GOESCHE COURANT^ DE SPOOR HOUT-AFFAIRE. BINNENLAND» WEER EN WIND. NUMMER 107, TWEE BLADEN, DINSDAG 7 MEI 1935, EERSTE BLAD, 178e JAARGANG, De Brief van dr. Banning. Ws- An- fevers lisme" itiek" door :reld). |laar", ie [Maar te en hniek, be lle il- door I vlie- de chef ïchn. Cor- di- hun circa bk is feit het |naar Ilitz, -be- -'36, ^gen ïten dat ef- ik Ivan liet, bnte fuk- iten Pons ïlen fbe- ider /as »der der ga- /an Pen. de de /an rar an- /at md ar- >er in- sn- ca- en :n, gd o- ds n. te MIDDELBURGSCHE COURANT Dagblad Voor Middelburg, Goes en agent schap Vlissingen 2.30, elders 2.50 per kwartaal Week-abonn. in Middelburg en Goes 18 ct. p. w. Advertentiën 30 ct. per regel, ingez. mededeelingen 60 ct. p. r. contr. voor beide veel lager; tar. op aanvr. g.' IIII III II M—MggP— Uitgeefster Naamlooze Vennootschap „De Middelburgsche Courant"; Bureaux "Lange Sint Pieterstraat te Middelburg. Telefoon Redactie 269, Administratie 139 Postrekeni ng no. 43255 Kantoor te GOES: Turfkade, telefoon 17. Aangesloten bij het Bureau voor Publiciteitswaar de der Vereeniging de Nederlandsche Dagbladpers. Familieberichten en dankbetuigingen 1'i regels 2.10, elke r. m. 30 ct. Rubriek „Kleine Advertentiën", ten hoogste 6 regel», a 75 ct. bij vooruitbetaling Adv. mei „Brieven" of „Bevragen bureau dezer cou rant" 10 ct. extra Bewysnommers 5 cent. Men kan de poStieke journalistiek op tweederlei wijze bedrijven: van on der op en van boven af. Elk dezer me thoden heeft zijn voor en z'n tegen. Van onder op wil zeggen: altijd en overal den tegenstander, of de onder scheidene tegenstanders, op den voet volgen; elk slakje dat de moeite waard schijnt, met zout beleggen. Dus doende verdedigt men eigen erf met de voort durende opmerkzaamheid van een goe den waakhond tegen vreemde indrin gers. Men kan echter ook er naar streven, de groote lijnen te zoeken; deze lijnen een enkele maal zoo duidelijk mogelijk te trekken, en verder een en ander maar wat overlaten aan het goede in zicht van de krantenlezers, die hun eigen oordeel immers toch hebben Als gezegd: voor elk dezer twee wij zen van politieke journalistiek bedrij ven valt iets te zeggen een ieder past ze, naar de tijdsomstandigheden en naar zijn inzicht toe. a e Toen wij dezer dagen den brief van dr. Banning, lid van het partijbestuur der S. D. A. P. onvingen kwam dit onderscheid direct in ons op. Men zou al een droevig soort journalist moeten zijn, indien men uit Bannings brief niet zou hebben gelezen den waardigen toon, er niet uit zou hebben verstaan den eerlijken en breeden opzet, boven al er niet in gevoeld zou hebben het warm kloppende hart. Deze brief was een warm pleidooi, sterker: een harte- kreet naar sociale rechtvaardigheid en geestelijke volkskracht en als zooda nig verdiende dit mannenwoord in grooten stijl onder de oogen van onze lezers te komen. De brief van dr. Banning verdient nog meer: hij geeft den schrijver recht op een antwoord, dat voldoet aan de eischen die hij in zijn voorlaatste ali nea formuleert: te zijn bezonnen, eer lijk en waardig. Maar zonder eenig antwoord mag zijn brief hier zeker ook niet blijven. Daarom mogen nu te dezer plaatse enkele opmerkingen volgen, enkele be zwaren geformuleerd worden. Van de tailkritiek, van het aanvoeren van ge beurtenissen die in vaak schrille tegen stelling zijn met door dr. Banning nu ge stelde, erkende of toegegeven eischen het geval met de „Zeven Provinci ën' stakersterreur ten opzichte van werkwilligen inplaats van de dierzijds verlangde „vrijheid", etc. zullen wij ons verder onthouden, teneinde, als de schrijver van den open brief, op het terrein der principieële waarden te blijven. In de eerste plaats dan hebben wij er bezwaar tegen, dat dr. Banning, zelfs van de groote hoogte waartoe hij inder daad in dezen brief gestegen is, töch nog van een arbeiders- of een arbei dende klasse spreekt. Dit is niet in overeenstemming met de werkelijk heid en slechts verklaarbaar uit het feit, dat hij lid is van een zich noemen de arbeiders-partij. Van de 6% millioen Nederlanders van 1565 jaar behooren toch zeker 5 millioen of meer tot de arbeidersklasse; indien men dit begrip nu eenmaal wenscht aan te houden, dan moet men er onder ver staan de lieden, die werken voor hun brood. De een doet dat zus, de an der zoo; de heer Colijn en de heer Al- barda, dr. Banning en schrijver dezes, met hun hoofd en hun vulpen; anderen met hun hoofd en hun spieren, spade of ander werktuig hanteerend. Maar lui lakkende opteerders van geërfde dui ten zijn er niet zoo heel veel. In de tweede plaats, en dit is ons voornaamste bezwaar, onderschat dr. Banning het groote aandeel dat de po litieke partij, van welks hoofdbestuur hij thans deel uitmaakt, gehad heeft in het veroorzaken van de „geestelijke lamlendigheid" die hij zoo terecht he kelt; in de verscheuring van ons volk, hetwelk hij ook zoo gaarne wil zien als een volksg e h e e 1 in het opzwepen van haat en hartstocht tegen „de bour geois en de kapitalisten", als hoedanig de minder scherp dan dr. Banning dis- crimine erende partijgenooten min of meer alle niet-s.d.a.p.-ers leerden zien; in de geestelijke leegheid die in veler hoofden en harten moest komen omdat oude geestelijke waarden wegvielen, terwijl het socialisme met zijn materialis- Zie de ns, 104 en 105 van ons blad. tischen grondslag en zijn, steeds als bijkomstigheid aanwezigen „ideologi- schen bovenbouw", in wezen niet in staat was, nieuwe, even echte, even wa re, even diepe en hooge geestelijke waarden daarvoor in de plaats te stel len. Dr. Banning erkent veel onzes be dunkens zóóveel, dat niet alle partij-in stanties het hem even vriendelijk zullen afnemen. In dat opzicht kunnen wij el kaar dan de hand reiken. Wij hebben te onzen opzichte ook zoo een en ander in die richting geschreven. Wij willen gaarne erkennen, dat het socialisme als organisatie van i'n on rechtvaardige verdrukking levende ar beiders dit n u verstaan in den oor- spronkelijken zin van „werklieden" volstrekt noodzakelijk was. Alleen be treuren wij het nog steeds, dat de orga nisatie en de strijd voor sociale recht vaardigheid der arbeiders gekoppeld moest worden aan de valsche economi sche theorie of ideologie van het soci alisme of Marxisme waarmede deze strijd op zichzelf niets te maken had! Om het eens paradoxaal-duidelijk te zeggen: indien de 800.000 mannen en vrouwen, die in 1933 op de S.D.A.P. stemden, morgen aan den dag tot de Li berale Staatspartij toetraden; het be ginselprogramma daarvan onderteeken den zij kunnen het doen en zich door liberale afgevaardigden, mede van hun keuze in het parlement lieten verte genwoordigen, dan zou de „arbeiders klasse" het inzake de sociale rechtvaar digheid even ver brengen of houden, als thans het geval is. Met andere woor den: Marxistisch socialisme en sociale rechtvaardigheid hebben niets met el kaar te maken, en het is een groote fout van de onkerkelijke arbeidersorga nisaties, dat zij deze twee zaken aan- eenkoppelde, zoo als zij het N.V.V. aan j de S.D.A.P, uithuwelijkte. Dr. Banning onderschat derhal- j ve het aandeel van zijn partij in het t e- jj weegbrengen van den hoogst on- j bevredigenden politieken toestand van vandaag; hij overschat daarente- gen de waarde van het socialisme als be schavingsfactor, en wanneer hij, in zijn oprecht idealisme, zoover gaat te stel len, dat het de socialistische massa „aan onze nationale cultuur" heeft verbonden, dan moeten wij tegen deze voorstelling van zaken toch wel op z'n zachtst gezegd, ernstig bezwaar maken. Wij zouden voor onszelven, voor dr. Banning voor zijn partij en voor het Nederlandsche volk zeggen: was het maar waar! Maar genoeg hiervan. Behalve het hiervoren gestelde is er veel laten we zeggen: het wijsgeerige gedeelte van dr. Bannings betoog waarmede we in hoofdzaak van harte gaarne instemmen. En zijn slotwoor den: „Nü het Hollandse volk sterk te maken door het de vrijheid vurig te doen liefhebben, door rechtvaardige so ciale verhoudingen te helpen stichten in het verband van een internationale rechtsorde dat is een taak, die past én bij de diepe ernst van deze tijd èn bij de aard van ons volk", onderschrijven wij gaarne al zullen wij er misschien wel eens andere consequenties uit trek ken, de bevordering hiervan op andere wijze voorstaan, dan dr. Banning zich dat zal denken. Maar dan gelden zijn eigen woorden weer: „men kan recht vaardigheid en vrijheid op vele plaatsen dienen." Een wijs mensch zal zijn gedachten nooit bloot leggen voor 'n ander, wan neer hij diens gedachten niet kent. VERVROEGDE PENSIONNEERING SPOORWEGPERSONEEL. Naar de Stand, van de zijde van den Prot. Chr, Bond v. Sp.- en Tramwegper soneel verneemt, heeft de dirctie der Ned- Spoorwegen besloten met het oog op het groote overcompleet van locomo tief- en remise-personeel, met ingang van 9 Juni a.s. te pensionneeren alle machinisten, geboren in 1876, 1877 en 1878, alsmede een gedeelte van de ma chinisten geboren in 1879, voorts alle keteïwasschers, kolendragers en stokers in de locomotief-loods, geboren in 1878. alsmede een gedeelte van degenen ge boren in 1879. Deze vervroegde pen- sionneering loopt over ongeveer 139 man. BESCHERMING TEGEN LUCHT AANVALLEN. Naar de „Tel." verneemt, heeft het reeds eerder aangekondigde wetsont werp, bevattende „algemeene regelen" voor de bescherming van de burgerbe volking tegen aanvallen uit de lucht den Raad van State gepasseerd. Het kabinet heeft er prijs pp gesteld, het ontwerp, alvorens het wordt ingediend, met de door den Raad van State gemaakte op merkingen, in zijn geheel nog nader te bespreken- Waarschijnlijk zal dit nu in den Dins dag a.s. te houden ministerraad geschie den. Vereenigt de regeering zich met de eindredactie, dan is indiening bij de Tweede Kamer zeer spoedig te ver wachten. KONINGIN ASTRID NAAR NOORDWIJK. Uit Brussel meldt V.D., dat Koningin Astrid dezen zomer enkele weken te Noordwijk zal doorbrengen, om daar, evenals haar kinderen, de Nederlandsche taal, welke zij met haar Vlaamsche on derdanen „sierlijk" wenscht te kunnen spreken, geheel machtig te worden. PROF. VERAART GEEFT HET OP. Naar de Msb verneemt heeft Prof. Dr. J. A. Veraart besloten, zich geheel uit het practische politieke leven terug te trekken. De uitslag der verkiezingen der Prov. Staten heeft hem er van over tuigd, dat langs den gekozen weg voor de verwèzelijking van zijn politieke denk beelden niets is te bereiken Hij heeft dan ook aan het bestuur van de Katholiek- Democratische Partij, onder dankzeg- j ging voor de ondervonden medewerking j en het geschonken vertrouwen, bericht, dat hij het voorzitterschap der Partij j neerlegt. Ds. VAN HOOGENHUIJZE EN DE j AANGERANDE N.S,B.-er. Elders in dit blad vindt men, de voor-1 stelling van zaken die „Het Volk" geeft; van het geval van den N.S.B.-er, die mj een ziekenhuis getreiterd zou zijn. Naar j aanleiding daarvan schrijft ds. A. van Hoogenhuyze aan de „Tel." o.m. het volgende: „Nu enkele bladen de waarheid onzer mededeelingen in zake de ziekenhuisge schiedenis den naam van het zieken huis hebben wij in ons artikel zorgvuldig vermeden te noemen in twijfel trek ken, willen wij dienaangaande een nadere verklaring geven. Met de directie hebben wij een onder houd gehad en met haar de zaak be sproken. Voorop sta, dat wij ons slechts lieten leiden door het belang van den jongen man zelf. Mochten wij te haastig geweest zijn in ons oordeel, dan willen wij on omwonden amende honorable maken. Maar vooralsnog zijn wij daarvan aller minst overtuigd. Wij hebben de zeer besliste verkla ringen van den jongen man; aan allen, familie en niet-familie, heeft de jonge man precies hetzelfde verhaal ge daan. Fantasie zou hem o.i. nu eens dit en dat dan doen zeggen. Drie dagen na mijn bezoek vertelt ons zijn vader, dat zijn zoon het zieken huis verlaten heeft omdat hij het er niet meer uithouden kon. Hij gaat dus weg niettegenstaande 't feit, dat hij nog niet eten kon; hij heeft dan ook in den ander- halven dag, dat hij thuis was, zoo goed als niets gegeten. Zou hij willens en wetens zijn beterschap tegenwerken, als hij het er wel had kunnen uithouden? In het Diaconessenhuis is hij in ruim veertien dagen geestelijk meer vooruit gekomen dan in de vier weken doorge bracht in het andere ziekenhuis. De door hem ontvangen bloemen wer den ontdaan van de linten, doch zij waren er afgedaan n a dat de bloemen de zaal werden binnengebracht. Dit detail vereischt dus correctie, maar het feit staat vast. Het zingen van „De Internationale" en van „Morgenrood" zou slechts een maal en dan nog fluisterend zijn ge beurd. Daartegenover staat de stellige verklaring van den patiënt, bevestigd door een andere patiënt, dat als er geen zusters aanwezig waren, maar wel een enkele broeder, meermalen tweestem mig die liederen gezongen werden. „Volk en Vaderland" mocht hij lezen, maar het niemand doorgeven; „Het Volk" daarentegen ging van hand tot hand. „Het Volk" wordt beschouwd als een van de groote dagbladen. „Volk en Vaderland" als een partijblad. Het aanzetten van de Vara op Zon dagmorgen, toen om een kerkdienst ge vraagd v/as, wordt ontkend. Tegenover die ontkenning staat de besliste ver klaring van den jongen man, door een der patiënten bevestigd, dat den eersten Zondag, dat hij er was, 24 Maart door hem gevraagd werd een kerkdienst aan te zetten, indien Huizen geen kerkdienst had dan Bloemendaal, waar eiken Zon dag een kerkdienst is. In plaats daarvan wordt van 10.10 tot 10.55 de Vara aan gezet met een socialistische toespraak over de mijnbedrijven. Deze vier feiten waren door ons in ons artikel genoemd. Ten slotte de jonge man zelf is nu zoover hersteld, dat hij dezer dagen het Diaconessenhuis kan verlaten, om dan naar een herstellingsoord te gaan, ten einde geestelijk weer op krachten te komen. Voor zijn verpleging is tot onze groote dankbaarheid in één week uit het ge- heele land, ruim 1800 bij ons binnenge komen." Tot zoover ds. Van Hoogenhuyze. De „Tel." teekent er o.m. nog bij aan: „Van meer openbaar belang dan een vervolging van ds. Van H., die in het ergste geval wat te sterk heeft meege leefd met het slachtoffer van een bru talen overval, schijnt het ons, dat de Justitie tot een resultaat komt in het onderzoek naar den pleger van deze mishandeling. Dergelijke aanslagen op den publieken weg moeten snel en streng gestraft worden. Ten minste vijftig personen weten wie van deze mishandeling de schuld draagt. En, zou dan de Justitie alleen het n i e 6 te weten kunnen komen? Het is eert ergerlijk feit dat men er nog niet in gej slaagd is den bedrijver van den overval achter slot en grendel te brengen!" Middelburg, 7-V-'35. Maandag: hoog ste luchttemperatuur 22.7 °C (73 °F); laagste 10 °C (50 °F). Heden 9 h: 12.2 °C; 12 h: >15.4 °C. Geen regen of neer slag. Hoogste barometerstand te dezer stede, in het afgeloopen etmaal: 775 mm; laagste 772 mm. Hoogste barometerstand in het Euro- peesche waarnemingsgebied: 773.6 mm te Valentia en Stornoway; laagste 758.5 mm te Helsingfors. Verwachting tot morgenavond: Matige, later wellicht afnemende, N. tot N.O. wind, gedeeltelijk bewolkt, wei nig of geen regen, aanvankelijk kouder, later iets zachter. PPP i Zon op: 4 h 21; onder: 19 h 33. Licht op: 20 h 03. Maan op: 7 h 28; E.K. 10 Mei. Hoog- en Laagwater te Vlissingen. Westkapelle is 28 min. en Domburg 23 min. vroeger; Veere is 38 min. later, (S Springtij.) Di. Wo. Do. Mei. Hoogwater. 4.05 16.26 4.51 17.08 5.37 17.56 Laagwater. 10.28 22.52 11.06 23.35 11.45 Hoog- en Laagwater te Wemeldinge. Mei. Di. Wo. Do. 7 8 9 Hoogwater, 5.57 18.21 6.39 19.00 7.22 19.44 Laagwater. 11.34 23.55 12.13 0.37 12.53 Van corruptie is geen sprake, maar deugen doet de zaak ook niet. Er is de laatste jaren heel wat te doen geweest over de verhouding tusschen de Ned. Spoorwegen en de N.V. „Spoor- hout", een N.V. die tot stand gekomen in samenwerking met de Spoorwegen vrijwel uitsluitend het recht van hout leveranties aan de spoorwegen kreeg. In het bijzonder bij de behandeling van de Rijksbegrooting voor 1934 door de Twee de Kamer is deze relatie aan zeer ern stige critiek onderworpen en zoowel in het voorloopig als in het eindsverslag werd een groot aantal vragen geformu leerd. Teneinde een juist oordeel over deze zaak te kunnen krijgen waaromtrent geruchten van corruptie liepen, heeft de Tweede Kamer toen met instemming van de regeering een commissie van on derzoek ingesteld, waarin werden be noemd de Kamerleden Van der Waer- den, Suring, Van Dijk, Rutgers van Ro zenburg en Joekes. In een zeer uitvoerig rapport brengt deze commissie thans verslag van haar werk uit. Zij zet daarin op de eerste plaats in den breede uiteen de wijze, waarop de de N.V. Spoorhout in 1930 is tot stand gekomen. De Ned. Spoorwegen zouden daarvan 55 pet. der aandeelen bezitten, de houthandelaar de heer Wolf 45 pet., terwijl deze laatste directeur zou wor den. Van de commissarissen zouden er twee door de Nederlandsche Spoorwe gen en een door den heer Wolf benoemd worden. De Nederl- Spoorwegen verbonden zich jaarlijks 80 pet. van hun behoefte aan hout (dwarsliggers, wisselhout etc.) vati de N.V. te koopen, de N.V. verbond zich dat hout aan de Ned. Spoorwegen te leveren voor de laagste prijzen waar voor anderen soortgelijke leveringen aan de Ned. Soorwegen doen of willen doen of waarvoor overeenkomstige ma terialen op de vrije markt verhandeld worden. Tot dusver had de heer Wolf aan de Nederl. Spoorwegen hout geleverd in zijn kwaliteit aanvankelijk van verte genwoordiger van Calders Ltd. te Lon den en later als vennoot der fa. S. Gok- kes Jr. te 's-Gravenhage. Van de zuivere winst zou eerst 5 pet. aan de aandeelhouders komen. Van het meerdere kwam 20 pet. aan den direc teur en den op zijn voordracht benoem den commissaris tezamen; 15 pet. aan het reservefonds, totdat dit een bedrag van 100.000 zou hebben bereikt en de rest aan de aandeelhouders. De op voordracht van de Spoorwegen benoemde commissarissen ontvingen niets. In het contract tusschen de Spoorwe gen en de N;V. Spoorhout werd o.a. de volgende bepaling opgenomen: „De spoorwegen zullen ten minste 80 pet. van hun behoefte aan dwarsliggers, wisselhout, stamhout en slijtplankjes van Spoorhout betrekken, tenzij deze niet in staat blijkt om tijdig het benoo- digde van de vereischte kwaliteit te le veren, in welk geval de Spoorwegen vrij blijven om elders dat hout te koopen. De prijzen waarvoor de Spoorwegen van Spoorhout zullen koopen, zullen niet hooger zijn dan die, waarvoor het zelfde artikel aan de Spoorwegen door anderen wordt aangeboden of waarvoor het op de vrije markt verhandeld wordt." Eenzijdige bevoordeeling. Een van de bedenkingen, die rees te gen de oprichting van de N.V. was, dat daarmee andere Nederlandsche houtle veranciers van leverantie aan de Spoor wegen goeddeels werden uitgesloten. In woord en geschrift hebben de houthan delaren daar telkens op gewezen. De commissie, die deze klacht onder zocht, komt tot de conclusie, dat inder daad de N.V- Spoorhout het hout groo- tendeels van Gokkes betreft, doch, dat is voor de Spoorwegen, wat de betaalde prijzen betreft, geenszins onvoordeelig geweest. Is de commissie op deze gronden ge neigd aan te nemen, dat het algemeen belang door het gunnen in de latere ja ren van het grootste deel der houtleve ranties aan Gokkes en Spoorhout zeker niet minder is gebaat dan geschaad, zij meent er op te moeten wijzen, dat, zou bij bestendiging van de verhouding tus schen de Spoorwegen en Spoorhout een zelfde getuigenis ook in de toekomst mogelijk willen zijn, in elk geval zorg zou moeten worden gedragen, dat steeds door het uitlokken van aanbiedingen van andere handelaren, een prijsverge lijking mogelijk is. Nadeel voor den Neder- landschen boschbouw? Ook is de bedenking gerezen, dat de verhouding tusschen de Spoorwegen en Spoorhout een ernstig nadeel zou be- teekenen voor den Nederlandschen boschbouw, wijl de laatstgenoemde ven nootschap het door haar aan de Spoor wegen te leveren hout zonder uitzon dering uit het buitenland betrekt. Die tak van het bedrijf toch is voor een groot deel van de mogelijkheid van leve-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1935 | | pagina 1