I JAARBEURS I De grijze dame KRONIEK van den DAG. BINNENLAND. ONDERWIJS. LEGER IN VLOOT. ZEELAND, TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIAU ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN MAANDAG 9 SEPTEMBER 1935. No. 212. ry' MIDDELBURG. I0ES. Een onverkwikkelijke histo rie." Nasleep van de relle tjes op de Bremen in Juli te New-York. Een rechter, die zijn mond voorbij praat. De Duitsche-Amerikaansche wrij ving. Men zal zich wellicht herinneren, dat op 27 Juli j.l. relletjes zijn voorgeval len even voor het vertrek van het Duit- sche stoomschip „Bremen" uit New- York. Op de kade, waaraan het schip gemeerd lag, had zich een groote me nigte verzameld, voor een deel uit com munistische arbeiders bestaande, die lucht gaf aan haar anti-fascistische ge voelens. Enkele herrie-makers wisten op de „Bremen" te sluipen en de haak- kruisvlag in handen te krijgen. Dit sym bool van het nieuwe Duitschland werd smadelijk in het water gewoipen. Het onmiddellijk gevolg van het on verkwikkelijk voorval waren eenige of- ficieele Duitsche protesten, die bij de Amerikanen echter allermist in goede aaide vielen. De regeering maakte zich er met een Jantje van Leiden van af en in de pers werd scherpe critiek op ze kere toestanden in het Derde Rijk uit geoefend: als daar zijn; Jodenvervol ging, de actie tegen de katholieke kerk en de tyrannie in het algemeen. Wij hebben deze Amerikaansche re actie nooit kunnen bewonderen. Ze was, hoe men ook over de gebeurtenissen in het Derde Rijk denkt, ten eenenmale misplaatst. Wij kunnen ons levendig in denken, dat het nazi-régime van onder drukking velen Amerikanen tegen de borst stuit. Wat er bij het vertrek van de „Bremen" plaats greep, valt daar mee echter niet goed te praten. Dat ontnam op dat moment den Amerika nen elk recht tot critiek. Men had de hand in eigen boezem moeten steken en schuld belijden. De zaak heeft thans een nasleep ge kregen, die haar nog veel onverkwik kelijker maakt. Vrijdag hebben voor een rechtbank te New-York zes onruststo kers, die bij de relletjes op de „Bre men" betrokken waren, terecht gestaan. Het vonnis luidde vrijspraak van vijf hunner en veroordeeling van den zesde tot een lichte straf, omdat hij verbo den wapens bij zich had en een Ameri- kaanschen agent van politie een klap had gegeven. Reeds op zichzelf geeft dit vonnis geen hoogen dunk van de rechtsbegrippen van den betrokken rechter. Vermoedelijk echter zou het niet veel stof hebben doen opjagen, in dien er tijdens het geding niet een soort van politieke demonstratie was geweest, nog wel door den rechter zelf op touw gezet. Deze, Brodsky geheeten, meen de n.l. de gelegenheid te moeten aan grijpen, om het Hitler-bewind op zijn manier aan critiek te onderwerpen. Hij kwalificeerde de „Bremen" als een zeerooversschip, omdat het de haak- kruisvlag voerde en hij kon zich indenken, dat de menigte op de kade deze vlag als een uitdagend symbool had beschouwd. Weliswaar hadden de lieden, die het schip waren binnenge drongen, zich aan een wetsovertreding schuldig gemaakt, maar, aldus Brods ky, de uitdaging met de haakkruisvlag non als een verzachtende omstandig heid gelden en daarom meende hij de schuldigen geen straf te moeten opleg gen. Uitgezonderd dan den man, die verboden wapens had gedragen en een agent had neergeslagen. Deze diende veroordeeld te worden, echter louter op grond van de ïaatstgenoem 'e fei ten; niet omdat hij wederrechtelijk op de .Bremen" was gesprongen en daar relletjes had helpen verwekken. Men kan er in komen, dat dit vonnis in Duitschland groote verontwaardi ging heeft gewekt. De Duitsche gezant te Washington is Zaterdag peeds bij door HENRY SETON MERRIMAN. Dat wijlen Admiraal Fitz Henry zijn vertrouwen in het eerste geval deerlijk misplaatst had was een feit, waaraan de twee jongens in hun jeugdige onbekend heid met de wereld, thans geroepen wa ren alleen het hoofd te bieden. Een ang stig gevoel van hulpeloosheid maakte zich meester van Fitz, het was hem of de een of andere almachtige beschermer zich plotseling had teruggetrokken. Hun beider levens waren immers bij voorbaat gesteld onder de vaderlijke hoede van hun land en nu stonden zij verbijsterd toen tot hen doordrong, hoe voor Luke die beschermer niet bestond. Doch hij hield de eer aan zich. Fitz had geduren de de laatste vier en twintig uur gehoord, hoe hij zich beroemde op den slechten uitslag, die hij' op eigenaardig triomfee- rende manier hoorde, als had hij zijn lot altijd gewantrouwd, en als verheug den hij er zich nu in, zijn eigen voor spellingen bewaarheid te zien. Er zijn van die menschen, aan wie ongeluk meer voldoening geeft dan goed geluk hen ooit zou kunnen verschaffen, In een groot huis in Grosvenor Gar dens waren op dat oogenblik twee da mes over de Fitz Henrys aan het spre-' den Amerikaanschen minister van bui- tenlandsche zaken, Huil, geweest, om namens zijn regeering een formeel pro test in te dienen. De Duitsche pers gaat unaniem den rechter Brodsky te lijf met een felheid, die nauwelijks zijn weerga heeft. Zoo spreekt het Duit sche Nieuwsbureau van „de beleediging van een New-Yorkschen.gang- s t e r", blijkbaar meenende daarmee het juiste antwoord op Brodsky's zee- rooverskwalificatie gevonden te heb ben. In denzelfden stijl is het inderdaad, maar dien stijl kan men moeilijk be wonderen, al vormt hij overigens geen uitzondering op een zekeren algemee- nen stijl van dezen tijd. Aan dikke woorden is tegenwoordig geen gebrek en het doet ietwat kluchtig aan de „Deutsche Allgemeine Zeitung" deson danks te hooren verkondigen, dat ze nauwelijks kans ziet haar verontwaar diging „op een dergelijke wijze tot uit drukking te brengen, dat behodrlijke menschen het zouden kunnen lezen". De „Diplomatisch Politische Korres- pondenz", de spreekbuis van het Duit sche departement van buitenlandsche zaken, is een beetje bezadigder. „Brods ky's rede kan zonder meer als een po ging tot een slechter maken van de di plomatieke betrekkingen tusschen bei de landen worden gebrandmerkt, zegt dii blad. Het Duitsche volk kan in Brodsky niets anders zien dan een in dividu, dat onder bescherming van zijn rechterambt op gewetenlooze wijze de waardigheid en het aanzien van den Staat misbruikt". Het spreekt vanzelf, dat deze woor den op den keper beschouwd ook veel te dik zijn. Zoo verschrikkelijk belang rijk is het geval waarlijk niet, dat de betrekkingen tusschen Duitschland en de Ver, Staten er heel erg den invloed van moeten ondergaan. Men wist te Berlijn immers al lang, dat de Ameri kanen niet veel goeds over het Hitier- régime denken. Dat een hunner nu, in rechterlijk gewaad gestoken, buite» zijn boekje is gegaan, kan daar niet veel aan toe of af doen. Tenslotte is dat op zichzelf nog erger voor den man zelf, dan voor Duitschland. (Ingez. Med.) DE SALARISVERLAGING VOOR RIJKS- EN GEMEENTEPERSONEEL. De rijkssalarissen worden met i Januari 5 pet. gekort; de mi nister verzoekt aan de gemeen te-besturen overeenkomstige maatregelen te treffen. De minister van binnenlandsche zaken heeft ter kennis gebracht van de ge meentebesturen, a. dat de regeering in verband met den financieelen toestand van 's lands financiën het noodzakelijk acht, dat met ingang van 1 Januari 1936 op de wedden en loonen van het Rijks personeel een bedrag van plm. 10 milli- oen 's jaars wordt bezuinigd en b. dat het in de bedoeling ligt deze bezuiniging te verkrijgen door toepassing van een algemeene verlaging van plm. 5 pet. op de voor het rijkspersoneel geldende wed- de- en loonbedragen zoowel die van de vaste wedden als die van de minima en maxima, toelagen, belooningen, vergoe dingen, kortingen enz. De minister voegt hieraan toe, dat der ken. Het liet geen twijfel of de klein ste dame van de twee was de meester es van het huis hoewel als van dat vaag abstracte, genaamd de omstandigheden. Zij zat in den gemakkelijksten stoel, die, in 't voorbijgaan gezegd, veel te ruim voor haar was, en uit haar houding en manieren sprak een zeker gevoel van eigendomsrecht, Was zij' een man geweest, dan zou men onmiddellijk hebben gedacht aan een nouveauriche, steeds doordrongen van het feit, d,at de groote kamer en alle aanhangsels van dien, de vruchten wa ren van inspanning en volharding. Iets in Mrs. Harrington deed duidelijk de opkomelinge vermoeden duidelijk, dat is te zeggen voor den meer scherp zinnige. Want zij was niet ordinair, ook blufte zij niet. Maar de uitdrukking van haar doordringend en ietwat wereldsch gelaat moest te kennen, geven, dat zij „in goeden doen" was. De achtbare Mrs. Harrington w,as niet alleen mooi ge kleed, maar zij wist haar kleeren te dragen en grande dame „Ja", zeide zij,' „Luke is niet door zijn examen geko men op de Britannia. Het is een (zon derlinge geschiedenis. Ik geloof dat de jongen gek is." Het was een geliefde gewoonte v,an Mrs. Harrington om andere menschen uit te schelden. Vergiste de bottelier zich dan noemde zij hem direct 'n idi oot. En al schold zij Mrs. Ingham-Baker haar aanwezige gast, niet werkelijk voor dwaas, dan w,as dit stellig omdat zij het feit zoo in 't oogloopend vond, dat het halve het rijkssalarispeil, waaraan inge volge conclusie 22 van het rapport der commissie-Schouten de belooningen van het middelbaar en hooger personeel der publiekrechtelijke organen behooren te worden getoetst, met ongeveer 5 pet. zal dalen, zoodat het voor het behoud der vereischte overeenstemming noodig is, die belooningen met ingang van 1 Jan. 1936 in het algemeen een overeenkom stige verlaging te doen ondergaan. Mitsdien geeft de minister aan de col leges in overweging om het daarheen te leiden, dat ingaande 1 Jan. 1936 de be looningen enz. van het middelbaar en hooger personeel (dat zijn in het alge meen de „ambtenaren", het personeel der gemeentepolitie inbegrepen), waar- j van de regeling tot de bevoegdheid van den Raad behoort, worden verlaagd. Wat de loonen der werklieden en van de overige plaatselijk gerecruteerde krachten in dienst van publiekrechte lijke organisaties betreft verklaart de minister, dat deze in de allereerste plaats behooren te worden getoetst aan den piaatselijken loon- en levensstand aard. Mochten die na de vaststelling der loonen een verlaging hebben ondergaan, dan is het gewenscht, dat ook de loonen der gemeentewerklieden daaraan nader worden getoetst en voor zooveel noodig en mogelijk aan een verlaging worden onderworpen. De minister verzoekt voor 1 Noveni- ber e.k. door tusschenkomst van Gedep. Staten te vernemen wat in verband met het voorafgaande in elke gemeente zal worden verricht. Mocht men van oor deel zijn, dat de bedoelde verlaging niet of slechts ten deele kan worden bewerk stelligd, dan dienen de motieven daar voor te worden aangevoerd en wat de werklieden betreft met bekendstelling van de gegevens betreffende het plaat selijk loonpeil, welke dit oordeel zouden kunnen rechtvaardigen. ARGENTIJNSCHE HULDE AAN ADMIRAAL DE RUYTER. Op 't praalgraf van Michiel Adriaens- zoon de Ruyter in de Nieuwe Kerk te Amsterdam heeft de commandant van 't Argentijnsche opleidingsschip Presidente Sarmiento, kapitein Alberto Teixairo, Zaterdag ten bewijze van hulde aan den grooten Nederlandschen vlootvoogd een krans van witte leliën met linten in de Argentijnsche kleuren neergelegd. Deze op zichzelf eenvoudige plechtigheid won in beteekenis, doordat alle officieren en cadetten en de heele bemanning van het schip haar bijwoonden. Ook de Neder- landsche marine had een detachement mariniers en matrozen erbij afgevaar digd. VERKEERSONGELUKKEN IN 1934, Totaal 44,705 ongelukken (41,816 in 1933); aantal slacht offers 14,936 (13,028), In het dezer dagen verschenen Statis tisch Overzicht Verkeersongevallen 1934, publiceert het Centraal Bureau voor de Statistiek uitvoerige gegevens omtrent de in ons land door de politie geconsta teerde verkeersongelukken gedurende 't jaar 1934. Hieraan zijn de volgende bij zonderheden ontleend: In totaal werden geconstateerd 44,705 (41,816 in 1933) verkeersongelukken, waarvan 13,430 (11,803) met lichamelijk letsel voor een of meer personen. In 7122 (5832) van de vorenbedoelde geval len kwam behalve lichamelijk letsel, te vens materieele schade voor, terwijl 31,269 (30,012) ongelukken uitsluitend materieele schade tengevolge hadden; in 6 (1) gevallen zijn de gevolgen onbekend gebleven. Het aantal slachtoffers van de ver keersongelukken bedroeg 14,936 (13,028), waarvan 398 (427) personen ter plaatse van het ongeluk zijn gedood. Bovendien zijn voor zoover is gebleken in '34 tengevolge van de bekomen verwondin gen nog 346 personen overleden, waar door het aantal gedoode slachtoffers is gestegen tot 744 (een vergelijkbaar cijfer voor 1933 ontbreekt). De oorzaken der verkeersongelukken waren in 78.6 pet. (76.1 pet.) der geval len fouten van bestuurders van vervoer middelen en fouten van voetgangers, dus oorzaken van persoonlijken aard. Geslaagd voor het politie-examen gewoon diploma de heeren J. A. Jonk heer en J. de Jongh te M i d d e 1- b u r g. Voor het diploma met aan- teekening M. 't Jong te Schoon- d ij k e. De tot luitenant-kolonel en com mandant van het 14e regiment jnfante- rie benoemde majoor J. H. W. Bruins blijft in zijn nieuwen rang te Bergen op Zoom in garnizoen. geen nadere toelichting behoefde. Mrs. Ingham-Baker, corpulent en vlei erig, streek het zijden handwerk, dat haar overal vergezelde, glad en keek haar vriendin ,aan. Zij zocht naar het gepaste antwoord, Want mrs. Harrington was, wat de Franschen noemen „diffi cile". Men wist nooit, wat het gepaste antwoord zou zijn. Bovendien, de kunst om het te zeggen k,an evenmin worden aangeleerd als gehoor voor muziek, als men dat niet van nature heeft. En Mrs. Ingham-Baker bezat deze gaven niet. „En toch", zeide zij, „was hun v.ader een knap man zooals mij verteld is." „Door wie?" informeerde Mrs, Har rington minzaam. Pijnlijk zwijgen van Mrs. Ingham-Ba ker. Toen met ëen gezicht, dat ernstig nadenken moest uitdrukken: „Ik k,an maar niet begrijpen, wie het was." „Ik ook niet", zeide Mrs. Harrington vinnig. Mrs. Ingham-Baker voelde zich met haar verbeeldingskracht op gevaar lijk terrein. Zij besloot, niets meer te zeggen over wijlen Admiraal Fitz Hen- „De jongen", zeide Mrs. Harrington, tot den ongelukkigen Luke terugkee- rend, „heeft alle mogelijke voordeelen en kansen geh,ad. Ik denk, dat hij straks, als hij komt, de zaak wel zal trachten te verklaren. Ik zou dat met één woord kunnen doen domheid." „Misschien ook", bracht Mrs. Ingham- Baker zenuwachtig in het midden, „mis schien zijn alle hersens wel terecht ge Pro vfneiale Veilingsorganisatie. Wegens zijn vertrek naar elders is aan ir- A. W. van de Plassche eervol ontslag verleend als secretaris der Prov. Vei lingsorganisatie voor Zeeland en is als zoodanig benoemd ir. B. Bosma, rijks- tuinbouwconsulent te Goes. MUZIEKUITVOERING, Zaterdagavond g,af de muziekvereeni- ging „Crescendo" in de geheel verlich te tuin van „St. Joris" alhier een volks concert, dat maar matig bezocht was. Dit was wel jammer, aangezien onder leiding v,an den directeur den heer P. C. J. de Graaf, een goed programma werd ten gehoore gebracht. Na afloop van de muziekuitvoering had in de zaal het „bal" plaats, waarvoor nogal animo bestond. In den tuin werd vooral in de pauze van de muziek nog gevaren in de motorbootjes die nog steeds in het bassin aanwezig zijn. DE WERKLOOSHEID, Bij de arbeidsbeurs staan ingeschre ven: geheel werkloos 918 mannen en 19 vrouwen; gedeeltelijk werkloos 57 man nen en 5 vrouwen; niet werkloos 16 man nen en 1 vrouw. Algemeen totaal vorige week 1023, bijgekomen 48, afgegaan 55, over 1016. DEMONSTRATIE HONDENDRESSUUR. Belangwekkende staaltjes. Zaterdagmiddag vond op het Gemeen telijk sportterrein, een demonstratie van hondendressuu,r plaats?, uitgaande van de afdeeling Zeeland van de Koninklijke Nederlandsche Politiehond-vereeniging Onder de belangstellenden merkten we c.a. burgemeester en secretaris van Goes met hunne dames op. De demonstratie, die onder leiding stond van de opperwachtmeesters der marechaussee I. van Wijk te Sluis, en C. deir Toon, te Sluiskil, werd door eerstgenoemde met een inleidend woord geopend. De heer Van Wijk betuigde daarbij o.a. zijn erkentelijkheid voor de aanwezigheid van burgemeester Van Dusseldorp, en den heer Boorsma, com mandant der Rijksveldwacht te Goes. Spr. achtte het van groot belang, dat al le veldwachters een hond kregen en hen daartoe een kleine vergoeding toe gekend werd. Vervolgens nam de demonstratie een komen bij den anderen broer, Henry. Dat gaat soms zoo met tweelingen. Mrs. Harrington lachte eenigszins spot tend. „Domme vrouw om tweelingen te krijgen", bromde zij. Dit was waarschijnlijk een van de vele grieven tegen de overleden Mrs. Fitz Henry. „Zij hebben een beetje geld van hun eigen, niet waar?" vroeg Mrs. Ingham- Baker met die zoetsappige minzaamheid, eigen aan menschen voor wie geld ab soluut geen aantrekkelijkheid heeft. „Ongeveer genoeg om de waschvrouw te betalen." Nieuwe stilte, afgebroken door een diepe zucht van Mrs. Ingh,am-Baker. „Ik ben overtuigd, lieve", begon zij toen, „dat ge op de een of andere ma nier beloond zult worden, voor al uw goedheid aan deze arme weesjongen be toond." En met een wijselijk schudden van haar hoofd, gepaard met het potsierlijk tril len van een paar gitten ornamenten op haar hoofddeksel, scheen zij zich de tal- looze gevallen van de beloonde deugd te binnen te roepen, die zij in hhar leven had ontmoet. „Het kan zijn", gaf de dame des huizes toe, „ofschoon ik wilde, dat ik er even zeker van was als gij." „Maar dan", vervolgde Mrs. Ingham- Baker op zachten gevoelvollen toon, „dan zijt ge toch altijd de ziel der mild dadigheid geweest." De „ziel der milddadigheid" plooide -TW H 'if Wl - J (Ingez. Med.) aanvang met eenige betrekkelijk een voudige nummers, als het volgen aan de lijn, onaangelijnd links en rechts, en bij het rijwiel. Ongetwijfeld waren deze nummers „eenvoudig" vergeleken bij wat we verder nog zagen, maar reeds hierbij bleek, van hoeveel belang en ge mak het is, als de hond steeds rustig naast zijn baas loopt, zonder ook maar door iets afgeleid te worden, terwijl hij dadelijk van links naar rechts gaat op een kort commando. In de nu nog volgende twintig num mers, werd wel alles gedemonstreerd, wat een hond maar met mogelijkheid verrichten kan; d.w.z,, we zagen geen „kunstjes", maar de talrijke zooveel be langrijker „diensten" die een hond ;ijn eigenaar of de gemeenschap bewijzen kan. Ze sprongen over een schutting van plm. 1.75 hoog, wat van belang kan zijn bij het zoeken van een vermist voor werp of kind; bleven minutenlang op de zelfde plaats liggen terwijl hun meester zich verwijderde; weigerden het sma kelijkste voedsel van een vreemde fv i1 hoeveel belang dit voor een waakn .nd is, laat zich begrijpen!); zochten in het gras verloren voorwerpen op; bewaak ten een voorwerp van hun meester; voorkwamen de ontvoering van een kind; spoorden een individu op dat een kaslooper aangevallen had; hielden een strooper aan, dwars door een wolk van kruitdamp heen; bleken geen stoksla gen te vreezen als het er om ging een misdadiger aan te houden; spoorden 'n zakkenroller en de door hem wegge worpen portefeuille op; hielden iemand aan die per rijwiel de politie probeerde te ontsnappen, enz., enz. En hoe vinnig en gevaarlijk de honden ook waren, als het er om ging kwaad te voorkomen of te bestraffen; ze bleken de rustigste en gemoedelijkste dieren bij gewonen om- gapg, en „geen kind kwaad" te doen. Met gespannen aandacht werden alle demonstraties gevolgd, en het applaus, dat telkens opklonk, bewees wel, dat men groote bewondering voor deze krasse staaltjes van dressuur had. De heer Van Wijk sloot den middag met een kort woord, waarbij hij aller dank bracht, die het welslagen van de zen middag steunden, en in het bijzonder de vereeniging „Zeeuwsche Boys", die welwillend haar terrein beschikbaar ge steld had. Spr. eindigde met de hoop uit te spreken, dat deze demonstratie het oprichten van een hondendresseerver- eeniging in deze omgeving tot resultaat zou hebben. Merken we nog op, dat „Eupnonia", den middag met opgewekte muziek opluisterde. haar gelaat tot een buitengewoon wijs glimlachje als of zij wel beter wist en keek doordringend n,aar de deur. Op hetzelfde oogenblik verscheen de huisknecht. „Mr. Pawson, Mevrouw", zeide hij. Het knikje, waarmee deze aankondi ging werd ontvangen, scheen te betee- kenen dat Mr., Pawson verwacht werd. De kleine oogjes onder de zwarte krullen van Mrs. Ingham-Baker waren in gespanen aandacht op hun hoede. „In de bibliotheek, James", zeide Mrs. Harrington en de tweede git versierselen bogen zich, met een lich te trilling van teleurstelling, over het zijden handwerk. „Mr, Pawson", kondigde de meesteres des huizes aan „is het wettelijk licht, dat een donkere schaduw over mijn za ken werpt,". En hierop verliet zij; het vertrek. Zoodra de deur gesloten was stond Mrs. Ingham-Baker op, zij liep door de kamer naar een tafel bij het raam, waar het sleutelmandje met toebehooren van haar gastvrouw stond, Begeerig keek zij er naar, zonder het aan te naken. Wel bukte zij, om een adres nauwkeurig te bekijken. „Mr, Pawson!" fluisterde zij. „Mr. Pawson wat heeft dat te beduiden? Kan het zijn, dat zij een verandering in h,aar neen! Maar ja, het kan toch wel! Misschien weet Susan het." (Wordt vervolg'4

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1935 | | pagina 5