KRONIEK van den DAG.
SLANKE JIM
BINNENLAND.
ZEELAND.
zoo goed voor 't leer!
ZO
ZO zien de afzonderlijke
tabletten er uit.
KING
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE COURANT) VAN VRUDAG 21 JUNI 193S. No. 144.
MIDDELBURG.
PEPERMUNT
ZUID-BEVELAND.
De Engelsch-Duitsche vloot-
overeenkómst en het Itali-
aansch-Abessijnsch conflict.
Mussolini lijkt^leeiijk op zijn
neus te kijken. Eden naar
Parijs, om de eenzijdige voort
varendheid van Londen goed
te praten.
Er is in de arena der Europeesche
staatkunde heel w,at beroering ontstaan
over het vlootaccoord, dat Engeland en
Duitschland gesloten hebben en waar
bij de maximale sterkte van de Duitsche
vloot is bepaald op 35 pet. van die der
Engelsche. Eergisteren zijn de officieele
mededeelingen over de overeenkomst
verschenen en over allerhande tech
nische kwesties wordt nog onderhan
deld.
Wij hebben er reeds op gewezen, dat
het verbazingwekkende in deze zaak
is, dat de Engelsche regeering willens
en wetens het Verdrag van Versailles
terzijde schuift. Volgens de bepalingen
van het Verdrag mag de Duitsche vloot
een totale tonnenmaat van 100.000 ton
niet te boven gaan, In een gezellig on
deronsje met de Duitschers hebben de
Engelschen nu gedaan, alsof ze dit hee-
lemaal vergeten zijn en Duitschland
toegestaan, een vloot te bouwen, die
ruim viermaal zoo groot is. Zooals zich
liet verwachten is men daar vooral in
Frankrijk en Italië hevig door ontstemd
geraakt. De politieke samenwerking
tusschen Frankrijk, Italië en Engeland,
die onlangs te Stresa zoo hartelijk heet
te beklonken te zijn, wordt er zeer pro
blematiek door. Ze had trouwens reeds
een geduchte verzwakking ondergaan
tengevolge van Mussolini's houding in
het Italiaansch-Abessijnsche conflict.
De Engelsche belangen in Midden-Af-
rika dreigen, zooals men weet, in de
knel te raken door het streven van Ita
lië naar een protectoraat over Ajbessy-
nië. Engeland heeft er om allerlei rede
nen belang bij, dat Abessynië volkomen
onafhankelijk blijft. Vandaar de pogin
gen van Engeland om Italië, wat de
Abessijnsche zaak betreft, in de wie
len te rijden en vandaar een verschrik
kelijke verontwaardiging in de Itaiiaan-
sche pers over de boosaardige Britten.
Deze kloof in het front van Stresa
wordt nu dus nog een beetje wijder
gemaakt door het Duitsch-Engelsche
vlootaccoord. Men kan zich trouwens
afvragen, of de Engelsche regeering
misschien niet zooveel haast achter het
totstandkomen van de overeenkomst
heeft gezet, juist om Italië ook op deze
manier dwars te zitten. Immers Musso
lini vertrouwde er op, dat in Europa
voor geruimen tijd de politieke situatie
als 't ware was gefixeerd, nadat Italië,
Frankrijk en Engeland te Sftresa een
soort van demonstratief front tegen
Duitschland gevormd leken te hebben
en daarenboven Frankrijk nog een mi
litair bondgenootschap met Sovjet-
Rusland sloot. Onder deze omstandig
heden scheen er voor een eventueel
Duitsch avontuur 'in Oostenrijk, het
eenige, wat de Italianen ernstig ver
ontrust, niet veel gevaar meer. Het
verluidde op een gegeven oogenblik
zelfs, dat Italië toenadering tot Duitsch
land zocht en misschien Hitier bereid
zou vinden, de onaantastbaarheid van
Oostenrijk te garandeeren.
Inplaats daarvan echter beleeft men
nu een zeer duidelijke toenadering tus
schen Duitschland en Engeland, welke
de politieke positie van Berlijn aanzien
lijk versterkt. De Italianen zullen het
gevoel hebben, dat zij nu opnieuw heel
veel aandacht aan Europa dienen te
besteden en de handen voor Abessynië
lang zoo vrij niet meer hebben. Of dit
hen zal afhouden van het eventueel for-
door GEORGE OWEN BAXTER,
1)
HOOFDSTUK I.
De waard stond in de deur; hij had
zich niet den tijd gegund om te" klop
pen, maar had den deurknop zachtjes
omgedraaid, zoodat de wind de deur
wijd open woei. Hij zag zijn gast in zijn
hemdsmouwen aan de kale tafel zitten,
tusschen het ledikant en het raam; hij
zag, dat het hemd van zij. was, maar zoo
versleten, dat een der ellebogen er door
heen stak, terwijl James Geraldi, beter
bekend als Slanke Jim, zich oefende
met een spel kaarten.
Niettegenstaande zijn booze bui was
de waard geboeid door de handigheid
van den jongeling; in zijn vingers wer
den de tweeënvijftig kaarten tot een
vloeibare eenheid. Het wasschen ver
oorzaakte slechts een zacht fluisterend
geluid, zoo handig en vlug schudde hij
de kaarten. Toen deelde hij de kaarten
uit, onderwijl zacht mompelend: Jij ver
liest ik verlies hij wint, Hij nam
de kaarten weer op en waschte ze met
dezelfde geluidlooze gratie.
De waard had echter genoeg gezien.
„Jij verliest jong", zei hij ruw.
Slanke Jim bewoog hoofd noch han
den, maar klemde z'n voeten kalm ach
ter de voorpooten van zijn stoel, zoodat
hij gereed was om, in geval van nood,
naar elke richting te kunnen opsprin
ceeren van een gewapend conflict is*
natuurlijk een andere zaak.
Als gezegd, hebben ook de Fransch-
Engelsche betrekkingen over de tot
standkoming van 't Duitsch-Engelsche
vlootaccoord te lijden. De Fransche
pers gaat er nog feller over tekeer dan
de Italiaansche. Het is echter niet waar
schijnlijk, dat een blijvende verwijde
ring tusschen Parijs en Londen er het
gevolg van zal zijn. De Fransche regee
ring zal tenslotte begrijpen, dat de over
eenkomst ook voordeelen biedt, die
men niet over 't hoofd mag zien.
Duitschland heeft nu, wat zijn vloot be
treft, zich een beperking opgelegd en
zooals we reeds eerder uiteenzetten
kan dat feit de mogelijkheid van
het sluiten van andere accoorden tot
stabilisatie der bewapeningen in de
hand werken. Over het Verdrag van
Versailles valt, althans wat deel V be
treft, toch niet meer te praten. Met daar
over te blijven mokken schieten de
Franschen niets op. Hoe eerder Parijs
zich er bij neerlegt, dat Duitschland ge
lijkgerechtigd is en er alleen maar met
de Duitsche regeering valt te praten,
als zulks volledig erkand wordt,
hoe beter.
Eden, de Engelsche Volkenbondsmi
nister, heeft zich naar Parijs begeven,
om de Fransche regeering te vertellen,
wat de Engelsche precies bewogen heeft
bij het sluiten van de vlootovereen-
komst met Duitschland en nog het een
en ander meer. Hij zal er wel in slagen,
de aangelegenheid goed te praten en
te voorkomen, dat Fracikrijk zich offi
cieel tegen het accoord gaat verzetten,
hetgeen trouwens zou neerkomen op
de paarden achter den wagen spannen.
Er is toch niets meer aan 't geval als
zoodanig te doen en wie niet bevangen
is door een, wat men zou kunnen noe
men: Versailles-waan, dient het vloot
accoord toe te juichen. Een overeen
komst, die in de praktijk zooveel hom
vast geeft als deze, heeft men in lan
gen tijd niet tot stand zien komen.
{-§-)
De waarde van 1 stem.
Bij de Raadsverkiezing te IJerseke
zijn op de lijst van de St. Geref. Partij
in totaal 345 stemmen uitgebracht. Aan
deze lijst werden toegekend 2 zetels,
waarvoor verkozen zijn verklaard no 1
M. Mol Adrzn. en no. 4 Corn. Hirdes-
Deze laatste is dus met voorkeurstem
men in den Raad gekomen. Hoezeer op
het nippertje moge uit de volgende be
rekening blijken: De lijstkiesdeeler voor
deze lijst bedroeg 345: 2 172y2, de
halve lijstkiesdeeler dus 86 J4. Volgens
de desbetreffende bepalingen der kies
wet diende een candidaat op deze lijst
dus minstens 87 stemmen te behalen,
om met voorkeurstemmen gekozen te
worden. Welnu op den heer Hirdes wer
den 87 stemmen uitgebracht. Had hij er
1 minder gehad, dan was no, 2 van de
lijst, de heer Joh. Koster Jaczn. lid van
den Raad geworden. De waarde van 1
stem
Frof, dr. ir. H- C. J, H. Gelissen,
minister van economische zaken, heeft
het eere-voorzitterschap van het eere
comité der Koninklijke Nederlandsche
Jaarbeurs aanvaard.
Wildschadecommissie.
De Minister van Economische Zaken
heeft voor het tijdvak van 21 Juni 1935
t/m 21 Juni 1938 benoemd resp. tot le
den en plaatsvervangende leden in de
wildschadecommissies voor Zeeuwsch
Vlaanderen tot (lid en voorzitter ir. A.
Ovinge, Rijkslandbouwconsulent te
Goes); tot leden F. J. van Qampen, te
Grauw en H. A. A. baron Collot d'Escu-
ry, te Kloosterzande, gem. Hontenisse,
A. H. de Milliano, te Waterlandkerkje,
en B. Plasschaert, te Sas van Gent tot
plaatsverv. leden.
Voor Walchehren en Noord- en Zuid-
Beveland tot (lid en voorzitter ir, A.
Ovinge, Rijkslandbouwconsulent te
Goes), tot leden J. Louwerse, te Gapin-
ge en P. J. Elout te Domburg, tot plaats
verv. leden P. de Putter te 's Heer Hen
drikskinderen en A. J. P. Kakebeeke, te
Krabbendijke.
Voor Schouwen en Duivenland, Tho-
len en St, Philipsland: tot (lid en voor
zitter ir. A. Ovinge, Rijkslandbouwcon
sulent te Goes).
Tot leden S. J. Gast, te Duivendijke
en C. J. Boogerd, te Zierikzee, tot
plaatsverv. lid L, v. d. Wekken Mzn., te
Kerkwerve.
De referendaris P.T.T., W, Dirksen
te Breda, voordien te Middelburg werk
zaam is met ingang van 1 Augustus aan
gewezen als adjunct-hoofd van het tele
foondistrict Rotterdam.
Geschied- en Letterkundige Vereen.
In de onder voorzitterschap van dr.
L. A. J. Burgersdijk gehouden jaarver
gadering van de Geschied- en Letter
kundige Vereeniging bracht de secreta
resse, mej. A. Cler, het jaarverslag uit.
De rekening van den penningmeester
dr. W. S. Unger, werd goedgekeurd) met
een batig slot van f 56. In plaats van
dr. J. C. Kindermann en mr. W. F. E.
baron van der Feltz, koos de vergade
ring tot bestuursleden jhr. F. Beelaerts
van Blokland en mr. J. Moolenburgh.
Openbare Les Volkszangschool.
Er waren maar heel weinig zitplaat
sen in de groote zaal van de Concert
en gehoorzaal ledig, toen daar giste
ren de openbare les der Volkszangschool
onderdeel van de Vereeniging „Uiï 't
VolkVoor 't Volk" plaats had onder
leiding van den directeur, den heer A.
Bosdijk.
De directeur deelde voor den aan
vang mede, dat met het oog op de ge
woonlijk geringe afname en de hooge
kosten van de tekstboekjes, het be
stuur besloten heeft alleen de woorden
van het hoofdnummer in druk te doen
verschijnen. Spr. riep daarom de hulp
van allen in om door uiterste stilte
ook de zang, ook van de jongste so-
listjes tot haar recht te doen komen en
de woorden verstaanbaar te doen zijn.
Hierna hebben de kinderen der eer
ste klasse de uitvoering geopend met het
aardige „Drie Kleutertjes", dat zij door
niet minder aardige andere liedjes de
den volgen. Wij denken o.a. aan het
lieve Rikketikke-hamertje.
Van de liederen, die de tweede klas
se daarna zong voldeed ons het laatste
„De zieke hond" van J. Mackenzie bij
zonder goed.
De derde klasse zette in met „Oogst"
van Bart Verhallen en van dezen klas
se herinneren wij ons speciaal den so-
SCHOENCRÊME
Gröote doos 10 ets. Extra groote doos 15 ets.
(Ingez. Med.)
gen. Daarna wendde hij langzaam het
hoofd om en keek zijn gastheer met en
beminnelijken glimlach aan.
Slanke Jim was een knappe jonge
man met blauwe oogen, ravenzwart haar
en hagelwitte tanden. Hij bezat de Ioo-
me, katachtige schoonheid van een
zwarten luipaard, die slaperig door de
tralies van zijn kooi kijkt; maar veron
derstel eens, dat de tralies zouden wor
den weggenomen wat dan?
De waard dacht hieraan ook, toen de
rustige, tevreden blik van zijn gast op
hem gericht werd, maar aan den ande
ren kant h/ad hij ook eenig vertrouwen
op breede schouders en dood gewicht,
zelfs wanneer een groot gedeelte van
dat gewicht geconcentreerd was in de
maagstreek. Daarbij was er in geval van
nood een hard voorwerp in zijn rechter
heupzak, welke speciaal was gemaakt
om een blauwstalen Coltrevolver met
langen loop te bevatten.
Hij waagde zich dus de kamer in,
maar slechts een enkelen stap.
„Ga zitten, meneer Chalmers", zeide
Jim, „neem een stoel en laat ons sa
men wat kaarten."
„Ik heb gezien, hoe je met de kaar
ten omgaat", zeide de groote man, „en
ik heb bemerkt, dat je het geweten
hebt van een valk of van een hongeri-
gen prairiewolf. Maar ik zou wel eens
willen weten waarom je, als je ,al zulke
dingen kunt doen, niet rijk bent, inplaats
van mij drie weken huur schuldig te
zijn?"
„Dat zal ik u zeggen", zeide Geraldi
met een zucht en met een fluweelen
stem. „Ik heb de meeste jaren van mijn
leven verknoeid."
„Zoo, en hoe dan, jong?"
„Met werken", zeide Jim, en hij zucht
te weer,
„Met werken? Is dut dan werken,
jongmensch?"
„O", zeide de ander, „maar dit is 'n
nieuwe ontdekking van mij. Dit is een
talent, waarvan ik nooit gedacht heb
gebruik te maken, totdat ik in uwe
charmante stad kwam, meneer Chal
mers.
„Je hebt drie weken tijd gehad om
deze charmante stad af te werken",
bromde Chalmers, „maar ik heb nog
geen geld op tafel gezien".
„Dat komt, omdat er iets hapert aan
deze elegante oude stad", zeide Slanke
Jim.
„En dat is?"
„Er is hier geen wild", zeide Geraldi.
Iedereen hier heeft Salomo tot groot
vader."
Meneer Chalmers lachte, maar keek
Geraldi eens van terzijde aan,
„Betalen of de kast in", zeide hij,
„Goed", zuchte Geraldi. „Vanmiddag
zal ik betalen."
„Geen denken aan, jong, je zult het'
verduiveld vlug doen en nu dadelijk."
Voor een oogenblik week de slape
rige uitdrukking uit Geraldi's blik. Hij
hief het hoofd een weinig op en er
kwam even een valsche glinstering in
zijn oogen, toen hij naar den grooten
zwiuren man opkeek.
„U moet niet te hard zijn", zeide hij.
„U moet bedenken dat ik langen tijd
list, die het lied „Een kwajongen" ten
deele moest herhalen.
Natuurlijk kwamen hierna ook de
leerlingen van de hoogste klasse met
het zwaardste als de „Mulder" van
Zijderlaan en het ten deele gebisseer
de „Wiegelied" van W. A. Moz,art. Een
bijzonderheid in deze klasse waren wel
de vier zusters, die te zamen „de
Boog" van H. Andnessen zongen.
Alvorens de pauze aanving heeft de
heer Bosdijk voldaan aan zijn toezeg
ging van het begin van den avond,
nml. om enkele oogenblikken werkelijk
les te geven.
Hij nam daarbij persoonlijk plaats
aan den vleugel, waarop zijn echtge-
noote de liederen had geaccompagneerd-
en heeft een totaal onbekend liedje han
delende over een bezoek aan den klok-
kenwinkel, waar achtereenvolgens de
groote bim-bam, de hangklok en de
koekoekklok zich doen hooren, in zeer
korten tijd bij alle kinderen er in ge
bracht, terwijl ook de kinderen, die on
der het publiek zaten van deze les
mochten mede genieten, maar dit slechts
ten deele deden. De les is met groote
belangstelling gevolgd.
Na de pauze kwamen nog enkele zeer
aardige solo's en een sextet, waarna de
voorzitter van „Uit het VolkVoor het
Volk", de heer W. de Graaf, het
woord nam en zeide, dat het zoo ge
woonte is geworden, Hat de voorzitter
voor dat het groote gemeenschappelijke
nummer ten gehoore wordt gebracht,
een en ander zegt. Spr. wilde dan allen,
al was het wat laat welkom heeten en
de verzekering geven, dat het bestuur
het zeer op prijs stelt, dat men in zoo'n
groote getale was opgekomen.
Spr. wees er op, dat het aantal kin
deren grooter is dan het vorige jaar en
hoopte vooral van de jongens, dat zij
tot het laatst toe de school zullen blij
ven bezoeken. Spr. hoopte, dat zij, die
de school stoffelijk steunen en in staat
zijn dit te blijven doen, het ook doen
zullen, opdat de school die nu reeds 52
jaar bestaat, zal kunnen blijven bestaan.
Hoe er op de school geleerd wordt heeft
men kunnen zien en spr. heeft daarbij
spijt voelen opkomen, dat hij het in zijn
jeugd niet zoo geleerd heeft. De lust tot
medezingen kwam ook bij hem op en hij
had ook uit de zaal gaarne meer geluid
gehoord, men was wellicht wat verle
gen en daarom zeide spr. tot de kinde
ren, komt naar de school, er is nog
plaats. Men heeft er de leiding van den
heer Bosdijk, die zich geeft met groote
toewijding, liefde en kennis en bijge
staan wordt door zijn vrouw, die spr.
onder groot applaus een mand bloemen
aanbood. Een tweetal kinderen had eer
der aan den heer en mevrouw Bosdijk
ieder een souvenir aangeboden.
De heer de Graaf dankte den heer
Bosdijk met een handdruk eveneens on
der luide instemming voor zijn arbeid
voor de school.
Hierna reikte de v o o r z, enkele di
ploma's uit aan leerlingen, die verleden
jaar de school verlieten of dit nu zullen
doen en vond daarbij gelegenheid mede
te deelen, dat het bestuur zijn goedkeu
ring heeft verleend aan een plan van
den heer Bosdijk om het volgende jaar
een De Ruijter-Cantate op te voeren,
zulks met medewerking van een groot
orkest. Daarvoor zal hij echter ook moe
ten beschikken over vele en goed ge
schoolde krachten en spr- wekte de nu
gediplomeerden maar ook andere oud-
leerlijigen op zich spoedig bij den heer
Bosdijk voor medewerking aan die can
tate op te geven.
Hierna kon met het hoofdnummer, de
Bloemencantate van Geertruida van
Vladeracken, een aanvang worden ge
maakt. Alle klassen werkten aan deze
uitvoering mede, waarbij niet alleen de
koren, maar niet minder de sopraan-solo
goed tot hun recht kwamen.
ziet het zakje ex uit,
waarin Uw winkelier
KING-PEPERMUNT
per ons verkoopt, en
Indien U dus hier op let, ontvangt
U de originele
enU leert de edele
eigenschappen kennen van het
onvervalste natuurproduct.
pech gehad heb, den ergsten tegenslag,
weet u?"
„Gelukkig voor het wild, hè?" grijns
de de waard.
„Ik kon het kleine grut gemakkelijk
vinden", zeide Jim, „maar ik wil geen
stekelbaarsjes vangen en ook geen suf
ferds. Het zijn de door de wol geverf
de spelers, die ik zoek, meneer Chal
mers."
„Je wilt dus de velsche spelers tot je
slachtoffers maken, hè?" vroeg Chal
mers."
„Ik ben een fregatvogel, om het zoo
uit te drukken", zeide Geraldi.
„En wat voor den duivel is dat?"
vroeg de waard, belangstellend tegen
wil en dank.
„Een fregatvogeF', zeid;e zijn gast,
)„is een vogel, die niet veel omvang
heeft, zooals u ziet", en hij strekte zich
uit en wuifde met de hand, iuls om te
beduiden, dat zijn honderdzestig of ze
ventig pond lenige spieren niets te be-
teekenen hadden, „erg weinig omvang
maar hoofdzakelijk vleugels, snavel en
klauwen. Dit dier is steeds in de lucht."
„Ik denk, dat jij ook niet vaak op het
nest zit", merkte Chalmers op.
„Het strijkt nooit op het water neer
en toch leeft het v,an aas, net als ik."
„Hoe vang het de visch dan?" vroeg
de waard belangstelend.
„U moet niet vergeten, dat in het
gedeelte van de wereld, waar deze vo
gel thuis hoort, er verscheidene zeevo
gels zijn, die van visschen leven. Zij van
gen de visschen en stijgen langzaam
er mede op, dan komt de fregatvogel
TONNEMA 8. C'E SNEEK
(ingez, Med.)
Het is weer een in alle opzichten
goed geslaagde openbare les geweest.
Rectificatie.
Verbetering Raadsverkiezing te Waar
de. Onder de gekozen leden staat ver
meld: H. Wolfert; dit moet zijn: G.
Schrier Az,
RAADSVERKIEZING OVEZANDE.
OVEZANDE. Vrije r.k. lijst 41 st. geen
zetel»
R.K. Staatspartij 421 (445. toegekend
5 zetels (1931 6).
Prot. lijst: 130 (in 1931 C.H. 83 en
vrijz. 41), toegekend 2 zetels (in 1931
1 C.H.)
Niet teruggekeerd J. Stokx, nieuw ge
kozene J. J. Mol. De Protestanten win
nen 1 zetel, de r.k. verliezen er één.
RAADSVERKIEZING.
NISSE.
NISSE. De uitslag van de gisteren al
hier gehouden gemeente raadsverkiezing
luidt:
In totaal uitgebracht 302 stemmen (in
1931: 268).
Staatk- Geref. 40 (43), Anti-Rev. 30
(33), R.K. 51 (55), Groep Herv. kiezers
140 (137), Vrije Herv. 38 (0), De Groep
Herv. en Vrije Herv. hadden in 1931 één
lijst.
Gekozen zijn: J. Mol (Staatk. Geref),
A, Vette (r.k.), G. Nieuwenhuijse Lz., C.
J. Bos, Iz, Jansen en Ch. Almekinders
(allen Herv.), Joh. van Liere (Vrij Herv
uit een wolk naar beneden geschoten
en slaat zijn klauwen in hun oogen. Zij
laten hun prooi vallen, de fregatvogel
duikt dan omlaag door de lucht en vangt
de visch weer op, misschien een hand
breed boven het water. En zoo krijgt
hij zijn diner te pakken."
Meneer Chalmers krabde zijn kin.
„Heb je zooveel dunk v,an jezelf?" vroeg
hij.
Jim glimlachte gul, hoewel zijn oogen
even slaperig bleven als tevoren.
„Ik neem mijn kansen waar", zeide
hij, fi
„En verslijt intusschen je hemd, hè?"
„Oefening baart perfectie", besloot
de fregatvogel.
„Zeg, jongmensch", zeide Chalmers,
„er wordt elk oogenblik een troep af
zetters hier verwacht, die van de mij
nen komen, waar zij de mijnwerkers hun
maandloon hebben .afgetroggeld. Wat
zou je met deze lui kunnen beginnen?"
„Ik kwam speciaal hierheen om zé
te ontmoeten", zeide de fregatvogel.
„Er is geen enkele gemeene streek
met kaarten, die ze niet kennen en als
ze je in de gaten kregen, zouden zij
dien glimlach van je gezicht schieten,
j. 11
jong.
„In alle dingen schuilt gevaar", ant-
woordde Ger^ldi, f,Een speldeprik kan
bloedvergiftiging veroorzaken, "of een
baksteen kan naar beneden vaHen, of
zelfs kun je stikken in een hap brood.
(Wordt vervolgd*
'1