KRONIEK van den DAG. SfUNST EN WETENSCHAP, ZEELAND. 'f Sterntje over stille en woelige wateren. TWEEDE BUD VAN DE PROVINCIALE ZEEÜWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN ZATERDAG 31 AUGUSTUS 1935, Nq. 205. Mej, FINANCIEEL ECONOMISCH WEEKOVERZICHT. DE PSYCHIATERS WAARSCHUWEN ONDERSCHEIDINGEN. MIDDELBURG. Uitbreiding Iraudeverzekering. I0ES. WALCHEREN. voor >r de i. KL leling, 16, less De minst benijdenswaardige function- naris in het Derde Rijk is dr, Hjalmar Schacht, president van de rijksbank en belast met de waarneming van het hoo- ge ambt van rijksminister van economi sche zaken. Een merkwaardig man, deze dr. Schacht. Een persoonlijkheid. Geen gemakkelijk mensch in den omgang. Vaak uiterst beminnelijk maar dan weer uitvallend, nijdig en zijn hem niet nader kennende omgeving tegen zich inne mend. Nog kort geleden zoo schrijft ons onze Berlijnsche correspondent sprak ik met een Nederlandsch speci alist in financieel-economische dingen, die nu al eenige jaren regelmatig met den Duitschen minister en bankpresident te doen heeft en die mij als zijn eerlijke overtuiging te kennen gaf, dat dr. Schacht als leider van een circulatie bank een stuk boven de meesten onder zijn internationale collega's uitsteekt. Latere generaties zullen beter dan wij kunnen overzien, welke de ware be- teekenis van dezen merkwaardigen man die bovendien een hartstochtelijk., heereboer is in dezen merkwaardigen tijd geweest is. Wij tijdgenooten van hem ondervinden groote moeilijkheid bij onze poging om hem als mensch, als staatsmensch en als vakspecialist te ru- briceeren. Het is slechts een zwakke karakteristiek, als we aanteekenen, dat hij moeilijk te benaderen en toch weer beminnelijk is, dat hij vele menschen onmiddellijk afstoot en toch ook weer oprechte vrienden weet te maken, dat er kringen zijn, die op hem zweren, en anderen, die hem geen oogenblik geloof of vertrouwen zouden willen schenken. Men kan hier hooren, dat hij een op recht nationaal-socialist is, wiens ver eering voor Adolf Hitler eerlijk is en diep; en daar weer, dat hij een opportu nist is van het zuiverste water, die in zijn hart conservatief is en als 't zijn moet straks weer democraat. Over één ding echter is men het in zéér breede kringen eens: dat hij zijn vak verstaat als weinigen, en dat hij als vakman moedig en doortastend is. Daar naast is van secundair belang, tot welke groep in de veelkleurige eenheid van het Duitsche fascisme hij nu eigenlijk be hoort en wie zijn intiemste handlangers in die groep genoemd mogen worden. Dr, Hjalmar Schacht heeft dezer da gen als in dit blad uitvoerig gemeld -in Koningsbergen ter gelegenheid vair de opening der Oostelijke Jaarmarkt weer eens een groote rede gehouden, een van zijn openhartige redevoeringen, waarin veel gezegd en nog meer ver zwegen wordt, waarin men tusschen de regels moet lezen en waarbij men eenige oefening moet hebben in het ontraadse len van toespelingen. Het openhartige in deze redevoering was, dat hij weer eens onderstreepte, voor welke onge looflijke moeilijkheden het Derde Rijk zich op het gebied der duiten, der schul den der mogelijkheid van uitbreiding van den internationalen handel gesteld ziet. Wij schreven onlangs, dat wij het De Derde Rijk zien als een mooi huis, door idealisten ontworpen, maar vol barsten en op drijfzand gebouwd. Aan barsten dachten we, toen we ons herin nerden, hoeveel porcelein reeds stuk ge slagen is in den binnenlandschen strijd tegen het politiek katholicisme, tegen het jodendom, de conservatieven, de „Stahlhelm" en andere fraudeerende of zich in lijdelijk verzet verstijvende groe pen. Aan het drijfzand echter dachten we, toen we ons verdiepten in de naaste financieel-economische misère, die Duitschland stellig te wachten start. Daarover heeft dr. Schacht eenige zeer duidelijke dingen gezegd, en het is nu een quaestie van beoordeelen, of men ten slotte, als hij, neigt tot een zeker op timisme, dan wel of men meent, dat het voor ondersteuning der fundamen ten alreeds te laat geworden is. Het ongeluk wil nu eenmaal, dat het In het Schipperswereldje, IX. Het Kanaal door Zuid Beveland is een druk bevaren water en de sluis in Wemeldinge heeft een vrij groot bedie ningspersoneel. De sluismeester gaf het teeken, dat er binnengevaren kon worden en van alle kanten kwamen ze aanzetten, stoom- booten en motorbooten met lange slee pen, Rijnaken en andere schuiten, die uit alle streken van het land een oogen blik in zoo'n sluis tesamen komen en als blokjes in een bouwdoos netjes naast elkaar gepast worden om er zooveel mogelijk tegelijk te kunnen verwerken. Daar kwam de Adriana van Schore, die een kolossaal houtvlot achter zich aan sleepte alsof zij- regelrecht uit Rus land of Zweden was komen afzakken. „Vooruit, vooruit!" schreeuwde de sluiswachter vanaf den hoogen walmuur en de Adriana schoof zich met den neus tegen de ijzeren deuren. De Sint Anto- nius uit Oosterhout kwam er vlak naast hggen en voor den ingang van de andere zijde verscheen de massieve romp van \Mi s^00fnt>°ot, de Woutrina, die de e y 2 uit Rotterdam op sleeptouw had Derde Rijk zijn boeken niet meer open legt. Noch voor den ligen staatsburger, noch voor den vaak zeer persoonlijk ge- interesseerden buitenlander. Hoort men verkondigen, dat de totale vlottende schuld van Duitschland 10 tot 12 mil liard bedraagt, dan wel, dat deze schuld reeds tot 18 a 20 milliard alleen voor ongedekte uitgaven voor werkverschaf fing en landsverdediging aangegroeid is, dan antwoordt Duitschland, dat de eerst genoemde schatting overdreven, de tweede absoluut onjuist is. Maar hoe veel die schuld dan werkelijk bedraagt, hoort men niet. Hoogstens, dat het reeds om „enorme bedragen" gaat. Iets, wat wel voor niemand een verrassing zal geweest zijn! Het is van Duitsche zijde nimmer ont kend, dat het geweldige project der werkverschaffing-tot-elken-prijs, waar op dan de eveneens enorme kosten voor den wederopbouw der landsverdediging van langen duur zullen zijn, alleen gevolgd zijn, uitgaven, die beide nog door.leenen, en wel leenen bij de eigen bevolking, ten uitvoer kon wor den gebracht. Het is zeker alweer drie kwart jaar geleden, dat de bescheiden en sympathieken rijksminister van fi nanciën graaf Schwerin von Krosigk voor het eerst in het openbaar zeide: ,,U vraagt, waar we het geld vandaan halen? We leenen het Inderdaad, het is alles geleend, op kort zicht veelal, bij de spaarbanken, bij de Rijksbank, bij de gouddisconto- bank, bij de verzekeringsmaatschappijen, bij de industrie. Op grond van het be ginsel, dat de herleving van de econo mie, van handel, scheepvaart, fabrieks wezen, handwerk en wat niet al, geld in de laadjes der staatsburgers gebracht heeft en dat dit geld nu weer aan den staat, die voor de herleving zorgt, moet worden uitgeleend, opdat het opnieuw uitgegeven kan worden. Er zijn men schen, en heusch niet de domste, die' meenen, dat idaarmee het perpetuum' mobile is uitgevonden; er zijn anderen, nog minder dom, die vreezen, dat het op den duur spaak zal moeten loopen, als de staat er niet in slaagt, uit de enorme leeningen op kort zicht, die ten slotte niet anders zijn dan potverteren, dezul ke op lang zicht te maken De toestand op de wisselmarkt met betrekking tot den gulden is onder den invloed van dek rachtige houding on zer regeering veel kalmer geworden. De buitenlandsche wisselkoersen bewegen zich nog steeds beneden het niveau, waarop gouduitvoer uit ons land voor de arbitrage loonend is, zoodat de Ne- derlandsche Bank ook in de afgeloopen week geen goud heeft behoeven af te staan. Zelfs gaf de Bankstaat per 26 Augustus weer een toeneming van den goudvoorraad te zien met ruim f 5 mil- ïioen, ten deele afkomstig van de Ja- vasche Bank, voor een deel echter van andere zijde. Een goed teeken is het ook, dat de geldmarkt eenige verrui ming te zien geeft. De noteering voor geld op prolongatie, die tijdelijk tot 5% pet. was opgeloopen, is tot 4 pet. ge daald; particulier disconto noteert even wel nog altijd ca. 5 pet., zoodat de toe stand op de geldmarkt nog lang niet de gevolgen van de valuta-crisis te bo ven is. Van een terugvloeiing der aan zienlijke bedragen, die wegens vrees voor den gulden aan ons land zijn ont trokken, is dan ook nog weinig te be speuren. Men wacht blijkbaar af, hoe de politieke verhoudingen in ons land zich zullen ontwikkelen, na de bijeenkomst der Kamers tot den loop van September. Ook de belegginsgmarkt verkeert nog steeds in afwachting van de komende gebeurtenissen op politiek gebied, ter wijl daarnaast de hooge stand der geld koersen op korten termijn een druk op het koerspeil van obligatiën uitoefent. In stellingen. ondernemingen en ook par ticulieren, die geld beschikbaar hebben, geven er onder de tegenwoordige onze kere omstandigheden vaak de voorkeur aan, deze middelen op korten termijn uit te zetten, in plaats van ze in obli gatiën te beleggen. Door het verstrek ken van geld op prolongatie, voor één maand vast, maakt men een rente van 4pet., terwijl men er zeker van is, het terleen gegeven bedrag in zijn ge heel terug te ontvangen. Bij het beleg gen van gelden in obligatiën daarente gen loopt men uiteraard 'n zeker koers- risico, vooral wanneer men deze van de hand zou doen in een periode van nieuwe politieke en valuta-onrust. Hier tegenover staat natuurlijk de kans op het maken van een aanmerkelijke koers winst, wanneer de vrees voor politieke verwikkelingen in den herfst ongewet tigd mocht blijken te zijn en de rente tarieven hier te lande weder zouden gaan dalen. Het is overigens opvallend, dat de 'koersdaling fcroor bepaalde Nederland- sche beleggingswaarden naar verhouding veel verder is gegaan dan voor andere fondsen van ongeveer dezelfde standing. Zoo hebben de 4 pet, leeningen van de meeste provinciën en ook van enkele steden [Den Haag, Utrecht] zich beter gehouden dan de door den Nederland- schen Staat gegarandeerde '4 pet. lee ning Ned. Indië, die nog wel is vrijge steld van de 2 pet- couponbelasting. Naar verhouding zeer belangrijk is ook de koersdaling van 3 pet. en 2% pet. Ned. Werkelijke Schuld. In het begin van dit jaar bestond naar deze leeningen bijzonder veel vraag, in de verwachting dat een verdere daling van den rentevoet, die toen algemeen tegemoet werd gez:en, tot een gestadige koersstij ging van deze stukken zou leiden. In het begin van Febr. bereikten de noteerin gen een hoogsten stand van resp. 94% en 83%. Thans bedragen zij resp- ca. 77% en 67 pet. Een koersverlies dus van ca. 17 pet. in ruim een half jaar tijds. Wanneer de toestand op de geldmarkt verbetert, zal de hiermede gepaard gaan de daling der rente-tarieven natuurlijk vooral aanleiding geven tot een herstel van die noteeringen* waarin de vooraf gegane stijging der rente-tarieven de grootste bressen heeft geslagen. Een nieuw koersverlies boekten in de afgeloopen week de obligatiën de ge meente Amsterdam, terwijl ook Rotter- damsche leeningen weer aangeboden waren. Van buitenlandsche obligatiën waren Fransche staats- en spoorweg- leeningen goed prijshoudend. In Duit sche soorten g:ng weer weinig om, tot nagenoeg onveranderde koersen- Onder den invloed van de minder gunstige stemming der New Yorksche beurs was ook de Amsterdamsche aan- deelenmarkt ongeanimeerd, waartoe de onzekerheid over het verdere verloop van het Italiaansch-Abessijnsche con flict het hare bijdroeg. De handel was in alle afdeelingen weder zeer beperkt en ook de koersschommelingen waren gering. Van industriëele waarden kon den Philips' nog een lichte verbetering boeken. Unilever daarentegen brokkel den in koers af, en hetzelfde geldt voor aandeelen Aku en Ford Automobielfa briek. Aandeelen Koninklijke Petroleum werden ongunstig beïnvloed door be richten uit Amerika, die een prijsdaling voor petroleum doen verwachten, ten gevolge van een nieuwen strijd tusschen de producenten in Californië. De olie productie in de Californische velden is ondanks de bestaande restrictie-over eenkomst buitensporig hoog opgevoerd, vermoedelijk weer door de werkzaamhe den van de onafhankelijke producenten en de grootste petroleummaatschappij- en hebben z'ch dientengevolge eveneens aan de restrictie-overeenkomst onttrok ken. Voorspeld wordt, dat de prijs voor Californische ruwe petroleum dienten gevolge tot de helft van den thans gel denden prijs zal kunnen dalen. Dit ver loop is te teleurstellender, omdat juist in den laatsten tijd melding was gemaakt van een prijsverbetering op de Ameri- kaansche petroleummarkt, terwijl ook de benzine-prijzen voor export waren opgeloopen. Van suikeraandeelen liepen H.V.A.'s iets in koers terug, evenals rubberwaar- den. De belangstelling voor rubberaan- deelen zal wel niet toenemen, zoolang de rubbermarkt en de statistische positie van het product geen verandering te zien geeft. Ten aanzien van de verdere ontwikkeling dezer markt blijkt de be kende Londensche makelaarsfirma Sy mington Sinclair, welker beschouwin gen altijd veel aandacht trekken, weinig optimistisch te zijn. De firma acht de verwachting, van het Internationale Rub bercomité, dat de rubbervoorraden bij handhaving van het tegenwoordige re strictie-percentage in het komende jaar met 200,000 ton zouden verminderen, te gunstig. Zelf verwacht zij een daling van niet meer dan 150,000 ton. a Hieronder volgt een overzicht van 't koersverloop: 4 pet. Nederland 93%94%. 3 pet. Nederland 77%77%-77%. 4 pet. Ned. Indië 91%92%. 4% pet. Rotterdam 9088.%89%. Philips 257%—256%—261—260%. Unilever 102%—101 102. Ford 279—271%—275. Aku 30%—29%. Anac. Copper 12%11%11%. Bethlehem Steel 23%21%. U.S. Steel 27%—25%. H.V. Amsterdam 175%171. Kon. Petr. 195%—191 192%. A'dam Rubber 106%100%, Deli Mij. 154%—150. en de Rheos uit Basel, een reusachtige aak, die bijna de helft van de sluisleng- te in beslag nam. De Philippine 19 volgde met de Ora et fabora en tot slot nog de Overijssel, met de Porfier' 29 aan den kabel. Toen was de sluis vol en de meester sloot de zware deuren, waarna zijn hel pers de deuren aan de andere zijde be gonnen open te draaien. Uit de roef van de Aldriana kwam 'n Zeeuwsche boerin op den rand van de schuit zitten en begon een opgewonden gesprek met de vrouw van de Sint An- tonius. Schippersvrouwen praten niet met elkaar zij schreeuwen tegen el kaar en het gesprek gaat over eten en kinderen, over de wasch en de lading, over het doel van de reis en de schamele verdiensten v,an de schipperij. Mannen hadden onder veel geschreeuw motoren stop gezet of enkele slagen te rug laten draaien en klommen nu langs de ijzeren laddertjes op de sluismuren. Rondom de sluis wonen de parlevin kers, mannen, die met een bootje in zee steken om langszij alles te leveren wat een schipper kan noodig hebben, maar die het liefst het oogenblik te baat ne men, dat al die drijvende huishoudens in de sluis bij elkaar liggen. Ze dragen over den sluisrand en bieden hun waren! aan, benzine, olie voor den motor, aard- beien, haring, brood, er is niets, dat hier'- niet te krijgen is, Op de Baselsche schuit stoeide een jonge vrouw met haar dochtertje, ter wijl een harige scheepshond een dialoog hield met een land-collega, die zich woe dend blaffend over den sluisrand boog. „Hé, Madam. Hedde gij niks noodig?" „Nééë." „Geen eieren, dertig voor een gul den?" Madam schreeuwde naar een man in hemdsmouwen op het achterschip en die gebaarde terug. „Ja, j,a, dat is goeie." „Geef ze dan maar." „Voorzichtig telde de parlevinker ze af en deed ze in een mandje, dat hij aan een touw liet zakken. „Hé, waar is die oliekerel?'', schreeuw de een schipper. „We motten olie..!" De olieman had handen tekort. Hij zwoegde met een enorm vat op een kruiwagen en draafde als een circus- paard, want binnen enkele minuten gaat de sluis weer open en drijven al die klanten weer uit elkaar. Alles wat dien middag op het breede water in de rich ting van Wemeldinge had gevaren, was nu in een steenen trechter gestopt en werd er doorheen gedrukt in het Kanaal door Zuid Beveland, dat de meeste schippers in Hansweert zouden verlaten om de Schelde af te zakken naar Ant werpen. Naar wij vernemen hebben meer dan 300 zenuwartsen en psychologen uit verschillende landen besloten een brief te richten aan de staatshoofden. Daarin wenschen zij er op te wijzen, dat de geestesgesteldheid, zooals die zich in den laatsten tijd heeft ontwik keld, vooral in Europa, het gevaar voor een nieuwen catastrophalen oorlog in zich sluit. Zij zijn van meening dat deze bedenkelijke gang van zaken in hooge mate door psychologische factoren wordt bepaald, en dat zij als artsen daardoor gerechtigd en verplicht zijn een waarschuwend woord te doen hoo ren en aan te geven langs weiken weg h.i. een uitweg moet en kan worden ge vonden. De brief, die in September wordt gepubliceerd, is door vele psychi aters van wereldbekendheid onderfee- kend. Door een vergissing meldden wij gis teren, dat de heeren J. Nijsse, wethou der, L. van Vessem, gemeentesecretaris, beiden te 's He er Arendskerke, en E. van der Slikke, wethouder van Poortvliet, benoemd waren tot of ficier in de Orde van Oranje-Nassau, dit moet echter zijn, tot ridder in die orde. Eigendomsoverdracht.. Op 5 Juni besloot de Raad tot het doen overnemen door de Provincie in beheer en onderhoud van een deel van den Nieuwen Vlissingschen weg en in beginsel om medewerking te verleenen tot eigendomsoverdracht van 100 m2 ger meentegrond gelegen aan dien weg, voor eene som van 10. Het is thans ge bleken dat 410 m totaal had moeten zijn, maar toch handhaven burg en weth. het bedrag van 10 omdat ook de grootere oppervlakte als zoodanig voor de gemeente van geen waarde is, nu zij reeds deel uitmaakt yan den open haren weg. Naar aanleiding van de vraag of voor de uitgebreide fraudeverzekering, waartoe de Raad op 24 Juli besloot, de Hollandsche tekst van de polis als bin dend moet worden beschouwd, stelden B. en W. zich in verbinding met assura deuren en ontvingen daarin een schrij ven van de directie der Vereeniging van Nederlandsche Gemeenten, blijkens het welk de Engelsche tekst van de i olis als bindend wordt beschouwd. Na de omstandige uiteenzetting, welke in dat schrijven wordt gegeven, meenen B. en W. intusschen toch in volle gerustheid te mogen voorstellen de beslissing van 24 Juli 1935 te bevestigen. Uitbreiding bevoegdheden B. en W. Sedert de tot-stand-koming van het nieuwe artikel 212 der Gemeentewet, heeft de Raad bij verschillende beslui ten aan het college van B. en W. op gedragen het uitoefenen der macht, be doeld in artikel 172 der gemeentewet. B. en W. bieden den Raad thans ter vaststelling aan een besluiti, waarbij meergemelde opdracht wordt uitgestrekt tot de ongebouwde eigendommen, het genot van de jacht en het vischrecbt. B. en W. hebben tfemeend, dat het wen- schelijk is, dat hen tevens machtiging wordt verleend tot het nemen der be sluiten; tot het verleenen van kwijt schelding, die krachtens de wet, of een overeenkomst, of op gronden van bil lijkheid toekomt aan de huurders, pach ters ot gebruikers der gemeente-eigen dommen. Adviseur voor het Archief, Bij besluit van den Raad van 21 Februari 1918 werd tot Archivaris de zer gemeente aangesteld de heer J. de Kruijter, sedert li Februari 1908 adjunct- archivaris. Op 21 December 1930 bereikte de heer de Kruijter den 70-jarigen leeftijd, tengevolge waarvan hij, krachtens de toen ter tijd van kracht zijnde Ambte naarsverordening, den dienst moest verlaten. Daar evenwel op het behoud van den heer de Kruijter voor den dienst dei- gemeente ten zeerste prijs werd gesteld, werd hij bij beschikking van den Raad dd 14 Januari 1931, te rekenen van 1 Januari daaraan voorafgaande, benoemd tot Adviseur voor het Archief met be houd van zijn jaarwedde als archivaris. Krachtens het bepaalde in artikel 15 der Archiefwet was vanaf laatstgenoem den datum de gemeente-secretaris for meel met de zorg voor het archief be last, doch in feite kwam er in den be- staanden toestand geen verandering. Blijkens een schrijven aan B. en W. van den schoonzoon van den heer de Kruijter, den heer J. A. Flink, is de heer de Kruijter thans lichamelijk niet meer in staat om zijn functie waar te ne men, waarom hij verzoekt, daaruit te worden ontslagen. Het doet ons groot leed, aldus schrij ven B. en W'. aan den Raad, deze me- dedeeling te ontvangen, daar wij het werk, dat de heer de Kruijter geduren de vele jaren voor de gemeente heeft verricht, steeds ten zeerste hebben ge waardeerd. Naar aanleiding van diens verzoek, geven B. en W. den Raad in overweging, den heer de Kruijter op de meest eer volle wijze ontslag te verleenen uit de door hem bekleede functie, zulks onder dankbetuiging voor de vele en belang rijke diensten, gedurende tal van jaren door hem aan de gemeente bewezen. WESTKAPELLE. Ter gelegenheid van den jaardag van H. M. de Koningin zullen Maandagavond a.s. concerten worden gegeven door het muziekkorps („O.K.K.", het Westkappelsche dames- Daar gaf de sluismeester een teeken en klommen de schippers weer op hun schuiten. Staaldraden werden losgewor- pen, bootshaken tegen laddersporten gedrukt of om ijzeren ringen gehaakt. Vanaf zijn hoogen post regelde de sluismeester het verkeer. „Alé, alé dan!" Het kost even tijd om die klit weer uit elkaar te krijgen. Stoombooten puffen wat zwarte wolkjes uit, motoren slaan even aan en worden weer stop gezet. Er is schipperskunst voor noodig om elkaar te ontwijken en ongeschonden door de nauwe sluisdeu ren te drijven. Daarachter lokt de breede parkeer plaats. Daar ligen de zwart geteerde aanlegsteigers en maken zongebruinde mannen en vrouwen hun schuiten, drie, vier rijen dik, aan elkaar vast. Kinderen klauteren als apen van het eene schip op het andere. Jongens, die elkaar voor het eerst zien en misschien nooit zullen terugzien, hebben in een oogenblik een gezellig clubje gevormd, dat onder vroolijk geschreeuw tikkertje speelt en kopje duikelend door het hoo ge gras van den dijk rolt. Zij kennen elkaar zonder dat zij el kaar ooit ontmoetten, omdat zij allen tot hetzelfde wonderlijke wereldje be- hooren. Eenige schepen waren doorgevaren, andere bleven hier overnachten en de schippers, die hun kabels vastgemaakt hadden, achtten den tijd gekomen eens wat verpoozing te zoeken. Zij zetten zich in een lange rij op een steigerbalk en keken met verbaasde ge zichten naar Piet, die bezig was zijn dekzeil dicht te maken. Zij keken met scheef gehouden hoofden als een rij musschen, die een parkietje beloeren en zich afvroegen wat dat nu wel voor een vogeltje zou zijn. En als musschen schetterden zij door elkaar en er was groote verontwaardiging in het groepje, want een van hen had het in de sluis met een doorgevaren schipper aan den stok gekregen en die schipper had ge dreigd, dat hij de vrouw van den ander in het water zou gooien. Piet, die, op hoop van zegen, alweer de noodige sigaren had uitgedeeld, be gon zich ook met het geval te bemoeien. „Als je nou gezegd had", zei Piet, „dat ie zijn eigen vrouw in het water zou gooien, alia, daar kan reden voor wezen, maar een ander zijn vrouw, nee, dat gaat niet." Het werd plotseling stil in het groep je en de schippers keken elkaar aan. Die meneer, daar op dat bootje was een type. Zij trokken hun lippen tot een breeden grijns en Piet ontdekte, dat een schipper aan het einde van de lange rij nog altijd niet rookte. „Wat is dat nou Allé, geef die si-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1935 | | pagina 5