KRONIEK van den DAG. SL ANKE JIM Elke vacanfie-dssg is er één! BINNENLAND. ZEELAND. TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE COURANT) VAN MAANDAG 22 JULI 1935. No. 170. Het kabinet-Coiiin in gevaar? De ondergang van de „Maraboe" Ü9IBDELBURB. Het zoeken naar een oplossing van 't conflict in Oost-Afrika Een conferentie van drie? Van (beschavingsarbeid" ge sproken Mussolini heeft de zaak niet meer in de hand Die ich riefdie Geister Er wordt nu achter de schermen van het dipl°matieke tooneel met man en macht gezocht naar een uitweg uit de moeilijkheden, die het Italiaansch-Abes- sijnsch conflict in het leven heeft geroe pen. Avenol, de secretaris-generaal van den Volkenbond, is de vorige week langdurig te Londen en Parijs aan het beraadslagen geweest met de Engelsche en de Fransche regeering. Hij wil be proeven een mogelijke oplossing te vin den buiten Genève om. Van een open bare behandeling van de aangelegen heid in den Volkenbondsraad in het hui dige stadium verwacht hij geen goeds.- Dat zou, naar zijn meening, alleen maar kunnen uitloopen op een échec door het Geneefsche instituut. Mussolini verkeert op 't oogenblik niet in een stemming, om veel consideratie met den Bond te hebben. Een poging om van Genève uit druk op hem uit te oefenen, zou vermoe delijk de opzegging van het Italiaansche Bondslidmaatschap tengevolge hebben. Avenol meent, dat Frankrijk, Engeland en Italië met z'n drieën aan 't conferee- ren moeten gaan, en probeeren tot een overeenkomst te geraken. Voor den vorm zou daarna de Volkenbond dan b.v. kunnen verklaren, dat het conflict uit de wereld is geholpen. Het ziet er naar uit, dat dit inder daad de eenige procedure is, waarlangs een uitweg alsnog zou kunnen worden gevonden. Engeland en Frankrijk heb ben het grootste belang bij een minne lijke schikking. Een oorlog in Oost-Af rika moet hen om allerlei redenen zeer onwelgevallig zijn. Als ze per se wilden, zouden ze hem kunnen voorkomen, door bedreiging. Voor een Fransch-Engelsch dreigement zou Mussolini moeten zwichten. Dit middel kan echter niet worden toegepast. Noch te Londen noch te Parijs denkt men er aan, op deze wijze den vrede in Europa in de waag schaal te stellen. Frankrijk zou trouwens voor geen geld ter wereld den Italiaan- schen steun tegen Duitschland willen missen. Er blijft dus alleen over, dat men tot een accoord komt in dezen zin, dat Frankrijk en Engeland hun medewerking verleenen aan een versterking van den Italiaanschen invloed in Abessynië. Dat lijkt mogelijk. Als van Parijs en Londen uit den Abessijnschen keizer te verstaan werd gegeven, dat hij Mussolini terwille diende te zijn met economische en zoo noodig politieke concessies, zou er voor den Negus niet veel anders op zitten dan zich daarbij neer te leggen, In 1906' hebben Engeland, Frankrijk en Ita een verdrag gesloten, waarin zij Abessynië in „invloedssferen" verdeel den. Dg nieuwe overeenkomst zou een vervolg op dat verdrag kunnen worden, ten gunste van Italië. Objectief be schouwd zou deze zaak niet veel anders dan een wederrechtelijke handeling zijn, maar het is de vraag, of het voor Abes synië niet veel voordeeliger zou uitko men dan een eventueelen oorlog met al de gevolgen van dien. De zaken staan nu eenmaal zoo, dat Abessynië zijn vol ledige onafhankelijkheid zeer waar schijnlijk toch niet zal kunnen bewaren, De Italiaansche pers heeft voortdu rend den mond vol over zekere barbaar - sche toestanden, die in het rijk van kei zer oelassi heerschen. De slaver nij en de slavenhandel tieren er nog steeds welig, de belofte van Abessynië, toen het tot den Volkenbond toetrad, om er zoo spoedig mogelijk een eind aan te maken, ten spijt. De Italiaansche krantenschrijvers nu zijn van meening, dat Italië hier een prachtigen bescha vingsarbeid zou kunnen verrichten: al leen daarom behoorde Abessynië eigen- id door GEORGE OWEN BAXTER. 27). Door dezen verborgen toegang tot den ■winkel kwam Geraldi binnen- Er was een blinde deur in den zijmuur, maar hi) vond deze en door een spleet forceerde hi) het slot. In de donkere gang binnen gekomen, bereikte hij met behulp van een paar stralen uit zijn zaklantaarn een tweede zware deur, van buiten van hout, f1" aan ^en binnenkant beslagen met dikke ijzeren platen. Deze deur had ook een slot, maar juist daardoor was zij kwetsbaar voor den fregatvogel. Deze deur werd eveneens geopend en Geraldi ging met zijn katachtigen tred door den winkel, langs tafels beladen met allerlei huishoudelijke voorwerpen, van potten en pannen tot tinnen beeld jes toe- Op deze wijze bereikte hij een klein kantoor in een hoek van den win kel, met voor het meerendeel glazen wanden, waarvoor gordijnen hingen. Binnen scheen een licht. Met einde loos geduld bewerkte Geraldi de deur van dit kantoortje; af en toe kwamen zwakke geluiden van binnen een kuch, een geeuw, een zucht en dan het omslaan van papier of het kraken van een stoel. Telkens als hij zulk een geluid hoorde, peuterde Geraldi verder met het stalen lemmet in het slot; eindelijk ging het slot geruischloos open, doch niet voordat hij een stoel hoorde schuiven, deed hij de deur behoedzaam open en bleef op den drempel staan. Het was een klein vertrek, nauwelijks zeven of acht voet in het vierkant et- geen inch hooger dan Geraldi's hoofd. De wanden waren behangen met oude horloges, kralen en andere sieraden; in den hoek, het verst van de deur, stond een kleine lessenaar en hiervoor zat de eigenaar van de zaak op een hooge kruk, voorover gebogen en de beenen om de krukpooten gedraaid, zooals een kind dat doet bij zijn lessen. Op dat oogenblik was de kleine man bezig een diamant uit een ring te nemen; hij nam dien in de hand en rolde hem voorzichtig op de handpalm heen en weer om te genieten van de flikkering der facetten en het licht er binnen. Mid den in deze aangename bezigheid hield hij plotseling op en zijn klauwachtige vingers sloten zich om het kleinood; langzaam, met kleine schokjes, wendde hij het hoofd om, totdat hij tenslotte met doffe, wijd open, verschrikte oogen, als die van een kind, opkeek naar het gelaat van Geraldi. Deze glimlachte vriendelijk die breede glimlach, welke soms zou vol vreugde was en soms den glans van een zwaard had. De pandhuishouder scheen op dat oogenblik de scherpte van het zwaard lijk reeds onder het opperbevelhebber schap van Mussolini te komen. Dat liedje is vaker aangeheven; in allerlei merkwaardige toonaarden tijdens het imperialistische tijdvak, dat aan den grooten oorlog voorafging. Koning Le opold II van België zong het, in Gregori- aanschen stijl en zeer luid, toen Stanley bezig was de Congo voor hem te ont dekken. Wat zal men er verder van zeg gen: het is een lied, dat den gevoeligen toehoorder de rillingen langs den rug jaagt. Het stadium, waarin men thans met het Italiaansch-Abessijnsch conflict is terecht gekomen, is dat van de noodlot tige onzekerheid. Wij gelooven niet, dat Mussolini zelf de dingen nog stevig in de hand heeft. Men kan aannemen, dat 't zijn bedoeling is om door middel van zwaren druk aan Abessynië concessies te ontwringen; geen oorlog te ontketenen dus. Er zal zijns ondanks echter heel gemakkelijk een oorlog kunnen uitbre ken. Zelfs op het moment, dat hem dit b.v. tijdens onderhandelingen, die veel beloven zeer ongelegen kwam. Er ligt daar in Oos^-Afrika nu zooveel explosief materiaal opgehoopt, dat een kleine vonk, reeds voldoende is, om den boel in brand te steken. Stel, dat een wilde Abessijnsche stam in botsing ge raakt met een troep Italiaansche solda ten. Dat lijkt eiken dag mogelijk. Zou dan nog een oorlog te keeren zijn? De geschiedenis kent honderden voorbeel den van dit soort van gebeurtenissen. Die ich rief die Geister.... Menschen van het formaat van een Mussolini, geestelijke krachtpatsers, schijnen op een zeker oogenblik in hun leven, steeds geesten te moeten oproepen, die zich al wassende, aan hun controle onttrekken, en zich dan niet zelden tegen hen kee ren. In de nieuwe geschiedenis is Napo leon het griezeligste exempel hiervan. Onafwendbare tragiek? Dan staat de we reld in de naaste toekomst nog heel wat te wachten. Mussolini is niet de eenige m e n s c h, die in dit tijdsbestek gees ten oproept. Ze zijn kostbaar die vrije dagen I Laai er géén verloren gaan, door hoofdpijn, migraine, onwelzijn of kou-vatten. Zorg zoo'n zakdoosje met 3 „AKKERTJES" bij O te hebben. Helpen direct 1 Slechts 20 cent. flngea. Msd-) Het groote r, k. dagblad „De Maasbo de" wijdt een beschouwing aan de de batten in de Tweede Kamer over het bezuinigingsontwerp, waaruit valt af te leiden, dat het zeer de vraag zal zijn, of het kabinet-Colijn een meerderheid be haalt. Volgens het blad „is de politieke situatie" na de redevoeringen van de ministers Colijn en Oud „niet verhel derd". Dat wil zeggen, dat er in de roomsch-katholieke fractie nog steeds 'n groote oppositie tegen het bezuinigings ontwerp bestaat. Dr. Colijn heeft Vrijdag, zooals men weet de vertrouwenskwestie gesteld. De Kamer zal ook over een motie van ver trouwen moeten stemmen, opdat de re geering precies wete, waar zij aan toe is. Vermoedelijk zal in den nacht van mor gen op Woensdag een beslissing vallen. Morgenmiddag beginnen n.l. de replie ken over het bezuinigingsontwerp, voort te zetten in een avondvergadering. Daarna zal dan wel onmiddellijk een stemming worden gehouden. „Wij verraden geen geheim, zoo schrijft de „Maasbode" nog, „als wij zeggen, dat het kabinet-Colijn naar ve ler meening gevaar loopt, tenzij de re plieken wederzijdsch toenadering bren gen". De „Rietvink" heelt de beman ning en passagiers veilig naar Schiphol gebracht. Nadere bijzonderheden omtrent de toe dracht van het ongeluk. Tezelfder tijd, dat Zaterdagmiddag de eerste berichten over de ramp van de „Gaai" binnenkwamen, landde op het Amsterdamsche vliegveld het Douglas- toestel de „Rietvink", met aan boord de bemanning en de passagiers van de „Maraboe", het Indie-vliegtuig, dat ver leden Dinsdag te Boesjir in Perzië is verongelukt, gelukkig zonder dat er dooden vielen te betreuren. Parmentier, die de „Rietvink" bestuur de, heeft wel een zeer vlotte reis ge maakt. Binnen vijf dagen heen en terug naar Perzië; dat is geen kleinigheid. Het spreekt vanzelf, dat de vreugde over de behouden aankomst van de „Rietvink" geducht werd getemperd door de nieuwe ramp, die de K. L. M. had getroffen. In een gedrukte stem ming werden bemanning en passagiers verwelkomd. Gezagvoerder Hondong van de „Ma raboe" werd onmiddellijk apart geno men door de heeren Van der Heyde, in specteur van de luchtvaart, en dr. Van der Maas, van den rijksstudiedienst voor de luchtvaart, en in een auto gezet om mee te gaan naar een bureau, waar hij officieel rapport uit moest brengen over de toedracht van het ongeluk. Parmen tier, door zijn vrouw, die bleek en be trokken zag, weggevoerd, ging zoo snel mogelijk naar huis. Van de toedracht van het ongeval wist men tot dusver niet het fijne. Aan de hand van mededeelingen van de be manning kan zij thans als volgt worden weergegeven: Het weer was Dinsdag zoodanig ge weest, dat Hondong besloot niet te pro beeren dien dag, overeenkomstig het reisschema, Bagdad nog te halen, doch in Boesjir bleef en den passagiers me dedeelde, dat den volgenden morgen te gen vier uur gestart zou worden om dit verzuim in te halen. Het was donker, toen tegen vier uur de start plaats vond. De startbaan was uitgezet met merklampen. Het toestel zal ongeveer 300 meter gerold hebben en had dus al een vrij groote snelheid, vermoedelijk ongeveer 120 km, toen het plotseling in aanraking kwam met een oneffenheid van den bo dem en opsprong. Volgens de inzitten den is deze stoot niet zoo waar geweest. Zij voelden althans een lichten schok, doch uit het later ingestelde onderzoek is gebleken, dat het toestel tegen zijn rechterwiel een hevigen stoot moet heb ben gehad. Volgens den mecanicien Vee- nendaal is de oliedrukcylinder, waarmee het onderstel wordt opgehaald of neer gelaten en die bestaat uit zwaar metaal, later teruggevonden met een stevigen deuk erin. De pal, waarmee de wielen als zij zijn uitgelaten op hun plaats wor den gehouden, werd afgerukt, waarbij ook een deel van het overige materiaal werd meegerukt en in de buurt liggende benzineleidingen moeten zijn bescha digd. De motoren draaiden toen nog en waarschijnlijk is de uitloopende benzine of zijn de ontsnappende benzinegassen door de vlammen van den uitlaat in brand geraakt. Zoodra Hondong bemerkte wat er ge beurd was, zette hij den motor af om de machine verder te laten uitloopen. Aan het einde van het vliegveld be vindt zich eene hobbelige karavaanweg en tengevolge van het gedeeltelijk naar binnen schieten van het rechterwiel raakten de rechtervleugeltip en de rech- terschroeftip den grond en werden daar door licht beschadigd. te voelen en hij kromp plotseling ineen op zijn stoel en begon hevig te beven. „Hoe hoe begon hij. „Ik ben maar even binnen geloopen' zeide Geraldi. „Ik hoop, dat je er niets op tegen hebt". „Maar", zeide de kleine man, „is de bel van de voordeur niet over gegaan toen je binnen kwam? En had ik deze deur open gelaten?" „De straatdeur heb ik met rust gela ten", zeide Geraldi, „en deze deur is met zulk een oud vriend als dit slot nooit voor mij gesloten". De oude man keek hem met open mond aan. „Ah", zeide hij tenslotte en klemde zijn bloedlooze handen tezamen. Hij begon Geraldi aan te kijken met nog grooter angst dan tevoren, terwijl hij ge durig het hoofd schudde, alsof meer en meer de waarheid tot hem doordrong. „Begrijp je het nu?" „Ik begrijp het", antwoordde de pand huishouder. „Het zou niet goed voor mij zijn om gezien te worden, zelfs niet in achteraf- straatjes, daarom ben ik langs een vei liger weg gekomen". De man likte zijn lippen af, „Jij bent Geraldi", zeide hij- „Je kent mij dus?" „Ik ken iedereen", zeide de kleine man, „heb je iets voor mij?" „Alleen maar een beetje geld". „En wat wil je daarmee?" Hondong riep onmiddellijk, dat de pas sagiers het toestel moesten verlaten en de deur werd geopend, waarna allen in goede orde en zonder paniek het toe stel konden verlaten. Alleen de Engel sche passagier, miss Kennedy, was ner veus en sprong uit het toestel, waarbij zij op haar gelaat kwam te vallen, waar van zij nog de sporen draagt. Een baby werd rustig door andere passagiers aan de moeder gereikt en de bemanning kon door de cabine de cockpit en het toestel verlaten. Het vliegtuig brandde geheel uit, doch explosies deden zich niet voor. De Indische mail van de „Maraboe" is niet geheel verongelukt, er is nog iets van over, dat naar het hoofdpostkan toor te Amsterdam is vervoerd. Hetgeen over is, is echter in zulk een staat, dat het nog wel eenigen tijd zal duren, voor alles voldoende door de posterijen is uitgezocht, Het meeste is n.l. geheel of ten deele verkoold. Heden is men met het sorteeren begonnen. VERKOOP VAN VEE NAAR RUSLAND. Een uiteenzetting van minister Gelissen inzake de beschuldi ging, dat de Veehouderij Cen trale een goede kans verprutst zou hebben. Op vragen van het Tweede Kamerlid Weitkamp in verband met een publi catie van den Bond van Melkveehou ders, waarin de Veehouderij-Centrale er van beschuldigd wordt, geen voldoen de medewerking te hebben verleend aan een kans, om vee naar Rusland te verkoopen, heeft de minister van eco nomische zaken, prof. Gelissen o.a. het volgende geantwoord: De secretaris van voornoemden bond, de heer Wolmerstett, deelde bij een be zoek aan de Nederlandsche Veehoude rijcentrale, waarbij hij vergezeld was van den voorzitter van dien bond, den heer J. van Meerveld, mede, naar Rusland te zijn geweest en met bestemming voor dat land gaarne prijsopgave te wil len ontvangen, behalve v,an enkele an dere artikelen, ook van rundvee. Den heer Wolmerstett is toen ge vraagd, voor welke soorten vee hij prijsopgave wenschte en welke eischen van sanitairen aard gesteld werden. De heer Wolmerstett antwoordde daarv,an niet op de hoogte te zijn, waarna met hem overeengekomen w;erd, dat door hem naar een en ander nader zou wor den geïnformeerd, waarna meer nauw keurig de zaak zou kunnen worden be sproken. De Nederlandsche Veehoude rijcentrale had niet anders aan te bie den dan de runderen, welke van regee- ringswege werden overgenomen. Voor deze runderen was langs andere zijde, doch zonder gevolg, reeds een lage of ferte naar Rusland doorgegeven. Eeni gen tijd d,aarna werd door den heer Wolmerstett aan de Nederlandsche Vee houderijcentrale gevraagd, hoever het met de zaken stond, en toen hem ten antwoord werd gegeven, dat de Neder landsche Veehouderijcentrale nog steeds op nadere gegevens wachtte, deelde hij mede, zich niet te kunnen herinneren toegezegd te hebben nadere gegevens te zullen verstrekken. Een nieuw onderhoud had daarna plaats op het regeeringsbureau, alwaar bleek, dat de heer Wolmerstett wensch te op te treden als vertegenwoordiger van de Nederlandsche Veehouderijcen- tr,ale voor het verkoopen van vee naar Rusland, terwijl uit het eerste onderhoud was gebleken, dat hij wenschte op te treden als vertegenwoordiger van den kooper. Inmiddels was door minister Steen- berghe (later afgetreden) bepaald, dat in zake verkoop aan Rusland in den vervolge niet met tusschenpersonen in. onderhandeling mocht worden getreden, aangezien gebleken was, dat daardoor de positie van Nederland tegenover Rusland bij het voeren van onderhan delingen onnoodig werd verzwakt. Aan den heer Wolmerstett werd dan „Slechts iets koopen", „Goed", zeide de man zonder ent housiasme, „Wat wil je koopen?" „Wat ik wil koopen", zeide Geraldi, „wat ik wil koopen, is het gezicht van een jongen man met lang blond haar en een korte blonde knevel- Ook wil ik an dere kleeren hebben; de kleeding van een cowboy, laat ons zeggen van den jongen zoon van een rijken rancher". „Wie heeft je hierheen gezonden?" vroeg de pandhuishouder op scherpen toon, „Ik heb den weg gevonden, zooals je ziet", zeide Geraldi, „Dan kun je je weg terug ook wel vinden", snauwde het mannetje op de kruk. „Van mij zul je niets koopen". „Moet ik mezelf dan helpen?" „Als je gek bent wel. Het is gemak kelijk om binnen te komen, hè, maar jc zult het moeilijker vinden om er uit te komen, James Geraldi. Iedere deur wordt met revolvers bewaakt!" Hij sprak niet zoozeer triomfantelijk, maar er lag kalme overtuiging in zijn stem en .hij glimlachte met kinderlijk vertrouwen den ander toe. „Heb je gescheld?" vroeg Geraldi. „Een licht", antwoordde de ander. „Scherpe ooren zouden een bel kunnen hooren ooren, die niet moeten hoo- ren, maar een licht is veilig". „Maar het komt mij voor, dat je veel gedoe maakt om een kleinigheid", zeide ook medegedeeld, dat van zijn diensten geen gebruik kon worden gemaakt. Al zou de minister deze bepaling niet gemaakt hebben, dan nog zou aan den heer Wolmerstett geen offerte ge maakt kunnen zijn, zoolang niet door hem medegedeeld was, welke soorten vee door Rusland werden gevraagd en welke de voorwaarden der levering w,aren. Den heer Wolmerstett is verschillen de malen gevraagd aantal en soort te noemen en een bod te doen. Ondergeteekende is niet gebleken, dat de Nederlandsche Veehouderijcen trale in dezen niet voldoende mede werking zou hebben verleend. DE VOORGESTELDE VERBETERING VAN DE DOKHAVEN. \'an den heer H. F. Mink, wonende op den Korendijk, is bij den Raad een adres ingekomen, waarin hij in tegen stelling met het ,adres van een aantal andere bewoners uit die omgeving, aan dringt op het aannemen van het voor stel inzake verbetering van de Dokha ven, o.a. ook ter opheffing van den ondragelijken stank, die speciaal bij laag water uit die haven op stijgt. BOVENTALLIGE LEERKRACHT, Ged. Staten van Zeeland hebben on gegrond verklaard het beroep van het bestuur der Vereeniging voor Chr. On derwijs, tegen het besluit van den Ge meenteraad, w,aarbij voor een boven tallige leerkracht aan de school op de Heerengracht slechts tot 1 April 1934 vergoeding werd toegekend. DE OUDE VLISSINGSCHE WEG. Volgens de aan den Raad overgeleg de rekening van de Commissie over den Ouden Vlissingschen weg heeft deze in 1934 ontvangen f 2190 en uit gegeven 1 1584; goed slot van f 605 te gen f 720 over 1933, ONTWIKKELING VAN WERKLOOZEN. Volgens de verslagen over Juni na men in die maand deel aan de cursussen in vakteekenen en autogenisch lasschen 12 en aan die in autotechniek en auto- bestuuren 21 leerlingen. De jeugdige werkloozen kwamen ge reed met den paardenstal en begonnen met den bouw van de beenderenloods. DE WERKLOOSHEID. Bij de arbeidsbeurs ainier staan inge schreven: geheel werkloos: 906 mannen en 11 vrouwen; gedeeltelijk werkloos: 58 mannen en 5 vrouwen; niet werkloos: 17 mannen en 1 vrouw. Algemeen totaal vorige week 970, bijgekomen 130, afge gaan 102 over 998. De „Z.E.T.O," Het Comité van de Zeeuwsche Ten toonstelling voor Handel, Nijverheid en Industrie, de Z.E.T.O., welke van 21 tot en met 31 Augustus in de St, Joris ge houden wordt, heeft zeker mede dank zij den verzonden mooi uitgevoerden folder met prospectus, waarop de fraaie gevel van St. Joris op een knalrood fond is geplaatst, steeds meer succes met het vullen der zalen en tuin. Onder de toe zeggingen voor het bezetten van sfands zijn er van vooraanstaande fabrieken en firma's op allerlei industrieel gebied. Het Comité heeft zich bij het kiezen der data mede laten leiden door het feit, dat in die dagen ook de ringrijderij van Vreemdelingenverkeer in de Abdij plaats heeft en mede aanleiding zal kun nen zijn om de Zeeuwen van buiten Wal cheren en ook de vele vreemdelingen van buiten de Provinciale en landsgren zen naar Middelburg te trekken. Op de tentoonstelling zal aan de bezoekers ge toond worden dat men in eigen land veel kan koopen, wat men nu in het bui- Geraldi- „Het is geen kleinigheid", antwoord de de oude man. „Waarom niet?" „Stel eens voor, dat ik je help om weg te komen, wat zou Chalmers dan wel zeggen?" De jongere man glimlachte. „Natuur lijk moeten wij om Chalmers denken", gaf hij toe. „We willen je scalp misschien zullen ze dien hebben", ging de pand huishouder voort, „maar er is één moei lijkheid, zie je." „Zoo?" „Het feit, dat je met mij in dezen win kel bent". „Daar dacht ik zooeven ook aan", antwoordde Geraldi, terwijl hij een si garet opstak. Dadelijk daarop voegde hij er bij: „Doe dat niet probeer het niet, vriend, maak zelfs die beweging niet meer, of ik zal genoodzaakt zijn een kogel door dat wijze hoofd van je te jagen en dan te probeeren hier weg te komen." Alles wat de ander gedaan had, was slechts een weinig voorover te buigen. De grootste verandering was echter niet in zijn houding geweest, maar in zijn ge laatsuitdrukking, maar zelfs die veran dering was niet groot. Nu echter leunde hij weer achterover en schudde het hoofd bewonderend. fWordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1935 | | pagina 5