IE SLANKE JIM Ge staagt zeker! KRONIEK van den DAG. Vaaa TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE COURANT) VAN ZATERDAG 22 JUNI 1935. No. 145. FINANCIEEL ECONOMISCH WEEKOVERZICHT. 'n Tweka-badpak zit als „geschilderd". Tegenstrijdige belangen. 2 stoe- met 132.50. iDres- jriëlse, Jrg- Jt een |1 v. d. lei 19, rschil- en af- Pia- jlines, ïeren, Het Dam- [-Vliss. Iteuils. en 4 goed Ju- 216, SBBHB IGGG ITTTT [XXX I, Mid- ravond lapstok Tin zijn te ver- Mid- BNION, keltuin. Aan- VAGD, r. Ad- Mid- ïeenla- bij ons leubel- oegop, K rom an a.s. p. p. veland Markt. Boom, urg. Oost- aatjes, rtje, 50 •dbeien Bo«r, De 40-urige werkweek Een beginsel-conventie van de 19e Internationale Arbeidsconie- rentie Het denkbeeld van verkorting van den werktijd wint veld. Sinds enkele weken vergadert te Ge- nève de negentiende internationale ar- beidsconferentie. Evenals op de 17e en de 18e bijeenkomst maakt de 40-urige werkweek er het voornaamste punt van discussie uit. In 1932 werd deze zaak bij den Raad van Beheer van 't Inter nationaal Arbeidsbureau aanhangig ge maakt door den Italiaanschen regee- ringsgedelegeerde De Michelis. In den beginne heeft hij daar al heel weinig wil van gehad. Elke pogiing, om via Genève de internationale invoering van de 40-urige werkwjeek te bevorderen fiaalde. De werkgeversvertegenwoordi gers wilden van een resolutie in dien geest niets weten en vonden hierbij steun van de meeste regeerings-gede- legeerden. De kwestie krijgt thans echter e«n eenigszins ander aanzien. Op deze ne gentiende conferentie is het verzet tegen het denkbeeld van de 40-urige werk- werk heel wat minder sterk dan vorige jaren. Onder invloed van de nog maar steeds voortdurende malaise schijnt zich langzamerhand een verschuiving van economisch inzicht ook op dit gebied te voltrekken. In Italië vindt sinds ge- ruimen tijd reeds op vrij groote schaal de 40-urige werkweek in de praktijk toe passing, evenals hier en daar in Ameri ka. Zoo is het te verklaren, dat ditmaal ce Italiaansche en de Amerikaansche werkgevers de invoering van de 40- urige werkweek verdedigden. En daar naast dan spraken verschillende regee- ringsgedelegeerden er zich althans in principe eveneens voor uit. Natuurlijk beteekent dit geenszins, dat nu de aan neming van een conventie, een overeen komst dus, mogelijk is geworden, welke de invoering van de 40-urige werkweek verplichtend zal stellen. Eersten zijn di verse landen nog niet lid van het Inter nationaal Arbeidsbureau en tweedens deinzen verschillende regeering^'n, die principeel iets voor de zaak voelen, voor de toepassing er van in de praktijk teJ, rug. Na heel veel gepraat is er deze week een conventie ontworpen, die een soort van belijdenisverklaring bevat- Het voornaamste artikel luidt als volgt: „Ie dere staat, die lid is van de Interna tionale Arbeidsorganisatie en die deze conventie ratificeert, verklaart zich daardoor ten gunste van: a. het begin sel van de veertig-urige arbeidsweek op zoodanige wijze toegepast, dat de levens standaard niet er door verlaagd wordt, b. het treffen of aanmoedigen van de maatregelen, die geschikt zijn om dit doel te bereiken, en verbindt zich dit be ginsel toe te passen op de verschillende categorieën van arbeiders, overeenkom stig de detail-voorschriften van de ver schillende conventies, die door den staat geratificeerd zullen zijn". In eerste lezing is deze conventie gister met 81 tegen 33 stemmen goed gekeurd. Voor stemden alle arbeiders gedelegeerden, de meeste rgeeringsge- delegeerden en de Italiaansche en Ame rikaansche werkgeversgedelegeerden. Tot de tegenstemmers behoorde o.a. de Nederlandsche regeeringsafgevaardig- de prof. Aalberse. Er z,al nu nog een eindstemming (van daag of Maandag) over de zaak moeten plaats hebben, waarbij een meerderheid van twee derde vereischt wordt. Ge zien de stemmenverhouding 8133 kan de aanneming echter nauwelijks betwij feld worden. Men zal dan dus een beginseluit- spr,aak hebben ten gunste van de 40- urige werkweek. \oor de praktijk Te- teekent dat alevel nog heel weinig. Elk land, dat de conventie ratificeert ('t staat nog te bezien, of 't er veel zullen zijn) verplicht zich daarmee tot niets. Het legt daarmee slechts een platonische liefdesverklaring af, die in geen enkel opzicht tot practische consequenties noodzaakt. Onder dezen gezichtshoek bekeken is de zaak dan ook van heel weinig belang. Echter kijkt men verder, doch kan niet ont kend worden dat de aanneming van de conventie toch wel eenige beteekenis heeft. Ze getuigt nl. van het feit, dat de sympathie voor de 40-urige werkweek gestadig toeneemt. Blijkbaar acht men in steeds breeder kring de invoering van de 40-urige wierkweek een goed middel tot bestrijding van de werkloos heid. Het spreekt vanzelf, dat de tegenstand van de werkgevers vooral gericht is op de clausule in de beginsel-conventie, dat de loonen der arbeiders bij verkorting van den werktijd niet in evenredigheid mogen dalen. Dat beteekent dan, dat de productie-kosten aanzienlijk zouden stij gen, aangezien er in totaal meer loon voor 't zelfde werk zou moeten worden betaald. In bespreking bij de conferentie is thans nog een vijftal voorstellen van het Internationaal Arbeidsbureau, om de invoering van de 40-urige werkweek in de praktijk zoo spoedig mogelijk te ver wezenlijken (internationaal dan natuur lijk) ten aanzien van enkele met name genoemde bedrijven (o-a. het bouwbe drijf en de ijzer- en staalindustrie). De kans, dat daarvoor een twee derde meerderheid gevonden zal worden, lijkt niet heel groot, omdat dit veel verder gaat dan de in eerste instantie goedge keurde beginselconventie. door GEORGE OWEN BAXTER. 2). Chalmers lachte binnensmonds. „Verduiveld, als mij dat niet doet te rug verlangen naar den ouden tijd", zeide hij, „omdat ik hier en daar wel wat be leefd heb. In mijn tijd heb ik ook met de gokkers meegedaan, dat wil ik wel bekennen, maar ik heb mijzelf toen ge vestigd. Kogels en de strop bedierven te veel goede hersenen, dat zag ik wel in; ik streek hier neer en vestigde mij. En nu, Slanke Jimi, wil ik dat geld hebben." „Werkelijk", zeide Geraldi, terwijl hij opstond om de zaak beter te kunnen bepleiten en zijn bewegingen waren wonderlijk gracieus en langz,aam „ik zou u dubbel kunnen betalen zoodra de vloed van de heuvels neerstrijkt." Chalmers ging wijdbeens staan en stak de handen in de zakken, waa^dgor een groezelig vest zichtbaar werd, waar op een zware, gouden ketting prijkte. „Niks niet", zeide hij, „Denk maar niet, dat ik een idioot ben of tot jouw wild behoor, geen sprake van." Geraldi zuchtte. „Dringt u er op aan? Werkelijk?" vroeg hij, „Ik zal aan dat gezeur een einde ma ken", verklaarde Chalmers. „Kom maari mee n,aar het raam en kijk eens naar 1 beneden, voor het hotel." Ongeanimeerde stemming op de aandeelenmarkt Winst mogelijkheden der rubbermijen sterk verminderd door de hef fing van een uitvoerrecht op rubber Ongunstige vooruit zichten van het Aku-concern. Naar men weet, was de belangstelling van het publiek in den laatsten tijd voor,al uitgegaan naar de aandeelen markt, waarbij ook overwegingen in 't spel waren, die verband hielden met de beoordeeling van den monetairen toestand. Nu de vooruitzichten op dit gebied zich in zooverre beter laten aan zien, dat er momenteel weinig kans be staat op een devaluatie hier te lande, is er in de marktstelling wel eenige verandering ingetreden. Koopers heb ben zich teruggetrokken of zij hebben hun kooplimities verlaagd. Daartegen over bleken houders eerder geneigd te zijn, materiaal af te geven, zulks te meer, omdat zij in de meeste gevallen nog met winst konden verkoopen. Een scherpen koersval gaven rub- ber,aandeelen te zien op de aankondi ging van een uitvoerrecht op Rubber in Ned. Indië. Zoolang de prijs zich beneden 17 ct. beweegt, zal het recht niet worden ge heven. Van 17 tot 18 ct, bedraagt het evenwel een halve cent per half kg, van 18 tot 20 cent één cent, terwijl bo ven 20 cent voor iederen cent een recht zal worden geheven van een kwart ct. (Ingez. Med.) Deze heffing is zeer zwaar te ach ten. Zij zou door de maatschappijen veel minder worden gevoeld, indien bo ven 20 cent geen verdere heffingen zou den plaats vinden. Men zou dan door middel van de restrictie den marktprijs tot b.v. 25 cent kunnen opvoeren, zoodat dan het recht per saldo door den ver bruiker zou worden betaald. Daarvan kan thans geen sprake zijn, omdat bij iedere verdere stijging van den markt prijs met één cent de fiscus een kwart gedeelte daarvan zal opeischen. Men zou tegen de heffing ook minder bezwa- j ren hebben, indien de grens, beneden welke geen belasting zou worden gehe ven, hooger zou zijn gesteld. Een prijs van 17 cent is echter voor tal van on dernemingen nog verliesgevend. De Am sterdam-Rubber werkt b.v. met een kostprijs van iets beneden 20 cent. Bij zulke maatschappijen heeft de heffing van het uitvoerrecht dus tot gevolg, dat het verlies zal worden vergroot. Men moet ook in aanmerking nemen, dat de ondernemingen in verband met den ongunstigen prijsstand van de vori ge jaren veel minder aan het onderhoud der tuinen hebben ten koste gelegd, dan wenschelijk is. Ook zijn de afschrij vingen onvoldoende geweest. De reser ves zijn door de geleden verliezen uit geput, zoodat deze noodig versterking behoeven. Bovendien mag er nog op worden gewezen, dat uit anderen hoof de de rubbercultuur eveneens belastm- gen heeft op te brengen. Alles bijeen ge nomen is dus de heffing van een uit voerrecht, ook indien het eerst in het begin van het volgende jaar zal ingaan, veel te vroeg gekomen, terwijl de hef fing op zich zelf algemeen te zwaar ge acht wordt. Het is dan ook te begrijpen, dat de aankondiging van deze heffing in de be trokken kringen zeer ongunstig is ont vangen. Voor aandeelhouders zal na af trek van alle heffingen slechts een zeer bescheiden winstmarge overblijven. Op deze overwegingen heeft zich dan ook vrij veel aanbod in rubberaandeelen ont wikkeld- Van de oliewaarden waren aandeelen Koninklijke tamelijk flauw. Eenerzijds deed zich hierbij de vermindering van de vraag van Fransche zijde gevoelen, maar tevens maakte de aankondiging van een uitvoerrecht op aardolieproducten in Ned. Indië een onprettigen indruk- De Bataafsche Petroleum Mij., die in sterke mate tot de winsten van het Koninklijke- Shellconcern bijdraagt, heeft in het af- geloopen jaar een mooi winstcijfer ge maakt, en wel van f 42,8 millioen tegen f 31,60 millioen vorig jaar. Uit het dezer dagen gepubliceerde jaarverslag blijkt, dat er tegenover de waardeering van de obligatieschuld tegen den tegenwoordi- gen"koers van rond f 1,50 per dollar een reserve is gevormd van f 18,60 millioen. die zal kunnen worden aangewend, in geval het goud-clausule-proces over de dollarleening in het nadeel van de maat schappij mocht uitvallen. Daarentegen is de Koninklijke zelf bij het opmaken van haar balans vooruitgeloopen op de uit eindelijke beslissing van het Gerechts hof, door hierop de dollarschuld in pa- pierwaarde op te nemen, zonder hier tegenover een reserve te creëeren. Zij gevoelt er zich dus klaarblijkelijk wel volkomen zeker van, dat het goudclau sule-proces ook in hoogste instantie door haar zal worden gewonnen. Industrieele waarden hadden .even eens een tamelijk ongeanimeerd verloop en de koersen brokkelden vrijwel over de geheele linie af. Voor aandeelen Philips deden zich geen bijzondere fac toren gelden. Unilever, die tot beneden pari inzakten, werden ongunstig bein- vloed door de daling van het pond ster ling. Aandeelen Aku zijn in koers te- ruggeloopen wegens de weinig bemoe digende mededeelingen op de algemee- ne vergadering van aandeelhouders. Het Zijn gast gehoorzaamde; hij leunde uit het raam en keek over de daken der stad, want zij bevonden zich op de derde verdieping van het hotel. „Ziet die er gemakkelijk uit?" vroeg de waard, die ook naar het raam was gekomen. Hij wees naar een breeden, zwaren man, die op den rand van de watertrog zat en op dat oogenblik een stuk van een rol pruimtabak afbeet. „Dat is Dick Wing, hij bewaart de orde in deze verdomde stad. Denk je, dat hij jou zou aankunnen?" „Hij ziet er wel erg ruw uit", zeide de zachtmoedige Geraldi. „Dat is nog niets, vergeleken bij wat hij is", verklaarde Chalmers. „Als bij baantje int hij mijn rekeningen bij oplichters, freg.atvogels en zoo." Hij lachte om zijn eigen aardigheid. De fregatvogel zuchtte weer. „Hoeveel ben ik u schuldig?" „Dat weet je verduiveld goed!" „Neen, werkelijk niet", „Drie weken tegen zestien piek per week is achtenveertig en zevenentwintig voor extra's „Zevenentwintig voor extra's", mom pelde Slanke Jim, terwijl hij de oog'en wat wijder opende. „Wat bliksem", riep de waard uit, „Kun je extra biefstuk hebben en gebra den kip van een dollar vijftig per stuk en eendvogel en driemaal per dag room in je koffie en dan nog aanmerking ma ken over een luttele zevenentwintig dollars extra?" „Neen, misschien niet, misschien niet!" mompelde Geraldi. „Wel, ik wil heelemaal geen bezwaar maken. Ik houd niet van ruzie; hier is het geld" en hij nam een aantal biljetten uit zijn zak. De waard zette groote oogen op; vier biljetten van twintig dollars! werden in zijn vette hand uitgeteld. „Wel verduiveld nog toe", zeide hij, „nu ben ik je nog vijf piek schuldig,! voegde hij er bij, terwijl hij aanstalten maakte om geld uit zijn zak te halen. „Dat is in orde, meneer Chalmers", antwoordde de fregatvogel. „Behoudt dat voor de goede bediening, de schoo- ne vloeren en ramen en de respectabele atmosfeer van uw hotel. Het is mij een genoegen." Chalmers voelde dé ironie, maar hij grinnikte slechts. „Zeg eens, jongmensch", zeide hij, „vertel me eens, waarom je het zoo lang uitstelde? Dacht je, dat je het ten slotte van mij zoud winnen? Dacht je, dat je met dat gepraat vijfenzeventig dollars kon verdienen?" „De kwestie is", zeide de fregatvogel, „dat ik er niet van houd om Aijn werk kapitaal beneden een zeker minimum te laten slinken." „Natuurlijk" grinnikte de waard. „Een vogel moet veeren hebben, hè?" Daarop ging hij de deur uit, terwijl Slanke Jim n,aar het venster ging en er een versleten lederen beurs uit scheer de. Daarna sloop hij vlug naar de deur en deed die op slot. bedrijf der Duitsche ondermaatschap pij, de Glanzstoff, gaat weliswaar zeer gunstig; dank zij den goeden binnen- landschen afzet worden er groote win sten gemaakt, maar tengevolge van het stagneerende betalingsverkeer kunnen deze winsten niet tot uitkeering komen. Het staat wel vast, dat een belangrij ke afschrijving noodzakelijk is op 'de waarde, waartegen de deelneming van de Aku in het kapitaal der Glanzstoff te boek staat, evenals trouwens op de waarde van andere participaties. Het zou echter ook thans nog niet doenlijk zijn, om tot een juiste taxeering van de post „deelnemingen" over te gaan. Her- waardeering zou momenteel minder waarborgen van de juistheid ervan in houden dan ooit mogelijk is geweest, 't Eenige, wat op de jaarvergadering te dien aanzien kon worden medegedeeld was, dat een herwaardeering op het oogenblik aanmerkelijk gunstiger zou uitvallen dan twee jaar geleden, indien de waardeering op den te dien tijde geldenden grondslag zou hebben plaats gevonden. De omzet van het Aku-concern is in het tot dusverre verstreken gedeelte van het nieuwe boekjaar iets lager ge weest dan in hetzelfde tijdperk van het vorige jaar, maar hij was toch grooter dan de productie, zoodat de voorraden verder verminderd zijn. De gemiddelde prijs was in het eerste halfjaar, zooals trouwens ook uit de ontwikkeling van de exportcijfers was gebleken, beneden dien van het eerste halfjaar van 1934. De kostprijs kon echter eveneens we derom worden gedrukt. Omtrent de vooruitzichten voor het tweede half jaar van 1935 was de voorzitter der vergadering vrij pessimistisch, wegens de toenemende moeilijkheden, welke als gevolg van handelsbelemmeringen en transfermoeHijkheden worden onder vonden in den afzet naar het buiten land, waarop de Aku voor een zeer groot deel is aangewezen, al is de af zet in Nederland in vergelijking met het vorige jaar aanmerkelijk toegeno men. Suikeraandeelen zijn in aansluiting aan de algemeene zwakkere tendenz dér markt eveneens in koers terugge loopen, evenals de aandeelen der Indi sche cultuurbanken. Ned. Indische Han delsbank ondervonden slechts weinig invloed v,an de voorgestelde kapitaal reconstructie, aangezien deze reeds voor een belangrijk deel in de noteering was verdisconteerd. De nominale waar de der aandeelen zal tot 60 pet. wor den teruggebracht, onder uitkeering van 20 pet. in contanten en overbren ging van 20 pet. van het kapitaal naar de statutaire reserve, waarvan een deel zal worden aangewend voor de nood zakelijke afschrijving op suikerbelan gen. Daarna zal de reserve nog f 14 millioen groot zijn. Hieronder volgt een overzicht van het koersverloop: 4 Nederland 97%—97—98 4 Ned. Indië 9594%95% 4% Rotterdam 93%—93%—93—94 Amsterdam Rubber 116108 Deli Bat. Rubber 78%71 Aku 33%—30% Philips' 260250% Unilever 103%97 Kon. Petroleum 190%183% H.V. „Amsterdam" 177171% Koloniale Bank 4038%38% Deli Mij. 146%—144—145 als Ge op 't examen Uw gedachten kunt con- centreeren. Wilt Ge kalm en rustig zijn, neem dan 'n „AKKERTJE". 3 stuks in metalen zakdoosje 20 cent. Overal verkrijgbaar. \lngez. Med.) HOOFDSTUK II. Nauwelijks had hij dit gedaan of er werd hard op de deur gebonsd en werd de kruk heftig heen en weer gedraaid. „Hei daar! Hei, jij schurk!" schreeuw de de waard. „Hei Geraldi!" „Ja, ja", antwoordde Geraldi vroolijk. „Bent u dat, meneer Chalmers?" Deze beleefde vraag scheen den dik kerd gek te maken. „Of ik het ben?" brulde hij. „Jij ver domde oplichter jij gauwdief! Open de deur, dan zul je zien of ik 't ben!" Hij wierp zijn gansche gewicht tegen de deur. Geraldi, die reeds met een wonderlijke vlugheid een revolver uit zijn kleeding had getooverd, stopte deze weer weg, toen hij zag, dat de deur de aanvallen van den waard zou kunnen doorstaan. „Ben je van plan de deur open te maken? Als je het niet doet, dan zal ik je als een straathond op de binnenplaats ophangen, zoo waar als ik leef!" „Kom, kom", zeide de jongeling ge moedelijk, „worden straathonden in deze stad opgehangen, meneer Chalmers?" Opnieuw klonk achter de deur ge bulder in antwoord op deze opmerking en toen donderde Chalmers de tr,ap af. Zijn stem brulde door het huis. „Hei! Mike en Peter! Let op die deur, tot ik hulp kan gaan halen, ik zal dien ver- domden dief eenvoudig den nek om draaien!" De fregatvogel keek vlug zijn kleeren en andere bezittingen na en kwam blijk De roep naar industrialisatie van Nederland in den tuin bouw. De Raad van Advies uit het Centraal Bureau van de Veilingen in Nederland heeft onlangs zijn bezorgdheid uitgespro ken over den toenemenden roep tot in dustrialisatie van Nederland. Ter be reiking daarvan zou een sterk doorge voerde contingenteering van den invoer van industrieproducten noodig zijn, wat met het oog op den export van onze tuinbouwproducten funest zou zijn. Aan deze uitspraak wijdt „Landbouw en Maatschappij", het orgaan van de Boerenbonden van dien naam, een be schouwing. Het blad schrijft: Zeer terecht wordt hier verband ge legd tusschen in- en uitvoer. Als wij onze binnenlandsche industrie gaan uit breiden, natuurlijk met het oog op de binnenlandsche behoefte, want op eeni- gen uitvoer mag niet worden gerekend, dan maken we ons op dit terrein min der afhankelijk van het buitenland, onze noodzakelijke invoer wordt verminderd. Goed en wel, zegt de georganiseerde tuinbouw, maar als wij uit het buiten land minder betrekken, dan zal datzelf de buitenland van den weeromstuit ook minder uit onze hand willen aannemen, en onze tuinbouwproducten moeten juist als exportartikelen over de grens, omdat onze binnenlandsche markt deze slechts voor een klein percentage kan opvangen. Uit deze redeneering blijkt, hoe hier de belangen van twee bedrijfs takken tegen elkander botsen. Deze die nen tegen elkander te worden afgewo gen om daaruit te concludeeren, wat voor het algemeen belang het zwaarste weegt. Men zal daarbij rekening moeten houden met het feit, dat ook die meer dere industrie zal moeten worden ge-- steund, hetzij door contingenteering, het zij door verhoogde invoerrechten, of door beide. Zal in die industrie meer arbeid productief kunnen worden ge maakt, daar zal tegenover staan, dat de Tuinbouw opnieuw arbeidskrachten buiten werking zal moeten stellen, wat slechts een verplaatsing der werkloos heid zou beteekenen. Deze kwestie is nog al moeilijker en meer ingewikkeld, omdat in de betalingsregeling met Duitschland, ons voornaamste export land in deze, slechts bepaalde en zelfs geringe bedragen voor den uitvoer van tuinbouwproducten zijn vastgelegd. Twee dingen staan, dunkt ons, vast. Tuinbouwproducten produceeren we meer dan de binnenlandsche behoefte vraagt, ook al nemen we aan, dat een grooter bedrijvigheid in de industrie het- verbruik dier producten zal doen toe nemen, terwijl we industrieele produc ten uit het buitenland halen, die we waarschijnlijk ook in eigen land geheel of gedeeltelijk kunnen produceeren. Wie in deze crisis iets tijdelijks ziet, wie verwacht, dat binnen korter of langer tijd weer vrije uitwisseling van goederen zal plaats hebben, die zal het bij het oude willen houden en zal voor den tuinbouw krachtigen regeeringssteun vragen om deze bedrijfstak op de been te houden, totdat de betere dagen van weleer opnieuw zullen zijn aangebroken. Wie daarentegen van oordeel is, dat met deze crisis iets nieuws geboren wordt, wie derhalve meent, dat slechts uitwis seling van die goederen in de toekomst zal plaats hebben, en dan nog wel onder toezicht der regeeringen van de betrok ken landen, welke in eigen land niet, of niet in voldoende hoeveelheid, of niet in de gewenschte kwaliteit worden geproduceerd, die zal concludeeren, dat ook Nederland zijn productie in de eerste plaats op eigen be hoefte zal hebben in te stellen en een beperking van den binnenlandschen tuinbouw bepleiten. Deze zou zich dan hebben om te buigen naar den akker bouw, omdat de binnenlandsche behoef- baar tot de slotsom, d;at niets de moei te waard was om mee te nemen, want hij ging naar het raam en op het kozijn zitten. Daar rolde hij een sigaret en keek naar beneden, waar hij den waard uit de voordeur zag komen en den zwa ren kerel, die op den rand van den drinkbak zat, aanklampen, waarop zij' beiden weer het huis binnen gingé'n. Geraldi wachtte, tot hij de mannen op de bovengang hoorde, toen schoot hij zijn sigaret weg en ging op het ven sterkozijn staan. Aan een der hoeken van het r,aam stak het houtwerk eenigs^. zins buiten den gevel uit, zoodat hij zich daar met den linker hand aan' het raam kon vasthouden. Met een sprong schoot hij plotseling omhoog en greep met de rechterhand een der uitstekende dakbalken; daar bleef hij hangen, ter wijl een angstig geschreeuw weerklonk v,an de inenschen beneden op straat. Hij schoof, aan zijn handen hangend, verder naar buiten op tot aan het ein de van den balk, toen zwaaide hij zijn lichaam zijdelings heen en weer, tot hij een been over de goot kon slaan. Na dat hij de sterkte van de goot door eenige rukken h,ad geprobeerd, zwaaide hij over den rand heen en kwam languit in de goot te liggen, terwijl een wild geschreeuw van de toeschouwers tot hem doordrong. Op hetzelfde oogenblik verschenen de hoofden van den man der wet en van den waard aan het open venster. (Wordt vervolgd

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1935 | | pagina 5