Be grijze dame Oncotic KRONIEK van den DAG. ZEELAND. TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEÜWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN DONDERDAG 17 OCTOBER 1935. No. 245. Autobusconcessies. MIDDELBURG. HET VEILIG VERKEER. Verkeersonderwijs aan de jeugd. Een zeer lichte melange voor pj|p. en sigaretten; De smaak van een Amerikpansche sigaret. ■Mjl WALCHEREN. HENRY SETON MERRIMAN. De race in den bouw der luchtvloten Bijzonderheden over de nieuwe Fransche oor logsvliegtuigen Snelle ja gers en zware bombardements- toestellen. Onder invloed van den gespannen, in ternationalen toestand zijn alle groote mogendheden thans met de gebruike lijke „koortsachtige haast" aan het uit breiden hunner bewapening geslagen. Op 't voorbeeld van Duitschland wordt daarbij de meeste aandacht aan de lucht strijdkrachten besteed. Engeland gaat, zooals men weet, om te beginnen onge veer 800 nieuwe moderne vliegtuigen bouwen, die binnen een betrekkelijk klein aantal maanden gereed moeten zijn. Frankrijk zal, naar thans blijkt, in deze race niet achterblijven. Nog voor het einde van dit jaar zullen 1000 ver ouderde typen door de nieuwste model len vervangen kunnen worden. In ver volg van tijd willen de Franschen hun heele luchtvloot op deze wijze vernieu wen. De luchtvaartkundige medewerker van de N. R. C. geeft een beschrijving dezer moderne oorlogsmonsters. Wij ontleenen daar het volgende aan: Onder de Fransche jagers vindt men thans een groot aantal Dewoitine-con- structies van het type 500, 501 en 510. Deze toestellen zijn in algemeene trek ken identiek aan elkaar. De 500 en 501 zijn één-persoons machines, uitgerust met een 700 pk motor. Het zijn voorts eendekkers rnet laagliggenden vleugel en voorzien van een ultra-moderne be wapening. Zoo bezit de 501, behalve machinegeweren ook nog een op den' motor gesynchroniseerd snelvurend ka non. De snelheid van deze machines op gemiddelde vlieghoogte van 4000 m is 375 km per uur. De Dewoitine 510 van gelijke karakteristieken als de genoem de toestellen bezit een motor van 860 pk, waardoor een snelheid van ruim 400 km per uur bereikt kan worden. Voorts zijn reeds enkele exemplaren van het model 371 in gebruik genomen. Dit toestel van geheel metalen constructie is een z.g. „paiasoT'-monoplaan, uitge rust met een drietal snelvurende kanon nen. Zijn maximum-snelheid op 4000 m hoogte is 380 km per uur en zijn ma ximum-vlieghoogte is 11.000 m. Verder zijn de eerste één-persoons Spads 510 in gebruik genomen. Deze biplaan van forsche constructie is even eens zwaar gewapend en heeft het voor deel van een makkelijke bestuurbaar heid door een aanmerkelijk grooter sta biliteit dan de eerst genoemde jagers. De Spad bezit een dienstsnelheid van 370 km per uur, op 4000 m hoogte. Ten slotte er nog de nieuwste Morane, die berekend is op snelheden tot ruim 450 km per uur. Bijzondere aandacht is vooral besteed aan de reorganisatie van de bombarde mentstoestellen- Onder de z.g. „multipla- ces de combats", de meer-persoons bombardementstoestellen, die ook een groote g'evechtswaarde hebben, valt de serie van Bloch-constructies. Het minst recente type is de 200. Deze machine bezit 2 motoren met een totaal vermo gen van 1720 pk, die haar snelheden garandeeren van om en bij de 300 km per uur. Het is een geheel metalen con structie met een dragend oppervlak van 67 meter in het vierkant. Haar normale bemanning bestaat uit 4 leden. Verbete ringen van de Bloch 200 zijn de 210 en de 211. Dit zijn beide monoplaans met laagliggenden vleugel terwijl de 211 bo vendien ook nog is uitgerust met een inklapbaar landingsgestel. De 210 be reikt snelheden tot 327, de 211 tot 340 km per uur. Bij normale uitrusting heb ben deze toestellen een actie-radius van 2000 km met een vracht van 1000 kg bommen en ontploffingsmiddelen. Een bijzondere vermelding verdient de Farman 221, een groote bombardements machine speciaal voor nachtelijke acti viteit. Op dit geheel metalen toestel zijn 4 motoren gemonteerd die een totaal vermogen bezitten van 3200 pk. Het to tale gewicht van deze machine is ruim 14 ton. Zij heeft een actie-radius van 1000 km met een nuttige belasting van 4750 kg en van 2000 km met 2000 kg, Zij kan ook voor troepentransport die nen. Geheel in het kader van de groote machines valt ook de Bloch 130, een toestel met 2 motoren met een vermo gen van 1720 pk voorzien van een in klapbaar landingsgestel en een zware wapening. Deze geheel metalen mono- plaan met een maximum snelheid van circa 400 km per uur, is een geducht oorlogstoestel v,an gemengd karakter. Voor verschillende doeleinden is ook de Potez 54 geschikt. Beschikkend over een vermogen van 1300 pk en een snel heid van 310 km per uur op 4000 m hoogte, kan deze machine dienst doen voor verkenningen, verbindingsdienst, troepentransport of bombardement. De 2-motorige Amiot 143 is een geheel me talen monoplaan, geschikt voor nachte lijke verkenningen of nachtelijk bom bardement. Dit toestel heeft een totaal vermogen van 1600 pk, een actie-radius van 2000 km bij een gewicht van 9 ton en een snelheid van 300 km per uur op 4000 m hoogte. Noemen wij in deze categorie ook nog de Bréguet's 413, 414 en 460, waarvoor de proeven zeer bevredigend zijn uitge vallen en die gelijkwaardig geacht moe ten worden aan de nieuwste Bloch's. En vervolgens heeft het Fransche luchtvlootbevel nog de beschikking over toestellen speciaal voor de samenwer- s king met het leger. Dit zijn Mureaux 113, Potez 39 en Bréguet's 27, die een maximum snelheid hebben van circa 300 km per uur. Ged. Staten van Zeeland hebben in gewilligd het verzoek van H. Castel te Veere tot intrekking van het besluit d d. 2 December 1933, waarbij hem vergun ning is verleend voor een autobusdienst VeereVrouwenpolder en omgekeerd dagelijks met uitzondering van den Zon dag. Gisterenavond hield het bestuur der Vereeniging voor Veilig Verkeer alhier eene bijeenkomst in de bovenzaal van de Vergenoeging met velen uit de on derwijskringen, die aan de tot hen ge richte uitnoodiging hadden gevolg ge geven. De voorzitter, jhr. F. Beelaerts van Blokland, heette allen harte lijk welkom en deelde mede, dat de in specteur van het 1. o. de heer C. Wit zijn groote ingenomendheid met het be vorderen van het verkeersonderwijs aan de jeugd, heeft geuit in den brief, waar in hij bericht van verhindering zond. Ook B. en W. van Middelburg getuigden van hun belangstelling in het streven der vereeniging en vaardigde den heer Boasson, wethouder van onderwijs, af naar deze vergadering. Het spijt spr., dat alsnog bericht in kwam, dat de heer Boasson verhinderd was. Spr. was overtuigd, dat allen het met hem eens zijn, dat er iets gebeuren moet, om het aantal ongelukken en de slachtoffers daarvan te verminderen. Men moet beginnen met de jeugd de re gels van het verkeer bij te brengen, want „Vroeg geleerd, oud gedaan". Men moet komen tot het afnemen van ver- keersexamens en bij het slagen daar voor diploma's uitreiken met bijpassen de insignes, die dan echter ook verplich tingen op leggen aan den houder er van. Spr. vond gelegenheid er op te wij zen, dat de Ambachtsschool het streven der vereeniging ten zeerste steunt door het maken van een verkeersmaquette en modellen van verkeersborden op nor male grootte, een en ander is van groo te beteekenis bij het verkeersonderwijs. Hierna gaf de voorzitter het woord aan den secretaris, den heer R. A. A v i n k, waarnemend commissaris van politie, die de plannen van het bestuur nader ontwikkelde. Deze spreker wees er het eerst op, dat men nagegaan heeft wat ter zake reeds elders ge beurt. Het is gebleken, dat er geen sprake is van een bepaald, algemeen in gevoerd stelsel, over ieder onderdeel heerscht nog verschil van opvatting. Volgens spr, moet de school het begin zijn ook van dit onderwijs, en waar noo- dig moet de politie voor het practisch onderwijs hulp verleenen. Middelburg maakt zeker geen ongunstig figuur ten opzichte van ernstige verkeersongeluk ken, maar dat mag nog een reden zijn om de verkeersregelingen vooral ook bij de jeugd er niet goed in te brengen, waarbij men ook niet vergeten mag, dat de kinderen later blijvend of tijdelijk in andere streken kunnen komen. De meeste scholen elders nemen het verkeersonderwijs in het leerplan op, en het is het beste, dat de klasse- of vak onderwijzer het onderwijs geeft, waarna een verkeersagent zoo nu en dan prak tisch werk komt doen zien. Het is naar de meening van spr. het beste, dat ge regeld onderwijs wordt gegeven, maar men moet dit aan het persoonlijk inzicht van de onderwijzers overlaten. Men kan ook occasioneel het verkeer be handelen, als er een bijzondere aanlei ding toe is, door een voorgekomen on geluk bijv. en ook bij het begin der va- canties, als de jeugd veel meer buiten is en dus meer door het verkeer in ge vaar kan komen. Maar ook bij de mees te g'ewone vakken als Lezen, Schrijven, Nederlandsche Taal, Aardrijkskunde, Geschiedenis, en teekenen, is het mo gelijk het verkeer te pas te brengen. Een g'oed hulpmiddel is een verkeers maquette en in dit opzicht kan men met die van den heer Roelands en die van de Ambachtsschool, alsmede met de andere artikelen, die de Ambachtsschool maakt, te Middelburg concureeren met de groote steden. Spr- zeide, dat het be stuur ook reeds een der leden bereid vond op ouderavonden de kwestie toe te lichter.. Verder denkt het bestuur aan een cursus van een of twee avonden of mid dagen. te geven aan de onderwijskrach ten, die daardoor beter het onderwijs ter zake zullen kunnen geven. Ten slot te komen dan de verkeersexamens. Ihans gaat er het eerst om de medewer king van het onderwijzend personeel verzekerd te weten. Na 'n korte pauze wees de V o o r z. op uitgedeelde inschijvingsbiljetten om zich als lid aan te melden. Er is spr. gevraagd waarom niet de Muloscholen, de RHBS, het Gymnasium enz. waren uitgenoodigd. Dit is omdat men meent van onder af te moeten be ginnen, dus met de kinderen der lagere scholen, terwijl het leerplan van de RHBS enz. toch reeds overvol is. Wel staat ook op het programma het vormen van Verkeersclubs voor jongens van die scholen en dan ook met examens als slot. Voor het volgen van een cursus zal men zich met den heer Avink moeten verstaan, die ter zake een circulaire zal toezenden aan de scholen. Zoo mogelijk wilde men half November beginnen met het verkeersonderwijs op Met IBIS SHAG moei men zijn pijp uiterst luchtig stoppen. IBIS SHAG is dan zelfs lichter dan gewone rooktabak. Met een pijp IBIS SHAG doet men veel en veel langer dan met een pijp gewone Hollandsche rooktabak. Daarom is IBIS SHAG zoo voordeelig. Maakt Uw pijp geregeld schoon. (Ingez. Med.) de scholen, waar het nog niet wordt gegeven. Bij de nu volgende besprekingen, bleek, dat men niet zeker is, of het ver keersonderwijs wel op het leerplan mag voorkomen, doch anderen meenden, dat men het dan bijv. onder Aardrijkskunde kan doen vallen. De heer D o e ts, directeur der Ambachtschool bracht dank voor _de welwillende woorden van den voorzit ter, maar hij gaf die door aan den heer de Blécourt, die zich speciaal met de vervaardiging van borden enz. heeft be moeid, en ook met het maken v,an de maquette. De heer Huizinga bepleitte het verkeersonderwijs ook op de kweek scholen ingevoerd te krijgen. Men kwam tot de conclusie, dat niet de vereeniging, doch de onderwijzeres sen en onderwijzers, moeten opwekken deel te nemen aan den cursus. Men bleek ook accoord te gaan met het idee om theorie en praktijk te doen samengaan, resp. onder leiding van de onderwijzers en van de politie. De heeren mrs. Besier, mr. Pilaar en Avink, zullen worden aangezocht voor de examencommissie. Het examen zal vermoedelijk in Mei 1936 voor het eerst worden afgenomen. Bij de rondvraag werd de wensche- lijkheid betoogd om alle wielrijders aan een examen te onderwerpen en te be palen, dat men alleen met een rijbewijs rijden mag. Van andere zijde behandelde men het vraagstuk der borden en concludeerde dat deze in alle landen hetzelfde moes ten zijn. De V o o r z. zeide, dat thans reeds al in verschillende landen, o.a. Bel gië en ook in ons land geleidelijk de oude palen door de nieuw voorgeschre venen begint te vervangen en zoo komt men tot gelijke palen en borden binnen afzienbaren tijd en is het werkelijk inter nationaal. Met dank voor aller opkomst sloot de V o o r z. de vergadering. NIEUW EN ST. JOOSLAND. Woens dag hield de Bijz. Vrijw. Landstorm zijn jaarvergadering in de Christ, school. De voorz., de heer E. Verlare, wees er in zijn openingswoord op, dat de B.V.L. geen schietvereeniging is maar een vredes- instituut, hetwelk de wacht betrekt bij den troon van Oranje en de Volksvrijhe den. Hierna sprak overste Bierman over: „Het werk, dat ons wacht". Spr. behan delde hierbij twee vragen. Hoe komen we tot wat we wenschen te zijn, een goede steun voor de regeering? en Hoe door 35). En toen hij de stedelingen naderde, zagen zij dat zij door de zon verbrand, verweerd gezicht aschkleurig was. Makkers", zeide hij, „wat is er aan de hand?" f 'nMe^on's is faiBiet Merton's is lailhet. antwoordden zij en lieten hem den weg vrij om zelf de aankondiging te lezen. In Somarsh beschouwde men kapitein Bontuor als een geleerde. Als zoodanig mocht hij, misschien, het hand- ♦-ÏT/u'u klerk in ^n korten ti,d ontcijferd hebben, dan hij er nu toe noodig had, maar aan de Oostkust wordt een goede naam niet gemakke lijk aan het wankelen gebracht. Zwijgend w,achtten zij de uitspraak Na vijf minuten keerde hij zich om en het zien van zijn gezicht gaf enkelen van hen een schok. Zijn vriendelijke blauwe oogen hadden een pijnlijk verwarde machtelooze uitdrukking, die er in Bar celona en Londen dikwijls in had gele gen. Maar in Somarsh was slechts Eva er mede vertrouwd. „Ja, kameraden", zeide hij, zijn beste pak ten spijt weer in zijn oude zeemans taal vervallend, „ja, scheepskameraden, voor zoov.er ik er uit wijs kan worden is de bank failliet. En en er zijn er on der ons, die totaal geruïneerd zijn," Hij bleef een oogenblik recht voor zich uit staren heel oud plotseling en. niet be paald geschikt tot den strijd des levens. Toen ging hij heen. „Ik ga het even aan mijn nicht ver tellen", zeide hij. En zij keken hem na, zooals hij daar stijf en stram wegliep stoer, rechtop nog een man, „Het is een hard eind aan een hard leven", zeide de oude vrouw, die nog moed ingesproken had, en daarop be gonnen zij het geval te bespreken van uit het punt, waar het hun eigen levens raakte wat niet meer dan menschelijk was. Malabar Cottage stond aan het hooge gedeelte van de High Street zoo .goed als alleen met vrij uitzicht over het kleine, groene stukje gemeenschappelij- ken grond, waar de vlaggepost van den kustwachter stond naar den kant van de zee. Het was een solide gebouwd, klein buitentje, met een laag dak voorheen een kustwachtstation, maar ten tijde van het smokkelen op de Oost kust vervangen door een grooter sta tion, verder d,en heuvel op. In het klei ne tuintje er voor, door den kapitein zelf onderhouden, groeiden slechts die ouderwetsche bloemen, die met zijn on oordeelkundige behandeling teyreden waren. De witte jasmijn tierde er we hg, hoog opschietend boven de kleine veranda. Eva had blijkbaar een belangrijken brief ontvangen, w,ant zij stond hem bij het hek op te wachten. Zonder hoed was zij naar buiten geloopen, naar de plaats van zijn morgenwandeling, maar tot haar verwondering vond ze hem daar niet, Suoedig zag zij hem echter aankomen, en om den tijd te korten, be gon zij haar brief voor de tweede maal te lezen. Nu en dan fronste zij haar wenkbrauwen, alsof zij met moeite het schrift ontcijferde. Zij keek eerst op, toen hij heel dicht bij haar was. „Oom," riep zij uit, „wat is er ge beurd?" Even vertoonde zich een glimlach pijnlijk misplaatst op zijfn barsche trek ken i het w,as een flauwe, verwrongen lach. „Niets, lieveling; niets." Onhandig tastte hij naar het hek, en zij moest hem de klink in de hand ge ven. „Ga even mee naar beneden ik meen naar binnen, lieve. Ik heb nieuws voor je. Ik durf wedden, dat alles nog terecht komt, maar zoo in 't eerst, dat begrijp je wel, is het een beetje hard." Bedrijvig liep zij door het portaal en Eva volgde hem. Zij zag' hem zijn ouden stroohoed ophangen, brommend, op de teenen staande, zooals gewoonlijk. „Ik moet die pen er uitlichten en wat lager inslaan", zeide hij, zooals hij al wel honderd maal gezegd had. Toen ging hij naar de kleine eetkamer en zette zich wat zwaar op een stoel, met beide handen op de knieën. Hij zag er verlegen uit. „De waarheid is, lieve", zeide hij, en haalde toen diep adem, „dat dit Teven aan wal mij op den duur toch niet zoo best bevalt. Ik ik denk er over om weer naar zee te gaan. Er zijn er genoeg die mij een schip willen geven. En dan moet jij dit huisje netjes voor mij in or de houden, lieve, tot ik weer terugkom." Hij hield even op en keek met droevig geveinsde belangstelling de kamer rond naar de wonderlijke ornamenten en rari teiten, die hij uit verschillende wereld- deelen had meegebracht. Hij keek naar de zoldering en naar het karpet over al, feitelijk, behalve naar Eva. Toen streek hij met zijn vingers door zijn dik grijs haar, tot het naar alle kanten overeind stond. „Al mijn snuisterijen heb ik hier bij elkaar verzameld het 2ijn slechts stukjes van dingen. O lieve! o lieve Eva, mijn kind, waarom toch zou de Almachtige dit gedaan hebben!" Eva zat reeds op de leuning van zijn armstoel, met haar slanke vingers streek ze zijn haar glad. „Wat is er gebeurd, oom?" vroeg zij, „Vertel het mij." „Merton's", antwoordde hij, „Merton's en die was zoo goed-" „Is het maar geld?" riep Eva. „Is dat alles?" „Ja", antwoorde hij ietwat vermoeid, „dat is alles. Maar het is geld, waarvoor ik vijf en vijftig jaar heb gewerkt." „En had u alles in Merton's Bank?" „Ja, lieveling, alles". „Maar weet u zeker, dat ze failliet zijn dat het geen vergissing is?" „Heel zeker. Ik heb het zelf gelezen, aangeplakt op de deur, en de luiken dicht, het was net zoo iets als je wet in de couranten leest. Neen, het is zoo- Met slecht nieuws wordt niet dikwijls een vergissing gemaakt." Eva boog zich met eenige teederheid over hem heen en Kuste hem. Hij hield haar hand in de ziine, streelde die zacht met zijn ruwe, verweerde vingers. Hij keek recht voor zich uit, met die pijn_" lijk hulpelooze uitdrukking, waardoor hij de vriendschap van lord Seahampton. in Barcelona, had verworven. „Maar", zeide het meisje tenslotte, „u kunt niet weer naar zee gaan." Zij wist, dat hij nooit een schip zou kri;o"en, want zijn zeemanschap was, met al wat verder tot hem behoorde, hope loos verouderd. Men kon hem geen schip meer toevertrouwen geen eige naar zou daar zelfs aan denken, geen scheepsbemanning zou onder hem wil len varen. „Er zijn mannen", zeide de kapitein nederig, „die hun zeemanschap van mij geleerd hebben die onder mij gevaren hebben misschien zou een van hem mij een betrekking willen ge ven als eerste, of zelfs als tweede maat onder hem voor een scheepskame- raad zouden zij dat wel doen." Kapitein Bontuor was bij zijn tijd ten achter, zelfs in zijn gevoelens. Hij wist het niet, dat in deze dagen van korte zeereizen, van zeeliedenbonden en brandweermannen-vereenigingen en sto kersgilden, een scheepskameraad niet meer een bijzondere vriend is de band is verbroken, zooals zoovele an dere banden, dank zij den vooruitgang in de opvoeding. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1935 | | pagina 5