;soni
ionen
'I
KRONIEK van den DAG.
Met 't Sterntje over stille
en woelige wateren.
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEÜWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN ZATERDAG 24 AUGUSTUS 1935. No. 199,
eoord
I tintin m' gratis verzorgingsaanwijzing
bij de Bloem- en Zaadwinkels.
FINANCIEEL ECONOMISCH
WEEKOVERZICHT.
- - i
J Echt leeren
lullmankussen,
1, zeer nieuw,
28.50. Hoek-
^abriëlse, o. h,
Durg.
m
miiaviisa&fe
I gezocht van
leef). Seisweg
fVER. Zondag
|estatiemarsch
op Zoom.
en ini. aan 't
iet „Speciaal
liddelburg.
)IUM. Occul-
|et in trance
raad in alle
9 uur Em-
en. Ook Zon-
I Maandag.
I De Pelikaan.
|dam 2.50
met bezoek
2. Kaarten
Gravenstr.
PCHE BOND.
jste beperking
inlichtingen
Mejuffrouw
[ade O 278,
|delburg.
„De Onder
inaar Brussel,
Lunchroom
Tel. 418, Mid-
LR. lederen
.50. gaaf al-
naar Z. Be-
lan de drui-
|n reisbureau
]irg. Tel. 688,
)e Pelikaan,
ir Belgische
[foute. Heijst
len Hoogen
I (Alles inb.)
preau, M'brg
lor Zuid-Be-
|rs. Dinsdag-
Boes. Vertr.
Walcheren,
ter, Potten-
blef. 110.
Uitgestr.
ook gem.
tel. 1152.
at Kurhaus
ir men zich
ook diëet-
GRAAFF.
e« Nieuw
ionprijs f 4
Schitt. gel.
is. Pension
arief. Ten-
ïlefoon 46.
Centrale
m, Garage,
Avenarius.
Duitschland in een financieele
Impasse. De financiering der
werkverschaffing loopt vast
Voortdurende verslechtering
der transferregeling.
De rede van dr. Schacht ter gelegen
heid van de opening van de jaarmarkt
te Koningsbergen heeft een scherp licht
geworpen op de financieele moeilijkhe
den, waarmede Duitschland te kampen
heeft. Nieuws bevatten zijn mededeelin
gen, voor wie de economische en finan
cieele ontwikkeling van het Nationaal-
Socialistische Rijk nauwlettend heeft
gadegeslagen, wel niet. Het is vooral de
toon, waardoor deze rede zich onder
scheidt van zoovele harer voorgangsters
die wijst op den noodtoestand der Duit
sche financiën.
De vele keeren, dat dr. Schacht zich
reeds bezig heeft gehouden met het
vraagstuk der buitenlandsche schulden
van Duitschland, heeft hij altijd het,
voor de buitenlandsche crediteuren zoo
irriteerende, standpunt gehuldigd, dat
het eigenlijk de schuld van het buiten
land was, dat Duitschland in 't moeras
was geraakt. Het buitenland had
aan Duitsche openbare lichamen
en ondernemingen maar raak ge
leend, vaak voor onproductieve uitga
ven, en had hiermede aan de Duitsche
„Volkswirtschaft" in zijn geheel al een
heel slechten dienst bewezen; het moest
nu maar zelf de wrange vruchten van
zijn vroegere royaliteit plukken. Bij deze
redeneering werd, niet alleen de volko
men aansprakelijkheid van de geldne-
mers over het hoofd gezien, maar werd
er bovendien geen rekening mede ge
houden, dat de leeningen in vele gevallen
verstrekt waren aan ondernemingen of
lichamen, die de gelden gebruikt hadden
voor doeleinden, welke hun rente zeer
goed opbrachten- Ook al is er geenerlei
sprake van betalingsonmacht van den af
zonderlijken Duitschen debiteur, al zijn
de voor de onderhavige leening gestelde
zekerheden volkomen safe, dan nog kan
de buitenlandsche crediteur het hem
toekomende bdrag niet of niet ten vol
le ontvangen. Het voldoen v,an schulden
aan het buitenland buiten den weg
van de Konversionskasse om die den
buitenlandschen crediteur slechts min
derwaardige Marken overhevelt,
wordt in Duitschland zelfs als de groot
ste misdaad gestraft.
Dat het buitenland onder deze om
standigheden in het geheel niets meer
er voor voelt, nieuwe leeningen aan
Duitschland te verstrekken, ligt voor de
hand. Aan een in staat van faillissement
verkeerenden debiteur, en daarmede
komt de positie van Duitschland feite
lijk overeen, geeft men nu eenmaal
geen nieuw geld ter leen. Toch schijnt
dr. Schacht de hoop op financiëele hulp
uit het buitenland nog niet te hebben
opgegeven. Men kan dit opmaken uit
den voor zijn doen opmerkelijk vrien
delijken toon dien hij in zijn bovenbe
doelde rede tegenover de buitenland-
sche crediteuren heeft aangeslagen.
„Wij zullen iniet vergeten*', aldus
dr. Schacht, dat onze buitenlandsche
schuldeischers niet de regeeringen zijn,
maar duizenden burgers, die ons hun
spaarpenningen hebben geleend en
waaronder zich talrijke Duitschgezinden
bevinden, die er van overtuigd waren,
dat zij ons met deze leeningen hielpen".
Hij gaat zelfs zoo ver, het „ten zeerste
te betreuren", dat Duitschland op het
oogenblik niet in staat is aan zijn ver
plichtingen ten opzichte van het buiten
land te voldoen en hij verklaart, onver
poosd verder te zullen doen wat mo
gelijk is. om de bestaande schulden af
te lossen.
Of dit „liebaugeln" naar buitenland
sche geldgevers het gewenschte resul
taat zal hebben, moet wegens, de met
Duitsche credieten opgedane ervaringen
ten zeerste worden betwijfeld. Dat dr.
Schacht, de man van de economische en
financiëele realiteit, toch er op uit is,
het buitenland gunstig te stemmen, hulp
zoekende daar, waar deze nauwelijks te
den Boer,
Bruggen-Misère.
IV.
Het zonnetje zette den volgenden
morgen alles in gouden gloed en het
Brasemermeer leek een reusachtige vij
ver vol vloeibare diamanties
We hadden onze We' vaarspullen
aan, lichte broeken witte bootschoen
tjes en smettelooze hemden en Piet met
zijn kapiteinspet op had meer van den
commandant van de Mamix dan van
den schipper van een vijf Meter open
sloepje.
Wij ontbeten met gramofoonmuziek
en daarna ging Piet den mast opzetten
en alles aan boord voor de afvaart in
orde te brengen.
„Zou d'r hier niet een broekriem te
krijgen zijn?", vroeg hij, telkens naar
zijn pantalon grijpend. „Ik heb dat ding
zeker in Middelburg laten liggen."
In Oude Wetering, vertelde de ober,
was er een zekere Jansen, als maar
door de vaart langs en dan een van de
laatste huizen en die verkocht alles.
Het dorp bestaat uit een lange rij
huizen en tusschen die huizen en de
verwachten is, wijst er wel op, hoe hoog
de nood gestegen is. Tot nu toe zijn de
Rijksuitgaven tot stimuleering van de
bedrijvigheid bestreden uit het kunstig
opgezette gebouw van „Arbeitsbesc'naf-
fungs'-wissels, „Steuergutscheine" enz.,
het plaatsen van schatkistwissels op de
open geldmarkt, het opnemen van lee
ningen bij banken en spaarbanken. Dit
gebouw, dat veel van een kaartenhuis
heeft, dreigt thans te zullen ineenstor
ten. De vooruitbetaling van toekomsti
ge belastingen in den vorm van „Steuer
gutscheine" kan niet tot in het oneindi
ge worden voortgezet en begint zich
reeds te wreken door een verzwakking
van de financiëele positie des Rijks
tengevolge van een vermindering der
belastingopbrengst. De banken zijn bij
de credietverstrekking aan het Rijk tot
de uiterste grenzen van hun draagkracht
gegaan en ook de Rijksbank kan niet
verder gaan met het verdiscontceren
van schatkistpapier, resp. 't „creëeren'
van nieuwe geldmiddelen voor de fi
nanciering der werkverschaffing, zon
der de door dr. Schacht verafschuwde
inflatie in het leven te roepen. Rest de
mogelijkheid, om ook in de naaste toe
komst nog schatkistpapier bij het pu
bliek te plaatsen, resp. over te gaan tot
consolideering van de reeds aangegane
vlottende schuld, teneinde lucht te krij
gen voor het onderbrengen van nieuw
papier op korten termijn en aldus de
financieringsmachine loopende te hou
den.
Hier zien de Duitsche machthebbers
zich echter geplaatst voor het wantrcm
wen van het publiek in hun financiëele
en muntpolitiek, een wantrouwen, dat
maar al te gewettigd is. De onvoldoende
mededeelingen omtrent de financiëele
positie des Rijks moeten dit gebrek aan
vertrouwen wel aanwakkeren. De Duit
sche begrooting, op zich zelf reeds zeer
onoverzichtelijk, geeft in het geheel
geen beeld van den werkelijken toe
stand, omdat de financiering der werk
verschaffing buiten het budget om plaats
heeft. Het op 31 Maart 1935 geëindigde
boekjaar toonde een slechtst betrekke
lijk klein tekort aan van ca. 400 millioen
Mark. Voor de bedragen, welke ter fi
nanciering van de werkverschaffing zijn
opgenomen, is men op ramingen aange
wezen. Een als vrij betrouwbaar te be
schouwen schatting geeft voor werkver
schaffing in den eigenlijken zin een be
drag aan van 3milliard Mark, voor
ondersteuning va,n export 1 milliard,
voor economische weerbaarheid 7 mil
Hard, en voor expansie van „Ersatz"-
industriëen 1% milliard, in totaal dus
een bedrag van 13 milliard Mark.
Zelfs wanneer het Duitsche publiek
bereid zou zijn, consolidatie-leeningen
voor dit bedrag op te nemen, is het de
vraag, of het hiervoor beschikbare
spaarkapitaal voldoende zou zijn. De
pogingen, om vast te houden aan het
bestaande levenspeil van de Duitsche
bevolking, waar in men overigens
niet eens geslaagd is, hebben geleid
tot een, nog steeds toenemende, intering
van kapitaal, waardoor ook de mogelijk
heid van het opnemen van nog meer ge
dwongen leeningen beperkt is.
De wissels op de toekomst, die de
Duitsche machthebbers voor het finan
cieren der werkverschaffing hebben ge
trokken, zullen in de naaste toekomst
geleidelijk komen te vervallen. Gehono
reerd zullen zij zeker niet kunnen wor
den, maar ook de verlenging ervan zal
moeilijk, zoo niet onmogelijk blijken te
zijn.
WAS-en W&INGMACHINES
(Ingez. Med.)
vaart ligt een smalle weg vol scherpe
bazaltsplinters, die in het rubber van
de schoenen dringen.
De dorpelingen kijken onder en bo
ven hun gordijntjes uit om niets te ver
liezen van het gezicht op een vreemde
ling en een schoolmeester, die juist zijn
fluitje zou gebruiken om zijn overal ver
spreide schaapjes weer bijeen te blazen,
haalde het instrument van verbazing
weer uit zijn mond en omdat de weg
nogal recht was en hij me een heelen
tijd kon nakijken, duurde het vrije speel
kwartier dien morgen minstens acht
tien minuten.
Een stevige dame zat in den kruide
nierswinkel van Jansen tusschen twee
stapels biskwie-trommels en las haar
boodschappenlijstje voor. „Eén pakje
bleekpoeder en een half pond groene
zeep en vier eieren, maar niet van die
kleintjes en laat 'k eens kijken, bennen
d'r nog van die ananaszuurtjes?"
„En U"? vroeg de jongste bediende,
omdat het boodschappenlijstje nog niet
afgewerkt was en de klant ook wel
eens zou willen weten wat ik op mijn
hard had.
„Een riem zei ik, „voor een middel-
dikke meneer, niet te lang en niet te
kort, de riem bedoel ik."
De jongste bediende keek den chef
aan.
de oplosbare KUNSTMEST
Onif flM voor kamerplanten, 40 ct. p. fL
(Ingez. Med.)
Voor Nederlandsche houders van
Duitsche leeningen hebben de toene
mende financieele moeilijkheden van
Duitschland zich weerspiegeld in een
voortdurende verslechtering der trans
ferregeling. Werd aanvankelijk nog het
geheele verschuldigde rentebedrag, zij
het met aanmerkelijke vertraging, over
gemaakt, voor het van 1 Juli 1934 tot
30 Juni 1935 loopende jaar gold reeds
de bepaling, dat een maximum van 4 54
pet. aan rente zou worden voldaan. Voor
bedragen boven 4)4 pet. was in een uit-
keering voorzien, die als gedeeltelijke
amortisatie van de hoofdsom zou die
nen. In werkelijkheid heeft deze uitkee
ring nooit plaats gehad. Houders kun
nen thans voor het verschil tusschen
4% pet.,, en het totale rentebedrag
(maximum vastgesteld op 6 pet.) zg. „Hol
landmarken" of „Creditsj^errmarken"
ontvangen, die tegen nog geen 20 cent
per stuk worden verhandeld.
In de nieuwe transfer-regeling die van
1 Juli 1935 tot 30 Juni 1936 loopt, is
het percentage der over te maken rente
dat in contanten betaald wordt, ver.
laagd tot 3% pet. Voor zoover de ren
te op Duitsche obligatiën de 314 pet
te boven gaat (en dit is voor alle in Ne
derland gep'aatste leeningen het geval
wordt deze meerdere rente, met een
maximum van 2 pet. „voldaan" in den
vorm van Hollandmarken of in „Fun-
dingobligatiën" met een rente van 4 pet
en een looptijd van tien jaar. De koers
waartegen deze „funding-obligatiën" te
verkoopen zullen zijn, wordt geraamc
op ca. 30 pet. De regeling komt dus
hierop neer, dat houders van een 6 a 7
pet. Duitsche obligatie inplaats van f 60
a f 70 per jaar ontvangen: f 35 plus f.6
(nl. ca. 30 pet. van f 20.) Hoe de volgen
de transferregeling er zal uitzien, en of
de thans geldende het zelfs een gehee
jaar zal uithouden, zal van de verdere
financieele en economische ontwikke
ling van Duitschland afhangen, waarme-
mede de ontwikkeling van den Duitschen
buitenlandschen handel, die de noodige
„deviezen" moet verschaffen, zoo'n nauw
verband houdt.
In de noteeringen van Duitsche obli
gatiën ter beurze is slechts weinig be
weging en er gaat nagenoeg niets in om
Ook overigens was de handel op de obli-
gatiem,arkt in de afgeloopen week ge
ring. Een nieuwe stijging van de geld
koersen heeft de terughoudendheid nog
in de hand gewerkt en heeft eenigen
druk uitgeoefend op de koersen van
staats- en gemeenteleeningen. Prolonga-
tiegeld is niet onder de 514 pet- verkr,g
baar; particulier disconto noteert weer
4% a 5 pet., waarmede het officieele
disconto van de Nederlandsche Bank
bijna is bereikt. Van een verdere ver
laging der officiëele rentetarieven kan
dan ook voorshands geen sprake z'ijn
Voor de nieuwe uitgifte van schatkist-
papier werd de rentevoet met 14 pet
verhoogd, zoodat die voor de éénjarige
biljetten op 314 pet. werd gesteld, voor
de drie- en vijfjarige biljetten op 4 pet.
zonder dat dit de inschrijving tot een
succes heeft kunnen maken.
De groote geldgevers blijven bedacht
op een zoo groot mogelijke liquiditeit
Tijdens de jongste crisis hebben de ban
ken ondervonden, dat zij aan plotselinge
groote opvragingen van tegoed kunnen
worden blootgesteld, terwijl de verzeke-
ringsmijen middelen beschikbaar moeten
houden voor de aanvragen tot het be-
leenen van polissen, die in tijden van
valuta-vrees veel omvangrijker zijn dan
onder normale omstandigheden. De hy
potheekbanken zijn als geldgevers reeds
geruimen tijd uitgeschakeld. Blijven de
Rijksfondsen, die echter grootendeels
door de geldbehoeften van de openbare
„Die verkoopen we niet", zei de chef,
wel ansichten."
„Wachteris", zei de klant, „gaat U
eens naar Dinges, die heeft ze geloof
ik wel."
Dus ging ik op zoek n,aar Dinges, die
ze inderdaad had en ik verraste den
kapitein met een keurig cadeautje. Het
paste precies en het had een prachtige
vergeet-mij-nietjes-kleur.
„Souvenier van Oude Wetering", zei
ik, „een klein geschenk van een dank
baren passagier."
„Goedenmorgen", zei de meneer met
het hoedje, die nog eens kwam buurten
en hij liet opnieuw zijn blikken critisch
over ons bootje gaan.
„Hoe lang is dat jachtje, meneer?"
„Vijf Meter", zei Piet.
„En hoeveel zeil heeft U daar op?"
„Vijftien en een halve Meter."
„Juist, juist", zei de vriendelijke be
zoeker. „Ik heb ook eens zoo'n bootje
gehad. Dat was tien Meter lang, met
dertig Meter zeil. Goeien morgen, hee-
li
ren.
,,'t Valt me reusachtig mee", zei ik
toen hij weg was.
„Wat?" vroeg Piet.
„Wel, dat hij maar tien Me'er zei.
Hij had net zoo goed een boot van twin
tig Meter kunnen hebben. We hebben
lichamen in beslag worden genomen.
Aan de hierdoor ontstane geldschaarschte
moet het worden toegeschreven, 'dat
sommige gemeenten, die hun dringen
de geldbehoefte dekken door het uitge
ven van papier met korten looptijd, daar
op een rente van ruim 5 pet, hebben te
vergoeden, wat weer een gunstige uit
werking heeft op den koersstand van
gemeenteleeningen.
Vermoedelijk zal de toestand der
geldmarkt wel gespannen blijven, totdat
aan het eind der volgende maand meer
zekerheid zal zijn verkregen over de
houding van de Kamer tegenover de
nieuwgevormde regeering, en de vrees
voor een wijziging in de valuta-politiek
verdwijnt.
Op de aandeelenmarkt was de stem
ming, na eenige aarzeling, opnieuw vast,
zonder dat het echter tot verdere be
langrijke koerstijgingen is gekomen.
Een koersverbetering voor aandeelen
Koninklijke werd* tegengehouden door
berichten uit Amerika, volgens welke
de structuur van de benzinemarkt op 't
oogenblik zeer wankel is. De opening
van nieuwe petroleumvelden, die een
zeer groote productie beloven te heb
ben, dreigt tot een nieuwe verstoring
van het evenwicht op de markt voor
ruwe olie te zullen leiden. Men hoopt
thans in Amerikaansche petroleumkrin-
gen, dat het Congres de door President
Roosevelt gewenschte petroleumwetge-
ving zal aannemen en dat deze actie
samen met de wetten in de verschillen
de afzonderlijke staten, die de petro-
leumproductie regelen, er in zal slagen
de productie van petroleum in overeen
stemming te houden met het verbruik.
Van industriëele aandeelen zijn de
leidende fondsen, Philips' en Unilever
niet belangrijk in koers veranderd, al
viel er tegen het midden der week weer
wat meer vraag te constateeren, met
name voor Unilever.
Aandeelen Ned, Scheepsbouw werden
in het geheel niet beinvloed door het be
richt dat de Koninklijke-Shellgroep drie
nieuwe tankschepen bij haar besteld
heeft- Men neemt aan, dat ook deze or
ders zonder winst worden uitgevoerd en
slechts zijn aanvaard, om het bedrijf
gaande te houden.
De belangstelling voor cultuurwaar
den was ook in de afgeloopen week ge
ring. Na een aanvankelijke lichte koers
daling trad eenig herstel in, zonder dat
hiervoor speciale oorzaken waren aan
te geven. De rubbernoteering is nauwe
lijks veranderd; men hoopt in rubber
kringen echter op een geleidelijke ver
betering, naarmate de restrictie verder
gaat doorwerken en het verbruik toe
neemt. Voor dit laatste bouwt men zijn
verwachtingen voornamelijk op de uit
breiding van de auto-productie in de
Ver. Staten. In de laatste weken is de
bedrijvigheid in de Amerikaansche auto
mobielindustrie weliswaar verminderd;
men neemt echter aan, dat dit verband
houdt met de voorbereidingen, die wor
den getroffen voor de fabricage van
nieuwe modellen- Ondanks de geringere
vraag naar staal van de zijde der auto
mobielindustrie is de bedrijvigheid in de
Amerikaansche staalindustrie verder
toegenomen- De desbetreffende berich
ten hebben geleid tot een herleving van
de vraag naar staal-aandeelen op de
New-Yorksche beurs, wat ook op de
overige afdee ingen een gunstigen in
vloed heeft gehad. Men begint zich in
Amerika reeds bezorgd te maken over
de herleving van de speculatie. Welis
waar heeft deze nog niet zoo'n grooten
omvang aangenomen als in vroegere
jaren, maar men vreest, dat zij te veel
op de ontwikkeling vooruitloopt en her
innert zich maar al te goed, welken sto
renden invloed de speculatie met haar
plotselinge verschuivingen van inkomen
op de economische stabiliteit van het
!and kan hebben. Ook hier te lande
neemt de speculatieve belangstelling
voor Amerikaansche fondsen weer zien-
deroogen toe, al zou men mogen ver
wachten, dat men iets geleerd heeft van
de harde lessen der laatste jaren.
Hieronder volgt een overzicht van 't
koersverloop;
4 pet, Nederland 94%93%.
4 pet. Ned. Indië 92%91%.
4% pet, Rotterdam 91%89%90%,
Ford 274%—279%.
Philips' 257%—260—256%. 5'
Unilever 103%104%—102%,
Kon. Petr. 197—195%—198%—196%.
H.V, „Amsterdam" 176%174%
—177—176%,
Deli Bat. Mij. 140%—138—141. v
A'dam-Rubber 108%106107%
—106%.
Anaconda Copper 10%11%.
Bethlehem Steel 21%22%.
Ken. Copper 13%14%.
U. S. Steel 25%—27%.
de schuit immers toch nooit gezien."
„En hij evenmin", zei Piet grimmig.
We betaalden en toen was het groote
moment van vertrek aangebroken.
Alles wat versland van varen had,
kwam bij den steiger kijken en Piet
deed een schietgebedje, dat de motor
ons niet in den steek zou laten. Hij
rukte als een bezetene aan het koord
en met een prachtigen zwaai schoten we
het haventje uit.
„Goeie reis, heeren!"
Daar w,aren we al op de breede
vlakte, de wind pakte het zeil, drukte
de boot scheef tegen het water en aan
iet roer voelde je dadelijk de kracht die
ons voorstuwde. Voor ons stak het to
rentje van Rijnsaterswoude boven de
weiden uit, links, achter het sierlijke
jachtje van den vlieger Sillevis, kwam
de nieuwe zwemschool te voorschijn en
daarachter lag Roelofarendsveen als een
zonnig schilderijtje in een omlijsting van
levend groen.
„Wat zeg je van zoo'n afvaart'" vroeg
Piet grinnikend.
„Laa ze 't maar verbeteren", zei ik.
„Kind du kannst tanzen", zong Piet
en het was of hij luidkeels zijn bootje
prees.
„Sterntjes zijn klein, maar toch vlug
ge vogeltjes, Piet."
„En of", zei de kaptein tevreden.
HET IN MINEUR GESTELDE
VERSLAG OVER 1934 TEN OPZICHTE
VAN OESTER- EN MOSSELTEELT
VAN DE ZEEÜWSCHE STROOMEN
EN ZEEGATEN.
Mosselzaad voor oeververdedi
ging.
Hoewel regelmatig berichten over de
oester- en mosselteelt in Zeeland in de
pers verschijnen, is het niet van belang
ontbloot een globaal overzicht over het
jaar 1934 te publiceeren, vooral wanneer
zulk een verslag komt van officieele
zijde.
De oesterteelt.
Op de IJerseke- en Bergschebank was
de visscherij op consumptieoesters van
weinig beteekenis, want er waren bui
tengewoon veel zaaioesters naar de an
dere districten gebracht, zoodat van daar
de consumptie-oesters te IJerseke kwa
men en die van de IJersekebank hoofd
zakelijk eerst verkocht werden, toen de
oesters uit de andere districten van de
hand waren gedaan. In het voorjaar lie
pen de prijzen gestad'g terug, de beste
afnemers waren toen Engeland en Bel
gië, waarbij Engeland de betere soorten
betrok.
Het nieuwe seizoen begon op 7 Augs.
met verzendingen naar België. Tenge
volge van de hooge prijzen, vastgesteld
door de vereeniging V.E.B.O., was de
verzending in September slecht en ruim
een millioen minder dan in September
1933. Ook de warmte van het weer deed
er geen goed aan, de oesters in den put
moesten terug gebracht worden naar de
perceelen, omdat de kwaliteit achteruit
ging. Eind September verlaagde de
V.E.B.O, de prijzen, omdat men vernam,
dat de Fransche oesters beter en mooier
van schelp waren dan de Zeeuwsche en
bovendien goedkooper. Engeland bleef
ook toen zeer weinig afnemen, waardoor
ook in October de verzending gering
was en er in deze maand ruim een mil-
'ioen oesters minder weg gingen dan in
het vorige jaar. In November ging het
wat beter maar toch werden er in die
maand nog 766,366 oesters m'nder ver
zonden dan in het vorige jaar.
Zooals bekend, is ter beteugeling van
4e onderlinge concurrentie de verzen
ding sedert 2 December 1934 aan ban
den gelegd en gebonden aan door de
stichting Nederlandsche visscherijcen-
trale af te geven uitvoervergunningen.
In December viel de verzending nogal
mee en werden ruim 3 millioen oesters
naar binnen- en buitenland verzonden.
België was hiervan de grootste afneem-
ster en onderling werden er 1,093,979
stuks verhandeld.
In het district Ooster-Schelde weste
lijk deel namen meerdere oesterkwee
kers wegens de slechte uitkomsten op
de IJersekebank en de goede uitkomsten
op de mosselperceelen in 1933, mossel-
gronden beneden Zierikzee in gebruik.
Aangezien er onder de oesters, die in
de putten stonden, groote sterfte was,
werden deze zoo spoedig mogelijk op de
perceelen gebracht, zoodat men in Febr.
en begin Maart al veel oesters in de
Zandkreek, het Couweveer en de Ham
men uitzaaide. Alle oesters, ongeveer
38,758,205 stuks, waren einde April uit-
Zoo voeren wij op dien warmen zo
merdag door de meermonding, het Pad-
degat, langs Woudwetering en Heimans
wetering voorbij het baken van de
luchtschepen.
„Vindt je mijn scheepje niet mooi,
met zijn mast en zijn zeilen?" vroeg Piet.
Het is alleen maar lastig, dat ze nou al
die bruggen voor ons moeten open
draaien. Daar is er al één. Hij zette
een schippershoorn aan den mond en
blies zoo hard, dat 't in Woubrugge ge
hoord kon worden.
„All right, de brug gaat open, Piet",
zei ik.
„Maar vooreerst nog niet", zei Piet,
want de brugwachter keek belangstel
lend naar een verzameling bakkerskar
ren en een paar vrachtautos, die alle
maal nog over de brug moesten komen
en stak toen op zijn dooie gemak een
pijp op.
„Wat doen we nou?" vroeg ik, want
we stoven met groote vaart op de brug
af.
„Motor stopzetten", zei Piet. „Tegen
een brugwachter is niks te beginnen. Je
hebt er goeie en kwaaie, maar kwaaie
het meest."
Tjeerd.
fWordt vervolgd i