AKKER.UCHETS
KRONIEK van den DAG.
ONDERWIJS.
Met 't Sterntje over stille
en woelige wateren.
ZEELAND.
KUNST EN WETENSCHAP.
LANDBOUW.
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN DINSDAG 27 AUGUSTUS 1935. No. 201.
MIDDELBURG.
WALCHEREN.
SGHOUWEN-DUIVELAND.
ZEEUWSCH-VLAANDEREN W.D.
"AKKERTJES"
tig-
amers
3 p.
4.75
22
p. w.
Los van Frankrijk. Vlaande
ren wil den vrede!
Wij hebben dezer dagen melding ge
maakt van de zooveelste IJzer-bede-
vaart: elk jaar maar weer, elk jaar even
indrukwekkend.
Deze IJzer-bedevaarten zijn bedoeld
tegelijk als kond-gevers van, en opwek
kers tot, Vlaanderens zelfstandigheids-
bewustzijn. Maar zij willen nog iets
meer: zij willen ook zijn getuigenis-da
gen van hen, die den oorlog aan den
lijve ondervonden, tegen dien oorlog
en voor den vrede.
Van dit laatste getuigt de proclamatie
van de Vlaamsche oud-strijders, dien
dag uitgevaardigd en onder algemeene
instemming voorgelezen, een proclama
tie, waarin Vlaanderen zijn vredelievend
heid belijdt en den eisch tot uiting
brengt, dat België zich zal losmaken van
het Fransche militaire bondgenootschap.
,,De Vlaamsche oud-strijders, zij luidt
aldus: die op het IJzerfront stonden, heb
ben hier samen met hun jongere broers,
de Vlaamsche oud-soldaten, gedefileerd
om op plechtige en ondubbelzinnige wij
ze aan heel het land en aan hen die ver
antwoordelijk zijn voor de lotsbestem
ming van ons volk, hun wil kenbaar te
maken; wij willen den vrede.
Wij willen dien vrede op de eenige
logische manier: door bet wegnemen van
de mogelijkheden tot oorlog, door het
wegnemen van de profijten van den oor
log. Wij willen Vlaanderen houden bui
ten de machtsfeer van die volkeren, die
door hun bewapening, hun politiek, hun
verdragen ons in hun eigen oorlogsavon-
tuur zouden kunnen meesleuren.
Daarom willen wij op de eerste plaats:
Los van Frankrijk!
Wij zijn aan dit land gebonden door
een militair accoord. Niet alleen heeft
men honderden millioenen ontnomen aan
het geld dat, door belasting of leening,
geperst werd uit een volk dat in de zor
gen der werkloosheid en de onzekerheid
van het brood voor dan van morgen zit-
Meer nog: het bloed van onze jeugd
wordt, ter beschikking gesteld van een
vreemde mogendheid.
Daarom, dringender dan ooit: Los van
Frankrijk!
De wereld dreunt nu weer van het
krijgsgeschreeuw De oorlogsindustrie
triomfeert; de grafdelvers wachten.
Waar wij niet kunnen beletten, dat land-
honger en grootheidswaanzin rooftoch
ten ondernemen, zullen wij toch, bij al
les wat ons heilig is, bij het bloed van
hen, die vielen hier in deze vlakte, be
letten dat ons volk, door militaire ac-
coorden in de oorlogsverwikkeling wordt
meegesleurd.
Wij willen met ongebonden handen
staan.
Van op deze tragische aarde, aarde
van offer en liefde, van miskenning en
haat, roepen de Vlaamsche oud-strijders
al hun volksgenooten toe: Voor de eer
ste maal sedert den oorlog hebben uw
oud-strijders zich terug in het gelid ge
schaard waarin zij oprukten in tijden
van geweld en nood; naast hen staat de
jeugd van Vlaanderen, gegroeid uit het
offer en de traditie, samen, als in één
band gesmeed door hen, die vielen voor
Vlaanderen en den Vrede-
Levenden en dooden smeeken u: geeft
uw kinderen niet met bloed en leven als
onderpand van een militair accoord: Los
van Frankrijk!"
Te 's-Gravenhage slaagde voor het
examen teekenen M. O. M. A., de heer
H. Munnik te Den Haag, vroeger te
Middelburg, leerling der Acade
mie voor Beeldende Kunsten.
Bruggen-Misère.
Door het riet naar het breede water.
V.
"Kijk zei de kapitein van het Stern
tje, „hier heb ik op de heenreis gelegen,
vlak naast de brug, een ideaal plaatsje,
want er is den heelen nacht een wach
ter, die een oog op het scheepje kan
houden
i r Twofdt_op gepast meneer", be
loofde Louis Davids en hij liet zijn glin
sterende tanden zien, toen hij met een
tikje aan z'n pet een sigaartje accep
teerde.
„Neem d'r nbg eenje", zei Piet gul,
w,ant het waren sigaren, die speciaal
voor de mindere goden der navigatie
aangeschaft waren.
„Nou", zei Louis, „dat zal ik niet af
slaan en Piet gaf hem van g,anscher har
te nog een derde, toen de man er op
wees, dat er dien heelen langen nacht
iemand wakker zou blijven om als een
menschelijke beschermengel over dat
bootje te Wiaken.
„Als 't regent", zei Piet, „hoef je d'r
niks meer aan te doen, want ik haal 't
dekzeil er over."
De gemeenteraad van Rotterdam
heeft benoemd tot gemeentelijk inspec
teur van het onderwijs, den heer J. M.
Quist, oud-leerling der Rijkskweekschool
voor onderwijzers te Middelburg.
De ringrijderij van Vreemdelingenverkeer
Donderdag zal de jaarlijksche ringrij
derij van Vreemdelingenverkeer in de
Abdij plaats hebben, w,aarvoor dit jaar
44 mannen en jongens zijn ingeschreven,
die op twee banen zich zullen meten.
Wij lazen elders, met name op een
scheurkalender van de Nederlandsche
Vereeniging van Huisvrouwen, dat de
Ringrijderij steeds op 31 Augustus plaats
heeft, in plaats van, dat vermeld stond
op den laatsten Donderdag van Augus
tus. Zoo kan men oningewijden vergeefs
laten komen.
Werkloosheid
Bij de arbeidsbeurs te Middelburg
stonden Zaterdag ingeschreven: geheel
werkloos: 896 mannen en 17 vrouwen;
gedeeltelijk werkloos: 64 mannen en 5
vrouwen; niet werkloos: 17 mannen en
1 vrouw.
Algemeen totaal vorige week 998, bij
gekomen 63, afgegaan 61, o'ver 1000.
ARNEMUIDEN. Dezer dagen heeft
het motorvisschersvaartuig ARM. 9
schipper J. Schroevers, dat ter vangst
was, een bijna cirkelvormige groote
tand en een schouderblad vermoedelijk
afkomstig van het voorwereldlijk dier
de mammouth, opgevischt. De fossielen
zijn door den schipper naar het
Zeeuwsch Genootschap der Weten
schappen te Middelburg overgebracht.
Gevonden een rijwielmerk met
etui. Inlichtingen ter Gemeentesecreta
rie te Arnemuiden.
D. Koopman f.
Wij lezen in de Zierikzeesche Nwsbode:
„Toen we van een kort-verlof onzen
arbeid weer opvatten, vernamen wij, dat
de heer D, Koopman op hoogen ouder
dom was ontslapen. Een van de oude
garde, 'n voortrekker in den Zeeuwschen
Landbouw is met hem heengegaan. Den
6en October zou hij den oud-testamen-
tischen leeftijd van 84 jaar hebben be
reikt, die wij hem met zijn schijnbaar on
uitputtelijke vitaliteit hadden toege
dacht; toegewenscht zeker.
Op het geheele eiland was de nu
overledene vrijwel algemeen bekend; in
overig Zeeland zeer goed; speciaal in
landbouwkringen en wel voornamelijk
door zijn kennis, gepaard aan langdurige
ervaring, van het rundvee.
Reeds in de negentiger jaren trad hij
als keurmeester op van de stierenkeu
ringen der Prov- Commissie. Sedere 1912
leidde hij als lid en voorzitter der Prov.
keuringen in Zeeland. Dat de Zeeuwsche
rundveestapel in de laatste 30 jaar be
langrijk is verbeterd, is voor een goed
deel aan zijn werk te danken.
In de latere en laatste jaren interes
seerde hij zich zeer voor de opkomende
bijenteelt en bij de gehoudene excursies
mochten wij menig keer van zijn erva
ring en spontanëiteit genieten. Ongunst
van wind of weer vermochten hem zel
den terughouden van bijzondere verga
deringen waar zijn belangstelling naar
uitging.
Voor eenige jaren werd de heer Koop
man officieel gehuldigd voor zijn groote.
den veestapel bewezen diensten. Hij ont
ving de Oranje-Nassau-orde, die hij met
eere droeg.
Thans is ook deze schoof in volle rijp
heid achter de zeis van den Grooten
Maaier gevallen. Zijn stem wordt niet
meer gehoord, maar zijn arbeid is niet
te vergeefs geweest".
„Blijf je dan niet hier?" vroeg ik_jver-
wonderd.
i,Nee meneer, over een kwartiertje
wordt ik afgelost."
„En wanneer kom je d,an weer in
dienst?" vroeg Piet.
„Morgenochtend om tien uur", zei
Louis Davids en hij keek of hij een
schouwburgzaal vol menschen een alle
machtig aardige mop verteld had.
„Daar gaan je sigaartjes, zei ik. Maar
hij Zial zijn straf niet ontloopen, als hij
ze tenminste zelf oprookt."
Er werden nog drie rookertjes voor
den kameraad geofferd en toen stond
de brugwachter aan den kapitein van
het Sterntje met alle voorkomendheid
zijn huisje als kleedkamertje af en werd
het leftenue van de Br,usemer jachtha
ven voor een blauwe overall verwis
seld, omdat de motor voor den komen
den dag een flinke schoonmaakbeurt
noodig had.
„Mag je hier eigenlijk wel liggen,
brugwachter'"
„Als ze je niet zien", zei Louis wijs-
geerig, „dan mag 't en ,als ze je wel zien
dan mag 't ook wel."
Maar Gouda is geen stad, waar je
niet gezien wordt en een meneer met
een portefeuille onder den arm legde
ons uit, dat 't hier eigenlijk geen lig
plaats was en dat we naar een kano
park zouden moeten verhuizen
RAAD VAN BRESKENS.
BRESKENS, Zaterdag vergaderde de
Raad, onder voorzitterschap van bur
gemeester Van Zuijen. Afwezig de heer
Carels.
De voorzitter deed mededeeling
van een kennisgeving van den heer
Cappon, waarin hij ontslag neemt als
lid van den Raad. De geloofsbrieven
van zijn opvolger, den heer J. J, Ver-
duijn werden vervolgens onderzocht en
in orde bewinden, zoodat tot diens toe
lating besloten werd.
Aangeboden werd de begrooting voor
1936.
Bij de rondvraag wees wethouder
C a m b i e r op de bezwaren, welke de
garnalenhandel en de visschers onder
vinden van de door de Visscherij-Cen-
trale te heffen monopolierechten. Be
sloten werd de Centrale hierop te wij
zen en op afschaffing van deze rechten
aan te dringen.
Aan het slot der vergadering richt
te de Voorzitter waardeerende
woorden tot de leden, die in de volgen
de periode geen zitting meer zullen heb
ben, in het bijzonder tot de heeren Lu-
teijn en wethouder Cappon.
DE HECHTE BAND.
Boekwerk ter gelegenheid van
den 55sten verjaardag van de
Koningin.
Bij de uitgevers Scheltens en Gil-
tay te Amsterdam is een boek
werk „De hechte band" verschenen ter
gelegenheid van den 55sten verjaardag
van H.M. Koningin Wilhelmin,a. Dit
standaardwerk, dat in groot formaat is
uitgegeven, behandelt in een 40-tal
stukken op populaire wijze de verhou
ding van Oranje tot alle deelen v,an ons
nationale leven in vroeger tijd en in het
heden. Zooals: Oranje in betrekking tot
ons Staatsbestel, (Je volkswelvaart, de
weldadigheid, de kerk, de jeugd enz. en
Oranje's beteekenis voor bepaalde ge
westen of relaties tot bepaalde plaat
sen, Mr. P. Dieleman schreef o.a. „Oran
je en Zeeuwsch Vlaanderen". Voorts
het beeld dat onze letterkunde van het
Huis van Oranje geeft.
Het fraaie boek verscheen onder re
dactie van M. J. Leendertse en werd
ingeleid door mr. D. Fock. Zeer vele
vooraanstaande autoriteiten verleenden
hun medewerking. Het boekwerk is rijk
geïllustreerd met tal van reproducties
naar oude prenten, schilderijen en por
tretten, terwijl de allerlaatste foto's van
de Koningin en de Prinses zijn opgeno
men. De bandteekening is van Lion
Cachet. Aan de uitvoering van dit na
tionaal boekwerk is veel aandacht be
steed.
In het artikel „Oranje en Zeeuwsch
Vlaanderen" wijst mr. P. Dieleman, op
de hem eigen, vlotte wijze, op de groote
beteekenis van Oranje in het historisch
verleden v,an dit gewest, alsmede op de
groote liefde, die er leeft in de harten
der Zeeuwsch Vlamingen voor Oranje
en voor onze Koningin.
Sedert 1814 behoort Zeeuwsch-Vlaan-
deren in zijn geheel aan Zeeland, doch
vanzelfsprekend is de geschiedenis van
deze streek al vele eeuwen ouder.
Toen Amsterdam nog een schamel
visschersdorp was, aldus de schrijver,
had bv. Axel reeds stedelijke rechten
en een eigen munt.
Het ontstaan van Zeeuwsch-Vlaande-
ren op dezelfde wijze als Zeeland
is nauw met Oranje's streven en arbeid
samengeweven, om door de voeging bij
Noordelijk Nederland het evenwicht in
Europa gehandhaafd te zien. De schrij
ver wijst daarbij op de bezettingen en
veldtochten van Willem van Oranje,
Prins Maurits en Frederik Hendrik. Bij
den vrede van Munster in 1648 kwam
Ti Dat zou tenminste moeten als hij er
l 1 aan m9n kameraad zeggen, niet was, maar hij was er gelukkig wel
mi,nheer' len de ligplaats kostte twee Wtjes,
waarna bleek, dat onze gemeentelijke
beschermengel niet eens tellen kon, om
dat hij drie kwartjes voor twee aanzag
en ze zonder eenig protest in zijn porte-
monnaie liet verdwijnen.
Louis Davids gaf ons een knipoogje
en legde ons uit, waar we een hotel
konden vinden. We moesten de kaai
m,aar afloopen en dan vonden we aan
den overkant een hotel, maar daar
moesten we niet wezen.
„Waar moesten we dan wel wezen?"
„Wel", zei Louis, „aan dezen kant
is er óók een.
Hoe warm was het en hoe ver en
hoe dankbaar w,aren we, toen we ein
delijk aan een ijskoud Pilsje zaten.
Maar in Gouda schijnt er onder de
leden van Horecaf een soort iafschuif-
systeem te bestaan, want de caféhouder
kon ons wel te drinken geven, maar niet
te logeeren hebben. Daarvoor werd weer
een ander opgebeld, die ons in dezen
malaisetijd als een welkome prooi in
beslag nam en ons een behoorlijke ka
mer en een frisch bad bezorgde. Maar
hij op zijn beurt kon ons weer niet te
eten hebben en hij bracht ons naar een
restaurant met welks eigenaar hij de
afspraak had, dat zij elkaar wederkee-
rig de noodige klanten zouden uitleve
ren.
„Kijk eens wat ik hier heb", riep hij
triomfantelijk en het was of een ontdek
kingsreiziger een zoölogischen tuin bin
nenstapte om den directeur een paar
zeldzame zoogdieren te presenteeren.
zoodoende de geheele strook, door Oran
je's werk bij Noord Nederland. In 1664
volgden dan nog St. Jansteen en West-
dorpe, terwijl het gewest, als gézegd,
in 1814, onder den n,aam Zeeuwsch-
Vlaanderen, geheel bij Zeeland gevoegd
werd.
Aan het slot van zijn artikel verhaalt
de schrijver nog van de geestdrift van
de bevolking voor en derzelver trouw
aan Oranje, hetgeen bij de verschillende
bezoeken van de vorstelijke personen
telkens naar voren is gekomen. Ook Ko
ningin Wilhelmin,a ondervond hoe het
geheele volk in Zeeuwsch Vlaanderen
haar innig lief heeft, omdat het deel is
van het groote vaderland en het Oranje
is dat Zeeuwsch Vlaanderen aan Neder
land verbindt.
Stand van de landbouwgewassen.
Aan het in de Staatscourant opgeno
men overzicht van den stand der Land
bouwgew,assen op 19 Augustus 11. ontlee-
nen wij het volgende:
Reeds kon in het vorige overzicht
worden medegedeeld, dat de periode
van groot warmte een snelle rijping der
graan gewassen ten gevolge heeft.
De weersgesteldheid na 13 Juli is van
dien aard gebleven, dat inderdaad de
rijping van verschillende gewassen in 'n
zeer snel tempo is verloopen. De gevol
gen daarvan uiten zich in een tegen
vallende opbrengst van verschillende
landbouwproducten.
Het oogsten van de peulvruchten en
de graangewassen is vlot verloopen en
ondervond geen enkele stagnatie.
Voor zoover de verbouwers zich niet
hebben laten verleiden tot overhaast
binnenhalen, eventueel te spoedig dor-
schen, is de qualiteit der graangewassen
goed te noemen.
Kon in het overzicht van 13 Juli in het
algemeen nog gesproken worden van
een vrij goeden tot goeden stand der ge
wassen, de aanhoudende droogte sinds
dien is oorzaak, dat de oogst van 1935
belangrijk in opbrengst zal achterblijven
bij dien van het vorige jaar.
De opbrengst van de wintertarwe zal,
gezien de reeds plaats gevonden dor-
schingen, belangrijk uiteenloopen, doch
in doorsnede in vergelijking met jaren
met normale opbrengsten niet veel ver
schil opleveren. Ten opzichte van het
oogstjaar 1934 zal de opbrengst niet on
belangrijk achter blijven. De korrel-
grootte blijkt in vele gevallen iets aan
den fijnen kant te zijn. Dank zij het gun
stige oogstweer is de korrel goed droog
en het hl gewicht hoog. Hier en daar
werd de opbrengst ten zeerste gedrukt
door het optreden van voetziekten.
De zomertarwe, die hoofdzakelijk al
leen voor het noorden des lands van be
teekenis is, vooral slaat dit op de vroeg
gezaaide perceelen, is minder goed.
De langdurige droogteperiode heeft ten
gevolge gehad, dat ook de rogge te snel
rijp werd en daardoor onvolkomen is
uitgegroeid. De korrel is over het alge
meen te fijn en deopbrengst vrij goed.
In de veenkoloniën is het resultaat van
de roggeteelt, wat betreft de opbrengst,
goed te noemen.
De opbrengst van de wintergerst loopt
uiteen van matig tot goed, over het al
gemeen is de opbrengst nog meegeval
len, de korrel is iets te fijn, doch goed
droog. Het hl gewicht is behoorlijk.
De zomergerst, die in hét zuidwesten
des lands een goede opbrengst heeft ge
bracht, valt in het noorden iets tegen.
De gunstige weersgesteldheid tijdens
het oogsten is de qualiteit ten goede ge
komen.
De opbrengst van de haver in dit jaar
zal goed tot zeer goed zijn voor zoover
re het betreft de teelt van dit gewas op
de klei en in de Veenkoloniën; op de
zandgronden daarentegen is de droogte
oorzaak geweest, dat de opbrengst
De restaurateur knikte tevreden en
de hotelhouder schreef pro memorie in
zijn hersens, dat hij minstens drie lo
geergasten terug zou moeten hebben.
We werden geruild als vreemde post
zegels of sigarenbandjes, maar het diner
was voortreffelijk.
Nog .even Gouda rondgesjokt, maar
een onoverwinnelijke moeheid dreef ons
al gauw n,aar het hotel.
De kapitein van het Sterntje verdiep
te zich in een tafel der getijen, want
den volgenden dag zouden wij in de
breede wateren komen, waar met eb en
vloed rekening gehouden moest worden
en tot grooten schrik van zijn passagier
verkondigde hij den hotelhouder, dat wij
om vijf uur gewekt moesten worden.
„Kunt U er wel tegen, zoo vroeg op
te staan?", vroeg ik, in de hoop, dat
de man wel bezwaren zou maken,
„Meneer", zei hij, „voor mijn zaak
ga ik desnoods heelemaal niet n,aar bed"
maar den volgenden morgen vonden we
hem in de ontbijtzaal met een gezicht
als een oorworm. Hij beklaagde zich, dat
hij maar vier uur geslapen had, want
middernacht was hij zoowaar uit zijn
bed gehaald door een paar gasten, die
een hotel zochten.
„Stel U voor, meneer, om twaalf uur
vannacht nog gasten" en wij beklaag
den van harte den armen middenstan
der, die een dergelijken tegenslag had
te boeken.
„Als we weg zijn, valt U zeker weer
in de armen van Morpheus", zei.ik. 1
J Wordt U gekweld door ver
schietende pijnen, soms in
hoofd of aangezicht, dan
weer in Uw ledematen? La
ten "AKKERTJES" U daar
van afhelpen, want die wer
ken verrassend bij zenuw
pijnen, rheumatische pijnen,
spierpijnen, vrouwenpijnen,
hoofdpijnen, kies- en tand
pijn enGe proeft niet»!
Gebruikt dus voortaan uitsluitend i
Volgens recept van Apotheker Dumont
Nederlandsch
Product
mrnm
slechts matig tot vrij goed genoemd kan
worden.
De veldboonen leveren een vrij
goede tot goede opbrengst dit jaar.
De opbrengst der erwten is tegen
gevallen; de oogst kan over het alge
meen slechts matig tot vrij goed ge
noemd worden, als gevolg van een min
der goed gevuld zijn der peulen.
De stamboonen, die in het alge
meen op de lichtere kleigronden worden
geteeld, hebben te lijden van de droog
te. Het gewas wordt te vroeg rijp, zoo
dat de opbrengst hierdoor gedrukt zal
worden. De stand is slechts matig tot
tot vrij goed.
Het vlas is over het algemeen aan
den korten kant gebleven en de quali
teit blijft ten achter bij die van den vo-
rigen oogst. De zaadopbrengst blijkt dit
jaar aan den lagen kant te zijn.
De teelt van koolzaad, die slechts
van geringen omvang was, heeft een
vrij goede opbrengst opgeleverd.
Ook blauwm aanzaad zal dit
jaar slechts een vrij goeden oogst geven.
De teelt van k a r w ij heeft vooral in
het noorden des lands schade ondervon
den door de karwijmotaantasting en het
optreden van Sclerotinia Libertiana. De
opbrengst is dan ook zeer uiteenloo
pend en wisselt tusschen slecht en ma-
De teelt van mosterd-, spinazie- en
suikerbietenzaad belooft een vrij goede
opbrengst.
De consumpti e-a a r d a p p e-
1 e n, die reeds een onregelmatigen stand
hadden, hebben vooral op de lichten
gronden' geleden van de droogte, zoo
dat een te snel afsterven plaats vond-
De opbrengsten der middelvroege aard
appelen vallen daardoor' tegen. De late
soorten vertoonen eveneens een matigen
tot vrij goeden stand. De resultaten van
de late consumptie-aardappelen op de
betere gronden kunnen nog gunstig be-
invloed worden door tijdigen regen.
De fabrieksaardappelen zullen slechts
een vrij goeden oogst opleveren - Vele
soorten, o.a. Thorbecke, lijden in erge
mate aan bladrol. Op de hoogere gron
den hebben vooral de vroegere soorten
als Eigenheimers het te droog gehad- De
knollen blijven over het algemeen te
klein.
De stand dar suiker- en voeder
bieten op den kleigrond is vrij goed
tot goed. De opbrengst kan door regen
nog ten goede beinvloed worden.
Ook de stand der uien is slechts vrij
goed; het gewas rijpt te snel.
Het weiland ondergaat den funes-
ten invloed van de langdurige droogte.
De graslanden lijden alle min of meer
door watergebrek-
Op de hoogere zandgronden is het ge
was vrijwel verdord, terwijl op de lager
gelegen gronden de groei van het gras
vrijwel sterk is ingekort en de naweiden
„Van wie?" vroeg hij achterdochtig.
„Dan kruipt U zeker weer in bed."
„Meneer", zei de m.an en hij gaapte
als de tijger in Artis, U bent den hoek
nog niet om of ik lég alweer."
Toen gingen we er uit en hij er weer
in en we vonden bij de brug een wach
ter, die evenmin naar ons ,als naar ons
bootje heeft gekeken.
De motor sloeg dadelijk aan en blij
gestemd over den mooien zomerdag voe
ren we den Hollandsche IJsel op.
Ik ken in ons land niet zoon eigen
aardig vaarwater. Zooals op de Zeeuw
sche stroomen rekening gehouden moet
worden met plotseling opduikende
zandbanken, zoo is in den Hollandsche
IJsel het riet een belemmering voor
de scheepvaart. Hét is eigenlijk één
groote rietpartij, waarbij het bochtige
vaarwater door schitterlichtjes, bakens
met gekleurde tonnen en houten staken
met ruiten en driehoeken afgezet is.
Bij die, rietbosschen waagt zich geen
schipper en een ooievaar met vuurroo-
de pooten, die als Vadertje Langbeen
in zijn gekleede jas rondstapte op zoek
naar een smakelijk morgenkikkertje,
wist wel, dat hij, aan den rietk,ant vol
komen veilig was en nam geen oogen-
blik notitie van het passeerende Stern
tje.
Langs Moordrecht, Gouderak, Ouder
kerk en Capelle ging 't naar Krimpen
aan den IJsel en het w,as opvallend hoe
weinig schepen wij in dit anders druk
bevaren water gepasseerd zijn.