KRONIEK van den DAG.
ZEELAND.
MAXIME
Hoofdpijn, Kiespijn, noodifL
ITWEEDE BLAD VAN IK PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. IK GOESCHE COURANT) VAN WOENSDAG 15 MEI 1935. No. 114.
STRUCTUURCRISIS EN
NATIONAALSOCIALISME.
v.
illlEÜEJPSD»
iHRDEliURG»
VLISSINGEN.
WALCHEREN.
Na den dood van maarschalk
Pilsoedski. Generaal Rydz-
Smygly zijn opvolger Mo
gelijke consequenties van een
en ander op internationaal ter
rein. Zal Polen zich weer
geheel op Frankrijk oriëntee-
ren
Men vraagt zich allerwegen af, wat
er in Polen staat te gebeuren, nu maar
schalk Pilsoedski het tijdelijke met het
eeuwige heeft verwisseld. Pilsoedski
bekleedde een singuliere positie in zijn
land. Formeel was hij niet meer dan
minister van oorlog, die naar buiten
weinig op den voorgrond trad. In wer
kelijkheid oefende hij een dictatoriale
macht uit, die werd gedragen door een
soort van politieke legende. Zijn ru
moerig verleden; zijn agitatorische ar
beid tegen het czaristisch regime ten
tijde, dat Polen nog voor een groot
deel tot Rusland voor een klein deel
tot Duitschland behoorde, zijn gewel
dige strijd daarna voor de herrijzing
van een onafhankelijk Polen, strijd, die
met succes werd bekroond, had hem tot
een nationalen held gemaakt, die
om het ruwweg te zeggen een potje
kan breken bij het Poolsche volk. Daar
bij kwam een dichterlijken aanleg, die
soms uitbarstte in gloeiende betuigin
gen van patriottisme, welke een dave
renden weerklank vonden in het land
Hoezeer door zijn vurig en eenigszins
onbehouwen temperament, Pilsoedski
meermalen heilige huisjes omver haal
de, hij was en is tot zijn dood geble
ven, de heerscher, wien een duizend
voudige yereering ten deel viel^ en
wiens dictatoriaal régime onaantast
baar kon heeten.
De man is nu dood en met hem na
tuurlijk het stelsel. Ook al zou de auto
ritaire koers van de laatste jaren wor
den voortgezet, het legendarische, de
bovenpersoonlijke macht, die den per
soon van den dictator omgaf, is er aan
ontnomen. En dat beteekent natuurlijk
een wezenlijke verzwakking. Wie hem
eventueel mag opvolgen, een mystiek
vertrouwen, als de overgroote meerder
heid van het Poolsche volk in Pilsoeds
ki stelde, zal hij moeten ontberen.
Voorloopig zal inderdaad wel ge
poogd worden, om het dictatoriale be
wind, dat zeer onlangs staatkundig nog
tot uitdrukking werd gebracht door de
invoering van een nieuwe grondwet,
welke het parlement heeft onthalsd, te
handhaven. Onmiddellijk na den dood
van den maarschalk heeft de minister
raad reeds een beslissing genomen, die
daarop wijst. Hij benoemde n.l. tot op
volger van Pilsoedski als itospecteur-
generaal van het leger den divisie-ge
neraal Rydz-Smygly. Deze functie van
inspecteur-generaal werd indertijd uit
sluitend ten behoeve van den maar
schalk ingesteld en verschaft dengene,
die haar bekleedt, een buitengewone
militaire macht. Het is daarom wel
licht niet te bout verondersteld, dat
Rydz-Smygly, Pilsoedski ook als dic
tator zal opvolgen. Dit lijkt nog waar
schijnlijker, als men bedenkt, dat de
generaal reeds in 1910 een van Pilsoeds-
ki's intiemste medewerkers was en dit
sindsdien onafgebroken is gebleven. In
sommige politieke kringen te War
schau gelooft men, dat de maarschalk
zelf beschikkingen in dezen zin zou
hebben getroffen.
Het spreekt vanzelf, dat een en an
der in de eerste plaats voor de binner.-
landsche politiek van Polen van belang
is. Daarnaast mag men echter de inter
nationale beteekenis van de zaak geens
zins verontachtzamen. Polen is de
laatste jaren een geducht woordje gaan
meespreken in de buitenlandsche poli
tiek. Een land van 25 millioen zielen
mag zich dat trouwens veroorloven.
Het kan zoo n beetje voor groote mo-
door OCTAVE FEUILLET.
26).
„Goeden dag, mijnheer", zei ze tegen
mij, zonder de minste verbazing te too-
nen, dat zij mij daar aantrof. Daarna
sloeg zij de lange plooien van haar ja
pon, die over den grond sleepte, over
haar arm en kwam den tuin binnen.
„Wees welkom op dezen mooien d,ag,
mooi meisje" zei freule de Porhoët, „en
omhels mij. Je hebt gerend, dwaas kind,
want je gezicht ziet purper, en het vuur
komt letterlijk je oogen uit. Wat mag
ik je aanbieden, mijn wonderkind?"
„Laten we eens kijken!" zei juffrouw
Marguérite, terwijl zij een blik op de
tafel wierp.
„Wat hebt u daar?.Mijnheer heeft
dus ,alles opgegeten?.Nee, ik heb
geen honger, alleen dorst."
„Ik verbied je om in den toestand,
waarin je bent, te drinken, maar wacht
er zijn nog een paar aardbeien in dit
perk.
„Aardbeien! O gioja!" zong het jonge
meisje.... „Neem gauw een van die
groote bladen mijnheer, en kom mee!"
Terwijl ik het grootste blad van een
vijg uitzocht, kneep freule de Porhoët
één oog half dicht en met het andere
volgde zij, met welgevallen, den fieren
stap van haar gunstelinge, de laan door,
die met zon overgoten was. „Kijk eens
goed naar haar, neef", zei ze heel zacht-
gendheid doorgaan, een positie, welke
de Polen, zooals men weet, met veel
ijver probeeren formeel erkend te zien
(zij maken o.a. aanspraak op een per
manenten zetel in den Volkenbon Js-
raad). Intusschen zijn het niet in de
eerste plaats het zielental en de groot
te van de bodemoppervlakte, welke
Polen zoo gewichtig maken, doch zijn
geografische ligging. Als een buffer
staat ligt het tusschen Duitschland en
Rusland geklemd, twee machtige sta
ten, wier betrekkingen de beide laat
ste jaren voortdurend slechter zijn ge
worden. Men wteet, hoezeer met het
oog hierop, de Poolsche regeering
thans de attentie van alle groote mo
gendheden geniet. Simon en Eden heb
ben Warschau onlangs bezocht, Laval
was er op den dag, dat Pilsoedski stierf
en een paar maanden geleden ging mi
nister Goering in Polen ter jacht. Men
zou het aldus kunnen zeggen: Duitsch
land en Frankrijk trachten om het
hardst Polen aan hun zijde te krijgen,
ter versteviging van hun politieke posi
tie in Europa. Luttele jaren geleden zou
deze wedloop ondenkbaar zijn geweest.
Toen .voer Polen geheel in het Fran-
sche kielzog en men had er geen flauw
vermoeden van, dat zuks zou kunnen
veranderen, nog wel, nadat bet natio-
naal-socialisme in Duitschland baas
was geworden. Dat is echter toch ge
beurd. Om Frankrijk dwars te zitten
ging Berlijn met Warschau aanpappen.
In het begin van dit jaar leek 't er
zelfs een oogenblik op, dat Polen geheel
van Frankrijk zou vervreemden, Na
dien is er echter weer een keer in de
Poolsche zienswijze gekomen,is men te
Warschau gaan beseffen, dat de Duit-
schers toch nog altijd zekere aspiraties
zullen koesteren, dije den Polen niet
bepaald welgevallig kunnen zijn.
Pilsoedski was een man, die zich
gemakkelijk in Duitsch vaarwater liet
dringen, omdat hij de Russen stevig
haatte. Afkomstig uit dat deel van Po
len, dat vroeger tot Rusland behoorde,
was hem deze antipathie met den pap
lepel ingegeven. Men heeft dan ook
meei-malen de onderstelling hooren ui
ten, dat het vooral de maarschalk zelf
was, die een toenadering tot Duitsch
land voorstond. Als van zelf rijst dan
nu de vraag, of de Poolsche regeering
in de naaste toekomst zich weer ge
heel op Frankrijk zal gaan oriënteeren.
Dat is natuurlijk geenszins uitgesloten.
Reeds de laatste maanden ging het
als gezegd weer in die richting. Zoo
veel te meer zal het kunnen, nu Pil
soedski dood is. Alleen: men weet niet,
hoe zijn eventueele opvolger denkt.
Daar zal uit den aard der zaak veel
van afhangen.
li I ill —1111,II il I milllllHIBHI—llilMIMIII'BMI—— IWH— i
„Het brandend vraagstuk onzer dagen
is de werkloosheid. Zullen de schrikba
rende cijfers, die hierop betrekking
hebben, steeds verscholen blijven in de
ambtelijke mededelingen, die onze gro
te bladen geregeld opnemen? Staat daar
tegenover niet een werkobject, zoajs
slechts weinig landen gegeven is ,de
drooglegging der Zuiderzee? De uitvoe
ring van dit grote werk is nagenoeg
stopgezet. Wel kunnen tientallen mil-
lioenen uitgekeerd worden in de voiyi
van steun, maar de geweldige mogelijk
heden, die de voltooiing van een groots
constructief werk Nederland biedt, laat
men ongebruikt.
Een heffing ineens gepaard gaande
met de instelling van een verplichte of
vrijwillige ,arbeidsdienst (althans voor
de jonge ongehuwde werklozen) zou 't
uitgangspunt kunnen vormen voor een
arbeidsoffensief, dat zijn psychologisch
effect op ons volk niet zou missen. Een
jes, „zou zij het niet waard zijn een der
onzen te zijn!"
Juffrouw M,arguérite, die zich onder-
tusschen over den rand van het perk
heenboog, en die bij eiken stap over
haar sleep struikelde, begroette met 'n
kreet van uitbundige vreugde een aard
bei, die ze ontdekte. Ik bleef vlak bij,
haar en hield het vijgeblad op mijn
vlakke hand, waarop zij v,an tijd tot
tijd een aardbei legde, tegen twee, die
ze opat, om haar geduld te bewaren.
Toen de oogst groot genoeg naar haar
zin was, kwamen wij in triomf in het
prieel terug; wat er over gebleven was
van de aardbeien, werd met suiker be
strooid en opgegeten door mooie, zeer
mooie tanden.
„Hè! wat heeft me dat goed gedaan!"
zei juffrouw Marguérite toen, terwijl
zij haar hoed op een bank gooide en
achterover leunde tegen een beuken
haag. „En nu, mijn lieve freule, om mijn
geluk volmaakt te krijgen, gaat u mij
verhalen uit het verleden vertellen, uit
den tijd, toen u een schoone krijgsheldin
waart."
Freule de Porhoët, die verrukt glim
lachte, liet zich niet lang bidden en
haalde uit haar herinneringen de meest-
treffende episodes op van haar tochten
te paard, in het gevolg des Lescures en
de Rochejacqueleins. Ik had bij deze ge
legenheid een nieuw bewijs van de waar
digheid van ziel van mijn' oude vrien
din, toen ik hoorde, hoe zij al de helden
van deze reusachtige oorlogen eer gaf.
zonder dat zij lette op hun vaandel. Zij
paar nieuwe bruggen zullen ons niet
redden.
De tijd, waarin de rentabiliteitscalcu-
latie alpha en omega v,an alle wijdheid
was, is voorbij. Onze maatschappij, door
de structuurcrisis diep omgewoeld, snakt
naar leiding en bezielingDe demo
cratie heett op haar manier ook een
,,Fiührer"-principe. Als men alle vormen
van democratie nagaat, die in de ge
schiedenis tot ontplooiing zijn gekomen,*
van Athene onder Pericles tot Tsjecho-
Slovakije onder Masarijk, zpl men steeds
weer grote leidersfiguren aantreffen.
„De uiterste tegenstelling van de po
litieke heilsleer is het staatskundig be
stel, waarin de persoonlijkheid geheel
schuil gaat achter de partijorganispties.
Onze evenredige vertegenwoordiging b.
v. heeft alle emotionele elementen uit
de politiek verbannen. Lijsten en num
mers zijp in de plaats gekomen van per
soonlijk genegenheid der kiezers voor
bepaalde personen.
Indien wij nu tenslotte nogmaals
onze vraag stellen: opbouw of pfbraak?
en de noodzakelijkheid van opbouw be
pleiten, dan staat het wel vast dat de
beste kansen voor constructief werk aan
de zijde der psychologisch-actieve po
litiek liggen. De psychologie der menigte
te doorgronden en te beheersen is ech
ter geen onzer regeringen n,a 1918 ge
lukt en nog steeds is er geen kentering
merkbaar.
HET AFTREDEN VAN MINISTER
MARCHANT.
De N.R.C. verneemt, dat minister 0.id
den stoot gegeven heeft tot het aftreden-
van mr. Marchant als minister van on
derwijs. De heer Oud heeft dezen stap
gedaan, nadat hij door de mededeeling
van minister Marchant in den Minister
raad van 7,Mei had vernomen, dat de
i minister van onderwijs, kunsten en we-
tenschappen tot het roomsch-katho-
lieke geloof was overgegaan en voordat
die overgang aan het dagelijksch bestuur
van den Vrijz.-Dem. Bond bekend was-
VIER ADRESSEN VAN DE CEN
TRALE LANDBOUWORGANISATIES.
Aan de regeering.
De vier centrale landbouworganisa
ties, t.w. de christelijke Boeren- en Tuin-
dersbond in Nederland, de katholieke
Nederlandsche Boeren- en Tuinders-
bond en het koninklijk Nederlandsch
Landbouw-comité hebben aan de regee
ring vier adressen gezonden.
In een adres aan den minister van
oeconomische zaken verzoeken zij te
bevorderen, dat aan den Nederland-
schen export van veehouderij- en tuin
bouwproducten naar Duitschland een
grooter betalingscontingent worde toe
gewezen, dan thans het geval is.
In een adres aan de ministers van ii-
nanciën en van oeconomische zaken
over jachtrente betoogen zij, dat de
verantwoordelijkheid voor de trage af
werking van de jachtrechten en derhalve
ook voor den zwaren rentelast, welke op
de desbetreffende grondeigenaren is ge
legd op de regeering rust- Het komt adr.
daarom alleszins rechtvaardig voor, dat
de gevolgen van een en ander niet op
de schouders der betrokken grondeige
naren worden gelegd, maar door den
Staat worden gedragen.
In een adres aan den raad van mi
nisters dringen de organisaties ten
sterkste aan op onverwijlde indiening
van het wetsontwerp ter verlichting van
den druk der vaste lasten.
En in een adres aan den minister van
oeconomische zaken over steun aan de
melkveehouderij schrijven zij o.m,;
Wij zouden het zeer toejuichen, als de
regeeringsorganen, welke daartoe kuA-
nen meewerken, de verwerking tot en
het gebruik van ondermelk als veevoer
'xanatwgaRaotAJWf HHWli hiatt BTBftZTHMBW—KC
spr,ak in het bijzonder over generaal
Hoche, wiens krijgsgevangene zij ge
weest was, met een bijna teedere be
wondering. Juffrouw Marguérite had een
zoo hartstochtelijke aandacht voor deze
verhalen, dat het mij verbaasde. Nu
eens half begraven in de beuken-nis, en
haar lange oogleden een beetje dicht,
had zij de onbeweeglijkheid van een
standbeeld, dan weer, wanneer haar be
langstelling levendiger werd, leunde zij
met haar ellebogen op de kleine tafel,
en, terwijl zij haar mooie, hand in de gol-
van van haar losgeknoopte haren stak,
schoot zij als het ware voortdurend de
stralen van haar groote oogen naar de
oude Vendeesche.
Ik moet zeggen, dat ik altijd tot de
liefste uren van mijn droevig leven zal
rekenen die, waarin ik op dat ncfbele
gelaat den weerschijn van een stralen-
den hemel vermengd zag met de weer
spiegelingen van een dapper hart.
Toen de herinneringen van de ver
telster uitgeput waren, omhelsde juf
frouw Marguérite haar, en, terwijl zij
Merwijn wakker maakte, die aan haar
voeten lag te slapen, zei ze, dat ze terug
ging naar het kasteel. Ik had heelemaal
geen gewetensbezwaar tegelijkertijd te
vertrekken, overtuigd, dat ik haar in
geen enkel opzicht daarmee hinderde
Wegens het geheel onbeteekenende van
mijn persoon en van mijn gezelschap in
de oogen van de rijke erfgename, heeft
het téte-a-tète in het algemeen voor
haar niets hinderlijks, waar haar moe
der haar bovendien zonder bezwaren de
zouden yrillen bevorderen, daar het
thans als een levensbelang voor de
melkveehouderij moet worden gezien,
dat het ondermelkvraagstuk langs de
zen weg tot oplossing wordt gebracht.
Hierbij is tevens het vraagstuk van ver
laging van de productiekosten betrok
ken en dat van een betere betrekking
tusschen de melkproductie in den win
ter en in den zomer. Zonder het beschik
baar komen van een goedkoop eiwitrijk
voeder zal deze betrekking ongetwij
feld in nog ongunstiger zin worden ge
wijzigd, zulks ten nadeele van den re-
gelmatigen afzet van onze zuivelproduc
ten.
Daar de bereiding van melkpoeder al
tijd nog vrij kostbaar is en in alle zuivel
fabrieken niet kan worden toegepast,
zou het van het grootste belang zijn, dat
een methode ter verduurzaming van de
ondermelk kon worden gevonden, welke
minder kostbaar was en op eenvoudige
wijze in elke zuivelfabriek kan plaats
vinden.
MAATREGELEN GEVRAAGD TEGEN
DE AANRANDERS
VAN DEN GULDEN.
Het Tweede Kamerlid, de heer Wijn
koop heeft aan den minister van Fi
nanciën de volgende vragen gesteld:
Heeft de regeering harerzijds nota
genomen van de evenals voor eenige
jaren zoo ook thans telkens hardnekkig
en tendentieus terugkeerende pogingen
van bepaalde groepen in binnen- en
buitenland om door middel van beurs-
manoeuvres en daarmee verwante be
wegingen plotseling een zoodanigen toe
stand, ook op de geldmarkt, te verwek
ken, waardoor vooral ten nadeele
van loonarbeiders, spaarders en gepen-
sionneerden de gulden zou kunnen
worden gedevalueerd?
Is de minister bereid tegen deze tel
kens weerkeerende speculanten en
beursjobbers en hun ondersteuners zij
nerzijds directe maatregelen te nemen
op 'bank- en (of) beursgebied, zoodat
hun dit noodlottige werk voor het ver
volg belet, althans belemmerd kan wor
den?
Zoo ja, welke maatregelen denkt de
regeering ten deze te nemen?
DE HUIZER ZENDER WORDT OP
1 JULI BUITEN GEBRUIK GESTELD.
Verschenen is de memorie van ant
woord op het voorloopig verslag der
Tweede Kamer nopens het wetsont
werp tot het in het leven roepen van
een Nederlandsche Omroep Zender
Maatschappij.
Daarin wordt o.a. medegedeeld, dat
op grond van eenstemmig advies van
de commissie voor het zendervraagstuk
besloten is, den zender te Huizen (1875
m) met ingang van 1 Juli definitief bui
ten gebruik te stellen. De omroep-or-
ganisaties krijgen totdat een nieuwe
zender zal zijn gebouwd, onder bepaal
de voorwaarden, de beschikking over
den krachtigen zender te Kootwijk.
De kerkzender te Bloemendaal blijft
met het oog op het historisch gewor-
dene als uitzondering naast de zenders
der Nozema bestaan.
Het ligt in de bedoeling het defini
tieve zendercomplex voor groot vermo
gen in te richten (max. 150 K.W.), ter
wijl ook reeds gedurende den over
gangstoestand met den Kootwijk-zender
met groote energie zal kunnen worden
uitgezonden.
VOOR DE JEUGDIGE WERK-
LOOZEN.
Maandagmiddag heeft minister Slo-
temaker de Bruine op de Ginkelsche
heide nabij Ede het eerste werkkamp
voor jeugdige werkloozen, door de Cen
trale voor Werkloozenzorg georgani
seerd, geopend. Het is gesticht op ini
tiatief van den Raad van Nederland
sche Kerken voor practisch Christen
dom.
vrije opvoeding gegeven heeft, welke zij
ook ontving in een van de Engelsche
koloniën: men weet dat de Engelsche
methode aan de vrouw voor het huwe
lijk ,al de onafhankelijkheid toestaat,
welke wij haar wijselijk toestaan op den
dag, dat de misbruiken er van onher
stelbaar worden.
Wij gingen dus samen den tuin uit; ik
hield haar stijgbeugel vast, terwijl zij te
paard steeg, en wij gingen op weg naar
het kasteel. Na eenige passen zei ze:
„Wel, mijnheer, ik ben u daar heel erg
komen storen, schijnt 't mij. U had 't
daar best".
„Dat is waar juffrouw, maar, daar ik
er al lang was, vergeef ik u en bedank
ik u zelfs".
„U bent wel erg vriendelijk voor onze
arme buurvrouw. Mijn moeder is u er
zeer erkentelijk voor"-
„En de dochter van mevrouw uw moe
der?" zei ik lachend.
„O, ik, ik raak minder gemakkelijk in
verrukking. Als u denkt, dat ik u be
wonder moet u zoo goed zijn nog een
tijdje te wachten. Ik ben niet gewoon
licht over de menschelijke daden te oor-
deelen, die gewoonlijk twee kanten heb
ben. Ik geef toe dat uw manier van doen
tegenover freule de Porhoët er mooi uit
ziet, maarZij hield op, trok haar
hoofd op, en ging door, op een ernsti-
gen, bitteren en werkelijk beleedigenden
toon: „Maar ik ben er niet zeker van,
dat u haar niet het hof maakt, in de hoop
van haar te erven".
heeft om deze pijnen te verdrijven is
een Mijnhardt's Poeder. Per stuk 8 ct.
doos 45 ct. Bij Uw Drogist.
(ingez. Me<Lj..
Een penning der Z. V. L.
Naar een .schetsontwerp van een
der leden v,an het Dag. bestuur der
vereeniging heeft de heer H. J. Etien-
ne te Delft een bronzen penning gemo
delleerd, die door het bestuur aan
vaard en vastgesteld is als de officieele
penning der Zeeuwsché Vereeniging
voor Luchtvaart. De voorzijd(e ver
toont, op den grondslag van het Zeeuw-
sche wapen, ,een gevleugelde forsche
leeuw, nu echter aan de zee geheel
ontworsteld en met zwaren vleugelslag
boven de golven vliegend, met ,als
randschrift: „Luctando Emersi et Nunc
Super Undas Volo." In de afsnede de
initialen Z. V. L. De keerzijde bevat den
naam der vereeniging als randschrift,
met in het midden-boven het embleem
der Z. V, L,: opgaande zon, vliegende
meeuw en golftop; daaronder ruimte
voor inscriptie.
De penning kan in brons, zilver of
goud worden uitgereikt flan hen, die
zich ten aanzien van de doeleinden,
welke de vereeniging voorstaat, ver
dienstelijk hebben gemaakt.
Voor het Crisis Comité,
Het was gisterenavond tamelijk be
zet in den Schouwburg, maar er waren
toch veel te veel ledige plaatsen, ten
eerste voor het goede doel, versterking
van de kas van het crisiscomité B, en
ten tweede omdat niet nog veel meer
personen hebben genoten van het spel
van de leden van de Kunstclub, bij de
reprise van „Weekend."
De heer L. Onderdijk heeft namens 't
crisiscomité B voor den aanvang van de
uitvoering dank gebracht aan de Kunst
club voor het geven van dezen avond,
en er zijn spijt over uitgedrukt dat er
niet meer personen waren, mede in het
belang van het streven van het comité,
het steun in natura verleenen aan de
gezinnen, die dit 't hardst noodig heb
ben.
Mr. N.J-G. Sikkel heeft namens cle
Kunstclub geantwoord, maar er daarbij
opgewezen, dat ook de Toonders Band
belangloos medewerkte voor het goede
doel en dat ook van vele andere zijden
die medewerking is verkregen.
De spelers oogstten ook nu veel suc
ces met hun vlot spel.
De opbrengst ten bate van een
Koningin Emma-monument te Middel
burg, Zaterdag te Terneuzen ge
houden, heeft opgebracht f 42,82,
Nadat gisteren in alle drie kies
kringen de reeds eerder gepubliceerde
lijsten van zes partijen, die ook nu leden
in den raad hebben, nml- de anti rev., de
Chr, Hist., de R.K., de Vrijheidsbond, de
Vrijz. Dem- en de S.D.A.P., waren inge
leverd, kwam er ter elfder ure nog in
ieder der districten I en III nog een lijst
en wel van de Rev. S.A.P., bevattende
de volgende namen:
J. Stroo, J. J. Joosse, M- A. Post, J.
J. ten Hacken.
VROUWENPOLDER. Voor de op 19
Juni te houden stemming ter verkiezing
van leden van den Gemeenteraad zijn
gisteren ingeleverd de volgende Hjstens
Anti-Rev.: afd. Vrouwenpolder: L.
Maas, A. van Dis, W. Maas Azn., W.
Ik voelde, dat ik verbleekte. Even
wel, toen ik er over nadacht, dat het
bespottelijk was dit jonge meisje ruw
aan te pakken, hield ik mij in en ant
woordde gewichtig: „Sta mij toe, juf
frouw, u ernstig te beklagen".
Zij leek erg verrast. „Mij te beklagen,
mijnheer?"
„Ja, juffrouw, u moet het maar goed
vinden, dat ik tegenover u uiting gaf
van mijn eerbiedig medelijden, waarop
u, naar mij schijnt, recht hebt".
„Medelijden!" zei ze, terwijl zij haar
paard stil liet staan, en langzaam haar
door minachting half gesloten oogen
naar mij toekeerde. Ik heb niet het voor
recht u !e begrijpen!"
„Dat is echter heel eenvoudig, juf
frouw. Al de désillusie over het goede,
dc twijfel en de dorheid van ziel, de
bitterste vruchten zijn van een lange le
venservaring, dan verdient niets in 'de
wereid meer medelijden dan een hart,
dat al verwelkt is door argwaan vóór 'f
geleefd heeft".
„Mijnheer", antwoordde juffrouw Ls-
roque, met een heftigheid, welke geheel
verschilde van haar gewone wijze van
spreken, „u weet niet waarover u praat!
En", voegde zij er streng bij, „u vergeet
tot wie u spreekt!"
„Dat is waar, juffrouw", antwoordde
ik beleefd, terwijl ik boog, „ik praat een
beetje zonder dat ik weet wat, en ik
vergeet een beetje, tot wie ik spreek,
maar u hebt het voorbeeld gegeven",
(Wordt vervolgd.)