IE
SLANKE JIM
Ge staagt zeker!
KRONIEK van den DAG.
Vaaa
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE COURANT) VAN ZATERDAG 22 JUNI 1935. No. 145.
FINANCIEEL ECONOMISCH
WEEKOVERZICHT.
'n Tweka-badpak zit
als „geschilderd".
Tegenstrijdige belangen.
2
stoe-
met
132.50.
iDres-
jriëlse,
Jrg-
Jt een
|1 v. d.
lei 19,
rschil-
en af-
Pia-
jlines,
ïeren,
Het
Dam-
[-Vliss.
Iteuils.
en 4
goed
Ju-
216,
SBBHB
IGGG
ITTTT
[XXX
I, Mid-
ravond
lapstok
Tin zijn
te ver-
Mid-
BNION,
keltuin.
Aan-
VAGD,
r. Ad-
Mid-
ïeenla-
bij ons
leubel-
oegop,
K rom
an a.s.
p. p.
veland
Markt.
Boom,
urg.
Oost-
aatjes,
rtje, 50
•dbeien
Bo«r,
De 40-urige werkweek Een
beginsel-conventie van de 19e
Internationale Arbeidsconie-
rentie Het denkbeeld van
verkorting van den werktijd
wint veld.
Sinds enkele weken vergadert te Ge-
nève de negentiende internationale ar-
beidsconferentie. Evenals op de 17e en
de 18e bijeenkomst maakt de 40-urige
werkweek er het voornaamste punt van
discussie uit. In 1932 werd deze zaak
bij den Raad van Beheer van 't Inter
nationaal Arbeidsbureau aanhangig ge
maakt door den Italiaanschen regee-
ringsgedelegeerde De Michelis. In den
beginne heeft hij daar al heel weinig
wil van gehad. Elke pogiing, om via
Genève de internationale invoering van
de 40-urige werkwjeek te bevorderen
fiaalde. De werkgeversvertegenwoordi
gers wilden van een resolutie in dien
geest niets weten en vonden hierbij
steun van de meeste regeerings-gede-
legeerden.
De kwestie krijgt thans echter e«n
eenigszins ander aanzien. Op deze ne
gentiende conferentie is het verzet tegen
het denkbeeld van de 40-urige werk-
werk heel wat minder sterk dan vorige
jaren. Onder invloed van de nog maar
steeds voortdurende malaise schijnt zich
langzamerhand een verschuiving van
economisch inzicht ook op dit gebied
te voltrekken. In Italië vindt sinds ge-
ruimen tijd reeds op vrij groote schaal
de 40-urige werkweek in de praktijk toe
passing, evenals hier en daar in Ameri
ka. Zoo is het te verklaren, dat ditmaal
ce Italiaansche en de Amerikaansche
werkgevers de invoering van de 40-
urige werkweek verdedigden. En daar
naast dan spraken verschillende regee-
ringsgedelegeerden er zich althans in
principe eveneens voor uit. Natuurlijk
beteekent dit geenszins, dat nu de aan
neming van een conventie, een overeen
komst dus, mogelijk is geworden, welke
de invoering van de 40-urige werkweek
verplichtend zal stellen. Eersten zijn di
verse landen nog niet lid van het Inter
nationaal Arbeidsbureau en tweedens
deinzen verschillende regeering^'n, die
principeel iets voor de zaak voelen, voor
de toepassing er van in de praktijk teJ,
rug.
Na heel veel gepraat is er deze week
een conventie ontworpen, die een soort
van belijdenisverklaring bevat- Het
voornaamste artikel luidt als volgt: „Ie
dere staat, die lid is van de Interna
tionale Arbeidsorganisatie en die deze
conventie ratificeert, verklaart zich
daardoor ten gunste van: a. het begin
sel van de veertig-urige arbeidsweek op
zoodanige wijze toegepast, dat de levens
standaard niet er door verlaagd wordt,
b. het treffen of aanmoedigen van de
maatregelen, die geschikt zijn om dit
doel te bereiken, en verbindt zich dit be
ginsel toe te passen op de verschillende
categorieën van arbeiders, overeenkom
stig de detail-voorschriften van de ver
schillende conventies, die door den staat
geratificeerd zullen zijn".
In eerste lezing is deze conventie
gister met 81 tegen 33 stemmen goed
gekeurd. Voor stemden alle arbeiders
gedelegeerden, de meeste rgeeringsge-
delegeerden en de Italiaansche en Ame
rikaansche werkgeversgedelegeerden.
Tot de tegenstemmers behoorde o.a. de
Nederlandsche regeeringsafgevaardig-
de prof. Aalberse.
Er z,al nu nog een eindstemming (van
daag of Maandag) over de zaak moeten
plaats hebben, waarbij een meerderheid
van twee derde vereischt wordt. Ge
zien de stemmenverhouding 8133 kan
de aanneming echter nauwelijks betwij
feld worden.
Men zal dan dus een beginseluit-
spr,aak hebben ten gunste van de 40-
urige werkweek. \oor de praktijk Te-
teekent dat alevel nog heel weinig.
Elk land, dat de conventie ratificeert
('t staat nog te bezien, of 't er veel
zullen zijn) verplicht zich daarmee tot
niets. Het legt daarmee slechts een
platonische liefdesverklaring af, die
in geen enkel opzicht tot practische
consequenties noodzaakt. Onder dezen
gezichtshoek bekeken is de zaak dan
ook van heel weinig belang. Echter
kijkt men verder, doch kan niet ont
kend worden dat de aanneming van de
conventie toch wel eenige beteekenis
heeft. Ze getuigt nl. van het feit, dat de
sympathie voor de 40-urige werkweek
gestadig toeneemt. Blijkbaar acht men
in steeds breeder kring de invoering
van de 40-urige wierkweek een goed
middel tot bestrijding van de werkloos
heid.
Het spreekt vanzelf, dat de tegenstand
van de werkgevers vooral gericht is op
de clausule in de beginsel-conventie, dat
de loonen der arbeiders bij verkorting
van den werktijd niet in evenredigheid
mogen dalen. Dat beteekent dan, dat de
productie-kosten aanzienlijk zouden stij
gen, aangezien er in totaal meer loon
voor 't zelfde werk zou moeten worden
betaald.
In bespreking bij de conferentie is
thans nog een vijftal voorstellen van het
Internationaal Arbeidsbureau, om de
invoering van de 40-urige werkweek in
de praktijk zoo spoedig mogelijk te ver
wezenlijken (internationaal dan natuur
lijk) ten aanzien van enkele met name
genoemde bedrijven (o-a. het bouwbe
drijf en de ijzer- en staalindustrie). De
kans, dat daarvoor een twee derde
meerderheid gevonden zal worden, lijkt
niet heel groot, omdat dit veel verder
gaat dan de in eerste instantie goedge
keurde beginselconventie.
door GEORGE OWEN BAXTER.
2).
Chalmers lachte binnensmonds.
„Verduiveld, als mij dat niet doet te
rug verlangen naar den ouden tijd", zeide
hij, „omdat ik hier en daar wel wat be
leefd heb. In mijn tijd heb ik ook met
de gokkers meegedaan, dat wil ik wel
bekennen, maar ik heb mijzelf toen ge
vestigd. Kogels en de strop bedierven
te veel goede hersenen, dat zag ik wel
in; ik streek hier neer en vestigde mij.
En nu, Slanke Jimi, wil ik dat geld
hebben."
„Werkelijk", zeide Geraldi, terwijl hij
opstond om de zaak beter te kunnen
bepleiten en zijn bewegingen waren
wonderlijk gracieus en langz,aam „ik
zou u dubbel kunnen betalen zoodra de
vloed van de heuvels neerstrijkt."
Chalmers ging wijdbeens staan en
stak de handen in de zakken, waa^dgor
een groezelig vest zichtbaar werd, waar
op een zware, gouden ketting prijkte.
„Niks niet", zeide hij, „Denk maar
niet, dat ik een idioot ben of tot jouw
wild behoor, geen sprake van."
Geraldi zuchtte.
„Dringt u er op aan? Werkelijk?"
vroeg hij,
„Ik zal aan dat gezeur een einde ma
ken", verklaarde Chalmers. „Kom maari
mee n,aar het raam en kijk eens naar 1
beneden, voor het hotel."
Ongeanimeerde stemming op
de aandeelenmarkt Winst
mogelijkheden der rubbermijen
sterk verminderd door de hef
fing van een uitvoerrecht op
rubber Ongunstige vooruit
zichten van het Aku-concern.
Naar men weet, was de belangstelling
van het publiek in den laatsten tijd
voor,al uitgegaan naar de aandeelen
markt, waarbij ook overwegingen in 't
spel waren, die verband hielden met
de beoordeeling van den monetairen
toestand. Nu de vooruitzichten op dit
gebied zich in zooverre beter laten aan
zien, dat er momenteel weinig kans be
staat op een devaluatie hier te lande,
is er in de marktstelling wel eenige
verandering ingetreden. Koopers heb
ben zich teruggetrokken of zij hebben
hun kooplimities verlaagd. Daartegen
over bleken houders eerder geneigd te
zijn, materiaal af te geven, zulks te
meer, omdat zij in de meeste gevallen
nog met winst konden verkoopen.
Een scherpen koersval gaven rub-
ber,aandeelen te zien op de aankondi
ging van een uitvoerrecht op Rubber
in Ned. Indië.
Zoolang de prijs zich beneden 17 ct.
beweegt, zal het recht niet worden ge
heven. Van 17 tot 18 ct, bedraagt het
evenwel een halve cent per half kg,
van 18 tot 20 cent één cent, terwijl bo
ven 20 cent voor iederen cent een recht
zal worden geheven van een kwart ct.
(Ingez. Med.)
Deze heffing is zeer zwaar te ach
ten. Zij zou door de maatschappijen
veel minder worden gevoeld, indien bo
ven 20 cent geen verdere heffingen zou
den plaats vinden. Men zou dan door
middel van de restrictie den marktprijs
tot b.v. 25 cent kunnen opvoeren, zoodat
dan het recht per saldo door den ver
bruiker zou worden betaald. Daarvan
kan thans geen sprake zijn, omdat bij
iedere verdere stijging van den markt
prijs met één cent de fiscus een kwart
gedeelte daarvan zal opeischen. Men
zou tegen de heffing ook minder bezwa- j
ren hebben, indien de grens, beneden
welke geen belasting zou worden gehe
ven, hooger zou zijn gesteld. Een prijs
van 17 cent is echter voor tal van on
dernemingen nog verliesgevend. De Am
sterdam-Rubber werkt b.v. met een
kostprijs van iets beneden 20 cent. Bij
zulke maatschappijen heeft de heffing
van het uitvoerrecht dus tot gevolg, dat
het verlies zal worden vergroot.
Men moet ook in aanmerking nemen,
dat de ondernemingen in verband met
den ongunstigen prijsstand van de vori
ge jaren veel minder aan het onderhoud
der tuinen hebben ten koste gelegd,
dan wenschelijk is. Ook zijn de afschrij
vingen onvoldoende geweest. De reser
ves zijn door de geleden verliezen uit
geput, zoodat deze noodig versterking
behoeven. Bovendien mag er nog op
worden gewezen, dat uit anderen hoof
de de rubbercultuur eveneens belastm-
gen heeft op te brengen. Alles bijeen ge
nomen is dus de heffing van een uit
voerrecht, ook indien het eerst in het
begin van het volgende jaar zal ingaan,
veel te vroeg gekomen, terwijl de hef
fing op zich zelf algemeen te zwaar ge
acht wordt.
Het is dan ook te begrijpen, dat de
aankondiging van deze heffing in de be
trokken kringen zeer ongunstig is ont
vangen. Voor aandeelhouders zal na af
trek van alle heffingen slechts een zeer
bescheiden winstmarge overblijven. Op
deze overwegingen heeft zich dan ook
vrij veel aanbod in rubberaandeelen ont
wikkeld-
Van de oliewaarden waren aandeelen
Koninklijke tamelijk flauw. Eenerzijds
deed zich hierbij de vermindering van de
vraag van Fransche zijde gevoelen, maar
tevens maakte de aankondiging van een
uitvoerrecht op aardolieproducten in
Ned. Indië een onprettigen indruk- De
Bataafsche Petroleum Mij., die in sterke
mate tot de winsten van het Koninklijke-
Shellconcern bijdraagt, heeft in het af-
geloopen jaar een mooi winstcijfer ge
maakt, en wel van f 42,8 millioen tegen
f 31,60 millioen vorig jaar. Uit het dezer
dagen gepubliceerde jaarverslag blijkt,
dat er tegenover de waardeering van de
obligatieschuld tegen den tegenwoordi-
gen"koers van rond f 1,50 per dollar een
reserve is gevormd van f 18,60 millioen.
die zal kunnen worden aangewend, in
geval het goud-clausule-proces over de
dollarleening in het nadeel van de maat
schappij mocht uitvallen. Daarentegen is
de Koninklijke zelf bij het opmaken van
haar balans vooruitgeloopen op de uit
eindelijke beslissing van het Gerechts
hof, door hierop de dollarschuld in pa-
pierwaarde op te nemen, zonder hier
tegenover een reserve te creëeren. Zij
gevoelt er zich dus klaarblijkelijk wel
volkomen zeker van, dat het goudclau
sule-proces ook in hoogste instantie door
haar zal worden gewonnen.
Industrieele waarden hadden .even
eens een tamelijk ongeanimeerd verloop
en de koersen brokkelden vrijwel over
de geheele linie af. Voor aandeelen
Philips deden zich geen bijzondere fac
toren gelden. Unilever, die tot beneden
pari inzakten, werden ongunstig bein-
vloed door de daling van het pond ster
ling. Aandeelen Aku zijn in koers te-
ruggeloopen wegens de weinig bemoe
digende mededeelingen op de algemee-
ne vergadering van aandeelhouders. Het
Zijn gast gehoorzaamde; hij leunde uit
het raam en keek over de daken der
stad, want zij bevonden zich op de derde
verdieping van het hotel.
„Ziet die er gemakkelijk uit?" vroeg
de waard, die ook naar het raam was
gekomen. Hij wees naar een breeden,
zwaren man, die op den rand van de
watertrog zat en op dat oogenblik een
stuk van een rol pruimtabak afbeet.
„Dat is Dick Wing, hij bewaart de orde
in deze verdomde stad. Denk je, dat hij
jou zou aankunnen?"
„Hij ziet er wel erg ruw uit", zeide
de zachtmoedige Geraldi.
„Dat is nog niets, vergeleken bij wat
hij is", verklaarde Chalmers. „Als bij
baantje int hij mijn rekeningen bij
oplichters, freg.atvogels en zoo."
Hij lachte om zijn eigen aardigheid.
De fregatvogel zuchtte weer.
„Hoeveel ben ik u schuldig?"
„Dat weet je verduiveld goed!"
„Neen, werkelijk niet",
„Drie weken tegen zestien piek per
week is achtenveertig en zevenentwintig
voor extra's
„Zevenentwintig voor extra's", mom
pelde Slanke Jim, terwijl hij de oog'en
wat wijder opende.
„Wat bliksem", riep de waard uit,
„Kun je extra biefstuk hebben en gebra
den kip van een dollar vijftig per stuk
en eendvogel en driemaal per dag room
in je koffie en dan nog aanmerking ma
ken over een luttele zevenentwintig
dollars extra?"
„Neen, misschien niet, misschien
niet!" mompelde Geraldi. „Wel, ik wil
heelemaal geen bezwaar maken. Ik houd
niet van ruzie; hier is het geld" en hij
nam een aantal biljetten uit zijn zak.
De waard zette groote oogen op; vier
biljetten van twintig dollars! werden in
zijn vette hand uitgeteld.
„Wel verduiveld nog toe", zeide hij,
„nu ben ik je nog vijf piek schuldig,!
voegde hij er bij, terwijl hij aanstalten
maakte om geld uit zijn zak te halen.
„Dat is in orde, meneer Chalmers",
antwoordde de fregatvogel. „Behoudt
dat voor de goede bediening, de schoo-
ne vloeren en ramen en de respectabele
atmosfeer van uw hotel. Het is mij een
genoegen."
Chalmers voelde dé ironie, maar hij
grinnikte slechts.
„Zeg eens, jongmensch", zeide hij,
„vertel me eens, waarom je het zoo
lang uitstelde? Dacht je, dat je het ten
slotte van mij zoud winnen? Dacht je,
dat je met dat gepraat vijfenzeventig
dollars kon verdienen?"
„De kwestie is", zeide de fregatvogel,
„dat ik er niet van houd om Aijn werk
kapitaal beneden een zeker minimum
te laten slinken."
„Natuurlijk" grinnikte de waard. „Een
vogel moet veeren hebben, hè?"
Daarop ging hij de deur uit, terwijl
Slanke Jim n,aar het venster ging en er
een versleten lederen beurs uit scheer
de. Daarna sloop hij vlug naar de deur
en deed die op slot.
bedrijf der Duitsche ondermaatschap
pij, de Glanzstoff, gaat weliswaar zeer
gunstig; dank zij den goeden binnen-
landschen afzet worden er groote win
sten gemaakt, maar tengevolge van het
stagneerende betalingsverkeer kunnen
deze winsten niet tot uitkeering komen.
Het staat wel vast, dat een belangrij
ke afschrijving noodzakelijk is op 'de
waarde, waartegen de deelneming van
de Aku in het kapitaal der Glanzstoff
te boek staat, evenals trouwens op de
waarde van andere participaties. Het
zou echter ook thans nog niet doenlijk
zijn, om tot een juiste taxeering van de
post „deelnemingen" over te gaan. Her-
waardeering zou momenteel minder
waarborgen van de juistheid ervan in
houden dan ooit mogelijk is geweest, 't
Eenige, wat op de jaarvergadering te
dien aanzien kon worden medegedeeld
was, dat een herwaardeering op het
oogenblik aanmerkelijk gunstiger zou
uitvallen dan twee jaar geleden, indien
de waardeering op den te dien tijde
geldenden grondslag zou hebben plaats
gevonden.
De omzet van het Aku-concern is in
het tot dusverre verstreken gedeelte
van het nieuwe boekjaar iets lager ge
weest dan in hetzelfde tijdperk van het
vorige jaar, maar hij was toch grooter
dan de productie, zoodat de voorraden
verder verminderd zijn. De gemiddelde
prijs was in het eerste halfjaar, zooals
trouwens ook uit de ontwikkeling van
de exportcijfers was gebleken, beneden
dien van het eerste halfjaar van 1934.
De kostprijs kon echter eveneens we
derom worden gedrukt. Omtrent de
vooruitzichten voor het tweede half
jaar van 1935 was de voorzitter der
vergadering vrij pessimistisch, wegens
de toenemende moeilijkheden, welke als
gevolg van handelsbelemmeringen en
transfermoeHijkheden worden onder
vonden in den afzet naar het buiten
land, waarop de Aku voor een zeer
groot deel is aangewezen, al is de af
zet in Nederland in vergelijking met
het vorige jaar aanmerkelijk toegeno
men.
Suikeraandeelen zijn in aansluiting
aan de algemeene zwakkere tendenz
dér markt eveneens in koers terugge
loopen, evenals de aandeelen der Indi
sche cultuurbanken. Ned. Indische Han
delsbank ondervonden slechts weinig
invloed v,an de voorgestelde kapitaal
reconstructie, aangezien deze reeds
voor een belangrijk deel in de noteering
was verdisconteerd. De nominale waar
de der aandeelen zal tot 60 pet. wor
den teruggebracht, onder uitkeering
van 20 pet. in contanten en overbren
ging van 20 pet. van het kapitaal naar
de statutaire reserve, waarvan een deel
zal worden aangewend voor de nood
zakelijke afschrijving op suikerbelan
gen. Daarna zal de reserve nog f 14
millioen groot zijn.
Hieronder volgt een overzicht van het
koersverloop:
4 Nederland 97%—97—98
4 Ned. Indië 9594%95%
4% Rotterdam 93%—93%—93—94
Amsterdam Rubber 116108
Deli Bat. Rubber 78%71
Aku 33%—30%
Philips' 260250%
Unilever 103%97
Kon. Petroleum 190%183%
H.V. „Amsterdam" 177171%
Koloniale Bank 4038%38%
Deli Mij. 146%—144—145
als Ge op 't examen Uw gedachten kunt con-
centreeren. Wilt Ge kalm en rustig zijn,
neem dan 'n „AKKERTJE". 3 stuks in metalen
zakdoosje 20 cent. Overal verkrijgbaar.
\lngez. Med.)
HOOFDSTUK II.
Nauwelijks had hij dit gedaan of er
werd hard op de deur gebonsd en werd
de kruk heftig heen en weer gedraaid.
„Hei daar! Hei, jij schurk!" schreeuw
de de waard. „Hei Geraldi!"
„Ja, ja", antwoordde Geraldi vroolijk.
„Bent u dat, meneer Chalmers?"
Deze beleefde vraag scheen den dik
kerd gek te maken.
„Of ik het ben?" brulde hij. „Jij ver
domde oplichter jij gauwdief! Open
de deur, dan zul je zien of ik 't ben!"
Hij wierp zijn gansche gewicht tegen
de deur. Geraldi, die reeds met een
wonderlijke vlugheid een revolver uit
zijn kleeding had getooverd, stopte deze
weer weg, toen hij zag, dat de deur de
aanvallen van den waard zou kunnen
doorstaan.
„Ben je van plan de deur open te
maken? Als je het niet doet, dan zal ik
je als een straathond op de binnenplaats
ophangen, zoo waar als ik leef!"
„Kom, kom", zeide de jongeling ge
moedelijk, „worden straathonden in deze
stad opgehangen, meneer Chalmers?"
Opnieuw klonk achter de deur ge
bulder in antwoord op deze opmerking
en toen donderde Chalmers de tr,ap af.
Zijn stem brulde door het huis. „Hei!
Mike en Peter! Let op die deur, tot ik
hulp kan gaan halen, ik zal dien ver-
domden dief eenvoudig den nek om
draaien!"
De fregatvogel keek vlug zijn kleeren
en andere bezittingen na en kwam blijk
De roep naar industrialisatie
van Nederland in den tuin
bouw.
De Raad van Advies uit het Centraal
Bureau van de Veilingen in Nederland
heeft onlangs zijn bezorgdheid uitgespro
ken over den toenemenden roep tot in
dustrialisatie van Nederland. Ter be
reiking daarvan zou een sterk doorge
voerde contingenteering van den invoer
van industrieproducten noodig zijn, wat
met het oog op den export van onze
tuinbouwproducten funest zou zijn.
Aan deze uitspraak wijdt „Landbouw
en Maatschappij", het orgaan van de
Boerenbonden van dien naam, een be
schouwing. Het blad schrijft:
Zeer terecht wordt hier verband ge
legd tusschen in- en uitvoer. Als wij
onze binnenlandsche industrie gaan uit
breiden, natuurlijk met het oog op de
binnenlandsche behoefte, want op eeni-
gen uitvoer mag niet worden gerekend,
dan maken we ons op dit terrein min
der afhankelijk van het buitenland, onze
noodzakelijke invoer wordt verminderd.
Goed en wel, zegt de georganiseerde
tuinbouw, maar als wij uit het buiten
land minder betrekken, dan zal datzelf
de buitenland van den weeromstuit ook
minder uit onze hand willen aannemen,
en onze tuinbouwproducten moeten
juist als exportartikelen over de grens,
omdat onze binnenlandsche markt deze
slechts voor een klein percentage kan
opvangen. Uit deze redeneering blijkt,
hoe hier de belangen van twee bedrijfs
takken tegen elkander botsen. Deze die
nen tegen elkander te worden afgewo
gen om daaruit te concludeeren, wat
voor het algemeen belang het zwaarste
weegt. Men zal daarbij rekening moeten
houden met het feit, dat ook die meer
dere industrie zal moeten worden ge--
steund, hetzij door contingenteering, het
zij door verhoogde invoerrechten, of
door beide. Zal in die industrie meer
arbeid productief kunnen worden ge
maakt, daar zal tegenover staan, dat
de Tuinbouw opnieuw arbeidskrachten
buiten werking zal moeten stellen, wat
slechts een verplaatsing der werkloos
heid zou beteekenen. Deze kwestie is
nog al moeilijker en meer ingewikkeld,
omdat in de betalingsregeling met
Duitschland, ons voornaamste export
land in deze, slechts bepaalde en zelfs
geringe bedragen voor den uitvoer van
tuinbouwproducten zijn vastgelegd.
Twee dingen staan, dunkt ons, vast.
Tuinbouwproducten produceeren we
meer dan de binnenlandsche behoefte
vraagt, ook al nemen we aan, dat een
grooter bedrijvigheid in de industrie het-
verbruik dier producten zal doen toe
nemen, terwijl we industrieele produc
ten uit het buitenland halen, die we
waarschijnlijk ook in eigen land geheel
of gedeeltelijk kunnen produceeren.
Wie in deze crisis iets tijdelijks ziet, wie
verwacht, dat binnen korter of langer
tijd weer vrije uitwisseling van goederen
zal plaats hebben, die zal het bij het
oude willen houden en zal voor den
tuinbouw krachtigen regeeringssteun
vragen om deze bedrijfstak op de been
te houden, totdat de betere dagen van
weleer opnieuw zullen zijn aangebroken.
Wie daarentegen van oordeel is, dat met
deze crisis iets nieuws geboren wordt,
wie derhalve meent, dat slechts uitwis
seling van die goederen in de toekomst
zal plaats hebben, en dan nog wel onder
toezicht der regeeringen van de betrok
ken landen, welke in eigen land niet, of
niet in voldoende hoeveelheid, of niet
in de gewenschte kwaliteit worden
geproduceerd, die zal concludeeren,
dat ook Nederland zijn productie
in de eerste plaats op eigen be
hoefte zal hebben in te stellen en een
beperking van den binnenlandschen
tuinbouw bepleiten. Deze zou zich dan
hebben om te buigen naar den akker
bouw, omdat de binnenlandsche behoef-
baar tot de slotsom, d;at niets de moei
te waard was om mee te nemen, want
hij ging naar het raam en op het kozijn
zitten. Daar rolde hij een sigaret en
keek naar beneden, waar hij den waard
uit de voordeur zag komen en den zwa
ren kerel, die op den rand van den
drinkbak zat, aanklampen, waarop zij'
beiden weer het huis binnen gingé'n.
Geraldi wachtte, tot hij de mannen
op de bovengang hoorde, toen schoot
hij zijn sigaret weg en ging op het ven
sterkozijn staan. Aan een der hoeken
van het r,aam stak het houtwerk eenigs^.
zins buiten den gevel uit, zoodat hij
zich daar met den linker hand aan' het
raam kon vasthouden. Met een sprong
schoot hij plotseling omhoog en greep
met de rechterhand een der uitstekende
dakbalken; daar bleef hij hangen, ter
wijl een angstig geschreeuw weerklonk
v,an de inenschen beneden op straat.
Hij schoof, aan zijn handen hangend,
verder naar buiten op tot aan het ein
de van den balk, toen zwaaide hij zijn
lichaam zijdelings heen en weer, tot hij
een been over de goot kon slaan. Na
dat hij de sterkte van de goot door
eenige rukken h,ad geprobeerd, zwaaide
hij over den rand heen en kwam languit
in de goot te liggen, terwijl een wild
geschreeuw van de toeschouwers tot
hem doordrong. Op hetzelfde oogenblik
verschenen de hoofden van den man
der wet en van den waard aan het
open venster.
(Wordt vervolgd