AKKER.UCHETS KRONIEK van den DAG. ONDERWIJS. Met 't Sterntje over stille en woelige wateren. ZEELAND. KUNST EN WETENSCHAP. LANDBOUW. TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN DINSDAG 27 AUGUSTUS 1935. No. 201. MIDDELBURG. WALCHEREN. SGHOUWEN-DUIVELAND. ZEEUWSCH-VLAANDEREN W.D. "AKKERTJES" tig- amers 3 p. 4.75 22 p. w. Los van Frankrijk. Vlaande ren wil den vrede! Wij hebben dezer dagen melding ge maakt van de zooveelste IJzer-bede- vaart: elk jaar maar weer, elk jaar even indrukwekkend. Deze IJzer-bedevaarten zijn bedoeld tegelijk als kond-gevers van, en opwek kers tot, Vlaanderens zelfstandigheids- bewustzijn. Maar zij willen nog iets meer: zij willen ook zijn getuigenis-da gen van hen, die den oorlog aan den lijve ondervonden, tegen dien oorlog en voor den vrede. Van dit laatste getuigt de proclamatie van de Vlaamsche oud-strijders, dien dag uitgevaardigd en onder algemeene instemming voorgelezen, een proclama tie, waarin Vlaanderen zijn vredelievend heid belijdt en den eisch tot uiting brengt, dat België zich zal losmaken van het Fransche militaire bondgenootschap. ,,De Vlaamsche oud-strijders, zij luidt aldus: die op het IJzerfront stonden, heb ben hier samen met hun jongere broers, de Vlaamsche oud-soldaten, gedefileerd om op plechtige en ondubbelzinnige wij ze aan heel het land en aan hen die ver antwoordelijk zijn voor de lotsbestem ming van ons volk, hun wil kenbaar te maken; wij willen den vrede. Wij willen dien vrede op de eenige logische manier: door bet wegnemen van de mogelijkheden tot oorlog, door het wegnemen van de profijten van den oor log. Wij willen Vlaanderen houden bui ten de machtsfeer van die volkeren, die door hun bewapening, hun politiek, hun verdragen ons in hun eigen oorlogsavon- tuur zouden kunnen meesleuren. Daarom willen wij op de eerste plaats: Los van Frankrijk! Wij zijn aan dit land gebonden door een militair accoord. Niet alleen heeft men honderden millioenen ontnomen aan het geld dat, door belasting of leening, geperst werd uit een volk dat in de zor gen der werkloosheid en de onzekerheid van het brood voor dan van morgen zit- Meer nog: het bloed van onze jeugd wordt, ter beschikking gesteld van een vreemde mogendheid. Daarom, dringender dan ooit: Los van Frankrijk! De wereld dreunt nu weer van het krijgsgeschreeuw De oorlogsindustrie triomfeert; de grafdelvers wachten. Waar wij niet kunnen beletten, dat land- honger en grootheidswaanzin rooftoch ten ondernemen, zullen wij toch, bij al les wat ons heilig is, bij het bloed van hen, die vielen hier in deze vlakte, be letten dat ons volk, door militaire ac- coorden in de oorlogsverwikkeling wordt meegesleurd. Wij willen met ongebonden handen staan. Van op deze tragische aarde, aarde van offer en liefde, van miskenning en haat, roepen de Vlaamsche oud-strijders al hun volksgenooten toe: Voor de eer ste maal sedert den oorlog hebben uw oud-strijders zich terug in het gelid ge schaard waarin zij oprukten in tijden van geweld en nood; naast hen staat de jeugd van Vlaanderen, gegroeid uit het offer en de traditie, samen, als in één band gesmeed door hen, die vielen voor Vlaanderen en den Vrede- Levenden en dooden smeeken u: geeft uw kinderen niet met bloed en leven als onderpand van een militair accoord: Los van Frankrijk!" Te 's-Gravenhage slaagde voor het examen teekenen M. O. M. A., de heer H. Munnik te Den Haag, vroeger te Middelburg, leerling der Acade mie voor Beeldende Kunsten. Bruggen-Misère. Door het riet naar het breede water. V. "Kijk zei de kapitein van het Stern tje, „hier heb ik op de heenreis gelegen, vlak naast de brug, een ideaal plaatsje, want er is den heelen nacht een wach ter, die een oog op het scheepje kan houden i r Twofdt_op gepast meneer", be loofde Louis Davids en hij liet zijn glin sterende tanden zien, toen hij met een tikje aan z'n pet een sigaartje accep teerde. „Neem d'r nbg eenje", zei Piet gul, w,ant het waren sigaren, die speciaal voor de mindere goden der navigatie aangeschaft waren. „Nou", zei Louis, „dat zal ik niet af slaan en Piet gaf hem van g,anscher har te nog een derde, toen de man er op wees, dat er dien heelen langen nacht iemand wakker zou blijven om als een menschelijke beschermengel over dat bootje te Wiaken. „Als 't regent", zei Piet, „hoef je d'r niks meer aan te doen, want ik haal 't dekzeil er over." De gemeenteraad van Rotterdam heeft benoemd tot gemeentelijk inspec teur van het onderwijs, den heer J. M. Quist, oud-leerling der Rijkskweekschool voor onderwijzers te Middelburg. De ringrijderij van Vreemdelingenverkeer Donderdag zal de jaarlijksche ringrij derij van Vreemdelingenverkeer in de Abdij plaats hebben, w,aarvoor dit jaar 44 mannen en jongens zijn ingeschreven, die op twee banen zich zullen meten. Wij lazen elders, met name op een scheurkalender van de Nederlandsche Vereeniging van Huisvrouwen, dat de Ringrijderij steeds op 31 Augustus plaats heeft, in plaats van, dat vermeld stond op den laatsten Donderdag van Augus tus. Zoo kan men oningewijden vergeefs laten komen. Werkloosheid Bij de arbeidsbeurs te Middelburg stonden Zaterdag ingeschreven: geheel werkloos: 896 mannen en 17 vrouwen; gedeeltelijk werkloos: 64 mannen en 5 vrouwen; niet werkloos: 17 mannen en 1 vrouw. Algemeen totaal vorige week 998, bij gekomen 63, afgegaan 61, o'ver 1000. ARNEMUIDEN. Dezer dagen heeft het motorvisschersvaartuig ARM. 9 schipper J. Schroevers, dat ter vangst was, een bijna cirkelvormige groote tand en een schouderblad vermoedelijk afkomstig van het voorwereldlijk dier de mammouth, opgevischt. De fossielen zijn door den schipper naar het Zeeuwsch Genootschap der Weten schappen te Middelburg overgebracht. Gevonden een rijwielmerk met etui. Inlichtingen ter Gemeentesecreta rie te Arnemuiden. D. Koopman f. Wij lezen in de Zierikzeesche Nwsbode: „Toen we van een kort-verlof onzen arbeid weer opvatten, vernamen wij, dat de heer D, Koopman op hoogen ouder dom was ontslapen. Een van de oude garde, 'n voortrekker in den Zeeuwschen Landbouw is met hem heengegaan. Den 6en October zou hij den oud-testamen- tischen leeftijd van 84 jaar hebben be reikt, die wij hem met zijn schijnbaar on uitputtelijke vitaliteit hadden toege dacht; toegewenscht zeker. Op het geheele eiland was de nu overledene vrijwel algemeen bekend; in overig Zeeland zeer goed; speciaal in landbouwkringen en wel voornamelijk door zijn kennis, gepaard aan langdurige ervaring, van het rundvee. Reeds in de negentiger jaren trad hij als keurmeester op van de stierenkeu ringen der Prov- Commissie. Sedere 1912 leidde hij als lid en voorzitter der Prov. keuringen in Zeeland. Dat de Zeeuwsche rundveestapel in de laatste 30 jaar be langrijk is verbeterd, is voor een goed deel aan zijn werk te danken. In de latere en laatste jaren interes seerde hij zich zeer voor de opkomende bijenteelt en bij de gehoudene excursies mochten wij menig keer van zijn erva ring en spontanëiteit genieten. Ongunst van wind of weer vermochten hem zel den terughouden van bijzondere verga deringen waar zijn belangstelling naar uitging. Voor eenige jaren werd de heer Koop man officieel gehuldigd voor zijn groote. den veestapel bewezen diensten. Hij ont ving de Oranje-Nassau-orde, die hij met eere droeg. Thans is ook deze schoof in volle rijp heid achter de zeis van den Grooten Maaier gevallen. Zijn stem wordt niet meer gehoord, maar zijn arbeid is niet te vergeefs geweest". „Blijf je dan niet hier?" vroeg ik_jver- wonderd. i,Nee meneer, over een kwartiertje wordt ik afgelost." „En wanneer kom je d,an weer in dienst?" vroeg Piet. „Morgenochtend om tien uur", zei Louis Davids en hij keek of hij een schouwburgzaal vol menschen een alle machtig aardige mop verteld had. „Daar gaan je sigaartjes, zei ik. Maar hij Zial zijn straf niet ontloopen, als hij ze tenminste zelf oprookt." Er werden nog drie rookertjes voor den kameraad geofferd en toen stond de brugwachter aan den kapitein van het Sterntje met alle voorkomendheid zijn huisje als kleedkamertje af en werd het leftenue van de Br,usemer jachtha ven voor een blauwe overall verwis seld, omdat de motor voor den komen den dag een flinke schoonmaakbeurt noodig had. „Mag je hier eigenlijk wel liggen, brugwachter'" „Als ze je niet zien", zei Louis wijs- geerig, „dan mag 't en ,als ze je wel zien dan mag 't ook wel." Maar Gouda is geen stad, waar je niet gezien wordt en een meneer met een portefeuille onder den arm legde ons uit, dat 't hier eigenlijk geen lig plaats was en dat we naar een kano park zouden moeten verhuizen RAAD VAN BRESKENS. BRESKENS, Zaterdag vergaderde de Raad, onder voorzitterschap van bur gemeester Van Zuijen. Afwezig de heer Carels. De voorzitter deed mededeeling van een kennisgeving van den heer Cappon, waarin hij ontslag neemt als lid van den Raad. De geloofsbrieven van zijn opvolger, den heer J. J, Ver- duijn werden vervolgens onderzocht en in orde bewinden, zoodat tot diens toe lating besloten werd. Aangeboden werd de begrooting voor 1936. Bij de rondvraag wees wethouder C a m b i e r op de bezwaren, welke de garnalenhandel en de visschers onder vinden van de door de Visscherij-Cen- trale te heffen monopolierechten. Be sloten werd de Centrale hierop te wij zen en op afschaffing van deze rechten aan te dringen. Aan het slot der vergadering richt te de Voorzitter waardeerende woorden tot de leden, die in de volgen de periode geen zitting meer zullen heb ben, in het bijzonder tot de heeren Lu- teijn en wethouder Cappon. DE HECHTE BAND. Boekwerk ter gelegenheid van den 55sten verjaardag van de Koningin. Bij de uitgevers Scheltens en Gil- tay te Amsterdam is een boek werk „De hechte band" verschenen ter gelegenheid van den 55sten verjaardag van H.M. Koningin Wilhelmin,a. Dit standaardwerk, dat in groot formaat is uitgegeven, behandelt in een 40-tal stukken op populaire wijze de verhou ding van Oranje tot alle deelen v,an ons nationale leven in vroeger tijd en in het heden. Zooals: Oranje in betrekking tot ons Staatsbestel, (Je volkswelvaart, de weldadigheid, de kerk, de jeugd enz. en Oranje's beteekenis voor bepaalde ge westen of relaties tot bepaalde plaat sen, Mr. P. Dieleman schreef o.a. „Oran je en Zeeuwsch Vlaanderen". Voorts het beeld dat onze letterkunde van het Huis van Oranje geeft. Het fraaie boek verscheen onder re dactie van M. J. Leendertse en werd ingeleid door mr. D. Fock. Zeer vele vooraanstaande autoriteiten verleenden hun medewerking. Het boekwerk is rijk geïllustreerd met tal van reproducties naar oude prenten, schilderijen en por tretten, terwijl de allerlaatste foto's van de Koningin en de Prinses zijn opgeno men. De bandteekening is van Lion Cachet. Aan de uitvoering van dit na tionaal boekwerk is veel aandacht be steed. In het artikel „Oranje en Zeeuwsch Vlaanderen" wijst mr. P. Dieleman, op de hem eigen, vlotte wijze, op de groote beteekenis van Oranje in het historisch verleden v,an dit gewest, alsmede op de groote liefde, die er leeft in de harten der Zeeuwsch Vlamingen voor Oranje en voor onze Koningin. Sedert 1814 behoort Zeeuwsch-Vlaan- deren in zijn geheel aan Zeeland, doch vanzelfsprekend is de geschiedenis van deze streek al vele eeuwen ouder. Toen Amsterdam nog een schamel visschersdorp was, aldus de schrijver, had bv. Axel reeds stedelijke rechten en een eigen munt. Het ontstaan van Zeeuwsch-Vlaande- ren op dezelfde wijze als Zeeland is nauw met Oranje's streven en arbeid samengeweven, om door de voeging bij Noordelijk Nederland het evenwicht in Europa gehandhaafd te zien. De schrij ver wijst daarbij op de bezettingen en veldtochten van Willem van Oranje, Prins Maurits en Frederik Hendrik. Bij den vrede van Munster in 1648 kwam Ti Dat zou tenminste moeten als hij er l 1 aan m9n kameraad zeggen, niet was, maar hij was er gelukkig wel mi,nheer' len de ligplaats kostte twee Wtjes, waarna bleek, dat onze gemeentelijke beschermengel niet eens tellen kon, om dat hij drie kwartjes voor twee aanzag en ze zonder eenig protest in zijn porte- monnaie liet verdwijnen. Louis Davids gaf ons een knipoogje en legde ons uit, waar we een hotel konden vinden. We moesten de kaai m,aar afloopen en dan vonden we aan den overkant een hotel, maar daar moesten we niet wezen. „Waar moesten we dan wel wezen?" „Wel", zei Louis, „aan dezen kant is er óók een. Hoe warm was het en hoe ver en hoe dankbaar w,aren we, toen we ein delijk aan een ijskoud Pilsje zaten. Maar in Gouda schijnt er onder de leden van Horecaf een soort iafschuif- systeem te bestaan, want de caféhouder kon ons wel te drinken geven, maar niet te logeeren hebben. Daarvoor werd weer een ander opgebeld, die ons in dezen malaisetijd als een welkome prooi in beslag nam en ons een behoorlijke ka mer en een frisch bad bezorgde. Maar hij op zijn beurt kon ons weer niet te eten hebben en hij bracht ons naar een restaurant met welks eigenaar hij de afspraak had, dat zij elkaar wederkee- rig de noodige klanten zouden uitleve ren. „Kijk eens wat ik hier heb", riep hij triomfantelijk en het was of een ontdek kingsreiziger een zoölogischen tuin bin nenstapte om den directeur een paar zeldzame zoogdieren te presenteeren. zoodoende de geheele strook, door Oran je's werk bij Noord Nederland. In 1664 volgden dan nog St. Jansteen en West- dorpe, terwijl het gewest, als gézegd, in 1814, onder den n,aam Zeeuwsch- Vlaanderen, geheel bij Zeeland gevoegd werd. Aan het slot van zijn artikel verhaalt de schrijver nog van de geestdrift van de bevolking voor en derzelver trouw aan Oranje, hetgeen bij de verschillende bezoeken van de vorstelijke personen telkens naar voren is gekomen. Ook Ko ningin Wilhelmin,a ondervond hoe het geheele volk in Zeeuwsch Vlaanderen haar innig lief heeft, omdat het deel is van het groote vaderland en het Oranje is dat Zeeuwsch Vlaanderen aan Neder land verbindt. Stand van de landbouwgewassen. Aan het in de Staatscourant opgeno men overzicht van den stand der Land bouwgew,assen op 19 Augustus 11. ontlee- nen wij het volgende: Reeds kon in het vorige overzicht worden medegedeeld, dat de periode van groot warmte een snelle rijping der graan gewassen ten gevolge heeft. De weersgesteldheid na 13 Juli is van dien aard gebleven, dat inderdaad de rijping van verschillende gewassen in 'n zeer snel tempo is verloopen. De gevol gen daarvan uiten zich in een tegen vallende opbrengst van verschillende landbouwproducten. Het oogsten van de peulvruchten en de graangewassen is vlot verloopen en ondervond geen enkele stagnatie. Voor zoover de verbouwers zich niet hebben laten verleiden tot overhaast binnenhalen, eventueel te spoedig dor- schen, is de qualiteit der graangewassen goed te noemen. Kon in het overzicht van 13 Juli in het algemeen nog gesproken worden van een vrij goeden tot goeden stand der ge wassen, de aanhoudende droogte sinds dien is oorzaak, dat de oogst van 1935 belangrijk in opbrengst zal achterblijven bij dien van het vorige jaar. De opbrengst van de wintertarwe zal, gezien de reeds plaats gevonden dor- schingen, belangrijk uiteenloopen, doch in doorsnede in vergelijking met jaren met normale opbrengsten niet veel ver schil opleveren. Ten opzichte van het oogstjaar 1934 zal de opbrengst niet on belangrijk achter blijven. De korrel- grootte blijkt in vele gevallen iets aan den fijnen kant te zijn. Dank zij het gun stige oogstweer is de korrel goed droog en het hl gewicht hoog. Hier en daar werd de opbrengst ten zeerste gedrukt door het optreden van voetziekten. De zomertarwe, die hoofdzakelijk al leen voor het noorden des lands van be teekenis is, vooral slaat dit op de vroeg gezaaide perceelen, is minder goed. De langdurige droogteperiode heeft ten gevolge gehad, dat ook de rogge te snel rijp werd en daardoor onvolkomen is uitgegroeid. De korrel is over het alge meen te fijn en deopbrengst vrij goed. In de veenkoloniën is het resultaat van de roggeteelt, wat betreft de opbrengst, goed te noemen. De opbrengst van de wintergerst loopt uiteen van matig tot goed, over het al gemeen is de opbrengst nog meegeval len, de korrel is iets te fijn, doch goed droog. Het hl gewicht is behoorlijk. De zomergerst, die in hét zuidwesten des lands een goede opbrengst heeft ge bracht, valt in het noorden iets tegen. De gunstige weersgesteldheid tijdens het oogsten is de qualiteit ten goede ge komen. De opbrengst van de haver in dit jaar zal goed tot zeer goed zijn voor zoover re het betreft de teelt van dit gewas op de klei en in de Veenkoloniën; op de zandgronden daarentegen is de droogte oorzaak geweest, dat de opbrengst De restaurateur knikte tevreden en de hotelhouder schreef pro memorie in zijn hersens, dat hij minstens drie lo geergasten terug zou moeten hebben. We werden geruild als vreemde post zegels of sigarenbandjes, maar het diner was voortreffelijk. Nog .even Gouda rondgesjokt, maar een onoverwinnelijke moeheid dreef ons al gauw n,aar het hotel. De kapitein van het Sterntje verdiep te zich in een tafel der getijen, want den volgenden dag zouden wij in de breede wateren komen, waar met eb en vloed rekening gehouden moest worden en tot grooten schrik van zijn passagier verkondigde hij den hotelhouder, dat wij om vijf uur gewekt moesten worden. „Kunt U er wel tegen, zoo vroeg op te staan?", vroeg ik, in de hoop, dat de man wel bezwaren zou maken, „Meneer", zei hij, „voor mijn zaak ga ik desnoods heelemaal niet n,aar bed" maar den volgenden morgen vonden we hem in de ontbijtzaal met een gezicht als een oorworm. Hij beklaagde zich, dat hij maar vier uur geslapen had, want middernacht was hij zoowaar uit zijn bed gehaald door een paar gasten, die een hotel zochten. „Stel U voor, meneer, om twaalf uur vannacht nog gasten" en wij beklaag den van harte den armen middenstan der, die een dergelijken tegenslag had te boeken. „Als we weg zijn, valt U zeker weer in de armen van Morpheus", zei.ik. 1 J Wordt U gekweld door ver schietende pijnen, soms in hoofd of aangezicht, dan weer in Uw ledematen? La ten "AKKERTJES" U daar van afhelpen, want die wer ken verrassend bij zenuw pijnen, rheumatische pijnen, spierpijnen, vrouwenpijnen, hoofdpijnen, kies- en tand pijn enGe proeft niet»! Gebruikt dus voortaan uitsluitend i Volgens recept van Apotheker Dumont Nederlandsch Product mrnm slechts matig tot vrij goed genoemd kan worden. De veldboonen leveren een vrij goede tot goede opbrengst dit jaar. De opbrengst der erwten is tegen gevallen; de oogst kan over het alge meen slechts matig tot vrij goed ge noemd worden, als gevolg van een min der goed gevuld zijn der peulen. De stamboonen, die in het alge meen op de lichtere kleigronden worden geteeld, hebben te lijden van de droog te. Het gewas wordt te vroeg rijp, zoo dat de opbrengst hierdoor gedrukt zal worden. De stand is slechts matig tot tot vrij goed. Het vlas is over het algemeen aan den korten kant gebleven en de quali teit blijft ten achter bij die van den vo- rigen oogst. De zaadopbrengst blijkt dit jaar aan den lagen kant te zijn. De teelt van koolzaad, die slechts van geringen omvang was, heeft een vrij goede opbrengst opgeleverd. Ook blauwm aanzaad zal dit jaar slechts een vrij goeden oogst geven. De teelt van k a r w ij heeft vooral in het noorden des lands schade ondervon den door de karwijmotaantasting en het optreden van Sclerotinia Libertiana. De opbrengst is dan ook zeer uiteenloo pend en wisselt tusschen slecht en ma- De teelt van mosterd-, spinazie- en suikerbietenzaad belooft een vrij goede opbrengst. De consumpti e-a a r d a p p e- 1 e n, die reeds een onregelmatigen stand hadden, hebben vooral op de lichten gronden' geleden van de droogte, zoo dat een te snel afsterven plaats vond- De opbrengsten der middelvroege aard appelen vallen daardoor' tegen. De late soorten vertoonen eveneens een matigen tot vrij goeden stand. De resultaten van de late consumptie-aardappelen op de betere gronden kunnen nog gunstig be- invloed worden door tijdigen regen. De fabrieksaardappelen zullen slechts een vrij goeden oogst opleveren - Vele soorten, o.a. Thorbecke, lijden in erge mate aan bladrol. Op de hoogere gron den hebben vooral de vroegere soorten als Eigenheimers het te droog gehad- De knollen blijven over het algemeen te klein. De stand dar suiker- en voeder bieten op den kleigrond is vrij goed tot goed. De opbrengst kan door regen nog ten goede beinvloed worden. Ook de stand der uien is slechts vrij goed; het gewas rijpt te snel. Het weiland ondergaat den funes- ten invloed van de langdurige droogte. De graslanden lijden alle min of meer door watergebrek- Op de hoogere zandgronden is het ge was vrijwel verdord, terwijl op de lager gelegen gronden de groei van het gras vrijwel sterk is ingekort en de naweiden „Van wie?" vroeg hij achterdochtig. „Dan kruipt U zeker weer in bed." „Meneer", zei de m.an en hij gaapte als de tijger in Artis, U bent den hoek nog niet om of ik lég alweer." Toen gingen we er uit en hij er weer in en we vonden bij de brug een wach ter, die evenmin naar ons ,als naar ons bootje heeft gekeken. De motor sloeg dadelijk aan en blij gestemd over den mooien zomerdag voe ren we den Hollandsche IJsel op. Ik ken in ons land niet zoon eigen aardig vaarwater. Zooals op de Zeeuw sche stroomen rekening gehouden moet worden met plotseling opduikende zandbanken, zoo is in den Hollandsche IJsel het riet een belemmering voor de scheepvaart. Hét is eigenlijk één groote rietpartij, waarbij het bochtige vaarwater door schitterlichtjes, bakens met gekleurde tonnen en houten staken met ruiten en driehoeken afgezet is. Bij die, rietbosschen waagt zich geen schipper en een ooievaar met vuurroo- de pooten, die als Vadertje Langbeen in zijn gekleede jas rondstapte op zoek naar een smakelijk morgenkikkertje, wist wel, dat hij, aan den rietk,ant vol komen veilig was en nam geen oogen- blik notitie van het passeerende Stern tje. Langs Moordrecht, Gouderak, Ouder kerk en Capelle ging 't naar Krimpen aan den IJsel en het w,as opvallend hoe weinig schepen wij in dit anders druk bevaren water gepasseerd zijn.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1935 | | pagina 5