OFFIE
„„YSENDYK
CEEL MERK
SLANK! im
DIE MEN B'J U
HEEL LEKKER VINDT
IK va» den OAG.
BINNENLAND.
ZEELAND.
MIDDELBURG.
TWEEDE BUD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE COURANT) VAN VRIJDAG 12 JULI 1935. No. 162.
Treurig Beheer.
Amerikaansche curiositeiten.
„Fan mail".. President
Roosevelt heelt er een dank
baar gebruik van gemaakt,
Populariteit bij het pond,
In de samenleving van het groote ge-
meenebest, dat de „Vereenigde Staten
van Amerika" heet, doen zich een hee-
le boel verschijnselen voor, waar wij
Europeanen vreemd tegenover staan.
Goede en slechte verschijnselen en
daartusschen een categorie, die moei
lijk te kwalificeeren valt, die haar zeer
goede en zeer slechte zijden heeft. Tot
deze laatste moge gerekend worden de
z.g. „fan mail", d.w.z. het schrijven van
brieven over allerlei persoonlijke aan
gelegenheden aan vooraanstaande fi
guren: regeeringsautoriteiten, bekende
industrieele magnaten, filmsterren etc.
Wij zouden er niet aan denken om een
brief te schrijven aan de Koningin of
aan dr, Colijn en daarin te vertellen,
wat we missen of graag zouden willen
hebben. In Amerika wel. President
Roosevelt krijgt, naar onze New-York-
sche correspondent ons meldt, eiken
dag duizenden brieven uit het ge-
heele land vol raadgevingen, verzoe
ken, kritieken en wat niet meer, waar
uit zijn staf vrij duidelijk kan opmaken
hoe de algemeene wind waait.
Als een voorbeeld van wat de ge
middelde Amerikaan aan den man, die
het hoogste gezag in den staat uit
oefent, goed vindt mee te deelen, moge
het volgende epistel dienen. Een vrouw
in een van de noordelijke Staten
schreef letterlijk aan den President: ,,Ik
heb u en uw vrouw al een langen tijd
geleden geschreven. Sindsdien ben ik
drie maal uit mijn bed gevallen. De
dokter was hier den dag, dat ik mijn
rug bezeerde. Ik vroeg een van de meis
jes om hem naar me toe te sturen, maar
hij was al weg. De pillen waren van het
veikeerde soort en sindsdien heb ik
voortdurend last van mijn maag gehad.
De menschen, die bij mij wonen, heb
ben door zorgeloosheid mijn huis laten
afbranden, nadat mijn dochter gestor
ven was door een operatie. Ze hebben
me hierheen gebracht en al mijn Zon-
dagsche kleeren zijn verbrand. Oh,
wanneer er maar een man was wien ik
kon trouwen. Maar hij moet een Chris
telijk iemand zijn met geld en een auto,
dan zou ik graag hebben, dat u me de
meubels gaf. Wanneer Rockefeller en
Carnegie een beetje zouden helpen zou
ik hen allemaal te eten vragen, wan
neer de Heere mij het leven zou laten.'
Dit is ongeveer een voorbeeld van
Amerikaansche „fan mail", zooals ont
vangen wordt door ministers, door
filmsterren, door iedereen, die maar
eenigszins openbaar bekend is-
Omdat het zoo algemeen toegepast
wordt, is dit verschijnsel een macht
geworden, waarmee sterk rekening
dient gehouden in de Ver. Staten. Het
is bekend, dat Roosevelt en zijn méde
werkers 't eerste jaar van de NRA let
terlijk honderd duizenden brieven ont
vangen hebben in Washington, die niet
ongelezen naar de prullenmand ver
huisden, maar de beste bron van in
lichting Vormden: hoe de bevolking
over allerlei dacht, wat men miste, wat
men wenschte, wat goed ging en wat
niet. En wanneer men bedenkt hoe
groot het land is en over hoeveel schij
ven alles gaat, dan is het begrijpelijk,
dat een rechtstreeksch contact tus-
schen de opperste regeering en den een-
voudigsten burger van groot belang is,
vooral wanneer daar van hooger hand
de volste aandacht aan geschonken
wordt. Al die brieven werden gegroe
peerd en in stalen kasten opgeborgen,
er werd onderzoek naar gedaan en op
die manier wist men in Washington pre
door GEORGE OWEN BAXTER.
19).
Spoedig begon de weg te stijgen; toch
hield hij zijn gang vol, maakte slechts
Zijn passen wat korter en steeg, steeg
gedurig in de duisternis. Het was zwaar
loopen en hij kon begrijpen, waarom
w x ,k. had geze^d twee uur bij dag!
Want hij moest eiken stap aanvoelen
en tweemaal struikelde hü en viel
bijna over puntige rotsblokken. De een
of andere naastige klipgeit moest dezen
weg hebben gekozen; er was niets, dat
deed, denken aan menschelijk werk of
menschelijk overleg; het pad liep s+eiï
op en daalde scherp naar beneden. Zijn
adem begon hem nu te begeven en hif
moest weer overgaan tol snel wande
len. Hij begon wat bijna een steile
m.uur ,was *e beklimmen en bereikte
eindelijk een hooge kruin. In de duis
ternis stil staande, begreep hij niet
hoe een paard over zulk een weg zou
kunnen gaan en, hoewel hij sterke ze
nuwen had, kon hij een lichte rilling
niet onderdrukken bij de gedachte, dat
men zou probeeren dien weg in de duis
ternis te rijden.
Achter hem lag de groote donkere
rog van de vallei met de fonkelende
i ten ln bet midden; voor hem de ver
dere woeste wildernis van bergen té-
"eS-. bemel opspitsend. i
htij ging weer een steile helling af,
aarna liep het pad weer gemakkelijker
cies te vertellen, wat voor maatrege
len in het land succes hadden en welke
niet, en kon men dienovereenkomstig
handelen.
Wanneer er wetsvoorstellen gedaan
worden in Washington of in de hoofd
steden van de Staten, die door een
groep burgers als strijdig met het alge
meen belang worden beschouwd, dan
nemen niet zelden de dagbladen het ini
tiatief om te schrijven of te telegrafee-
ren als protest. Een paar voorbeelden.
Onlangs had een brave volksvertegen
woordiger een wetje bedacht voor den
staat New-York, waarbij automobilis
ten een nieuw soort automobielnummer
zouden moeten aanschaffen. Nu krijgt
men in Amerika elk jaar een nieuw
nummer als een re?u voor betaalde be
lasting en die platen worden in de ge
vangenissen gemaakt. Maar deze heer
had een prachtige nieuwe plaat op het
oog, die speciaal verlicht was en ande
re moderne kwaliteiten bezat, maar
door een particuliere fabriek geleverd
werd tegen den civielen prijs van zeven
dollar. Argwanende zielen vermoedden
direct een mysterieus contact tusscbeu
het kamerlid en de platenfabriek, maar
dat is nooit bewezen. Genoeg zij, dat
zulk een stortvloed van brieven en te
legrammen op de regeering neerregen
de, dat de wetgevende vergadering er
niet aan durfde de kiezers dreig
den met wraak.
Een wereld, die letterlijk steunt op
„fan mail", is die van de film en de ra
dio. Daar is men niet zoo scrupuleus als
in Washington, maar wordt de popula
riteit van een acteur of een zangeres
afgemeten per pond brieven of naar het
aantal, aangezien het gebleken is, dat
zulke brievenschrijvers gewoonlijk op
getogen vereerders zijn en maar zelden
kritiek uitoefenen.
In Hollywood geldt de „fan mail" als
een soort thermometer, die meteen in
vloed uitoefent op de gage der artisten.
Terwijl de algemeen geliefde sterren
onder de brieven begraven worden,
waarvan verscheidende huwelijksaanzoe
ken of gebedel om geld of steun bevat
ten, krijgt een geniale acteur als Char
les Laughton er echter zoo goed als
geen, omdat zijn rollen meestal onsym
pathiek zijn. Na zijn „Ruggles of Red
Cap" werden het er zes per dag, maar
na zijn schitterende, maar onbarmhar
tige rol in ..Les Misérables" viel dat
terug tot één terwijl een Joan Craw
ford er een paar duizend per week
1. rijgt!
Een verklaring van dit gezellige fa-
miliegedoe te geven is niet gemakkelijk,
de beste is wellicht, dat de Amerika
nen zich allemaal als buren beschou
wen. Begint Roosevelt niet vaak zijn
speeches met: „Friends and neighbours!"
Mijn vrienden en buren?
DE COMMUNISTEN EN DE C.D U,
Zooals men weet, heeft de S-D.A.P.
het aanbod van de communisten, om ge
zamenlijk de wethouderszetels te Am
sterdam te bezetten van de hand gewe
zen. Eenzelfde aanbod richtten de com
munisten tot de fractie der Christ. Dem
Unie. Ook deze moest er niets van heb
ben.
Men verzoekt ons thans de motieven,
die het bestuur van de Amsterdamsche
federatie der C.D.U- in haar afwijzend
schrijven naar voren bracht, mee te
deelen. Het zijn de volgende:
„le. dat wij als Cristenen weu-
schen te handelen in en door den Geest
van Christus, onzen Heiland en Godde-
lijken Leidsman, die door Uw partij als
de grootste vijand wordt beschouwd;
2e. dat wij als democraten, elke
door en kon hij zijn pas verhaasten.
Hij schatte, dat hij minstens zes oï ze
ven mijl van de stad verwijderd moes!
zijn en stond stil om op adem te ko
men, toen hij achter zich het geluid van
paardenhoeven hoorde; hij keek om en
zag vonken uit de steenen spatten'
Iemand kwam hem achterop! Renney?
HOOFDSTUK XV.
Geraldi liet zich op een knie zakken
om gemakkelijker te kunnen ademen
en na te denken; hij kon zich niet voor
stellen, dat een ander menschelijk we
zen de wanhopige kansen zou willen
loopen van dat nachtwerk niemand
behalve dan Renney, den beroeps-des-
per,ado. En toch, waarom zou Renney
zulk een haast maken, behalve dan uit
natuurlijke woestheid? Geraldi stond
in twijfel; als hij er zeker van kon
zijn, dat het Renney was, dan kon hij
een revolver trekken en hem neerschie
ten met even weinig gewetensbezwaar als
Wanner het een dollen hond betrof, want
hij had nu niet langer de aanwijzingen
van Renney noodig om Robert Asprey
te bereiken.
Hij was er echter niet zeker van. Diep
ademhalend en het hoofd in twijfel
schuddend, zag hij den ruiter naderen
door de vonken,, die uit de hoeven van
het paard sloegen. B;ijn,a onmiddellijk
daarop waren paard en ruiter vjak bij
hem, vlogen voorbij, terwijl hij zich
laag bukte, en verdwenen in een bosch-
je."
„Verdvooruit!" schreeuwde de
dictatuur afwijzend, in Uw tijdelijk voor
geschreven d e rruö crlatische tac
tiek, geen waarborg zien, voor samen
werking, die alleen kan plaats vinden,
op grondslag van democratisch begin
sel, hetwelk door Uw partij steeds is
verworpen", e
Bij sommige crisis-centrales is
op onverantwoordelijke wijze
met geld gesmeten.
De N, R. C. ontleent aan het dezer
dagen verschenen verslag over 1934 van
de Algemeene Rekenkamer enkele me-
dedeelingen betreffende een wel zeer
bedenkelijk beheer van sommige hoo
ge ambtenaren bij de crisis-diensten,
n.l. het volgende:
„Het onderzoek, dat de Kamer in
stelde bij een der oudere zg. centrales,
vestigde bij haar den indruk, dat de di
recteur dier instelling te kort schoot in
het betrachten van zuinigheid in zijn
i beheer, zoowel in het algemeen als wat
uitgaven betreft, waarbij zijn persoon
betrokken was.
Hij genoot als directeur een salaris
van f 4000, doch daaraan werd toege
voegd een traktement van f 5000 als
hoofdcontroleur. Er waren in de admi
nistratie geen declaraties of andere be
scheiden aanwezig betreffende reizen,
in deze functie gedaan, zoodat de Ka
mer zich over den omvang van het
werk, voor dit traktement verricht, vol
strekt geen denkbeeld heeft kunnen
vormen. Daarenboven bracht hij f 9,60
per etmaal in rekening zonder daar
toe gemachtigd te zijn voor verblijf
in de plaats, waar de centrale was ge
vestigd (zijne woonplaats was elders).
Ook de kosten van een spoorwegabon
nement eerste klasse, dat blijkbaar bij
na uitsluitend diende voor heen en we
der reizen tusschen woon- en stand
plaats, waren ten laste van de instel
ling gebracht, evenals die voor bagage
verzekering. De vergoedingen voor
eenige dienstreizen naar andere plaat
sen in Nederland en naar het buiten
land waren buitengewoon hoog bere
kend, terwijl bijna alle kostennota's
verhoogd waren met posten voor re
presentatiekosten, taxi's en sigaren
(over 'n tijdvak van ruim 4 maanden be
liepen deze extra verhoogingen bijna
f 200).
Het algemeen beheer was op dezelf
de leest geschoeid. Het personeel ge
noot verschillende voorrechten, die per
soneel, in gelijke positie bij den gewo
nen Rijksdienst werkzaam, niet zou heb
ben verkregen. In plaats van de alge
meene salarisverlaging, die voor dit
laatste was toegepast, was voor het ad
ministratief personeel dezer instelling
eene bijna algemeene salarisverhooging
toegepast. Talrijk waren voorts de aan
merkingen, te maken op de vergoedin
gen voor reis- en verblijfkosten, op de
uitgaven voor gebruik van automobie
len, voor sigaren en sigaretten, voor
koffie en thee, voor representatiekos
ten (deze laatste in rekening gebracht
door controleurs).
De Kamer bracht de belangrijkste
harer opmerkingen onder de aandacht
van den minister van oeconomische za
ken, daarbij als haar gevoelen te ken
nen gevend, dat het niet aanging, den
druk, door de oeconomische crisis op
de bevolking gelegd, nog te verzwaren
door de gelden, die voor steun aan den
landbouw werden opgebracht, te gebrui
ken op een wijze, als bij deze centrale
geschiedde. Zij drong er met klem op
aan, dat aan de crisisdiensten het be
trachten van de grootst mogelijke zui
nigheid zou worden voorgeschreven.
Deze diensten mochten haars inziens
niet uit het oog verliezen, dat zij met
de uitvoering der steunwetten belaste
bestuursorganen waren, ook al was
ruiter in het voorbij gaan.
Geraldi sprong op; het was de stem
van Renney!
Man en paard waren verdwenen,
maar Geraldi liep hen na; er zat niets
anders op dan al zijn krachten in te
spannen en te hopen, dat hij niet te
ver zou achter blijven. Weer kwam hij
aan een steile helling in den slingeren
den weg, maar aan het einde daarvan
lag een klein plateau voor hem, waarop
hij een lichtschijnsel opmerkte. Door-
loopende, zag hij de omtrekken van 'n
kleine berghut, opgetrokken tegen een
hooge rots. Hij kwam nog nader en
zag het lamplicht door de open deur
stroomen en in dat licht stapte Renney
af! Ja, er stond een groote man in de
deur, die zijn hand uitstak en den kop
pensneller welkom heette. Was dat Rg.-
bert Asprey?
Het viel Geraldi in, dat Toomey mis
schien niet Asprey was, maar eenvou
dig een schakel onderweg misschien
een man, die wist, waar het slachtoffer
kon worden gevonden of een mede
plichtige in dit verdelgingswerk. An- j
ders zou Renney wel eenvoudig een re
volver hebben getrokken en den zwa-
ren man hebben neergeschoten-
Hij liep langzaam om de hut heen
om weder op adem te komen. Er waren
twee openingen in de muren; de eene
was een kleine gleuf, die als venster
kon dienen, de andere was de deur.
Beide stonden open, want het was,
niettegenstaande de hoogte, eigenaar
dig zoel door den zuiden wind, die
zacht uit de heete woestijnstreek woei.
hun de vorm van stichtingen gegeven
en dat zij zich daarom hadden te hou
den aan de regelen, welke algemeen
als richtsnoer voor het financieel be
leid in den rijksdienst golden.
Uit besprekingen met den crisisac
countantsdienst was der Kamer geble
ken, dat deze reeds vroeger op verbe
tering van misstanden had aangedron
gen, zonder noemenswaardig resultaat.
De leider van den accountantsdienst
zond thans ook zijnerzijds een uitvoe
rig rapport aan den minister in.
Deze stemde over het algemeen met
de gemaakte opmerkingen in, al waren
voor sommige feiten verzachtende om
standigheden aan te voeren en al waren
sommige andere (in het vorenstaande
niet vermelde) min of meer te recht
vaardigen. De Minister was ook van
oordeel, dat de directeur der instelling
in zijne taak te kort geschoten was en
verklaarde, niet te zullen nalaten, den
directeur en ook het bestuur der cen
trale van zijn gevoelen ten opzichte van
het gevoerde beheer te doen blijken.
Verschillende maatregelen tot bezui
niging werden daarna ingevoerd. Zij
kunnen geacht worden eene besparing
van ten minste f 5000 per jaar te betee-
kenen, afgezien nog van belangrijke be
sparingen op reis- en verblijfkosten enz.
die niet in een cijfer kunnen worden
uitgedrukt, evenmin als het mogelijk
is de zuiver preventieve werking der
opmerkingen op eene bepaalde som te
schaten".
De N. R. C. teekent hierbij het vol
gende aan
Bij lezing van dit relaas raakt men
verbluft over het feit, dat zulke opvat
tingen bij een verantwoordelijken lei
der kunnen bestaan in een tijd, dat de
staat en zijn onderdeelen met millioe-
nen-tekorten worstelen en de burgerij
tot het uiterste met heffingen van al
lerlei soort is belast.
Dat er overigens in dezen tijd perso
nen worden gevonden, die een spilziek
beheer voeren waarvan ook enkele
kruimpjes voor henzelf afvallen, is, zoo
als de ervaring helaas leert, niet zoo
verrassend. Dat dergelijke personen ech
ter in verantwoordelijke functies wor
den gehandhaafd, is verwonderlijker.
De betrokkene in het hierboven vermei
de geval moge nog zoo deskundig zijn
geweest op het terrein van de werk
zaamheden der crisisorganisatie, hij
miste een andere eigenschap, die voor
de vervulling van een zelfstandige func
tie, waaraan een zeker dwingend ge
zag is verbonden, noodzakelijk is, n.l,
een geweten met betrekking tot de li
nancieele aangelegenheden van den
staat. De bewuste directeur is, naar het
schijnt, uit zijn functie niet ontheven.
Het komt ons voor, dat de Staten-Ge-
neraal, naar aanleiding van deze zaak,
nog wel nadere inlichtingen mogen vra
gen.
Indien vorenbedoeld geval op zich
zelf stond, zou de zaak, hoewel van
ernstigen aard, niet zoo bedenkelijk zijn.
„Einzelfalle" zijn nooit geheel te voor
komen. Blijkens de overige mededeelin-
gen van de Rekenkamer over de crisis
organisaties moet men in het hiervoor
behandelde geval echter een der ergste
1 o.ri! van
Reeds vanaf 20 et»
(Ingez. Med.)
Geraldi ging aan het smalle venster
staan en keek naar binnen, waar Too
mey de bergbewoner, met zijn rug naar
hem toegekeerd, aan het fornuis bezig
was. Zijn haar was lang en hing tot op
zijn schouders, en die schouders zouden
'in een boksring ontz,ag hebben ingeboe
zemd! Hij was gekleed in een overall
en een flanellen hemd, waarvan de mou
wen waren opgestroopt tot boven de
gespierde elleboogen.
Renney, de moordenaar, zat op een
kruk, die op twee pooten tegen den
muur stond geleund en zijn onnatuurlijk
schitterende oogen waren voortdurend
op zijn gastheer gevestigd. Deze deed
dikke plakken hertenvleesch in een
braadpan en koffie in een zwarte kan.
„Vanavond zul je wat te eten krijgen,
vriend", zeide hij over zijn schouder
tot Renney. „Wat wil je ontloopen?"
„Een paar vervloekte detectives, die
mij al een maand lang achterna zitten",
loog Renney met overtuigende emotie.
„Ze zullen je niet bij nacht over dit
pad volgen! Hoe heb jij het klaar ge
speeld?"
„Ik waagde het er op; ik was doods
benauwd,"
Het viel Geraldi in, dat dit slecht co-
mediespel was, want als de man aan het
fornuis even naar het gelaat van zijn
gast had gekeken, zou hij gezien heb
ben, dat vrees geen karaktertrek van
den kleinen revolverbandiet was.
„Wat heb je uitgevoerd?" vroeg de
gastheer, nog bezig met de kokerij.
Er was een pauze en Geraldi nam
intusschen de hut op, die er zeer arm
(Ingez. Med.)
symptomen zien van opvattingen, welke
bij besturen en ambtenaren van crisis
organisaties en -instellingen, in den be
ginne althans, heerschen.
Zoo vonden wij vermeld, dat bij ver
schillende crisisinst/ellipgen uitgaven
voor verstrekking van koffie, thee en si
garen aan bestuursleden en ook wel aan
ambtenaren tot hooge bedragen oplie
pen Besparing van verscheiden duizen
den guldens per jaar is het gevolg van
de aanmerkingen, welke de Rekenkamer
hieromtrent heeft gemaakt.
Ook de vergoeding voor het gebruik
van eigen rijwiel werd bij sommige cri
sisorganisaties op zeer royalen voet ver
leend. Bij een enkele organisatie reeds
werd 7500 per jaar bespaard, doordat
de rijwielvergoeding voor controleurs
werd beperkt tot 150 per jaar (tevo
ren 2 A c. per km, zonder maximum).
De Varkenscentrale schijnt, ondanks
den noodlijdenden export van bacon,
ook met royale bedrijfsopvattingen be
hept te zijn geweest. Wegens een aan
vankelijk gebrek aan kasmiddelen wer
den o.a. kasgeldleeningen bij baconfa-
brikanten gesloten, die bij een toevloei
ing van middelen tijdig werden opge
zegd; op één uitzondering na. Van een
der geldschietende fabrikanten werd n.l
geheel onnoodig 360.000 nog 5 maan
den in kas gehouden, waarover 3 A pet.
rente verschuldigd was.
In deze en andere gevallen heeft het
streven van de Kamer naar zuinigheid
succes gehad, al dan niet door bemidde
ling van de regeering. Deze heeft trou
wens zelf gevoeld, dat reorganisaties
noodzakelijk waren. Zoo is eind 1934
door den Crisisaccountantsdienst 'n on
derzoek ter hand genomen met het doel,
gelijkheid te verkrijgen in de normen
van belooning voor personeel in den bui
tendienst van provinciale landbouwcri
sisorganisaties, alsmede in de vergoedin
gen, uit te keeren aan leden en secre
tarissen van districtsbesturen. Dit en
andere onderzoeken geschiedde blijk
baar op instigatie van de Rekenkamer.
Volgens een rapport, waarvan deze Ka
mer kennis nam, zouden de voorstellen,
uit laatstgenoemd onderzoek voortvloei
end, een bezuiniging kunnen beteekenen
van ongeveer 225,000. Zijn deze voor
stellen inmiddels verwezenlijkt
De Bond van politie-ambtenaren
in Nederland tot bescherming van die
ren, schreef verleden jaar een; prijsvraag
uit voor het samenstellen van een ar
tikel om als propagandageschrift te
worden verspreid. In het geschrift, moest
tot uiting komen wat dierenbescher
ming beteekent en wat de taak der po
litie daarbij is, wat het doel is van den
Bond en waarom de politieman zich
dient aan te sluiten.
Thans heeft de jury haar rapport
uitgebracht. Er is geen eersten prijs
toegekend, doch een tweede prijs viel
uitzag; slechts een geweer hier, een bijl
daar, een patronengordel aan den wand
maar verderop was een plank, beladen
met boeken. Een vreemde smaak voor
een armen bergbewoner; Geraldi ver
langde er naar om een blik op het ge
laat van den grooten man te kunnen
werpen.
„Je behoeft niet te antwoorden", zei-
de Toomey.
„Ik kon het wel raden, geloof ik".
„Raad dan eens, vriend". „Je hebt
iemand gemold?" zeide de gastheer on
verstoorbaar.
Renney leunde voorover op zijn kruk.
„Iemand geschoten, hè?"
„Dat denk ik."
„Hoezoo?"
„Je ziet er uit als een handige jon
gen met een revolver: ik ken het oog
van een man tamelijk goed."
De gastheer grinnikte, terwijl hij dit
zeide en zijn breede schouders schud
den. Een rilling liep langs Geraldi's
rug bij het hooren van dit gesprek en
het zien van den giftigen trek om de
lippen van den bandiet.
„Ik zie er erg gemeen uit, hè?" vroeg
Renney.
Er was iets in zijn stem, dat Toomey
deed omkijken. Geraldi verloor geen
oogenblik, maar liep vlug en onhoor
baar om de hut heen en ging voor de
deur staan met zijn colt in de hand, ge
reed om te schieten.
(Wordt vervolgd.)