OFFIE „„YSENDYK CEEL MERK SLANK! im DIE MEN B'J U HEEL LEKKER VINDT IK va» den OAG. BINNENLAND. ZEELAND. MIDDELBURG. TWEEDE BUD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE COURANT) VAN VRIJDAG 12 JULI 1935. No. 162. Treurig Beheer. Amerikaansche curiositeiten. „Fan mail".. President Roosevelt heelt er een dank baar gebruik van gemaakt, Populariteit bij het pond, In de samenleving van het groote ge- meenebest, dat de „Vereenigde Staten van Amerika" heet, doen zich een hee- le boel verschijnselen voor, waar wij Europeanen vreemd tegenover staan. Goede en slechte verschijnselen en daartusschen een categorie, die moei lijk te kwalificeeren valt, die haar zeer goede en zeer slechte zijden heeft. Tot deze laatste moge gerekend worden de z.g. „fan mail", d.w.z. het schrijven van brieven over allerlei persoonlijke aan gelegenheden aan vooraanstaande fi guren: regeeringsautoriteiten, bekende industrieele magnaten, filmsterren etc. Wij zouden er niet aan denken om een brief te schrijven aan de Koningin of aan dr, Colijn en daarin te vertellen, wat we missen of graag zouden willen hebben. In Amerika wel. President Roosevelt krijgt, naar onze New-York- sche correspondent ons meldt, eiken dag duizenden brieven uit het ge- heele land vol raadgevingen, verzoe ken, kritieken en wat niet meer, waar uit zijn staf vrij duidelijk kan opmaken hoe de algemeene wind waait. Als een voorbeeld van wat de ge middelde Amerikaan aan den man, die het hoogste gezag in den staat uit oefent, goed vindt mee te deelen, moge het volgende epistel dienen. Een vrouw in een van de noordelijke Staten schreef letterlijk aan den President: ,,Ik heb u en uw vrouw al een langen tijd geleden geschreven. Sindsdien ben ik drie maal uit mijn bed gevallen. De dokter was hier den dag, dat ik mijn rug bezeerde. Ik vroeg een van de meis jes om hem naar me toe te sturen, maar hij was al weg. De pillen waren van het veikeerde soort en sindsdien heb ik voortdurend last van mijn maag gehad. De menschen, die bij mij wonen, heb ben door zorgeloosheid mijn huis laten afbranden, nadat mijn dochter gestor ven was door een operatie. Ze hebben me hierheen gebracht en al mijn Zon- dagsche kleeren zijn verbrand. Oh, wanneer er maar een man was wien ik kon trouwen. Maar hij moet een Chris telijk iemand zijn met geld en een auto, dan zou ik graag hebben, dat u me de meubels gaf. Wanneer Rockefeller en Carnegie een beetje zouden helpen zou ik hen allemaal te eten vragen, wan neer de Heere mij het leven zou laten.' Dit is ongeveer een voorbeeld van Amerikaansche „fan mail", zooals ont vangen wordt door ministers, door filmsterren, door iedereen, die maar eenigszins openbaar bekend is- Omdat het zoo algemeen toegepast wordt, is dit verschijnsel een macht geworden, waarmee sterk rekening dient gehouden in de Ver. Staten. Het is bekend, dat Roosevelt en zijn méde werkers 't eerste jaar van de NRA let terlijk honderd duizenden brieven ont vangen hebben in Washington, die niet ongelezen naar de prullenmand ver huisden, maar de beste bron van in lichting Vormden: hoe de bevolking over allerlei dacht, wat men miste, wat men wenschte, wat goed ging en wat niet. En wanneer men bedenkt hoe groot het land is en over hoeveel schij ven alles gaat, dan is het begrijpelijk, dat een rechtstreeksch contact tus- schen de opperste regeering en den een- voudigsten burger van groot belang is, vooral wanneer daar van hooger hand de volste aandacht aan geschonken wordt. Al die brieven werden gegroe peerd en in stalen kasten opgeborgen, er werd onderzoek naar gedaan en op die manier wist men in Washington pre door GEORGE OWEN BAXTER. 19). Spoedig begon de weg te stijgen; toch hield hij zijn gang vol, maakte slechts Zijn passen wat korter en steeg, steeg gedurig in de duisternis. Het was zwaar loopen en hij kon begrijpen, waarom w x ,k. had geze^d twee uur bij dag! Want hij moest eiken stap aanvoelen en tweemaal struikelde hü en viel bijna over puntige rotsblokken. De een of andere naastige klipgeit moest dezen weg hebben gekozen; er was niets, dat deed, denken aan menschelijk werk of menschelijk overleg; het pad liep s+eiï op en daalde scherp naar beneden. Zijn adem begon hem nu te begeven en hif moest weer overgaan tol snel wande len. Hij begon wat bijna een steile m.uur ,was *e beklimmen en bereikte eindelijk een hooge kruin. In de duis ternis stil staande, begreep hij niet hoe een paard over zulk een weg zou kunnen gaan en, hoewel hij sterke ze nuwen had, kon hij een lichte rilling niet onderdrukken bij de gedachte, dat men zou probeeren dien weg in de duis ternis te rijden. Achter hem lag de groote donkere rog van de vallei met de fonkelende i ten ln bet midden; voor hem de ver dere woeste wildernis van bergen té- "eS-. bemel opspitsend. i htij ging weer een steile helling af, aarna liep het pad weer gemakkelijker cies te vertellen, wat voor maatrege len in het land succes hadden en welke niet, en kon men dienovereenkomstig handelen. Wanneer er wetsvoorstellen gedaan worden in Washington of in de hoofd steden van de Staten, die door een groep burgers als strijdig met het alge meen belang worden beschouwd, dan nemen niet zelden de dagbladen het ini tiatief om te schrijven of te telegrafee- ren als protest. Een paar voorbeelden. Onlangs had een brave volksvertegen woordiger een wetje bedacht voor den staat New-York, waarbij automobilis ten een nieuw soort automobielnummer zouden moeten aanschaffen. Nu krijgt men in Amerika elk jaar een nieuw nummer als een re?u voor betaalde be lasting en die platen worden in de ge vangenissen gemaakt. Maar deze heer had een prachtige nieuwe plaat op het oog, die speciaal verlicht was en ande re moderne kwaliteiten bezat, maar door een particuliere fabriek geleverd werd tegen den civielen prijs van zeven dollar. Argwanende zielen vermoedden direct een mysterieus contact tusscbeu het kamerlid en de platenfabriek, maar dat is nooit bewezen. Genoeg zij, dat zulk een stortvloed van brieven en te legrammen op de regeering neerregen de, dat de wetgevende vergadering er niet aan durfde de kiezers dreig den met wraak. Een wereld, die letterlijk steunt op „fan mail", is die van de film en de ra dio. Daar is men niet zoo scrupuleus als in Washington, maar wordt de popula riteit van een acteur of een zangeres afgemeten per pond brieven of naar het aantal, aangezien het gebleken is, dat zulke brievenschrijvers gewoonlijk op getogen vereerders zijn en maar zelden kritiek uitoefenen. In Hollywood geldt de „fan mail" als een soort thermometer, die meteen in vloed uitoefent op de gage der artisten. Terwijl de algemeen geliefde sterren onder de brieven begraven worden, waarvan verscheidende huwelijksaanzoe ken of gebedel om geld of steun bevat ten, krijgt een geniale acteur als Char les Laughton er echter zoo goed als geen, omdat zijn rollen meestal onsym pathiek zijn. Na zijn „Ruggles of Red Cap" werden het er zes per dag, maar na zijn schitterende, maar onbarmhar tige rol in ..Les Misérables" viel dat terug tot één terwijl een Joan Craw ford er een paar duizend per week 1. rijgt! Een verklaring van dit gezellige fa- miliegedoe te geven is niet gemakkelijk, de beste is wellicht, dat de Amerika nen zich allemaal als buren beschou wen. Begint Roosevelt niet vaak zijn speeches met: „Friends and neighbours!" Mijn vrienden en buren? DE COMMUNISTEN EN DE C.D U, Zooals men weet, heeft de S-D.A.P. het aanbod van de communisten, om ge zamenlijk de wethouderszetels te Am sterdam te bezetten van de hand gewe zen. Eenzelfde aanbod richtten de com munisten tot de fractie der Christ. Dem Unie. Ook deze moest er niets van heb ben. Men verzoekt ons thans de motieven, die het bestuur van de Amsterdamsche federatie der C.D.U- in haar afwijzend schrijven naar voren bracht, mee te deelen. Het zijn de volgende: „le. dat wij als Cristenen weu- schen te handelen in en door den Geest van Christus, onzen Heiland en Godde- lijken Leidsman, die door Uw partij als de grootste vijand wordt beschouwd; 2e. dat wij als democraten, elke door en kon hij zijn pas verhaasten. Hij schatte, dat hij minstens zes oï ze ven mijl van de stad verwijderd moes! zijn en stond stil om op adem te ko men, toen hij achter zich het geluid van paardenhoeven hoorde; hij keek om en zag vonken uit de steenen spatten' Iemand kwam hem achterop! Renney? HOOFDSTUK XV. Geraldi liet zich op een knie zakken om gemakkelijker te kunnen ademen en na te denken; hij kon zich niet voor stellen, dat een ander menschelijk we zen de wanhopige kansen zou willen loopen van dat nachtwerk niemand behalve dan Renney, den beroeps-des- per,ado. En toch, waarom zou Renney zulk een haast maken, behalve dan uit natuurlijke woestheid? Geraldi stond in twijfel; als hij er zeker van kon zijn, dat het Renney was, dan kon hij een revolver trekken en hem neerschie ten met even weinig gewetensbezwaar als Wanner het een dollen hond betrof, want hij had nu niet langer de aanwijzingen van Renney noodig om Robert Asprey te bereiken. Hij was er echter niet zeker van. Diep ademhalend en het hoofd in twijfel schuddend, zag hij den ruiter naderen door de vonken,, die uit de hoeven van het paard sloegen. B;ijn,a onmiddellijk daarop waren paard en ruiter vjak bij hem, vlogen voorbij, terwijl hij zich laag bukte, en verdwenen in een bosch- je." „Verdvooruit!" schreeuwde de dictatuur afwijzend, in Uw tijdelijk voor geschreven d e rruö crlatische tac tiek, geen waarborg zien, voor samen werking, die alleen kan plaats vinden, op grondslag van democratisch begin sel, hetwelk door Uw partij steeds is verworpen", e Bij sommige crisis-centrales is op onverantwoordelijke wijze met geld gesmeten. De N, R. C. ontleent aan het dezer dagen verschenen verslag over 1934 van de Algemeene Rekenkamer enkele me- dedeelingen betreffende een wel zeer bedenkelijk beheer van sommige hoo ge ambtenaren bij de crisis-diensten, n.l. het volgende: „Het onderzoek, dat de Kamer in stelde bij een der oudere zg. centrales, vestigde bij haar den indruk, dat de di recteur dier instelling te kort schoot in het betrachten van zuinigheid in zijn i beheer, zoowel in het algemeen als wat uitgaven betreft, waarbij zijn persoon betrokken was. Hij genoot als directeur een salaris van f 4000, doch daaraan werd toege voegd een traktement van f 5000 als hoofdcontroleur. Er waren in de admi nistratie geen declaraties of andere be scheiden aanwezig betreffende reizen, in deze functie gedaan, zoodat de Ka mer zich over den omvang van het werk, voor dit traktement verricht, vol strekt geen denkbeeld heeft kunnen vormen. Daarenboven bracht hij f 9,60 per etmaal in rekening zonder daar toe gemachtigd te zijn voor verblijf in de plaats, waar de centrale was ge vestigd (zijne woonplaats was elders). Ook de kosten van een spoorwegabon nement eerste klasse, dat blijkbaar bij na uitsluitend diende voor heen en we der reizen tusschen woon- en stand plaats, waren ten laste van de instel ling gebracht, evenals die voor bagage verzekering. De vergoedingen voor eenige dienstreizen naar andere plaat sen in Nederland en naar het buiten land waren buitengewoon hoog bere kend, terwijl bijna alle kostennota's verhoogd waren met posten voor re presentatiekosten, taxi's en sigaren (over 'n tijdvak van ruim 4 maanden be liepen deze extra verhoogingen bijna f 200). Het algemeen beheer was op dezelf de leest geschoeid. Het personeel ge noot verschillende voorrechten, die per soneel, in gelijke positie bij den gewo nen Rijksdienst werkzaam, niet zou heb ben verkregen. In plaats van de alge meene salarisverlaging, die voor dit laatste was toegepast, was voor het ad ministratief personeel dezer instelling eene bijna algemeene salarisverhooging toegepast. Talrijk waren voorts de aan merkingen, te maken op de vergoedin gen voor reis- en verblijfkosten, op de uitgaven voor gebruik van automobie len, voor sigaren en sigaretten, voor koffie en thee, voor representatiekos ten (deze laatste in rekening gebracht door controleurs). De Kamer bracht de belangrijkste harer opmerkingen onder de aandacht van den minister van oeconomische za ken, daarbij als haar gevoelen te ken nen gevend, dat het niet aanging, den druk, door de oeconomische crisis op de bevolking gelegd, nog te verzwaren door de gelden, die voor steun aan den landbouw werden opgebracht, te gebrui ken op een wijze, als bij deze centrale geschiedde. Zij drong er met klem op aan, dat aan de crisisdiensten het be trachten van de grootst mogelijke zui nigheid zou worden voorgeschreven. Deze diensten mochten haars inziens niet uit het oog verliezen, dat zij met de uitvoering der steunwetten belaste bestuursorganen waren, ook al was ruiter in het voorbij gaan. Geraldi sprong op; het was de stem van Renney! Man en paard waren verdwenen, maar Geraldi liep hen na; er zat niets anders op dan al zijn krachten in te spannen en te hopen, dat hij niet te ver zou achter blijven. Weer kwam hij aan een steile helling in den slingeren den weg, maar aan het einde daarvan lag een klein plateau voor hem, waarop hij een lichtschijnsel opmerkte. Door- loopende, zag hij de omtrekken van 'n kleine berghut, opgetrokken tegen een hooge rots. Hij kwam nog nader en zag het lamplicht door de open deur stroomen en in dat licht stapte Renney af! Ja, er stond een groote man in de deur, die zijn hand uitstak en den kop pensneller welkom heette. Was dat Rg.- bert Asprey? Het viel Geraldi in, dat Toomey mis schien niet Asprey was, maar eenvou dig een schakel onderweg misschien een man, die wist, waar het slachtoffer kon worden gevonden of een mede plichtige in dit verdelgingswerk. An- j ders zou Renney wel eenvoudig een re volver hebben getrokken en den zwa- ren man hebben neergeschoten- Hij liep langzaam om de hut heen om weder op adem te komen. Er waren twee openingen in de muren; de eene was een kleine gleuf, die als venster kon dienen, de andere was de deur. Beide stonden open, want het was, niettegenstaande de hoogte, eigenaar dig zoel door den zuiden wind, die zacht uit de heete woestijnstreek woei. hun de vorm van stichtingen gegeven en dat zij zich daarom hadden te hou den aan de regelen, welke algemeen als richtsnoer voor het financieel be leid in den rijksdienst golden. Uit besprekingen met den crisisac countantsdienst was der Kamer geble ken, dat deze reeds vroeger op verbe tering van misstanden had aangedron gen, zonder noemenswaardig resultaat. De leider van den accountantsdienst zond thans ook zijnerzijds een uitvoe rig rapport aan den minister in. Deze stemde over het algemeen met de gemaakte opmerkingen in, al waren voor sommige feiten verzachtende om standigheden aan te voeren en al waren sommige andere (in het vorenstaande niet vermelde) min of meer te recht vaardigen. De Minister was ook van oordeel, dat de directeur der instelling in zijne taak te kort geschoten was en verklaarde, niet te zullen nalaten, den directeur en ook het bestuur der cen trale van zijn gevoelen ten opzichte van het gevoerde beheer te doen blijken. Verschillende maatregelen tot bezui niging werden daarna ingevoerd. Zij kunnen geacht worden eene besparing van ten minste f 5000 per jaar te betee- kenen, afgezien nog van belangrijke be sparingen op reis- en verblijfkosten enz. die niet in een cijfer kunnen worden uitgedrukt, evenmin als het mogelijk is de zuiver preventieve werking der opmerkingen op eene bepaalde som te schaten". De N. R. C. teekent hierbij het vol gende aan Bij lezing van dit relaas raakt men verbluft over het feit, dat zulke opvat tingen bij een verantwoordelijken lei der kunnen bestaan in een tijd, dat de staat en zijn onderdeelen met millioe- nen-tekorten worstelen en de burgerij tot het uiterste met heffingen van al lerlei soort is belast. Dat er overigens in dezen tijd perso nen worden gevonden, die een spilziek beheer voeren waarvan ook enkele kruimpjes voor henzelf afvallen, is, zoo als de ervaring helaas leert, niet zoo verrassend. Dat dergelijke personen ech ter in verantwoordelijke functies wor den gehandhaafd, is verwonderlijker. De betrokkene in het hierboven vermei de geval moge nog zoo deskundig zijn geweest op het terrein van de werk zaamheden der crisisorganisatie, hij miste een andere eigenschap, die voor de vervulling van een zelfstandige func tie, waaraan een zeker dwingend ge zag is verbonden, noodzakelijk is, n.l, een geweten met betrekking tot de li nancieele aangelegenheden van den staat. De bewuste directeur is, naar het schijnt, uit zijn functie niet ontheven. Het komt ons voor, dat de Staten-Ge- neraal, naar aanleiding van deze zaak, nog wel nadere inlichtingen mogen vra gen. Indien vorenbedoeld geval op zich zelf stond, zou de zaak, hoewel van ernstigen aard, niet zoo bedenkelijk zijn. „Einzelfalle" zijn nooit geheel te voor komen. Blijkens de overige mededeelin- gen van de Rekenkamer over de crisis organisaties moet men in het hiervoor behandelde geval echter een der ergste 1 o.ri! van Reeds vanaf 20 et» (Ingez. Med.) Geraldi ging aan het smalle venster staan en keek naar binnen, waar Too mey de bergbewoner, met zijn rug naar hem toegekeerd, aan het fornuis bezig was. Zijn haar was lang en hing tot op zijn schouders, en die schouders zouden 'in een boksring ontz,ag hebben ingeboe zemd! Hij was gekleed in een overall en een flanellen hemd, waarvan de mou wen waren opgestroopt tot boven de gespierde elleboogen. Renney, de moordenaar, zat op een kruk, die op twee pooten tegen den muur stond geleund en zijn onnatuurlijk schitterende oogen waren voortdurend op zijn gastheer gevestigd. Deze deed dikke plakken hertenvleesch in een braadpan en koffie in een zwarte kan. „Vanavond zul je wat te eten krijgen, vriend", zeide hij over zijn schouder tot Renney. „Wat wil je ontloopen?" „Een paar vervloekte detectives, die mij al een maand lang achterna zitten", loog Renney met overtuigende emotie. „Ze zullen je niet bij nacht over dit pad volgen! Hoe heb jij het klaar ge speeld?" „Ik waagde het er op; ik was doods benauwd," Het viel Geraldi in, dat dit slecht co- mediespel was, want als de man aan het fornuis even naar het gelaat van zijn gast had gekeken, zou hij gezien heb ben, dat vrees geen karaktertrek van den kleinen revolverbandiet was. „Wat heb je uitgevoerd?" vroeg de gastheer, nog bezig met de kokerij. Er was een pauze en Geraldi nam intusschen de hut op, die er zeer arm (Ingez. Med.) symptomen zien van opvattingen, welke bij besturen en ambtenaren van crisis organisaties en -instellingen, in den be ginne althans, heerschen. Zoo vonden wij vermeld, dat bij ver schillende crisisinst/ellipgen uitgaven voor verstrekking van koffie, thee en si garen aan bestuursleden en ook wel aan ambtenaren tot hooge bedragen oplie pen Besparing van verscheiden duizen den guldens per jaar is het gevolg van de aanmerkingen, welke de Rekenkamer hieromtrent heeft gemaakt. Ook de vergoeding voor het gebruik van eigen rijwiel werd bij sommige cri sisorganisaties op zeer royalen voet ver leend. Bij een enkele organisatie reeds werd 7500 per jaar bespaard, doordat de rijwielvergoeding voor controleurs werd beperkt tot 150 per jaar (tevo ren 2 A c. per km, zonder maximum). De Varkenscentrale schijnt, ondanks den noodlijdenden export van bacon, ook met royale bedrijfsopvattingen be hept te zijn geweest. Wegens een aan vankelijk gebrek aan kasmiddelen wer den o.a. kasgeldleeningen bij baconfa- brikanten gesloten, die bij een toevloei ing van middelen tijdig werden opge zegd; op één uitzondering na. Van een der geldschietende fabrikanten werd n.l geheel onnoodig 360.000 nog 5 maan den in kas gehouden, waarover 3 A pet. rente verschuldigd was. In deze en andere gevallen heeft het streven van de Kamer naar zuinigheid succes gehad, al dan niet door bemidde ling van de regeering. Deze heeft trou wens zelf gevoeld, dat reorganisaties noodzakelijk waren. Zoo is eind 1934 door den Crisisaccountantsdienst 'n on derzoek ter hand genomen met het doel, gelijkheid te verkrijgen in de normen van belooning voor personeel in den bui tendienst van provinciale landbouwcri sisorganisaties, alsmede in de vergoedin gen, uit te keeren aan leden en secre tarissen van districtsbesturen. Dit en andere onderzoeken geschiedde blijk baar op instigatie van de Rekenkamer. Volgens een rapport, waarvan deze Ka mer kennis nam, zouden de voorstellen, uit laatstgenoemd onderzoek voortvloei end, een bezuiniging kunnen beteekenen van ongeveer 225,000. Zijn deze voor stellen inmiddels verwezenlijkt De Bond van politie-ambtenaren in Nederland tot bescherming van die ren, schreef verleden jaar een; prijsvraag uit voor het samenstellen van een ar tikel om als propagandageschrift te worden verspreid. In het geschrift, moest tot uiting komen wat dierenbescher ming beteekent en wat de taak der po litie daarbij is, wat het doel is van den Bond en waarom de politieman zich dient aan te sluiten. Thans heeft de jury haar rapport uitgebracht. Er is geen eersten prijs toegekend, doch een tweede prijs viel uitzag; slechts een geweer hier, een bijl daar, een patronengordel aan den wand maar verderop was een plank, beladen met boeken. Een vreemde smaak voor een armen bergbewoner; Geraldi ver langde er naar om een blik op het ge laat van den grooten man te kunnen werpen. „Je behoeft niet te antwoorden", zei- de Toomey. „Ik kon het wel raden, geloof ik". „Raad dan eens, vriend". „Je hebt iemand gemold?" zeide de gastheer on verstoorbaar. Renney leunde voorover op zijn kruk. „Iemand geschoten, hè?" „Dat denk ik." „Hoezoo?" „Je ziet er uit als een handige jon gen met een revolver: ik ken het oog van een man tamelijk goed." De gastheer grinnikte, terwijl hij dit zeide en zijn breede schouders schud den. Een rilling liep langs Geraldi's rug bij het hooren van dit gesprek en het zien van den giftigen trek om de lippen van den bandiet. „Ik zie er erg gemeen uit, hè?" vroeg Renney. Er was iets in zijn stem, dat Toomey deed omkijken. Geraldi verloor geen oogenblik, maar liep vlug en onhoor baar om de hut heen en ging voor de deur staan met zijn colt in de hand, ge reed om te schieten. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1935 | | pagina 5