HET HUIS No. 83. ty.-nieuvBs X KRONIEK van den DAG. TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CR T.) VAN VRIJDAG ZZ NOVEMBER l»Si>. No. eto. MIDDELBURG. MO0RD-BEVELAND. BEVELAND. DIEP-ZWART REUZEN TUBE VOOR 10 GTS. Sensationeel nieuws uit het Verre Oosten. Japan geeft het avontuur in Noord-China op. .Voorloopig althans.^ De regeering te Tokio blijkt opeens het Kwantoengleger aan den teugel te kunnen rijden. Onderstellingen over de re denen der liquidatie. Verleden week Zaterdag werd uit Tokio bericht, dat de vijf provincies, die tezamen Noord-China vormen, zich on afhankelijk zouden verklaren van de rest van het Chineesche rijk. Dit betee- kende, dat de Japanneezen van plan wa ren van Noord-China een Japanneeschen vazal-staat te maken, zooals ze ook van Mantsjoerije een vazal-staat hebben ge maakt. De plannen bestonden reeds ge- ruimen tijd. Men zal zich herinneren, dat wij er een paar weken geleden op deze plaats iets van gezegd hebben. De bevelhebbers van het z.g. Kwantoeng leger, de Japanneesche troepenmacht, die in Mantsjoerije de orde heet te be waren, lieten toen in verband met een (overigens spoedig onderdrukten) anti- Japanneeschen boerenopstand in Noord- China weer eens dreigende taal hooren. Verschillende provinciale autoriteiten in het gebied werden op 't verlangen der generaals door de Chineesche regeering afgezet en door ledepoppen, die Japan welgezind heetten, vervangen. Dit be vredigde de heeren van het Kwantoen- leger echter niet. Zij gaven duidelijk te kennen, dat binnen afzienbaren tijd Noord-China zelfbestuur diende te ver krijgen. Het Centrale Chineesche gezag (waarvan in werkelijkhid heel weinig in dit gebied uitgaat) zou dus moeten wijken voor Japanneesch „toezicht". Het zag er naar uit, dat voor de Centra le Chineesche regeering hoogstens nog de schijn van de formeele Chineesche souvereiniteit te redden vi,el. Het bericht van Zaterdag jl., dat de gouverneurs der vijf Noordelijke pro vincies besloten hadden, een autono men staat te vormen baarde na dit alles dan ook weinig opzien meer. Men wist precies, hoe dit bericht geïnterpreteerd diende te worden. De gouverneurs wa ren niet meer dan marionetten, die een spel speelden naar den wil van de aan de touwtjes trekkende Japanneezen, Het geval paste trouwens geheel in de imperialistische politiek van Tokio. Na Mantsjoerije Noord-China. En dan? Deze vraag is opeens overbodig ge worden. Er vallen op het oogenblik heel andere vragen te beantwoorden, want. de zaak gaat niet door, Noord- China zal zich niet afscheiden van de rest van het Chineesche rijk. Alles blijft bij het oude. De Japanneesche generaal Doihara, die reeds te Peking vertoefde om toe te zien, dat de afscheiding vol gens zijn programma verliep, heeft gis teren die stad verlaten. Er schijnt een klein wonder te zijn ge beurd. De Japanneesche regeering, die het lang niet altijd eens is met de poli tieke bedrijvigheid van Doihara en con sorten, doch er tot dusver machteloos tegenover stond, heeft opeens macht over het Kwantoengleger gekregen. Wat zij tevergeefs verscheiden malen beproefde tijdens de actie der Japan neesche troepen in Mantsjoerije, is haar nu gelukt. Om de een of andere reden daarover aanstonds voelt ze niets voor e.en autonoom Noord-China onder Japanneesche curateele. Men wist dat allang,, maar dacht het van wenig be- beleekenis, aangezien de generaals van het Kwantoengleger er veel voor voel den en dezen immers, desnoods dwars tegen de adviezen van Tokio in, hun gang plachten te gaan Opeens is het nu met dit® spelletje der generaals uit. Bui ten hen om, heeft de Japanneesche ge zant in China, met de Chineesche regee ring n overeenkomst getroffen, waarin de laatste o.a. belooft, streng op te zul Een oorspronkelijke roman door Mr. I C. B. L. DEN HOEDT. 1). I. In dit eerste hoofdstuk wordt beschreven hoe de held van dit verhaal op één avond twee vrouwen kust. Christiaan de Groot sloot zijn ver loofde in zijn afmen en drukte een lan gen en innigen kus op haar warme roode lippen. (Wij weten, o, ervaren lezer, dat deze beminnelijke gebeurtenis eerst aan het slot van het laatste hoofdstuk behoort te worden vermeld. Wij beloven echter een reprise te juister plaatse van dit evenement, terwijl bovendien deze ge schiedenis meebrengt, dat ook op tus- schengelegen tijdstippen nog wordt ge kust, zij het dan minder innig en op min der warme en roode lippen.) Zooals dan gezegd, kuste Christiaan de Groot zijn verloofde. Met zijn linker arm drukte hij haar jonge, soepele lijf tegen zich aan, met den rechter streelde hij haar zwarte haren. Zij had haar hoofd achterover geworpen en zag hem in ver voering aan. Zijn geluk was te overstelpend, dan dat hij kon spreken. len treden tegen anti-Japanneesche pro paganda. Generaal Doihara werd daar op gelast Peking te verlaten en zie hij ging. Waar de regeering te Tokio deze macht zoo maar vandaan haalde is een raadsel. Misschien heeft de keizer zich met de zaak bemoeid en zijn de gene raals voor diens heilige autoriteit ge zwicht. Omtrent de redenen, die de Japan neesche reg'eering haar gematigde hou ding hebben ingegeven, hoort men al lerlei onderstellingen verkondigen. De meest plausibele lijkt deze, dat 't avontuur in Noord-China weer schatten gelds gekost zou hebben, hetgeen de reeds erg berooide schatkist moest ruïneeren. Ongeveer 40 pet. van de totale belastingsopbrengst in Japan wordt nu reeds opgeslokt, door den dienst der staatsschulden. Dat is om van te rillen. Bezadigde Japanneesche staats lieden zouden allang hebben ingezien, dat er een eind moet komen aan een politiek, die verschrikkelijk veel geld kost, zonder dat er uitzicht op bestaat, dat ze te eeniger tijd belangrijke baten op zou kunnen leveren. De vraag is intusschen, of men ten aanzien van Japan inderdaad naar dit soort van redelijke motieven moet zoe ken. Tot dusver kwam men er gemeen lijk bedrogen mee uit. Op het hellende pad, dat de Japanneesche politiek de laatste jaren afholde, zijn een stilstand en een omkeer nauwelijks denkbaar. Het zou daarom heel wel kunnen ge beuren, dat degenen gelijk krijgen, die met een veel minder prettige verklaring van den onverwachten draai in de Noord-Chineesche aangelegenheid voor den dag komen Zij zeggen, dat Japan het voorloopig maar met China op een accoordje gooit, om de handen vrij te krijgen voor een expansie-politiek in Zuidelijke richting, in de richting dus van de eilanden-groepen van de Stille Zuidzee. Voor ons Nederlanders klinkt dat rijkelijk onheilspellend, omdat ons Indië ook in die buurt ligt: Het is wel iswaar niet waarschijnlijk, dat men zeer spoedig te doen zal krijgen met een oor logszuchtige bedrijvigheid van Japan in onze koloniën, maar men moet den toe stand toch van dien aard achten, dat het „Nederland, let op uw saeck" heel wat meer dan een ijdele term beteekent. Wij zijn er in geenen deele van over tuigd, dat de liquidatie van het Japan neesche avontuur in Noord-China de toestand in het Verre Oosten veel roos kleuriger maakt. HMMBMEK* OPNIEUW AFSLACHTING VAN EEN DEEL VAN DEN VEESTAPEL? Maatregelen in overweging' Het Vadreland deelt mede, dat maat regelen in voorbereiding zijn voor het opnieuw afslachten van een deel van den veestapel. Naar de N.R.C. verneemt, worden der gelijke maatregelen nog slechts overwo gen. De minister heeft, zooals men weet, medegedeeld, dat het huidige systeem van beperking van de melkproductie wordt teruggenomen; niettemin is mén van oordeel, dat de melkproductie nog steeds te groot is. Kan men niet tot een beperking van het product zelf komen, dan schiet er dus alweinig anders over dan beperking van het productie-apparaat, de koe. Het zou in dit geval om 100,000 koeien gaan. Het is evenwel de vraag, of het Land bouwcrisisfonds rijk genoeg is om een dergelijken maatregel te financieren. Men vreest, dat vrijwillige beperking niet tot het gewenschte resultaat zou leiden en men dus den boeren een leve ringsplicht zou moeten voorschrijven. Inmiddels is last gegeven met de voor bereiding van de melkbeperking voort te gaan, in dier voege dat men voor elk bedrijf het percentage berekent van de beperking op de melkproductie, die zou moeten worden opgelegd. Heeft men eenmaal die berekening gemaakt, dan zou men uit dit percentage besluiten tot het aantal koeien, dat elk bedrijf in het belang der beperking heëH af te staan. „Jij, jij, jij.stamelde hij, en kuste haar mond, haar wangen, haar voor hoofd. En dan weer streelde hij haar en zocht met zijn oogen elk plekje van het ge zicht, dat hem verrukte. Een kleine on vol maaktheid in haar gelaat, een on- effenheidje in de huid, een rimpeltje in het voorhoofd, maakten zijn verliefd heid slechts te grooter, omdat met des te meer glans de stralende schoonheid van het omringende daardoor sprak. Zoo stonden zij langen tijd, verloren in hun liefde. Ineens keek het meisje op de klok. „Het is bij elven", zei ze verschrikt, ,,ik moet naar huis. Wat zullen vader en moeder zeggen". „Ik zal je mantel halen", antwoordde hij met een donkere, gesluierde stem Ziet, wat de liefde vermag. Zij vermocht in dit geval aan de schelle, jongensach tige stem van Christiaan de Groot een zwaren, doorhuiverden, bijna tragischen klank te geven. En zoo, zingend met die gouden, vi- breerende stem ging hij na een laatsten langen verliefden blik op zijn bruid de mantel halen en den hoed. Zij intusschen was voor den spiegel bezig heur haar glad te strijken en de orde van haar toilet, die in de omhelzin gen, waarvan de hier beschrevene de laatste was, eenigszins had geleden, te herstellen. Nieuw feuilleton. Wij vangen heden aan met de publi catie van een nieuw feuilleton: „Het huis no, 83", oorspronkelijk roman van mr. I. C. B, L- den Hoedt. DE BIJBELTENTOONSTELLING. Bij de opening van de Bijbeltentoon stelling, gisteren in de consistorie van de Nieuwe kerk heeft de voorzitter van de afdeeling Middelburg van het Nederlandsche Bijbelgenootschap, ds. C. F. Nolte, alle belangstellenden welkom geheeten, in de eerste plaats den bur gemeester, den heer M. Fernhout, diej zich bereid had verklaard de tentoon stelling te openen. De burgemeester wees er op, welk een groot aandeel de arbeid van het Nederlandsch Bijbelgenootschap heeft mogen verkrijgen in hetgeen er over de geheele wereld verricht wordt, ter verspreiding van de Heilige Schrift. En dat is niet weinig. Het in 1804 gestichte Britsche- en buitenlatodsche Bijbelgenootschap, ook te onzent zoo goed bekend, bereikte reeds 10 jaar geleden een uitgaven-aan tal aan bijbels, nieuwe testamenten en bijbelgedeelten van ruim 340 millioen exemplaren. Het deed in 136 talen den geheelen bijbel, in 226 het nieuwe testa ment en in 558 talen, gedeelten van den bijbel overbrengen. In Duitschland had de in 1712 in het leven geroepen Bibelanstalt, 10 jaar ge leden reeds meer dan 9 millioen bijbels en bijbelgedeelten gedrukt. Naast de ge nootschappen in vele andere landen, ar beidt het Nederlandsch Bijbelgenoot schap, 8 November 1815 ontstaan uit de vereeniging van 37 kort te voren op gerichte kleinere genootschappen en zich ten doel stellend „de verspreiding van den bijbel in zijn geheel en in ge deelten zonder aanteekening of uitleg ging, binnen en buiten het vaderland, in zonderheid in zijn overzeesche bezittin gen". Doel, nagestreefd, aanvankelijk en kel door gratis verspreiding maar na 1832 ook en vooral door bijbelverkoop, zij het dan tot zeer lage prijzen. Van 1847 af bezorgt het zelf ook de uftgaven van bijbels, die sedert 1888 weer ge schiedt naar den tekst der Statenverta ling. Deze krachtige organisatie, tellende 269 afdeelingen en 24.692 contribuanten verwierf zich een groote plaats. In 1934 nam het aantal contribuanten toe met niet minder dan 600. Het Genootschap verschaft den bijbel in gedeelten daar van in tal van formaten, lettersoorten en banden, ook voor blinden en halfblin- den, voor geringe prijzen. Aan behoefti ge personen, kerken, zondagscholen en vereenigingen, zoo noodig gratis. Het verspreidt per week ongeveer 1000 vol ledige bijbels en 2000 bijbelgedeelten, grootendeels in Nederland. In Indië, waar het genootschap 12 afdeelingen heeft, geschiedt de verspreiding in 33 talen. Het genootschap voorziet in de behoefte van de Nederlandsch spreken den in België, Frankrijk, Argentinië, Zuid-Afrika, Rijnland en Westfalen. Het bereikt leger en vloot, ziekenhuizen en gevangenissen. De tentoonstelling zal nader bekend maken met het voortref felijke werk. In schoone bewoordingen belichtte Om haar eigen beeld zag zij de weer spiegeling van Christiaan komen. Die entourage paste bij het rustige gedistin geerde en kunstzinnige karakter van haar verloofde Het was een lang en laag vertrek, wat verlicht door den schijn van gelig-perkamenten schemerlampen. Helderder reflexen stonden op den ko peren kaarsenkroon en in het geboende mahoniehout van oude stoelen en tafels. In de schemering van een hoek stond een zwaar en donker bureau, en langs den langen wand een boekenkast, waar in rug aan rug in leer gebonden boeken zich rijden. Het goud van titels en vig netten glansde mat. Kleur in dit stemmige geheel brachten de vele mollige kussens op den divan waarop, om de waarheid te zeggen, dit paar een groot gedeelte van den avond had gezeten. Margot het is tijd dat de naam van dit charmante schepseltje openbaar wordt gemaakt Margot dan omvatte al deze dingen in een verliefden blik toen Christiaan weer de kamer binnenkwam. Hij hield de diepe en zachte bontkraag van den mantel, die geurde naar veler lei parfum, tegen zijn gezicht gedrukt. Behoedzaam hielp hij het glimlachen de meisje in haar mantel; zijn oogen streelden haar toen zij het hoedje coquet op één oor zette en de lok op haar an deren slaap op de juiste plaats streek. Daarna knipte hij de lichten uit, nog spr. vervolgens de beteekenis van den bijbel in velerlei opzicht. Dit boek van troost, goudmijn van geestelijke, eeuwi ge, Goddelijke schatten, dat het men- schelijk leven in al zijn onderdeelen, met zooveel majesteit en gezag opvor dert voor zijn Schepper en Heer, en dat geheel dat leven zegenen wil met de stralen van Gods Vaderlijke liefde, kome hier en elders door toedoen van het Nederlandsch Bijbelgenootschap in veler handen. Het zal onder Gods zegen zijn loop hebben en doen hetgeen Hem behaagt. Moge deze tentoonstelling bevorderlijk zijn aan de opleving van veler belang stelling, ook in Middelburg e.o., voor den Evangeliseerenden arbeid van het Genootschap. Arbeid, die om het zoo eens te zeggen, inter-kerkelijk, in cordi ale samenwerking wordt verricht en me de daarom een oase is te achten op het terrein van de wel eens al te zeer ver splinterde en verdeelde Christelijke ac tie. Ds. N o 1 t e bracht den burgemees ter dank voor z,n gevoelvolle woorden en hoopte, dat God het werk zal blijven zegenen van het genootschap, dat nu 121 zijn arbeid verricht. Dank bracht, spr. ook aan de kerk voogdij voor het beschikbaarstellen van de zaal, aan den bibliothecaris van de Provinciale bibliotheek, ds. M. van Empel, die niet aanwezig was en aan zijn wel aanwezigen assistent, den heer H. Pieters en zijn helpers en ook aan den koster der Nieuwe Kerk, den heer Jobse voor de hulp bij de inrichting der tentoonstelling. Hierna heeft ds. J. E. Visser uit Dom burg toelichtingen gegeven over de in zendingen van het Bijbelgenootschap en de heer H. Pieters over die van de Pro vinciale Bibliotheek. In het bericht van gisteren staat: „een Amerikaansche legertaal", dit is een drukfout, het moet zijn negertaal. e KORTGENE, Het departement „Noord- Beveland" van het Nut voor 't Algemeen gaf Donderdagavond in „de Stadswijn- kelder" haar eersten nutsavond in dit seizoen. De Voorzitter, de heer G. F. M a - r i s opende en gaf het woord aan den heer Mijer, die den inhoud van de film „Het leven gaat verder" besprak welke daarna vertoond werd. De talrijke aanwezigen waren diep onder den indruk. Geen applaus verbrak het gevoel, waar allen mee naar huis gingen. De ontzaglijke tragiek van deze film is wel d,at de menschheid, trots 1914 nóg niets geleerd heeft. De heer Maris dankte met de woorden: De mensch onderscheidt zich door de rede van het dier. Dit is het laatste D. D. P.-nieuws. Dan hebben wij U alles verteld. We zijn er zeker van, dat U zich zoo aan- stonds zult haasten, wanneer onze groote annonce met de inteeken-bon zal zijn verschenen, deze bon in te vul len. i Iw.J Want denkt U er wel om: onze fraaie December-premie is uit sluitend voor de abonnees en de lezers van ons blad vervaardigd; deze reproductie in de natuurlijke kleuren van het fraaie schilderij van Reimond Kimpe, een sieraad in elke salon, elke huiskamer, elke studeer kamer, is niet in den handel verkrijg baar; zoodat al, wie in het bezit wil ko men van dit schitterende product der moderne grafische kunst, de reproduc tie in kleurendruk van het schilderij van Middelburgs Lange Jan, zich deze uitsluitend kan verschaffen door mid del van ons blad, en: de oplaag van deze kostbare premie is b e p e r k t, herdruk is uitgeslo ten! HANSWEERT. Gistermiddag halftwee had op de Oostsluis een ongeluk plaats. Werkvolk van den heer v. d. Straaten was bezig met het verwisselen van de schuiven van de sluis toen de bok die daarbij gebruikt wordt, brak en alles neerviel. De arbeider C. Krombeen werd getroffen en in bewusteloozen toestand in het kantoor van den sluismeester bin nengedragen. Geneeskundige hulp liet erg lang op zich wachten aangezien de dok ter en de zuster beiden afwezig waren. Toen de dokter eindelijk arriveerde, is het slachtoffer verbonden en naar huis vervoerd met ernstige hoofd- en schou- derwonde. De politie stelt een onderzoek in. HANSWEERT. De marechaussee al hier heeft gisternamiddag te Ierseke een persoon aangehouden, die een pak ver voerde, dat bij onderzoek bleek te be vatten 1000 boekjes sigarettenpapier, welke niet gedekt waren door een gel dig document. Het sigarettenpapier werd in beslag genomen en naar Hansweert vervoerd. KAPELLE. In het lokaal Obadja kwa men de bewoners van de nieuwe wijk, de Juliana- en Wilhelminastraat ge doopt, in vergadering bijeen. De leiding van deze vergadering be ruste bij den heer B. de Jager, die het doel uiteenzette: een bespreking over de vraag: wat kan er gedaan worden om de onbillijke straatbelasting te verande ren. Een voorloopig comité was ge vormd, dat bestaat uit de heeren J. A, 'n Erdal product (Ingez. Med.) één kus in de nu geheel warme en don kere kamer, waar alleen de mica ruitjes van den haard nog rood gloeiden, en sa men stapten zij nu in den lentenacht. Zijn rechterarm was om haar middel ge slagen, zijn linkerhand drukte haar lin ker, die langs zijn rug was gelegd. En zoo, behoedzaam in de pas, ver- liefdelijk deinend, gingen zij samen on der den sterrenhemel. „Kijk, hoe prachtig", fluisterde hij, „zag je ooit de hemel zóó zwart, en de sterren zóó flonkerend?" En, alsof hij de heele feeërieke illu minatie van dezen lentehemel voor haar had geregistreerd, noemde hij de namen van de sterrebeelden die hij kende. „Zie eens daar. de Groote Beer, Cas siopeia, Orion, de Pleiaden. En daar ginds, die groote, roode ster, dat is eigenlijk geen ster, maar een planeet, Mars". Zij volgde zijn blik en voor haar ver liefde oogen schenen al die sterren sa men te vloeien tot één stroom van licht, een hemelschen waterval van vonken. Vermoeid sloot zij de oogen en legde haar hoofd op zijn schouder. Zoo waren zij gekomen tot voor haar huis. „Ik ga nu direct naar ber", zei Mar got, „kom nu maar niet meer binnen. Dag, mijn liefste tot morgen". „Morgen om twaalf uur", juichte hij, ,,d,an kom ik je halen, en gaan we sa men lunchen. Ergens waar het warm is, en gezellig, en waar de zon schijnt. Je zult zien, Margot, morgen schijnt de de zon weer. Deze lente heeft geen einde." Zij ontsloot intusschen de deur, wierp hem nog een kushand toe en ging het huis binnen. Nog even bleef hij aarze lend staan, alsof hij niet kon scheiden van de plek waar zij afscheid hadden genomen; dan draaide hij zich resoluut om en beende met luidklinkende manne- stappen naar zijn eigen huis. Hij overdacht alles wat hij had en voelde zijn geluk overstelpend. Hij waa achtentwintig jaar oud, gezond, sterk en intelligent. Al was hij geen Adonis, geen homme a femmes, zijn frisch en op gewekt uiterlijk met de jongensachtige vroolijke oogen, was innemend. Hij had een behoorlijke betrekking, die hem 'n inkomen leverde, dat weliswaar geen groote luxe zou toelaten, maar waarvan hij ruimschoots een gezin zou kunnen onderhouden. Zijn huis, langzamerhand gevuld met de zware ouderwetsche meubelen, die hij bewonderde, schoon- gehouden, geboend en gepoetst door de oude en humeurige werkster, die met onverdroten trouw en toewijding nu al jaren eiken dag kwam, behoefde niet veel te worden veranderd om het voor hen beidjes in te richten. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1935 | | pagina 5