KRONIEK van den DAG. ZEELAND. MAXIME Hoofdpijn, Kiespijn, noodifL ITWEEDE BLAD VAN IK PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. IK GOESCHE COURANT) VAN WOENSDAG 15 MEI 1935. No. 114. STRUCTUURCRISIS EN NATIONAALSOCIALISME. v. illlEÜEJPSD» iHRDEliURG» VLISSINGEN. WALCHEREN. Na den dood van maarschalk Pilsoedski. Generaal Rydz- Smygly zijn opvolger Mo gelijke consequenties van een en ander op internationaal ter rein. Zal Polen zich weer geheel op Frankrijk oriëntee- ren Men vraagt zich allerwegen af, wat er in Polen staat te gebeuren, nu maar schalk Pilsoedski het tijdelijke met het eeuwige heeft verwisseld. Pilsoedski bekleedde een singuliere positie in zijn land. Formeel was hij niet meer dan minister van oorlog, die naar buiten weinig op den voorgrond trad. In wer kelijkheid oefende hij een dictatoriale macht uit, die werd gedragen door een soort van politieke legende. Zijn ru moerig verleden; zijn agitatorische ar beid tegen het czaristisch regime ten tijde, dat Polen nog voor een groot deel tot Rusland voor een klein deel tot Duitschland behoorde, zijn gewel dige strijd daarna voor de herrijzing van een onafhankelijk Polen, strijd, die met succes werd bekroond, had hem tot een nationalen held gemaakt, die om het ruwweg te zeggen een potje kan breken bij het Poolsche volk. Daar bij kwam een dichterlijken aanleg, die soms uitbarstte in gloeiende betuigin gen van patriottisme, welke een dave renden weerklank vonden in het land Hoezeer door zijn vurig en eenigszins onbehouwen temperament, Pilsoedski meermalen heilige huisjes omver haal de, hij was en is tot zijn dood geble ven, de heerscher, wien een duizend voudige yereering ten deel viel^ en wiens dictatoriaal régime onaantast baar kon heeten. De man is nu dood en met hem na tuurlijk het stelsel. Ook al zou de auto ritaire koers van de laatste jaren wor den voortgezet, het legendarische, de bovenpersoonlijke macht, die den per soon van den dictator omgaf, is er aan ontnomen. En dat beteekent natuurlijk een wezenlijke verzwakking. Wie hem eventueel mag opvolgen, een mystiek vertrouwen, als de overgroote meerder heid van het Poolsche volk in Pilsoeds ki stelde, zal hij moeten ontberen. Voorloopig zal inderdaad wel ge poogd worden, om het dictatoriale be wind, dat zeer onlangs staatkundig nog tot uitdrukking werd gebracht door de invoering van een nieuwe grondwet, welke het parlement heeft onthalsd, te handhaven. Onmiddellijk na den dood van den maarschalk heeft de minister raad reeds een beslissing genomen, die daarop wijst. Hij benoemde n.l. tot op volger van Pilsoedski als itospecteur- generaal van het leger den divisie-ge neraal Rydz-Smygly. Deze functie van inspecteur-generaal werd indertijd uit sluitend ten behoeve van den maar schalk ingesteld en verschaft dengene, die haar bekleedt, een buitengewone militaire macht. Het is daarom wel licht niet te bout verondersteld, dat Rydz-Smygly, Pilsoedski ook als dic tator zal opvolgen. Dit lijkt nog waar schijnlijker, als men bedenkt, dat de generaal reeds in 1910 een van Pilsoeds- ki's intiemste medewerkers was en dit sindsdien onafgebroken is gebleven. In sommige politieke kringen te War schau gelooft men, dat de maarschalk zelf beschikkingen in dezen zin zou hebben getroffen. Het spreekt vanzelf, dat een en an der in de eerste plaats voor de binner.- landsche politiek van Polen van belang is. Daarnaast mag men echter de inter nationale beteekenis van de zaak geens zins verontachtzamen. Polen is de laatste jaren een geducht woordje gaan meespreken in de buitenlandsche poli tiek. Een land van 25 millioen zielen mag zich dat trouwens veroorloven. Het kan zoo n beetje voor groote mo- door OCTAVE FEUILLET. 26). „Goeden dag, mijnheer", zei ze tegen mij, zonder de minste verbazing te too- nen, dat zij mij daar aantrof. Daarna sloeg zij de lange plooien van haar ja pon, die over den grond sleepte, over haar arm en kwam den tuin binnen. „Wees welkom op dezen mooien d,ag, mooi meisje" zei freule de Porhoët, „en omhels mij. Je hebt gerend, dwaas kind, want je gezicht ziet purper, en het vuur komt letterlijk je oogen uit. Wat mag ik je aanbieden, mijn wonderkind?" „Laten we eens kijken!" zei juffrouw Marguérite, terwijl zij een blik op de tafel wierp. „Wat hebt u daar?.Mijnheer heeft dus ,alles opgegeten?.Nee, ik heb geen honger, alleen dorst." „Ik verbied je om in den toestand, waarin je bent, te drinken, maar wacht er zijn nog een paar aardbeien in dit perk. „Aardbeien! O gioja!" zong het jonge meisje.... „Neem gauw een van die groote bladen mijnheer, en kom mee!" Terwijl ik het grootste blad van een vijg uitzocht, kneep freule de Porhoët één oog half dicht en met het andere volgde zij, met welgevallen, den fieren stap van haar gunstelinge, de laan door, die met zon overgoten was. „Kijk eens goed naar haar, neef", zei ze heel zacht- gendheid doorgaan, een positie, welke de Polen, zooals men weet, met veel ijver probeeren formeel erkend te zien (zij maken o.a. aanspraak op een per manenten zetel in den Volkenbon Js- raad). Intusschen zijn het niet in de eerste plaats het zielental en de groot te van de bodemoppervlakte, welke Polen zoo gewichtig maken, doch zijn geografische ligging. Als een buffer staat ligt het tusschen Duitschland en Rusland geklemd, twee machtige sta ten, wier betrekkingen de beide laat ste jaren voortdurend slechter zijn ge worden. Men wteet, hoezeer met het oog hierop, de Poolsche regeering thans de attentie van alle groote mo gendheden geniet. Simon en Eden heb ben Warschau onlangs bezocht, Laval was er op den dag, dat Pilsoedski stierf en een paar maanden geleden ging mi nister Goering in Polen ter jacht. Men zou het aldus kunnen zeggen: Duitsch land en Frankrijk trachten om het hardst Polen aan hun zijde te krijgen, ter versteviging van hun politieke posi tie in Europa. Luttele jaren geleden zou deze wedloop ondenkbaar zijn geweest. Toen .voer Polen geheel in het Fran- sche kielzog en men had er geen flauw vermoeden van, dat zuks zou kunnen veranderen, nog wel, nadat bet natio- naal-socialisme in Duitschland baas was geworden. Dat is echter toch ge beurd. Om Frankrijk dwars te zitten ging Berlijn met Warschau aanpappen. In het begin van dit jaar leek 't er zelfs een oogenblik op, dat Polen geheel van Frankrijk zou vervreemden, Na dien is er echter weer een keer in de Poolsche zienswijze gekomen,is men te Warschau gaan beseffen, dat de Duit- schers toch nog altijd zekere aspiraties zullen koesteren, dije den Polen niet bepaald welgevallig kunnen zijn. Pilsoedski was een man, die zich gemakkelijk in Duitsch vaarwater liet dringen, omdat hij de Russen stevig haatte. Afkomstig uit dat deel van Po len, dat vroeger tot Rusland behoorde, was hem deze antipathie met den pap lepel ingegeven. Men heeft dan ook meei-malen de onderstelling hooren ui ten, dat het vooral de maarschalk zelf was, die een toenadering tot Duitsch land voorstond. Als van zelf rijst dan nu de vraag, of de Poolsche regeering in de naaste toekomst zich weer ge heel op Frankrijk zal gaan oriënteeren. Dat is natuurlijk geenszins uitgesloten. Reeds de laatste maanden ging het als gezegd weer in die richting. Zoo veel te meer zal het kunnen, nu Pil soedski dood is. Alleen: men weet niet, hoe zijn eventueele opvolger denkt. Daar zal uit den aard der zaak veel van afhangen. li I ill —1111,II il I milllllHIBHI—llilMIMIII'BMI—— IWH— i „Het brandend vraagstuk onzer dagen is de werkloosheid. Zullen de schrikba rende cijfers, die hierop betrekking hebben, steeds verscholen blijven in de ambtelijke mededelingen, die onze gro te bladen geregeld opnemen? Staat daar tegenover niet een werkobject, zoajs slechts weinig landen gegeven is ,de drooglegging der Zuiderzee? De uitvoe ring van dit grote werk is nagenoeg stopgezet. Wel kunnen tientallen mil- lioenen uitgekeerd worden in de voiyi van steun, maar de geweldige mogelijk heden, die de voltooiing van een groots constructief werk Nederland biedt, laat men ongebruikt. Een heffing ineens gepaard gaande met de instelling van een verplichte of vrijwillige ,arbeidsdienst (althans voor de jonge ongehuwde werklozen) zou 't uitgangspunt kunnen vormen voor een arbeidsoffensief, dat zijn psychologisch effect op ons volk niet zou missen. Een jes, „zou zij het niet waard zijn een der onzen te zijn!" Juffrouw M,arguérite, die zich onder- tusschen over den rand van het perk heenboog, en die bij eiken stap over haar sleep struikelde, begroette met 'n kreet van uitbundige vreugde een aard bei, die ze ontdekte. Ik bleef vlak bij, haar en hield het vijgeblad op mijn vlakke hand, waarop zij v,an tijd tot tijd een aardbei legde, tegen twee, die ze opat, om haar geduld te bewaren. Toen de oogst groot genoeg naar haar zin was, kwamen wij in triomf in het prieel terug; wat er over gebleven was van de aardbeien, werd met suiker be strooid en opgegeten door mooie, zeer mooie tanden. „Hè! wat heeft me dat goed gedaan!" zei juffrouw Marguérite toen, terwijl zij haar hoed op een bank gooide en achterover leunde tegen een beuken haag. „En nu, mijn lieve freule, om mijn geluk volmaakt te krijgen, gaat u mij verhalen uit het verleden vertellen, uit den tijd, toen u een schoone krijgsheldin waart." Freule de Porhoët, die verrukt glim lachte, liet zich niet lang bidden en haalde uit haar herinneringen de meest- treffende episodes op van haar tochten te paard, in het gevolg des Lescures en de Rochejacqueleins. Ik had bij deze ge legenheid een nieuw bewijs van de waar digheid van ziel van mijn' oude vrien din, toen ik hoorde, hoe zij al de helden van deze reusachtige oorlogen eer gaf. zonder dat zij lette op hun vaandel. Zij paar nieuwe bruggen zullen ons niet redden. De tijd, waarin de rentabiliteitscalcu- latie alpha en omega v,an alle wijdheid was, is voorbij. Onze maatschappij, door de structuurcrisis diep omgewoeld, snakt naar leiding en bezielingDe demo cratie heett op haar manier ook een ,,Fiührer"-principe. Als men alle vormen van democratie nagaat, die in de ge schiedenis tot ontplooiing zijn gekomen,* van Athene onder Pericles tot Tsjecho- Slovakije onder Masarijk, zpl men steeds weer grote leidersfiguren aantreffen. „De uiterste tegenstelling van de po litieke heilsleer is het staatskundig be stel, waarin de persoonlijkheid geheel schuil gaat achter de partijorganispties. Onze evenredige vertegenwoordiging b. v. heeft alle emotionele elementen uit de politiek verbannen. Lijsten en num mers zijp in de plaats gekomen van per soonlijk genegenheid der kiezers voor bepaalde personen. Indien wij nu tenslotte nogmaals onze vraag stellen: opbouw of pfbraak? en de noodzakelijkheid van opbouw be pleiten, dan staat het wel vast dat de beste kansen voor constructief werk aan de zijde der psychologisch-actieve po litiek liggen. De psychologie der menigte te doorgronden en te beheersen is ech ter geen onzer regeringen n,a 1918 ge lukt en nog steeds is er geen kentering merkbaar. HET AFTREDEN VAN MINISTER MARCHANT. De N.R.C. verneemt, dat minister 0.id den stoot gegeven heeft tot het aftreden- van mr. Marchant als minister van on derwijs. De heer Oud heeft dezen stap gedaan, nadat hij door de mededeeling van minister Marchant in den Minister raad van 7,Mei had vernomen, dat de i minister van onderwijs, kunsten en we- tenschappen tot het roomsch-katho- lieke geloof was overgegaan en voordat die overgang aan het dagelijksch bestuur van den Vrijz.-Dem. Bond bekend was- VIER ADRESSEN VAN DE CEN TRALE LANDBOUWORGANISATIES. Aan de regeering. De vier centrale landbouworganisa ties, t.w. de christelijke Boeren- en Tuin- dersbond in Nederland, de katholieke Nederlandsche Boeren- en Tuinders- bond en het koninklijk Nederlandsch Landbouw-comité hebben aan de regee ring vier adressen gezonden. In een adres aan den minister van oeconomische zaken verzoeken zij te bevorderen, dat aan den Nederland- schen export van veehouderij- en tuin bouwproducten naar Duitschland een grooter betalingscontingent worde toe gewezen, dan thans het geval is. In een adres aan de ministers van ii- nanciën en van oeconomische zaken over jachtrente betoogen zij, dat de verantwoordelijkheid voor de trage af werking van de jachtrechten en derhalve ook voor den zwaren rentelast, welke op de desbetreffende grondeigenaren is ge legd op de regeering rust- Het komt adr. daarom alleszins rechtvaardig voor, dat de gevolgen van een en ander niet op de schouders der betrokken grondeige naren worden gelegd, maar door den Staat worden gedragen. In een adres aan den raad van mi nisters dringen de organisaties ten sterkste aan op onverwijlde indiening van het wetsontwerp ter verlichting van den druk der vaste lasten. En in een adres aan den minister van oeconomische zaken over steun aan de melkveehouderij schrijven zij o.m,; Wij zouden het zeer toejuichen, als de regeeringsorganen, welke daartoe kuA- nen meewerken, de verwerking tot en het gebruik van ondermelk als veevoer 'xanatwgaRaotAJWf HHWli hiatt BTBftZTHMBW—KC spr,ak in het bijzonder over generaal Hoche, wiens krijgsgevangene zij ge weest was, met een bijna teedere be wondering. Juffrouw Marguérite had een zoo hartstochtelijke aandacht voor deze verhalen, dat het mij verbaasde. Nu eens half begraven in de beuken-nis, en haar lange oogleden een beetje dicht, had zij de onbeweeglijkheid van een standbeeld, dan weer, wanneer haar be langstelling levendiger werd, leunde zij met haar ellebogen op de kleine tafel, en, terwijl zij haar mooie, hand in de gol- van van haar losgeknoopte haren stak, schoot zij als het ware voortdurend de stralen van haar groote oogen naar de oude Vendeesche. Ik moet zeggen, dat ik altijd tot de liefste uren van mijn droevig leven zal rekenen die, waarin ik op dat ncfbele gelaat den weerschijn van een stralen- den hemel vermengd zag met de weer spiegelingen van een dapper hart. Toen de herinneringen van de ver telster uitgeput waren, omhelsde juf frouw Marguérite haar, en, terwijl zij Merwijn wakker maakte, die aan haar voeten lag te slapen, zei ze, dat ze terug ging naar het kasteel. Ik had heelemaal geen gewetensbezwaar tegelijkertijd te vertrekken, overtuigd, dat ik haar in geen enkel opzicht daarmee hinderde Wegens het geheel onbeteekenende van mijn persoon en van mijn gezelschap in de oogen van de rijke erfgename, heeft het téte-a-tète in het algemeen voor haar niets hinderlijks, waar haar moe der haar bovendien zonder bezwaren de zouden yrillen bevorderen, daar het thans als een levensbelang voor de melkveehouderij moet worden gezien, dat het ondermelkvraagstuk langs de zen weg tot oplossing wordt gebracht. Hierbij is tevens het vraagstuk van ver laging van de productiekosten betrok ken en dat van een betere betrekking tusschen de melkproductie in den win ter en in den zomer. Zonder het beschik baar komen van een goedkoop eiwitrijk voeder zal deze betrekking ongetwij feld in nog ongunstiger zin worden ge wijzigd, zulks ten nadeele van den re- gelmatigen afzet van onze zuivelproduc ten. Daar de bereiding van melkpoeder al tijd nog vrij kostbaar is en in alle zuivel fabrieken niet kan worden toegepast, zou het van het grootste belang zijn, dat een methode ter verduurzaming van de ondermelk kon worden gevonden, welke minder kostbaar was en op eenvoudige wijze in elke zuivelfabriek kan plaats vinden. MAATREGELEN GEVRAAGD TEGEN DE AANRANDERS VAN DEN GULDEN. Het Tweede Kamerlid, de heer Wijn koop heeft aan den minister van Fi nanciën de volgende vragen gesteld: Heeft de regeering harerzijds nota genomen van de evenals voor eenige jaren zoo ook thans telkens hardnekkig en tendentieus terugkeerende pogingen van bepaalde groepen in binnen- en buitenland om door middel van beurs- manoeuvres en daarmee verwante be wegingen plotseling een zoodanigen toe stand, ook op de geldmarkt, te verwek ken, waardoor vooral ten nadeele van loonarbeiders, spaarders en gepen- sionneerden de gulden zou kunnen worden gedevalueerd? Is de minister bereid tegen deze tel kens weerkeerende speculanten en beursjobbers en hun ondersteuners zij nerzijds directe maatregelen te nemen op 'bank- en (of) beursgebied, zoodat hun dit noodlottige werk voor het ver volg belet, althans belemmerd kan wor den? Zoo ja, welke maatregelen denkt de regeering ten deze te nemen? DE HUIZER ZENDER WORDT OP 1 JULI BUITEN GEBRUIK GESTELD. Verschenen is de memorie van ant woord op het voorloopig verslag der Tweede Kamer nopens het wetsont werp tot het in het leven roepen van een Nederlandsche Omroep Zender Maatschappij. Daarin wordt o.a. medegedeeld, dat op grond van eenstemmig advies van de commissie voor het zendervraagstuk besloten is, den zender te Huizen (1875 m) met ingang van 1 Juli definitief bui ten gebruik te stellen. De omroep-or- ganisaties krijgen totdat een nieuwe zender zal zijn gebouwd, onder bepaal de voorwaarden, de beschikking over den krachtigen zender te Kootwijk. De kerkzender te Bloemendaal blijft met het oog op het historisch gewor- dene als uitzondering naast de zenders der Nozema bestaan. Het ligt in de bedoeling het defini tieve zendercomplex voor groot vermo gen in te richten (max. 150 K.W.), ter wijl ook reeds gedurende den over gangstoestand met den Kootwijk-zender met groote energie zal kunnen worden uitgezonden. VOOR DE JEUGDIGE WERK- LOOZEN. Maandagmiddag heeft minister Slo- temaker de Bruine op de Ginkelsche heide nabij Ede het eerste werkkamp voor jeugdige werkloozen, door de Cen trale voor Werkloozenzorg georgani seerd, geopend. Het is gesticht op ini tiatief van den Raad van Nederland sche Kerken voor practisch Christen dom. vrije opvoeding gegeven heeft, welke zij ook ontving in een van de Engelsche koloniën: men weet dat de Engelsche methode aan de vrouw voor het huwe lijk ,al de onafhankelijkheid toestaat, welke wij haar wijselijk toestaan op den dag, dat de misbruiken er van onher stelbaar worden. Wij gingen dus samen den tuin uit; ik hield haar stijgbeugel vast, terwijl zij te paard steeg, en wij gingen op weg naar het kasteel. Na eenige passen zei ze: „Wel, mijnheer, ik ben u daar heel erg komen storen, schijnt 't mij. U had 't daar best". „Dat is waar juffrouw, maar, daar ik er al lang was, vergeef ik u en bedank ik u zelfs". „U bent wel erg vriendelijk voor onze arme buurvrouw. Mijn moeder is u er zeer erkentelijk voor"- „En de dochter van mevrouw uw moe der?" zei ik lachend. „O, ik, ik raak minder gemakkelijk in verrukking. Als u denkt, dat ik u be wonder moet u zoo goed zijn nog een tijdje te wachten. Ik ben niet gewoon licht over de menschelijke daden te oor- deelen, die gewoonlijk twee kanten heb ben. Ik geef toe dat uw manier van doen tegenover freule de Porhoët er mooi uit ziet, maarZij hield op, trok haar hoofd op, en ging door, op een ernsti- gen, bitteren en werkelijk beleedigenden toon: „Maar ik ben er niet zeker van, dat u haar niet het hof maakt, in de hoop van haar te erven". heeft om deze pijnen te verdrijven is een Mijnhardt's Poeder. Per stuk 8 ct. doos 45 ct. Bij Uw Drogist. (ingez. Me<Lj.. Een penning der Z. V. L. Naar een .schetsontwerp van een der leden v,an het Dag. bestuur der vereeniging heeft de heer H. J. Etien- ne te Delft een bronzen penning gemo delleerd, die door het bestuur aan vaard en vastgesteld is als de officieele penning der Zeeuwsché Vereeniging voor Luchtvaart. De voorzijd(e ver toont, op den grondslag van het Zeeuw- sche wapen, ,een gevleugelde forsche leeuw, nu echter aan de zee geheel ontworsteld en met zwaren vleugelslag boven de golven vliegend, met ,als randschrift: „Luctando Emersi et Nunc Super Undas Volo." In de afsnede de initialen Z. V. L. De keerzijde bevat den naam der vereeniging als randschrift, met in het midden-boven het embleem der Z. V, L,: opgaande zon, vliegende meeuw en golftop; daaronder ruimte voor inscriptie. De penning kan in brons, zilver of goud worden uitgereikt flan hen, die zich ten aanzien van de doeleinden, welke de vereeniging voorstaat, ver dienstelijk hebben gemaakt. Voor het Crisis Comité, Het was gisterenavond tamelijk be zet in den Schouwburg, maar er waren toch veel te veel ledige plaatsen, ten eerste voor het goede doel, versterking van de kas van het crisiscomité B, en ten tweede omdat niet nog veel meer personen hebben genoten van het spel van de leden van de Kunstclub, bij de reprise van „Weekend." De heer L. Onderdijk heeft namens 't crisiscomité B voor den aanvang van de uitvoering dank gebracht aan de Kunst club voor het geven van dezen avond, en er zijn spijt over uitgedrukt dat er niet meer personen waren, mede in het belang van het streven van het comité, het steun in natura verleenen aan de gezinnen, die dit 't hardst noodig heb ben. Mr. N.J-G. Sikkel heeft namens cle Kunstclub geantwoord, maar er daarbij opgewezen, dat ook de Toonders Band belangloos medewerkte voor het goede doel en dat ook van vele andere zijden die medewerking is verkregen. De spelers oogstten ook nu veel suc ces met hun vlot spel. De opbrengst ten bate van een Koningin Emma-monument te Middel burg, Zaterdag te Terneuzen ge houden, heeft opgebracht f 42,82, Nadat gisteren in alle drie kies kringen de reeds eerder gepubliceerde lijsten van zes partijen, die ook nu leden in den raad hebben, nml- de anti rev., de Chr, Hist., de R.K., de Vrijheidsbond, de Vrijz. Dem- en de S.D.A.P., waren inge leverd, kwam er ter elfder ure nog in ieder der districten I en III nog een lijst en wel van de Rev. S.A.P., bevattende de volgende namen: J. Stroo, J. J. Joosse, M- A. Post, J. J. ten Hacken. VROUWENPOLDER. Voor de op 19 Juni te houden stemming ter verkiezing van leden van den Gemeenteraad zijn gisteren ingeleverd de volgende Hjstens Anti-Rev.: afd. Vrouwenpolder: L. Maas, A. van Dis, W. Maas Azn., W. Ik voelde, dat ik verbleekte. Even wel, toen ik er over nadacht, dat het bespottelijk was dit jonge meisje ruw aan te pakken, hield ik mij in en ant woordde gewichtig: „Sta mij toe, juf frouw, u ernstig te beklagen". Zij leek erg verrast. „Mij te beklagen, mijnheer?" „Ja, juffrouw, u moet het maar goed vinden, dat ik tegenover u uiting gaf van mijn eerbiedig medelijden, waarop u, naar mij schijnt, recht hebt". „Medelijden!" zei ze, terwijl zij haar paard stil liet staan, en langzaam haar door minachting half gesloten oogen naar mij toekeerde. Ik heb niet het voor recht u !e begrijpen!" „Dat is echter heel eenvoudig, juf frouw. Al de désillusie over het goede, dc twijfel en de dorheid van ziel, de bitterste vruchten zijn van een lange le venservaring, dan verdient niets in 'de wereid meer medelijden dan een hart, dat al verwelkt is door argwaan vóór 'f geleefd heeft". „Mijnheer", antwoordde juffrouw Ls- roque, met een heftigheid, welke geheel verschilde van haar gewone wijze van spreken, „u weet niet waarover u praat! En", voegde zij er streng bij, „u vergeet tot wie u spreekt!" „Dat is waar, juffrouw", antwoordde ik beleefd, terwijl ik boog, „ik praat een beetje zonder dat ik weet wat, en ik vergeet een beetje, tot wie ik spreek, maar u hebt het voorbeeld gegeven", (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1935 | | pagina 5