Ifoea'£U opveil
BINNENLAND,
XRONJEK van den DAG.
ZEELAND.
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE COURANT) VAN DONDERDAG 4 JUU 193S. No. 155.
's-Hertogenbosch 750 jaar stad.
De Joden in Duitschland.
De hetze tegen hen breidt zich
uit. Julius Streicher ageert
thans ook te Berlijn. Sme
rige uitlatingen van minister
Goebbels. Hopeloos jgeval.
Men heeft buiten Duitschland vaak
de stelling hooren verkondigen, dat de
anti-Joodsche hetze in het Derde Rijk
op den duur wel zou verloopen; dat het
Duitsche volk in zijn breede lagen tot
de overtuiging zou komen, dat het toch
te gek is, al de narigheid, die men na
den oorlog heeft beleefd, op rekening
van een kleine minderheid van een
vreemd ras te boeken. De werkelijkheid
geeft alevel heel wat anders te zien.
Zonder noemenswaardige onderbreking
zijn de nationaal-socialistische scherp
slijpers tot op den dag van vandaag hun
haatdragende campagne tegen de Jo
den blijven voeren. Den laatsten tijd
is de actie nog weer verscherpt. Zij
richt zich thans met verdubbelde woe
de tegen dat deel hunner, dat nog een
stuk brood weet te verdienen in den
handel etc. Uit de openbare ambten en
de intelleetueele beroepen (arts, ad
vocaat etc.) zijn de Joden, zooals men
weet, bijna geheel verdwenen. Thans
moet ook de rest er blijkbaar aan ge-
looven; zullen opnieuw duizenden aan
armoede en ondergang ten prooi val
len, of moeten emigreeren naar het bui
tenland.
Julius Streicher, de felste Joden-ha
ter, die gouwleider is in Frankenland,
en daar het Jodendom vrijwel radicaal
heeft uitgeroeid, is zijn campagne sinds
eenigen tijd naar andere deelen van het
Rijk aan het uitbreiden. Zoo ageert hij
thans ook te Berlijn, waar de Joden het
tot nu toe, vergeleken bij diverse an
dere streken, nog betrekkelijk rustig
hadden. Streicher beroemt er zich op,
dat te Neurenberg, waar, toen hij zijn
barbaarsch werk begon, tien groote
Joodsche confectie-zaken waren, nog
maar een dezer zaken is overgebleven.
Zoo moet het nu ook in het overige
Duitschland gaan. En het ziet er naar
uit, dat het inderdaad zoo zal gaan
ook.
De kans, dat van regeeringswege paal
en perk aan het schandaal zal worden
gesteld, is n.l. nihil. Minister Goebbels
heeft een paar dagen geleden op een
bijeenkomst van den gouw Berlijn uit
latingen gedaan, die ten deze niet den
minsten twijfel laten: „Meent men, zoo
verkondigde hij, dat wij knoopen in-
plaats van oogen hebben om niet te
zien, dat zekere tegenstroomingen in
de hoofdsteden des Rijks heden weer
probeeren vooruit te komen?" (toejui
chingen) „En hoe burgerlijke intellec-
tueelen zich wederom opmaken om de
zen te helpen, met de stomme en idiote
vraag: of een Jood dan ook geen
mensch is? Ja, hij is er wel een, maar
wat voor een, (toejuichingen). Mensch-
zijn, dat is op zichzelf nog niets; een
vloo is ook een dier, maar daarom nog
geen aangenaam dier. Wij willen geen
Joden meer, de Joden hebben in de
Duitsche volksgemeenschap niets meer
te zoeken. Zoo is het, en daarop heb
ben wij sedert langen tijd telkens ge
wezen. Het is niet nuttig om zich dus
met illusies te vleien."
Tot zoover minister Goebbels.
Men heeft gister kunnen lezen, dat
de rechtbank te Wetzlar den klacht
heeft afgewezen van een bruidegom te
gen een ambtenaar van den burgelijken
stand, die geweigerd had, hem met een
Jodin te trouwen, ofschoon het trouwen
met een Jodin bij de wet niet verbo
den is. De rechtbank wees de klacht
van den bruidegom af, erkennend dat
inderdaad de wet toelaat het door hem
gewenschte huwelijk te voltrekken
maar dat de ambtenaar van den Bur-
SLANKE JIM
door GEORGE OWEN BAXTER.
12).
„Hij is weg!" zeide neef Edgar fluis
terend, maar op zulk een fluistertoon als
Geraldi nooit gehoord had; het was
meer het giftige sissen van een ooster-
ling. „Hij is verdwenen!"
„Dan zullen wij hem nazitten!" ant
woordde Renney.
„Neen, neen! Luister, Renney. Je hebt
wel ander werk te doen dan dat. Ga
naar de mannen en zeg hun, dat zij kun
nen gaan; zeg hun, dat hij gevlogen is,
maar vertel hun ieder afzonderlijk dat
mijn aanbod gestand blijft. Vijfduizend
voor zijn dood en ik geef er geen duivel
om, hoe hij gedood wordt".
„Dat is liberaal", zeide Renney.
„Liberaal! Man, als je het kunt klaar
spelen, zal ik je een gouden kroon ge
ven! Maar luister, zie je dat raam daar,
het eerste van links boven de veranda?"
„Ik zie het".
„Zou je dat kunnen binnenklimmen?"
„In een oogwenk".
„Als je de mannen hebt weggezonden,
klim dan in. Ik zal in mijn kamer zijn,
ik wil je spreken".
„Goed".
Neef Edgar verdween in het huis. Zijn
huurlingen kwamen nu als stille scha
duwen terug en gingen het tuinhek uit,
erwijl alleen Chalmers een oogenblik
gerlijken stand toch als erkend Duit-
scher zijn plicht had gedaan door dit
te weigeren.
Dingen van dezen aard komen dage
lijks voor. En ook de acties tegen film
en tooneelspelers, wier afkomst niet
„arisch" is, blijft aanhouden. Zoo is
een paar dagen geleden weer aan en
kele bekende dramatische kunstenaars,
onder wie Emil Jannings, het optreden
verboden. Er wordt een onderzoek
naar hun „stamboom" ingesteld. Als
daar semietische takken aan zullen blij
ken te zitten, gaan ze voor goed de
laan uit.
Uit verschillende symptomen valt op
te maken, dat een aanzienlijk deel van
het Duitsche volk, alle haatdragende
propaganda ten spijt, van het anti-se-
mitisme niets wil weten. Dit deel staat
echter machteloos tegen het drijven van
lieden als Julius Streicher. De positie
van de Joden in Duitschland lijkt thans
volstrekt hopeloos.
Feestviering op groote schaal.
Iets uit de geschiedenis der
jubilaresse. Centrum van
cultureel en economisch leven.
(Van onzen •-correspondent).
Van weinig steden kan zoo nauwkeu
rig het waarom der totstandkoming
worden aangegeven als van s-Herto-
genbosch, de Brabantsche hoofdstad,
die straks op de wijze, welke met de
Bossche traditie overeenstemt, haar
750-jarig bestaan gaat vieren. Meestal
zijn het verschillende economische en
cultureele factoren, die samenwerkten,
om ter plaatse een nederzetting te doen
ontstaan, welke langzamerhand uit
groeide tot een stad. Niet alzoo 's-Her-
togenbosch. Er bestond hier geen ne
derzetting, die op den duur speciale
rechten verwierf, maar welbewust heelt
de landheer de stad gesticht, om zijn
belangen te dienen.
De stichting van 's-Hertogenbosch
v/as een militaire daad, welke ten doel
had het hertogelijk gezag te versterken
in een streek, die meer en meer econo
misch belang kreeg door een zich uit
breidende bevolking met een toenemen
de welvaart. Met vooropgezette bedoe
lingen heeft hertog Hendrik I van Bra
bant in bosch bij Orthen (een dorp, dat
nog bestaat, doch vroeger aan de an
dere zijde van de Dieze was gelegen)
de vestiging van eigen en vreemde on
derdanen bevorderd. Dit gebied, dat
wel tot het hertogdom Brabant be
hoorde, stond onder invloed van de
machtige heeren van Kleef en van Cuyk
en stond verder bloot aan herhaalde in
vallen van Heusden en de Gelderschen,
waartegen Brabant een afweer behoef
de. De nieuwe versterkte kern was een
zeer belangrijke en vrijwel eenige uit
gang van het hertogdom aan de breede
verkeerswateren van de delta van Maas
en Rijn en was voor den stelselmatigen
handel op deze laatste rivier veel gun
stiger gelegen dan Antwerpen. Als
voorrecht kreeg de burgerij al spoedig
tolvrijdom op den Rijn, die voor haar
van groote beteekenis werd.
Reeds in de eerste jaren van haar be
staan werd de versterkte grenspost op
zware beproevingen gesteld door
vreemde invallen. In 1202 werd de
sterkte door de Gelderschen verwoest,
doch spoedig daarna weer opgebouwd,
ommuurd en van stevige poorten voor
zien. Haar kracht als vesting ontleende
de stad echter voornamelijk aan de la
ge ligging van haar omgeving, die ge
makkelijk onder water kon worden ge
zet. In het zoo juist door het Provinci
aal Noordbrabantsch Genootschap voor
Kunsten en Wetenschappen uitgegeven
gedenkboek, vertelt cle voorzitter jhr.
achterbleef om met een gesmoorde bas
stem Renney toe te voegen: „Jij ge-
meene schurk, je hebt hem in de gaten
en wilt hem voor je zelf behouden! Maar
als ik zou uitvinden, dat je me bedriegt,
dan zal ik je je nek omdraaien, jij zwijn!"
Renney's lach was slechts een inhou
den van den adem; hij scheen dezen
woedenden uitval „eenvoudig als een
aardigheid te beschouwen.
Nadat de dikke Chalmers was heen
gegaan bleef de revolverbandiet een
oogenblik over het hek leunen; hij was
een tengere man en het kwam Geraldi
eigenaardig voor, dat zooveel berucht
heid school in zulk een nietig lichaam,
maar zijn naam was stellig wijd en zijd
bekend. Gewoonlijk werden de daden
van de mannen in het Westen eerst
rondgebazuind na hun dood, maar Ren
ney had al reeds veel dagbladcopie ge
leverd. Er was iets aan den man, dat op
een vlam geleek, die de verbeelding aan
wakkerde. En zijn blik was als vuur;
niemand was hem ooit in den weg ge
treden en toch werd er verteld, dat
achttien mannen, blanken en zelfs ook
bandieten, door hem waren geveld; wat
Mexicanen betrof, die werden natuurlijk
niet meegeteld.
HOOFDSTUK X.
Geraldi hurkte nog in de schaduw van
de geraniums en vroeg zichzelf ernstig
af, of hij, dan wel Renney zou winnen,
als zij elkander weer zouden ontmoeten.
mr. A. F. O. van Sasse van Ysselt, hoe
dit enge keurslijf oorzaak was dat in
de stad elke beschikbare ruimte met
woningen moest worden bezet, zoodat
de huizen er sterk in de diepte werden
gebouwd met als noodzakelijk gevolg
zeer lange steegjes, die pas konden
worden opgeruimd toen de stad van
haar vestingketenen was bevrijd.
De stad kwam spoedig tot bloei. In
den loop der tijden vestigden zich vele
aanzienlijken en edelen in de stad; de
burgers vonden vooral hun bestaan in
den handel, het weven'van laken en
linnen en het maken van lint en passe
ment. Talrijke kerken en kloosters wer
den opgericht, waarvan een machtige
beschavende invloed uitging. Als prach
tig staal van dezen kerkbouw in een
bloeiende en rijke stad werd in 1280 op
de plaats van een eenvoudige kapel de
Sint Janskerk gesticht, wier stralende
gothiek thans nog het bewijs levert van
den kunstzin en de godsvrucht dier da
gen.
Thans is 's-Hertogenbosch geworden
tot een centrum van het Brabantsch le
ven. De groote veemarkt heeft tot
over de grenzen vermaardheid; het be
lang van den aanleg van de Zuid-Wil
lemsvaart door Koning Willem I is
is weer reeds lang overtroffen door de
totstandkoming van spoorlijnen en
groote verkeerswegen, waarvan Den
Bosch een belangrijk knooppunt is;
nieuwe bruggen over de rivieren zijn
gemaakt of in voorbereiding; talrijke
industrieën kwamen er zich vestigen;
handel en bankwezen breidden zich uit.
De slechte tijden van tegenwoordig
hebben ook Brabants hoofdstad niet on
beroerd gelaten, doch met een bewon
derenswaardige veerkracht heeft men
er tot nu toe de slagen weten op te
vangen. Den Bosch bewijst ook in de
ze dagen over een groote vitaliteit te
beschikken, die de stad onder de lei
ding van haar ondernemenden en ener
gieken burgemeester, mr. F. van Lan-
schot, zonder twijfel door de moeilijk
heden zal heenhelpen.
Zoo is er dan dus alle reden, om feest
te vieren bij de herdenking van het
750-jarig bestaan. Zulke feesten te o.r-
ganiseeren is den Bosschenaren wel
toevertrouwd. Reeds meer dan een jaar
is men met de voorbereidingen bezig,
er zijn affiches en sluitzegels verspreid
en allerlei commissies hebben hard ge
werkt om het feest in alle onderdeelen
zoo goed mogelijk te doen slagen.
De heele stad wordt versierd en des
avonds verlicht, terwijl voor de kleinen
op verschillende tijden en plaatsen kin
derfeesten worden georganiseerd. "Bij
het ontwerpen van de groote feestelijk
heden heeft men de medewerking ver
kregen van den oud-Bosschenaar Her
man van den Eerenbeemt te Amster
dam, die uit de vele plannen een keus
heeft gedaan en deze keus heeft sa
mengevat tot één geheel. Men is er in
geslaagd iets te scheppen van grooten
stijl en van krachtige allure, passend
in de stad van tegenwoordig en in haar
rijke geschiedenis.
Zaterdag 6 Juli vangen de feestelijk
heden aan, die ongeveer tot het einde
der maand zullen duren. Het middelpunt
vormt de oude Sint Janskathedraal, die
eiken avond geheel zal verlicht wor
den, hetgeen een indrukwekkend
schouwspel zal opleveren.
Veel muziek zal er zijn. Concerten
zullen worden gegeven, waarbij bij
zondere vermelding verdient de uit
voering van de „Missa in die festo" van
Alphons Diepenbrock in de Sint Jan.
Ook de beeldende kunst zal deel krij-
ken door een tentoonstelling van Bra
bantsche en in Brabant gewerkt heb
bende schilders, en door een expositie
van moderne religieuse kunst.
Een heele reeks vorstellingen zal
worden gegeven van „Het spel van
Hij had de sluwe idee, dat de kortste
weg voor hem zou zijn om een kogel
door dat lenige lichaam te jagen, maar
hij beheerschte zich; Geraldi's credo was
niet lang, maar het was standvastig als
een rots.
Toen de laatste van Chalmer's mannen
verdwenen was, keerde Renney naar "t
raam terug. Een oogenblik stond hij voor
de veranda, zoo klein en tenger, dat
Geraldi bijna verwachtte, dat hij de
poging zou opgeven. Dat lag echter niet
in zijn voornemen; hij dacht enkel na
over de beste methode en zijn besluit
genomen hebbend, klom hij langs den
linker pilaar van de veranda naar boven
en verdween spoedig door Jiet donkere
raam, dat Edgar Asprey had aangeduid.
De kamer bleef niet lang meer don
ker, er werd een licht ontstoken. Zij
waren nu wel aan hun besprekingen en
Geraldi, met een licht hoofdschudden,
als om zijn twijfel van zich af te werpen,
sloeg zijn hand om denzelfden pilaar en
volgde den man van bloed.
Eenige voeten onder het venster be
vond zich de bovenrand van het r,aam
van de benedenkamer en hierop staan
de kon de fregatvogel juist o^er de
vensterbank in neef Edgar's kamer kij
ken, Renney en Edgar Asprey waren
in het midden van de kamer ,aan een
tafel gezeten en hadden blijkbaar geen
oogenblik verloren om hun zakelijke
besprekingen te beginnen. Er lag al
reeds een kaart uitgespreid op tafel;
de fregatvogel spande zijn oogen in om
te trachten uit te maken, welke plek
Beatrijs", met in de hoofdrollen Jan
Musch en Mary Smithuisen, die wor
den geassisteerd door Bossche dilet
tanten. Groote verwachtingen koeste
ren de Bosschenaren verder van de op
voeringen van een echte Bossche revue.
Gildefeesten ontbreken niet op het pro
gramma evenmin als verschillende
sport-evenementen, zooals een 24-uurs
non-stoprit door Noord-Brabant, waar
aan een 1000 wielrijders zullen deel
nemen, een ster-rit van de K. N. A. C.,
tenniswedstrijden en een kegelconcours.
De Bossche menschen houden van
feestvieren. Zij kunnen deze maand hun
hart er aan ophalen en menigeen van
buiten de stad zal hen daarbij assis-
teeren.
BEZWAREN TEGEN NIEUWE
PACHTWET.
Het bestuur van de vereeniging Het
Friesch Grondbezit verzoekt in en adres
aan de Tweede Kamer, het ontwerp van
wet tot nieuwe regeling van de pacht in
zijn tegenwoordigen vorm te verwerpen
Het schrijft in zijn adres o.a.:
dat door dit wetsontwerp de beginse
len, waarop ons geheele contractenrecht
is gebaseerd en opgebouwd, op ongemo
tiveerde wijze wordt aangetast en een
sedert onheuglijke tijden als goed en
rechtvaardig gevestigde rechtsovertui
ging wordt verkracht;
dat 't de rechtmatige rechten en belau-
gen van den grondeigenaar-verpachter
cpoffert aan vermeende belangen van den
pachter en het eigendomsrecht in zeer
sterke mate aantast;
dat het allen lust en energie doodt, om
door arbeidzaamheid en spaarzaamheid
tot eenig bezit te komen, teneinde daar
uit op den ouden dag te kunnen leven.
Immers uit het door den verpachter
vaak met hard zwoegen en een sober
leven zich verworven plaatsje wordt
eerst den pachter een redelijk bestaan
verzekerd, en de oude afgeleefde ver
pachter moet maar afwachten, of er voor
hem ook nog wat overschiet-
Het beginsel van dit wetsontwerp
leidt er toe, dat niemand meer de deugd
der spaarzaamheid zal betrachten, dat
niemand zich meer aansprakelijk zaï
achten voor zijn daden en handelingen
en dat ieder, die met moeilijkheden
heeft te kampen, zal rekenen op hulp van
Vadertje Staat.
Het continuatierecht, waarop het vo
rige wetsontwerp gestrand is, is in dit
nieuwe ontwerp, zij het ook in anderen
vorm, op even ontoelaatbare wijze weer
opgenomen, waardoor de verpachter
tien jaren lang aan den pachter is over
geleverd en het eigendomsrecht in grove
mate wordt aangetast.
Deze Pachtwet zal binnen korten tijd
het geheele pachtstelsel om hals bren
gen, daar geen enkele eigenaar op den
duur bereid zal worden gevonden, zijn
landen en bedrijfsgebouwen in pacht uit
te geven en aan een pachter toe te ver
trouwen, met de wetenschap, dat hij
daardoor gedurende een lange reeks van
jaren overgeleverd wordt aan de genade
of ongenade van den pachter en aan de
inzichten van een Kamer voor pacht
zaken.
Hiermede zal een gebruiksvorm van
den grond verdwijnen, die velen boeren,
welke onvoldoende kapitaal bezaten om
een eigen hoeve te koopen, tot zegen is
geweest en tot welstand heeft gebracht.
Dit wetsontwerp, dat tot doel heeft
de belangen van den pachter te bevor
deren, zal de averechtsche uitwerking
hebben, dat geen boer straks gelegenheid
meer zal krijgen om te pachten, en den
geheëlen pachtersstand doen verdwij
nen".
de dikke man met zijn witten, weeken
vinger aanwees, maar de hoek was te
groot, hij kon niet duidelijk genoeg
zien.
„Je weet dus goed, welke plaats het
is, Renney?"
„Zeker", zeide Renney.
„Het volgende punt is de belooning."
„U hebt mij een beschrijving van den
man gegeven, maar hoe is zijn n,aam?"
vroeg Renney.
„Dat is van geen belang."
„Zoo?" zeide de bandiet zacht, „voor
mij echter wel."
Neef Edgar keek zijn metgezel glim
lachend aan.
„Als ik er eens naar zou raden?" po-
perde Renney.
Neef Edgar tikte met zijn weeke vin
gers geluidloos op den r,and van de ta
fel.
„Als ik eens giste, dat zijn naam As
prey is", beet Renney hem toe. „Ro
bert Asprey, uw neef?"
Edgar's wite vingerst tikten niet lan
ger op de tafel, maar overigens ver
ried hij geen emotie.
„En wat zegt een naam dan wel?
vroeg hij vriendelijk.
„Den prijs", antwoordde Renney met
een grijns van giftig genot, er bijvoe
gende: „Je geeft mij een opdracht om
den een of anderen gewonen kerel om
zeep te brengen; w,at vraag ik dan?
Misschien duizend, ik weet het niet,
misschien zou ik het voor de grap doen.
Maar hier noem je een vechtersbaas!
Wel, dat zal je heel wat kosten,
vriend."
DE FAILLISSEMENTSAANVRAGE
VAN DE R.T.M.
Uitgesteld om de maatschappij
de gelegenheid te geven nieuwe
voorstellen aan de obligatiehou
ders te doen.
Voor de vacantiekamer van de Rotcer-
damsche rechibank heeft gister een fail-
iissements-aanvrage van de Rotterdam-
sche Tramweg Maatschappij gediend-
Voor den aanvragenden obligatiehou
der trad op mr. H. Bavinck, voor de
R.T.M. mr- J. Drost-
Op verzoek van de R.T.M. werd de
behandeling van de aanvrage een week
uitgesteld, teneinde de maatschappij de
gelegenheid te geven nieuwe voorstel
len aan de obligatiehouders te doen.
VRIJZ. DEM. CANDIDATEN VOOR DE
EERSTE KAMER.
In de groep UtrechtZeelandNoord
BrabantLimburg zijn voor de a.s. Eer
ste Kamerverkiezingen de volgende
candidaten gesteld:
1. prof. mr. R. Kranenburg, aftr.; 2.
mr. J. Adriaanse, Oostkapelle;
3. mr. G. A. E. B. Meyer, Utrecht.
Naar Zeeland.
Zaterdag zal de eerste weekendtocht
van Rotterdam over de Zeeuwsche
stroomen naar de verschillende deelen
van Zeeland plaats hebben, waarbij de
belangrijkste plaatsen worden bezocht.
Deze tocht duurt tot Maandagavond.
Zond,ag ligt de boot, waarmede de tocht
wordt gemaakt te Middelburg en dan
is er gelegenheid van de Loskade af,
of van Vlissingen uit een tochtje van
een uur of drie te maken op de Schal
de.
MIDDELBURG.
Muziek Molenwater.
Morgenavond geeft het Middelburgsch
Muziekkorps weder een uitvoering op
het Molenwater, aanvangende te 8 uur.
BOND VAN LOODGIETERS- EN
FITTERSPATROONS.
De Bond van Loodgieters- en Fitters-
patroons in Nederland hield Woensdag
zijn algemeene ledenvergadering in het
gebouw St. Joris te Middelburg. De
tijdsomstandigheden ten spijt kon de
Bond ook dit jaar op een gestadigen
groei wijzen en is zijn energie om aan de
moeilijkheden het hoofd te bieden aller
minst verslapt. Hiervan getuigde een
referaat, gehouden door prof. mr. dr. P.
Lieftinck, van de Handelshoogeschool te
Rotterdam over „Concurrentie en Sa
menwerking" alsmede de besprekingen,
die daarop volgde.
Prof. Lieftinck toonde in den breede
aan, waarom het niet moet zijn concur
rentie of samenwerking. Aan de hand
van de historische ontwikkeling der be-
Kaas in uw gerechten verhoogt
den smaak en de verteerbaar
heid er va-iï.
Ook op warme dagen kan men
frissche kaasgerechten vlug be
reiden.
(Ingez. Med.)
Renney voelde zich zoo zeker van
zichzelf, dat hij de handen in zijn broek
zakken stak, zijn stoel op de achterpoo-
ten balanceerde en neef Edgar onver
stoorbaar grinnikend aankeek. In de
oogen van den fregatvogel steeg diens
schatting van den bandiet: hij wist, wat
het beteekende om neef Edgar gedu
rende eenigen tijd in de oogen te zien,
maar Renney was zoo hard ,als staal.
„Ik ben een redelijk mensch", zeide
Edgar Asprey. „Wat is je prijs?"
„Vijfentwintig piek is zoo ongeveer
de prijs".
Neef Edgar veroorloofde zich te glim
lachen, maar zeide niets.
„Zullen wij nu spijkers met koppen
slaan?" vroeg de bandiet.
„Je hebt je prijs genoemd en 't komt
mij voor, dat het antwoord daarmede
gegeven is", antwoordde neef Edgar.
Renney schoof zijn stoel achteruit en
stond op. „De prijs bevalt je dus niet?"
zeide hij kortaf.
Neef Edgar schudde het hoofd en de
plooi onder zijn kin wiegde plechtig
mee.
„Goeden nacht dan, meneer Asprey;
wij behoeven dan geen tijd te verlie
zen."
Hij ging naar het raam, maar halver
wege wendde hij zich met de vlugho"1
van een vogel om, „Wacht even' zei
de hij, „laat mij eerst eens uitvinden,
wat je voor dit werk dacht te betalen."
„Tienduizend dollars", zeide neef
Edgar.
„Dat is niet genoeg."
(Wordt vervolgd