;soni ionen 'I KRONIEK van den DAG. Met 't Sterntje over stille en woelige wateren. TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEÜWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN ZATERDAG 24 AUGUSTUS 1935. No. 199, eoord I tintin m' gratis verzorgingsaanwijzing bij de Bloem- en Zaadwinkels. FINANCIEEL ECONOMISCH WEEKOVERZICHT. - - i J Echt leeren lullmankussen, 1, zeer nieuw, 28.50. Hoek- ^abriëlse, o. h, Durg. m miiaviisa&fe I gezocht van leef). Seisweg fVER. Zondag |estatiemarsch op Zoom. en ini. aan 't iet „Speciaal liddelburg. )IUM. Occul- |et in trance raad in alle 9 uur Em- en. Ook Zon- I Maandag. I De Pelikaan. |dam 2.50 met bezoek 2. Kaarten Gravenstr. PCHE BOND. jste beperking inlichtingen Mejuffrouw [ade O 278, |delburg. „De Onder inaar Brussel, Lunchroom Tel. 418, Mid- LR. lederen .50. gaaf al- naar Z. Be- lan de drui- |n reisbureau ]irg. Tel. 688, )e Pelikaan, ir Belgische [foute. Heijst len Hoogen I (Alles inb.) preau, M'brg lor Zuid-Be- |rs. Dinsdag- Boes. Vertr. Walcheren, ter, Potten- blef. 110. Uitgestr. ook gem. tel. 1152. at Kurhaus ir men zich ook diëet- GRAAFF. e« Nieuw ionprijs f 4 Schitt. gel. is. Pension arief. Ten- ïlefoon 46. Centrale m, Garage, Avenarius. Duitschland in een financieele Impasse. De financiering der werkverschaffing loopt vast Voortdurende verslechtering der transferregeling. De rede van dr. Schacht ter gelegen heid van de opening van de jaarmarkt te Koningsbergen heeft een scherp licht geworpen op de financieele moeilijkhe den, waarmede Duitschland te kampen heeft. Nieuws bevatten zijn mededeelin gen, voor wie de economische en finan cieele ontwikkeling van het Nationaal- Socialistische Rijk nauwlettend heeft gadegeslagen, wel niet. Het is vooral de toon, waardoor deze rede zich onder scheidt van zoovele harer voorgangsters die wijst op den noodtoestand der Duit sche financiën. De vele keeren, dat dr. Schacht zich reeds bezig heeft gehouden met het vraagstuk der buitenlandsche schulden van Duitschland, heeft hij altijd het, voor de buitenlandsche crediteuren zoo irriteerende, standpunt gehuldigd, dat het eigenlijk de schuld van het buiten land was, dat Duitschland in 't moeras was geraakt. Het buitenland had aan Duitsche openbare lichamen en ondernemingen maar raak ge leend, vaak voor onproductieve uitga ven, en had hiermede aan de Duitsche „Volkswirtschaft" in zijn geheel al een heel slechten dienst bewezen; het moest nu maar zelf de wrange vruchten van zijn vroegere royaliteit plukken. Bij deze redeneering werd, niet alleen de volko men aansprakelijkheid van de geldne- mers over het hoofd gezien, maar werd er bovendien geen rekening mede ge houden, dat de leeningen in vele gevallen verstrekt waren aan ondernemingen of lichamen, die de gelden gebruikt hadden voor doeleinden, welke hun rente zeer goed opbrachten- Ook al is er geenerlei sprake van betalingsonmacht van den af zonderlijken Duitschen debiteur, al zijn de voor de onderhavige leening gestelde zekerheden volkomen safe, dan nog kan de buitenlandsche crediteur het hem toekomende bdrag niet of niet ten vol le ontvangen. Het voldoen v,an schulden aan het buitenland buiten den weg van de Konversionskasse om die den buitenlandschen crediteur slechts min derwaardige Marken overhevelt, wordt in Duitschland zelfs als de groot ste misdaad gestraft. Dat het buitenland onder deze om standigheden in het geheel niets meer er voor voelt, nieuwe leeningen aan Duitschland te verstrekken, ligt voor de hand. Aan een in staat van faillissement verkeerenden debiteur, en daarmede komt de positie van Duitschland feite lijk overeen, geeft men nu eenmaal geen nieuw geld ter leen. Toch schijnt dr. Schacht de hoop op financiëele hulp uit het buitenland nog niet te hebben opgegeven. Men kan dit opmaken uit den voor zijn doen opmerkelijk vrien delijken toon dien hij in zijn bovenbe doelde rede tegenover de buitenland- sche crediteuren heeft aangeslagen. „Wij zullen iniet vergeten*', aldus dr. Schacht, dat onze buitenlandsche schuldeischers niet de regeeringen zijn, maar duizenden burgers, die ons hun spaarpenningen hebben geleend en waaronder zich talrijke Duitschgezinden bevinden, die er van overtuigd waren, dat zij ons met deze leeningen hielpen". Hij gaat zelfs zoo ver, het „ten zeerste te betreuren", dat Duitschland op het oogenblik niet in staat is aan zijn ver plichtingen ten opzichte van het buiten land te voldoen en hij verklaart, onver poosd verder te zullen doen wat mo gelijk is. om de bestaande schulden af te lossen. Of dit „liebaugeln" naar buitenland sche geldgevers het gewenschte resul taat zal hebben, moet wegens, de met Duitsche credieten opgedane ervaringen ten zeerste worden betwijfeld. Dat dr. Schacht, de man van de economische en financiëele realiteit, toch er op uit is, het buitenland gunstig te stemmen, hulp zoekende daar, waar deze nauwelijks te den Boer, Bruggen-Misère. IV. Het zonnetje zette den volgenden morgen alles in gouden gloed en het Brasemermeer leek een reusachtige vij ver vol vloeibare diamanties We hadden onze We' vaarspullen aan, lichte broeken witte bootschoen tjes en smettelooze hemden en Piet met zijn kapiteinspet op had meer van den commandant van de Mamix dan van den schipper van een vijf Meter open sloepje. Wij ontbeten met gramofoonmuziek en daarna ging Piet den mast opzetten en alles aan boord voor de afvaart in orde te brengen. „Zou d'r hier niet een broekriem te krijgen zijn?", vroeg hij, telkens naar zijn pantalon grijpend. „Ik heb dat ding zeker in Middelburg laten liggen." In Oude Wetering, vertelde de ober, was er een zekere Jansen, als maar door de vaart langs en dan een van de laatste huizen en die verkocht alles. Het dorp bestaat uit een lange rij huizen en tusschen die huizen en de verwachten is, wijst er wel op, hoe hoog de nood gestegen is. Tot nu toe zijn de Rijksuitgaven tot stimuleering van de bedrijvigheid bestreden uit het kunstig opgezette gebouw van „Arbeitsbesc'naf- fungs'-wissels, „Steuergutscheine" enz., het plaatsen van schatkistwissels op de open geldmarkt, het opnemen van lee ningen bij banken en spaarbanken. Dit gebouw, dat veel van een kaartenhuis heeft, dreigt thans te zullen ineenstor ten. De vooruitbetaling van toekomsti ge belastingen in den vorm van „Steuer gutscheine" kan niet tot in het oneindi ge worden voortgezet en begint zich reeds te wreken door een verzwakking van de financiëele positie des Rijks tengevolge van een vermindering der belastingopbrengst. De banken zijn bij de credietverstrekking aan het Rijk tot de uiterste grenzen van hun draagkracht gegaan en ook de Rijksbank kan niet verder gaan met het verdiscontceren van schatkistpapier, resp. 't „creëeren' van nieuwe geldmiddelen voor de fi nanciering der werkverschaffing, zon der de door dr. Schacht verafschuwde inflatie in het leven te roepen. Rest de mogelijkheid, om ook in de naaste toe komst nog schatkistpapier bij het pu bliek te plaatsen, resp. over te gaan tot consolideering van de reeds aangegane vlottende schuld, teneinde lucht te krij gen voor het onderbrengen van nieuw papier op korten termijn en aldus de financieringsmachine loopende te hou den. Hier zien de Duitsche machthebbers zich echter geplaatst voor het wantrcm wen van het publiek in hun financiëele en muntpolitiek, een wantrouwen, dat maar al te gewettigd is. De onvoldoende mededeelingen omtrent de financiëele positie des Rijks moeten dit gebrek aan vertrouwen wel aanwakkeren. De Duit sche begrooting, op zich zelf reeds zeer onoverzichtelijk, geeft in het geheel geen beeld van den werkelijken toe stand, omdat de financiering der werk verschaffing buiten het budget om plaats heeft. Het op 31 Maart 1935 geëindigde boekjaar toonde een slechtst betrekke lijk klein tekort aan van ca. 400 millioen Mark. Voor de bedragen, welke ter fi nanciering van de werkverschaffing zijn opgenomen, is men op ramingen aange wezen. Een als vrij betrouwbaar te be schouwen schatting geeft voor werkver schaffing in den eigenlijken zin een be drag aan van 3milliard Mark, voor ondersteuning va,n export 1 milliard, voor economische weerbaarheid 7 mil Hard, en voor expansie van „Ersatz"- industriëen 1% milliard, in totaal dus een bedrag van 13 milliard Mark. Zelfs wanneer het Duitsche publiek bereid zou zijn, consolidatie-leeningen voor dit bedrag op te nemen, is het de vraag, of het hiervoor beschikbare spaarkapitaal voldoende zou zijn. De pogingen, om vast te houden aan het bestaande levenspeil van de Duitsche bevolking, waar in men overigens niet eens geslaagd is, hebben geleid tot een, nog steeds toenemende, intering van kapitaal, waardoor ook de mogelijk heid van het opnemen van nog meer ge dwongen leeningen beperkt is. De wissels op de toekomst, die de Duitsche machthebbers voor het finan cieren der werkverschaffing hebben ge trokken, zullen in de naaste toekomst geleidelijk komen te vervallen. Gehono reerd zullen zij zeker niet kunnen wor den, maar ook de verlenging ervan zal moeilijk, zoo niet onmogelijk blijken te zijn. WAS-en W&INGMACHINES (Ingez. Med.) vaart ligt een smalle weg vol scherpe bazaltsplinters, die in het rubber van de schoenen dringen. De dorpelingen kijken onder en bo ven hun gordijntjes uit om niets te ver liezen van het gezicht op een vreemde ling en een schoolmeester, die juist zijn fluitje zou gebruiken om zijn overal ver spreide schaapjes weer bijeen te blazen, haalde het instrument van verbazing weer uit zijn mond en omdat de weg nogal recht was en hij me een heelen tijd kon nakijken, duurde het vrije speel kwartier dien morgen minstens acht tien minuten. Een stevige dame zat in den kruide nierswinkel van Jansen tusschen twee stapels biskwie-trommels en las haar boodschappenlijstje voor. „Eén pakje bleekpoeder en een half pond groene zeep en vier eieren, maar niet van die kleintjes en laat 'k eens kijken, bennen d'r nog van die ananaszuurtjes?" „En U"? vroeg de jongste bediende, omdat het boodschappenlijstje nog niet afgewerkt was en de klant ook wel eens zou willen weten wat ik op mijn hard had. „Een riem zei ik, „voor een middel- dikke meneer, niet te lang en niet te kort, de riem bedoel ik." De jongste bediende keek den chef aan. de oplosbare KUNSTMEST Onif flM voor kamerplanten, 40 ct. p. fL (Ingez. Med.) Voor Nederlandsche houders van Duitsche leeningen hebben de toene mende financieele moeilijkheden van Duitschland zich weerspiegeld in een voortdurende verslechtering der trans ferregeling. Werd aanvankelijk nog het geheele verschuldigde rentebedrag, zij het met aanmerkelijke vertraging, over gemaakt, voor het van 1 Juli 1934 tot 30 Juni 1935 loopende jaar gold reeds de bepaling, dat een maximum van 4 54 pet. aan rente zou worden voldaan. Voor bedragen boven 4)4 pet. was in een uit- keering voorzien, die als gedeeltelijke amortisatie van de hoofdsom zou die nen. In werkelijkheid heeft deze uitkee ring nooit plaats gehad. Houders kun nen thans voor het verschil tusschen 4% pet.,, en het totale rentebedrag (maximum vastgesteld op 6 pet.) zg. „Hol landmarken" of „Creditsj^errmarken" ontvangen, die tegen nog geen 20 cent per stuk worden verhandeld. In de nieuwe transfer-regeling die van 1 Juli 1935 tot 30 Juni 1936 loopt, is het percentage der over te maken rente dat in contanten betaald wordt, ver. laagd tot 3% pet. Voor zoover de ren te op Duitsche obligatiën de 314 pet te boven gaat (en dit is voor alle in Ne derland gep'aatste leeningen het geval wordt deze meerdere rente, met een maximum van 2 pet. „voldaan" in den vorm van Hollandmarken of in „Fun- dingobligatiën" met een rente van 4 pet en een looptijd van tien jaar. De koers waartegen deze „funding-obligatiën" te verkoopen zullen zijn, wordt geraamc op ca. 30 pet. De regeling komt dus hierop neer, dat houders van een 6 a 7 pet. Duitsche obligatie inplaats van f 60 a f 70 per jaar ontvangen: f 35 plus f.6 (nl. ca. 30 pet. van f 20.) Hoe de volgen de transferregeling er zal uitzien, en of de thans geldende het zelfs een gehee jaar zal uithouden, zal van de verdere financieele en economische ontwikke ling van Duitschland afhangen, waarme- mede de ontwikkeling van den Duitschen buitenlandschen handel, die de noodige „deviezen" moet verschaffen, zoo'n nauw verband houdt. In de noteeringen van Duitsche obli gatiën ter beurze is slechts weinig be weging en er gaat nagenoeg niets in om Ook overigens was de handel op de obli- gatiem,arkt in de afgeloopen week ge ring. Een nieuwe stijging van de geld koersen heeft de terughoudendheid nog in de hand gewerkt en heeft eenigen druk uitgeoefend op de koersen van staats- en gemeenteleeningen. Prolonga- tiegeld is niet onder de 514 pet- verkr,g baar; particulier disconto noteert weer 4% a 5 pet., waarmede het officieele disconto van de Nederlandsche Bank bijna is bereikt. Van een verdere ver laging der officiëele rentetarieven kan dan ook voorshands geen sprake z'ijn Voor de nieuwe uitgifte van schatkist- papier werd de rentevoet met 14 pet verhoogd, zoodat die voor de éénjarige biljetten op 314 pet. werd gesteld, voor de drie- en vijfjarige biljetten op 4 pet. zonder dat dit de inschrijving tot een succes heeft kunnen maken. De groote geldgevers blijven bedacht op een zoo groot mogelijke liquiditeit Tijdens de jongste crisis hebben de ban ken ondervonden, dat zij aan plotselinge groote opvragingen van tegoed kunnen worden blootgesteld, terwijl de verzeke- ringsmijen middelen beschikbaar moeten houden voor de aanvragen tot het be- leenen van polissen, die in tijden van valuta-vrees veel omvangrijker zijn dan onder normale omstandigheden. De hy potheekbanken zijn als geldgevers reeds geruimen tijd uitgeschakeld. Blijven de Rijksfondsen, die echter grootendeels door de geldbehoeften van de openbare „Die verkoopen we niet", zei de chef, wel ansichten." „Wachteris", zei de klant, „gaat U eens naar Dinges, die heeft ze geloof ik wel." Dus ging ik op zoek n,aar Dinges, die ze inderdaad had en ik verraste den kapitein met een keurig cadeautje. Het paste precies en het had een prachtige vergeet-mij-nietjes-kleur. „Souvenier van Oude Wetering", zei ik, „een klein geschenk van een dank baren passagier." „Goedenmorgen", zei de meneer met het hoedje, die nog eens kwam buurten en hij liet opnieuw zijn blikken critisch over ons bootje gaan. „Hoe lang is dat jachtje, meneer?" „Vijf Meter", zei Piet. „En hoeveel zeil heeft U daar op?" „Vijftien en een halve Meter." „Juist, juist", zei de vriendelijke be zoeker. „Ik heb ook eens zoo'n bootje gehad. Dat was tien Meter lang, met dertig Meter zeil. Goeien morgen, hee- li ren. ,,'t Valt me reusachtig mee", zei ik toen hij weg was. „Wat?" vroeg Piet. „Wel, dat hij maar tien Me'er zei. Hij had net zoo goed een boot van twin tig Meter kunnen hebben. We hebben lichamen in beslag worden genomen. Aan de hierdoor ontstane geldschaarschte moet het worden toegeschreven, 'dat sommige gemeenten, die hun dringen de geldbehoefte dekken door het uitge ven van papier met korten looptijd, daar op een rente van ruim 5 pet, hebben te vergoeden, wat weer een gunstige uit werking heeft op den koersstand van gemeenteleeningen. Vermoedelijk zal de toestand der geldmarkt wel gespannen blijven, totdat aan het eind der volgende maand meer zekerheid zal zijn verkregen over de houding van de Kamer tegenover de nieuwgevormde regeering, en de vrees voor een wijziging in de valuta-politiek verdwijnt. Op de aandeelenmarkt was de stem ming, na eenige aarzeling, opnieuw vast, zonder dat het echter tot verdere be langrijke koerstijgingen is gekomen. Een koersverbetering voor aandeelen Koninklijke werd* tegengehouden door berichten uit Amerika, volgens welke de structuur van de benzinemarkt op 't oogenblik zeer wankel is. De opening van nieuwe petroleumvelden, die een zeer groote productie beloven te heb ben, dreigt tot een nieuwe verstoring van het evenwicht op de markt voor ruwe olie te zullen leiden. Men hoopt thans in Amerikaansche petroleumkrin- gen, dat het Congres de door President Roosevelt gewenschte petroleumwetge- ving zal aannemen en dat deze actie samen met de wetten in de verschillen de afzonderlijke staten, die de petro- leumproductie regelen, er in zal slagen de productie van petroleum in overeen stemming te houden met het verbruik. Van industriëele aandeelen zijn de leidende fondsen, Philips' en Unilever niet belangrijk in koers veranderd, al viel er tegen het midden der week weer wat meer vraag te constateeren, met name voor Unilever. Aandeelen Ned, Scheepsbouw werden in het geheel niet beinvloed door het be richt dat de Koninklijke-Shellgroep drie nieuwe tankschepen bij haar besteld heeft- Men neemt aan, dat ook deze or ders zonder winst worden uitgevoerd en slechts zijn aanvaard, om het bedrijf gaande te houden. De belangstelling voor cultuurwaar den was ook in de afgeloopen week ge ring. Na een aanvankelijke lichte koers daling trad eenig herstel in, zonder dat hiervoor speciale oorzaken waren aan te geven. De rubbernoteering is nauwe lijks veranderd; men hoopt in rubber kringen echter op een geleidelijke ver betering, naarmate de restrictie verder gaat doorwerken en het verbruik toe neemt. Voor dit laatste bouwt men zijn verwachtingen voornamelijk op de uit breiding van de auto-productie in de Ver. Staten. In de laatste weken is de bedrijvigheid in de Amerikaansche auto mobielindustrie weliswaar verminderd; men neemt echter aan, dat dit verband houdt met de voorbereidingen, die wor den getroffen voor de fabricage van nieuwe modellen- Ondanks de geringere vraag naar staal van de zijde der auto mobielindustrie is de bedrijvigheid in de Amerikaansche staalindustrie verder toegenomen- De desbetreffende berich ten hebben geleid tot een herleving van de vraag naar staal-aandeelen op de New-Yorksche beurs, wat ook op de overige afdee ingen een gunstigen in vloed heeft gehad. Men begint zich in Amerika reeds bezorgd te maken over de herleving van de speculatie. Welis waar heeft deze nog niet zoo'n grooten omvang aangenomen als in vroegere jaren, maar men vreest, dat zij te veel op de ontwikkeling vooruitloopt en her innert zich maar al te goed, welken sto renden invloed de speculatie met haar plotselinge verschuivingen van inkomen op de economische stabiliteit van het !and kan hebben. Ook hier te lande neemt de speculatieve belangstelling voor Amerikaansche fondsen weer zien- deroogen toe, al zou men mogen ver wachten, dat men iets geleerd heeft van de harde lessen der laatste jaren. Hieronder volgt een overzicht van 't koersverloop; 4 pet, Nederland 94%93%. 4 pet. Ned. Indië 92%91%. 4% pet, Rotterdam 91%89%90%, Ford 274%—279%. Philips' 257%—260—256%. 5' Unilever 103%104%—102%, Kon. Petr. 197—195%—198%—196%. H.V, „Amsterdam" 176%174% —177—176%, Deli Bat. Mij. 140%—138—141. v A'dam-Rubber 108%106107% —106%. Anaconda Copper 10%11%. Bethlehem Steel 21%22%. Ken. Copper 13%14%. U. S. Steel 25%—27%. de schuit immers toch nooit gezien." „En hij evenmin", zei Piet grimmig. We betaalden en toen was het groote moment van vertrek aangebroken. Alles wat versland van varen had, kwam bij den steiger kijken en Piet deed een schietgebedje, dat de motor ons niet in den steek zou laten. Hij rukte als een bezetene aan het koord en met een prachtigen zwaai schoten we het haventje uit. „Goeie reis, heeren!" Daar w,aren we al op de breede vlakte, de wind pakte het zeil, drukte de boot scheef tegen het water en aan iet roer voelde je dadelijk de kracht die ons voorstuwde. Voor ons stak het to rentje van Rijnsaterswoude boven de weiden uit, links, achter het sierlijke jachtje van den vlieger Sillevis, kwam de nieuwe zwemschool te voorschijn en daarachter lag Roelofarendsveen als een zonnig schilderijtje in een omlijsting van levend groen. „Wat zeg je van zoo'n afvaart'" vroeg Piet grinnikend. „Laa ze 't maar verbeteren", zei ik. „Kind du kannst tanzen", zong Piet en het was of hij luidkeels zijn bootje prees. „Sterntjes zijn klein, maar toch vlug ge vogeltjes, Piet." „En of", zei de kaptein tevreden. HET IN MINEUR GESTELDE VERSLAG OVER 1934 TEN OPZICHTE VAN OESTER- EN MOSSELTEELT VAN DE ZEEÜWSCHE STROOMEN EN ZEEGATEN. Mosselzaad voor oeververdedi ging. Hoewel regelmatig berichten over de oester- en mosselteelt in Zeeland in de pers verschijnen, is het niet van belang ontbloot een globaal overzicht over het jaar 1934 te publiceeren, vooral wanneer zulk een verslag komt van officieele zijde. De oesterteelt. Op de IJerseke- en Bergschebank was de visscherij op consumptieoesters van weinig beteekenis, want er waren bui tengewoon veel zaaioesters naar de an dere districten gebracht, zoodat van daar de consumptie-oesters te IJerseke kwa men en die van de IJersekebank hoofd zakelijk eerst verkocht werden, toen de oesters uit de andere districten van de hand waren gedaan. In het voorjaar lie pen de prijzen gestad'g terug, de beste afnemers waren toen Engeland en Bel gië, waarbij Engeland de betere soorten betrok. Het nieuwe seizoen begon op 7 Augs. met verzendingen naar België. Tenge volge van de hooge prijzen, vastgesteld door de vereeniging V.E.B.O., was de verzending in September slecht en ruim een millioen minder dan in September 1933. Ook de warmte van het weer deed er geen goed aan, de oesters in den put moesten terug gebracht worden naar de perceelen, omdat de kwaliteit achteruit ging. Eind September verlaagde de V.E.B.O, de prijzen, omdat men vernam, dat de Fransche oesters beter en mooier van schelp waren dan de Zeeuwsche en bovendien goedkooper. Engeland bleef ook toen zeer weinig afnemen, waardoor ook in October de verzending gering was en er in deze maand ruim een mil- 'ioen oesters minder weg gingen dan in het vorige jaar. In November ging het wat beter maar toch werden er in die maand nog 766,366 oesters m'nder ver zonden dan in het vorige jaar. Zooals bekend, is ter beteugeling van 4e onderlinge concurrentie de verzen ding sedert 2 December 1934 aan ban den gelegd en gebonden aan door de stichting Nederlandsche visscherijcen- trale af te geven uitvoervergunningen. In December viel de verzending nogal mee en werden ruim 3 millioen oesters naar binnen- en buitenland verzonden. België was hiervan de grootste afneem- ster en onderling werden er 1,093,979 stuks verhandeld. In het district Ooster-Schelde weste lijk deel namen meerdere oesterkwee kers wegens de slechte uitkomsten op de IJersekebank en de goede uitkomsten op de mosselperceelen in 1933, mossel- gronden beneden Zierikzee in gebruik. Aangezien er onder de oesters, die in de putten stonden, groote sterfte was, werden deze zoo spoedig mogelijk op de perceelen gebracht, zoodat men in Febr. en begin Maart al veel oesters in de Zandkreek, het Couweveer en de Ham men uitzaaide. Alle oesters, ongeveer 38,758,205 stuks, waren einde April uit- Zoo voeren wij op dien warmen zo merdag door de meermonding, het Pad- degat, langs Woudwetering en Heimans wetering voorbij het baken van de luchtschepen. „Vindt je mijn scheepje niet mooi, met zijn mast en zijn zeilen?" vroeg Piet. Het is alleen maar lastig, dat ze nou al die bruggen voor ons moeten open draaien. Daar is er al één. Hij zette een schippershoorn aan den mond en blies zoo hard, dat 't in Woubrugge ge hoord kon worden. „All right, de brug gaat open, Piet", zei ik. „Maar vooreerst nog niet", zei Piet, want de brugwachter keek belangstel lend naar een verzameling bakkerskar ren en een paar vrachtautos, die alle maal nog over de brug moesten komen en stak toen op zijn dooie gemak een pijp op. „Wat doen we nou?" vroeg ik, want we stoven met groote vaart op de brug af. „Motor stopzetten", zei Piet. „Tegen een brugwachter is niks te beginnen. Je hebt er goeie en kwaaie, maar kwaaie het meest." Tjeerd. fWordt vervolgd i

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1935 | | pagina 5