Eau de
Cologne
KRONIEK van den DAG.
SLANKE JIM
Goed examen doen
Mall-Creme
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE COURANT) VAN DONDERDAG 27 JUNI 1935. No. 149.
GEMEENTERAAD VAN
VUSSINGEN.
Tot verdediging van Luxem
burg's politieke en sociale or
de is bij zijn volksvertegen
woordiging een vérstrekkend
wetsontwerp ingediend.
De Luxemburgsche volksvertegen
woordiging heeft in behandeling geno
men een wetsontwerp tot bescherming
van de politieke en sociale orde, dat
zich logisch aansluit bij aldaar reeds
tot wet geworden bepalingen inzake
het verwekken van onrust door spe
culanten etc.
Het thans aanhangige wetsontwerp
bedreigt met straffen van 8 d. tot 5 jr.
gevangenisstraf plus 5110.000 frs.
boete, dan wel een dezer beide straf
fen afzonderlijk: een ieder, die deel uit
maakt van een groepeering, welke be
oogt, of welker werkzaamheid de stren-
king heeft, de Grondwet of eenige
grondwettelijke instelling, door geweld
of door eenig ander onwettig middel,
buiten werking te stellen of te veran
deren; door dezelfde middelen maat
regelen van de overheid, of de uitvoe
ring van de wetten, te verhinderen of
te bemoeilijken, of, zonder daartoe
door de regeering gemachtigd te zijn,
een macht uit te oefenen welke norma
liter slechts aan de organen van den
Staat toekomt.
Het verleenen van hulp aan zulk een
groep, het aanmoedigen of ondersteu
nen van haar werk, wordt gelijkelijk
strafbaar gesteld.
De gevonnisten verliezen hun bur
gerrechten bovendien 510 jaar en ze
mogen in dit kroegjesrijke landje ze
ker een preventieve maairegel
geen vergunning of verlofhouder zijn in
dien tijd ook.
Zij die naar het oordeel van de
daartoe door de wet gestelde machten
lid of begunstiger van zulk een ver
boden groepeering zijn, kunnen geen
volksvertegenwoordiger, lid van een
gemeenteraad, staats- of gemeenteamb
tenaar zijn; is men dat reeds, dan ver
valt het mandaat of de aanstelling. Voer
de gemeenteraadsleden beslist 'te de
zen aanzien de minister van binnen-
landsche zaken; ten aanzien van de
Kamerleden is in dezen slechts de Ka
mer zelf competent.
Aan de belangwekkende memorie
van toelichting, we'lke de handteeke-
ning der geheele regeering (dat is van
alle vier ministers) draagt, is het vol
gende ontleend.
„Niemand kan ontkennen dat de eco
nomische malaise voor een groot deel
zijn oorsprong vindt in een zedelijke
malaise. Het publieke geweten wordt
verontrust door bedreigingen welke, zij
het dan schijnbaar, van twee geheel te
genover elkaar liggende punten van
den politieken horizont uitstralen.
Deze bedreigingen hebben echter
één gemeenschappelijk kenmerk; de on
derwerping van de meerderheid aan
een minderheid, de verwerving van de
Staatsmacht ten voordeele van enke
lingen, het buiten werking stellen van
het fundamenteele beginsel der gelijk
heid van alle burgers voor de wet, en
dit alles met behulp van een elders
doeltreffend gebleken werkwijze: het
geweld in al zijn vormen.
Het beginsel der gewetensvrijheid
eischt, dat de Staat niet optrede tegen
leerstellingen, zoolang deze speculatief
en theoretisch blijven. Maar deze on
aantastbaarheid moet eindigen, wan
neer het idee zich in beweging zet ter
verwezenlijking van een onwettig doel.
Indien de Staat wil blijven voortbe
staan, dan kan zij niet onverschillig
blijven tegenover de voorbereiding van
revolutionaire ondernemingen; zij moet
door GEORGE OWEN BAXTER.
6).
Mevrouw Asprey wendde zich om.
haar dochter bleef dicht naast haar
staan, zoodat zij in staat was zich aan
den sterken jongen schouder v,an haar
dochter vast te houden.
„Goede hemel! Goede hemel! Goede
hemel!" riep mevrouw Asprey. „Wat
moeten we doen, Louise wat moeten
we doen? Moeten wij onze handen op
steken? Gaat hij schieten?"
Beneden sloeg een deur dicht.
„Daar is neef Edgar", zeide Louise,
„zoudt u hem niet binnen roepen?"
„Ik durf mij niet te bewegen", kerm
de mevrouw Asprey.
„Hij zal ons niets doen", zeide haar
dochter. „Maar het zou beter zijn als
u neef Edgar zoudt roepen."
Met oogen en mond wijd open ging
mevrouw Asprey zijdelings naar de deur
en toen zij er dicht genoeg bij was,
strompelde zij naar buiten, half sprin
gend, half vallend. Haar gegil klonk over
de gang, de trap af, terwijl zij aide or
riep: „Neef Edgar, neef Edgarf"
„Het spijt mij", zeide Louise, „maar
er was geen betere manier om haar te
ontmoeten. Het zou in elk geval een
schok voor haar geweest zijn, ho,e ik het
ook zou hebben voorbereid. U zult neef
Edgar eh wel anders vinden".
Zij zeide dit met een beteekenisvolle
pauze achter den naam, maar wat die
pauze beteekende, kon de fregatvogel
niet uitmaken. Hij werd een beetje ner-
haar maatregelen genomen hebben wan
neer de omwentelingstheorie het do
mein der abstractie verlaat.
Al beperkt de Grondwet het recht
van vereeniging voor den Luxemburger
niet, dit wil niet zeggen, dat dit recht
onbeperkt is. Het criterium van het ge
oorloofde ligt in de wettelijkheid.
Het verbod van groepeeringen die
onwettig verklaarde doeleinden nastre
ven wordt derhalve volkomen gerecht
vaardigd doordien de wet het verbo
den karakter van bepaaldq feiten con
stateert.
Derhalve verzoekt de regeering de
Kamer te bepalen, hetwelk itrouwens
geen normaal mensch zou durven te
ontkennen, te weten, dat het onwettig
is geweld te plegen, te dreigen, haat te
zaaien, onlusten te verwekken, tot al
lerlei onwettige doeleinden een poli
tiek leger op de been te brengen en dat
alle vereenigingen, die zich daarvan
zouden willen bedienen of ze aan hun
ne aanhangers zouden willen voorstel
len in te voeren, niet geduld zullen wor
den.
Andere landen hier wordt kenne
lijk op Tsjecho-Slowakije gedoeld
hebben reeds voorzieningen getroffen
ten aanzien van het gevaar, dat er in
schuilt, bepaalde lieden zich te laten
organiseeren en een onrust te verwek
ken, welke openlijk tot doel heeft met
geweld de grondslagen van hun vrije po
litieke en sociale regime omver te wer
pen. Het onderhavige wetsontwerp stelt
zich op denzelfden bodem als deze
reeds tot stand gekomen, dan wel in
overweging zijnde, wetten dier lan
den.
Nog maar kort geleden hier doelt
de memorie van toelichting klaarblij
kelijk op het niet toelaten der gekozen
communisten tot de Kamer, doodleuk
door het onvoldoende verklaren der ge
loofsbrieven! heeft de Kamer van
Afgevaardigden, daarmede de publieke
meening weergevende en nadien door
die publieke meening in het gelijk ge
steld, verklaard, dat zij het ontoelaat
baar acht dat men zich van instellingen
bedient om ze te saboteeren, van de
maatschappij om haar te vernietigen,
van het vertrouwen van eerlijke lieden
om des te beter achterbaksch onheilen
voor de toekomst te kunnen brouwen.
Ook de regeering is van oordeel, dat
zij, wier streven er op gericht is de
maatschappij langs illegalen weg omver
te werpen, zoolang zij in die richting
werkzaam zijn, op geenerlei wijze toe
gelaten moeten worden tot het mede
besturen dezer maatschappij, de wet
verzettende of ombuigende teneinde de
onwettigheid voor te bereiden. Wij wil
len geen slachtoffers zijn. Wij zijn even
min voornemens ons om den tuin te la
ten leiden."
Ten aanzien van de wenschelijkheid
of de noodzakelijkheid tot het treffen
van maatregelen zegt het verslag van
den Luxemburgschen Raad van State
over het aanhangige wetsontwerp nog
het volgende
„Onbetwistbaar is, dat er in den tan-
de zekere stroomingen zijn, die door
een minderheid gevoed worden, en die
ten doel hebben door kracht en geweld
de sociale en politieke orde omver te
werpen en haar te vervangen door een
systeem van overheersching van de
meerderheid door een minderheid.
is er voor zorgen, dat Ge op 't examen in Uw
geheugen alles kunt terughalen, wat Ge hebt
geleerd. Daarvoor zorgt zoo'n „AKKERTJE".
(Ingez. Med.)
veus onder zijn koel uiterlijk, want het
kwam hem voor dat het gegil van me
vrouw Asprey luid genoeg was om de
geheele buurt op stelten te zetten-
Weldra konden zij haar klagende, hij
gende en kakelende stem weer FTooren,
terwijl een diepe, sonore basstem tracht
te haar gerust te stellen.
„Wel, wel, wel, wij zullen eens zien,
wij zullen eens zien. Lieve nicht Oli-
vetta, laat dat maar aan mij over; mijn
schouders zijn breed genoeg om groo-
tere lasten te dragen dan deze, denk
ik."
„O, Edgar", riep mevrouw Asprey in
een opwelling van dankbaarheid en op
luchting uit, i.,hoe zou ik zonder jou
kunnen leven?"
Zij kwamen de kamer binnen en Ge-
raldi zag een grooten, bleeken, kaal
geschoren man, niet dik genoeg om last
te hebben van zijn gewicht, maar dik
genoeg om geen rimpels te vertoonen.
Hi; had een klein rose vlekje op beide
onderkaken en wanneer hij zich opwond
of ontroerd werd, werden die vlekjes
kleiner en kleiner of duidelijker in groo-
te en kleur.
Zijn oogen waren nog al klein en
scherp, maar dat kon zoo geschenen
hebben door de volheid van zijn ge
zicht.
Niets trok echter meer de aandacht
van Ger,aldi, dan zijn handen; zij waren
verbazend groot en erg wit en week;
zoodat, wanneer Edgar Asprey zijn han
den ineen sloeg, zooals hij vaak onder
het spreken deed, het Geraldi voor
kwam, alsof de vingers geen beenderen
hadden.
„En dit is de man!" zeide neef Edgar,
toen zij binnen kwamen.
Voorheen kenden wij Fier te lande zul
ke theorien slechts door de sporadische
verschijning van een vreemde belha
mel; onder den invloed van de nood
lottige gevolgen der voortdurende eco
nomische crisis zijn zij door een zeker
deel onzer bevolking ingehaald. Deze
elementen vergenoegen zich niet met
het formuleeren van hun bezwaren te
gen den bestaanden politieken en soci
alen toestand maar zij ondermijnen er
de grondslagen van en zetten hun vol
gelingen er toe aan, ze met geweld om
ver te werpen. Reeds hierdoor belagen
zij de gevestigde publieke orde en de
vrijheid van degenen, die niet dezelfde
overtuiging zijn toegedaan. Reeds nu
toonen zij maling te hebben aan de be
staande wetten door de verspieders uit
den vreemde te ontvangen, te verber
gen en aan de nasporingen der politie
te onttrekken."
Protesten tegen de loonsverla
ging voor de gemeente-werk
lieden De besnoeide begroo
ting: men kan geen ijzer met
handen breken.
In de Woensdagmiddag gehouden ver
gadering van den Raad van Vlissingen
waren mej. Meijer wegens ziekte en de
heer Paap wegens uitstedigheid afwe
zig.
Onder de ingekomen stukken bevond
zich een schrijven van den Ned. Bond
van personeel in overheidsdienst bij
toezending van een afschrift van een
adres door dezen Bond gericht aan de
Prov. Staten, betreffende het plegen
van overleg door den Raad van Com
missarissen van de N.V. Zegam over de
arbeidsvoorwaarden.
De VO.ORZITTER meende, dat men
moet afwachten hoe de houding der
provincie in deze zaak zal zijn.
De heer KöNIG uitte er zijn verwon
dering over, dat blijkt, dat de directie
en de raad van Commissarissen van de
Zegam op het gebied van overleg over
arbeidsvoorwaarden nog zulk een ver
ouderd standpunt in nemen.
De Raad verleende aan den heer J.
P, F. Mentink ontslag als lid der com
missie van toezicht op het l.o. en be
noemde in zijn plaats den heer E. An-
driessen.
Aan de orde kwam daarop het voor
stel tot regeling van de jaarwedden
der ambtenaren, der politieambtenaren
en der werklieden, bevattende alleen
voor de laatste categorie een verlaging
in loon.
De heer VAN HAL, zeide, dat bij
de behandeling der begrooting was toe
gezegd, dat B. en W. alleen een tech
nische herziening zouden voorbereiden,
maar nu komt er loonsverlaging voor
de werklyieden bij. Spr. zou er zich
bij neerleggen onder protest; daar de
regeering deze verlaging voor de werk
lieden voorschrijft.
De heer VAN OORSCHOT sloot zich
bij dit protest aan; men moet het voor-
gecstelde slikken, maar het is duidelijk
dat de zelfstandigheid van de gemeen
te op geduchte wijze in gevaar wordt
gebracht.
De heer SOREL zeide, dat er steeds
gewaarschuwd! is voor aantasting van
de autonomie der gemeenten; nu is het
reeds zoo ver.
De heer RORIJE wees er op, dat
men mede dank zij de groote mede
werking van de ambtenaren te Vlissin
gen steeds vroeg is met het vaststellen
der begrooting en toch duurt de goed
keuring nu wel weer een half jaar.
„Ga niet te dicht bij hem, lieve Ed
gar," smeekte mevrouw Asprey.
Neef Edgar lette weinig op dezen uit
roep. „Een heel jonge man nog", ging
hij voort. „Een bijzonder jonge man.
Wat is je naam, jongmensch?"
„James Geraldi", zeide de fregatvo
gel met bijzondere slaperige oogen.
„James Geraldi! Een naam met een
buitenlandschen klank, is het niet?
Maar in zulke gevallen is er meestal
een vreemde naam en ook vreemd
bloed, zou ik zeggen."
Hij stond midden in de kamer en glim
lachte tegen de ineenkrimpende me
vrouw Asprey, die zich heftiger dan te
voren tegen hem aanklampte; hij glim
lachte tegen Louise Asprey, hij glim
lachte zelf tegen den fregatvogel en nu
werd Geraldi's nieuwsgierigheid (gaan
de gemaakt, want hij zag, dat hij voor
het eerst in zijn leven een man had
ontmoet die geen vrees kende!
HOOFDSTUK VI.
Het is gemakkelijk om met de uit
drukking „zonder vrees" te schermen; j
Ger,aldi's zenuwen ware juist een tikje'
sterker dan staaldraad, maar hij lje-
greep dadelijk, dat er een verschil was
tusschen hem en dezen zwaren, slappen
man. Nu neef Edgar in het volle licht
stond, kon men zich onmogelijk in hem
vergissen; zijn zachte, volle stem, zijn
gemoedelijke glimlach, zijn week lichaam
zijn elegante gebaren zeiden één %JKng,
maar zijn oogen zeiden geheel wat an
ders, Die waren, alsof de ziel van een
arend was gevaren in het lichaam van
een bedienaar des Woords, vadsig en
gemakkelijk levend in den schoot eener
Destijds was de begrooting sluitend
en nu zijn er weer allerlei maatregelen
ingevoerd en is zij het niet meer. Het
is z.i. des Raads, om, om uit te maken
of de loonen goed zijn of niet. De voor
zitter gaf toe, dat het een bedroe
vend feit is, dat men opdrachten moet
aanvaarden, maar het is alles zeer
moeilijk. B. en W. zullen op de bres
staan om de stagnatie in de goedkeu
ring van de begrooting te beperken. De
heer De M e ij zeide, dat het voor hem
zeer onaangenaam was met het voorstel
tot verlaging te moeten komen. Werk
lieden, die bijv, in 1933 f 30 verdien
den, waren door de 10 pet. premieaftrek
en 2 vermindering in den winter, reeds
tot 25 gekomen, dit wordt nu 24,
dus is totaal een daling met 20 pet..
Het voorstel werd z.h.s. aangenomen.
Bij het voorstel tot besnoeiing van de
gemeentebegrooting 1935 (op instigatie
van Ged. Staten) wees de heer R o r ij e
op den post onkosten verkiezingen. Hij
kon er zich bij neerleggen, dat hier niet
zooals elders wel gebeurt, presentiegeld
aan de leden van stembureau wordt ge
geven, maar ze hebben toch wel recht
op behoorlijk eten en drinken, en dat
was op verschillende bureaux de laatste
maal zeer bekrompen. Spr. vraagt B. en
W. deze kwestie goed te bekijken, z.i,
kan voor hetzelfde geld veel beter wor
den geleverd, er komt te veel tusschen
kade en schip terecht. Ook betreurde
spr. het dat de post: subsidie Reddings
brigade met 90 wordt verminderd.
De heer MARIJS betreurde het dat
de kosten voor volksbaden tot de helft
worden teruggebracht, hetgeen de hoog
noodige gelegenheid om zwemmen te
leeren zal doen verminderen.
De heer VAN OORSCHOT wees er
de hr. Marijs op, dat de gehalveerde
som niet slaat op het zwemmen leeren,
maar op de subsidie aan de badinrich
ting van Mommaas, waarvan blijkbaar
te weinig gebruik wordt gemaaEX Spr.
betreurde zeer de opheffing van den
cursus in Heilgymnastiek en wilde zich
daartegen verzetten. Het is juist een
goede aansluiting op het schoolartsen
instituut, men speelt met de hygiënische
belangen der kinderen.
De VOORZ- was het, wat betreft de
consumptie der leden van stembureaux
met den heer Roije eens, dat er voor
f 4 beter geleverd kan worden dan de
laatste maal is geschied. B, en W. heb
ben alles gedaan om voor de volksba
den, de Zwemvereeniging en de Red
dingsbrigade zooveel te redden als mo
gelijk was, gelukkig kunnen de beide
laatstgenoemde vereenigingen haar werk
voort zetten. Het is B. en W- gelukt ue
subsidie voor het uitzenden van kin
deren naar Vacantiekolonies te redden,
maar inzake de cursus in heilgymnastiek
is het hun niet gelukt.
Wethouder EDELMAN zeide, ook,
dat men zich reeds met klem verzet
heeft tegen het opheffen van de cursus
sen. Het gaat niet alleen uit van Ged.
Staten, die hebben de regeering achter
zich.
De heer LAERNOES zeide, dat B. en
W. nog heel wat hebben behouden, dat
ook bedreigd werd. Men moet verschil
lende jgoede .dingen tegenwoordig om
financieele redenen nalaten.
Een voorstel-Van Oorschot om niet
accoord te gaan met het schrappen van
den cursus in heilgymnastiek werd ver
worpen met 10 tegen 7 stemmen. Voor
de socialisten, behalve wethouder De
De Meij, en de heeren Harts en An-
driessen.
De overige wijzigingen gingen onder
den hamer door en dit geschiedde ook
met alle andere voorstellen, reeds vroe
ger genoemd, waarvan B. en W. echter
rijke parochie.
Het zou niet eerlijk zijn te beweren,
dat Geraldi bang was, toen hij dezen
man voor zich zag, maar een reeks" on
aangename denkbeelden en vergelijkin
gen flitsten door zijn brein en degene
welke bleef hangen, was de gedachte
aan een witvleezigen octopus, die op
zijn gemak in het water drijft, loerend
met wreede armen en doodende oogen
Dit melodramatische idee deed Geraldi
met 'n fluweelen glimlach de schouders
ophalen; hij was besloten om zijn oogen
wijd open te houden.
„Laat ons nu bij het begin beginnen",
zeide neef Edgar.
„Hij is een dief!" zeide mevrouw As
prey. „Hij heeft geld gestolen van
O, roep toch uit het raam, neef Ed
gar! Louise, doe toch iets! Mijn zenu
wen kunnen het niet langer uithouden!"
„Steun maar op mij, lieve", zeide neef
Edgar met een hypnotische, zalvende
stem. „Steun maar op mij vertrouw
op je neef. Ik zal alles spoedig in orde
brengen! En met het begin bedoel ik
niet het begin van de misdaden van
dezen jongen m,an, dat zou een lange
geschiedenis kunnen worden of wel
een korte. Is het niet zoo, meneer Ge
raldi?"
Zonder op een antwoord te wach
ten, ging hij voort: „Ik bedoel het begin
voor zoover het dit huis raakt. Wilt
u ons misschien vertellen, meneer Ge
raldi, hoe u in ons leven kwam, als ik
het zoo mag uitdrukken?"
„Door het dak", zeide de fregatvogel
vroolijk.
„Door het dak!" gilde mevrouw As
prey. „Groote genade! Edgar, neef Ed
gar' Wat moeten wij doen?"
Geeft Uw huid de zoo be
geerde zacht matte teint
en is de beste
onderlaag
voor
poeder.
Het universeele
Verfrisschingsmiddel in
beroep, bij sport, op reis.
(Ingez. Med.}'
om formeele redenen dat tot toekenning
van een bouwvoorschot aan den heer
A. A. Kulberg voor den bouw van IS
woningen aan de Bloemenlaan, moest-
ten terug nemen.
Nog werd besloten tot verkoop van
162 m2 grond aan den Singel voor
2805 aan Joh. Loois Hzn. qq. en 130
m2 grond aldaar aan J. Lampers qq.
voor 1950.
Bij de rondvraag wees de heer WOL'
TERING er op dat door het maken van
de jachthaven de draadversperring van
de Evertsen en de Hobeinstraat weg is
en dat ,,stoom"fietsen en auto's maar
doorrijden. Hij vroeg een onderzoek
d cl cl X* XI cl cl r
De heer VAN SPANNING wees er
op, dat reeds eenigen tijd geleden gele
genheid is gegeven aan jeugdige werk-
loozen om zich op te geven voor het
verrichten van werk, maar sinds dien
hoorden zij niets meer en dat maakt hun
toch reeds niet sympathieke houding te
genover het gemeentebestuur er niet
beter op.
De heer LAERNOES zeide, dat men
alles doet om plannen uit te werken,
maar dat gaat nu niet zoo makkelijk.
Als men plannen heeft moet men de mo
gelijkheid van uitvoering nog nader on
der de oogen zien. Men kan geen ijzer
met handen breken.
De heer VAN SPANNING vroeg of
men dan doet wat mogelijk is.
De heer LAERNOES antwoordde dat
dit zoo is.
De heer RORIJE wees er op, dat men
hunkert naar den tijd, dat men eens kan
gaan kijken in het Nollebosch. Spr,
vroeg het desnoods op vertoon van
kaarten toegankelijk te stellen op be
paalde uren.
De VOORZ. zeide dat men het geheel
moet open stellen of geheel gesloten
houden. Er zijn reeds boomen, die boven
den dijk uitsteken, maar er zijn ook veel
latere aanplantingen en het is daarom
noodig nog even te wachten.
De heer VAN SPANNING herhaalde
zijn vraag wat er nu wordt gedaan voor
het verkrijgen van werk voor de jeugdi
gen.
De heer LAERNOES: alles wat kan.
De heer VAN SPANNING: Zeg nu
maar liever dat U het niet zeggen wil.
De heer LAERNOES verzekerde niets
te verzwijgen te hebben.
De heer VAN SPANNING: Wij spre
ken er nog wel eens over.
Te kwart over drie werd de verga
dering gesloten.
„Wij moeten geduld hebben", zeide
de groote man en zijn weeke hand sloot
zich om haar wanhopig grijpende vin
gers, „Door het dak dus; juist zoo en
laat ons nu verder gaan!"
Het kwam Geraldi voor als het ge
bazel van een minzamen idioot, maar
hij was er zeer goed van overtuigd dat
deze man noch minzaam was, noch li-
oot. Zijn hersenen waren sterk, athle-
tisch en vlug, maar zij gingen eenvoudg
te werk op een wijze, welke verschil
de van die van andere menschen.
,Laat ons een stap verder gaan. Na
door het dak binnengekomen te zijn,
ik denk, dat het door het dakraam
was
„Het dakraam", gaf Geraldi toe.
„Dan moeten wij nog hooren, hoe het
kwam, dat meneer Geraldi zich in deze
k,amer wilde verbergen", ging neef Ed
gar voort. „En hoe is dat zoo gekomen,
mijn waarde jonge vriend, mijn waarde
verdoolde vriend? Ik hoop, dat het mij
veroorloofd is, het woord verdoold te
bezigen?"
„De dief"! riep mevrouw Asprey uit.
„Ach, lieve", zeide de dikke man,
„wie onzer is zonder zonden?"
„Ik opende eenvoudig de eerste bes
te deur", zeide Geraldi.
„Maar het is niet de eerste deur",
zeide neef Edgar. /„Het is heelemaal
niet de eerste deur; zij is heelemaal.in
hét midden van de g/ang, als ik het zoo
zeggen mag. Dus, als u ons nu eens
ronduit vertelde, wat u naar deze spe
ciale deur voerde, als er zooveel deu
ren waren, die u hadt kunnen openen!
(Wordt vervolgd^'