BINNENLAND.
ZEELAND,
KELVIHAT OR
WEER EN WIND.
NUMMER 161.
TWEE BLADEN.
DONDERDAG
11 JULI 1935.
EERSTE BLAD.
178e JAARGANG.
De K XVIII Ie Soeraitaia.
OVERZICHT VAN DEN RAAD
VAN GOES.
De nood der Garnalenvlsschers.
DAMES I
Besparing, gezondheid, genot
A. VAN ROON,
|m IQ-
n.m.
id-
uur
idem
ir 100
ïrs 14
Mo-
én 13,
6—
bhker-
tersen
4—5,
13—17,
zn 14,
1—30,
sr 100
|1—30,
jemen
10 bos-
Ireeni-
Jving".
rsen 9
6—17,
1214,
luiker-
10,
[1—15,
13,
tersen
9—14,
17—15,
V Ma-
,5,30—
|00 kg.
Mou-
IWisse,
[bouw-
20 h.
;anna
Axel.
1'burg,
ytovwciate
MIDDELBURGSCHE COURANT
Dagblad Voor Middelburg, Goes en agent
schap Vlissingen f 2.30, elders 2.50 per
kwartaal Week-abonn. in Middelburg en
Goes 18 ct. p. w. Advertentiën 30 ct. per
regel, Ingez. mededeeüngen 60 ct. p. r.
Bij contr. voor beide veel lager; tar. op aanvr.
GOESCHE COUPANT^
Uitgeefster Naamlooze Vennootschap „De Middelburgsche Courant"; Bureaux Lange Sint Pieterstraat te Middelburg.
Telefoon Redactie 269, Administratie 139 Postrekening no. 43255 Kantoor te GOES: Turfkade, telefoon 17.
Aangesloten by het Bureau voor Pübliciteitswaarde der Vereeniging de Nederlandsche Dagbladpers.
Familieberichten en dankbetuigingen 1
regels 2.10, elke r. m. 30 ct. Rubric!
„Kleine Advertentiën", ten hoogste 6 regels
a 75 ct. bij vooruitbetaling Adv. mof
„Brieven" of „Bevragen bureau dezer cou
rant" 10 ct. extra Bewijsnommers 5 cent.
Hedenmorgen kwart over negen kwam
de K XVIII vergezeld door verschillende
andere onderzeeërs aan de marinehaven
aan de Oedjoeng te Soerabaia aan. Tal-
looze belangstellenden waren aanwezig.
Onder het spelen van het Wilhelmus
voer de onderzeeër de marinekom bin
nen. De K 18 koos een ligplaats, waarna
de bemanning naar de kazerne voor den
onderzeedienst marcheerde, waar de
vlootcommandant, vice-admiraal Van
Duim hen toesprak. Het geheele marine
etablissement was versierd. Nadat de
vice-admiraal zich persoonlijk had on
derhouden met den commandant, offi
cieren, onderofficieren en minderen
richtte hij tot hen het woord- In zijn toe
spraak huldigde hij de schitterende pre
statie van de K XVIII welke veel heeft
bijgedragen tot den goeden naam van de
Kon, Ned- Marine.
Spr. richtte zich vervolgens tot prof.
Vening Meinesz die den tocht meemaakte
voor het doen van diepzee-onderzoekin
gen. Daarna spraken de commandant
van de K XVIII en prof. Vening Meinesz
voor de radio waarna het gezelschap
verder werd gehuldigd in de marine
sociëteit Modderlust. Hier werden ver
schillende cadeaux aangeboden.
De K XVIII heeft in totaal 23,000 mijl
afgelegd, hetgeen voor een onderzeeër
een geweldig record is-
Incidenten hebben zich op den tocht
voornamelijk voorgedaan tijdens den
oversteek van Zuid-Amerika naar Z.
Afrika, welke oversteek 25 dagen heeft
geduurd, toen de eerste groote storm
werd ontmoet, met zware zeeën die
voortdurend over de geheele boot en
brug sloegen, welke geheel onder water
verdwenen, zoodat alleen de wacht aan
het dek bleef. Ook tijdens den oversteek
van Afrika naar Australië werd veel
ruw weer ontmoet, o.a. een ernstige
stormnacht waarbij de K XVIII eenmaal
zoodanig slagzij bekwam door een on
verwachte zee, dat alle slapers aan bak
boord uit de kooien werden gesmeten.
Een warboel ontstond van tafels, bed
den, menschen, schrijfmachines en bed
dengoed, alles door en over elkaar. Het
is wonderbaarlijk dat er geen ongeluk
ken zijn gebeurd op dezen ruim 3500 mij
len grooten oversteek, die 20 dagen
heeft geduurd.
„LANDBOUW EN MAATSCHAPPIJ"
EN DE PACHTWET.
De Nationale Bond „Landbouw en
Maatschappij" heeft een adres doen toe
komen aan de Tweede Kamer der Sta-
ten-Generaal naar aanleiding van het
aanhangige ontwerp tot regeling van de
pacht. Hoewel adressant erkent, dat de
toestand in sommige provinciën, met na
me in Friesland, een nadere regeling van
de pacht volkomen wettigt, verklaart
hij, tegen de thans voorgestelde regeling
verschillende bezwaren te hebben.
Naar de meening van den boerenbond
wordt het eigendomsrecht van den ver
pachter op zóódanige wijze aangetast,
dat zijn rechtmatige belangen gevaar
loopen in het gedrang te komen. Aan
deze bezwaren zal, aldus het adres, in
belangrijke mate worden tegemoet ge
komen, doordat wordt vastgesteld, dat
de verpachter het recht behoudt zijn
grond niet te verpachten, indien hij zich
met kan vereenigen met de beslissing
van den rechter ten aanzien van de
pachtsom.
Wat betreft de regeling van het con-
tinuatierecht, meent adressant, dat de
voorgestelde regeling groote rechtson
zekerheid zal doen ontstaan, zoowel
voor pachter als verpachter. Hij stelt
daarom voor, onnoodige opzegging van
de pacht te voorkomen door den ver
pachter m dat geval te verplichten tot
het geven van een vrij groote schade-
aan jn Pachter, desnoods
tot 100 pet van de jaarlijksche pacht
som. Indien dit voorstel niet zou kunnen
worden aanvaard, acht adressant het
in ieder geval wenschelijk, dat aan ver
pachter uitdrukkelijk het recht wordt
toegekend de pacht te doen eindigen
wanneer hij het verpachte zelf vwl ex-
ploiteeren, door zijn kinderen wil doen
exploiteeren of het wil verkoopen.
DE VERLAGING VAN DE
LOODSGELDEN.
In de memorie van antwoord aan de
Tweede Kamer inzake het ontwerp tot
wijziging der wet houdende bepalingen
op den loodsdienst voor zeeschepen
(verlaging der loodsgelden} zeggen de
ministers van defensie en van oeconomi-
sche zaken, dat aan de in het Voorloo
pig verslag aanbevolen tijdelijke invoe
ring van Rijnvaartpremies voor over Ne
derlandsche havens te transporteeren
goederen vele consequenties zijn ver
bonden. De draagwijdte hiervan wordt
bij de betrokken departementen onder
zocht.
Wat de haven- en kadegelden, terrein-
huren enz. betreft, is de Regeering van
oordeel, dat deze aangelegenheid in de
eerste plaats tot de taak der betrokken
gemeenten behoort; de Regeering die
deze zaak mede in studie heeft geno
men stelt zich intusschen voor zooveel
mogelijk* coördineerend op te treden.
In ahtwoord op de vraag hoeveel het
Rijk na aanneming van het wetsontwerp
minder aan loodsgelden zal ontvangen,
diene dat dit bedrag op ong. 2.500.000
wordt geraamd.
Het belangrijkste punt van de
Raadsagenda van gisteren w,as zonder
twijfel het laatste; e'en verzoek van
Ged. Staten om een uitspraak van den
Raad met betrekking tot een door hun
College ontworpen pian v,an grenswijzi
ging.
Omtrent deze zaak is een zeer hof
felijk en overigens principieel debat ge
voerd, hetwelk terug te brengen is tot
een verschil van opvatting tusschen den
voorzitter en den heer Visscher om
trent den zin der gevraagde uitspraak.
De Voorzitter nog voor kort zelf
deel uitmakende van het College van
Ged. Staten nam een eenigszins rea-
listisch-overbruggend standpunt in, de
heer Visscher daarentegen bekeek de
zaak meer principieel.
De Voorzitter, doorkneed in de ma
terie en haar voorgeschiedenis, om niet
te zeggen lijdensgeschiedenis, wilde de
zaak in haar geheelen omvang, zoo uit
den Goeschen gezichtshoek als uit dien
van Ged. Staten, bezien, alsdan het
maximaal wellicht nog ten voordeele van
Goes bereikbare trachten te vinden, en
dan daarom, en niet om meer, ,alsnog
vragen.
De heer Visscher daarentegen stelde
zich en onzes inziens niet zonder
goede gronden op een ander stand
punt.
Hij zeide zoo ongeveer; wij, als Raad
van Goes, hebben ons thans uit te sp;fï-
ken over de vraag, hoe wij, van
Goes en voor Goes, dus uitsluitend
en ,alleen uit den Goeschen gezichts
hoek, over dit plan denken. Wij moeten
dat dus vrij, en in algemeenen zin, be-1
schouwen, en dan Ged, Staten doen we
ten: Gij hebt een plan ontworpen, wel
nu, de Goesche Raad denkt over dat
plan aldus; de Raad heeft zich daarbij
niet afgevraagd of het een of an
dere desideratum wel of niet voor ver
wezenlijking vatbaar zou zijn, wijl dat
tenslotte aan ,andere instanties ter be
oordeeling is.
Wij gevoelen voor beide standpunten,
en voor dat van den heer Visscher he*
meest. De Raad van Goes behoeft niet,
voor hij zijn oordeel uitspreekt, eerst
eens even op de stoelen van Ged. Sta
ten te gaan zitten, om te trachten te
voorvoelen wat deze wel en wat zij
niet zouden willen toestaan; de Raad
van Goes heeft uitsluitend
van Goesch standpunt
bekeken zijn „uitspraak met be
trekking tot het door Ged. Staten ont
worpen plan van grenswijziging" te „ge
ven,
M,aar.... hier komt iets bij". Iets, dat
dan pleit voor het standpunt van 's Raads
voorzitter. Het is nl. zaak van voor
zichtig beleid, maatregelen te treffen
„dat men het lid niet op den neus
krijgt." En dat nu zou wel eens kunnen
gebeuren, als men van eigen, afwijkend,
misschien onverwezenlijkbaar
inzicht alleen blijk gaf, zonder
daarnaast wellicht minder wen-
schelijke, doch wel te verwe
zen 1 ij k e n en toch desnoods ook
wel aanvaardbare, alternatieven te stel
len.
Zulks deed de voorzitter eigenlijk in*
zijn meer realistisch streven.
Concreter: de heer Visscher zei, en op
ten deele aanvaardbare, schoon ,ander-
zijds de heer Jonkers wees hier op
ook misschien weer gevaarlijke
gronden: als Goes naar het Noorden
uitbreidt, dan moet het Wilhelminadorp
er bij hebben. De linkerhelft van den
polder kon zijnentwege dan ook wel
bij Wolf aartsdijk komen'
De voorzitter zeide daarentegen: dat
krijgen we zeer zeker niet voor mekaar,
laten we er dus ook maar niet over
beginnen, doch slechts vragen, wat men
De meeste menschen leven vóór
liefde en bewondering, maar we moe
ten dóór liefde en bewondering leven.
ons op de goede gronden, die wij daar
voor kunnen aanvoeren, toch bezwaar
lijk. zal kunnen weigeren: vergrooting
van het wel wat erg schrale stukje
grondgebied, ons om de a.s. zwemplaats
bij het Goesche Sas voorloopig toebe
dacht.
Als gezegd: voor beide standpunten
valt te gevoelen en het verzoek van
den heer Visscher, zijn zienswijze ook
duidelijk in de gevraagde uitspraak te
vermelden, was zonder twijfel juist.
O
De voorzitter heeft, in antwoord op
een vraag, eens heel duidelijk b ij n a
zoo duidelijk als later de heer Visscher!
gezegd w,at hij en zijn medeleden van
B. en W. denken van samenzweerende
aanbestedelingen. Dat was lang niet
malsch.
En verder.... valt het niet moeilijk
te raden, waarover men nog eens in de
weer was. Het Gasthuis natuurlijk.
Algemeen verheugd was de Raad
over de verbetering in de exploitatie
dezer instelling; „we zijn nu quitte", al
dus de voorz. „en wie zou daarom niet
blij zijn?"
Maar er zit toch nog wat.
De heer De Roo sneed dit aan. „Het
loopt niet meer gesmeerd in het Gast-
huisbestuur", zoo sprak hij ongeveer
„er is wrijving, en dat moet ten nadeele
van de goede zaak zijn." En hij vroeg
of B. en W., of de burgemeester met
een' wethouder en een Raadslid b.v.,
zich niet zouden kunnen opwerpen tot
wat de voorzitter later een „pacificatie-
commissie" noemde.
Dit denkbeeld, schoon niet met ge
juich ontvangen, werd niettemin niet
geheel van de hand gewezen.
Men begrijpt dat de Herdersche af
faire oorzaak van deze wrijving is. De
voorz. deelde echter mede, dat dr. Pl,an-
teydt, die in die quastie ook tot de
minderheid behoord had, zich niettemin
over de w ij z e, waarop in het be
stuur de zaken behandeld werden
dus afgescheiden van de mérites der
zaken zelf niet te beklagen had.
Laat ons hopen, dat op eenigerlei
wijze deze pacificatie tot stand kome,
natuurlijk in de eerste plaats terwille
van de goede zaak zelf, maar dan ook
opdat Goes' Raad nu eindelijk eens van
gasthuisdebatten verlost worde!
Vermelden we tenslotte nog, dat
Goes het Rijk grond verkocht voor den
bouw van een .automatische telefooncen
trale.
Het spreekt vanzelf, dat Goes ver
heugd is deze provinciale cen
trale binnen zijn wallen gevestigd te
zien. De centrale ligging van Goes
maakt deze vestigingsplaats begrijpelijk.
In tegenstelling tot de resultaten te
Arnemuiden heeft de nieuwe crisisrege
ling voor de garnalen-visscherij te Vlis
singen reden tot betrekkelijke tevreden
heid gegeven. Daar is de vorige week
in totaal 4726 kg verkocht voor een prijs
van 708.30, waarbij men dan nog moet
bedenken, dat de regeling er eigenlijk
eerst op Woensdag goed is gaan werken.
De eerste beide dagen kwam er niet
veel van de zaak terecht, tengevolge
van het feit, dat de aangestelde contro
leur zich 's Maandags had teruggetrok
ken. Van de 4726 kg werd er 3407 kg
door de Vlissingsche garnalenvisschers
geleverd ad 510.45; terwijl de rest van
eenige Breskensche (954 kg ad 143.10)
en Arnemuidsche (365 kg ad 54.75) af
komstig was. Tot gisteren liepen de re
sultaten dezer week parallel aan die der
vorige, zoodat in vergelijking met de an
dere plaatsen de Viissingers inderdaad
niet te klagen hebben.
Intusschen zou men dat tot zekere
hoogte meer geluk dan wijsheid kunnen
noemen. Het geval wil n.l., dat men te
Vlissingen profiteert van een persoon
lijke controverse tusschen den contro
leur te Breskens en een drietal te Bres-
kens gevestigde handelaars. Laatstge
noemden, die voor Zeeland vrijwel den
geheelen export naar België in handen
hebben, koopen thans te Vlissingen,
Zoodoende kunnen de Viissingers althans
goeddeels hun vangst kwijt. Natuurlijk
houden ze om zoo te zeggen hun hart
vast voor de mogelijkheid, dat het ver
schil van meening te Breskens (waar dat
over gaat, doet er hier niet toe) wordt
opgelost en de Breskensche kooplieden
thuis weer gaan koopen. Dan zouden ze
in een heel wat minder gunstige posit'e
i komen te verkeeren.
Te Breskens moeten de resultaten,
hoewel ook heel wat beter dan die te
Arnemuiden, zoo ongeveer aan de ver
wachtingen hebben voldaan en die ver
wachtingen waren slecht. In dit verband
willen wij echter herinneren aan het ar
tikel van burgemeester Van Zuijen in
ons nummer van gisteren: het kan nooit
zin hebben, de verzenen tegen de prik
kels te slaan. Hoe krachtiger de betrok
kenen medewerken aan een goeden
gang van zaken, hoe steviger zij zullen
staan, indien het er straks op aan mocht
komen, een betere regeling bij de regee
ring te bepleiten. Men zette zich er lie
ver toe in de praktijk van zijn bedrijf
gegevens te verzamelen, die onomstoo-
telijk kunnen aantoonen dat het stelsel,
dat thans wordt toegepast, niet deugt,
dan dat men de uitvoering er van sabo
teert. Dat kan nooit iets goeds opleve
ren.
Te Vlissingen heeft men zulks van den
beginne af ingezien. De heer P. G. Laer-
noes, wethouder van sociale zaken,
heeft voordat de regeling in werking
trad de garnalenvisschers bij zich ge
roepen en hun nadrukkelijk uiteengezet
dat ze hun eigen zaak het meest zou
den dienen met royale medewerking.
Deze werd toegezegd en tot op den dag
van vandaag loopt het zaakje behou
dens de bij aangelegenheden als deze
steeds voorkomende strubbelingen als
gesmeerd. Het lijdt geen. twijfel, dat het
goed gezien was van de Vlissingsche
overheid, om op deze wijs de betrokke
nen als één man achter het nu eenmaal
genomen regeeringsbesluit te doen staan.
Zij begrijpen nu ten volle, waar het om
gaat en zien in, dat hun eigen belang er
mee gebaat is, dat 'alles rustig en orde
lijk verloopt.
Het spreekt vanzelf, dat de positie
van de Vlissingsche visschers ook in
zooverre veel gunstiger is dan de Arne
muidsche, dat ze wonen in een groote
gemeente, waar een steunuitkeering lang
niet zulke ruïneuze gevolgen heeft voor
de begrooting als in een kleine. Ook al
zwemt de gemeente Vlissingen nu niet
bepaald in het geld, het kan er veel
meer lijden dan te Arnemuiden, waar
een bedrag, dat voor Vlissingen een ba
gatel mag heeten, de begrooting reeds
op haar kop zet.
Wij hebben in ons eerste artikel (m
het nummer van Zaterdag j.l.) uiteenge
zet, dat de heele kwestie tenslotte vast
zit, op het feit, dat de uitvoer van onze
garnalen voor een belangrijk deel is af
gesneden. Frankrijk heeft een zoo dras
tische con,tingenteering ingevoerd, dat
de Nederlandsche garnalenvisscherij op
apegapen is komen te liggen. (Naar En
geland valt weinig meer te verschepen,
aangezien daar geen loonende prijzen
zijn te maken, althans niet voor een be
hoorlijk kwantum).
In die zaak van de Fransche contin-
genteering schuilt voor de Nederland
sche garnalenvisschers een groote on
billijkheid- Van wat er n.l- nog mag wor
den ingevoerd, is aan onze garnalenvis
scherij een veel te gering deel toegewe
zen. Dit als gevolg van de omstandigheid
dat vóór de contingenteering een aan
zienlijk deel van de Nederlandsche gar
nalen via België naar Frankrijk werd
gebracht. Het schijnt, dat de Belgen die
Nederlandsche garnalen voor Belgische
lieten doorgaan. Toen het er nu op aan
kwam, de percentages van invoer voor
de verschillende landen vast te stellen,
wees de Fransche regeering te veel aan
België en te weinig aan Nederland toe.
Men zou over deze onbillijkheid lang en
breed kunnen delibereeren, er valt niets
aan te doen. Gedane zaken nemen geen
keer; ook deze niet, aangezien onmoge
lijk met voldoende bewijskracht valt
aan te toonen, hoeveel werkelijk Neder
landsche garnalen Frankrijk vroeger af
nam.
Voor Zeeland komt er tenslotte nog
de onbillijkheid bij, dat van de beschik
bare consenten te veel aan het Noorden
(Friesland, Groningen enz.) worden toe
gewezen. Volgens hen, die het weten
kunnen, zou Zeeland er minstens 70
van moeten hebben. Maar daar lijkt
het niet op.
DE BEZUINIGINGSPLANNEN VOOR
HET ONDERWIJS.
Woensdagmiddag vergaderden in het
gebouw der C. J. M. V. te Middelburg
besturen en hoofden van scholen voor
Chr. Volksonderwijs in de provincie
Zeeland. Ds. P. J. Steinz, inspecteur van
C.V.O. zeide in zijn openingswoord de
wenschelijkheid gevoeld te hebben eens
geeft U de Electrische Koelkast
Komt U eerst deze zien bij
Langeviele 219 Middelburg.
(Ing. Med.)
TiiMiaBUSWKSSWNa
Middelburg, ll-VII-'35. Woensdag
hoogste lucht temperatuur 29.7 °C
(85 °F); laagste 19.6 °C (67 °F). Heden
9 h: 21.1 °C; 12 h: 25 °C Geen regen
of neerslag. Hoogste barometerstand te
dezer stede, in het afgeloopen etmaal:
770 mm; laagste 768 mm.
Hoogste barometerstand in het Euro-
peesche waarnemingsgebied: 769.1 mm
te Valentia; laagste" 748.0 mm te Isa-
fjord.
Verwachting tot morgenavond:
Zwakke tot matige N, tot O, wind,
helder tot licht bewolkt, droog weer,
warm.
Zon op: 4 h 52; onder: 21 h 17. Licht
op: 21 h 47. Maan op: 17 h 00; onder:
24 h 40. V.M.: 16 Juli.
6
Do.
Vr.
Za.
11
12
13
Juli.
Hoogwater.
9.48 22.12
10.56 23.17
11.56 24.21
Laagwater,
3.39 16.01
4.47 17.13
5.53 18,19
Hoog- en Laagwater te Wemeldinge.
Juli.
Hoogwater. Laagwatei
Do.
Vr.
Za.
11
12
13
11.10 23.44
12.30 24.54
13.38
4.35 17.07
5.42 18.18
6.51 19.23
samen te komen, om de moeilijkheden
onder 't oog te zien, welke het bezuini
gingsplan der regeering voor vele scho
len in Zeeland met zich medebrengt en
om de voorlichting te ontvangen, die de
besturen zoozeer van noode hebben.
Daartoe gaf hij den heer J. C. Ligtvoet,
directeur v. h. bureau van C.V.O. gele
genheid tot het houden van zijn rede
over: Bezuiniging, vooruit
zichten en Gevaren.
Het geheele ontwerp tot wijziging der
L. O. Wet aldus spr. staat in het
teeken der bezuiniging. En hoewel elke
bezuiniging nog niet bepaald schade
voor het onderwijs behoeft te betee-
kenen samenvoegng van twee kleine
scholen tot één flinke b.v., toch zal een
besparing op de kosten van 't onderwijs
van 14 millioen gulden, waarvan 13
millioen op het lager onderwijs alleen,
wel van zeer ingrijpende beteekenis
moeten zijn. De regeering heeft dit ook
gevoeld en ernstig nota genomen van
de in het Voorloopig Verslag geuite be
zwaren, waarom ze dan ook het ont
werp tot wijziging van de L. O. wet uit
het groote bezuinigingsplan lichtte en
afzonderlijk zal behandelen; wat het on
derwijs hopelijk ten goede zal komen.
De voorstellen ondergingen groote wijzi
ging welke voor een deel in de pers al
genoemd zijn. De inleider noemde de
sterk verminderde invloed van den in
specteur van het L. O. bij de toelating
van leerlingen tot scholen voor U.L.O.;
't voorkomen van het verloren gaan der
waarborgsom bij eventueele opheffing;
daling der minima, waardoor opheffing
zou kunnen volgen, tot 50 leerlingen;
(voor verscheidene Zeeuwsche scholen
van groote beteekenis); verschillende
mogelijkheden, waarbij opheffing eener
school kan worden voorkomen, ook al
daalt het aantal leerlingen beneden 50;
vermeerdering van het aantal garanties
bij voorgestelde beroepsprocedures; uit
stel van de verplichting tot het geven
van onderwijs in lichamelijke oefenin
gen.
Na een zeer duidelijke uiteenzetting
van verschillende moeilijkheden werd
den aanwezigen gelegenheid gegeven
vragen te stellen, betreffende locale on-
derwijsaangelegenheden. Hiervan werd
druk gebruik gemaakt. Uit de vergade
ring werd er met klem op aangedrongen,
dat het hoofdbestuur van C. V. O. zich
zou beijveren, om te voorkomen, dat de
besparing zou worden verkregen op
zulk een ongelijke wijze als in het voor
nemen der regeering schijnt te liggen.
Het aantal openbare scholen waarvan
het minimum getal der leerlingen nu nog