SLANKE JIM
examen
KRONIEK van den DAG.
ZEELAND.
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE COURANT) VAN WOENSDAG 26 JUNI 1935. No. 148.
Perskroniek.
N.V. „P.Z.E.M."
i aam
|koop,
igterf
Lagu
lelden
kei E
aagd,
/erkV
|j we-
}ieven
Cou-
cpaar»
auder,
en te
srpol-
|7x te
xEB.
Iderne
I Korte
111!
IJKS t
ilsche
[koop.
178,
50 CTr
160 ct.
ct. p.
|P- kg.
bal.
I'burg.
Imt U
Wij
ir wij
paar
IWeef-
|urg.
SSON
I's 4 c.
(Prima
cteeën
ÏCENT
srraad
Rij-
Nieuw régime in Zu|d-Slavrë.
Jeftitsj van 't tooneel ver
dwenen. Zijn opvolger heet
de dictatuur te zullen liquidee
ren. Prins Paul voorstander
van een federale monarchie
De onderdrukte volksgroe
pen hebben reden tot verheu
ging-
De kabinetscrisis, die aan het einde
der vorige week onverwachts in Zuid-
Slavië uitbrak, is gisteren opgelost ge
worden. Stojadinowitsj, een der gema
tigde Servische leiders, heeft een mi
nisterie gevormd; dat zich als natio
nale regeering aandient. Naar
verluidt zou het in de bedoeling van dit
nieuwe kabinet liggen het dictatoriale
régime nu werkelijk te liquideeren en
den parlementair-democratischehn re-
geeringsvorm te herstellen. Natuurlijk
niet op slag of in een handomdraai, doch
langs den geleidelijken weg. In het na
jaar zullen wellicht nieuwe verkiezin
gen worden uitgeschreven.
We hebben op deze plaats reeds en
kele malen den achtergrond van alle
politieke gebeurtenissen der laatste ja
ren in Zuid-Slavië belicht: De vereeni-
ging van het voormalige Servië met
stukken van de voormalige Donau-mon
archie (Kroatië, Slovenië, Bosnië etc.)
tot één koninkrijk Zuid-Slavië (of
Joego-Slavië) heeft in de praktijk een
heele reeks ongelukkige gebeurtenissen
opgeleverd. De Serviars, als mede-over
winnaars uit den wereldoorlog achtten
zich geroepen de overwonnenen (Kro
aten, Slovenen etc.) geheel te overheer
schen. Dat riep zulk 'n tweedracht in 't
leven (zich o.a. uitende in schietpartijen
met doodelijk gevolg in het parlement),
dat eenige jaren geleden koning Alexan
der de dictatuur instelde.
Bevredigend kon dit régime op den
langen duur nooit worden. Met onder
drukking sticht men niet een gezonde
samenwerking. De laatste maanden
voor zijn gewelddadigen dood moet Ko
ning Alexander, die dit begreep, dan
ook rondgeloopen hebben met plannen,
om de dictatuur althans te verzachten
Na den dood van den koning is de
bekende staatsman Jeftitsj eenige
maanden opgetreden als de sterke man
in Zuid-Slavië. Hij beloofde te zullen
volbrengen, wat Alexander I niet meer
vergund was geworden en schreef
nieuwe verkiezingen uit. Enkele weken
geleden zijn deze, zooals men zich zal
herinneren, gehouden; maar op zulk
een wijze, dat ze met elk begrip van
democratie spotten. De oppositie stond
aan grove willekeur bloot en er werd
bij de telling naar hartelust geknoeid.
Desondanks behaalde de oppositie
(waarin de Kroaten den toon aangaven)
nog 700.000 stemmen, tegenover ruim
1 millioen op de regeeringslijst. Deze
uitslag beteekende een gevoelige "klap
voor het prestige van Jeftitsj. Het was
nauwelijks denkbaar, dat hij 't nog ge-
ruimen tijd zou kunnen bolwerken, zon
der tot nieuw machtsmisbruik zijn toe
vlucht te nemen.
Aan het einde der vorige week is zijn
kabinet opeens in puin gevallen. On-
eenig'heid tusschen de ministers onder
ling (in verband met de verkiezings
praktijken) deed een viertal hunner
ontslag indienen; de overigen, Jeftitsj
inbegrepen, moesten toen wel volgen.
Als gezegd heet de nieuwe regeering,
van plan te zijn, de dictatuur nu werke
lijk te liquideeren. Op zichzelf zou men
in een dergelijke verzekering niet veel
vertrouwen behoeven te stellen. Jef
titsj deed een zelfde belofte: en men
kent de praktijk. Echter: bij de tot
standkoming van h«t kabinet-Stojadi-
nowitsj zijn verschijnselen opgetreden,
die voor de oppositie bemoedigend mo
gen heeten. De voornaamste regent,
prins Paul, het koninklijk gezag voor
den 11-jarigen Peter uitoefenende, ont-
door GEORGE OWEN baxter.
5).
,,U zoudt een goed bestaan daarmede
•kunnen verdienen", zeide zij.
,,Niet het bestaan van een gentleman",
antwoordde hij. „Zoo staan de zaken",
vervolgde hij samenvattend, „ik zou u
meer proeven kunnen geven als u dat
zoudt wenschen".
„O, neen, dank u".
„Goed, nu weet u, wat ik kan doen.
vertelt u mij dan, hoe ik u helpen kan-
Ik vergeet de kaarten nog", voegde hij
er bij. „Die kwamen later".
„U bedoelt.
„Gemerkte kaarten natuurlijk".
„U hebt vaak uw hand op fortuinen
kunnen leggen, is het niet?"
„Meer dan eens".
„Maar nu bent u hier in een kleine
stad in het Westen en niet zoo erg
voorspoedig, naar het mij voorkomt".
„Ik heb altijd goede rente.genoten om
zoo te zeggen, maar nooit het geluk ge
had een som in handen te krijgen, die
als hoofdsom kon dienen. Als de rente
op was en ik heb een duren smaak
dan moest ik weer opnieuw beginnen.
Maar ik ben in de West geboren en
daarom kom ik steeds hier weer terug".
„U bent in veel plaatsen geweest?'
ving n.l. den Kroatischen leider Matsjek
in audiëntie. Geruimen tijd heeft Mats
jek met Prins Paul gesproken en na af
loop van het onderhoud zag hij er op
geruimd uit.
Het schijnt, dat prins Paul nooit met
de dictatuur gesympathiseerd heeft
en nu van plan is, om er zoo gauw mo
gelijk een eind aan te maken. In het
nieuwe ministerie zijn bovendien een
aantal personen opgenomen, van wie
men weet, dat ze het herstel van den
parlementair-democratischen regee-
ringsvorm voorstaan. De Kroaten en
Slovenen hebben dus voorloopig heel
veel reden, om zich over den politie-
ken gang van zaken der laatste dagen
te verheugen.
Wij zeggen met opzet voorloopig,
want zij hebben het pleit nog lang niet
gewonnen. De Servische conservatieve
groepen, die handhaving van de dicta
tuur voorstaan en in elk geval niets
willen weten van Kroatisch en Slo-
veensch zelfbestuur (Zuid-Slavië zou
een soort van federale monarchie moe
ten worden) komen zonder twijfel te
gen de huidige ontwikkeling in 't ge
weer. Er zal nog wel 't een en ander
voorvallen, alvorens de democratische
plannen verwezenlijkt zijn. Maar dat
neemt toch niet weg, dat de kansen
voor de Kroaten en de overige onder
drukte volksgroepen er nog nooit zoo
goed lijken te hebben voorgestaan als
op 't oogenblik.
De prijs van ons brood.
Het lib. Vaderland bespreekt een bro
chure, die de bakkersgezellen hebben
laten verschijnen over den prijs van ons
brood. In deze brochure wordt o. m. be
toogd:
Een brood van 8 ons kost in Neder
land gemiddeld 15.70 cent. Wanneer
men dezen prijs in zijn verschillende be-
standdeelen ontleedt, krijgt men de
volgende percentages;
Grondstoffen, 50 procent; loonen 23.13
pet.; brandstoffen 1.45 pet.; onkosten
10,90 pet., afschrijving interest 2.50 pet.;
diversen, 1.92 pet.; en winst voor den
bakker, 11,11 pet.
Om nu den prijs van het brood mei
één cent te verlagen alleen ten koste
van de loonen, zouden die met 45 per
cent dienen verminderd te worden. Zij
bedragen thans gemiddeld 30 gulden
per week en zouden dan nog slechts
16.41 zijn.
Daarbij dient opgemerkt te worden,
dat de steun aan de tarweverbouwende
boeren ongeveer even groot is als het
loon van alle betrokken arbeiders. Er is
immers 35 pet. binnenlandsche tarwe in
het meel verwerkt en de prijs daarvan
is viermaal zoo hoog als de wereld
marktprijs (richtprijs van tien gulden
plus twee a drie misschien zelfs nog
meer gulden om het verlies goed te
maken op de tarwe, die men voor vee
voeder moet verkoopen of tegen lagen
wereldmarktprijs moet uitvoeren, na
dat men ze tegen den richtprijs heeft op
gekocht).
Zonder tarwesteun zou het heel ge
makkelijk zijn om bij gelijk blijvende
loonen en winsten den broodprijs met
drie centen te verlagen in plaats van
met een cent.
Dit is niet bedoeld als pleidooi voor
de afschaffing van den tarwesteun, maar
als een voorbeeld van de tegenstelling
der belangen bij de aanpassingspolitiek.
De berekening van de bakkersgezel
len is echter toch niet heelemaal juist,
zoo betoogt het Vaderland verder. Zui
ver rekenkundig wellicht niet, maar het
gevaar ligt in het rekenen met gemid
delden. Iedere Haagsche huisvrouw weet
wel, dat ze meer betaalt dan 15.70 voor
8 ons brood. De gemiddelde prijs wordt
gedrukt door den lagere prijs op het
platteland, wat in dit geval van bizon
der groot belang is, omdat het hier al
weer gaat om een belangentegenstelling
tusschen stad en land. Van de gemiddel
de loonen geldt natuurlijk hetzelfde. De
bakkersjongen in een kleine gemeente,
die een hongerloon verdient, heeft niet
zoo heel veel aan de wetenschhap, dal
het gemiddelde loon 30 gulden is. Maar
ook op grond van die gemiddelden kan
men niet nagaan, of er misschien niet
wat af kan, ten einde tot een prijsver
mindering te komen. Daarbij gaat het
ook niet op, alleen maar met centen te
rekenen. Het is waar, dat wij geen klei
ner eenheid kennen dan den halven
cent en dat de brooden ook per halve
eenheid van 4 ons verwacht worden.
Maar het zou mogelijk zijn den prijs van
het brood één of zelfs twee of drie cen
ten naar beneden te drukken door een
algemeenen druk op alle elementen van
dien prijs. De bakkersgezellen krijgen
dan iets minder loon, maar moeten ook
minder geld uitgeven, allereersL voor
hun brood en verder ook voor allerlei
andere artikelen, die dank zij het goed-
koopere brood en de algemeene deflatie,
in prijs kunnen dalen.
Dit is niet alleen mogelijk, het is ook
volstrekt noodig, wanneer men de na
tionale economie weer gezond wil ma
ken zonder den gouden standaard les te
laten. Men heeft langen tijd gedacht, dat
het wel van zelf zou gaan door de wer
king der natuurlijke krachten. Vijftig
jaar geleden zou het ook wel vanzelf
gegaan zijn. Thans is er te veel poli
tieke macht in het economische dooi-
gedrongen. De vraag of dit goed is of
kwaad, laten wij hier buiten beschou
wing. Waarschijnlijk is het een onaf
wendbaar resultaat van de bescha
vingsontwikkeling. Maar daar dat zoo
is, dient de overheid ook den moed te
hebben in te grijpen, waar algemeene
verlaging noodig is. Verlaging, die, waar
ze evenredig wordt toegepast geen
vermindering van welvaart moet be-
teekenen, maar slechts vermindering
van geldcirculatie. (Of er dan uit ande
ren hoofde b.v. de gewijzigde ver
houding van Europa tegenover de res*
van de wereld toch een werkelijke
vermindering van welvaart komt, wei-
ke niet kan worden goedgemaakt door
onze verbeterde techniek, is alweer een
kwestie, die wij hier buiten beschou
wing laten).
NIEUW SCHIP VOOR DE KON.
PAKETV. MIJ.
De n.v. Koninklijke Paketvaartmaat-
schappij te Amsterdam heeft opdracht
gegeven tot den bouw van een motor
schip, dat den naam Maetsuyker zal
ontvangen en op stapel wordt gezet bij
de Nederlandsche Dok Maatschappij
n.v. te Amsterdam.
Het schip wordt voorzien van een
passagiersinrichting met 2 klassen.
De motor van 3600 a.p.k. zal gele
verd worden door Werkspoor n.v. te
Amsterdam, te installeeren door de
Nederlandsche Dok Maatschappij.
GEEN RIJWIEL-DOUANEKAARTEN
MEER VOOR BELGIë.
De A.N.W.B. meldt:
Nadat wij kort geleden hadden be
richt, dat de rijwiel-douanekaarten voor
het meenemen van een [gebruikt rij
wiel naar België door buiten België
woonachtige personen voorloopig tot
15 November waren afgeschaft, zijn er
door enkele der vereenigingen, welke
deze douanekaarten plegen te verkoo
pen, berichten gepubliceerd, welke ons
aanleiding hebben gegeven, zoowel aan
de grens als bij de Belgische regeering
een onderzoek in te stellen.
In deze berichten werd n.l. beweerd
dat men zonder douanekaart de grens
alleen kon overschrijden teh koste van
tijdroovende formaliteiten en alleen op
bepaalde uren, zoodat men verstandig
zou doen, toch zulk een kaart te koo-
pen.
Wij kunnen deze voorstelling van za
ken, welke wij zeer betreuren, thans op
grond van bovengenoemd hernieuwd
onderzoek ten stelligste tegenspreken.
Wie nu nog een rijwiel-douanekaart
voor België koopt, schaft zich een vol
komen overbodig en dus waardeloos
document aan.
Zonder douanekaart kan men, voor
loopig althans tot 15 November, op pre
cies dezelfde uren de grens passeeren
als mét een douanekaart en zonder die
kaart behoeft men geen enkele andere
formaliteit te vervullen dan mèt dou
anekaart.
Het heeft dus geen zin, zich zulk een
overbodig document te laten verkoo
pen.
rxriKCTBxxaxani
„Duizenden, ja natuurlijk".
„Engeland en Frankrijk, naar het
schijnt. En ook Italië?"
„En Duitschland en Rusland".
„Werkelijk?"
„En een tocht in Afrika, een tijdlang
in Engelsch Indië".
„Wat hebt u daar wel gedaan?"
„Tijgers geschoten", zeide Geraldi, „en
gestudeerd".
„Wat?"
„Hoe te leven zonder werk".
„Als de Bramanen, bedoelt u?"
„Neen, juist het tegenovergestelde".
Miss Asprey lachte, zij scheen er ple
zier in te hebben.
„Nog andere plaatsen?"
„Ik maakte jacht op een groot paard
in Arabië en ik reisde een groote parel
na over de Zuidzee-eilanden. Dat zijn
mijn voornaamste reizen".
„U spreekt zeker veel talen, is het
niet?"
„Ja, een half dozijn, een ervan een
doode, waarop ik trotsch ben".
„Maar hoe hebt u dat kunnen doen?
Of hebt u een fotografisch brein?"
„In het geheel niet, maar bij zulk een
leven heeft men veel vrijen tijd. Weet u,
wat de meeste mannen doodt?"
„Wat dan?'r~
„Acht uur per dag op een kantoor zit
ten, nog twqe uur om te komen en te
gaan, nog eenige uren niets doen of
wat onzin om uit te rusten; dat zijn
twaalf van de vierentwintig uur- U ziet,
zij hebben niet veel tijd over om te le
ven".
„Daar heb ik nooit aan gedacht", gaf
miss Asprey toe.
„Terwijl elk moment van mijn leven
aan mij behoort, behalve wanneer ik door
de wet word vervolgd".
„Is dat vaak voorgekomen?"
„Een dozijn maal of zoo".
„U hebt vaak voor vervolging moeten
vluchten; hebt u zelf wel eens ver
volgd?".
„Heel veel".
„Waarom?"
„Om mijn eigen wet ten uitvoer te
leggen".
„Hoezoo?"
„Gewoonlijk werk ik alleen, maar nu
en dan moet men hulp nemen. En bijna
altijd tracht de helper u in het eind te
bedriegen".
„Werkelijk?"
„Natuurlijk; en dan moet men op pad
gaan om zijn eigen deel op te eischen".
„Dat zal wel bijzonder moeilijk zijn".
„Zeker, dat is, waarom ik bijvoorbeeld
naar Indië ging",
„Wel", zeide het meisje tenslotte, „ik
denk, dat het wel gaan zal. Ik bedoel,
dat ik u zou willen vragen om een spoor
voor mij te zoeken".
Hij had geen tijd om te antwoorden,
want er werd snel en haastig op de deur
geklopt en de kruk werd ongeduldig heen
DE MINIMUMPRIJS VAN
MOSSELEN.
In de St.ct. is een wijziging van de
Crisis-mosselbeschikking 1934 I opge
nomen. Daarbij is o.m. bepaald, dat:
de minimumprijs, bedoeld in arti
kel 3, lid 2, van het crisis-mosselbesluit
wordt vastgesteld als volgt:
a. voor 1ste mosselen 2.25 per 100
kg.;
b. voor 2de soort mosselen 1.75 per
100 kg.;
2. De prijzen, vastgesteld in het eer
ste lid van dit artikel, gelden ter plaat
se (aanvoerplaats) op den wal of over
boord.
3. a. Onder een partij mosselen, 1ste
soort, als bedoeld in het eerste lid van
dit artikel, wordt verstaan een partij
mosselen, welke:
voor ten minste 20 pet. mosselen be
vat van 60 mm en daarboven;
voor ten minste 20 pet. mosselen be
vat van 5560 mm;
voor ten minste 20 pet. mosselen be
vat van 5055 mm;
terwijl na 1 Juli 1935 een vischgewicht
van ten minste 16 pet. wordt gegaran
deerd.
b. Onder een partij mosselen, 2de
soort, als bedoeld in het eerste lid van
dit artikel, wordt verstaan een partij
mosselen bevat van 55 mm en daarbo
ven;
voor ten minste 25 pet, mosselen be
vat van 5055 mm,
terwijl na 1 Juli 1935 een vischge
wicht van ten minste 14 pet. wordt ge
garandeerd.
Reglement van politic voor de polders
of waterschappen.
Nadat verleden jaar, naast de nood
zakelijk gebleken aanvulling op het stuk
der stembevoegdheid wegens den aan
slag van het gebouwd, in het algemeen
reglement voor de polders of water
schappen in Zeeland tevens verschillen
de op zich zelf staande in de practijk
noodzakelijk gebleken wijzigingen en
aanvullingen werden aangebracht, zal
aan de hand van de in de praktijk opge
dane ervaringen, thans ook nagegaan
dienen te worden, in hoeverre de an
dere waterstaatsreglementen wijziging
of aanvulling zullen moeten ondergaan.
Ged. Staten hebben gemeend van de
verschillende reglementen, waartoe dit
onderzoek zich zou moeten uitstrekken,
thans in de eerste plaats het reglement
van politie voor de polders of water
schappen in Zeeland aan zulk een on
derzoek te moeten onderwerpen.
Ged. Staten lichten aan de Prov. Sta-
zorgt 'n „AKKERTJE" ervoor, dat Ge rustig
en kalm zijt, helder van hoofd en zonder
angst-gevoel, migraine of nare hoofdpijn!
(Ingez. Med.)
ten verschillende in 't regiem, noodzake
lijk gebleken wijzigingen toe en stellen
voor deze wijzigingen, die in hoofdzaak
zich bepalen tot de artikelen, welker
toepassing in verband met de huidige
redactie in de praktijk tot moeilijkhe
den aanleiding hebben gegeven, vast le
stellen als is voorgesteld.
Overneming van een weg.
Overeenkomstig een verzoek van de
Commissie waarin de onderhoudsplich
tigen, zijnde de gemeenten Cadzand en
Zuidzande en het waterschap Cadzand,
van den weg Zuidzande-Cadzand ver
tegenwoordigd zijn. stellen Ged. Staten
voor dezen weg in beheer en onderhoud
over te nemen, onder voorwaarde, dat
de tegenwoordige onderhoudsplichtigen
gezamenlijk jaarlijks vóór 1 Juli, f 754
betalen of ineens f 16758, beide ten be
hoeve van het Prov. wegenonderhouds-
fonds.
De bedrijfsresultaten over 1934
zijn over 't geheel zeer bevre
digend geweest De tram le
verde echter een nadeelig sal
do op.
'In de Dinsdagmiddag in het gebouw-
der N.V. gehouden aandeelhoudersver
gadering van de N.V. Prov. Zeeuwsche
Electriciteits Maatschappjij" te Mid
delburg, is het jaarverslag over het 16e
botekjaar, 1934, uitgebracht, waaraan
wij het volgende ontleenen:
De administratie werd wederom ge
regeld gecontroleerd door den heer B.
K. Kraaijeveld, accountant te Middel
burg. Een ernstige ziekte, welke in het
begin van het jaar 1935 den dood ten
gevolge had, maakte het hem onmoge
lijk, de controle het geheele jaar per
soonlijk uit te oefenen; in den heer G.
H. Luijendijk vond hij een ervaren me
dewerker, die hem krachtig bijstond.
De Raad van Bestuur blijft den heer
Kraaijeveld erkentelijk vogr het vele
werk, dat hij in het belang van de ven
nootschap heeft verricht.
De jaarstukken zijn onderzocht en in
orde bevonden door het Accountants
bureau Kraaijeveld en Luijendijk.
De stroo.mverkoop nam in het afge-
loopen jaar sterk toe; deze steeg, in
vergelijking met het voorafgaande, met
rond 17 pet. De stijging is aan toene
ming van het verbruik zoowel voor in-
dustrieele als voor huishoudelijke doel
einden en verlichting toe te schrijven.
Ook in financieel opzicht zijn de re
sultaten van het afgeloopen jaar be-
I vredigend.
Ditmaal wordt een versterkte afschrij
ving alleen op de goodwill, waarmede
de v,an de Société Anonyme overgeno
men activa van het Trambedrijf belast
zijn, voorgesteld, daar de resultaten van
dit bedrijf een zoo kraertig mogelijke
vermindering van de vaste lasten, wel
ke daarop drukken, noodzakelijk ma
ken. Daarnaast laten de resultaten we
derom, behalve de gewone, eenige ex
tra-afschrijvingen op verschillende ac
tiva toe.
Uit het overblijvende winstsaldo stelt
de Raad van Bestuur voor een dividend
van 3L! pet, aan aandeelhouders uit té
keeren en een bedrag van f 5000 te re
serveeren tot vorming van een fonds
voor afschrijving van oude meters uit
het net te Vlissingen. Het resteerende
bedrag ad f 4,277,82 stelt de Raad van
Bestuur voor, toe te voegen aan de re
serve voor afschrijvingen.
Het lid van den Raad van Bestuur,
mr. R. M, van Dusseldorp, meende als
zoodanig tem oeten bedanken wegens
zijn benoeming tot Burgemeester van
Goes en zijn aftreden als lid van Ged.
Staten in verband daarmede.
De Raad is den heer Van Dusseldorp
erkentelijk voor hetgeen hij in het be
lang van de vennootschap heeft ver
richt.
Het Scheidsgerecht trad ook dit jaar
niet op. De stichting „Tot steun voor
het personeel" verleende in het ver
en weer gerukt, a'sof iemand in de gang
was, die het recht had binnen gelaten te
worden,
„Dat is moeder", zeide het meisje.
De fregatvogel was al reeds achter het
gordijn gesprongen.
„Neen, dat liever niet", zeide zij
„Ik wil liever, dat u deze moeilijkheid
dadelijk onder de oogen ziet, als u er
niets op tegen hebt".
Hij keek haar vastberaden aan
„Goed", zeide hij toen.
Daarop ging zij naar de deur om open
te doen.
HOOFDSTUK V.
Mevrouw Asprey stormde de kamer
binnen; zij was juist het tegenoverge-
ste.de van haar dochter, die noch lang',
noch kort, noch dik, noch slank was,
terwijl haar moeder beslist klein was.
Zij had het hoofd en den nek van een
meisje, behalve wanneer het licht op de
rimpels viel, die haar tweeenveertig ja
ren verrieden, m,aar de rest was veel
te zwaar, zoodat zij hijgde en met hor
ten en stooten sprak na het trappen
klimmen.
Op haar heigenden boezem schitter
de een collier en juweelen glinsterden,
als zij haar handen bewoog.
„Louise!" riep zij buiten adem uit,
„heb je ooit zooiets gehoord? Heb je
ooit kunnen denken, kunnen droomen?
Ze kwamen zoo maar ons huis binnen!
Zij belden zelfs in het geheel niet aan!
Ik z,al neef Edgar zeggen, dat hij een
voudig eenvoudig heb je ooit zoo
iets gehoord, Louise?"
„Meneer Chalmers", begon haar
dochter.
„Die dat wezen!" riep mevrouw As
prey uit.
„Die die onmogelijke vent! Alsot
iemand in ons huis zou durven komen
behalve dat teugellooze rapaille zelf,
dat
„Maar er is toch nog iemand geko
men", zeide het meisje.
„Louise!"
„Ja!"
„Dat kan niet. Hoe weet je dat? Hoe
zou hij hebben kunnen binnen komer,?"
„Wilt u beloven, dat u niet zult gil
len?"
„Ja, ja, ja!"
„Hij kwam mijn kamer binnen."
„Ah!" gilde de moeder, dadelijk haar
woord brekend. „Louise! Meen je dat?
Hier? In deze kamer? Hoe vreeselijk!
Wat heb je wei gedaan? Heb je gegild?
Ben je flauw gevallen? Heeft hij iets
weggenomen? Kind, waar is je juwee
lenkistje?"
„Ik weet het niet", zeide Louise.
„Je weet het niet?"
„Neen. maar hier is de persoon in
kwestie!"
J' (Wordt vervolgd