Ifoea'£U opveil BINNENLAND, XRONJEK van den DAG. ZEELAND. TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE COURANT) VAN DONDERDAG 4 JUU 193S. No. 155. 's-Hertogenbosch 750 jaar stad. De Joden in Duitschland. De hetze tegen hen breidt zich uit. Julius Streicher ageert thans ook te Berlijn. Sme rige uitlatingen van minister Goebbels. Hopeloos jgeval. Men heeft buiten Duitschland vaak de stelling hooren verkondigen, dat de anti-Joodsche hetze in het Derde Rijk op den duur wel zou verloopen; dat het Duitsche volk in zijn breede lagen tot de overtuiging zou komen, dat het toch te gek is, al de narigheid, die men na den oorlog heeft beleefd, op rekening van een kleine minderheid van een vreemd ras te boeken. De werkelijkheid geeft alevel heel wat anders te zien. Zonder noemenswaardige onderbreking zijn de nationaal-socialistische scherp slijpers tot op den dag van vandaag hun haatdragende campagne tegen de Jo den blijven voeren. Den laatsten tijd is de actie nog weer verscherpt. Zij richt zich thans met verdubbelde woe de tegen dat deel hunner, dat nog een stuk brood weet te verdienen in den handel etc. Uit de openbare ambten en de intelleetueele beroepen (arts, ad vocaat etc.) zijn de Joden, zooals men weet, bijna geheel verdwenen. Thans moet ook de rest er blijkbaar aan ge- looven; zullen opnieuw duizenden aan armoede en ondergang ten prooi val len, of moeten emigreeren naar het bui tenland. Julius Streicher, de felste Joden-ha ter, die gouwleider is in Frankenland, en daar het Jodendom vrijwel radicaal heeft uitgeroeid, is zijn campagne sinds eenigen tijd naar andere deelen van het Rijk aan het uitbreiden. Zoo ageert hij thans ook te Berlijn, waar de Joden het tot nu toe, vergeleken bij diverse an dere streken, nog betrekkelijk rustig hadden. Streicher beroemt er zich op, dat te Neurenberg, waar, toen hij zijn barbaarsch werk begon, tien groote Joodsche confectie-zaken waren, nog maar een dezer zaken is overgebleven. Zoo moet het nu ook in het overige Duitschland gaan. En het ziet er naar uit, dat het inderdaad zoo zal gaan ook. De kans, dat van regeeringswege paal en perk aan het schandaal zal worden gesteld, is n.l. nihil. Minister Goebbels heeft een paar dagen geleden op een bijeenkomst van den gouw Berlijn uit latingen gedaan, die ten deze niet den minsten twijfel laten: „Meent men, zoo verkondigde hij, dat wij knoopen in- plaats van oogen hebben om niet te zien, dat zekere tegenstroomingen in de hoofdsteden des Rijks heden weer probeeren vooruit te komen?" (toejui chingen) „En hoe burgerlijke intellec- tueelen zich wederom opmaken om de zen te helpen, met de stomme en idiote vraag: of een Jood dan ook geen mensch is? Ja, hij is er wel een, maar wat voor een, (toejuichingen). Mensch- zijn, dat is op zichzelf nog niets; een vloo is ook een dier, maar daarom nog geen aangenaam dier. Wij willen geen Joden meer, de Joden hebben in de Duitsche volksgemeenschap niets meer te zoeken. Zoo is het, en daarop heb ben wij sedert langen tijd telkens ge wezen. Het is niet nuttig om zich dus met illusies te vleien." Tot zoover minister Goebbels. Men heeft gister kunnen lezen, dat de rechtbank te Wetzlar den klacht heeft afgewezen van een bruidegom te gen een ambtenaar van den burgelijken stand, die geweigerd had, hem met een Jodin te trouwen, ofschoon het trouwen met een Jodin bij de wet niet verbo den is. De rechtbank wees de klacht van den bruidegom af, erkennend dat inderdaad de wet toelaat het door hem gewenschte huwelijk te voltrekken maar dat de ambtenaar van den Bur- SLANKE JIM door GEORGE OWEN BAXTER. 12). „Hij is weg!" zeide neef Edgar fluis terend, maar op zulk een fluistertoon als Geraldi nooit gehoord had; het was meer het giftige sissen van een ooster- ling. „Hij is verdwenen!" „Dan zullen wij hem nazitten!" ant woordde Renney. „Neen, neen! Luister, Renney. Je hebt wel ander werk te doen dan dat. Ga naar de mannen en zeg hun, dat zij kun nen gaan; zeg hun, dat hij gevlogen is, maar vertel hun ieder afzonderlijk dat mijn aanbod gestand blijft. Vijfduizend voor zijn dood en ik geef er geen duivel om, hoe hij gedood wordt". „Dat is liberaal", zeide Renney. „Liberaal! Man, als je het kunt klaar spelen, zal ik je een gouden kroon ge ven! Maar luister, zie je dat raam daar, het eerste van links boven de veranda?" „Ik zie het". „Zou je dat kunnen binnenklimmen?" „In een oogwenk". „Als je de mannen hebt weggezonden, klim dan in. Ik zal in mijn kamer zijn, ik wil je spreken". „Goed". Neef Edgar verdween in het huis. Zijn huurlingen kwamen nu als stille scha duwen terug en gingen het tuinhek uit, erwijl alleen Chalmers een oogenblik gerlijken stand toch als erkend Duit- scher zijn plicht had gedaan door dit te weigeren. Dingen van dezen aard komen dage lijks voor. En ook de acties tegen film en tooneelspelers, wier afkomst niet „arisch" is, blijft aanhouden. Zoo is een paar dagen geleden weer aan en kele bekende dramatische kunstenaars, onder wie Emil Jannings, het optreden verboden. Er wordt een onderzoek naar hun „stamboom" ingesteld. Als daar semietische takken aan zullen blij ken te zitten, gaan ze voor goed de laan uit. Uit verschillende symptomen valt op te maken, dat een aanzienlijk deel van het Duitsche volk, alle haatdragende propaganda ten spijt, van het anti-se- mitisme niets wil weten. Dit deel staat echter machteloos tegen het drijven van lieden als Julius Streicher. De positie van de Joden in Duitschland lijkt thans volstrekt hopeloos. Feestviering op groote schaal. Iets uit de geschiedenis der jubilaresse. Centrum van cultureel en economisch leven. (Van onzen •-correspondent). Van weinig steden kan zoo nauwkeu rig het waarom der totstandkoming worden aangegeven als van s-Herto- genbosch, de Brabantsche hoofdstad, die straks op de wijze, welke met de Bossche traditie overeenstemt, haar 750-jarig bestaan gaat vieren. Meestal zijn het verschillende economische en cultureele factoren, die samenwerkten, om ter plaatse een nederzetting te doen ontstaan, welke langzamerhand uit groeide tot een stad. Niet alzoo 's-Her- togenbosch. Er bestond hier geen ne derzetting, die op den duur speciale rechten verwierf, maar welbewust heelt de landheer de stad gesticht, om zijn belangen te dienen. De stichting van 's-Hertogenbosch v/as een militaire daad, welke ten doel had het hertogelijk gezag te versterken in een streek, die meer en meer econo misch belang kreeg door een zich uit breidende bevolking met een toenemen de welvaart. Met vooropgezette bedoe lingen heeft hertog Hendrik I van Bra bant in bosch bij Orthen (een dorp, dat nog bestaat, doch vroeger aan de an dere zijde van de Dieze was gelegen) de vestiging van eigen en vreemde on derdanen bevorderd. Dit gebied, dat wel tot het hertogdom Brabant be hoorde, stond onder invloed van de machtige heeren van Kleef en van Cuyk en stond verder bloot aan herhaalde in vallen van Heusden en de Gelderschen, waartegen Brabant een afweer behoef de. De nieuwe versterkte kern was een zeer belangrijke en vrijwel eenige uit gang van het hertogdom aan de breede verkeerswateren van de delta van Maas en Rijn en was voor den stelselmatigen handel op deze laatste rivier veel gun stiger gelegen dan Antwerpen. Als voorrecht kreeg de burgerij al spoedig tolvrijdom op den Rijn, die voor haar van groote beteekenis werd. Reeds in de eerste jaren van haar be staan werd de versterkte grenspost op zware beproevingen gesteld door vreemde invallen. In 1202 werd de sterkte door de Gelderschen verwoest, doch spoedig daarna weer opgebouwd, ommuurd en van stevige poorten voor zien. Haar kracht als vesting ontleende de stad echter voornamelijk aan de la ge ligging van haar omgeving, die ge makkelijk onder water kon worden ge zet. In het zoo juist door het Provinci aal Noordbrabantsch Genootschap voor Kunsten en Wetenschappen uitgegeven gedenkboek, vertelt cle voorzitter jhr. achterbleef om met een gesmoorde bas stem Renney toe te voegen: „Jij ge- meene schurk, je hebt hem in de gaten en wilt hem voor je zelf behouden! Maar als ik zou uitvinden, dat je me bedriegt, dan zal ik je je nek omdraaien, jij zwijn!" Renney's lach was slechts een inhou den van den adem; hij scheen dezen woedenden uitval „eenvoudig als een aardigheid te beschouwen. Nadat de dikke Chalmers was heen gegaan bleef de revolverbandiet een oogenblik over het hek leunen; hij was een tengere man en het kwam Geraldi eigenaardig voor, dat zooveel berucht heid school in zulk een nietig lichaam, maar zijn naam was stellig wijd en zijd bekend. Gewoonlijk werden de daden van de mannen in het Westen eerst rondgebazuind na hun dood, maar Ren ney had al reeds veel dagbladcopie ge leverd. Er was iets aan den man, dat op een vlam geleek, die de verbeelding aan wakkerde. En zijn blik was als vuur; niemand was hem ooit in den weg ge treden en toch werd er verteld, dat achttien mannen, blanken en zelfs ook bandieten, door hem waren geveld; wat Mexicanen betrof, die werden natuurlijk niet meegeteld. HOOFDSTUK X. Geraldi hurkte nog in de schaduw van de geraniums en vroeg zichzelf ernstig af, of hij, dan wel Renney zou winnen, als zij elkander weer zouden ontmoeten. mr. A. F. O. van Sasse van Ysselt, hoe dit enge keurslijf oorzaak was dat in de stad elke beschikbare ruimte met woningen moest worden bezet, zoodat de huizen er sterk in de diepte werden gebouwd met als noodzakelijk gevolg zeer lange steegjes, die pas konden worden opgeruimd toen de stad van haar vestingketenen was bevrijd. De stad kwam spoedig tot bloei. In den loop der tijden vestigden zich vele aanzienlijken en edelen in de stad; de burgers vonden vooral hun bestaan in den handel, het weven'van laken en linnen en het maken van lint en passe ment. Talrijke kerken en kloosters wer den opgericht, waarvan een machtige beschavende invloed uitging. Als prach tig staal van dezen kerkbouw in een bloeiende en rijke stad werd in 1280 op de plaats van een eenvoudige kapel de Sint Janskerk gesticht, wier stralende gothiek thans nog het bewijs levert van den kunstzin en de godsvrucht dier da gen. Thans is 's-Hertogenbosch geworden tot een centrum van het Brabantsch le ven. De groote veemarkt heeft tot over de grenzen vermaardheid; het be lang van den aanleg van de Zuid-Wil lemsvaart door Koning Willem I is is weer reeds lang overtroffen door de totstandkoming van spoorlijnen en groote verkeerswegen, waarvan Den Bosch een belangrijk knooppunt is; nieuwe bruggen over de rivieren zijn gemaakt of in voorbereiding; talrijke industrieën kwamen er zich vestigen; handel en bankwezen breidden zich uit. De slechte tijden van tegenwoordig hebben ook Brabants hoofdstad niet on beroerd gelaten, doch met een bewon derenswaardige veerkracht heeft men er tot nu toe de slagen weten op te vangen. Den Bosch bewijst ook in de ze dagen over een groote vitaliteit te beschikken, die de stad onder de lei ding van haar ondernemenden en ener gieken burgemeester, mr. F. van Lan- schot, zonder twijfel door de moeilijk heden zal heenhelpen. Zoo is er dan dus alle reden, om feest te vieren bij de herdenking van het 750-jarig bestaan. Zulke feesten te o.r- ganiseeren is den Bosschenaren wel toevertrouwd. Reeds meer dan een jaar is men met de voorbereidingen bezig, er zijn affiches en sluitzegels verspreid en allerlei commissies hebben hard ge werkt om het feest in alle onderdeelen zoo goed mogelijk te doen slagen. De heele stad wordt versierd en des avonds verlicht, terwijl voor de kleinen op verschillende tijden en plaatsen kin derfeesten worden georganiseerd. "Bij het ontwerpen van de groote feestelijk heden heeft men de medewerking ver kregen van den oud-Bosschenaar Her man van den Eerenbeemt te Amster dam, die uit de vele plannen een keus heeft gedaan en deze keus heeft sa mengevat tot één geheel. Men is er in geslaagd iets te scheppen van grooten stijl en van krachtige allure, passend in de stad van tegenwoordig en in haar rijke geschiedenis. Zaterdag 6 Juli vangen de feestelijk heden aan, die ongeveer tot het einde der maand zullen duren. Het middelpunt vormt de oude Sint Janskathedraal, die eiken avond geheel zal verlicht wor den, hetgeen een indrukwekkend schouwspel zal opleveren. Veel muziek zal er zijn. Concerten zullen worden gegeven, waarbij bij zondere vermelding verdient de uit voering van de „Missa in die festo" van Alphons Diepenbrock in de Sint Jan. Ook de beeldende kunst zal deel krij- ken door een tentoonstelling van Bra bantsche en in Brabant gewerkt heb bende schilders, en door een expositie van moderne religieuse kunst. Een heele reeks vorstellingen zal worden gegeven van „Het spel van Hij had de sluwe idee, dat de kortste weg voor hem zou zijn om een kogel door dat lenige lichaam te jagen, maar hij beheerschte zich; Geraldi's credo was niet lang, maar het was standvastig als een rots. Toen de laatste van Chalmer's mannen verdwenen was, keerde Renney naar "t raam terug. Een oogenblik stond hij voor de veranda, zoo klein en tenger, dat Geraldi bijna verwachtte, dat hij de poging zou opgeven. Dat lag echter niet in zijn voornemen; hij dacht enkel na over de beste methode en zijn besluit genomen hebbend, klom hij langs den linker pilaar van de veranda naar boven en verdween spoedig door Jiet donkere raam, dat Edgar Asprey had aangeduid. De kamer bleef niet lang meer don ker, er werd een licht ontstoken. Zij waren nu wel aan hun besprekingen en Geraldi, met een licht hoofdschudden, als om zijn twijfel van zich af te werpen, sloeg zijn hand om denzelfden pilaar en volgde den man van bloed. Eenige voeten onder het venster be vond zich de bovenrand van het r,aam van de benedenkamer en hierop staan de kon de fregatvogel juist o^er de vensterbank in neef Edgar's kamer kij ken, Renney en Edgar Asprey waren in het midden van de kamer ,aan een tafel gezeten en hadden blijkbaar geen oogenblik verloren om hun zakelijke besprekingen te beginnen. Er lag al reeds een kaart uitgespreid op tafel; de fregatvogel spande zijn oogen in om te trachten uit te maken, welke plek Beatrijs", met in de hoofdrollen Jan Musch en Mary Smithuisen, die wor den geassisteerd door Bossche dilet tanten. Groote verwachtingen koeste ren de Bosschenaren verder van de op voeringen van een echte Bossche revue. Gildefeesten ontbreken niet op het pro gramma evenmin als verschillende sport-evenementen, zooals een 24-uurs non-stoprit door Noord-Brabant, waar aan een 1000 wielrijders zullen deel nemen, een ster-rit van de K. N. A. C., tenniswedstrijden en een kegelconcours. De Bossche menschen houden van feestvieren. Zij kunnen deze maand hun hart er aan ophalen en menigeen van buiten de stad zal hen daarbij assis- teeren. BEZWAREN TEGEN NIEUWE PACHTWET. Het bestuur van de vereeniging Het Friesch Grondbezit verzoekt in en adres aan de Tweede Kamer, het ontwerp van wet tot nieuwe regeling van de pacht in zijn tegenwoordigen vorm te verwerpen Het schrijft in zijn adres o.a.: dat door dit wetsontwerp de beginse len, waarop ons geheele contractenrecht is gebaseerd en opgebouwd, op ongemo tiveerde wijze wordt aangetast en een sedert onheuglijke tijden als goed en rechtvaardig gevestigde rechtsovertui ging wordt verkracht; dat 't de rechtmatige rechten en belau- gen van den grondeigenaar-verpachter cpoffert aan vermeende belangen van den pachter en het eigendomsrecht in zeer sterke mate aantast; dat het allen lust en energie doodt, om door arbeidzaamheid en spaarzaamheid tot eenig bezit te komen, teneinde daar uit op den ouden dag te kunnen leven. Immers uit het door den verpachter vaak met hard zwoegen en een sober leven zich verworven plaatsje wordt eerst den pachter een redelijk bestaan verzekerd, en de oude afgeleefde ver pachter moet maar afwachten, of er voor hem ook nog wat overschiet- Het beginsel van dit wetsontwerp leidt er toe, dat niemand meer de deugd der spaarzaamheid zal betrachten, dat niemand zich meer aansprakelijk zaï achten voor zijn daden en handelingen en dat ieder, die met moeilijkheden heeft te kampen, zal rekenen op hulp van Vadertje Staat. Het continuatierecht, waarop het vo rige wetsontwerp gestrand is, is in dit nieuwe ontwerp, zij het ook in anderen vorm, op even ontoelaatbare wijze weer opgenomen, waardoor de verpachter tien jaren lang aan den pachter is over geleverd en het eigendomsrecht in grove mate wordt aangetast. Deze Pachtwet zal binnen korten tijd het geheele pachtstelsel om hals bren gen, daar geen enkele eigenaar op den duur bereid zal worden gevonden, zijn landen en bedrijfsgebouwen in pacht uit te geven en aan een pachter toe te ver trouwen, met de wetenschap, dat hij daardoor gedurende een lange reeks van jaren overgeleverd wordt aan de genade of ongenade van den pachter en aan de inzichten van een Kamer voor pacht zaken. Hiermede zal een gebruiksvorm van den grond verdwijnen, die velen boeren, welke onvoldoende kapitaal bezaten om een eigen hoeve te koopen, tot zegen is geweest en tot welstand heeft gebracht. Dit wetsontwerp, dat tot doel heeft de belangen van den pachter te bevor deren, zal de averechtsche uitwerking hebben, dat geen boer straks gelegenheid meer zal krijgen om te pachten, en den geheëlen pachtersstand doen verdwij nen". de dikke man met zijn witten, weeken vinger aanwees, maar de hoek was te groot, hij kon niet duidelijk genoeg zien. „Je weet dus goed, welke plaats het is, Renney?" „Zeker", zeide Renney. „Het volgende punt is de belooning." „U hebt mij een beschrijving van den man gegeven, maar hoe is zijn n,aam?" vroeg Renney. „Dat is van geen belang." „Zoo?" zeide de bandiet zacht, „voor mij echter wel." Neef Edgar keek zijn metgezel glim lachend aan. „Als ik er eens naar zou raden?" po- perde Renney. Neef Edgar tikte met zijn weeke vin gers geluidloos op den r,and van de ta fel. „Als ik eens giste, dat zijn naam As prey is", beet Renney hem toe. „Ro bert Asprey, uw neef?" Edgar's wite vingerst tikten niet lan ger op de tafel, maar overigens ver ried hij geen emotie. „En wat zegt een naam dan wel? vroeg hij vriendelijk. „Den prijs", antwoordde Renney met een grijns van giftig genot, er bijvoe gende: „Je geeft mij een opdracht om den een of anderen gewonen kerel om zeep te brengen; w,at vraag ik dan? Misschien duizend, ik weet het niet, misschien zou ik het voor de grap doen. Maar hier noem je een vechtersbaas! Wel, dat zal je heel wat kosten, vriend." DE FAILLISSEMENTSAANVRAGE VAN DE R.T.M. Uitgesteld om de maatschappij de gelegenheid te geven nieuwe voorstellen aan de obligatiehou ders te doen. Voor de vacantiekamer van de Rotcer- damsche rechibank heeft gister een fail- iissements-aanvrage van de Rotterdam- sche Tramweg Maatschappij gediend- Voor den aanvragenden obligatiehou der trad op mr. H. Bavinck, voor de R.T.M. mr- J. Drost- Op verzoek van de R.T.M. werd de behandeling van de aanvrage een week uitgesteld, teneinde de maatschappij de gelegenheid te geven nieuwe voorstel len aan de obligatiehouders te doen. VRIJZ. DEM. CANDIDATEN VOOR DE EERSTE KAMER. In de groep UtrechtZeelandNoord BrabantLimburg zijn voor de a.s. Eer ste Kamerverkiezingen de volgende candidaten gesteld: 1. prof. mr. R. Kranenburg, aftr.; 2. mr. J. Adriaanse, Oostkapelle; 3. mr. G. A. E. B. Meyer, Utrecht. Naar Zeeland. Zaterdag zal de eerste weekendtocht van Rotterdam over de Zeeuwsche stroomen naar de verschillende deelen van Zeeland plaats hebben, waarbij de belangrijkste plaatsen worden bezocht. Deze tocht duurt tot Maandagavond. Zond,ag ligt de boot, waarmede de tocht wordt gemaakt te Middelburg en dan is er gelegenheid van de Loskade af, of van Vlissingen uit een tochtje van een uur of drie te maken op de Schal de. MIDDELBURG. Muziek Molenwater. Morgenavond geeft het Middelburgsch Muziekkorps weder een uitvoering op het Molenwater, aanvangende te 8 uur. BOND VAN LOODGIETERS- EN FITTERSPATROONS. De Bond van Loodgieters- en Fitters- patroons in Nederland hield Woensdag zijn algemeene ledenvergadering in het gebouw St. Joris te Middelburg. De tijdsomstandigheden ten spijt kon de Bond ook dit jaar op een gestadigen groei wijzen en is zijn energie om aan de moeilijkheden het hoofd te bieden aller minst verslapt. Hiervan getuigde een referaat, gehouden door prof. mr. dr. P. Lieftinck, van de Handelshoogeschool te Rotterdam over „Concurrentie en Sa menwerking" alsmede de besprekingen, die daarop volgde. Prof. Lieftinck toonde in den breede aan, waarom het niet moet zijn concur rentie of samenwerking. Aan de hand van de historische ontwikkeling der be- Kaas in uw gerechten verhoogt den smaak en de verteerbaar heid er va-iï. Ook op warme dagen kan men frissche kaasgerechten vlug be reiden. (Ingez. Med.) Renney voelde zich zoo zeker van zichzelf, dat hij de handen in zijn broek zakken stak, zijn stoel op de achterpoo- ten balanceerde en neef Edgar onver stoorbaar grinnikend aankeek. In de oogen van den fregatvogel steeg diens schatting van den bandiet: hij wist, wat het beteekende om neef Edgar gedu rende eenigen tijd in de oogen te zien, maar Renney was zoo hard ,als staal. „Ik ben een redelijk mensch", zeide Edgar Asprey. „Wat is je prijs?" „Vijfentwintig piek is zoo ongeveer de prijs". Neef Edgar veroorloofde zich te glim lachen, maar zeide niets. „Zullen wij nu spijkers met koppen slaan?" vroeg de bandiet. „Je hebt je prijs genoemd en 't komt mij voor, dat het antwoord daarmede gegeven is", antwoordde neef Edgar. Renney schoof zijn stoel achteruit en stond op. „De prijs bevalt je dus niet?" zeide hij kortaf. Neef Edgar schudde het hoofd en de plooi onder zijn kin wiegde plechtig mee. „Goeden nacht dan, meneer Asprey; wij behoeven dan geen tijd te verlie zen." Hij ging naar het raam, maar halver wege wendde hij zich met de vlugho"1 van een vogel om, „Wacht even' zei de hij, „laat mij eerst eens uitvinden, wat je voor dit werk dacht te betalen." „Tienduizend dollars", zeide neef Edgar. „Dat is niet genoeg." (Wordt vervolgd

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1935 | | pagina 5