KRONIEK van den DAG.
SL ANKE JIM
Elke vacanfie-dssg
is er één!
BINNENLAND.
ZEELAND.
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE COURANT) VAN MAANDAG 22 JULI 1935. No. 170.
Het kabinet-Coiiin in gevaar?
De ondergang van de „Maraboe"
Ü9IBDELBURB.
Het zoeken naar een oplossing
van 't conflict in Oost-Afrika
Een conferentie van drie?
Van (beschavingsarbeid" ge
sproken Mussolini heeft de
zaak niet meer in de hand
Die ich riefdie Geister
Er wordt nu achter de schermen van
het dipl°matieke tooneel met man en
macht gezocht naar een uitweg uit de
moeilijkheden, die het Italiaansch-Abes-
sijnsch conflict in het leven heeft geroe
pen. Avenol, de secretaris-generaal van
den Volkenbond, is de vorige week
langdurig te Londen en Parijs aan het
beraadslagen geweest met de Engelsche
en de Fransche regeering. Hij wil be
proeven een mogelijke oplossing te vin
den buiten Genève om. Van een open
bare behandeling van de aangelegen
heid in den Volkenbondsraad in het hui
dige stadium verwacht hij geen goeds.-
Dat zou, naar zijn meening, alleen maar
kunnen uitloopen op een échec door het
Geneefsche instituut. Mussolini verkeert
op 't oogenblik niet in een stemming,
om veel consideratie met den Bond te
hebben. Een poging om van Genève uit
druk op hem uit te oefenen, zou vermoe
delijk de opzegging van het Italiaansche
Bondslidmaatschap tengevolge hebben.
Avenol meent, dat Frankrijk, Engeland
en Italië met z'n drieën aan 't conferee-
ren moeten gaan, en probeeren tot een
overeenkomst te geraken. Voor den
vorm zou daarna de Volkenbond dan
b.v. kunnen verklaren, dat het conflict
uit de wereld is geholpen.
Het ziet er naar uit, dat dit inder
daad de eenige procedure is, waarlangs
een uitweg alsnog zou kunnen worden
gevonden. Engeland en Frankrijk heb
ben het grootste belang bij een minne
lijke schikking. Een oorlog in Oost-Af
rika moet hen om allerlei redenen zeer
onwelgevallig zijn. Als ze per se wilden,
zouden ze hem kunnen voorkomen, door
bedreiging. Voor een Fransch-Engelsch
dreigement zou Mussolini moeten
zwichten. Dit middel kan echter niet
worden toegepast. Noch te Londen noch
te Parijs denkt men er aan, op deze
wijze den vrede in Europa in de waag
schaal te stellen. Frankrijk zou trouwens
voor geen geld ter wereld den Italiaan-
schen steun tegen Duitschland willen
missen. Er blijft dus alleen over, dat men
tot een accoord komt in dezen zin, dat
Frankrijk en Engeland hun medewerking
verleenen aan een versterking van den
Italiaanschen invloed in Abessynië. Dat
lijkt mogelijk. Als van Parijs en Londen
uit den Abessijnschen keizer te verstaan
werd gegeven, dat hij Mussolini terwille
diende te zijn met economische en
zoo noodig politieke concessies, zou
er voor den Negus niet veel anders op
zitten dan zich daarbij neer te leggen, In
1906' hebben Engeland, Frankrijk en
Ita een verdrag gesloten, waarin zij
Abessynië in „invloedssferen" verdeel
den. Dg nieuwe overeenkomst zou een
vervolg op dat verdrag kunnen worden,
ten gunste van Italië. Objectief be
schouwd zou deze zaak niet veel anders
dan een wederrechtelijke handeling zijn,
maar het is de vraag, of het voor Abes
synië niet veel voordeeliger zou uitko
men dan een eventueelen oorlog met al
de gevolgen van dien. De zaken staan
nu eenmaal zoo, dat Abessynië zijn vol
ledige onafhankelijkheid zeer waar
schijnlijk toch niet zal kunnen bewaren,
De Italiaansche pers heeft voortdu
rend den mond vol over zekere barbaar -
sche toestanden, die in het rijk van kei
zer oelassi heerschen. De slaver
nij en de slavenhandel tieren er nog
steeds welig, de belofte van Abessynië,
toen het tot den Volkenbond toetrad,
om er zoo spoedig mogelijk een eind
aan te maken, ten spijt. De Italiaansche
krantenschrijvers nu zijn van meening,
dat Italië hier een prachtigen bescha
vingsarbeid zou kunnen verrichten: al
leen daarom behoorde Abessynië eigen-
id
door GEORGE OWEN BAXTER.
27).
Door dezen verborgen toegang tot den
■winkel kwam Geraldi binnen- Er was
een blinde deur in den zijmuur, maar hi)
vond deze en door een spleet forceerde
hi) het slot. In de donkere gang binnen
gekomen, bereikte hij met behulp van
een paar stralen uit zijn zaklantaarn een
tweede zware deur, van buiten van hout,
f1" aan ^en binnenkant beslagen met
dikke ijzeren platen. Deze deur had ook
een slot, maar juist daardoor was zij
kwetsbaar voor den fregatvogel.
Deze deur werd eveneens geopend en
Geraldi ging met zijn katachtigen tred
door den winkel, langs tafels beladen
met allerlei huishoudelijke voorwerpen,
van potten en pannen tot tinnen beeld
jes toe- Op deze wijze bereikte hij een
klein kantoor in een hoek van den win
kel, met voor het meerendeel glazen
wanden, waarvoor gordijnen hingen.
Binnen scheen een licht. Met einde
loos geduld bewerkte Geraldi de deur
van dit kantoortje; af en toe kwamen
zwakke geluiden van binnen een
kuch, een geeuw, een zucht en dan het
omslaan van papier of het kraken van
een stoel. Telkens als hij zulk een geluid
hoorde, peuterde Geraldi verder met het
stalen lemmet in het slot; eindelijk ging
het slot geruischloos open, doch niet
voordat hij een stoel hoorde schuiven,
deed hij de deur behoedzaam open en
bleef op den drempel staan.
Het was een klein vertrek, nauwelijks
zeven of acht voet in het vierkant et-
geen inch hooger dan Geraldi's hoofd.
De wanden waren behangen met oude
horloges, kralen en andere sieraden; in
den hoek, het verst van de deur, stond
een kleine lessenaar en hiervoor zat de
eigenaar van de zaak op een hooge kruk,
voorover gebogen en de beenen om de
krukpooten gedraaid, zooals een kind
dat doet bij zijn lessen.
Op dat oogenblik was de kleine man
bezig een diamant uit een ring te nemen;
hij nam dien in de hand en rolde hem
voorzichtig op de handpalm heen en
weer om te genieten van de flikkering
der facetten en het licht er binnen. Mid
den in deze aangename bezigheid hield
hij plotseling op en zijn klauwachtige
vingers sloten zich om het kleinood;
langzaam, met kleine schokjes, wendde
hij het hoofd om, totdat hij tenslotte met
doffe, wijd open, verschrikte oogen, als
die van een kind, opkeek naar het gelaat
van Geraldi. Deze glimlachte vriendelijk
die breede glimlach, welke soms zou
vol vreugde was en soms den glans van
een zwaard had.
De pandhuishouder scheen op dat
oogenblik de scherpte van het zwaard
lijk reeds onder het opperbevelhebber
schap van Mussolini te komen. Dat
liedje is vaker aangeheven; in allerlei
merkwaardige toonaarden tijdens het
imperialistische tijdvak, dat aan den
grooten oorlog voorafging. Koning Le
opold II van België zong het, in Gregori-
aanschen stijl en zeer luid, toen Stanley
bezig was de Congo voor hem te ont
dekken. Wat zal men er verder van zeg
gen: het is een lied, dat den gevoeligen
toehoorder de rillingen langs den rug
jaagt.
Het stadium, waarin men thans met
het Italiaansch-Abessijnsch conflict is
terecht gekomen, is dat van de noodlot
tige onzekerheid. Wij gelooven niet, dat
Mussolini zelf de dingen nog stevig in
de hand heeft. Men kan aannemen, dat
't zijn bedoeling is om door middel van
zwaren druk aan Abessynië concessies te
ontwringen; geen oorlog te ontketenen
dus. Er zal zijns ondanks echter heel
gemakkelijk een oorlog kunnen uitbre
ken. Zelfs op het moment, dat hem dit
b.v. tijdens onderhandelingen, die
veel beloven zeer ongelegen kwam.
Er ligt daar in Oos^-Afrika nu zooveel
explosief materiaal opgehoopt, dat een
kleine vonk, reeds voldoende is, om den
boel in brand te steken. Stel, dat een
wilde Abessijnsche stam in botsing ge
raakt met een troep Italiaansche solda
ten. Dat lijkt eiken dag mogelijk. Zou
dan nog een oorlog te keeren zijn? De
geschiedenis kent honderden voorbeel
den van dit soort van gebeurtenissen.
Die ich rief die Geister.... Menschen
van het formaat van een Mussolini,
geestelijke krachtpatsers, schijnen op
een zeker oogenblik in hun leven, steeds
geesten te moeten oproepen, die zich al
wassende, aan hun controle onttrekken,
en zich dan niet zelden tegen hen kee
ren. In de nieuwe geschiedenis is Napo
leon het griezeligste exempel hiervan.
Onafwendbare tragiek? Dan staat de we
reld in de naaste toekomst nog heel wat
te wachten. Mussolini is niet de eenige
m e n s c h, die in dit tijdsbestek gees
ten oproept.
Ze zijn kostbaar die vrije dagen I Laai
er géén verloren gaan, door hoofdpijn,
migraine, onwelzijn of kou-vatten. Zorg
zoo'n zakdoosje met 3 „AKKERTJES" bij O
te hebben. Helpen direct 1 Slechts 20 cent.
flngea. Msd-)
Het groote r, k. dagblad „De Maasbo
de" wijdt een beschouwing aan de de
batten in de Tweede Kamer over het
bezuinigingsontwerp, waaruit valt af te
leiden, dat het zeer de vraag zal zijn, of
het kabinet-Colijn een meerderheid be
haalt. Volgens het blad „is de politieke
situatie" na de redevoeringen van de
ministers Colijn en Oud „niet verhel
derd". Dat wil zeggen, dat er in de
roomsch-katholieke fractie nog steeds 'n
groote oppositie tegen het bezuinigings
ontwerp bestaat.
Dr. Colijn heeft Vrijdag, zooals men
weet de vertrouwenskwestie gesteld. De
Kamer zal ook over een motie van ver
trouwen moeten stemmen, opdat de re
geering precies wete, waar zij aan toe is.
Vermoedelijk zal in den nacht van mor
gen op Woensdag een beslissing vallen.
Morgenmiddag beginnen n.l. de replie
ken over het bezuinigingsontwerp, voort
te zetten in een avondvergadering.
Daarna zal dan wel onmiddellijk een
stemming worden gehouden.
„Wij verraden geen geheim, zoo
schrijft de „Maasbode" nog, „als wij
zeggen, dat het kabinet-Colijn naar ve
ler meening gevaar loopt, tenzij de re
plieken wederzijdsch toenadering bren
gen".
De „Rietvink" heelt de beman
ning en passagiers veilig naar
Schiphol gebracht. Nadere
bijzonderheden omtrent de toe
dracht van het ongeluk.
Tezelfder tijd, dat Zaterdagmiddag de
eerste berichten over de ramp van de
„Gaai" binnenkwamen, landde op het
Amsterdamsche vliegveld het Douglas-
toestel de „Rietvink", met aan boord de
bemanning en de passagiers van de
„Maraboe", het Indie-vliegtuig, dat ver
leden Dinsdag te Boesjir in Perzië is
verongelukt, gelukkig zonder dat er
dooden vielen te betreuren.
Parmentier, die de „Rietvink" bestuur
de, heeft wel een zeer vlotte reis ge
maakt. Binnen vijf dagen heen en terug
naar Perzië; dat is geen kleinigheid.
Het spreekt vanzelf, dat de vreugde
over de behouden aankomst van de
„Rietvink" geducht werd getemperd
door de nieuwe ramp, die de K. L. M.
had getroffen. In een gedrukte stem
ming werden bemanning en passagiers
verwelkomd.
Gezagvoerder Hondong van de „Ma
raboe" werd onmiddellijk apart geno
men door de heeren Van der Heyde, in
specteur van de luchtvaart, en dr. Van
der Maas, van den rijksstudiedienst voor
de luchtvaart, en in een auto gezet om
mee te gaan naar een bureau, waar hij
officieel rapport uit moest brengen over
de toedracht van het ongeluk. Parmen
tier, door zijn vrouw, die bleek en be
trokken zag, weggevoerd, ging zoo snel
mogelijk naar huis.
Van de toedracht van het ongeval
wist men tot dusver niet het fijne. Aan
de hand van mededeelingen van de be
manning kan zij thans als volgt worden
weergegeven:
Het weer was Dinsdag zoodanig ge
weest, dat Hondong besloot niet te pro
beeren dien dag, overeenkomstig het
reisschema, Bagdad nog te halen, doch
in Boesjir bleef en den passagiers me
dedeelde, dat den volgenden morgen te
gen vier uur gestart zou worden om dit
verzuim in te halen.
Het was donker, toen tegen vier uur
de start plaats vond. De startbaan was
uitgezet met merklampen.
Het toestel zal ongeveer 300 meter
gerold hebben en had dus al een vrij
groote snelheid, vermoedelijk ongeveer
120 km, toen het plotseling in aanraking
kwam met een oneffenheid van den bo
dem en opsprong. Volgens de inzitten
den is deze stoot niet zoo waar geweest.
Zij voelden althans een lichten schok,
doch uit het later ingestelde onderzoek
is gebleken, dat het toestel tegen zijn
rechterwiel een hevigen stoot moet heb
ben gehad. Volgens den mecanicien Vee-
nendaal is de oliedrukcylinder, waarmee
het onderstel wordt opgehaald of neer
gelaten en die bestaat uit zwaar metaal,
later teruggevonden met een stevigen
deuk erin. De pal, waarmee de wielen
als zij zijn uitgelaten op hun plaats wor
den gehouden, werd afgerukt, waarbij
ook een deel van het overige materiaal
werd meegerukt en in de buurt liggende
benzineleidingen moeten zijn bescha
digd. De motoren draaiden toen nog en
waarschijnlijk is de uitloopende benzine
of zijn de ontsnappende benzinegassen
door de vlammen van den uitlaat in
brand geraakt.
Zoodra Hondong bemerkte wat er ge
beurd was, zette hij den motor af om de
machine verder te laten uitloopen.
Aan het einde van het vliegveld be
vindt zich eene hobbelige karavaanweg
en tengevolge van het gedeeltelijk naar
binnen schieten van het rechterwiel
raakten de rechtervleugeltip en de rech-
terschroeftip den grond en werden daar
door licht beschadigd.
te voelen en hij kromp plotseling ineen
op zijn stoel en begon hevig te beven.
„Hoe hoe begon hij.
„Ik ben maar even binnen geloopen'
zeide Geraldi. „Ik hoop, dat je er niets
op tegen hebt".
„Maar", zeide de kleine man, „is de
bel van de voordeur niet over gegaan
toen je binnen kwam? En had ik deze
deur open gelaten?"
„De straatdeur heb ik met rust gela
ten", zeide Geraldi, „en deze deur is
met zulk een oud vriend als dit slot nooit
voor mij gesloten".
De oude man keek hem met open
mond aan. „Ah", zeide hij tenslotte en
klemde zijn bloedlooze handen tezamen.
Hij begon Geraldi aan te kijken met nog
grooter angst dan tevoren, terwijl hij ge
durig het hoofd schudde, alsof meer en
meer de waarheid tot hem doordrong.
„Begrijp je het nu?"
„Ik begrijp het", antwoordde de pand
huishouder.
„Het zou niet goed voor mij zijn om
gezien te worden, zelfs niet in achteraf-
straatjes, daarom ben ik langs een vei
liger weg gekomen".
De man likte zijn lippen af, „Jij bent
Geraldi", zeide hij-
„Je kent mij dus?"
„Ik ken iedereen", zeide de kleine
man, „heb je iets voor mij?"
„Alleen maar een beetje geld".
„En wat wil je daarmee?"
Hondong riep onmiddellijk, dat de pas
sagiers het toestel moesten verlaten en
de deur werd geopend, waarna allen in
goede orde en zonder paniek het toe
stel konden verlaten. Alleen de Engel
sche passagier, miss Kennedy, was ner
veus en sprong uit het toestel, waarbij
zij op haar gelaat kwam te vallen, waar
van zij nog de sporen draagt. Een baby
werd rustig door andere passagiers aan
de moeder gereikt en de bemanning kon
door de cabine de cockpit en het toestel
verlaten. Het vliegtuig brandde geheel
uit, doch explosies deden zich niet voor.
De Indische mail van de „Maraboe"
is niet geheel verongelukt, er is nog iets
van over, dat naar het hoofdpostkan
toor te Amsterdam is vervoerd. Hetgeen
over is, is echter in zulk een staat, dat
het nog wel eenigen tijd zal duren, voor
alles voldoende door de posterijen is
uitgezocht, Het meeste is n.l. geheel of
ten deele verkoold. Heden is men met
het sorteeren begonnen.
VERKOOP VAN VEE NAAR
RUSLAND.
Een uiteenzetting van minister
Gelissen inzake de beschuldi
ging, dat de Veehouderij Cen
trale een goede kans verprutst
zou hebben.
Op vragen van het Tweede Kamerlid
Weitkamp in verband met een publi
catie van den Bond van Melkveehou
ders, waarin de Veehouderij-Centrale
er van beschuldigd wordt, geen voldoen
de medewerking te hebben verleend
aan een kans, om vee naar Rusland te
verkoopen, heeft de minister van eco
nomische zaken, prof. Gelissen o.a. het
volgende geantwoord:
De secretaris van voornoemden bond,
de heer Wolmerstett, deelde bij een be
zoek aan de Nederlandsche Veehoude
rijcentrale, waarbij hij vergezeld was van
den voorzitter van dien bond, den heer
J. van Meerveld, mede, naar Rusland
te zijn geweest en met bestemming
voor dat land gaarne prijsopgave te wil
len ontvangen, behalve v,an enkele an
dere artikelen, ook van rundvee.
Den heer Wolmerstett is toen ge
vraagd, voor welke soorten vee hij
prijsopgave wenschte en welke eischen
van sanitairen aard gesteld werden. De
heer Wolmerstett antwoordde daarv,an
niet op de hoogte te zijn, waarna met
hem overeengekomen w;erd, dat door
hem naar een en ander nader zou wor
den geïnformeerd, waarna meer nauw
keurig de zaak zou kunnen worden be
sproken. De Nederlandsche Veehoude
rijcentrale had niet anders aan te bie
den dan de runderen, welke van regee-
ringswege werden overgenomen. Voor
deze runderen was langs andere zijde,
doch zonder gevolg, reeds een lage of
ferte naar Rusland doorgegeven. Eeni
gen tijd d,aarna werd door den heer
Wolmerstett aan de Nederlandsche Vee
houderijcentrale gevraagd, hoever het
met de zaken stond, en toen hem ten
antwoord werd gegeven, dat de Neder
landsche Veehouderijcentrale nog steeds
op nadere gegevens wachtte, deelde hij
mede, zich niet te kunnen herinneren
toegezegd te hebben nadere gegevens
te zullen verstrekken.
Een nieuw onderhoud had daarna
plaats op het regeeringsbureau, alwaar
bleek, dat de heer Wolmerstett wensch
te op te treden als vertegenwoordiger
van de Nederlandsche Veehouderijcen-
tr,ale voor het verkoopen van vee naar
Rusland, terwijl uit het eerste onderhoud
was gebleken, dat hij wenschte op te
treden als vertegenwoordiger van den
kooper.
Inmiddels was door minister Steen-
berghe (later afgetreden) bepaald, dat
in zake verkoop aan Rusland in den
vervolge niet met tusschenpersonen in.
onderhandeling mocht worden getreden,
aangezien gebleken was, dat daardoor
de positie van Nederland tegenover
Rusland bij het voeren van onderhan
delingen onnoodig werd verzwakt.
Aan den heer Wolmerstett werd dan
„Slechts iets koopen",
„Goed", zeide de man zonder ent
housiasme, „Wat wil je koopen?"
„Wat ik wil koopen", zeide Geraldi,
„wat ik wil koopen, is het gezicht van
een jongen man met lang blond haar en
een korte blonde knevel- Ook wil ik an
dere kleeren hebben; de kleeding van
een cowboy, laat ons zeggen van den
jongen zoon van een rijken rancher".
„Wie heeft je hierheen gezonden?"
vroeg de pandhuishouder op scherpen
toon,
„Ik heb den weg gevonden, zooals je
ziet", zeide Geraldi,
„Dan kun je je weg terug ook wel
vinden", snauwde het mannetje op de
kruk. „Van mij zul je niets koopen".
„Moet ik mezelf dan helpen?"
„Als je gek bent wel. Het is gemak
kelijk om binnen te komen, hè, maar jc
zult het moeilijker vinden om er uit te
komen, James Geraldi. Iedere deur
wordt met revolvers bewaakt!" Hij sprak
niet zoozeer triomfantelijk, maar er lag
kalme overtuiging in zijn stem en .hij
glimlachte met kinderlijk vertrouwen
den ander toe.
„Heb je gescheld?" vroeg Geraldi.
„Een licht", antwoordde de ander.
„Scherpe ooren zouden een bel kunnen
hooren ooren, die niet moeten hoo-
ren, maar een licht is veilig".
„Maar het komt mij voor, dat je veel
gedoe maakt om een kleinigheid", zeide
ook medegedeeld, dat van zijn diensten
geen gebruik kon worden gemaakt.
Al zou de minister deze bepaling
niet gemaakt hebben, dan nog zou aan
den heer Wolmerstett geen offerte ge
maakt kunnen zijn, zoolang niet door
hem medegedeeld was, welke soorten
vee door Rusland werden gevraagd en
welke de voorwaarden der levering
w,aren.
Den heer Wolmerstett is verschillen
de malen gevraagd aantal en soort te
noemen en een bod te doen.
Ondergeteekende is niet gebleken,
dat de Nederlandsche Veehouderijcen
trale in dezen niet voldoende mede
werking zou hebben verleend.
DE VOORGESTELDE VERBETERING
VAN DE DOKHAVEN.
\'an den heer H. F. Mink, wonende
op den Korendijk, is bij den Raad een
adres ingekomen, waarin hij in tegen
stelling met het ,adres van een aantal
andere bewoners uit die omgeving, aan
dringt op het aannemen van het voor
stel inzake verbetering van de Dokha
ven, o.a. ook ter opheffing van den
ondragelijken stank, die speciaal bij laag
water uit die haven op stijgt.
BOVENTALLIGE LEERKRACHT,
Ged. Staten van Zeeland hebben on
gegrond verklaard het beroep van het
bestuur der Vereeniging voor Chr. On
derwijs, tegen het besluit van den Ge
meenteraad, w,aarbij voor een boven
tallige leerkracht aan de school op de
Heerengracht slechts tot 1 April 1934
vergoeding werd toegekend.
DE OUDE VLISSINGSCHE WEG.
Volgens de aan den Raad overgeleg
de rekening van de Commissie over
den Ouden Vlissingschen weg heeft
deze in 1934 ontvangen f 2190 en uit
gegeven 1 1584; goed slot van f 605 te
gen f 720 over 1933,
ONTWIKKELING VAN WERKLOOZEN.
Volgens de verslagen over Juni na
men in die maand deel aan de cursussen
in vakteekenen en autogenisch lasschen
12 en aan die in autotechniek en auto-
bestuuren 21 leerlingen.
De jeugdige werkloozen kwamen ge
reed met den paardenstal en begonnen
met den bouw van de beenderenloods.
DE WERKLOOSHEID.
Bij de arbeidsbeurs ainier staan inge
schreven: geheel werkloos: 906 mannen
en 11 vrouwen; gedeeltelijk werkloos:
58 mannen en 5 vrouwen; niet werkloos:
17 mannen en 1 vrouw. Algemeen totaal
vorige week 970, bijgekomen 130, afge
gaan 102 over 998.
De „Z.E.T.O,"
Het Comité van de Zeeuwsche Ten
toonstelling voor Handel, Nijverheid en
Industrie, de Z.E.T.O., welke van 21 tot
en met 31 Augustus in de St, Joris ge
houden wordt, heeft zeker mede dank
zij den verzonden mooi uitgevoerden
folder met prospectus, waarop de fraaie
gevel van St. Joris op een knalrood fond
is geplaatst, steeds meer succes met het
vullen der zalen en tuin. Onder de toe
zeggingen voor het bezetten van sfands
zijn er van vooraanstaande fabrieken en
firma's op allerlei industrieel gebied.
Het Comité heeft zich bij het kiezen
der data mede laten leiden door het feit,
dat in die dagen ook de ringrijderij van
Vreemdelingenverkeer in de Abdij
plaats heeft en mede aanleiding zal kun
nen zijn om de Zeeuwen van buiten Wal
cheren en ook de vele vreemdelingen
van buiten de Provinciale en landsgren
zen naar Middelburg te trekken. Op de
tentoonstelling zal aan de bezoekers ge
toond worden dat men in eigen land
veel kan koopen, wat men nu in het bui-
Geraldi-
„Het is geen kleinigheid", antwoord
de de oude man.
„Waarom niet?"
„Stel eens voor, dat ik je help om
weg te komen, wat zou Chalmers dan
wel zeggen?"
De jongere man glimlachte. „Natuur
lijk moeten wij om Chalmers denken",
gaf hij toe.
„We willen je scalp misschien
zullen ze dien hebben", ging de pand
huishouder voort, „maar er is één moei
lijkheid, zie je."
„Zoo?"
„Het feit, dat je met mij in dezen win
kel bent".
„Daar dacht ik zooeven ook aan",
antwoordde Geraldi, terwijl hij een si
garet opstak. Dadelijk daarop voegde hij
er bij: „Doe dat niet probeer het niet,
vriend, maak zelfs die beweging niet
meer, of ik zal genoodzaakt zijn een
kogel door dat wijze hoofd van je te
jagen en dan te probeeren hier weg te
komen."
Alles wat de ander gedaan had, was
slechts een weinig voorover te buigen.
De grootste verandering was echter niet
in zijn houding geweest, maar in zijn ge
laatsuitdrukking, maar zelfs die veran
dering was niet groot. Nu echter leunde
hij weer achterover en schudde het
hoofd bewonderend.
fWordt vervolgd.)