SLANKE JIM
RenneV^VuT niet: het vliegt"' zeide
SPORT.
WITSTE SERI3HTEN.
iËüiii muil,
dsfi nuts.
£en nieuwe voikssiam ontdekt.
De moord op den Japanschen
generaal Nagata Een
symptoom van den strijd om de
macht tusschen de regeering en
het leger De extrimisien
schijnen het spel te zullen ver
liezen Maar het Japansche
imperialisme is daarmee niet
dood.
De moord te Tokio, op den generaal-
majoor Nagata, toont aan, hoe fel op 't
oogenblik in Japan de strijd om de
macht woedt. Het geval houdt nvl. on
middellijk verband met de pogingen van
de Japansche regeering, om het leger,
dat al een paar jaar lang, op eigen
houtje aan politiek doet, weer onder
den duim te krijgen. Het optreden van
de Japansche militairen in Mantsjoerije
en China vormt een aaneeengeschakel-
de reeks van eigengereidheden, welke
te Tokio soms met angst en beven wer-
den geslagen. De Japansche regeering j
hoewel imperialistisch genoeg, heeft
vaak gevreesd, dat er gevaarlijke ver-
wikkelingen uit dit eigengereide optre
den zouden voortvloeien (met Engeland, I
Amerika en Rusland). Tot dusver is het
echter goed gegaan. Mantsjoerije werd j
een Japansche vazalstaat en in Noord- j
China moeten de autoriteiten naar het
pijpen der Japansche militairen dansen.
Zonder al te groote inspanning en zon
der in botsing met gevaarlijke tegen
standers te komen, heeft men dat klaar j
gespeeld. Het operatie-terrein voor dit j
soort van dingen lijkt nu verder alevel j
beperkt. Zou Japan het lucratieve spel
letje op denzelfden voet nog wat willen
voortzetten, dan werd de kans op een
gewapend conflict met goed toegeruste
vijanden zeer waarschijnlijk. Een op
dringen in Mongolië, aan de grenzen van
welk land de Japansche legers thans
toe zijn, zou vermoedelijk een oorlog
met de Russen, die hier groote belangen
hebben, in 't leven roepen en verdere
penetratie in China moet evenmin mo
gelijk geacht worden zonder heel groot
risico. Vermoedelijk heeft deze staat
van zaken (mitsgaders de omstan
digheid, dat de militare inspanning ont
zaglijk veel geld heeft gekost) de Japan
sche regeering aanleiding gegeven, om
nu eindelijk eens met kracht op te tre
den tegen de militaire machten, die zon
der de regeering te raadplegen hun slag
plegen te slaan. Sinds eenigen tijd ver
nam men van opzienbarende mutaties in
de hooge legerleiding. Stelselmatig ver
dwenen er lieden van vooraanstaande
posten en vonden overplaatsingen
plaats. Zoo werd eenigen tijd geleden de
inspecteur-generaal van het militair on
derwijs, een der ergste „D'raufganger"
op pensioen gesteld. De man, die dit een
en ander wist te bewerkstellingen, is de
minister van oorlog, Hayasji, en een van
zijn voornaamste medewerkers was ge-
neraal-majoor Nagata.
De moord op den laatsten nu moer
beschouwd worden als een wraakneming
van de extrimisten. In hoeverre er een
complot is geweest, dat zich van den
adjudant van generaal Nagata, die den
moord pleegde als een willig werktuig
wist te bedienen, valt niet na te gaan.
Het heet, dat de moordenaar door ip-
hitsende lectuur „misleid" zou zijn ge
worden, maar dat klinkt niet bijster ge
loofwaardig. Trouwens dan nog dienden
de werkelijke schuldigen bij de extre
mistische militaire kliek gezocht te
worden, aangezien deze de ophitsende
lectuur verspreidde.
De minister van oorlog, heeft in ver
band met de misdaad zijn ontslag aan
geboden, doch de Japansche keizer
heeft dat niet willen aanvaarden. De Mi
kado steunt dus de politiek der gematig
de richting. Dat is niet voordeelig voor
de extremisten. Hun wandaad lijkt zich
in haar gevolgen tegen hen zelf te zullen
keeren. De zuivering bij het leger zal
nu wel met kracht verder ter hand ge
nomen worden.
Dat beteekent intusschen nog lang
niet, dat het Japansche imperialisme
nu aan banden zal worden gelegd. Ten
eerste hebben de mutaties zich tot dus
ver nog niet uitgestrekt tot de directe
leiding van het leger in Mantsjoerije en
China (het z.g. Kwantoengleger). Het
blijft daarom de vraag, of deze in haar
schulp zal kruipen, nu ze haar steun in
den rug te Tokio heeft verloren. Maar
ten andere: de Japansche regeering
zelf is bij lange na niet van veroverings
zucht gespeend. Vermoedelijk staat de
zaak zoo, dat de regeering de uitbrei
ding van de Japansche macht in het
Verre Oosten wat voorzichtiger ter
hand wil nemen dan de militairen. In
elk geval is minister Hayasji een voor
stander van verbetering en modernisee
ring van het leger, zulks vooral met het
oog op de militaire ontwikkeling van
Sovjet-Rusland. Die moderniseering
dient z.i. te geschieden, voordat men
zich in verdere avonturen begeeft.
Ontwikkelde landbouwers, leven
de in 'n gebied van overvloed.
De Engelschman Jack Hides, een re-
geerings-ambtenaar op Papoea, het zui
delijk deel van Nieuw Guinea, (ten O.
Viin Ned. Indië), dat bestuurd wordt als
een Australische kolonie, heeft een on-
derzoekingsreis van acht maanden ge
maakt in 't binnenland en daarbij een
tot dusver onbekend volk ontdekt, dat
sterk afwijkt van de Papoea's of ande
re bekende passen. Het volk heeft een
lichtbruine huidskleur met bruine oogen,
is kort van bouw en heeft o.a. door de
hooge jukbeenderen een Aziatisch uiter
lijk. Zij wonen ten zuiden van den berg
Hagen. Hides, vergezeld van een officier
en de noodige inlandsche politieagenten
en dragers, waren in December uit Port
Moreby vertrokken en per schoener
eerst de Fly en vervolgens haar zijstroom
de Strickland opgevaren. Vandaar zet
ten zij hun reis stroomopwaarts voort
met kano's, v/aarbij zij verscheidene
stroomversnellingen hadden te overwin
nen. Zij ontdekten een zijrivier van de
Strickland, die uit het Oosten kwam.
Na deze ongeveer 65 km te hebben op
gevaren, trokken zij te voet het land in.
Zij hadden het hier hard te verantwoor
den en doorkruisten een gebied van
kalksteenen kraters zonder water en
met geen ander dierlijk leven, dan bui
deldassen en pitots. Zoo kwamen zij
op de grens van de waterscheiding en
zagen daar een breede rivier, die in
zuid-oostelijke richting liep en die zij
Ryan doopten. Toen zij de noordelijke
helling van de waterscheiding afdaal
den zagen zij een schoon heuvelachtig
landschap met bruine en groene vakke-|
bouwland, doorsneden door w.ateren.
De Ryan ontspringt op een meer dan
2000 meter hoogen berg, waar de ex
peditie in een aardbreuk zeeschelpen
vond. Achter dezen berg lagen nog meer
bouwlanden.
De inwoners waren aanvankelijk ver
schrikt, maar deden daarna wat vrien
delijker. Hun opperhoofd, een prachtig
gebouwd man, gaf door gebaren aan de
patrouille te kennen, dat zij zich in een
land van overvloed bevonden. Den vol
genden dag trachtte ditzelfde opper
hoofd de mannen in een hinderlaag te
lokken, maar toen de patrouille eenige
revolverschoten had gelost werd hi;
weer wat vriendelijker. De patrouille
passeerde noordwaarts gaande eerst
parkachtige boerderijen en later dalen,
zonder dorpen, maar telkens voorzien
van een boerderij. Rond elke boerderi
liepen slooten ter diepte van 2 a 3
meter. De patrouille was getroffen door
de rechte lijn van deze slooten en de
uitstekende bewerking van het land. De
bevolking woont niet in dorpen, maar
uitsluitend op boerderijen. Zij begraven
hun dooden in de open lucht, in houten
kisten omgeven door een houten hei
ning. Hoewel de inboorlingen over het
algemeen niet onvriendelijk w,aren, wei
gerden zij voedsel aan de patrouille met
uitzondering van enkele aardappelen
die daar in overvloed groeien en die van
uitstekende hoedanigheid zijn.
Toen de patrouille zich weer oost
waarts wendde in de richting v,an de
rivier Purari, ontmoetten zij donkerder
inboorlingen, die in een armere streek
woonden, maar veel toeschietelijker
waren en haar overvloedig van voedsel
voorzagen.
Het nieuw ontdekte volk noemt zich
zelf Tari Furora. De patrouille sch.at de
sterkte van het volk op 100,000 zielen.
Het land wordt met houten spaden be
werkt. In tegenstelling met de meeste
inboorlingen van Nieuw Guinea leeft dit
volk niet alleen van den landbouw, m.aar
doet het ook aan den boschbouw om
h,et vereischte timmerhout te krijgen,
dat met houten bijlen wordt bewerkt.
De boerderijen liggen op eenigen af
stand van een hoofdweg en zijn daar
door een oprijlaan mee verbonden. M(ti
gedoogde niet, dat de bezoekers van
den hoofdweg afweken. Bij hun nadering
liepen de menschen uit hun huizen, ge
wapend met boog en pijl en met dolken,
geslepen uit menschelijke dijbeenderen.
De vrouwen en kinderen stonden langs
den weg en gaven den vreemdelingen
te kennen, dat zij weg moesten gaan.
De Times wijdt een hoofdartikel aan
de ontdekking van Hides en spreekt
daarbij de hoop uit, dat men dit volk
in zijn gelukkigen staat van afzondering
zal laten en er voor zal waken, dat zij
door aanraking met de Westersche cul
tuur bedorven worden. (N. R. C.)
door GEORGE OWEN BAXTER.
48).
■Hij heeft haar gestolen", zeide de
pandhmshouder, met nadruk liegende.
V1) stal het paard en hij zal vervloekt
zijn er om".
tfezien1" nooit zulk een paard
mót^'lrvt d°e ^reen e*" tusschen
Zl j f Tt WOtde' ">e had hem een
geheelen dag tusschen je vingerS( maar
je nam hem niet. Ben jij blind?"
„En jij speelde kaart met hem" ant
woordde Renney. „Vond je dl vemoï
mrag niet verdacht?"
„Hoe kwam jij aan die vermomming?
vroeg Joe Green. „Ik dacht, dat de oude
Lorenz de eenige was, die iemand zoo
kon veranderen!"
„Ik krijg van alles de schuld, hè?
vroeg Lorenz droogjes- „Wat scheelt
jullie toch? Heeft Geraldi jullie beet ge
nomen?"
„Neen, voor den duivel", antwoordde
Renney, „We hebben hem verslagen,
zoo handig en knap als hij is. We hebben
hem bij den neus gehad".
„Goed", zeide Lorenz, „en waar is hij
nu?"
„Die rijdt als de duivel om weg te
komen; hij is zeker een paar honderd
mijl hier vandaan".
„Ik hoop, dat-ie stikt", zeide Lorenz.
„Ik haat dien handigen bedrieger".
„Eenijke oude Sam", meesmuilde Joe
Green, „hij kan niet nalaten de bedrie
gers te haten! Heb je Edgar Asprey in
den laatsten tijd gezien?"
„Hij doet nooit veel zaken met mij",
antwoordde de pandhuishouder.
„Zoo? Hij zal nu gauw zaken gaan
doen. Vanmiddag om zes uur gaat hij
met mevrouw Asprey trouwen".
„Dat denkt hij", zeide Renney, „maar
we zullen eerst eens een hartig woordje
met hem spreken!"
Zij spraken verder over koetjes en
kalfjes, van den hak op den tajc sprin-
gend, maar Geraldi luisterde ontmoedigd
Als dat huwelijk zou plaats vinden, dan
was alles, wat hij gedaan had, verloren
en de zaak van Louise Asprey hopeloos
Er werd op de deur geklopt; Joe
Green ging naar buiten en kwam woe
dend terug- „Edgar Asprey is uit de stac
en zal voor vijf uur niet terug zijn. We
zullen dus den geheelen dag hier in dit
hol moeten wachten, Lorenz. Waarmee
kunnen wij ons amuseeren?"
„Een spel kaarten", opperde de heler
opgewekt. „Ga zitten, vrienden, ik zal
geven".
„Zul jij den pot houden?"
„Alleen om jullie bezig te houden".
„Jij verdomde oude opgedroogde Chi
nees, je zoudt zeker eerlijk willen spe
len, denk ik!" zeide Renney. „Laat die
Den Boer-Middelburgsche Courant elftal
R. C. S.-Veteranen 0—0.
Gisteravond vond op het Gem. Sport
terrein de returnmatch tusschen het Den
Boer-Middelburgsche Courant-elftal en
de R. C. S. veteranen uit Souburg
plaats. R. C. S. had haar verdediging
duchtig versterkt, waaraan het dan ook
wel te danken is, dat zij een gelijk spel
heeft kunnen bevechten. De strijd werd
nl. grootendeels op de R. C. S.-helft ge
voerd, waaruit de R. C. S. verdediging
echter steeds als overwinnaar te voor
schijn kwam. Zeer tactisch spelend wist
zij het aanvals-quintet der gastheeren
keer op keer in den buitenspelval te
lokken. Bovendien werd heel sporadisch
een schot gelóst; men trachtte door kort
spel den bal in het net te werken, het
geen bij zulk een goed sluitende ver
dediging nu eenmaal weinig kans op
succes had.
In de eerste helft kwam Coppejans
alleen voor den R. C. S.-keeper te staan
en schootnaast. Ettelijke malen
werd het spel wegens buitenspel onder
broken.
De tweede helft bood hetzelfde spel
beeld. Wij konden slechts een goed
schot van Boone, hetwelk de R. C. S.-
keeper nog juist corner kon werken, en
een ver schot van den R. C. S.-links
buiten noteeren, hetwelk niet moeilijk
te stoppen was. R. C. S. kan over den
uitslag tevreden zijn.
Postduiven.
Uitslag van de door de Postduiven-
vereen. „De Blauwe Doffer" te Hans-
weert op Zondag van Quievrain uit
gehouden wedvlucht. Afstand 118 km.
Ie, 5e, 10e, 25e en 36e A. de Klerk,
Hansweert, 2e, 15e, 29e en 34e F. Mod-
de, idem, 3e en 9e M. Krijnsen, Waarde,
4e F. Dommanchet, Hansweert, 6e en
16e C- Dorrepaal, Schore, 7e en 8e A
Blok, Kapelle, lie W. Krijnsen, Waarde,
12e, 21e en 22e K. G. Louisse, idem, 13e,
23e en 28e Gebr, Bruinooge, Kapelle, 14e
42e A. Verhage, Kruiningen, 17e, 19e en
24e J. P- Theenaart, HansWeert, 18e,
27e en 35e P. Sonke, Waarde, 20e en
39e F. v. d. Kreeke, Hansweert, 26e,
32e en 44e A. Krombeen, idem, 30e en
31e C- Schrier, Waarde, 33e Gebr. Cok,
Kruiningen, 37e C. Bruijnzeel, Schore,
38e G, Verstraete, Hansweert, 40e J
den Exter, idem, 41e H. Glas, Kapelle,
43e M. de Vrieze, Schore.
Eerste duif 9,47,22 h- Laatste dui
10,00,01 h.
Stayer's-wereldkampioenschap.
Te Brussel zijn gisteren de beide se- j
ries verreden voor het stayers-wereld-,
kampioenschap. In de eerste serie werd
de Nederlander Van der Wulp no. 4 op
vier ronden. Eerste was Lohman, 2
Lacquehay, 3 Ronsse. j
In de tv/eede serie plaatste Blekemo-j
len zich no. 5. Eerste w,as Wambst, 2
Metze, 3 Severgnini, 4 Seynave. De eer-j
ste drie van iedere serie komen in de
finale, i
VREEMDELINGEN DRUKTE.
Het was heden weer zeer druk in de
Zeeuwsche hoofdstad- Niet alleen van
de Belgische badplaatsen, maar ook van
andere zijden, is er een groot aantal
vreemdelingen komen opdagen. Met de
boot BreskensVlissingen zijn 3500 pas
sagiers en 119 auto's overgezet.
DE VELUWSCHE DIEVENBENDE
De eerste vonnissen.
De Zwolsche rechtbank deed heden
morgen uitspraak in de zaken tegen de
10 eerste leden der Noord-Veluwsche
dievenbende, die verleden week terecht
stond. De hoofddaders, de arbeider W.
van der Meulen uit Oldenbroek tegen
wien 4 jaar gevangenisstraf was ge-
eischt werd veroordeeld tot 4 jaar ge
vangenisstraf met aftrek van prev.
hechtenis, W. van den Bosch, arbeider
te Oldebroek, tegen wien 3 jaar en 6
maanden was geeischt tot 2 jaar en 3
maanden met aftrek van prev. Voorts
werd veroordeeld tot 3 jaar met aftrek
van prev. E. van Spijkeren, arbeider te
Doornspijk, tegen wien 3 jaar gevange
nisstraf was geeischt. Van de overige
zeven verdachten werden de stukken in
handen gesteld van den rechter-com-
missaris om een onderzoek naar hun
persoon in te stellen.
kaarten maar, ik ga wat slapen".
„Er is geen goede plaats", zeide Lo
renz haastig.
„Is er niet een hok naast de keuken?'
„Het is daar te benauwd".
„O, goed genoeg voor mij, ik ben
moe
Geraldi sloop uit het hok, deed de
deur achter zich dicht en gleed langs de
keuken. Nauwelijks was hij in de gang
verdwenen, of Renney trad- naar bui
ten, opende de deur van het kleine ka
mertje en riep dadelijk uit: „Wie is er
hier geweest, jij verraderlijke oude dief?
Hei, Lorenz, wie is hier geweest?"
„Niemand", zeide Lorenz, „niemand
behalve ik; ik heb er vanmorgen even
geslapen'"
„Je liegt", zeide Renney. „Jij slaapt
nooit, je werkt den geheelen d,ag en
blijft 's nachts op om je geld na te tellen
Ik ken jou!"
„Ook goed!" zeide Lorenz. „Zeg jij
het dan maar. Ik ben bezig, laat me
met rust!"
Renney pruttelde nog wat door en
eindelijk hoorde Geraldi, dat hij zich op
den grond neerlegde; daarop stak deze
de revolver weer in de lus onder zijn
oksel, doch bleef nog een oogenblik be
sluiteloos in de gang wachten.
Als Edgar Asprey eenmaal de twee
misdadigers hier zou ontmoeten, zou er
een heftige discussie ontstaan; Asprey
zou met recht beweren, dat hij het bloed
geld gezonden had en de anderen zouden
razen uit wantrouwen en hebzucht.
ONAANGENAME ERVARINGEN...
Tijdens de wegcontrole nabij het land
goed van den heer Cuypers o ader
Woensdrecht, heeft een rijksamb
tenaar, die per auto passeerde een min
der aangename ervaring opgedaan. Deze
ambtenaar, zekere H., die gezeten was
met nog eenige dames en kinderen in
een personen-auto en deze zelf bestuur
de, naderde het buitengoed van Cuypers-
Aldaar stond een rijksambtenaar opge
steld en ontrolde het welbekende dou
anevlaggetje, wat hiier in deze grens
streek gebruikt wordt. De heer H,, die
dacht dat het een reclameman was met
een vlaggetje voor het Zeebad de Duin-
tjes, reed kalm verder. Een dertigtal
meters verder werd toen door twee
rijksambtenaren, welke daar verdekt
stonden opgesteld, de welbekende spij
kerplank over den weg geworpen. De
automobilist, hier niet 't minst op ver
dacht, reeds pardoes in de groote spij
kers, met het gevolg dat een voorband
aan stukken sprong en een achterband
leeg liep- Er ontstond tusschen den hr.
H. en de ambtenaren een heftige woor
denwisseling, waarbij de heer H- wees
op de onpractische wijze van waarschu
wen. Hij deelde mee, zich tot hoogere
instantie te zullen wenden.
Een tweede auto naderde en heeft
blijkbaar het kleine controlevlaggetje
niet kunnen bemerken. De ambtenaren
losten toen een aantal schoten op de
auto, waarvan de bestuurder, blijkbaar
niets gemerkt heeft. Gelukkig werd nie
mand getroffen,
BUITENMAN VAN 10.000 BE
ROOFD. Maandagnacht is te Rot
terdam een buitenman weer eens .de
dupe geworden van een stelletje beroo-
vers dat langen tijd niets meer van zich
had laten hooren maar dat enkele jaren
geleden de stad permanent onveilig
maakte en om den haverklap bedragen
van duizenden guldens uit de portefeuil
Maar als Asprey weer met hen tot za
ken kwam en zich voor de tweede maal
liet aderlaten, hoe zou dan de positie
van Louise Asprey zijn? Dan zou het
huwelijk worden voltrokken, het ver
mogen zou definitief aan Edgar komen
en zes uren daarna zou hij het geheele
fortuin er door gelapt hebben. Zoodra
hij het recht verkregen had om cheques
te teekenen, zou niets hem kunnen te
rug houden. Daarom, of Robert Asprey
er later al in zou slagen om gratie te
verkrijgen, zijn vermogen zou geruïneerd
zijn en zijn levenswerk vernietigd.
Geraldi overdacht al deze mogelijk
heden en kwam tenslotte tot de conclu
sie, dat er nog een enkele schaduw van
hoop was.
HOOFDSTUK XXXVI.
Geraldi ging terug naar het grijze
paard in den kleinen geheimen stal; het
w,as gevoed en uitgerust en at met goe
de eetlust. Hij zadelde het haastig, sloop
door de achtersteeg en bereikte spoedig
het open veld- De opzichtige Mexicaan
sche kleeding had hij uitgetrokken; die
vermomming had nu geen doel meer
hij was eenvoudig Geraldi en genoeg
bekend om in gevaar te verkeeren, zoo
lang hij in deze stad bleef. Toch kon
hij niet weggaan, zonder een en ander
te hebben in orde gebracht en God ge
leidde hem ongezien uit Sankeytown.
Toen liet hij het paard op zijn gelijk
matige manier over de heuvels galop-
peeren, wanneer de wég voldoende vlak
les van argelooze boeren en buitenlui
wist te kloppen.
Dezen keer hebben zij hun operatie
terrein in 'n pand aan den open Rijs tuin
gevestigd meldt de Msb. Maandagavond
hebben zij kans gezien een buitenman
van een kapitaaltje van ongeveer tien
duizend gulden te berooven.
De politie van het bureau aan den
Oppert heeft onmiddellijk een uitge
breid onderzoek ingesteld en naar aan
leiding daarvan de 35-jarige vrouw K,
S. en den 45-jarigen J. B. A. bijgenaamd
„Koos Kootebikker" aangehouden.
Hoewel het geld, zooals gewoonlijk
nog zoek is, is het tweetal in bewaring
gesteld.
BEROOVING. Een buitenman is!
op bezoek geweest in een p.and aan de
Tuindêrstraat te Rotterdam. Na
zijn vertrek miste hij f 75. Aangifte bij
de politie volgde, die de vrouwen, de
24-jarige W. H„ de 42-jarige E, W. en
den 44-jarigen man J. J, B. heeft aange-
ïouden. Het geld is niet teruggevonden.
SCHIPPERSKNECHT VERDRON
KEN. Gistermorgen is de negentien
jarige schippersknecht Van B-, wonende
te Rotterdam, van het motorjacht
Apo'.lo, varende in den Vliet bij de
Hoornbrug, te Rijswijk, overboord ge
vallen en verdronken. De brugwachter
reeft hem nog een boei toegeworpen, die
rij niet meer heeft kunnen grijpen. Hij
zonk onmrddellijk weg. Het lijk is later
spoedig opgehaald.
HAAGSCHE GEMOEDELIJKHEID.
Het gebeurde dezer dagen op de
Nieuwe P,arklaan te Den Haag.
Een der trams van lijn 9 had juist de
halte Wagenaarsweg verlaten om boor
devol met passagiers in de richting Sche-
veningen te rijden.
Plotseling liet jJantje, of Pietje, of
Keesje, of hoe het jongetje ook heeten
mocht, uit den open bijwagen zijn schop
yallen, waar hij op het strand de prach
tigste forten en kanalen mee dacht te
gaan bouwen. Hij! riep luide „mijn schop,
mijn schop." Dje conducteur van den
bijwagen zag en hoorde het nog niet, of
hij floot al drie keer op zijn conduc-
teursfluit, een waarschuwing, aan den
bestuurder, dat er een ernstige reden
bestond om oogenblikkelijk te stoppen.
Het jongetje st,apte, nadat de tram
met een ruk tot stilstand was gekomen,
rustig uit en wandelde terug naar de
plaats, waar hij zijn schop, die inmiddels
door den afom tegenwoordigen fietsen
den loopjongen opgeraapt was, terug te
halen. Trotsch wandelde hij met zijn
bezit, ditmaal stevig onder zijn arm,
gekneld, weer naar den wachtenden
tram terug en stapte weer in. De con
ducteur floot het vertreksignaal en
doodbedaard zette de tram zich weer
in beweging. Voorwaar een voorbeeld
van de Haagsche gemoedelijkheid, die
men in andere groote steden tevergeefs
zou zoeken! (N. R. C.)
DOODELIJK VERKEERSONGEVAL-
Een courantenbezorger, de 33-jarige
J. wonende in de Paulus Potterstraat te
Den Haag, die gistermiddag tijdens
het bezorgen der couranten op het Paul
Krugerple;in door een auto is aangere
den, is in den afgeloopen nacht in het
ziekenhuis aan de bekomen verwondin
gen overleden.
EEN BRANDKAST'WEGGESLEEPT.
Gisteren is een zeer brutale .inbraak
gepleegd in het dorp Krimpen a. d-
Lek. Een brandkast is door de inbre
kers uit een boerderij weggehaald, ter
wijl de bewoners lagen te slapen.
De inbraak is gepleegd in de boerde
rij van den veehouder N. de Jong, ge
legen aan de Noord te Krimpen a. d.
Lek. De heer de J. was met drie zoons
en een dochter thuis. Niemand heeft iets
van de inbrekers gemerkt- Vanmorgen
bemerkte men echter, dat de brandkast
die in de voorkamer stond, verdwenen
was. Deze brandkast, die een meter hoog
en een meter breed is, is zeer zwaar.
Er moeten dan ook zeker meer dan twee
was; steile hellingen afdalende sprong
hij uit het zadel en liep vooruit; klim
men deed hij ook te voet. Het gewicht
van een man vermoeit een paard bij
dalen en klimmen en bij groote snel
heid; bij gewoon rijden is het geen groote
last.
Hij spaarde het dier dus over den ge
heelen weg over de bergen en leidde
het snel bergaf, maar langs het meer
spoorde hij het tot grooten spoed aan.
Het was ,al namiddag; kort, heel kort
was de tijd, die hem nog restte om zijn
plan ten uitvoer te brengen en om vijf
uur weder in Sankeytown te zijn, maar
dat was zijn voornemen en, de minuten
tellend bij het berekenen van zijn plan
nen, klemde hij de tanden op elkaar.
Hij reed regelrecht door het hart van
de stad naar de woning van den gou
verneur; de deur werd dadelijk geo
pend, toen hij schelde. Hij gaf een
kaartje af met den naam William Thomp
son, Thompson Detective Agency er op
gedrukt, en daaronder schreef bij vlug
met potlood: „inzake de aanhouding
van Geraldi".
De bediende toonde geheel geen wan
trouwen en liet hem in een klein zijka
mertje bij de deur. Alles ging zoo
vlot, dat hij ongerust werd, toen hem
werd gezegd, dat de gouverneur hem
wilde ontvangen. Hij volgde den bedien
de dus naar de ruime bibliotheek en
wachtte, tot de gouverneur hem ver
zocht te gaan zitten.
(Wordt vervolgd-)