KRONIEK van den DAG.
De grijze dame
BINNENLAND.
a WEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHÉ MIDDELBURGSCHE COURANT W.O. DE^GOESCHE EK I. J VAN ^AILKUAU 14 wiLmoca
Een grootsch ingenieurswerk
voltooid.
- mam
De rede van Laval brengt op
luchting De Italiaansche pers
gaat niet tegen den Franschen
minister te keer Er is weer
hoop te Genève De moge
lijkheid van een compromis
grooter geworden.
Laval heeft nadrukkelijk verklaard,
dat Frankrijk als de nood aan den man
zou komen, zich niet aan zijn Volken
bondsverplichtingen zal onttrekken.
Frankrijk weet, wat zijn plicht is en
denkt er niet aan, dien te verzaken.
Dat is duidelijke taal en belangrijke
taal, die men te Rome niet zal hebben
misverstaan. Laval heeft echter ook zijn
best gedaan zijn verklaring in een vorm
te gieten, welke er op berekend was de
Italianen zoo weinig mogelijk te prik
kelen. Hij gaf hoog op van zijn vriend
schap met Mussolini en herinnerde er
aan, dat deze steeds een trouw aanhan
ger van den Volkenbond is geweest en
steeds de zaak des vredes met zijn beste
vermogens zou hebben gediend.
De rede was diplomatiek een meester
stuk en Laval heeft zijn doel er mee be
reikt. Zoo fel als de Italiaansche bladen
op de rede van Hoare reageerden (hoe
wel de Engelsche minister toch duide
lijk verklaarde, dat hij de Italiaansche
expansie-behoeften begreep) zoo gema
tigd reageeren ze op Laval's toespraak.
Zoo schrijft de „Lavaro Fascista dat
de rede kan worden opgevat als een
toestemming tot volledige toepassing
van het pact in het Italiaansch-Abes-
sijnsche conflict, welke toestemming
noodzakelijk was wegens de toekomstige
Engelsche verplichtingen. Daarnaast
heeft Laval echter den nadruk gelegd op
de waarde, welke hij toekent aan het
pact van Rome en de FranschItaliaan
sche vriendschap. Tegelijkertijd heeft hij
het beslissende optreden van Mussolini
te Stresa den Engelschen in herinnering
gebracht. Met even groote duidelijkheid
heeft hij de rechtvaardige eischen van
Italië erkend.
Het blad vraagt zich dan af, hoe La-
val twee theses met elkaar in overeen
stemming kan brengen, die op het
oogenblik, dank zij de Engelsche intrige
en de medeplichtigheid van Abessynië,
zoo ver uiteen liggen.
Ma te hebben opgemerkt, dat de
Fransche buitenlandsche politiek slechts
in overeenstemming met het pact van
den Volkenbond kan zijn constateert het
blad verder, dat Laval opnieuw op
plechtige en duidelijke wijze heeft be
vestigd, de waarde door hem gehecht
aan het accoord van Rome en de Itali-
aanschFransche vriendschap, niet al
leen in het belang der beide landen,
doch meer nog in dat van den vrede op
het vasteland van Europa.
In officiepze kringen te Rome haalt
men bij de analyse van de rede van La-
val daaruit vooral drie punten: ten eer
ste de verklaring van Frankrijk's onver
brekelijke trouw aan het handvest, waar
mede de solidariteit tusschen Frankrijk
en Engeland wordt onderstreept, welk
laatste land als de heraut van de Vol
kenbondsideologie kan gelden; ten twee
de de plechtige hernieuwde verzekering
van de vriendschap, die Frankrijk voor
Italië koestert en ten derde de erken
ning van het Italiaansche recht op ex
pansie,
Met de solidariteitsverklaring ten op
zichte van Genève heeft Laval, zoo zegt
men ,de traditie der Fransche politiek
voortgezet. Zij was met het oog op de
huidige positie van Frankrijk noodzake
lijk en moet dan ook als zoodanig wor
den getaxeerd. De verzekering van La-
val aan den Volkenbond en Engeland
hebben dan ook niet kunnen bevreem
den, en evenmin kunnen verrassen. De
zelfde kringen zijn van meening, dat Ita
lië elk voorstel ter hand zal nemen bij
de uitvoering waarvan Abessynië niet
door
HENRY SETON MERRIMAN.
7).
Het heerschap wierp weer epn blik
naar de zoldering.
.,Ik bedoel, dat zij een dame is. En
nu ga ik naar Majorca om haar te ha
len. Tenminste ik wil probeeren daar
te komen, maar ik snap niet, hoe dat
met die booten zit. Zij gaan niet gere
geld, zoo t schijnt, en dat dwaze ge
kakel brengt mij heelemaal in de war.
Wat hebben we hier nu? Hè? Is dit
pudding? Het lijkt er niet op. Neen, dank
u!"
De oude arme man was direct van
streek, door de kleinste kleinigheden,
en n,adat hij zich even door deze uit
barsting had lucht gegeven, staarde hij,
met een zonderling roerende uitdruk
king, moest hij weer tot zich zelf komen.
Toevallig was Lord Seahampton een
goedaardig jongmensch, met een week
hart, zooals de meeste paardenliefheb
bers bezitten. Er was iais in kapdeln
Bontuor, dat hem trof, de een of andere
eigenschap van den Brit, die hem hier,
in den vreemde, aangenaam aandeed.
„Kijk eens", zeide hij, ,,ik zal straks
met u meegaan, om alles over de boot
te weten te komen, uw kaartje te ne
men, en de heele zaak te regelen."
„Dat is heel vriendelijk van u", begon
behoeft te worden betrokken of waarbij
zijn onderteekening wordt vereischt. Aan
de goede trouw van Abessynië gelooft
men te Rome niet. Inmiddels zal Italië
van zijn politieke en militaire lijn echter
niet afwijken.
Te Genève heeft de duidelijke verkla
ring van Laval een gevoel van opluch
ting teweeggebracht. Men meent er, dat
ze de mogelijkheid van een compromis
heeft verbeterd. Het moet Mussolini nu
toch zoo langzamerhand duidelijk wor
den, dat hij hoog spel zou spelen met
een oorlog in Oost-Afrika te ontketenen.
Wellicht zal de Duce thans toegankelij
ker worden voor de pogingen, die van
Genève uit worden ondernomen tot ver
zoening.
Volgens de correspondent van de N.
R. C. was Laval zelf gisteravond veel
optimistischer gestemd dan de vorige
dagen. Hij sprak er van, een „luchtgat"
ontwaard te hebben. Men meent te we
ten, dat hij telefonisch met Mussalini
heeft gesproken en dat de ontdekking
van het „luchtgat" met dat telefonisch
onderhoud in verband moet worden ge
bracht. Laval zal nu trachten het gat te
verbreeden tot een bres, waardoor de
tegenovergestelde standpunten tot over
eenstemming kunnen worden gebracht.
Sommige beoordeelaars van den toe
stand te Genève zijn zelfs reeds zoo op
timistisch van een nieuwe, hoopgevende
wending te spreken. Ze schijnen in het
verschiet een oplossing te zien, waarbij
niet alleen het conflict wordt geregeld,
maar die bovendien de volle samenwer
king tusschen, Engeland, Frankrijk en
Italië zou herstellen, en zulks dan nu ge
heel op den grondslag van den Volken
bond. Voor den Volkenbond zelf zou
zoo'n oplossing natuurlijk een geweldige
versterking zijn.
Voorshands lijken deze onderstellin
gen ons echter nog luchtkasteeien.
Slechts dit mag met zekerheid geconsta
teerd worden: de situatie is een beetje
fleuriger geworden en de hoop, dat het
conflict niet zal uitdijen tót een groote
ramp groeit. Voor 't overige dient afge
wacht, wat voor loop de dfngen de eerst
volgende zullen nemen.
EENIGE VERBETERING VAN DE
BOTERPOSITIE,
In verband met de wijzigingen welke
t.a.v. de boterpositie zijn ingetreden is
bepaald, dat ingaande Maandag 16 Sep
tember het mengpercentage van boter
in margarine wordt teruggebracht van
•25 op 10 pet. Verder is de heffing op bo
ter voor de productie van 15 September
af verlaagd tot 95 cent per kilo.
De „Telegraaf" voegt aan dit bericht
toe:
Deze verlaging van het mengpercen
tage van boter in margarine komt niet
onverwacht. Zij is een logisch gevolg
Van de wijziging in gunstigen zin, die in
den laatsten tijd in de boterpositie is in
getreden en die tot uitdrukking komt in
de Leeuwarder commissienoteering. De
ze is in de laatste weken sterk opgeloo-
pen en bedroeg gisteren 63 cent, een
prijspeil dat sinds langen tijd niet meer
bereikt is geworden.
De oorzaak van deze prijsstijging ligt
in een samenwerking van verschillende
factoren.
In de eerste plaats is daar de positie
van de Londensche botermarkt, de be
langrijkste markt voor dit zuivelproduct
ter wereld. Daar nu doet zich de laatste
weken 't verschijnsel van 'n schaarsch-
te aan boter voor, een overigens nor
maal verschijnsel in dezen tijd van het
jaar. De groote aanvoeren uit het Zui
delijk halfrond (Australië en Nieuw-
Zeeland) zijn nog stoomend en komen
eerst eind van deze maand en begin der
de oude zeeman aarzelend. Verlegen
frommelde hij, met zijn verweerde ha ï-
den, eenige oogenblikken aan zijn das
je. Maar ik wil geen misbruik maken
van uw tijd. Ik veronderstel, dat u voor
uw plezier hier bent?"
Lord Seahampton glimlachte.
„Ja, ik ben hier voor mijn plezier,
daarvoor alleen ben ik in de werd cl
Nog aarzelde kapitein Bontuor.
,,U zou misschien uw vrienden tegen
kunnen komen", begon hij, „op straat,
bedoel ik". Hij hield op en keek naar
zijn eigen handen; een stak hij er in
de hoogte, om de tatouëering te laten
zien in zijn handpalm. „Ik ben maar
een ruw zeevaarder", ging hAj voort.
„Zij mochten het eens zonderling vin
den zich er over verbazen als zij u
in mijn gezelschap zagen".
De onberispelijke halsboord scheen
te knellen.
„Het is altijd mijn gewoonte geweest",
bromde Lord Seahampton, vrij onsamen
hangend, „mijn vrienden te laten den
ken, voor de drommel, wat zij willen.
Mag ik uw naam vragen?"
„Mijn naam is Bontuor. Kapitein Bon
tuor, uw dienaar."
„Mijn naam is Seahampton."
Kapitein Bontuor staarde hem aan.
„Ja. ik ben Lord Seahampton."
„O!riep kapitein Bontuor nauw
hoorbaar, uit. Zijn gemakkelijkheid in
den omgang reikte nog niet zoo hoog.
„Zoodra gij klaar zijt", vervolgde zijn
makker haastig, zullen wij uitgaan om
volgende maand in Londen aan. Echter
is de voorraad in de koelhuizen dit jaar
belangrijk geringer dan andere jaren.
Half Augustus bevond zich in de koel
huizen een hoeveelheid, die slechts 2/3
bedroeg van de kwanta, die daar in 1934
op hetzelfde tijdstip waren opgeslagen.
Daardoor en mede in verband met een
in geheel West-Europa op het oogenblik
te constateeren daling in de boterpro-
ductie, is de vraag naar boter wat groo
ter dan het aanbod, waarvan een oploo-
pende prijs het gevolg is,
Waar de positie van de Londensche
botermarkt sterk van invloed is op de
prijsbepaling op de Nederlandsche
markt, is het logisch, dat ook hier de
prijs opliep. De prijsstijging wordt hier
nog in de hand gewerkt door een ver
mindering van de boterproductie in ons
land, die eensdeels een gewoon seizoen
verschijnsel is, anderdeels weer ver
band! houdt met de droogte van dezen
zomer, waardoor de voedingswaarde
van het gras in de weilanden vermin
derde, en met een reactie op de groote
melkproductie van de afgeloopen maan
den.
Waar nu de Nederlandsche zuivelhan
del prijs stelt op het behoud van den
export naar Engeland en men anderzijds
rekening houdt met een dezen winter
mogelijk wat geringer productie, is ook
op de Nederlandsche markt thans meer
vraag bij oploopenden prijs te consta
teeren.
Niet onmogelijk is dat nog andere
factoren in het spel zijn zooals aankoo-
pen voor buitenlandsche (Italiaansche?)
rekening.
Wanneer eind van deze maand de
aanvoeren uit het zuidelijk halfrond in
Londen aankomen zal de Londensche
botermarkt wel een ander beeld te zien
geven, mogelijk dat dan de boterprijs 'n
lichte tendenz tot daling zal vertoonen-
In zuivelkringen verwacht men echter
dat die daling, als zij zal intreden, slechts
zeer gering zal zijn, en zelfs houdt men
er rekening mede, dat ziji geheel zal uit
blijven. De boterpositie is dus thans, en
waarschijnlijk ook in de naaste toekomst
vrij wat gunstiger dan eenige maanden
geleden. Dit is de reden, dat het meng
percentage van boter in margarine zoo
drastisch verlaagd kon worden.
(Gedeeltelijk reeds in een deel van
de oplaag van gisteren opgenomen ge
weest).
IS EEN VRIJGEZELLEN-BELASTING
WENSCHELIJK?
De heer J, P. C. Wagner schrijft in „De
Vrijz. Dem.":
„Bij de behandeling van het Bezuini-
gingsontwerp in de Tweede Kamer
kwam ter sprake het verhoogen van be
staande heffingen en het opleggen van
nieuwg heffingen, dit ter versterking der
Rijksniiddelen.
Het viel mij op, dat geen der leden
sprak over de vrijgezellenbelasting.
De belastingwetgever houdt in de
heffingen rekening mét den burgerlijken
staat van den aangeslagene (aftrek voor
gehuwden en kinderaftrek in de Rijksin
komstenbelasting, heffing bij gezinsvor
ming, enz.)
Wanneer men op grond van den bur
gerlijken staat heffingen mag verlagen,
dan mag men ook op grond daarvan hef
fingen verhoogen. De regeering erkent
in de salarisregeling voor het Rijksper
soneel het verschil in behoeften tus
schen gehuwden en ongehuwden, niei-
kost-winners van een gezin. Waarom
worden de ambtenaren, die vrijgezel zijn
anders behandeld dan particulieren die
in denzelfden burgerlijken staat verkee-
ren? Men betaalt aan de overheid niet
alleen belasting wegens door haar be
wezen diensten, doch de belastinghef
fing is in den loop der jaren meer en
meer gericht op een billijke verdeeling
van het maatschappelijk inkomen.
Nu is de vrijzezel, die geen alimen
tatieplichten heeft, zeer bevoorrecht
die menschen van de stoomboot te spre
ken. Miss Challoner zal er zeer naar
verlangen, u zoo spoedig mogelijk bij
zich te zien."
„Ja, ja!"
De kapitein legde zijn servet naast
zich en begon weer teekenen van
verlegenheid te vertoonen.
„Zij heet Eva; zeide hij op een loon,
die iets ontroords had. Maar ik weet
nog niet hoe ik haar zal noemen. Arm
jong ding! als zij bedroefd is over den
dood van haar vader en dat zal na
tuurlijk het geval zijn dan zou het
wel wat koud klinken om haar Miss
Challoner te noemen. W,at dunkt u Mr.-
och-hm-Lord-mijnheer?"
„Wel ik geloof, dat ik haar Eva zou
noemen het is een mooie naam
haar onder mijn hoede nemen, en,
ja, ik geloof, dat ik haar een kus zou
geven. Vooral als zij een meisje was,
dat er goed uitzag", voegde hij: er tot
eigen persoonlijke stichting bij, terwijl
hij zijn metgezel voor ging naar de hal."
Onder het loopen zocht hij in den ach
terzak van zijn korte jas. In de hal keer
de hij zich om.
„Hebt ge ook wat te rooken'" vroeg
hij kortaf, als werd hij in 't spreken
belemmerd door den snit van zijn hals
boord. De oude man bracht beschroomd
enkele sigaren te voorschijn in een le
deren koker, die nooit van groote waar
de was geweest, zelfs niet in de lang
vervlogen dagen van zijn jeugd.
„Ik wil ze u eigenlijk liever niet aan-
boven gehuwden. Personeele belasting
betaalt hij meestal niet, met schoolgeld
heeft hij niets te maken.
Zelfs al heeft hij alimentatieplichten,
dan staat hij nog ver voor gehuwden,
die eveneens dergelijke plichten kunnen
hebben.
Men beweert dat de vrijgezel zoo
veel ontbeert. Ik beweer het tegendeel.
De huisvader kent zorgen, de vrijgezel
niet. De vrijgezel kan zich allerlei
luxe, als buitenlandsche reizen, veroor-
looven, waarvan de huisvader het ge
not niet kent. Men kijke slechts rond
onder een groot personeel en trekke
dan eens zijn conclusie.
Het is voor mij, die niet over gege
vens beschik, niet doenlijk te ramen
welke de opbrengst zou zijn van een
opslag van stel 25 procent op het ta
rief der Rijksinkomsten- en Vermogens
belasting, Gemeentefondsbelasting enz.
voor ongehuwden boven 25 jaar, die
niet alimentatieplichtig zijn tegenover
derden en die een inkomen genieten
van meer dan f 1500 per jaar. De Be
lastinginspecties in de groote steden,
zouden hieromtrent de noodige inlich
tingen kunnen verschaffen.
Het wordt tijd, dat deze aangelegen
heid, nu de nood van de schatkist zoo
zeer nijpt, eens onder de oogen wordt
gezien".
Het Julianakanaal De
scheepvaartverbinding tus
schen Maastricht en Nijme
gen,
(Van onzen •-correspondent)
Maandag zal het Julianakanaal, het
laatst gereed gekomen onderdeel van de
groote scheepvaartverbinding tusschen
Zuid-Limburg en de groote waterwegen
van ons land, officieel in gebruik wor
den genomen. Het feit, dat de Koningin
bij deze plechtigheid tegenwoordig zal
zijn, wijst wel op de belangrijkheid er
van. Inderdaad is hiermede een grootsch
ingenieurswerk voltooid, dat een lange
voorgeschiedenis heeft gehad en, na ja
ren van voorbereiding, geruimen tijd aan
velen arbeid heeft verschaft. Het kanaal
behoort tot de werken tot bevaarbaar-
making van de Maas voor groote sche
pen, waarbij men tusschen Maastricht
en Roermond dit kanaal heeft gegraven,
omdat de rivier hier voor kanalisatie
weinig geschikt was.
Scheepvaart op de Maas.
In de oudheid was de Maas een be
langrijke verkeersweg: in de middel
eeuwen kwamen de zeeschepen tot
Maastricht en ook in latere tijden was
de rivier druk bevaren. Dit verminderde
langzamerhand door toeneming van de
topnenmaat der vaartuigen en door ver
mindering van de vaardiepte der rivier.
Het was dan ook om deze reden, dat in
i823 op initiatief van Kóning Willêin
de Zuid Willemsvaart werd gegraven,
om Maastricht, via Helmond en 's-Her-
togenboseh, een betere verbinding met
onze zeehavens te geven. Dit kanaal is
echter op den duur onvoldoende gewer
den. Inmiddels was ook de scheiding
tusschen Nederland en België tot stand
gekomen, welke dit laatste land een
sleutelpositie bezorgde ten opzichte van
de watervoorziening, zoowel van de ri
vier als van het kanaal, dat voor een
deel op Belgisch gebied kwam te liggen.
Een en ander maakte het wenschelijk,
naar een nieuwen verkeersweg om te
zien, die geschikt was voor groote sche
pen (hetgeen vooral voor het in het be
gin dezer eeuw snel opkomende mijn
bedrijf in Zuid-Limburg van belang was)
en die Nederland tevens minder afhan
kelijk zou maken van het buitenland.
Van Maasbracht naar het Noorden
kon de Maas geheel op Nederlandsch
gebied door het aanleggen van stuwen
bied/en", zeide hij langzaam. Zij zijn)
niet duur, en ik kon de jonge vrouw
die ze mij verkocht, niet uitleggen, wat
ik wenschte"
„Toch zien ze er heel goed uit", zeide
Lord Seahampton, terwijl hij tr een
uitnam, en met blijkbare wellust, het
puntje afsneed, 's Jongemans reputatie
voor persoonlijke dapperheid was spreek
woordelijk op het jachtveld. „Oude zee
lui", vervolgde hij, „weten gewoonlijk
wat goede tabak is."
En al dien tijd had hij een half dozijn
van de beste manilla's in zijn zak. Het
een of ander instinkt, waarvoor hij veel
te praktisch was om het te bepalen en
waarschijnlijk te dom, om het te ontdek
ken, zeide hem, dat dit een van die ge
legenheden was, waar het veel zaliger
is te ontvangen dan te geven.
„En dus vervolgde kapitein Bontuor,
toen zij aan den schaduwkant liepen
van de drukste straat in de wereld, de
Rambla, en dus zoudt u haar kortweg
Eva noemen, als ge mij waart?"
„Ongetwijfeld."
„Maar bedenk, dat zij een dame is.
Een volslagen dame."
„Dat bedenk ik", herhaalde de peer
nuchter, „en juist daarom zou ik doen
wat ik u daareven zeide."
Kapitein Bontuor slaakte een zucht
van verlichting, alsof een v,an de vele
moeilijkheden van hem was weggeno
men. Tegelijkertijd keek hij tersluiks
naar de goedkoope sigaar, die duidelijk,
zij het dan ook eenigszins overdreven,
met schutsluizen wel tot voldoenae
voordiepte worden gebracht, ten zuiden
van dit gedeelte had men de medewer
king van België noodig, welke niet ge
makkelijk was te verkrijgen, Het wa
ren vooral Antwerpsche belangen, die
zich verzetten tegen het scheppen var.
een goeden waterweg tusschen het Luik-
sche gebied en Rotterdam. Men weet,
dat mede daaraan de totstandkoming
van het Albertkanaal is te danken, het
welk Luik eerlang met de Belgische
Kempen en Antwerpen in verbinding
zal brengen. Dit kanaal volgt tot vlak
bij de Nederlandsche grens het tracé
van het oude kanaal LuikMaastricht.
Waar het afbuigt om de Maastrichtsche
enclave heen, is een sluis gebouwd, die
s'echts voor schepen van ten hoogst'.
600 ton geschikt is en zoodoende de
verbinding tusschen Luik en den nieu
wen Nederlandschen waterweg gedeel
telijk afsluit. Dit is de z.g. stop van Ter-
nayen of Lanaye, welke bedoeld schijnt
om van Nederland allerlei politieke en
economische desiderata ingewilligd te
krijgen, in ruil voor de wegneming er
van. Daarvan is tot nu toe nog niets
gekomen, doch Luik ziet zich een goede
verbinding te water met Nederland en
Duitschland erdoor ontnomen, zoodac
juist van dien kant reeds meermalen op
wegneming is aangedrongen.
Oorspronkelijk had men gedacht, ook
de Maas beneden Grave voor de vaart
met groote schepen geschikt te maken,
waarna dan, door vergrooting van de
sluis bij Sint Andries, een verbinding
met de Waal zou worden verkregen. Dit
bleek echter op groote technische be
zwaren te stuiten. Dit gedeelte der ri
vier wordt nu, zooals bekend is, voor
den waterafvoer verbeterd. Besloten
werd, voor de scheepvaart een verbin
dingskanaal te graven tusschen de Waal
en de Maas bij Nijmegen.
De kanalisatiewerken-
De oorlog bracht de onderhandelingen
met België tot stilstand, doch Neder
land kon niet wachten. In 1915 kwam
een wet tot stand, welke beoogde het
graven van het Maas-Waalkanaa'i, de
kanalisatie van de Maas op Neder
landsch gebied en het graven van het
kanaal Wessem-Nederweert als een ge
heel op eigen grondgebied gelegen ver
binding tusschen de Maas en de Zuid-
Willemsvaart. In 1929 is dit alles ge
reed gekomen. Van Maasbracht af had
men zoodoende een waterweg, geschikt
voor schepen van 2000 ton, doch
een voorname schakel in den waterweg
van Maastricht naar het Noorden ont
brak nog. De regeering had echter m
1920 toegezegd, onafhankelijk van Bel
gië, een lateraal kanaal te zullen doen
graven, waartoe in 1925 de eerste spade
in den grond werd gestoken. Dit naar
onze troonsopvolgster genoemde kanaal,
dat voor het Zuiden van ons land zulk
een ver strekkende belangrijkheid heeft,
is nu onlangs gereed gekomen, waarmee
het sluitstuk van al deze groote werken
is voltooid. De aanleg yan dit kanaal
was goédkóoper d&i'i de kanalisatie van
het overeenkomstige gedeè!t9 van de
Maas; daarbij is de vaarweg erdoor ver-
koït en konden de eraan gelegen haven
werken eenvoudiger /worden opgezet,
omdat men het met de grillen eener bij
tijd en wijle étérk wassende rivier re-
Kening hoefde tê houden,
Tegelijk met deze werkeil hééft meii
ten Noorden en ten Zuiden van
Maastricht twee verbindingskanalen
gegraven, het eene door het Bosscheveld
tusschen de Zuid Willemsvaart en de
Maas en het andere bij Sint Pieter tus
schen het kanaal Luik-Maastricht en de
rivier. De hoofdstad van Limburg is dus
wel met waterwegen bevoordeeld, nadat
ze zoo lang op een goede verbinding
heelt moeten wachten! Daarbij komt nog
de kwestie van de bruggen over de
Maas. De oude 13e eeuwsche smalle
brug is verbreed en verstevigd en daar
naast is de Wiihelminabrug gemaakt, een
genot verschafte.
Zij wandelden samen door de breede
straat naar de kade, terwijl kapitein
Bontuor heel minzaam en op zijn ge
mak liep te praten over de palmboomen,
de trams, en andere zaken van plaat
selijk belang, met den eersten peer die
hij ooit in levenden lijve h.ad gezien.
Uit louter goedhartigheid, en met een
onbestemd gevoel van nieuwsgierigheid
of Miss Challoner wist, wat voor soort
hulp zij had ingeroepen, verkreeg Lord
Seahampton de noodige inlichtingen
geen gemakkelijke zaak in dit land
en nam hij het benoodigde kaartje.
Kaartje en inlichtingen beide werden
verstrekt door een gewichtige heer, die
een sigaret rookte en die de honneurs
van zijn klein kantoor waarnam alsof
het een paleis was geen behoefte
scheen te voelen het kaartje te verkoo-
pen, en het geld aannam, alsof het een
bijzondere gunst w,as.
De boot vertrok dienzelfden avond, en
Lord Seahampton zond zijn verheugden
protégé terug naar het hotel om te pak
ken. Toen schonk de jeugdige peer het
overblijfsel van den goedkoopen sigaar
aan een armen man en stak zelf een
van zijn eigen manilla's op. Hij was er
volstrekt niet van bewust een goede
daad te hebben gedaan. Zulke daden
heeten hun eigen belooning met zich te
brengen, maar ondervinding leert, dat
het best is niet te rekenen op iets van
tastbaren aard,
(Wordt vervolgd! J