KRONIEK van den DAG.
SfUNST EN WETENSCHAP,
ZEELAND.
'f Sterntje over stille
en woelige wateren.
TWEEDE BUD VAN DE PROVINCIALE ZEEÜWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN ZATERDAG 31 AUGUSTUS 1935, Nq. 205.
Mej,
FINANCIEEL ECONOMISCH
WEEKOVERZICHT.
DE PSYCHIATERS WAARSCHUWEN
ONDERSCHEIDINGEN.
MIDDELBURG.
Uitbreiding Iraudeverzekering.
I0ES.
WALCHEREN.
voor
>r de
i. KL
leling,
16,
less
De minst benijdenswaardige function-
naris in het Derde Rijk is dr, Hjalmar
Schacht, president van de rijksbank en
belast met de waarneming van het hoo-
ge ambt van rijksminister van economi
sche zaken. Een merkwaardig man, deze
dr. Schacht. Een persoonlijkheid. Geen
gemakkelijk mensch in den omgang.
Vaak uiterst beminnelijk maar dan weer
uitvallend, nijdig en zijn hem niet nader
kennende omgeving tegen zich inne
mend. Nog kort geleden zoo schrijft
ons onze Berlijnsche correspondent
sprak ik met een Nederlandsch speci
alist in financieel-economische dingen,
die nu al eenige jaren regelmatig met
den Duitschen minister en bankpresident
te doen heeft en die mij als zijn eerlijke
overtuiging te kennen gaf, dat dr.
Schacht als leider van een circulatie
bank een stuk boven de meesten onder
zijn internationale collega's uitsteekt.
Latere generaties zullen beter dan
wij kunnen overzien, welke de ware be-
teekenis van dezen merkwaardigen man
die bovendien een hartstochtelijk.,
heereboer is in dezen merkwaardigen
tijd geweest is. Wij tijdgenooten van
hem ondervinden groote moeilijkheid bij
onze poging om hem als mensch, als
staatsmensch en als vakspecialist te ru-
briceeren. Het is slechts een zwakke
karakteristiek, als we aanteekenen, dat
hij moeilijk te benaderen en toch weer
beminnelijk is, dat hij vele menschen
onmiddellijk afstoot en toch ook weer
oprechte vrienden weet te maken, dat
er kringen zijn, die op hem zweren, en
anderen, die hem geen oogenblik geloof
of vertrouwen zouden willen schenken.
Men kan hier hooren, dat hij een op
recht nationaal-socialist is, wiens ver
eering voor Adolf Hitler eerlijk is en
diep; en daar weer, dat hij een opportu
nist is van het zuiverste water, die in
zijn hart conservatief is en als 't zijn
moet straks weer democraat.
Over één ding echter is men het in
zéér breede kringen eens: dat hij zijn
vak verstaat als weinigen, en dat hij als
vakman moedig en doortastend is. Daar
naast is van secundair belang, tot welke
groep in de veelkleurige eenheid van het
Duitsche fascisme hij nu eigenlijk be
hoort en wie zijn intiemste handlangers
in die groep genoemd mogen worden.
Dr, Hjalmar Schacht heeft dezer da
gen als in dit blad uitvoerig gemeld
-in Koningsbergen ter gelegenheid vair
de opening der Oostelijke Jaarmarkt
weer eens een groote rede gehouden,
een van zijn openhartige redevoeringen,
waarin veel gezegd en nog meer ver
zwegen wordt, waarin men tusschen de
regels moet lezen en waarbij men eenige
oefening moet hebben in het ontraadse
len van toespelingen. Het openhartige
in deze redevoering was, dat hij weer
eens onderstreepte, voor welke onge
looflijke moeilijkheden het Derde Rijk
zich op het gebied der duiten, der schul
den der mogelijkheid van uitbreiding
van den internationalen handel gesteld
ziet.
Wij schreven onlangs, dat wij het
De Derde Rijk zien als een mooi huis,
door idealisten ontworpen, maar vol
barsten en op drijfzand gebouwd. Aan
barsten dachten we, toen we ons herin
nerden, hoeveel porcelein reeds stuk ge
slagen is in den binnenlandschen strijd
tegen het politiek katholicisme, tegen
het jodendom, de conservatieven, de
„Stahlhelm" en andere fraudeerende of
zich in lijdelijk verzet verstijvende groe
pen. Aan het drijfzand echter dachten
we, toen we ons verdiepten in de naaste
financieel-economische misère, die
Duitschland stellig te wachten start.
Daarover heeft dr. Schacht eenige zeer
duidelijke dingen gezegd, en het is nu
een quaestie van beoordeelen, of men
ten slotte, als hij, neigt tot een zeker op
timisme, dan wel of men meent, dat
het voor ondersteuning der fundamen
ten alreeds te laat geworden is.
Het ongeluk wil nu eenmaal, dat het
In het Schipperswereldje,
IX.
Het Kanaal door Zuid Beveland is
een druk bevaren water en de sluis in
Wemeldinge heeft een vrij groot bedie
ningspersoneel.
De sluismeester gaf het teeken, dat
er binnengevaren kon worden en van
alle kanten kwamen ze aanzetten, stoom-
booten en motorbooten met lange slee
pen, Rijnaken en andere schuiten, die
uit alle streken van het land een oogen
blik in zoo'n sluis tesamen komen en
als blokjes in een bouwdoos netjes naast
elkaar gepast worden om er zooveel
mogelijk tegelijk te kunnen verwerken.
Daar kwam de Adriana van Schore,
die een kolossaal houtvlot achter zich
aan sleepte alsof zij- regelrecht uit Rus
land of Zweden was komen afzakken.
„Vooruit, vooruit!" schreeuwde de
sluiswachter vanaf den hoogen walmuur
en de Adriana schoof zich met den neus
tegen de ijzeren deuren. De Sint Anto-
nius uit Oosterhout kwam er vlak naast
hggen en voor den ingang van de andere
zijde verscheen de massieve romp van
\Mi s^00fnt>°ot, de Woutrina, die de
e y 2 uit Rotterdam op sleeptouw had
Derde Rijk zijn boeken niet meer open
legt. Noch voor den ligen staatsburger,
noch voor den vaak zeer persoonlijk ge-
interesseerden buitenlander. Hoort men
verkondigen, dat de totale vlottende
schuld van Duitschland 10 tot 12 mil
liard bedraagt, dan wel, dat deze schuld
reeds tot 18 a 20 milliard alleen voor
ongedekte uitgaven voor werkverschaf
fing en landsverdediging aangegroeid is,
dan antwoordt Duitschland, dat de eerst
genoemde schatting overdreven, de
tweede absoluut onjuist is. Maar hoe
veel die schuld dan werkelijk bedraagt,
hoort men niet. Hoogstens, dat het
reeds om „enorme bedragen" gaat. Iets,
wat wel voor niemand een verrassing
zal geweest zijn!
Het is van Duitsche zijde nimmer ont
kend, dat het geweldige project der
werkverschaffing-tot-elken-prijs, waar
op dan de eveneens enorme kosten voor
den wederopbouw der landsverdediging
van langen duur zullen zijn, alleen
gevolgd zijn, uitgaven, die beide nog
door.leenen, en wel leenen bij de
eigen bevolking, ten uitvoer kon wor
den gebracht. Het is zeker alweer drie
kwart jaar geleden, dat de bescheiden
en sympathieken rijksminister van fi
nanciën graaf Schwerin von Krosigk
voor het eerst in het openbaar zeide:
,,U vraagt, waar we het geld vandaan
halen? We leenen het
Inderdaad, het is alles geleend, op
kort zicht veelal, bij de spaarbanken,
bij de Rijksbank, bij de gouddisconto-
bank, bij de verzekeringsmaatschappijen,
bij de industrie. Op grond van het be
ginsel, dat de herleving van de econo
mie, van handel, scheepvaart, fabrieks
wezen, handwerk en wat niet al, geld
in de laadjes der staatsburgers gebracht
heeft en dat dit geld nu weer aan den
staat, die voor de herleving zorgt, moet
worden uitgeleend, opdat het opnieuw
uitgegeven kan worden. Er zijn men
schen, en heusch niet de domste, die'
meenen, dat idaarmee het perpetuum'
mobile is uitgevonden; er zijn anderen,
nog minder dom, die vreezen, dat het op
den duur spaak zal moeten loopen, als
de staat er niet in slaagt, uit de enorme
leeningen op kort zicht, die ten slotte
niet anders zijn dan potverteren, dezul
ke op lang zicht te maken
De toestand op de wisselmarkt met
betrekking tot den gulden is onder den
invloed van dek rachtige houding on
zer regeering veel kalmer geworden. De
buitenlandsche wisselkoersen bewegen
zich nog steeds beneden het niveau,
waarop gouduitvoer uit ons land voor
de arbitrage loonend is, zoodat de Ne-
derlandsche Bank ook in de afgeloopen
week geen goud heeft behoeven af te
staan. Zelfs gaf de Bankstaat per 26
Augustus weer een toeneming van den
goudvoorraad te zien met ruim f 5 mil-
ïioen, ten deele afkomstig van de Ja-
vasche Bank, voor een deel echter van
andere zijde. Een goed teeken is het
ook, dat de geldmarkt eenige verrui
ming te zien geeft. De noteering voor
geld op prolongatie, die tijdelijk tot 5%
pet. was opgeloopen, is tot 4 pet. ge
daald; particulier disconto noteert even
wel nog altijd ca. 5 pet., zoodat de toe
stand op de geldmarkt nog lang niet
de gevolgen van de valuta-crisis te bo
ven is. Van een terugvloeiing der aan
zienlijke bedragen, die wegens vrees
voor den gulden aan ons land zijn ont
trokken, is dan ook nog weinig te be
speuren. Men wacht blijkbaar af, hoe de
politieke verhoudingen in ons land zich
zullen ontwikkelen, na de bijeenkomst
der Kamers tot den loop van September.
Ook de belegginsgmarkt verkeert nog
steeds in afwachting van de komende
gebeurtenissen op politiek gebied, ter
wijl daarnaast de hooge stand der geld
koersen op korten termijn een druk op
het koerspeil van obligatiën uitoefent. In
stellingen. ondernemingen en ook par
ticulieren, die geld beschikbaar hebben,
geven er onder de tegenwoordige onze
kere omstandigheden vaak de voorkeur
aan, deze middelen op korten termijn
uit te zetten, in plaats van ze in obli
gatiën te beleggen. Door het verstrek
ken van geld op prolongatie, voor één
maand vast, maakt men een rente van
4pet., terwijl men er zeker van is,
het terleen gegeven bedrag in zijn ge
heel terug te ontvangen. Bij het beleg
gen van gelden in obligatiën daarente
gen loopt men uiteraard 'n zeker koers-
risico, vooral wanneer men deze van
de hand zou doen in een periode van
nieuwe politieke en valuta-onrust. Hier
tegenover staat natuurlijk de kans op het
maken van een aanmerkelijke koers
winst, wanneer de vrees voor politieke
verwikkelingen in den herfst ongewet
tigd mocht blijken te zijn en de rente
tarieven hier te lande weder zouden
gaan dalen.
Het is overigens opvallend, dat de
'koersdaling fcroor bepaalde Nederland-
sche beleggingswaarden naar verhouding
veel verder is gegaan dan voor andere
fondsen van ongeveer dezelfde standing.
Zoo hebben de 4 pet, leeningen van de
meeste provinciën en ook van enkele
steden [Den Haag, Utrecht] zich beter
gehouden dan de door den Nederland-
schen Staat gegarandeerde '4 pet. lee
ning Ned. Indië, die nog wel is vrijge
steld van de 2 pet- couponbelasting.
Naar verhouding zeer belangrijk is ook
de koersdaling van 3 pet. en 2% pet.
Ned. Werkelijke Schuld. In het begin
van dit jaar bestond naar deze leeningen
bijzonder veel vraag, in de verwachting
dat een verdere daling van den
rentevoet, die toen algemeen tegemoet
werd gez:en, tot een gestadige koersstij
ging van deze stukken zou leiden. In het
begin van Febr. bereikten de noteerin
gen een hoogsten stand van resp. 94%
en 83%. Thans bedragen zij resp- ca.
77% en 67 pet. Een koersverlies dus van
ca. 17 pet. in ruim een half jaar tijds.
Wanneer de toestand op de geldmarkt
verbetert, zal de hiermede gepaard gaan
de daling der rente-tarieven natuurlijk
vooral aanleiding geven tot een herstel
van die noteeringen* waarin de vooraf
gegane stijging der rente-tarieven de
grootste bressen heeft geslagen.
Een nieuw koersverlies boekten in de
afgeloopen week de obligatiën de ge
meente Amsterdam, terwijl ook Rotter-
damsche leeningen weer aangeboden
waren. Van buitenlandsche obligatiën
waren Fransche staats- en spoorweg-
leeningen goed prijshoudend. In Duit
sche soorten g:ng weer weinig om, tot
nagenoeg onveranderde koersen-
Onder den invloed van de minder
gunstige stemming der New Yorksche
beurs was ook de Amsterdamsche aan-
deelenmarkt ongeanimeerd, waartoe de
onzekerheid over het verdere verloop
van het Italiaansch-Abessijnsche con
flict het hare bijdroeg. De handel was
in alle afdeelingen weder zeer beperkt
en ook de koersschommelingen waren
gering. Van industriëele waarden kon
den Philips' nog een lichte verbetering
boeken. Unilever daarentegen brokkel
den in koers af, en hetzelfde geldt voor
aandeelen Aku en Ford Automobielfa
briek.
Aandeelen Koninklijke Petroleum
werden ongunstig beïnvloed door be
richten uit Amerika, die een prijsdaling
voor petroleum doen verwachten, ten
gevolge van een nieuwen strijd tusschen
de producenten in Californië. De olie
productie in de Californische velden is
ondanks de bestaande restrictie-over
eenkomst buitensporig hoog opgevoerd,
vermoedelijk weer door de werkzaamhe
den van de onafhankelijke producenten
en de grootste petroleummaatschappij-
en hebben z'ch dientengevolge eveneens
aan de restrictie-overeenkomst onttrok
ken. Voorspeld wordt, dat de prijs voor
Californische ruwe petroleum dienten
gevolge tot de helft van den thans gel
denden prijs zal kunnen dalen. Dit ver
loop is te teleurstellender, omdat juist
in den laatsten tijd melding was gemaakt
van een prijsverbetering op de Ameri-
kaansche petroleummarkt, terwijl ook
de benzine-prijzen voor export waren
opgeloopen.
Van suikeraandeelen liepen H.V.A.'s
iets in koers terug, evenals rubberwaar-
den. De belangstelling voor rubberaan-
deelen zal wel niet toenemen, zoolang
de rubbermarkt en de statistische positie
van het product geen verandering te
zien geeft. Ten aanzien van de verdere
ontwikkeling dezer markt blijkt de be
kende Londensche makelaarsfirma Sy
mington Sinclair, welker beschouwin
gen altijd veel aandacht trekken, weinig
optimistisch te zijn. De firma acht de
verwachting, van het Internationale Rub
bercomité, dat de rubbervoorraden bij
handhaving van het tegenwoordige re
strictie-percentage in het komende jaar
met 200,000 ton zouden verminderen, te
gunstig. Zelf verwacht zij een daling
van niet meer dan 150,000 ton.
a
Hieronder volgt een overzicht van 't
koersverloop:
4 pet. Nederland 93%94%.
3 pet. Nederland 77%77%-77%.
4 pet. Ned. Indië 91%92%.
4% pet. Rotterdam 9088.%89%.
Philips 257%—256%—261—260%.
Unilever 102%—101 102.
Ford 279—271%—275.
Aku 30%—29%.
Anac. Copper 12%11%11%.
Bethlehem Steel 23%21%.
U.S. Steel 27%—25%.
H.V. Amsterdam 175%171.
Kon. Petr. 195%—191 192%.
A'dam Rubber 106%100%,
Deli Mij. 154%—150.
en de Rheos uit Basel, een reusachtige
aak, die bijna de helft van de sluisleng-
te in beslag nam. De Philippine 19
volgde met de Ora et fabora en tot slot
nog de Overijssel, met de Porfier' 29 aan
den kabel.
Toen was de sluis vol en de meester
sloot de zware deuren, waarna zijn hel
pers de deuren aan de andere zijde be
gonnen open te draaien.
Uit de roef van de Aldriana kwam 'n
Zeeuwsche boerin op den rand van de
schuit zitten en begon een opgewonden
gesprek met de vrouw van de Sint An-
tonius. Schippersvrouwen praten niet
met elkaar zij schreeuwen tegen el
kaar en het gesprek gaat over
eten en kinderen, over de wasch en de
lading, over het doel van de reis en de
schamele verdiensten v,an de schipperij.
Mannen hadden onder veel geschreeuw
motoren stop gezet of enkele slagen te
rug laten draaien en klommen nu langs
de ijzeren laddertjes op de sluismuren.
Rondom de sluis wonen de parlevin
kers, mannen, die met een bootje in zee
steken om langszij alles te leveren wat
een schipper kan noodig hebben, maar
die het liefst het oogenblik te baat ne
men, dat al die drijvende huishoudens
in de sluis bij elkaar liggen. Ze dragen
over den sluisrand en bieden hun waren!
aan, benzine, olie voor den motor, aard-
beien, haring, brood, er is niets, dat hier'-
niet te krijgen is,
Op de Baselsche schuit stoeide een
jonge vrouw met haar dochtertje, ter
wijl een harige scheepshond een dialoog
hield met een land-collega, die zich woe
dend blaffend over den sluisrand boog.
„Hé, Madam. Hedde gij niks noodig?"
„Nééë."
„Geen eieren, dertig voor een gul
den?"
Madam schreeuwde naar een man in
hemdsmouwen op het achterschip en
die gebaarde terug.
„Ja, j,a, dat is goeie."
„Geef ze dan maar."
„Voorzichtig telde de parlevinker ze
af en deed ze in een mandje, dat hij aan
een touw liet zakken.
„Hé, waar is die oliekerel?'', schreeuw
de een schipper. „We motten olie..!"
De olieman had handen tekort. Hij
zwoegde met een enorm vat op een
kruiwagen en draafde als een circus-
paard, want binnen enkele minuten gaat
de sluis weer open en drijven al die
klanten weer uit elkaar. Alles wat dien
middag op het breede water in de rich
ting van Wemeldinge had gevaren, was
nu in een steenen trechter gestopt en
werd er doorheen gedrukt in het Kanaal
door Zuid Beveland, dat de meeste
schippers in Hansweert zouden verlaten
om de Schelde af te zakken naar Ant
werpen.
Naar wij vernemen hebben meer dan
300 zenuwartsen en psychologen uit
verschillende landen besloten een brief
te richten aan de staatshoofden.
Daarin wenschen zij er op te wijzen,
dat de geestesgesteldheid, zooals die
zich in den laatsten tijd heeft ontwik
keld, vooral in Europa, het gevaar voor
een nieuwen catastrophalen oorlog in
zich sluit. Zij zijn van meening dat deze
bedenkelijke gang van zaken in hooge
mate door psychologische factoren
wordt bepaald, en dat zij als artsen
daardoor gerechtigd en verplicht zijn
een waarschuwend woord te doen hoo
ren en aan te geven langs weiken weg
h.i. een uitweg moet en kan worden ge
vonden. De brief, die in September
wordt gepubliceerd, is door vele psychi
aters van wereldbekendheid onderfee-
kend.
Door een vergissing meldden wij gis
teren, dat de heeren J. Nijsse, wethou
der, L. van Vessem, gemeentesecretaris,
beiden te 's He er Arendskerke,
en E. van der Slikke, wethouder van
Poortvliet, benoemd waren tot of
ficier in de Orde van Oranje-Nassau, dit
moet echter zijn, tot ridder in die
orde.
Eigendomsoverdracht..
Op 5 Juni besloot de Raad tot het
doen overnemen door de Provincie in
beheer en onderhoud van een deel van
den Nieuwen Vlissingschen weg en in
beginsel om medewerking te verleenen
tot eigendomsoverdracht van 100 m2 ger
meentegrond gelegen aan dien weg,
voor eene som van 10. Het is thans ge
bleken dat 410 m totaal had moeten
zijn, maar toch handhaven burg en weth.
het bedrag van 10 omdat ook de
grootere oppervlakte als zoodanig voor
de gemeente van geen waarde is, nu
zij reeds deel uitmaakt yan den open
haren weg.
Naar aanleiding van de vraag of
voor de uitgebreide fraudeverzekering,
waartoe de Raad op 24 Juli besloot, de
Hollandsche tekst van de polis als bin
dend moet worden beschouwd, stelden
B. en W. zich in verbinding met assura
deuren en ontvingen daarin een schrij
ven van de directie der Vereeniging van
Nederlandsche Gemeenten, blijkens het
welk de Engelsche tekst van de i olis
als bindend wordt beschouwd. Na de
omstandige uiteenzetting, welke in dat
schrijven wordt gegeven, meenen B. en
W. intusschen toch in volle gerustheid
te mogen voorstellen de beslissing van
24 Juli 1935 te bevestigen.
Uitbreiding bevoegdheden B. en W.
Sedert de tot-stand-koming van het
nieuwe artikel 212 der Gemeentewet,
heeft de Raad bij verschillende beslui
ten aan het college van B. en W. op
gedragen het uitoefenen der macht, be
doeld in artikel 172 der gemeentewet.
B. en W. bieden den Raad thans ter
vaststelling aan een besluiti, waarbij
meergemelde opdracht wordt uitgestrekt
tot de ongebouwde eigendommen, het
genot van de jacht en het vischrecbt.
B. en W. hebben tfemeend, dat het wen-
schelijk is, dat hen tevens machtiging
wordt verleend tot het nemen der be
sluiten; tot het verleenen van kwijt
schelding, die krachtens de wet, of een
overeenkomst, of op gronden van bil
lijkheid toekomt aan de huurders, pach
ters ot gebruikers der gemeente-eigen
dommen.
Adviseur voor het Archief,
Bij besluit van den Raad van 21
Februari 1918 werd tot Archivaris de
zer gemeente aangesteld de heer J. de
Kruijter, sedert li Februari 1908 adjunct-
archivaris.
Op 21 December 1930 bereikte de
heer de Kruijter den 70-jarigen leeftijd,
tengevolge waarvan hij, krachtens de
toen ter tijd van kracht zijnde Ambte
naarsverordening, den dienst moest
verlaten.
Daar evenwel op het behoud van den
heer de Kruijter voor den dienst dei-
gemeente ten zeerste prijs werd gesteld,
werd hij bij beschikking van den Raad
dd 14 Januari 1931, te rekenen van 1
Januari daaraan voorafgaande, benoemd
tot Adviseur voor het Archief met be
houd van zijn jaarwedde als archivaris.
Krachtens het bepaalde in artikel 15
der Archiefwet was vanaf laatstgenoem
den datum de gemeente-secretaris for
meel met de zorg voor het archief be
last, doch in feite kwam er in den be-
staanden toestand geen verandering.
Blijkens een schrijven aan B. en W.
van den schoonzoon van den heer de
Kruijter, den heer J. A. Flink, is de
heer de Kruijter thans lichamelijk niet
meer in staat om zijn functie waar te ne
men, waarom hij verzoekt, daaruit te
worden ontslagen.
Het doet ons groot leed, aldus schrij
ven B. en W'. aan den Raad, deze me-
dedeeling te ontvangen, daar wij het
werk, dat de heer de Kruijter geduren
de vele jaren voor de gemeente heeft
verricht, steeds ten zeerste hebben ge
waardeerd.
Naar aanleiding van diens verzoek,
geven B. en W. den Raad in overweging,
den heer de Kruijter op de meest eer
volle wijze ontslag te verleenen uit de
door hem bekleede functie, zulks onder
dankbetuiging voor de vele en belang
rijke diensten, gedurende tal van jaren
door hem aan de gemeente bewezen.
WESTKAPELLE. Ter gelegenheid
van den jaardag van H. M. de Koningin
zullen Maandagavond a.s. concerten
worden gegeven door het muziekkorps
(„O.K.K.", het Westkappelsche dames-
Daar gaf de sluismeester een teeken
en klommen de schippers weer op hun
schuiten. Staaldraden werden losgewor-
pen, bootshaken tegen laddersporten
gedrukt of om ijzeren ringen gehaakt.
Vanaf zijn hoogen post regelde de
sluismeester het verkeer.
„Alé, alé dan!" Het kost even tijd
om die klit weer uit elkaar te krijgen.
Stoombooten puffen wat zwarte wolkjes
uit, motoren slaan even aan en worden
weer stop gezet. Er is schipperskunst
voor noodig om elkaar te ontwijken en
ongeschonden door de nauwe sluisdeu
ren te drijven.
Daarachter lokt de breede parkeer
plaats. Daar ligen de zwart geteerde
aanlegsteigers en maken zongebruinde
mannen en vrouwen hun schuiten, drie,
vier rijen dik, aan elkaar vast.
Kinderen klauteren als apen van het
eene schip op het andere. Jongens, die
elkaar voor het eerst zien en misschien
nooit zullen terugzien, hebben in een
oogenblik een gezellig clubje gevormd,
dat onder vroolijk geschreeuw tikkertje
speelt en kopje duikelend door het hoo
ge gras van den dijk rolt.
Zij kennen elkaar zonder dat zij el
kaar ooit ontmoetten, omdat zij allen
tot hetzelfde wonderlijke wereldje be-
hooren.
Eenige schepen waren doorgevaren,
andere bleven hier overnachten en de
schippers, die hun kabels vastgemaakt
hadden, achtten den tijd gekomen eens
wat verpoozing te zoeken.
Zij zetten zich in een lange rij op een
steigerbalk en keken met verbaasde ge
zichten naar Piet, die bezig was zijn
dekzeil dicht te maken. Zij keken met
scheef gehouden hoofden als een rij
musschen, die een parkietje beloeren
en zich afvroegen wat dat nu wel voor
een vogeltje zou zijn. En als musschen
schetterden zij door elkaar en er was
groote verontwaardiging in het groepje,
want een van hen had het in de sluis
met een doorgevaren schipper aan den
stok gekregen en die schipper had ge
dreigd, dat hij de vrouw van den ander
in het water zou gooien.
Piet, die, op hoop van zegen, alweer
de noodige sigaren had uitgedeeld, be
gon zich ook met het geval te bemoeien.
„Als je nou gezegd had", zei Piet,
„dat ie zijn eigen vrouw in het water
zou gooien, alia, daar kan reden voor
wezen, maar een ander zijn vrouw, nee,
dat gaat niet."
Het werd plotseling stil in het groep
je en de schippers keken elkaar aan.
Die meneer, daar op dat bootje was een
type. Zij trokken hun lippen tot een
breeden grijns en Piet ontdekte, dat
een schipper aan het einde van de
lange rij nog altijd niet rookte.
„Wat is dat nou Allé, geef die si-