zoodanig te onderkennen is. Mijn vriend loopt voorop en dan volg ik al* tweede, achter mij de vier anderen op een rijtje, als Indianen op het oorlogs pad. Daar staat het grenspaaltje. We loopen door, omzichtiger dan ooit. Mijr* voorman loopt gebogen onder den las* (mijn pakie is maar licht), maar ik 'zie zijn hoofd telkens heen en weer bewe- ëen, als hij rondspeurt of hij soms hier of daar een kommies op wacht zie' staan. Het gaat alles goed, we zijn een heel eind de grens over en no" geen obstakel heeft zich voorgedaan. Maar zeker in zoo'n geval, moet me niet te vroeg juichen. De voormap steekt plotseling zijn hand op en la-' zich op den grond vallen, lang uit. W allen doen het hem net zoo na en meen dat ik me daarbij niet onverdï stelijk gedragen heb. Blijkbaar b- mijn vriend iets verdachts bemerkt, doch ik zie er nog niets van. Ik wacht er me echter wel voor, iets te vragen; de ware smokkelaarsgeest schijnt in me te zijn gevaren. Na heel lang turen, zie ik toch op eenigen afstand een donke re gestalte. Dat is de man van recht en wet, die vannacht ook mijn vijand is, zooals hij het steeds is van mijn met gezellen. Muisstil liggen we, maar ik voel mijn hart in mijn keel bonzen. We zijn niet ontdekt, doch waarom blijft die man daar zoo staan? Het schijnt 'n eeuwigheid te duren ;en de gestalte staat daar nog steeds even roerloos, als toen hij werd ontdekt. Eindelijk draait hij zich om en we zien hem verdwijnen. Nog steeds durf ik me niet te bewegen. Dat waren benauwde oogenblikken! Na eenigen tijd, die ook al weer een eeuw schijnt, staat de voorman op en wij volgen zijn voorbeeld. Met gezwin- den pas gaat het nu voorwaarts, tot dat we bij een eenzame boerderij zijn gekomen. De deur van de schuur staat open en daar laden we onze pakken af. Morgen zullen ze door anderen verder worden' vervoerd. Ik kijk hier mijn makkers eens aan. Op een na zijn het allen open, ronde kerels, die niets hebben van een misda diger. Die eenè uitzondering heeft een beetje glurende oogen en ziet er ook verder niet uit om mee uit visschen te gaan. Maar aan de anderen zou je je le ven volkomen toevertrouwen. En toch oefenen ze dat gevaarlijke beroep uit van smokkelaar, dat reeds aan onze grenzen zooveel malen tot ernstige bot singen met de handhavers der wet heeft aanleiding gegeven. Zien ze er geen kwaad in? Ik weet het niet; ik ben ook niet in een stemming om te moralisee- ren. Ze zijn jong en krachtig en de groo te verdienste lokt hen onweerstaanbaar aan. De meerderheid is bovendien werk loos. Ze schijnen het benauwende avon tuur al weer vergeten, terwijl bij mij het hart nog in de keel klopt en ik de schrik nog in mijn beenen voel. Het was mijn eerste ernstige smokkelavontuur en het zal ook mijn laatste zijn. Bij het naar huis gaan kom ik een kommies legen en ik durf hem nauwelijks aankijken. Dat komt er -van. paar dagen een ander mensch was ge worden, die in zijn ouden kring niet meer thuis hoorde, en er niet zou wor den geduld. Toen trok hij vastberaden de schou ders op. „Ik zal eerst naar huis gaan. om mij te b.aden en scheren", dacht hij. „Zóó kan ik Margot niet onder de oogen ko men. Het zou een nieuwen schrik voor haar beteelcenen. Hij stak het kammetje weer bij zich, en ging terug naar het vertrek, waar de apathische jongeling nog steeds oo zijn stoel lummelde. Zijn positie had zich niet ëewijzigd, alleen was de sigaret van den linker mondhoek naar den rechter afgezakt. „Kunt u mij misschien den weg naar buiten wijzen?" vroeg Christiaan met ijzige beleefdheid. De jongen, wiens kracht in zijn zwij gen scheen te liggen, duwde zich met alle macht, waarover hij scheen te be schikken met zijn rug van den muur af, zoodat zijn voeten tegelijk met de voor ste stoelpooten op den steenen vloer kletsten. Zonder een woord te zeggen stond hij op en klom de trap op. Christiaan volgde hem, niet zonder een schichtigen blik achteruit in het keukentje te werpen, of hij daar mis schien een glimp van het blonde meis je zou zien. Met een ruk draaide hiii echter zijn hoofd om, en besloot zijn aandacht te bepalen bij den overigens weinig aantrekkelijken rug van zijn ge leider. Krachtige houding der Fran sche regeering in het valuta- vraagstuk Nederlandsche beleggingswaarden bieden goe den weerstand Afwisselend koersverloop op de Amster- damsche beurs. Op de buitenlandsche wisselmarkt heeft de politieke onrust in Frankrijk zich terdege doen gevoelen. Niet alleen de franc is ten opzichte van de andere valutas scherp in koers gedaald, ook de gulden werd door de beweging meege sleept. De koers van het Pond Sterling steeg tijdelijk tot boven de 7.30 en de dollar bereikte tijdelijk een punt, waar op gouduitvoer uit ons land naar de Ver. Staten weder loonend werd. Er werd echter selchts een matig bedrag, naar raming ca. j 4 millioen, goud naar New York verscheept. Ondanks deze goudonttrekking geeft de jongste weekstaat van de Nederlandsche Bank toch nog een toeneming van den goud voorraad met een kleine 6 millioen te zien, dank zij het feit, dat in dezen weekstaat nog enkele posten uit Frank rijk binnengekomen goud werden ver antwoord, terwijl ook via het Engelsche Valuta-Egalisatiefonds geel metaal aan onze circulatiebank schijnt te zijn aan geboden. De koersdaling van den franc en den Die slofte de trap op, opende een deur rechts, ging een zolder over, nog een deur door, kwam toen op een an der portaaltje, daalde een trap af, die gelijk en gelijkvormig was aan degene die zij zooeven waren opgeklommen, en opende toen een deur, die toegang gaf tot de steeg, waarin Christiaan dien fa talen avond het meisje was gevolgd. Christiaan keek instinctmatig naar 't nummer van het huis, dat hij zooeven had verlaten; het was 83. Toen wandelde hij het gansch verla ten straatje uit, sloeg eenige hoeken om, en belandde daarna in de straat, waar hij het meisje met den agent had zien vechten. Schuin tegenover den uitgang v,an de steeg stond een reclamezuil, die rond om beplakt was met affiches. Een aan tal nieuwsgierigen verdrong zich voor één van die aanplakbiljetten. Christiaan keek onwillekurig in die richting, en zag met vette letters de aankondiging: Duizend gulden belooning! Daaronder was een portret afgedrukt, dat hem bekend voorkwam. Hij 'trad eenige stappen naderbij, en ontdekte dat het zijn eigen foto was, die hem aanstaarde. Even wankelde hij, het bloed scheen uit zijn gezicht weg te vloeien. Toen drong hij zich tusschen de kijkers, en las: „De Commissaris van politie te de zer stede looft een belooning uit van duizend gulden voor degene, die aan wijzingen geeft welke leiden tot de aan houding en voorgeleiding van Christi aan de Groot. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1935 | | pagina 9