22* GOESCHE COURANT^
HENNING
Voor een
MOOIE FOTO
naar
BINNENLAND.
Vrijheidsbonders en
Vrij zinnig-Democrat en*)
Hoofdcommissaris on oplichter?
MARKT - MIDDELBURG
Onze ateliers zijn de PINKSTERDAGEN
DEN GEHEELEN DAG GEOPEND
Bekende moderne uitvoering
Aardige Kinderopnamen
Artistieke bruidsfoto's
WEER EN WIND.
NUMMER 134.
DRIE BLADEN.
ZATERDAG
8 JUNI 1935.
EERSTE BLAD,
178e JAARGANG,
MIDDELBUBGSCHE COURANT
Dagblad Voor Middelburg, Goes en agent
schap Vlissingen 2.30, elders 2.50 per
kwartaal Week-abonn. in Middelburg en
Goes 18 ct. p. w. Advertentiën 30 ct. per
regel, lngez. mededeelingen 60 ct. p. r.
Bü contr. voor beide veel lager; tar. op aanvr.
Uitgeefster Naamlooze Vennootschap „De Middelburgsche Courant"; Bureaux Lange Sint Pieterstraat te Middelburg.
Telefoon Redactie 269, Administratie 139 Postrekening no. 43255 Kantoor te GOES: Turfkade, telefoon 17.
Aangesloten b|j het Bureau voor Publiciteitswaarde der Vereeniging de Nederlandsche Dagbladpers.
Familieberichten en dankbetuigingen 17
regels 2.10, elke r. m. 30 ct. Rubriek
„Kleine Advertentiën", ten hoogste 6 regels,
a 75 ct. bü vooruitbetaling Adv. met
„Brieven" of „Bevragen bureau dezer cou
rant" 10 ct. extra Bewijsnommers 5 cent.
III. Het resultaat van de Enquête.
In een vorig artikel zetten wij uiteen,
op welke gronden een onderzoek naar
de gunstigste politieke formatie tus-
schen de S.D.A.P. en de C.H. ons meer
dan wenschelijk, want gebiedend nood
zakelijk scheen. Over de resultaten
van de tot dat ^oel ingestelde enquête
moge hier een en ander volgen:
Het opschrift van het enquête-formu
lier luidde: „Is thans één Algemeen
Vrijzinnig-Liberale Partij in Nederland
noodzakelijk? Een enquête van de Prov.
Zeeuwsche, Middelburgsche en Goes-
sche Courant."
„De uitslag der laatstgehouden Sta
tenverkiezingen, zoo schreven wij ver
volgens, heelt aangetoond, dat er ver
andering in den politieken toestand 'is
gekomen. De vraag kan gesteld worden,
of, gezien in het licht van wat deze
laatste Verkiezing leerde, vereeniging
van alle niet-marxistischi, niet-fascis-
tisch denkende links-geöriënteerde Ne
derlanders in één algemeene, vrijzinnige,
of liberale, politieke partij niet wen
schelijk of noodzakelijk ware? Wij ver
oorloven ons, U deze vraag voor te leg
gen, met het verzoek ons Uwe meening
ter zake kenbaar te maken. Het spreekt
vanzelf, dat wij deze vraag zelfstandig
en geheel eigener beweging tot U rich
ten: ook Uw antwoord zal beschouwd
worden als Uw persoonlijk, en dus in
politicis tot niets bindend, oordeel."
Daaronder volgden dan de vragen,
nl. of men al of niet ,algemeen vrijzin
nig was aangesloten bij een politieke
partij of niet; zoo ja, lid V.D.B. of V.B.
Vervolgens of de gevraagde samensmel
ting dezer beide partijen, of oprichting
eener vrijzinnig-liberale partij mogelijk
of onmogelijk achtte, dan wel voorstan
der of tegenstander van één vrijzinnige
of liberale partij was?
Eenige honderden formulieren zonden
wij hiervan uit en de oogst, die daar'op
binnen te halen viel, bedroeg in haar
geheel 126 antwoorden. Gaat men na,
dat deze stuk voor stuk afkomstig zijn
van menschen, die, van dichtbij of van
verre, in elk geval met scherpe belang
stelling de ontwikkeling van de politie
ke toestanden in ons vaderland bewust
volgery en die voor 't meerendeel daar
enboven een langjarige partij-politieke
scholing hebben (Kamerleden, hoofdbe
stuursleden, Statenleden, wethouders,
Raadsleden, afdeelingsvoorzitters etc.
etc.) dan geeft dit resultaat, recht op
de verwachting, dat er een bevredigen
inzicht omtrent de aan de orde gestel
de vraag uit te verkrijgen zal zijn.
Het aantal antwoorden van leden van
den Vrijheidsbond (daaronder begrepen
van de daarmee verwante, en aanvan
kelijk zelfs als vormende één geheel
beschouwde, Bond van Jonge Libera
len) was tezamen aanzienlijk grooter
dan dat van den Vrijzinnig-Democrati-
schen Bond.
Van de 126 antwoorden kwamen er
77 van Vrijheidsbondschen kant, 37 van
Vrijzinnig-democraten en dan nog T2
van partijlooze vrijzinnigen.
Bij een eerste doorlezing van deze
antwoorden, en vooral v,an de toelich
tingen, daarop gegeven, bleek echter al
ras en overduidelijk, dat het verband
tuschen de leden van den Bond van
Jonge Liberalen en de Liberale Staats
partij De Vrijheidsbond weinig meer is
dan de "verplichte hoffelijkheid van een
jongeman of een jonge vrouw tegen da
mes en heeren van een generatie ouder
maar waarvoor ze dan in het onder
havige geval overigens bitter jweinig
meer dan een nominaal respect had-
-den!
Dit verschijnsel w,as een reden, om,
tot het verkrijgen van een juist in?icht,
de antwoorden uit dezen hoek af tè
splitsen van die der andere liberalen.
0
Het resultaat ziet er nu als volgt uit:
Vraag: Acht gij samensmelting van
den Vrijheidsbond en den Vrijzinnig De-
mocratischen Bond, dan wel oprichting
van één vrijzinnige of liberale partij,
mogelijk of onmogelijk?
Antwoord: Van de 45 leden van den
V.B. beantwoorden 33 deze vraag met
ja, 9 met neen. Van den B.J.L. _zeggen
30 ja en 2 neen. Van de 37 V.D.B.-leden
zeggen 12 ja en 21 neen. V,an de 12 ]<ar-
tijloozen zeggen 6 ja en 4 neen.
Partij
berekende
stemmen
Fusie V.B. V.D.B.
Eén vrijzinnige of
liberale partij
mogelijk
onmogelijk
wenschelijk
onge
wenscht
V. B.
100
73
9
96
2
B. J. L.
100
94
6
97
3
V. D.B.
100
33
57
41
49
Partijloos
100
50
33
75
17
Totaal
400
250
105
309
71
Onder denzelfden titel verschijnt te
gelijkertijd bij de fa. W. J. T h i e m e
en Cie. te Zutphen een
uitvoeriger publicatie van de hand van
schrijver dezes, waarin o.a. tal van
meeningen van vooraanstaande politici
inzake deze qltaestie zijn opgenomen.
Vraag: Zijt gij voorstander of tegen
stander van één vrijzinnige of liberale
partij?
Antwoord: Van de 45 V.B.-leden zijn
43 voorstander, slechts één verklaart
zich tegenstander; van de 32 B.J.L.-leden
evenwel zijn 31 voorstander en ook 1
tegenstander. Van de 37 V.D.B.-leden
evenwel zijn er slechts 15 voorstanders,
daarentegen 18 tegenstanders van één
zoodanige partij; van de partijloozen
tenslotte verklaren zich 9 voor en 1 re
gen het denkbeeld.
O
Het vorenstaande verschaft ,3.1 reeds
eenig inzicht in de vraag, die wij ons
stelden, maar voldoende is het nog niet.
Want wat wij zoo goed mogelijk willen
weten, is dit: hoe zal in het vrijzinnige
en/of liberale deel van het Nederland
sche kiezersvolk in z'n geheel zoo on
geveer de stemming ten aanzien van de
opgeworpen vraag wezen? Deze vraag
is hierom zoo belangrijk, omdat, indien
het eens tot fusie of federatie zou ko
men, dan wel indien een nieuwe alge
meen-vrijzinnig -tyiberale-democratische',
of hoe men t' maar wil noemen, partij
opgericht zou worden, het aantal wel-
gezinden ten aanzien v,an het thans ge
opperde denkbeeld het reservoir zou
moeten vormen, waaruit deze vrijzinnige
of liberale eenheidspartij haar leden zou
moeten putten.
Een zoodanige conclusie nu kan uit
de verkregen cijfers, naar zuiver statis
tieke methode, getrokken worden, in
dien men de volgende twee stellingen
als werkhypothese aanvaardt:
I. dat de meeningen dergenen, die op
onze enquête antwoordden, geacht mo
gen worden verhoudingsgewijs de op
vatting hunner politieke partijgenooten
of -geestverwanten weer te geven;
II. dat het geheele blok staatsburgers
waarop thans onze blik gericht is, ge
acht mag worden uit vier ongeveer ge
lijke deelen te bestaan, te weten 14 „ge
wone" liberalen, 14 jonge-liberalen, 14
vrijzinnig-democraten en 14 partijlooze
vrijzinnigen.
Een omrekening van de uitgebrachte
stemmen in procenten (hypothese 1) is
niet alleen rekenkundig juist, doch zelfs
in alle geval volstrekt noodzakelijk om
onderling vergelijkbare cijfers te krij
gen; of men deze procent-cijfers daar
na dan nog, tot het verkrijgen van eenig
inzicht in de structuur van het heele
blok, optellen wil (hypothese 2) is een
tweede quaestie; het is statistiek min
der verantwoord, maar ook niet zoo
heel erg belangrijk.
Bij de in de hieronder volgende tabei
becijferde herleide waarden is nu, om
het eens eenvoudig te zeggen, uitgegaan
van de onderstelling, dat van elk dei-
groepen aan de enquête werd deelge
nomen door 100 personen. In nauwkeu
rige verhouding tot het aantai werke
lijk uitgebrachte stemmen is dan be
rekend, hoeveel vóór- en tegenstanders
er in dit geval geweest zouden zijn. Door
het onderling gelijk maken van de aan
tallen der door de vier groepen uitge
brachte stemmen zijn de cijfers in elke
kolom nu onderling vergelijkbaar gewor
den.
De cijfers die in bovenstaande tabel
op één regel met de namen der partijen
staan, zijn zeker aanvaardbaar; die v,an
het totaal onderaan vereischen als ge
zegd, in de. appreciatie iets meer voor
behoud.
De conclusies, die uit zuiver statis
tiek oogpunt uit deze cijfers getrokken
moeten worden, zijn deze:
1. Van de leden van den Vrijheids
bond achten bijna driekwart een fusie
met den V. D. B. mogelijk; ongeveer
één-tiende acht dit onmogelijk en bijna
één-vijfde liet zich ter zake niet uit.
2. Van de leden van den V. B, achten
negentien-twintigsten het wenschelijk,
dat er één partij zou komen; het aantal
leden, dat dit ongewenscht acht, is
uiterst gering.
j 3. Van de leden van den B. J. L. ach-
I ten bijna negentien-twintigsten het
mogelijk, en meer dan negentien-twin-
I tigsten het wenschelijk, dat er één par
tij kome.
4. Van de leden van den Vrijzinnig-
Democratischen Bond achten een-der
de het mogelijk, dat een fusie tusschen
V. B. en V. D. B. plaats vindt, meer
dan de helft (ruim elf-twintigste) acht
zulks onmogelijk; een-tiende liet zich
ter zake niet uit.
5. Van de leden van den V. D. B,
achten ruim twee-vijfde het echter wen
schelijk dat er één vrijzinnige of libe
rale partij kome, iets minder dan de
helft acht dit niet gewenscht.
6. Van de partijloozen, voorzoover
hun geringe ,aantal een conclusie wet
tigt, acht de helft fusie mogelijk, drie
kwart is voor één partij.
7. Aanvaardt men bovendien hypo
these II, dan kan men zeggen, dat van
de 400 (democratische of conservatie
ve, doch in elk geval) liberale Neder
landers, er 309, dit is meer dan drie
kwart, voor één vrijzinnige of liberale
partij zou wezen.
■G£5g$3f$ro!55«l
Een heel leelijke affaire rondom
den gewezen Haagschen
hoofdcommissaris van politie.
Er is in Den Haag een zaak aan de
orde, die er vooralsnog zeer bedenke
lijk uitziet. Aangezien zij aan een eere-
raad was onderworpen, onthield de pers
zich v,an mededeelingen aan het publiek
ter zake, doch nu „Volk en Vaderland'
de zaak openbaar maakte, acht de „T e-
1 e g r a a f" langer zwijgen niet meer
oirbaar. Zij publiceert dus nu de feiten
en omstandigheden uitvoerig en wij ont-
leenen aan haar relaas het volgende:
„De gewezen Hoofdcommissaris van
Politie te 's Gravenhage, de hr. van t
Sant wordt, om de feiten in 't kort samen
te vatten, er van beschuldigd, door middel
van 'n vervalscht proces-verbaal, waarin
hij zich op zijn ambts-eed beroept, en door
middel v,an een valsche handteekening,
zich van een vooraanstaande familie 'n
bedrag van f 47.585 te hebben toege
ëigend.
Ongeveer zes jaar geleden overleed
op zijn standplaats in het buitenland 'n
Nederlandsch gezant. Nog was dit te 's-
Gravenhage nauwelijks bekend, of de H.
C. wendde zich tot den toenmaligen
burgemeester van 's-Gravenhage, mr.
Patijn, en deed hem een zonderling
verhaal. Hij deelde den burgemeester
mee, dat zich tot hem een dame had
gewend, die beweerde met den gezant
in nauwe betrekking te hebben gestaan.
De vrouw gaf voor in het bezit van
brieven te zijn, die van den gezant af
komstig waren en die aantoonden dat
hij de vader van haar zoon was. Zij
dreigde zich te zullen wenden tot de
weduwe om ondersteuning voor dit kind
te vragen. Mr. Patijn gaf den H. C. den
raad zich in verbinding te stellen met
een familielid van den overleden ge
zant.
Dit gebeurde. De familie van den ge
zant, die tot iederen prijs een schan
daal wilde voorkomen, verzocht den IJ.
C. onderhandelingen met de vrouw in
kwestie te voeren. Kort daarop deelde
de H. C. aan de familie mee, dat deze
vrouw bereid was naar Amerika te
vertrekken en daar een huwelijk aan
te gaan met een persoon, dien zij se
dert lang kende, indien haar een be
drag van f 40.000 werd uitbetaald- Zii
zou dit geld geheel gebruiken voor de
opvoeding van haar kind. De familie
van den gezant nam op autoriteit van
den H. C. aan, dat het verhaal van de
vrouw juist was. Zij besloot daarom 't
bedrag uit te betalen. De H. C. zou in
verschillende termijnen het bedrag aan
de vrouw hebben overhandigd.
De H.C., maakte een proces-verbaal
op, dat tegelijkertijd als kwitantie moest
dienen. Dit proces-verbaal op zichzelf
zou reeds een politioneele onmogelijk
heid zijn. In dat stuk, dat de onderteeke-
ning draagt zoowel van den H-C. als var
de vrouw, verzekert de heer Van 't Sant
op zijn ambtseed, dat hij de f 40.000
(lngez. Med.)
heeft uitbetaald, en verklaart de vrouw,
dat zij afziet van alle verdere vorderin
gen op de familie van den overleden ge
zant- De verdenking bestaat, dat dit ge
heele proces-verbaal een vervalsching
is. De H.C. sloot dit, naar men beweert,
vervalschte stuk in een enveloppe, d e
hij later aan de familie overhandigde met
de toevoeging, dat zij slechts geopend
mocht worden als de vrouw later nieuwe
pogingen tot chantage zou plegen. Ook
het proces-verbaal bevatte een zinsnede
van die strekking.
Niettemin zou de H.C. later de famik.e
van den gezant opnieuw bewogen heb
ben f 7000 uit te betalen, dezen keer om
de reis van de vrouw naar Amerika te
bekostigen. Zoo zou haar de bemiddeling
van den H-C. met inbegrip van alle kos
ten op f 47,585 te staan zijn gekomen.
Langen tijd bewaarde de familie vai
den gezant de gesloten enveloppe. Wei
verwonderde men zich er over dat het
haar niet geoorloofd was kennis te ne
men van een stuk dat tegelijkertijd als
kwitantie gold. Ten slotte stelde men
de H.C- in kennis van het feit, dat men
de enveloppe wenschte te openen en i:a
weerwil van diens protest ging men
daartoe over. Nu kwam er een proces
verbaal voor den dag, dat zoo vaag als
slechts mogelijk was opgesteld bleek. In
het bijzonder ontbrak ieder gegeven om
trent de identiteit van de vrouw. Zelfs
haar adres werd niet genoemd- Als haar
geboorteplaats werd Riga aangegeven,
maar ook de juiste namen van haar ou
ders en hun nationaliteit werden ver
zwegen.
Dit maakte de familie van den over
leden gezant achterdochtig- Men be
studeerde een zeer uitvoerig nagelaten
dagboek van den overledene, maar ont
dekte ook daarin geen enkel spoor en
geen enkele aanwijzing, die het verhaal
van den H. C. konden bekrachtigen. De
familie begon toen op eigen gelegenheid
opsporingen te doen. In de hoofdstad,
waar de gezant was overleden, kwam
in den burgerlijken stand de naam van
een vrouw zooals die door den H, C,
was genoemd, niet voor. Daarop breid
de men z'n onderzoekingen uit tot Riga
en opnieuw was het resultaat negatief.
Men wendde zich zelfs tot de autoritei
ten te Boston in welke stad de vrouw in
het huwelijk zou zijn getreden, maar op
nieuw zonder resultaat. Toen de vrouw
te 's Gravenhage verblijf hield en zich
tot de H. C. wendde, zou zij in een be
kend hotel daar ter stede hebben ge
woond. In de hotelboeken stond haar
naam niet vermeld. Nergens was een
enkel spoor van de geheimzinnige vrouw
die niettemin zeven en veertig duizend
gulden zou hebben ontvangen, te ont
dekken. Niemand had haar gezien, ner
gens had zij verblijf gehouden, en ook
op het oogenblik nog geeft zij geen tee-
ken van leven. De H. C. schijnt zich op
het standpunt te stellen dat hijzelf is
bedrogen. Onder een valschen naam zou
de vrouw zich tot hem hebben gewend,
maar de brieven, die zij hem zou heb
ben getoond, zouden echt zijn geweest.
Ook deze brieven bestaan niet meer.
De H. C. zou ze hebben verbrand in de
woning van de vrouw, toen hij haar het
eerste geld overhandigde. Maar zelfs het
adres van deze woning zou hij niet kun
nen noemen.
Nadat de familie van den gezant tot
de overtuiging was gekomen dat zij hét
slachtoffer was geworden van een op
lichting, wenschte zij nog steeds alle
MAANDAG (2EN PINKSTER
DAG) ZAL ONS BLAD NIET
VERSCHIJNEN,
Daar wij Dinsdag vroeger ter
perse gaan, zullen advertentiës
voor de courant van dien dag niet
later dan 10 UUR v.m. kunnen
worden aangenomen.
Middelburg, 8-VI-'35. Vrijdag: hoog
ste luchttemperatuur 19.5 °C (67 F);
laagste 13 °C (55 °F). Heden 9 h: 14.6
°C; 12 h: 15 °C. 6 mm regen. Hoogste
barometerstand te dezer stede, in het
afgeloopén etmaal: 766 mm; laagste 759
mm.
Hoogste barometerstand in het Euro-
peesche waarnemingsgebied: 767.8 mm
te La Coruna; laagste 740.5 mm te Ler
wick.
Verwachting tot morgenavond:
Krachtige tot matige, later verder af
nemende W. tot Z, wind, afnemende be
wolking, weinig of geen regen in het
Westen, in het O, nog kans op regen
buien, iets warmer overdag,
o
Zon op: 4 h 42; onder: 21 h 16. Licht
op: 21 h 46. Maan op: 12 h 06.
Zondag 9 Juni, Zon op: 4 h 41; onder:
21 h 17. Licht op: 21 h 47. Maan op:
13 h 15; onder: 1 h 01. E.K. 9 Juni.
Maandag 10 Juni, Zon op: 4 h 41; on
der: 21 h 18. Licht op: 21 h 48. Maan
op: 14 h 24; onder lh 13. V.M. 16 Juni.
a
Hoog- en Laagwater te Vlissingen.
Westkapelle is 28 min. en Domburg
23 min. vroeger; Veere is 38 min. later
(S =- Springtij.)
Juni.
Hoogwater. Laagwater.
Za. 8 6.57 19.11 12.53
Zo. 9 7.49 20.04 1.39 13.49
Ma. 10 8.50 21.10 2.37 14.53
Hoog- en Laagwater te Wemeldinge.
Juni.
Hoogwater. Laagwater.
Za. 8 8.41 20.59 1.49 14.03
Zo. 9 9.27 21.44 2.37 15.00
Ma. 10 10.22 22.45 3.36 16.05
schandaal te vermijden. Daarentegen
verlangde zij wel dat de H. C. het be
drag zou terugbetalen, dat hij naar de
overtuiging der familie voor zich
zelf had gehouden. De H. C. was
hiertoe niet bereid, want het zou gelijk
hebben gestaan met het erkennen van
schuld. Zoo kwam de familie er toe
rechtskundigen bijstand in te roepen en
zij wendde zich tot mr. M. M. Hartog
te Bergen op Zoom.
Den weg van een openlijke pro
cedure wilde men niet volgen, daar
zij te veel gerucht veroorzaakt zou
hebben. Men gaf de voorkeur aan een
eereraad door wiens beslissing beide
partijen zich gebonden zouden achten.
Zulk een colleg kwam tot stand, Voor
zitter werd het oud-kamerlid §asse van
Ysselt en verder hadden daarin zitting
de gewezen minister-president Ruys de
Beerenbrouck en het Kamerlid prof. De
Savornin Lohman. De belangen van den
heer V,an 't Sant werden verdedigd door