Eau de Cologne KRONIEK van den DAG. SLANKE JIM Goed examen doen Mall-Creme TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE COURANT) VAN DONDERDAG 27 JUNI 1935. No. 149. GEMEENTERAAD VAN VUSSINGEN. Tot verdediging van Luxem burg's politieke en sociale or de is bij zijn volksvertegen woordiging een vérstrekkend wetsontwerp ingediend. De Luxemburgsche volksvertegen woordiging heeft in behandeling geno men een wetsontwerp tot bescherming van de politieke en sociale orde, dat zich logisch aansluit bij aldaar reeds tot wet geworden bepalingen inzake het verwekken van onrust door spe culanten etc. Het thans aanhangige wetsontwerp bedreigt met straffen van 8 d. tot 5 jr. gevangenisstraf plus 5110.000 frs. boete, dan wel een dezer beide straf fen afzonderlijk: een ieder, die deel uit maakt van een groepeering, welke be oogt, of welker werkzaamheid de stren- king heeft, de Grondwet of eenige grondwettelijke instelling, door geweld of door eenig ander onwettig middel, buiten werking te stellen of te veran deren; door dezelfde middelen maat regelen van de overheid, of de uitvoe ring van de wetten, te verhinderen of te bemoeilijken, of, zonder daartoe door de regeering gemachtigd te zijn, een macht uit te oefenen welke norma liter slechts aan de organen van den Staat toekomt. Het verleenen van hulp aan zulk een groep, het aanmoedigen of ondersteu nen van haar werk, wordt gelijkelijk strafbaar gesteld. De gevonnisten verliezen hun bur gerrechten bovendien 510 jaar en ze mogen in dit kroegjesrijke landje ze ker een preventieve maairegel geen vergunning of verlofhouder zijn in dien tijd ook. Zij die naar het oordeel van de daartoe door de wet gestelde machten lid of begunstiger van zulk een ver boden groepeering zijn, kunnen geen volksvertegenwoordiger, lid van een gemeenteraad, staats- of gemeenteamb tenaar zijn; is men dat reeds, dan ver valt het mandaat of de aanstelling. Voer de gemeenteraadsleden beslist 'te de zen aanzien de minister van binnen- landsche zaken; ten aanzien van de Kamerleden is in dezen slechts de Ka mer zelf competent. Aan de belangwekkende memorie van toelichting, we'lke de handteeke- ning der geheele regeering (dat is van alle vier ministers) draagt, is het vol gende ontleend. „Niemand kan ontkennen dat de eco nomische malaise voor een groot deel zijn oorsprong vindt in een zedelijke malaise. Het publieke geweten wordt verontrust door bedreigingen welke, zij het dan schijnbaar, van twee geheel te genover elkaar liggende punten van den politieken horizont uitstralen. Deze bedreigingen hebben echter één gemeenschappelijk kenmerk; de on derwerping van de meerderheid aan een minderheid, de verwerving van de Staatsmacht ten voordeele van enke lingen, het buiten werking stellen van het fundamenteele beginsel der gelijk heid van alle burgers voor de wet, en dit alles met behulp van een elders doeltreffend gebleken werkwijze: het geweld in al zijn vormen. Het beginsel der gewetensvrijheid eischt, dat de Staat niet optrede tegen leerstellingen, zoolang deze speculatief en theoretisch blijven. Maar deze on aantastbaarheid moet eindigen, wan neer het idee zich in beweging zet ter verwezenlijking van een onwettig doel. Indien de Staat wil blijven voortbe staan, dan kan zij niet onverschillig blijven tegenover de voorbereiding van revolutionaire ondernemingen; zij moet door GEORGE OWEN BAXTER. 6). Mevrouw Asprey wendde zich om. haar dochter bleef dicht naast haar staan, zoodat zij in staat was zich aan den sterken jongen schouder v,an haar dochter vast te houden. „Goede hemel! Goede hemel! Goede hemel!" riep mevrouw Asprey. „Wat moeten we doen, Louise wat moeten we doen? Moeten wij onze handen op steken? Gaat hij schieten?" Beneden sloeg een deur dicht. „Daar is neef Edgar", zeide Louise, „zoudt u hem niet binnen roepen?" „Ik durf mij niet te bewegen", kerm de mevrouw Asprey. „Hij zal ons niets doen", zeide haar dochter. „Maar het zou beter zijn als u neef Edgar zoudt roepen." Met oogen en mond wijd open ging mevrouw Asprey zijdelings naar de deur en toen zij er dicht genoeg bij was, strompelde zij naar buiten, half sprin gend, half vallend. Haar gegil klonk over de gang, de trap af, terwijl zij aide or riep: „Neef Edgar, neef Edgarf" „Het spijt mij", zeide Louise, „maar er was geen betere manier om haar te ontmoeten. Het zou in elk geval een schok voor haar geweest zijn, ho,e ik het ook zou hebben voorbereid. U zult neef Edgar eh wel anders vinden". Zij zeide dit met een beteekenisvolle pauze achter den naam, maar wat die pauze beteekende, kon de fregatvogel niet uitmaken. Hij werd een beetje ner- haar maatregelen genomen hebben wan neer de omwentelingstheorie het do mein der abstractie verlaat. Al beperkt de Grondwet het recht van vereeniging voor den Luxemburger niet, dit wil niet zeggen, dat dit recht onbeperkt is. Het criterium van het ge oorloofde ligt in de wettelijkheid. Het verbod van groepeeringen die onwettig verklaarde doeleinden nastre ven wordt derhalve volkomen gerecht vaardigd doordien de wet het verbo den karakter van bepaaldq feiten con stateert. Derhalve verzoekt de regeering de Kamer te bepalen, hetwelk itrouwens geen normaal mensch zou durven te ontkennen, te weten, dat het onwettig is geweld te plegen, te dreigen, haat te zaaien, onlusten te verwekken, tot al lerlei onwettige doeleinden een poli tiek leger op de been te brengen en dat alle vereenigingen, die zich daarvan zouden willen bedienen of ze aan hun ne aanhangers zouden willen voorstel len in te voeren, niet geduld zullen wor den. Andere landen hier wordt kenne lijk op Tsjecho-Slowakije gedoeld hebben reeds voorzieningen getroffen ten aanzien van het gevaar, dat er in schuilt, bepaalde lieden zich te laten organiseeren en een onrust te verwek ken, welke openlijk tot doel heeft met geweld de grondslagen van hun vrije po litieke en sociale regime omver te wer pen. Het onderhavige wetsontwerp stelt zich op denzelfden bodem als deze reeds tot stand gekomen, dan wel in overweging zijnde, wetten dier lan den. Nog maar kort geleden hier doelt de memorie van toelichting klaarblij kelijk op het niet toelaten der gekozen communisten tot de Kamer, doodleuk door het onvoldoende verklaren der ge loofsbrieven! heeft de Kamer van Afgevaardigden, daarmede de publieke meening weergevende en nadien door die publieke meening in het gelijk ge steld, verklaard, dat zij het ontoelaat baar acht dat men zich van instellingen bedient om ze te saboteeren, van de maatschappij om haar te vernietigen, van het vertrouwen van eerlijke lieden om des te beter achterbaksch onheilen voor de toekomst te kunnen brouwen. Ook de regeering is van oordeel, dat zij, wier streven er op gericht is de maatschappij langs illegalen weg omver te werpen, zoolang zij in die richting werkzaam zijn, op geenerlei wijze toe gelaten moeten worden tot het mede besturen dezer maatschappij, de wet verzettende of ombuigende teneinde de onwettigheid voor te bereiden. Wij wil len geen slachtoffers zijn. Wij zijn even min voornemens ons om den tuin te la ten leiden." Ten aanzien van de wenschelijkheid of de noodzakelijkheid tot het treffen van maatregelen zegt het verslag van den Luxemburgschen Raad van State over het aanhangige wetsontwerp nog het volgende „Onbetwistbaar is, dat er in den tan- de zekere stroomingen zijn, die door een minderheid gevoed worden, en die ten doel hebben door kracht en geweld de sociale en politieke orde omver te werpen en haar te vervangen door een systeem van overheersching van de meerderheid door een minderheid. is er voor zorgen, dat Ge op 't examen in Uw geheugen alles kunt terughalen, wat Ge hebt geleerd. Daarvoor zorgt zoo'n „AKKERTJE". (Ingez. Med.) veus onder zijn koel uiterlijk, want het kwam hem voor dat het gegil van me vrouw Asprey luid genoeg was om de geheele buurt op stelten te zetten- Weldra konden zij haar klagende, hij gende en kakelende stem weer FTooren, terwijl een diepe, sonore basstem tracht te haar gerust te stellen. „Wel, wel, wel, wij zullen eens zien, wij zullen eens zien. Lieve nicht Oli- vetta, laat dat maar aan mij over; mijn schouders zijn breed genoeg om groo- tere lasten te dragen dan deze, denk ik." „O, Edgar", riep mevrouw Asprey in een opwelling van dankbaarheid en op luchting uit, i.,hoe zou ik zonder jou kunnen leven?" Zij kwamen de kamer binnen en Ge- raldi zag een grooten, bleeken, kaal geschoren man, niet dik genoeg om last te hebben van zijn gewicht, maar dik genoeg om geen rimpels te vertoonen. Hi; had een klein rose vlekje op beide onderkaken en wanneer hij zich opwond of ontroerd werd, werden die vlekjes kleiner en kleiner of duidelijker in groo- te en kleur. Zijn oogen waren nog al klein en scherp, maar dat kon zoo geschenen hebben door de volheid van zijn ge zicht. Niets trok echter meer de aandacht van Ger,aldi, dan zijn handen; zij waren verbazend groot en erg wit en week; zoodat, wanneer Edgar Asprey zijn han den ineen sloeg, zooals hij vaak onder het spreken deed, het Geraldi voor kwam, alsof de vingers geen beenderen hadden. „En dit is de man!" zeide neef Edgar, toen zij binnen kwamen. Voorheen kenden wij Fier te lande zul ke theorien slechts door de sporadische verschijning van een vreemde belha mel; onder den invloed van de nood lottige gevolgen der voortdurende eco nomische crisis zijn zij door een zeker deel onzer bevolking ingehaald. Deze elementen vergenoegen zich niet met het formuleeren van hun bezwaren te gen den bestaanden politieken en soci alen toestand maar zij ondermijnen er de grondslagen van en zetten hun vol gelingen er toe aan, ze met geweld om ver te werpen. Reeds hierdoor belagen zij de gevestigde publieke orde en de vrijheid van degenen, die niet dezelfde overtuiging zijn toegedaan. Reeds nu toonen zij maling te hebben aan de be staande wetten door de verspieders uit den vreemde te ontvangen, te verber gen en aan de nasporingen der politie te onttrekken." Protesten tegen de loonsverla ging voor de gemeente-werk lieden De besnoeide begroo ting: men kan geen ijzer met handen breken. In de Woensdagmiddag gehouden ver gadering van den Raad van Vlissingen waren mej. Meijer wegens ziekte en de heer Paap wegens uitstedigheid afwe zig. Onder de ingekomen stukken bevond zich een schrijven van den Ned. Bond van personeel in overheidsdienst bij toezending van een afschrift van een adres door dezen Bond gericht aan de Prov. Staten, betreffende het plegen van overleg door den Raad van Com missarissen van de N.V. Zegam over de arbeidsvoorwaarden. De VO.ORZITTER meende, dat men moet afwachten hoe de houding der provincie in deze zaak zal zijn. De heer KöNIG uitte er zijn verwon dering over, dat blijkt, dat de directie en de raad van Commissarissen van de Zegam op het gebied van overleg over arbeidsvoorwaarden nog zulk een ver ouderd standpunt in nemen. De Raad verleende aan den heer J. P, F. Mentink ontslag als lid der com missie van toezicht op het l.o. en be noemde in zijn plaats den heer E. An- driessen. Aan de orde kwam daarop het voor stel tot regeling van de jaarwedden der ambtenaren, der politieambtenaren en der werklieden, bevattende alleen voor de laatste categorie een verlaging in loon. De heer VAN HAL, zeide, dat bij de behandeling der begrooting was toe gezegd, dat B. en W. alleen een tech nische herziening zouden voorbereiden, maar nu komt er loonsverlaging voor de werklyieden bij. Spr. zou er zich bij neerleggen onder protest; daar de regeering deze verlaging voor de werk lieden voorschrijft. De heer VAN OORSCHOT sloot zich bij dit protest aan; men moet het voor- gecstelde slikken, maar het is duidelijk dat de zelfstandigheid van de gemeen te op geduchte wijze in gevaar wordt gebracht. De heer SOREL zeide, dat er steeds gewaarschuwd! is voor aantasting van de autonomie der gemeenten; nu is het reeds zoo ver. De heer RORIJE wees er op, dat men mede dank zij de groote mede werking van de ambtenaren te Vlissin gen steeds vroeg is met het vaststellen der begrooting en toch duurt de goed keuring nu wel weer een half jaar. „Ga niet te dicht bij hem, lieve Ed gar," smeekte mevrouw Asprey. Neef Edgar lette weinig op dezen uit roep. „Een heel jonge man nog", ging hij voort. „Een bijzonder jonge man. Wat is je naam, jongmensch?" „James Geraldi", zeide de fregatvo gel met bijzondere slaperige oogen. „James Geraldi! Een naam met een buitenlandschen klank, is het niet? Maar in zulke gevallen is er meestal een vreemde naam en ook vreemd bloed, zou ik zeggen." Hij stond midden in de kamer en glim lachte tegen de ineenkrimpende me vrouw Asprey, die zich heftiger dan te voren tegen hem aanklampte; hij glim lachte tegen Louise Asprey, hij glim lachte zelf tegen den fregatvogel en nu werd Geraldi's nieuwsgierigheid (gaan de gemaakt, want hij zag, dat hij voor het eerst in zijn leven een man had ontmoet die geen vrees kende! HOOFDSTUK VI. Het is gemakkelijk om met de uit drukking „zonder vrees" te schermen; j Ger,aldi's zenuwen ware juist een tikje' sterker dan staaldraad, maar hij lje- greep dadelijk, dat er een verschil was tusschen hem en dezen zwaren, slappen man. Nu neef Edgar in het volle licht stond, kon men zich onmogelijk in hem vergissen; zijn zachte, volle stem, zijn gemoedelijke glimlach, zijn week lichaam zijn elegante gebaren zeiden één %JKng, maar zijn oogen zeiden geheel wat an ders, Die waren, alsof de ziel van een arend was gevaren in het lichaam van een bedienaar des Woords, vadsig en gemakkelijk levend in den schoot eener Destijds was de begrooting sluitend en nu zijn er weer allerlei maatregelen ingevoerd en is zij het niet meer. Het is z.i. des Raads, om, om uit te maken of de loonen goed zijn of niet. De voor zitter gaf toe, dat het een bedroe vend feit is, dat men opdrachten moet aanvaarden, maar het is alles zeer moeilijk. B. en W. zullen op de bres staan om de stagnatie in de goedkeu ring van de begrooting te beperken. De heer De M e ij zeide, dat het voor hem zeer onaangenaam was met het voorstel tot verlaging te moeten komen. Werk lieden, die bijv, in 1933 f 30 verdien den, waren door de 10 pet. premieaftrek en 2 vermindering in den winter, reeds tot 25 gekomen, dit wordt nu 24, dus is totaal een daling met 20 pet.. Het voorstel werd z.h.s. aangenomen. Bij het voorstel tot besnoeiing van de gemeentebegrooting 1935 (op instigatie van Ged. Staten) wees de heer R o r ij e op den post onkosten verkiezingen. Hij kon er zich bij neerleggen, dat hier niet zooals elders wel gebeurt, presentiegeld aan de leden van stembureau wordt ge geven, maar ze hebben toch wel recht op behoorlijk eten en drinken, en dat was op verschillende bureaux de laatste maal zeer bekrompen. Spr. vraagt B. en W. deze kwestie goed te bekijken, z.i, kan voor hetzelfde geld veel beter wor den geleverd, er komt te veel tusschen kade en schip terecht. Ook betreurde spr. het dat de post: subsidie Reddings brigade met 90 wordt verminderd. De heer MARIJS betreurde het dat de kosten voor volksbaden tot de helft worden teruggebracht, hetgeen de hoog noodige gelegenheid om zwemmen te leeren zal doen verminderen. De heer VAN OORSCHOT wees er de hr. Marijs op, dat de gehalveerde som niet slaat op het zwemmen leeren, maar op de subsidie aan de badinrich ting van Mommaas, waarvan blijkbaar te weinig gebruik wordt gemaaEX Spr. betreurde zeer de opheffing van den cursus in Heilgymnastiek en wilde zich daartegen verzetten. Het is juist een goede aansluiting op het schoolartsen instituut, men speelt met de hygiënische belangen der kinderen. De VOORZ- was het, wat betreft de consumptie der leden van stembureaux met den heer Roije eens, dat er voor f 4 beter geleverd kan worden dan de laatste maal is geschied. B, en W. heb ben alles gedaan om voor de volksba den, de Zwemvereeniging en de Red dingsbrigade zooveel te redden als mo gelijk was, gelukkig kunnen de beide laatstgenoemde vereenigingen haar werk voort zetten. Het is B. en W- gelukt ue subsidie voor het uitzenden van kin deren naar Vacantiekolonies te redden, maar inzake de cursus in heilgymnastiek is het hun niet gelukt. Wethouder EDELMAN zeide, ook, dat men zich reeds met klem verzet heeft tegen het opheffen van de cursus sen. Het gaat niet alleen uit van Ged. Staten, die hebben de regeering achter zich. De heer LAERNOES zeide, dat B. en W. nog heel wat hebben behouden, dat ook bedreigd werd. Men moet verschil lende jgoede .dingen tegenwoordig om financieele redenen nalaten. Een voorstel-Van Oorschot om niet accoord te gaan met het schrappen van den cursus in heilgymnastiek werd ver worpen met 10 tegen 7 stemmen. Voor de socialisten, behalve wethouder De De Meij, en de heeren Harts en An- driessen. De overige wijzigingen gingen onder den hamer door en dit geschiedde ook met alle andere voorstellen, reeds vroe ger genoemd, waarvan B. en W. echter rijke parochie. Het zou niet eerlijk zijn te beweren, dat Geraldi bang was, toen hij dezen man voor zich zag, maar een reeks" on aangename denkbeelden en vergelijkin gen flitsten door zijn brein en degene welke bleef hangen, was de gedachte aan een witvleezigen octopus, die op zijn gemak in het water drijft, loerend met wreede armen en doodende oogen Dit melodramatische idee deed Geraldi met 'n fluweelen glimlach de schouders ophalen; hij was besloten om zijn oogen wijd open te houden. „Laat ons nu bij het begin beginnen", zeide neef Edgar. „Hij is een dief!" zeide mevrouw As prey. „Hij heeft geld gestolen van O, roep toch uit het raam, neef Ed gar! Louise, doe toch iets! Mijn zenu wen kunnen het niet langer uithouden!" „Steun maar op mij, lieve", zeide neef Edgar met een hypnotische, zalvende stem. „Steun maar op mij vertrouw op je neef. Ik zal alles spoedig in orde brengen! En met het begin bedoel ik niet het begin van de misdaden van dezen jongen m,an, dat zou een lange geschiedenis kunnen worden of wel een korte. Is het niet zoo, meneer Ge raldi?" Zonder op een antwoord te wach ten, ging hij voort: „Ik bedoel het begin voor zoover het dit huis raakt. Wilt u ons misschien vertellen, meneer Ge raldi, hoe u in ons leven kwam, als ik het zoo mag uitdrukken?" „Door het dak", zeide de fregatvogel vroolijk. „Door het dak!" gilde mevrouw As prey. „Groote genade! Edgar, neef Ed gar' Wat moeten wij doen?" Geeft Uw huid de zoo be geerde zacht matte teint en is de beste onderlaag voor poeder. Het universeele Verfrisschingsmiddel in beroep, bij sport, op reis. (Ingez. Med.}' om formeele redenen dat tot toekenning van een bouwvoorschot aan den heer A. A. Kulberg voor den bouw van IS woningen aan de Bloemenlaan, moest- ten terug nemen. Nog werd besloten tot verkoop van 162 m2 grond aan den Singel voor 2805 aan Joh. Loois Hzn. qq. en 130 m2 grond aldaar aan J. Lampers qq. voor 1950. Bij de rondvraag wees de heer WOL' TERING er op dat door het maken van de jachthaven de draadversperring van de Evertsen en de Hobeinstraat weg is en dat ,,stoom"fietsen en auto's maar doorrijden. Hij vroeg een onderzoek d cl cl X* XI cl cl r De heer VAN SPANNING wees er op, dat reeds eenigen tijd geleden gele genheid is gegeven aan jeugdige werk- loozen om zich op te geven voor het verrichten van werk, maar sinds dien hoorden zij niets meer en dat maakt hun toch reeds niet sympathieke houding te genover het gemeentebestuur er niet beter op. De heer LAERNOES zeide, dat men alles doet om plannen uit te werken, maar dat gaat nu niet zoo makkelijk. Als men plannen heeft moet men de mo gelijkheid van uitvoering nog nader on der de oogen zien. Men kan geen ijzer met handen breken. De heer VAN SPANNING vroeg of men dan doet wat mogelijk is. De heer LAERNOES antwoordde dat dit zoo is. De heer RORIJE wees er op, dat men hunkert naar den tijd, dat men eens kan gaan kijken in het Nollebosch. Spr, vroeg het desnoods op vertoon van kaarten toegankelijk te stellen op be paalde uren. De VOORZ. zeide dat men het geheel moet open stellen of geheel gesloten houden. Er zijn reeds boomen, die boven den dijk uitsteken, maar er zijn ook veel latere aanplantingen en het is daarom noodig nog even te wachten. De heer VAN SPANNING herhaalde zijn vraag wat er nu wordt gedaan voor het verkrijgen van werk voor de jeugdi gen. De heer LAERNOES: alles wat kan. De heer VAN SPANNING: Zeg nu maar liever dat U het niet zeggen wil. De heer LAERNOES verzekerde niets te verzwijgen te hebben. De heer VAN SPANNING: Wij spre ken er nog wel eens over. Te kwart over drie werd de verga dering gesloten. „Wij moeten geduld hebben", zeide de groote man en zijn weeke hand sloot zich om haar wanhopig grijpende vin gers, „Door het dak dus; juist zoo en laat ons nu verder gaan!" Het kwam Geraldi voor als het ge bazel van een minzamen idioot, maar hij was er zeer goed van overtuigd dat deze man noch minzaam was, noch li- oot. Zijn hersenen waren sterk, athle- tisch en vlug, maar zij gingen eenvoudg te werk op een wijze, welke verschil de van die van andere menschen. ,Laat ons een stap verder gaan. Na door het dak binnengekomen te zijn, ik denk, dat het door het dakraam was „Het dakraam", gaf Geraldi toe. „Dan moeten wij nog hooren, hoe het kwam, dat meneer Geraldi zich in deze k,amer wilde verbergen", ging neef Ed gar voort. „En hoe is dat zoo gekomen, mijn waarde jonge vriend, mijn waarde verdoolde vriend? Ik hoop, dat het mij veroorloofd is, het woord verdoold te bezigen?" „De dief"! riep mevrouw Asprey uit. „Ach, lieve", zeide de dikke man, „wie onzer is zonder zonden?" „Ik opende eenvoudig de eerste bes te deur", zeide Geraldi. „Maar het is niet de eerste deur", zeide neef Edgar. /„Het is heelemaal niet de eerste deur; zij is heelemaal.in hét midden van de g/ang, als ik het zoo zeggen mag. Dus, als u ons nu eens ronduit vertelde, wat u naar deze spe ciale deur voerde, als er zooveel deu ren waren, die u hadt kunnen openen! (Wordt vervolgd^'

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1935 | | pagina 5