VICTOR IA-WATER
MAXIME
KRONIEK van den DAG.
PR1JSVERLAGING
NOOIT MEER LAST
ALS PRESTO WAST
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEÜWSCHE MIDDELBÜRGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE COURANT) VAN DONDERDAG 6 JUNI 1935. No. 132.
GEMEENTERAAD VAN
MIDDELBURG.
Nieuwe prijs voor heele liter-Desschen p. st. 28 cf. (inhoud) vroeger 32 ct
Per kratje van 20 25 ct. (inhoud)
Verwijdering tusschen Italië
en Engeland, toenadering tus
schen Italië en Duitschland.
Is Hitler van plan voorshands
zijn Oostenrijksche aspiraties
op te geven Het Itali-
aansch-Abessijnsch conflict on
dermijnt het front van Stresa.
De Volkenbondsraad heeft Mussolini
ruim een week geleden gedwongen, zijn
actie tegen Abessynië in te toornen. Na
onder hoogen druk te zijn gezet, stem
de de Duce er in toe, dat de grensin
cidenten, die het latente Italiaansch-
Abessijnsche conflict vorig jaar plotse-
sing manifest maakten, aan een arbi
trage-procedure zullen worden onder
worpen. Een voornaam aandeel in dit
succes heeft de Engelsche vertegen
woordiger in den Raad, Lord Anthony
Eden+ gehad. Hij was vooral de man,
die voor den noodigen hoogen druk wist
te zorgen,
Het laat zich thans aanzien, dat deze
zaak een niet geringen invloed op de
staatkundige verhoudingen in "Euro
pa zal uitoefenen. De Engelsch-Itali-
aansche vriendschap is sinds eenige da
gen n.l. zienderoogen aan het aftake
len, terwijl daartegenover symptomen
van toenadering tusschen Italië en
Duitschland vallen waar te nemen. De
Italiaansche pers, die zich onlangs soms
te buiten ging aan betuigingen van po
litieke genegenheid voor Groot-Brittan-
nië, heeft op 't oogenblik geen goed
woord meer voor dat land over. De
Duitsche pers, die onlangs kolommen
vol moois schreef over Abessynië en
Tdeszelfs zwarten en „heldhaftigen" kei
zer, lijkt nu innig bewogen met het lot
der arme Italianen, die daarginds in
Oost-Afrika door de ijselijkste gevaren
bedreigd zouden worden. Beiderlei
zwenkingen zijn natuurlijk min of meer
v,an hoogerhand geïnspireerd. Zoowel
in Italië als in Duitschland mag alleen
geschreven en gepubliceerd worden,
wat de dictatoriale regeeringen voor
publiciteit geschikt vinden.
Het geval is te merkwaardiger, aan
gezien het zeer bijzondere mogelijkhe
den van politieke gebeurtenissen in de
naaste toekomst doet opdoemen. Indien
er van een betere verstandhouding tus
schen Italië en Duitschland werkelijk
sprake zal zijn, moet op de een of ande
re wijze de Oostenrijksche kwestie tot
een deugdelijke oplossing, althans tot
een voorloopige oplossing worden ge
bracht. Het ongestoorde bezit van de
oorlogsbuit Zuid-Tirol, (buit, die in ge
vaar zou worden gebracht indien hei
machtige Duitschland het zwakke Oos
tenrijk annexeerde) zal Mussolini nog
altijd heel wat meer waard zijn dan een
eventueel protectoraat over Abessynië.
Zoolang hij het gevoel heeft, dat men
te Berlijn voortdurend op Oostenrijk
blijft azen, moeten tvriendschapschap-
pelijke betrekkingen een vromen
wensch blijven. Hitier weet dat beter
dan wie ook.
Het is nu mogelijk, dat de Duitsche
Führer een plan in zijn hoofd heeft, om
Mussolini dat gevoel te ontnemen. Het
feit, dat de Duitsche pers opeens alle
goede eigenschappen van het Abes-
sijnsche volk uit het oog is gaan ver
liezen, terwijl bovendien de Duitsche
regeering den uitvoer van oorlogstuig
naar Abessynië heeft doen stopzetten,
duidt daar zeer zeker op. Men zal dus
misschien over niet al te langen tijd
beleven, dat ten aanzien van Oosten
rijk (en bij uitbreiding voor geheel mid
den-Europa) een overeenkomst tot
stand wordt gebracht, zooals Italië zich
die sinds jaar en dag wenscht een ver
drag van niet-inmenging, met dien rer-
stande echter, dat de Italiaansche re
geering zoo noodig de Oostenrijksche
een beetje helpt, om de Oostenrijksche
nazi's er onder te houden. Onlangs in
zijn Rijksdagrede heeft Hitier er welis
waar ietwat schamper naar geïn
formeerd, wat Mussolini precies onder
het begrip niet-inmenging wilde ver
staan, maar op dergelijke informaties
hoeft men niet terug te komen, als de
omstandigheden dat minder wensche-
lijk maken (en men het antwoord toch
wel kent).
De bedoelingen van Duitschland zijn
duidelijk: Het wil het front van Stresa,
de samenwerking tusschen Frankrijk,
Italië en Engeland, doorbreken. Het
heeft dat altijd gewild, maar zag er tot
dusver tegen op, er den hoogen prijs
van een uit de hand gegeven Oosten
rijk voor te betalen. Is men wellicht te
Berlijn tot de overtuiging gekomen, dat
er de eerste jaren toch geen kans op
een inlijving van Oostenrijk bestaat,
aangezien de nazi's in dat land voort
durend aan invloed inboeten?
Het moment voor een doorbraak-po-
ging is in elk geval goed gekozen, nu
Engeland in de Abessijnsche kwestie
Italië in de wielen heeft gereden. Dat
moet den Duce het levendig besef bij
gebracht hebben dat het zijn bezwa
ren heeft zich politiek al te eenzijdig
te oriënteeren. De Duitsche vriend
schap krijgt zoodoende veel waarde
voor Italië. Men kon er op zijn vingers
natellen, dat Duitschland er niet aan
zal denken, 'den Italianen een avon
tuurtje in Oost-Afrika kwalijk te nemen.
Hoe prettig is, dat voor de Romeinsche
zwarthemden.
In Engeland en Frankrijk zal men den
zich thans afteekenenden politieken
ontwikelingsgang niet met onverdeeld-
genoegen gadeslaan, ,al behoorde het
dan in beide landen verheugenis te
wekken, dat Duitschland wellicht be
reid gevonden zal worden, zijn Oosten
rijksche aspiraties (voorshands) op te
geven.
door OCTAVE FEUILLET.
44).
Echter fluisterde een spottende dui
vel mij in het oor, dat, volgens al de be
rekeningen van de menschelijke wijs
heid, Marguérite meer werkelijken vre
de en werkelijk geluk zou vinden in
de gematigde vriendschap van den ver-
standigen echtgenoot, dan zij zou ge
vonden hebben in den schoone harts
tocht van den romantischen. Is dat waar?
Is dat mogelijk? Ik, ik geloof het niet!
Zij zal vrede hebben, het zij zoo,1
maar vrede is, bij slot van rekening, j
niet het laatste woord in het leven,
niet het verhevenste symbool van het j
geluk. Indien het voldoende was, om
niet te lijden, en het hart te laten ver-j
steenen, om gelukkig te zijn, dan zou
den al te veel menschen het zijn, die
het niet verdienen. Door veel verstan
digheid en proza eindigt men, met God
te lasteren en Zijn werk te verlagen.
God geeft vrede aan de dooden, harts
tocht aan de levenden! Ja, er is in het
leven, naast de alledaagschheid der ge
wone belangen van iederen dag, en ik
ben niet zoo kinderachtig te beweren,
dat ik daaraan ontkom, er is een ge
oorloofde poëzie wat zeg ik?
eene, die geboden is! Dat is dat deel
van den mensch, dat begiftigd is met
onsterfelijkheid.
En deze mensch moet zich soms be
wust worden van zijn bestaan, en zich
Vergadering' van Woensdag 5 Juni
te 2 uur.
Voorzitter de burgemeester.
Afwezig de heer Van Roo.
1. Notulen 2 vorige vergaderingen.
Deze werden onveranderd goedge
keurd.
2. Ingekomen stukken.
Verschillende mededeelingen werden
voor kennisgeving aangenomen.
Ingekomen was een schrijven van
den heer Piera met verzoek den huur
prijs van de Griffioen, groot f 1400 te
verlagen zoo mogelijk tot f 860.
In handen gesteld van Burg. en Weth.
om advies-
De VOORZITTER deelde mede, dat
tot typiste op de secretarie is benoemd
mej. Schut.
3. Eervol ontslag onderwijzeres
school G.
Aan mej. J. R. Robijn werd eervol
ontslag verleend,
4. Benoeming vier leden Commissie
van Bijstand Gemeente-werken
en Reinigingsdienst,
De heer v. d, FELTZ bracht de wen-
schelijkheid naar voren, dat de leden
der huidige commissie van fabricage in
ieder geval zitting zullen krijgen in deze
commissie.
Deze drie leden, de heeren Paul, den
Hollander en Mes werden gekozen met,
resp. 15, 16 en 15 stemmen. Als vierde
lid werd aangewezen de heer Portheine
met 15 stemmen (de heer Jeronimus
kreeg één stem). Alle vier heeren na
men de benoeming aan.
openbaren, hetzij door verrukkingen,
welke boven de werkelijkheid uitgaan,
door verlangens, die boven het moge
lijke reiken, hetzij door stormen of door
tranen. Ja, er is een lijden, dat meer
waard is dan het geluk, of liever dat
het geluk zelf is; dat van een levend
wezen, dat al de beroeringen van het
hart kent, en al de schrikbeelden vanj
het denken en dat aan al deze edele
kwellingen deel heeft, met een gelijk
matig hart en een verwant denken! Zie
hier den roman, dien ieder het recht
heeft en, om het heelemaal juist te
zeggen, de plicht, om in zijn leven te
verwezenlijken, indien hij den riaam van
mensch heeft en dien wil waar maken.
Overigens, dien zoo geroemden vre
de zal het arme kind ook niet krijgen.
Dat het huwelijk van twee trage har
ten en twee verkilde verbeeldingen de;
rust van het niets doet geboren wor- j
den, wil ik wel aannemen, maar de?
verbinding van het leven en den dood
kan niet bestaan, zonder een atschuwe-
ljjken dwang, en voortdurende hevige
smarten.
Te midden van deze intieme smar
ten, waarvan eiken dag de hevigheid
werd verdubbeld, vond ik slechts bij
mijn arme en oude vriendin, freule de
Porhoët, een beetje steun. Zij wist niet
van of deed alsof zij niet wist van den
toestand van mijn hart, maar in geslui
erde, misschien ongewilde toespelingen,
legde zij zachtjes op mijn bloedende
wonden de teere en schrandere hand
van een vrouw. Er is bovendien in
deze ziel, welke een levend voorbeeld
5. a. Aanvulling van- en nadere re
geling nopens verkeerscommis-
sie;
b. (bij aanneming van punt a)
Benoeming van een voorzitter
en een lid der Verkeerscom-
missie.
De heer MONDEEL had bezwaar aan
de commissie haar permanent karakter
te ontnemen, omdat er toch altijd zaken
te regelen blijven.
De VOORZITTER gaf toe, dat het ge-
heele verkeersvraagstuk niet is af te re
gelen, maar als er nieuwe vragen rijzen,
zullen B. en W. en ook de Raad alle
gelegenheid hebben bij organisaties die
op verkeersgebied werken inlichtingen
in te winnen.
Dan is er het bezwaar van zgn. sla
pende commissies; de kans op periodieke
vergaderingen van zulk een commissie is
niet groot- Het gaat niet om gebrek aan
waardeering voor de beteekenis der
commissie.
De Raad vereenigde zich z.h.st. met
voorstel a.
De VOORZITTER deelde mede, dat
B. en W. de commissie hebben kunnen
aanvullen, maar zouden nog gaarne twee
leden van den Raad willen benoemen.
Op verzoek van mevrouw WEIJL
werd eerst bekend gemaakt, hoe de ver-
keerscommissie thans reeds is samen
gesteld.
Voor voorzitter verkreeg de heer
PORTHEINE 14 stemmen tegen 1 op
den heer v. d. Feitz en één van onwaar
de. De heer Portheine nam ook deze
benoeming aan.
Vóór lid verkreeg de heer v. d. Feltz
13 stemmen, mevrouw Weijl 1, de heer
Heemskerk 1 en 1 blanco.
Ook de heer v. d. Feltz nam de be
noeming ,aan.
6. Beperking van radio-storingen.
Burg. en Weth. stelden voor een be
paling in de electriciteitsverordening op
te nemen, dat voor het gebruiken van
zgn. hoogfrequentapparaten door den
directeur der bedrijven voorwaarden
kunnen worden gesteld.
Mevrouw WEIJL vroeg of de last
werkelijk zoo groot is.
De VOORZITTER zeide dat verschil
lende klachten zijn ingekomen.
De heer VAN DER FELTZ wees op
een verordening te Ierseke, die hij be
ter achtte.
De heer BOASSON zeide, dat het hier
geldt een aanvulling van een bestaande
verordening. Het gaat om de mogelijk
heid een onderzoek in te stellen en zoo
noodig met afsluiting van stroom te
dreigen. Spr. deed mededeeling van het
onderzoek naar de storingen en als ge
volg daarvan het inwinnen van inlich
{Ingez. Med.)
>0»-6
(Ingez. Med.)
van zelfopoffering en zelfverloochening
is, en die reeds schijnt te leven boven
de aarde, een onbevangenheid, een
kalmte, een zachte flinkheid, die op
mij overgingen. Ik kwam zóó ver haar
onschuldige dwaasheid te begrijpen en
zelfs er aan mee te doen, met een
soort naiviteit. Over mijn schetsboek
gebogen, sloot ik mij, met haar, lange
uren, in haar kathedraal op, en ademde
ik er, vaag, een oogenblik, de geuren
van een ideale zuiverheid in.
Ook ging ik bijna iederen dag in het
huisje van de oude dame, een ander
soort verstrooiing zoeken. Er is geen
werk, dat niet door de gewoonte eeni
ge bekoring krijgt. Om freule de Por
hoët niet te laten ontdekken, dat zij
haar proces definitief verloren had, ging
ik regelmatig door met het onderzoe
ken van haar familiearchief. Bij dit
snuffelen ontdekte ik, van tijd tot tijd,
overleveringen, legendes, zeden, welke
mijn nieuwsgierigheid opwekten en een
oogenblik mijn verbeelding naar voorbij
gegane tijden voerden, ver van de over
stelpende werkelijkheid weg-
Frtfule de Porhoët, die, door mijn vol
harding, haar illusies bewaarde, liet mij
haar dankbaarheid zóó merken, als ik
niet verdiende, want ik h,ad tenslotie
in deze studie zoo'n belangstelling, ook
al was zij zonder positief nut, dat zij
mij mijn inspanning beloonde, en aan
mijn verdriet een heilzame afleiding gaf.
Echter, naarmate de fatale datum
naderde, verloor juffrouw Marguérite de
koortsachtige levendigheid,, waardoor
zij bezield scheen, vanaf den dag, dat
tingen elders met tot resultaat, dat men
den weg volgde, neergelegd in het voor
stel.
Na nog eenige bespreking over het
maken van strafbepalingen, zeide de
VOORZITTER, dat het er alleen om
gaat beperking van den hinder te berei
ken.
Het voorstel werd z. h. st. aangeno
men.
7. Nadere regeling beheer en onder
houd Nieuwe Vlissingsche weg.
Burg. en Weth. stelden voor zich te
vereenigen met de door den Provinci
alen Waterstaat aangeboden ontwerp
overeenkomst inzake overname van het
beheer en onderhoud van den Nieuwen
Vlissingschen weg van Middelburg naar
de Abeele door de provincie.
De heer PORTHEINE vond 10 cent
per m2 zeer laag en was bang voor een
precedent.
De heer PAUL zeide, dat het grond
is, die voor de gemeente waardeloos is
en verder aan te koopen grond is niet
van de gemeente, doch van de domei
nen.
In verband met toestemming voor het
leggen van waterleidingbuizen in den
weg, werd het vermoeden uitgesproken,
dat de buizen in den vroegeren berm lig
gen.
Het voorstel werd z. h, st. aangeno
men.
8. Uitbreiding verlichting Seisweg.
Burg. en Weth. stelden voor op den
Seisweg 2 electrische avond-lantaarns
bij te plaatsen.
Aangenomen z. h. st.
9. Nadere regeling levering duinwa
ter aan gemeente Vlissingen.
Het voorstel luidde de waterlevering
voor 10 jaar vast te leggen en "zoo mo
gelijk en nooditf ook meer dan 100.000
m3 per jaar te leveren.
Aangenomen z. h. st.
10, 12e Wijziging Gemeente-begroo
ting 1934,
Onveranderd vastgesteld.
11, Verhuring gemeente-grond Karels-
gang.
Het voorstel tot verhuur van grond
aan den Karelsgang aan de Vereeniging
voor Volkstuinen werd aangenomen z.
h. st.
12, Verhuring gemeente-gronden Lan-
geviele-Singel.
Het voorstel tot verhuur van grond
aan N. Davidse werd z. h. st. aangeno
men.
13, Beslissing op bezwaarschriften te
gen aanslagen Straatbelasting '34;
Schoolgeld 1934-1935; Hondenbe
lasting 1935 ien Vergunningsrecht
1935-1936.
De heer MONDEEL had bezwaar dat
iemand aangeslagen wordt in de straat
belasting in een nieuw jaar, als hij over
een vorig belastingjaar reeds, een leeg
staand pand had.
De VOORZITTER zeide dat men niet
vooruit kan zien.
De heer MONDEEL wil zes maanden
ledig staan van een woning niet afhan
kelijk stellen of dit in één of twee be
lastingjaren valt.
De heer JERONIMUS meende dat
men nu de commissie moet volgen, maar
dan kan men de verordening wijzigen,
iet
Verschillende leden sloten zich hier
bij aan en de heer JERONIMUS wees er
op, dat de grondbelastingwet ook alleen
spreekt van 12 maanden achter elkaar
het huwelijk definitief was vastgesteld.
Zij viel terug, tenmniste' bij oogenblik-
ken, in haar vroeger zoo gewone ma
nier v,an passieve onverschilligheid en
sombere droomerij. Ik betrapte haar
zelfs, één of twee keer, hoe zij haar
blik op mij gericht had, met een soort
van buitengewone verlegenheid. Me
vrouw Laroque, van haar kanT, keek
mij dikwijls met een onrustig en^ on
bestemd gezicht aan, alsof zij verlang
de en tezelfdertijd er voor vreesde met
mij het een of andere pijnlijke onder
werp te bespreken.
Eergisteren wilde het toev,al, dat ik
alleen met haar in het salon was, juf
frouw Hélouin was ineens weggegaan,
om het een of ander te regelen. De on
belangrijke conversatie, waarmee wij
bezig waren, hield dadelijk als door een
geheime overeenstemming, op. N,a een
kort oogenblik van stilte zei mevrouw
Laroque, op een ontroerden toon, te
gen mij:
„Mijnheer, u geeft uw vertrouwen wel
aan verkeerde menschen!"
„Mijn vertrouwen, mevrouw! Ik be
grijp u niet. Behalve freule de Porhoët.
heeft niemand hier van mij ook maar
den schijn van vertrouwen gekregen!"
„Helaas!" antwoordde zij, „ik wil
u gelooven.... ik geloof het.... maar
dat is niet genoeg!...."
Op hetzelfde oogenblik kwam juffrouw
Hélouin weer binnen en alles was ge
zegd.
Den volgenden morgen dat was
gisteren was ik vroeg te paard ver
trokken, om toezicht te houden op het
ledig staan, maar niet van binnen één be
lasting jaar.
Burg. en weth. zullen deze zaak nader
overwegen.
De verschillende adviezen der com
missie werden aangenomen.
14. Vaststelling kohier 1935 Straatbe-
lasting,
steld.
Vragen stellen.
In gevolge een reeds bij den aanvang
der vergadering verleend verlof, kreeg
de heer HEEMSKERK thans gelegenheid
een paar vragen tot burg. en weth. te
richten inverband met de bezuinigings
plannen der regeering in casu ten op
zichte van de armenraden en de keu
ringsdiensten-
Spr, zeide geenszins de bedoeling ie
hebben om een debat te ontketenen over
de noodzakelijkheid der maatregelen,
maar vroeg alleen of burg. en weth. reeds
overwogen hebben wat de gemeente te
doen staat als het tot opheffing van die
instelling komt en of dan van wege de
gemeente in de ontstane leemten zal
kunnen worden voorzien. De tweede
vraag van spr. was wat de kosten zou
den kunnen zijn.
De VOORZITTER wees er op, dat het
nog niet zeker is dat de regeering alle
armenraden, wier aantal toch reeds niet
zoo erg groot meer is op zal heffen en
dus ook niet of Middelburg daarbij be
trokken zal zijn- Maar er is reeds een
weg aangegeven om den onderlingen
band tusschen de vereenigingen te be
houden al is het dan ook op eenvoudiger
wijze dan door een armenraad. Dit !s
zeker ook in den geest van burg. en
weth., maar zij hebben zich nog geen ge
dragslijn gevormd. Wel zijn zij zeker be
reid zoo noodig het initiatief te nemen
en de helpende hand te bieden. Maar in
ieder geval zullen zij den raad spoedig
in kennis stellen met hun plannen.
Wat betreft den keuringsdienst, herin
nerde spr- aan wat Maandag in de ver
gadering van de vereeniging van Neder-
landsche gemeenten, is gezegd namens
Goes, dat in deze de centrum gemeenfe
is.
Ook ten deze is het nog zeer onzeker
wat juist de bedoeling is van de regee
ring, maar komt het beslist tot opheffing
van den dienst dan zal men ook daar we!
zoeken naar een anderen weg en kan
men verzekerd zijn, dat burg, en weth,
ook dan diligent zullen zijn.
Over de eventueele kosten is moeilijk
thans reeds iets te zeggen.
De heer HEEMSKERK dankte voor de
antwoorden en juichte vooral de toezeg
ging toe, dat de raad spoedig op de
hoogte zal worden gebracht.
Rondvraag.
De VOORZITTER vroeg of nog iemand
het woord verlangde.
Verschillende leden meldden zich aan
en men hoorde roepen: het is nog zoo
vroeg, wij hebben nu tijd (het was ruim
3 uur).
De VOORZITTER: Dus beginnen wij
pas.
De heer JERONIMUS vroeg of het
juist is, dat bij burg. en weth. een ver
zoek is ingekomen van de banketbak
kers om hun winkels in de zomermaan
den des Zaterdags tot 10 uur open te
mogen houden en wat burg. en weth-
daarop hebben geantwoord.
De heer PAUL vroeg of het bekend is.
hakken van hout in de buurt. Tegen vier
uur 's middags kwam ik terug, in de
richting van het kasteel, toen, bij een
onverwachte bocht van den weg, ik mij
plotseling tegenover juffrouw Margué
rite bevond. Zij was alleen. Ik was van
plan voorbij te gaan, met een groet, maar
zij liet haar paard stil staan en zei:
„Een mooie herfstdag, mijnheer".
„Ja, juffrouw. Gaat u wat rijden?
„Zooa's u ziet. Ik gebruik mijn laatste
oogenblikken van onafhankelijkheid, en
maak er zelfs misbruik van, want ik voel
mij een beetje beklemd door mijn een
zaamheid Maar Alain was daar ginds
noodig.... Mijn arme Merwijn is kreu
pelWilt u soms niet zijn plaats in
nemen?"
„Graag. Waar gaat u heen?"
„....Ik dacht er over naar den toren
van Elven te rijden". Met de punt van
haar zweep wees zij mij een met nevel
bedekten top, die rechts van den weg
zich verhiet. „Ik geloof", voegde zij er
bij, „dat u nog nooit die bedevaart ge
daan hebt".
„Dat is zoo. Zij heeft mij dikwijls al
gelokt, maar ik heb 't altijd uitgesteld, ik
weet niet, waarom".
„Nu, dat treft prachtig, maar het is al
laat, wij moeten ons een beetje haasten,
als u 't goed vindt".
Ik liet mijn paard omkeeren en wi)
vertrokken in galop.
(Wordt vervolgd.)