KRONIEK van den DAG. De grijze dame BINNENLAND. a WEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHÉ MIDDELBURGSCHE COURANT W.O. DE^GOESCHE EK I. J VAN ^AILKUAU 14 wiLmoca Een grootsch ingenieurswerk voltooid. - mam De rede van Laval brengt op luchting De Italiaansche pers gaat niet tegen den Franschen minister te keer Er is weer hoop te Genève De moge lijkheid van een compromis grooter geworden. Laval heeft nadrukkelijk verklaard, dat Frankrijk als de nood aan den man zou komen, zich niet aan zijn Volken bondsverplichtingen zal onttrekken. Frankrijk weet, wat zijn plicht is en denkt er niet aan, dien te verzaken. Dat is duidelijke taal en belangrijke taal, die men te Rome niet zal hebben misverstaan. Laval heeft echter ook zijn best gedaan zijn verklaring in een vorm te gieten, welke er op berekend was de Italianen zoo weinig mogelijk te prik kelen. Hij gaf hoog op van zijn vriend schap met Mussolini en herinnerde er aan, dat deze steeds een trouw aanhan ger van den Volkenbond is geweest en steeds de zaak des vredes met zijn beste vermogens zou hebben gediend. De rede was diplomatiek een meester stuk en Laval heeft zijn doel er mee be reikt. Zoo fel als de Italiaansche bladen op de rede van Hoare reageerden (hoe wel de Engelsche minister toch duide lijk verklaarde, dat hij de Italiaansche expansie-behoeften begreep) zoo gema tigd reageeren ze op Laval's toespraak. Zoo schrijft de „Lavaro Fascista dat de rede kan worden opgevat als een toestemming tot volledige toepassing van het pact in het Italiaansch-Abes- sijnsche conflict, welke toestemming noodzakelijk was wegens de toekomstige Engelsche verplichtingen. Daarnaast heeft Laval echter den nadruk gelegd op de waarde, welke hij toekent aan het pact van Rome en de FranschItaliaan sche vriendschap. Tegelijkertijd heeft hij het beslissende optreden van Mussolini te Stresa den Engelschen in herinnering gebracht. Met even groote duidelijkheid heeft hij de rechtvaardige eischen van Italië erkend. Het blad vraagt zich dan af, hoe La- val twee theses met elkaar in overeen stemming kan brengen, die op het oogenblik, dank zij de Engelsche intrige en de medeplichtigheid van Abessynië, zoo ver uiteen liggen. Ma te hebben opgemerkt, dat de Fransche buitenlandsche politiek slechts in overeenstemming met het pact van den Volkenbond kan zijn constateert het blad verder, dat Laval opnieuw op plechtige en duidelijke wijze heeft be vestigd, de waarde door hem gehecht aan het accoord van Rome en de Itali- aanschFransche vriendschap, niet al leen in het belang der beide landen, doch meer nog in dat van den vrede op het vasteland van Europa. In officiepze kringen te Rome haalt men bij de analyse van de rede van La- val daaruit vooral drie punten: ten eer ste de verklaring van Frankrijk's onver brekelijke trouw aan het handvest, waar mede de solidariteit tusschen Frankrijk en Engeland wordt onderstreept, welk laatste land als de heraut van de Vol kenbondsideologie kan gelden; ten twee de de plechtige hernieuwde verzekering van de vriendschap, die Frankrijk voor Italië koestert en ten derde de erken ning van het Italiaansche recht op ex pansie, Met de solidariteitsverklaring ten op zichte van Genève heeft Laval, zoo zegt men ,de traditie der Fransche politiek voortgezet. Zij was met het oog op de huidige positie van Frankrijk noodzake lijk en moet dan ook als zoodanig wor den getaxeerd. De verzekering van La- val aan den Volkenbond en Engeland hebben dan ook niet kunnen bevreem den, en evenmin kunnen verrassen. De zelfde kringen zijn van meening, dat Ita lië elk voorstel ter hand zal nemen bij de uitvoering waarvan Abessynië niet door HENRY SETON MERRIMAN. 7). Het heerschap wierp weer epn blik naar de zoldering. .,Ik bedoel, dat zij een dame is. En nu ga ik naar Majorca om haar te ha len. Tenminste ik wil probeeren daar te komen, maar ik snap niet, hoe dat met die booten zit. Zij gaan niet gere geld, zoo t schijnt, en dat dwaze ge kakel brengt mij heelemaal in de war. Wat hebben we hier nu? Hè? Is dit pudding? Het lijkt er niet op. Neen, dank u!" De oude arme man was direct van streek, door de kleinste kleinigheden, en n,adat hij zich even door deze uit barsting had lucht gegeven, staarde hij, met een zonderling roerende uitdruk king, moest hij weer tot zich zelf komen. Toevallig was Lord Seahampton een goedaardig jongmensch, met een week hart, zooals de meeste paardenliefheb bers bezitten. Er was iais in kapdeln Bontuor, dat hem trof, de een of andere eigenschap van den Brit, die hem hier, in den vreemde, aangenaam aandeed. „Kijk eens", zeide hij, ,,ik zal straks met u meegaan, om alles over de boot te weten te komen, uw kaartje te ne men, en de heele zaak te regelen." „Dat is heel vriendelijk van u", begon behoeft te worden betrokken of waarbij zijn onderteekening wordt vereischt. Aan de goede trouw van Abessynië gelooft men te Rome niet. Inmiddels zal Italië van zijn politieke en militaire lijn echter niet afwijken. Te Genève heeft de duidelijke verkla ring van Laval een gevoel van opluch ting teweeggebracht. Men meent er, dat ze de mogelijkheid van een compromis heeft verbeterd. Het moet Mussolini nu toch zoo langzamerhand duidelijk wor den, dat hij hoog spel zou spelen met een oorlog in Oost-Afrika te ontketenen. Wellicht zal de Duce thans toegankelij ker worden voor de pogingen, die van Genève uit worden ondernomen tot ver zoening. Volgens de correspondent van de N. R. C. was Laval zelf gisteravond veel optimistischer gestemd dan de vorige dagen. Hij sprak er van, een „luchtgat" ontwaard te hebben. Men meent te we ten, dat hij telefonisch met Mussalini heeft gesproken en dat de ontdekking van het „luchtgat" met dat telefonisch onderhoud in verband moet worden ge bracht. Laval zal nu trachten het gat te verbreeden tot een bres, waardoor de tegenovergestelde standpunten tot over eenstemming kunnen worden gebracht. Sommige beoordeelaars van den toe stand te Genève zijn zelfs reeds zoo op timistisch van een nieuwe, hoopgevende wending te spreken. Ze schijnen in het verschiet een oplossing te zien, waarbij niet alleen het conflict wordt geregeld, maar die bovendien de volle samenwer king tusschen, Engeland, Frankrijk en Italië zou herstellen, en zulks dan nu ge heel op den grondslag van den Volken bond. Voor den Volkenbond zelf zou zoo'n oplossing natuurlijk een geweldige versterking zijn. Voorshands lijken deze onderstellin gen ons echter nog luchtkasteeien. Slechts dit mag met zekerheid geconsta teerd worden: de situatie is een beetje fleuriger geworden en de hoop, dat het conflict niet zal uitdijen tót een groote ramp groeit. Voor 't overige dient afge wacht, wat voor loop de dfngen de eerst volgende zullen nemen. EENIGE VERBETERING VAN DE BOTERPOSITIE, In verband met de wijzigingen welke t.a.v. de boterpositie zijn ingetreden is bepaald, dat ingaande Maandag 16 Sep tember het mengpercentage van boter in margarine wordt teruggebracht van •25 op 10 pet. Verder is de heffing op bo ter voor de productie van 15 September af verlaagd tot 95 cent per kilo. De „Telegraaf" voegt aan dit bericht toe: Deze verlaging van het mengpercen tage van boter in margarine komt niet onverwacht. Zij is een logisch gevolg Van de wijziging in gunstigen zin, die in den laatsten tijd in de boterpositie is in getreden en die tot uitdrukking komt in de Leeuwarder commissienoteering. De ze is in de laatste weken sterk opgeloo- pen en bedroeg gisteren 63 cent, een prijspeil dat sinds langen tijd niet meer bereikt is geworden. De oorzaak van deze prijsstijging ligt in een samenwerking van verschillende factoren. In de eerste plaats is daar de positie van de Londensche botermarkt, de be langrijkste markt voor dit zuivelproduct ter wereld. Daar nu doet zich de laatste weken 't verschijnsel van 'n schaarsch- te aan boter voor, een overigens nor maal verschijnsel in dezen tijd van het jaar. De groote aanvoeren uit het Zui delijk halfrond (Australië en Nieuw- Zeeland) zijn nog stoomend en komen eerst eind van deze maand en begin der de oude zeeman aarzelend. Verlegen frommelde hij, met zijn verweerde ha ï- den, eenige oogenblikken aan zijn das je. Maar ik wil geen misbruik maken van uw tijd. Ik veronderstel, dat u voor uw plezier hier bent?" Lord Seahampton glimlachte. „Ja, ik ben hier voor mijn plezier, daarvoor alleen ben ik in de werd cl Nog aarzelde kapitein Bontuor. ,,U zou misschien uw vrienden tegen kunnen komen", begon hij, „op straat, bedoel ik". Hij hield op en keek naar zijn eigen handen; een stak hij er in de hoogte, om de tatouëering te laten zien in zijn handpalm. „Ik ben maar een ruw zeevaarder", ging hAj voort. „Zij mochten het eens zonderling vin den zich er over verbazen als zij u in mijn gezelschap zagen". De onberispelijke halsboord scheen te knellen. „Het is altijd mijn gewoonte geweest", bromde Lord Seahampton, vrij onsamen hangend, „mijn vrienden te laten den ken, voor de drommel, wat zij willen. Mag ik uw naam vragen?" „Mijn naam is Bontuor. Kapitein Bon tuor, uw dienaar." „Mijn naam is Seahampton." Kapitein Bontuor staarde hem aan. „Ja. ik ben Lord Seahampton." „O!riep kapitein Bontuor nauw hoorbaar, uit. Zijn gemakkelijkheid in den omgang reikte nog niet zoo hoog. „Zoodra gij klaar zijt", vervolgde zijn makker haastig, zullen wij uitgaan om volgende maand in Londen aan. Echter is de voorraad in de koelhuizen dit jaar belangrijk geringer dan andere jaren. Half Augustus bevond zich in de koel huizen een hoeveelheid, die slechts 2/3 bedroeg van de kwanta, die daar in 1934 op hetzelfde tijdstip waren opgeslagen. Daardoor en mede in verband met een in geheel West-Europa op het oogenblik te constateeren daling in de boterpro- ductie, is de vraag naar boter wat groo ter dan het aanbod, waarvan een oploo- pende prijs het gevolg is, Waar de positie van de Londensche botermarkt sterk van invloed is op de prijsbepaling op de Nederlandsche markt, is het logisch, dat ook hier de prijs opliep. De prijsstijging wordt hier nog in de hand gewerkt door een ver mindering van de boterproductie in ons land, die eensdeels een gewoon seizoen verschijnsel is, anderdeels weer ver band! houdt met de droogte van dezen zomer, waardoor de voedingswaarde van het gras in de weilanden vermin derde, en met een reactie op de groote melkproductie van de afgeloopen maan den. Waar nu de Nederlandsche zuivelhan del prijs stelt op het behoud van den export naar Engeland en men anderzijds rekening houdt met een dezen winter mogelijk wat geringer productie, is ook op de Nederlandsche markt thans meer vraag bij oploopenden prijs te consta teeren. Niet onmogelijk is dat nog andere factoren in het spel zijn zooals aankoo- pen voor buitenlandsche (Italiaansche?) rekening. Wanneer eind van deze maand de aanvoeren uit het zuidelijk halfrond in Londen aankomen zal de Londensche botermarkt wel een ander beeld te zien geven, mogelijk dat dan de boterprijs 'n lichte tendenz tot daling zal vertoonen- In zuivelkringen verwacht men echter dat die daling, als zij zal intreden, slechts zeer gering zal zijn, en zelfs houdt men er rekening mede, dat ziji geheel zal uit blijven. De boterpositie is dus thans, en waarschijnlijk ook in de naaste toekomst vrij wat gunstiger dan eenige maanden geleden. Dit is de reden, dat het meng percentage van boter in margarine zoo drastisch verlaagd kon worden. (Gedeeltelijk reeds in een deel van de oplaag van gisteren opgenomen ge weest). IS EEN VRIJGEZELLEN-BELASTING WENSCHELIJK? De heer J, P. C. Wagner schrijft in „De Vrijz. Dem.": „Bij de behandeling van het Bezuini- gingsontwerp in de Tweede Kamer kwam ter sprake het verhoogen van be staande heffingen en het opleggen van nieuwg heffingen, dit ter versterking der Rijksniiddelen. Het viel mij op, dat geen der leden sprak over de vrijgezellenbelasting. De belastingwetgever houdt in de heffingen rekening mét den burgerlijken staat van den aangeslagene (aftrek voor gehuwden en kinderaftrek in de Rijksin komstenbelasting, heffing bij gezinsvor ming, enz.) Wanneer men op grond van den bur gerlijken staat heffingen mag verlagen, dan mag men ook op grond daarvan hef fingen verhoogen. De regeering erkent in de salarisregeling voor het Rijksper soneel het verschil in behoeften tus schen gehuwden en ongehuwden, niei- kost-winners van een gezin. Waarom worden de ambtenaren, die vrijgezel zijn anders behandeld dan particulieren die in denzelfden burgerlijken staat verkee- ren? Men betaalt aan de overheid niet alleen belasting wegens door haar be wezen diensten, doch de belastinghef fing is in den loop der jaren meer en meer gericht op een billijke verdeeling van het maatschappelijk inkomen. Nu is de vrijzezel, die geen alimen tatieplichten heeft, zeer bevoorrecht die menschen van de stoomboot te spre ken. Miss Challoner zal er zeer naar verlangen, u zoo spoedig mogelijk bij zich te zien." „Ja, ja!" De kapitein legde zijn servet naast zich en begon weer teekenen van verlegenheid te vertoonen. „Zij heet Eva; zeide hij op een loon, die iets ontroords had. Maar ik weet nog niet hoe ik haar zal noemen. Arm jong ding! als zij bedroefd is over den dood van haar vader en dat zal na tuurlijk het geval zijn dan zou het wel wat koud klinken om haar Miss Challoner te noemen. W,at dunkt u Mr.- och-hm-Lord-mijnheer?" „Wel ik geloof, dat ik haar Eva zou noemen het is een mooie naam haar onder mijn hoede nemen, en, ja, ik geloof, dat ik haar een kus zou geven. Vooral als zij een meisje was, dat er goed uitzag", voegde hij: er tot eigen persoonlijke stichting bij, terwijl hij zijn metgezel voor ging naar de hal." Onder het loopen zocht hij in den ach terzak van zijn korte jas. In de hal keer de hij zich om. „Hebt ge ook wat te rooken'" vroeg hij kortaf, als werd hij in 't spreken belemmerd door den snit van zijn hals boord. De oude man bracht beschroomd enkele sigaren te voorschijn in een le deren koker, die nooit van groote waar de was geweest, zelfs niet in de lang vervlogen dagen van zijn jeugd. „Ik wil ze u eigenlijk liever niet aan- boven gehuwden. Personeele belasting betaalt hij meestal niet, met schoolgeld heeft hij niets te maken. Zelfs al heeft hij alimentatieplichten, dan staat hij nog ver voor gehuwden, die eveneens dergelijke plichten kunnen hebben. Men beweert dat de vrijgezel zoo veel ontbeert. Ik beweer het tegendeel. De huisvader kent zorgen, de vrijgezel niet. De vrijgezel kan zich allerlei luxe, als buitenlandsche reizen, veroor- looven, waarvan de huisvader het ge not niet kent. Men kijke slechts rond onder een groot personeel en trekke dan eens zijn conclusie. Het is voor mij, die niet over gege vens beschik, niet doenlijk te ramen welke de opbrengst zou zijn van een opslag van stel 25 procent op het ta rief der Rijksinkomsten- en Vermogens belasting, Gemeentefondsbelasting enz. voor ongehuwden boven 25 jaar, die niet alimentatieplichtig zijn tegenover derden en die een inkomen genieten van meer dan f 1500 per jaar. De Be lastinginspecties in de groote steden, zouden hieromtrent de noodige inlich tingen kunnen verschaffen. Het wordt tijd, dat deze aangelegen heid, nu de nood van de schatkist zoo zeer nijpt, eens onder de oogen wordt gezien". Het Julianakanaal De scheepvaartverbinding tus schen Maastricht en Nijme gen, (Van onzen •-correspondent) Maandag zal het Julianakanaal, het laatst gereed gekomen onderdeel van de groote scheepvaartverbinding tusschen Zuid-Limburg en de groote waterwegen van ons land, officieel in gebruik wor den genomen. Het feit, dat de Koningin bij deze plechtigheid tegenwoordig zal zijn, wijst wel op de belangrijkheid er van. Inderdaad is hiermede een grootsch ingenieurswerk voltooid, dat een lange voorgeschiedenis heeft gehad en, na ja ren van voorbereiding, geruimen tijd aan velen arbeid heeft verschaft. Het kanaal behoort tot de werken tot bevaarbaar- making van de Maas voor groote sche pen, waarbij men tusschen Maastricht en Roermond dit kanaal heeft gegraven, omdat de rivier hier voor kanalisatie weinig geschikt was. Scheepvaart op de Maas. In de oudheid was de Maas een be langrijke verkeersweg: in de middel eeuwen kwamen de zeeschepen tot Maastricht en ook in latere tijden was de rivier druk bevaren. Dit verminderde langzamerhand door toeneming van de topnenmaat der vaartuigen en door ver mindering van de vaardiepte der rivier. Het was dan ook om deze reden, dat in i823 op initiatief van Kóning Willêin de Zuid Willemsvaart werd gegraven, om Maastricht, via Helmond en 's-Her- togenboseh, een betere verbinding met onze zeehavens te geven. Dit kanaal is echter op den duur onvoldoende gewer den. Inmiddels was ook de scheiding tusschen Nederland en België tot stand gekomen, welke dit laatste land een sleutelpositie bezorgde ten opzichte van de watervoorziening, zoowel van de ri vier als van het kanaal, dat voor een deel op Belgisch gebied kwam te liggen. Een en ander maakte het wenschelijk, naar een nieuwen verkeersweg om te zien, die geschikt was voor groote sche pen (hetgeen vooral voor het in het be gin dezer eeuw snel opkomende mijn bedrijf in Zuid-Limburg van belang was) en die Nederland tevens minder afhan kelijk zou maken van het buitenland. Van Maasbracht naar het Noorden kon de Maas geheel op Nederlandsch gebied door het aanleggen van stuwen bied/en", zeide hij langzaam. Zij zijn) niet duur, en ik kon de jonge vrouw die ze mij verkocht, niet uitleggen, wat ik wenschte" „Toch zien ze er heel goed uit", zeide Lord Seahampton, terwijl hij tr een uitnam, en met blijkbare wellust, het puntje afsneed, 's Jongemans reputatie voor persoonlijke dapperheid was spreek woordelijk op het jachtveld. „Oude zee lui", vervolgde hij, „weten gewoonlijk wat goede tabak is." En al dien tijd had hij een half dozijn van de beste manilla's in zijn zak. Het een of ander instinkt, waarvoor hij veel te praktisch was om het te bepalen en waarschijnlijk te dom, om het te ontdek ken, zeide hem, dat dit een van die ge legenheden was, waar het veel zaliger is te ontvangen dan te geven. „En dus vervolgde kapitein Bontuor, toen zij aan den schaduwkant liepen van de drukste straat in de wereld, de Rambla, en dus zoudt u haar kortweg Eva noemen, als ge mij waart?" „Ongetwijfeld." „Maar bedenk, dat zij een dame is. Een volslagen dame." „Dat bedenk ik", herhaalde de peer nuchter, „en juist daarom zou ik doen wat ik u daareven zeide." Kapitein Bontuor slaakte een zucht van verlichting, alsof een v,an de vele moeilijkheden van hem was weggeno men. Tegelijkertijd keek hij tersluiks naar de goedkoope sigaar, die duidelijk, zij het dan ook eenigszins overdreven, met schutsluizen wel tot voldoenae voordiepte worden gebracht, ten zuiden van dit gedeelte had men de medewer king van België noodig, welke niet ge makkelijk was te verkrijgen, Het wa ren vooral Antwerpsche belangen, die zich verzetten tegen het scheppen var. een goeden waterweg tusschen het Luik- sche gebied en Rotterdam. Men weet, dat mede daaraan de totstandkoming van het Albertkanaal is te danken, het welk Luik eerlang met de Belgische Kempen en Antwerpen in verbinding zal brengen. Dit kanaal volgt tot vlak bij de Nederlandsche grens het tracé van het oude kanaal LuikMaastricht. Waar het afbuigt om de Maastrichtsche enclave heen, is een sluis gebouwd, die s'echts voor schepen van ten hoogst'. 600 ton geschikt is en zoodoende de verbinding tusschen Luik en den nieu wen Nederlandschen waterweg gedeel telijk afsluit. Dit is de z.g. stop van Ter- nayen of Lanaye, welke bedoeld schijnt om van Nederland allerlei politieke en economische desiderata ingewilligd te krijgen, in ruil voor de wegneming er van. Daarvan is tot nu toe nog niets gekomen, doch Luik ziet zich een goede verbinding te water met Nederland en Duitschland erdoor ontnomen, zoodac juist van dien kant reeds meermalen op wegneming is aangedrongen. Oorspronkelijk had men gedacht, ook de Maas beneden Grave voor de vaart met groote schepen geschikt te maken, waarna dan, door vergrooting van de sluis bij Sint Andries, een verbinding met de Waal zou worden verkregen. Dit bleek echter op groote technische be zwaren te stuiten. Dit gedeelte der ri vier wordt nu, zooals bekend is, voor den waterafvoer verbeterd. Besloten werd, voor de scheepvaart een verbin dingskanaal te graven tusschen de Waal en de Maas bij Nijmegen. De kanalisatiewerken- De oorlog bracht de onderhandelingen met België tot stilstand, doch Neder land kon niet wachten. In 1915 kwam een wet tot stand, welke beoogde het graven van het Maas-Waalkanaa'i, de kanalisatie van de Maas op Neder landsch gebied en het graven van het kanaal Wessem-Nederweert als een ge heel op eigen grondgebied gelegen ver binding tusschen de Maas en de Zuid- Willemsvaart. In 1929 is dit alles ge reed gekomen. Van Maasbracht af had men zoodoende een waterweg, geschikt voor schepen van 2000 ton, doch een voorname schakel in den waterweg van Maastricht naar het Noorden ont brak nog. De regeering had echter m 1920 toegezegd, onafhankelijk van Bel gië, een lateraal kanaal te zullen doen graven, waartoe in 1925 de eerste spade in den grond werd gestoken. Dit naar onze troonsopvolgster genoemde kanaal, dat voor het Zuiden van ons land zulk een ver strekkende belangrijkheid heeft, is nu onlangs gereed gekomen, waarmee het sluitstuk van al deze groote werken is voltooid. De aanleg yan dit kanaal was goédkóoper d&i'i de kanalisatie van het overeenkomstige gedeè!t9 van de Maas; daarbij is de vaarweg erdoor ver- koït en konden de eraan gelegen haven werken eenvoudiger /worden opgezet, omdat men het met de grillen eener bij tijd en wijle étérk wassende rivier re- Kening hoefde tê houden, Tegelijk met deze werkeil hééft meii ten Noorden en ten Zuiden van Maastricht twee verbindingskanalen gegraven, het eene door het Bosscheveld tusschen de Zuid Willemsvaart en de Maas en het andere bij Sint Pieter tus schen het kanaal Luik-Maastricht en de rivier. De hoofdstad van Limburg is dus wel met waterwegen bevoordeeld, nadat ze zoo lang op een goede verbinding heelt moeten wachten! Daarbij komt nog de kwestie van de bruggen over de Maas. De oude 13e eeuwsche smalle brug is verbreed en verstevigd en daar naast is de Wiihelminabrug gemaakt, een genot verschafte. Zij wandelden samen door de breede straat naar de kade, terwijl kapitein Bontuor heel minzaam en op zijn ge mak liep te praten over de palmboomen, de trams, en andere zaken van plaat selijk belang, met den eersten peer die hij ooit in levenden lijve h.ad gezien. Uit louter goedhartigheid, en met een onbestemd gevoel van nieuwsgierigheid of Miss Challoner wist, wat voor soort hulp zij had ingeroepen, verkreeg Lord Seahampton de noodige inlichtingen geen gemakkelijke zaak in dit land en nam hij het benoodigde kaartje. Kaartje en inlichtingen beide werden verstrekt door een gewichtige heer, die een sigaret rookte en die de honneurs van zijn klein kantoor waarnam alsof het een paleis was geen behoefte scheen te voelen het kaartje te verkoo- pen, en het geld aannam, alsof het een bijzondere gunst w,as. De boot vertrok dienzelfden avond, en Lord Seahampton zond zijn verheugden protégé terug naar het hotel om te pak ken. Toen schonk de jeugdige peer het overblijfsel van den goedkoopen sigaar aan een armen man en stak zelf een van zijn eigen manilla's op. Hij was er volstrekt niet van bewust een goede daad te hebben gedaan. Zulke daden heeten hun eigen belooning met zich te brengen, maar ondervinding leert, dat het best is niet te rekenen op iets van tastbaren aard, (Wordt vervolgd! J

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1935 | | pagina 5