KERKNIEUWS.
KUNST EN WETENSCHAP.
VERBETERING EN ONDERHOUD
WEG AARDENBURG-MIDDELBURG
(BELGIë).
MIDDELBURG.
ftALGHEREN.
ZUID-BEVELAND.
ARNEMUIDEN.
ABONNEMENTEN en ADVERTEN
TIES voor dit blad worden aangenomen
door den Agent
A. ZEIJGER,
ZEEUWSCH GENOOTSCHAP DER
WETENSCHAPPEN.
Walther Rathenau 1867—1922.
OPENBARE LEESZAAL EN
BIBLIOTHEEK TE MIDDELBURG.
uit het opgeheven fonds v>an den land
bouw waren aangekocht, aan meerge
noemde Maatschappij, tegen inventaris,
in gebruik af te staan. De uitvoering
van dit besluit, ontmoette nog eenig
bezwaar, doordat het besluit niet voor
zag in 't g'eval, dat de daarin bedoelde
dieren voor het gebruik niet meer ge
schikt waren en mitsdien ook niet be
paalde, wat in zoodanig geval daarmede
zou moeten gebeuren. Daarom stelden
Ged. Staten voor nader te besluiten,
om die dieren geheel ter beschikking
der Maatschappij te stellen, met be
voegdheid om dezelve, indien er geen
gebruik meer van te maken was, te ver-
koopen en de baten daarvan voor zich
te behouden en voor andere, aan den
landbouw nuttige doeleinden aan te
wenden. De Staten vereenigden zich
hiermede zonder debut of stemming.
Het lag in de lijn der hier gerelateerde
beslissingen, dat Ged. Staten de hun toe
gekende bevoegdheid, om over het op de
begrooting uitgetrokken bedrag te be
schikken, aldus uitoefenden, dat zij het
bedoelde subsidie betaalbaar stelden
ten name van de Z.L.M. Gelijk het Col
lege terzelfder tijd in een ander ver
band opmerkte: ,,die f 1000 zijn inge
willigd in de zekere verwachting, dat de
beschikking daarover, door de Maat
schappij van Landbouw in deze provin
cie, aan ons zou worden aangevraagd
en door ons ,aan die Maatschappij gege
ven worden."
Het huidige college meent met het
bovenstaande de gevraagde inlichtingen
zoo volledig mogelijk te hebben ver
strekt; immers in de met ingang van 1
Jan 1852 in werking getreden regeling
is sindsdien geen wezenlijke verandering
gebracht. Gebleken zal zijn, dat het
fonds van den landbouw om deze al
oude benaming nog eens te gebruiken
beschouwd moet worden als het eigen
dom der Provincie, en dat Ged. Staten
met het beheer der inkomsten uit het
fonds zijn belast. Met betrekking tot de
wijze, waarop die inkomsten behooren
te worden besteed, zijn zij slechts ge
bonden door het in 1851 gevallen besluit
der Staten, dat die inkomsten steeds
moeten blijven aangewend in het belang,
de bevordering en verbetering van den
landbouw en veeteelt in deze Provincie.
Enkel een besluit van, de Provinciale
Staten, zou hen van die gebondenheid
kunnen ontslaan-
Zij stellen voor deze medeeling voor
kennisgeving aan te nemen.
AANSLAG VAN HET GEBOUWD IN
HET DIJKGESCHOT.
Ged. Staten wijzen er de Prov. Sta
ten op, dat voor de geldelijke behoef
ten van een polder de heffing van dijk-
geschot van de schotbare landen moet
en van de gebouwde eigendommen mag
geschieden, of deze laatste belasting
gevorderd wordt hangt af van het in
zicht daaromtrent van de ingelanden
vergadering en haar karakter is facul
tatief.
De overweging van de invoering js
geweest, dat het gebouwd zoo goed be
lang heeft als het ongebouwd bij een
volstrekt veilige zeewering, bij goede
wegen, bij voldoende waterioozing enz.
en d,at het dus alleszins billijk is, wan
neer van dat gebouwd, tot erkenning
en uitdrukking van dat belang, een bij
drage voor de polderkas wordt ge
vraagd, mits niet de bijdrage wegens
haar omvang de beteekenis krijgt v,an
een ongeoorloofde afschuiving van las
ten van het ongebouwd op het gebouwd.
Daarom werd gelijktijdig in het regle
ment de bepaling opgenomen, dat de
heffing de goedkeuring behoeft van G
Staten, opdat die zouden waken voor
onjuiste verhoudingen.
Natuurlijk werd geen onderscheid ge
maakt tusschen. polders met waterkee-
rende werken belast en polders zonder
zoodanige werken, omdat de aard der
werken, waarvoor een bijdrage mag
worden gevraagd, niet ter zake doet, de
eenige vraag welke in aanmerking komt
is deze: worden gelden voor een pol-
derbelang gevraagd; zijn daar dan de
eigenaren van het gebouwd niet even
zeer bij betrokken als die van het on
gebouwd?
Naar aanleiding nu van een door het
waterschap Krabbendijke voor het
dienstjaar 1935-36, evenals voor 1934-
'35, gevraagde bijdrage van het gebouwd
3 pet. over een belastbare opbrengst
volgens de grondbelasting ad f 50,000)
welke door Ged. Staten is goedgekeurd,
verzoekt „een commissie, benoemd uit
en door de 292 aangeslagenen in die
heffing van het genoemde waterschap
om het Algemeen Reglement voor de
polders of waterschappen" zoodanig te
wijzigen, dat geen geschot kan worden
geheven op de gebouwde eigendommen,
gelegen in polders of waterschappen,
welke niet met het onderhoud van een
zeewering of oeververdediging zijn be
last."
Ged. Staten hebben zeer overwegen
de bezwaren tegen de voldoening aan
dit verzoek. Behalve, dat de commissie
zooals uit de toelichting bij haar adres
blijkt, uitsluitend de gebouwde eigen
dommen in het waterschap Krabbendi)-
ke op hef oog heeft, al is haar verzoek
dan van meer akemeene strekking, cn
dat nu nog zoo kort geleden de heffings-
mogehikheid werd ingevoerd, het reeds
daarom geheel ongewenscht is, wijzi-
•ging te overwegen voor zich nog be
hoorlijk practijk heeft kunnen vormen,
zou de gevraagde wijziging een positie
ve verkrachting ziin van het door de
Staten in 19"^ omhelsde beginsel. Van
Ged. Staten zijn geenerlei maatregelen
of voorstellen die daartoe kunnen lei
den te wachten, terwijl zij met zekerheid
meenen te mogen aannemen, dat de
Staten evenmin wijziging wénschen.
Ged. Staten stellen dan ook voor het
verzoek af te wijzen.
In de vergadering van 5 Jan. 1933 werd
door de Provinciale Staten besloten per
1 Jan. 1933 af te koopen den tol op den
weg van Aardenburg langs de Elder-
schans over Heille naar de Rijksgrens
in de richting Middelburg (België).
Met den tolafkoop nam de onder
houdsplicht van de tolgerechtigde, wed-
M. T, Coppens-de Jonge te Eede, auto
matisch een einde, en werd Ged. Staten
opgedragen alle verder noodige maat
regelen te nemen, en te doen nemen, in
het bijzonder die, welke zouden strek
ken tot de regeling' van het onderhoud
van den betrokken weg na 1 Jan. 1933.
Het is hen tenslotte mogen gelukken
zij het dan ook min of meer in afwijking
van de aanvankelijk gedachte regeling,
met de drie betrokken gemeenten, Aar
denburg, Eede en Sluis tot overeenstem
ming te komen.
De drie gemeenten zullen, elk het bin
nen haar grondgebied gelegen gedeelte in
beheer en ondrhoud aanvaarden, zulks
met dien verstande, dat de provincie
Zeeland, met geldelijke steun van de 3
gemeenten, zich met het feitelijke on
derhoud van den weg belast- De gemeen
ten stelden de voorwaarde, dat de weg'
eerst voldoende door de Provincie ver
beterd zou zijn, wat Ged. Staten niet
onbillijk voorkwam. Bij verbreeding van
de kunstbaan van 3 tot 4 m worden de
kosten voor den 3553 m langen weg ge
raamd op f 37,600.
Als jaarlijksche bijdragen worden ge
raamd van Aardenburg f 333,50, van
Eede f 181 en van Sluis f 500 te-samen
1019,50 of f 287 per km per jaar. een
bedrag, dat naar de meening van den
Hoofdingenieur voldoende is om ook op
den duur in de eerste jaren na de ver
betering zullen de kosten van onderhoud
uiteraard minder bedragen daaruit
het onderhoud van den weg te bekosti
gen. Mochten de kosten van onderhoud
in eenig jaar eventueel meer bedragen,
dan neemt de Provincie dat meerdere
voor haar rekening.
De gemeentelijke onderhoudsbijdragen,
welke in eenig jaar niet ten volle noo-
dig zijn, worden voor die overblijvende
gedeelten door de gemeenten opgelegd,
teneinde door haar aan de Provincie te
worden afgedragen als bijdrage in eens
in eenig binnen of aan het eind van een
termijn vati 15 jaar, waarvoor dit con-
venu met de gemeenten zal gelden, door
de Provincie uit te voeren algemeen
herstellingswerk. Na 15 jaar zal opnieuw
een overeenkomst met de gemeenten
worden aangegaan, zoo noodig door be
middeling van een abritalen uitspraak-
Ged. Staten stellen voor in den hier
boven genoemden geest te besluiten.
Opnemen kasgeld,
Ged Staten stellen aan de Prov. Staten
voor hen voor het opnemen van kasgeld
in 1936 een zelfde machtiging te ver-
leenen als voor 1935, en alzoo tot een
maximum van f 2,000,000 en een rente
koers van ten hoogste 2 pet. boven het
promessen-disconto van de Nederland-
sche Bank.
WOESTE EN BALDADIGE
WIELRIJDERS.
Toestanden, waaraan met straf
fe hand een einde dient ge
maakt.
De beteekenis v,an de woorden Voor
Veilig Verkeer zal ieder wel duidelijk
zijn. Dat wil helaas nog geenszins zeg
gen, dat iedere weggebruiker in de
practijk deze woorden in daden omzet.
Onbegrijpelijke verkeersfouten zijn niet
zelden de oorzaken van botsingen, aan
rijdingen enz. Valt het te betreuren, dat
nog niet iedere weggebruiker de een
voudigste verkeersregelen nakomt, er-
gei is het wanneer door onwilligheid
baldadigheid of woest rijden het ver
keer in gevaar wordt gebracht, zooals
den laatsten tijd verschillende malen op
het weggedeelte MiddelburgAbeele
en op het jaagpad langs het kanaal naar
Vlissingen is voorgekomen.
Voornamelijk hebben wij hierbij dan
op het oog de wielrijders en voetgan
gers De ligging van het rijwielpad naar
Abeele is zoodanig, dat de fietser ,al
zijn aandacht noodig heeft voor het
verkeer. De rijweg berijden is verboden,
terwijl de breedte van het pad het el
kander passeeren maar juist toelaat- Bo
vendien zijn er maar bitter weinig wiel
rijders, die de hier geldende voorschrif
ten bij inhalen en passeeren, nakomen.
Er heerscht soms een ware chaos. Ver
schillende malen is het voorgekomen,
dat een wielrijder, die voor twee hem
tegemoet en naast elkaar rijdende fiet
sers, niet den rijweg op wilde, of niet
kon vanwege het autoverkeer op dien
weg, slechts op het nippertje een aan
rijding kon voorkomen. Maar daarbij
bleef het niet. Een v,an de wielrijders
gaf dan bij het passeeren den ander uit
verbolgenheid een stomp, duw of zelfs
een slag in het gezicht. Waarop dan
weer tal van bedreigingen, scheldpar
tijen e.d. volgden. Het is niet een op
zichzelf staand feit dat we hier melden,
er zouden nog meer van deze baldadig
heden opgesomd kunnen worden. Fiet
sers bv. die hun licht niet dempen, zul
len de gevolgen zeker op dit wegge
deelte wel eens ondervonden hebben.
Doch niet alleen wielrijders ondervin
den deze ergerlijke baldadigheid, ook
voetgangers kunnen er van meepraten.
Voo.r hen is het wandelpad, vooral bij
slecht weer, niet bepaald een genoegen
om over te loopen. Op het rijwielpad
zijn zij echter een hinder voor de fiet
sers. Onaangenaamheden met scheld
partijen zijn dan het gevolg. Eenige we
ken geleden waren we getuige van zulk
een „harde ontmoeting" tusschen een
voetganger, die op het rijwielpad bleef
loopen en een wielrijder, die den weg
niet opwilde, doordat een auto hem te
gemoet kwam. De fietser gaf den voet
ganger een flinke duw. Een scheldpar
tij volgde, en het scheelde maar weinig
of men ging tot handtastelijkheden over.
Wie in deze zaken schuld had doet
hier niet ter zake, de manief echter
waarop men overtredingen meent te
kunnen afstraffen gaat alle perken te
buiten. Woestelingen zijn op dit weg
gedeelte niet zeldzaam, en een gevaar
voor het verkeer. Op het jaagpad ont
breken baldadigheden evenmin,'zooals
men dezer dagen nog heeft kunnen le
zen. Het woeste rijden en onvoldoende
uitwijken door meest jeugdige wielrij
ders (in clubjes rijdende) kan men her
haaldelijk constateeren. Dat zulks nog
niet tot ernstige ongevallen heeft ge
leid valt te verwonderen, doch toestan
den als hierboven geschetst komen er
des te meer voor. Op grondige wijze
diende hier eens een einde aan gemaakt
te worden.
De Vereeniging tot Instandhouding
eener Voorbereidende klasse aan de
Rijksleerschool hield haar jaarlijksche
algemeene vergadering onder leiding
van den voorzitter, den heer W. L. Heij-
boer. Deze wees er op, dat ook in het
afgeloopen jaar de Vereeniging haar
bestaansrecht heeft bewezen, gezien het
feit, dat het aantal aanvragen steeds het
aantal beschikbare plaatsen overtreft.
Hoewel de toestand der financiën niet
bepaald slecht genoemd mag worden, is
hij toch niet van dien aard, dat het mo
gelijk is aan de leerkracht een hooger
salaris toe te kennen dan het bescheiden
bedrag, dat zij nu ontvangt. Uit de re
kening van de penningmeesteresse
bleek, dat er een batig saldo is van
ruim f 113. Dit bedrag zal niet in de
nieuwe rekening worden opgenomen,
doch met het saldo van het vorige jaar,
op de Nutsspaarbank geplaatst worden.
Mochten mettertijd, wat niet te hopen
is, de bijdragen of het schoolgeld terug-
loopen, dan zou uit de reserve een
eventueel tekort gedekt kunnen worden.
De begrooting werd goedgekeurd met
een eind bedrag van f 985. In plaats van
den heer Hettema, die vertrokken is,
koos de vergadering tot bestuurslid den
heer J. Belderok.
DOMBURG. Vanwege de af deeling
Domburg en omstreken van het Ned.
Bijbelgenootschap zal in de Ned. Herv.
kerk alhier, op 18 en 19 Nov. a.s. een
bijbeltentoonstelling worden gehouden
De opening zal door den burgemeester
geschieden, terwijl de zangvereenigingen
hun medewerking verleenen.
IERSEKE. Gisteravond gaf de Herv.
Zangvereeniging „Hosanna", onder lei
ding van den heer Jan Kousemaker, haar
jaarlijksche uitvoering in de Herv. Kerk,
met medewerking van mej. Nieuwdorp
(sopraan), mej. De Mul (klavier) en mej.
Willemse (orgel).
Ds. Engelsma sprak een kort ope
ningswoord. Het programma was heel
mooi. Stukken zooals Ps. 95 van Men
delssohn en de cantate „Soli Deo Gloria"
van Pijlman, vielen bij het publiek, dat
in grooten getale was opgekomen, zeer
in den smaak.
Aan het slot werd het woord gevoerd
door den heer W. Honders, die namens
allen een woord van dank sprak voor
hetgeen de zangvereeniging ten gehoore
had gebracht
ELLEWOUTSDIJK. Gisteren vierde
het echtpaar Jac. Looy en Joh. Looy
Zandee, alhier zijn diamanten huwe
lijksfeest. Het ontbrak hun niet aan be
langstelling. In het dorp werd veel ge
vlagd.
Ongeluk bij schietoefeningen.
HOEDEKENSKERKE. Tijdens de
schiet-oefeningen die de schietvereeni-
ging alhier in den gang van de openb.
lagere school houdt, is door onvoorzich
tigheid een geweer ontijdig afgegaan.
Het kogeltje trof een der leden, een
zekeren Z., in het been.
Hij is naar het ziekenhuis te Goes ge
gaan, waar men zal trachten het te ver
wijderen.
KIND AANGEREDEN.
KRABBENDIJKE. Woensdagavond
werd op den Rijksweg alhier, het 11-
jarig dochtertje van M. de Jonge door
een auto aangereden. Deerlijk aan het
hoofd gewond werd het kind naar dr.
Nieuwenhuyse gebracht. De chauffeur
van de auto is doorgereden.
Het kiescollege der Ned. Herv.
Kerk te Middelburg heeft in de vacature
wijlen ds. J. de Visser, voortdurend
door het bedanken van ds. J. C. H. Ro-
mijn te Apeldoorn, het volgende alpha-
betische viertal opgemaakt: ds. F. J.
Broeyer te Woerden, ds. A. H. Dönszel-
mann te Meppel; ds. H. Mondt te Zei-
hem en ds. G. van Veldhuizen te Hantum
en Hantumhuizen.
Het Provinciaal kerkbestuur van
Zeeland heeft na examen toege
laten tot den evangeliedienst in de
Ned. Herv. kerk de heeren J. A. Pe
ters, candidaat aan de Universiteit te
Utrecht en F, C. Kleinman, candidaat
aan de Universiteit te Leiden.
Ds. W. H. Kelder jr., die te Mid
delburg beroepen is zal aldaar op Zon
dag 1 December bevestigd worden door
zijn vader ds. W. H. Kelder te Charle-
rois-Rotterdam. In een middagsamen
komst op 24 November zal ds. Kelder jr.
afscheid nemen van zijn tegenwoordige
gemeente, Breskens.
De heeren L. W. van Halst en W.
Rarentsen zijn herbenoemd tot notabe
len van de Ned. Herv. kerk te Korl-
g e n e. De heer A. P. Blok is benoemd
tot organist in die kerk.
Herkozen tot leden van het kies
college der Ned. Herv. kerk te Oost-
ka p e 1 1 e, de heeren K. Janse, Z.
Maljaars, G. Meijer en C. Wijkhuis.
Tot notabelen der Ned. Herv. Kerk
te Kruiningen zijn gekozen de heeren A.
J. Lindenbergh, H. Waverijn en J. J.
Fran<;oys.
Tot leden van het Kiescollege der
N. H. Kerk te Kloetinge werden herko
zen de heeren: H. M. Bruijnzeel, W.
Oostingh en D. Sinke Jzn.
Vóór den aanvang der vergadering
heeft de voorzitter, jhr. mr J. W. Quar-
les van Ufford, woorden van waardee
ring gewijd aan de nagedachtenis van
wijlen prof. mr. R. Fruin, oud-voorzitter
van het Genootschap.
Deze rede werd door de leden staande
aangehoord.
In het Zeeuwsch Genootschap sprak
gisterenavond dr. P. J. Bouman over
Rathenau. Spr. schetste deze belang
wekkende figuur tegen den achtergrond
van den bloeitijd en het verval van het
Duitsche keizerrijk. Walther's vader was
de beroemde Emil Rathenau, de stichter
van de Algemeine Elektrizitats Gesell-
schaft. Zijn zoon, die spoedig ook in de
directie van deze trust werd opgenomen
bleef echter in geestelijk opzcht geheel
onafhankelijk. Hij was niet alleen een
groot ingenieur en organisator, maar ook
een origineel denker, die tal van philo-
sofische werken schreef; voorts eco
noom, politicusen begaafd schilder.
Juist door die veelzijdigheid en origi
naliteit verschrikte hij vele middelmatig
heden in zijn omgeving.
Rathenau bleef steeds een eenzame.
Zijn gedachtenleven toonde een sterk
mystieken inslag. Hij streefde naar de
ontwikkelng der „Seele", waaronder hij
het spontaan handelen, innerlijk vrij en
los van alle begeerten verstond, In zijn
voornaamste werk „Mechanik des
Geistes" zette hij zijn levensbeschou
wing uiteen. Ongeveer tegelijkertijd ver
scheen in 1912 zijn „Kritik der Zeit",
een diepgaande analyse van de econo
mische en politieke gevaren, die Duitsch-
land bedreigden.
Het uitbreken van den oorlog bracht
Rathenau tot wanhoop, doch hij kwam
een geestelijke inzinking snel te boven
en maakte zich toen, in opdracht der
regeering, verdienstelijk voor de distri
butie en fabricage van grondstoffen.
Zonder dit geniaal-organisatorisch werk
van den Jood Rathenau zou Duitschland
den strijd snel verloren hebben. Rathe
nau was het ook, die den moed toonde
om met kracht tegen het plan voor den
onbeperkten duikbootenoorlog op te
treden. Tenslotte waarschuwde hij voor
de gevolgen van een overhaaste wapen
stilstand. Hij wilde „geleidelijke liquida
tie in plaats van een plotseling
bankroet". Men begreep hen niet. De
socialistische arbeiders wantrouwden
hem omdat hij fabrikant was, de recht-
sche partijen beschuldigden hem van
anti-Duitsche gezindheid op grond van
een verkeerd begrepen en een uit zijn
verband gerukt citaat uit zijn geschrift
„Der Kaiser".
Naarmate de chaos grooter werd,
bleek duidelijker van hoeveel waarde
het inzicht van Rathenau was. Na de
staatsgreep van Kapp (Maartl920) werd
Rathenau steeds meer geraadpleegd
door den minister van financiën Wirth.
Hij maakte deel uit van de deputatie, die
naar Spa ging om met de geallieerde
staatslieden over de herstelschulden te
beraadslagen.
Rathenau werd de groote voorstander
van de „vervullingspolitiek". Toen
Wirth rijkskanselier werd, bood hij Ra
thenau de portefeuille voor buitenland-
sche zaken aan. (Mei 1921.)
IBM SHAG
ROOKT IBIS EN GÉÉN ANDERE SHAG
(Ingez. Med.)
wiaffggSMiW 'fWOH—HUWNWH—B——a—i
Nu begon een reeks conferenties,
waarbij Duitschland geleidelijk het ver
speelde vertrouwen scheen te herwin
nen. Telkens werden de plannen door
kruist door den haat van Poincarë, Ten
slotte werd Lloyd George voor het
denkbeeld gewonnen om het herstel-
vraagstuk op een algemeene conferentie
te behandelen, waarbij ook Rusland uit-
genoodigd zou worden.
In April 1922 kwam de conferentie te
Genua bijeen. Toen Frankrijk de be
sprekingen dreigde te saboteerem, sloot
Duitschland met Rusland het verdrag
van Rapallo. Kort na zijn terugkeer uit
Genua werd Rathenau door jonge fana
tici vermoord. Zijn werk is door Strese-
mann voortgezet, zonder blijvend resul
taat. De negatieve houding van Frank
rijk werd de grootste propaganda voor
het snelopkomende nationaal-socialis-
me.
Nieuwe aanwinsten.
De navolgende nieuwe aanwinsten-
werden getoond:
Een gesmeed ijzeren wapen van Zee
land, afkomstig uit de muntpoort, ge
schonken door den heer P. A. Pieters te
Vlissingen; hoorn van een tropischen her
kauwer, opgevischt in de Westerschelde,
aangekocht door bemiddeling van. den
heer L. A. J. Bootsgezel te Breskens;
Germaansche en andere scherven, ge
vonden aan het strand bij Domburg, ge
schonken door den heer N. Schoolmees
ter te Koudekerke; een verzameling O.-
Indische schelpen, verzameld door den
schenker in Straat-Soenda, geschonken
door den heer C. J. de Vuist te St Lau
rens; Ostrea edulis, Linn, levend uit het
steendiep opgevischt; en Pecten Wes-
tendorpi, Nyst, uit de Westerschelde
door een schelpzuiger opgezogen; Area
tetragona Poli, geschonken door den
heer A. Slabber te Middelburg, Psam-
mobia ferroensis, Chemn, uit de Wester
schelde, van schelpzuiger Marie van
Brielle"; Area appendiculata Lord, van
schelpzuiger Marie; Venus casina Linn.
Var diccina Lam, gevonden te Domburg;
Scarlesia alveolata (Westerschelde Elle-
woutsdijKj van schelpzuiger Marie; Mi-
ocardia pectmifera, eoceenfossiel Nieuw-
vliet, geschonken door den conservator;
Psammobia ferroensis Domburg, ge
schonken door dr. Huijsman te Middel
burg; een pijpekopje met ingebakken,
portretten van prins Willem en prin
ses Wilhelmina, gevonden bij Rainme-
kens, geschonken door jhr. F. Beelaerts
van Blokland te Middelburg.
O
Uit de bovenstaande opgave van aan
gewonnen schelpen blijkt, dat zij ten
deele afkomstig zijn van den scheipen-
zuiger Marie" uit Brielle. De conserva
tor der mollusca, de heer Brakman,
kreeg door bemiddeling van den heer
Slabber toegang tot die schelpen. Het
bleek toen, dat reeds anderen er in had
den gezocht. Daar op den zuiger schel
pen voorkwamen, die nog nooit in ons
land waren gevonden, zou het van be
lang zijn indien de zoekers, die vóór den
conservator den zuiger bezochten, hun
vondsten wilden vertoonen. Mochten zij
dit lezen, dan zouden zij den heer C.
Brakman te Nieuw- en Sint Joosland
zeer verplichten door zich met hem in
verbinding te stellen.
Nieuwe aanwinsten:
Boudier Bakker,- Ina, Vrouw Jacob,
Jong, A. M. de, De grote zomer.
Kramer, Diet, De Bikkel.
Otten. J., Angst, dierbare vijandin.
Stuwe, Elmi van, Het plein in zon en
regen.
Footner, H., Dangerous cargo
Illnig, W„ Der blaue Stern-
Harinxma thoe Slooten, B. Ph. van,
Dwars door Abessinië.
Huizinga, J„ In de schaduwen van
morgen.
Künkel, F-, Karakter, ziekte en gene
zing. j
Tambs, E-, De kruistocht van de
„Teddy."
Vriend, J. J., Nieuwere architectuur-
Vriends, J., Dier en plant van dichtbij
bekeken.