Het bezuinigingsontwerp bij de Tweede Kamer ingediend. AKKERTJES KRONIEK van den DAG. TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE COURANT) VAN MAANDAG 29 APRIL 1935. No. 100. De regeering sfelf een bezuiniging van in totaal 77 miüioen voor Safaris- en pensioenveriaging Besparing op on derwijspersoneel en beperking van bij zondere lagere scholen Uitzicht op enkele belastingverlagingen. reJl;,ey°j c, j i zet de regeering het volgende uiteen: Niet ieder cachet is een "AKKER"-Cachet De komende Donau-conïerentie te Rome Zal Duitschlar zich alzijdig houden? Italië en het gevaar van het opdrin gende „Deutschtum" Een geforceerde politiek Vele Oostenrijkers zullen niet veel van het Italiaansche bescherm heerschap moeten hebben Het groot probleem voorshands onoplosbaar. Zooals men weet zal tegen het eind van de volgende maand of in het begin van Juni te Rome de z.g. Donau-confe- rentie worden gehouden, waarvan het voornaamste doel zal zijn het opstellen eener conventie, welke de onafhanke lijkheid van Oostenrijk voorgoed moet garandeeren. Behalve de staten van Midden-Europa en Frankrijk, Italië en Engeland zou ook Duitschland aan deze bijeenkomst moeten deelnemen. Het is echter lang niet zeker, dat de Duitschers de uitnoodiging aannemen. Men heeft den laatsten tijd hooren verluiden, dat de Duitsche regeering er weinig voor voelt, aangezien ze in haar hart niets van een garantie van Oostenrijk's onaf hankelijkheid wil weten Berlijn zou van oordeel zijn, dat te eeniger tijd Oosten rijk hoe dan ook bij Duitschland inge lijfd moet worden. Een afwijzende houding lijkt op t oogenblik echter niet verstandig, daar zonder Duitsche deelneming de conven tie vermoedelijk ook tot stand komt en ze dan gemakkelijk het karakter kan aannemen van een tegen Duitschland gericht pact. Op den keper beschouwd zal ze dat karakter weliswaar in elk geval in meer of mindere mate moeten krijgen, omdat Oostenrijk's onafhanke lijk voorshands alleen maar door Duitschland bedreigd wordt. Maar als de Duitschers een woordje te Rome meespreken, kunnen ze er allicht iets aan doen, om den vorm van het verdrag eenigszins met hun ideeën overeen te brengen. Men voorkwam dan tevens dat Oostenrijk nog meer dan thans het ge val is, als een soort van protectoraat van Italië beschouwd moest worden. Immers ondanks alle beweringen van het tegendeel, bekleedt Italië op het oogenblik de functie van Oostenrijks bij zonderen beschermheer. Zonder de goed keuring van Mussolini kan Oostenrijk op buitenlandsch politiek gebied geen stap verzetten, en ook de binnenland- sche politiek der Weensche regeering is in vele opzichten van Italië afhankelijk. Oostenrijk vormt nu eenmaal voor Italië het voornaamste bolwerk tegen het „Deutschtum" dat in zijn meer dan dui zend jaren ouden drang naar het Zuiden gereed staat, over den Brenner te trek ken en de posities te hernemen, welke het daar onder de Donaumonarchie be zeten heeft. Het is niet alleen voor het verlies van het door Duitsche Tirolers bewoonde gebied van Trente dat de Ita lianen bevreesd zijn! zij duchten het her stel van de Duitsche macht in de ge- heele provincie Venetië en wellicht in nog grooter deelen van Noord-Italië. De Italiaansche geschiedenis sedert het ver val van het Romeinsche rijk is er, om die vrees te motiveeren, maar niettemin doet de Italiaansche politiek om het ge vaar te keeren, toch geforceerd en on natuurlijk aan. Immers, om zich tegen het gevaar van het Deutschtum te weren maakt Italië gebruik van een bolwerk dat door Duitschers bewoond wordt. Het schept zich bijzondere voorrechten in het Duitsche land, dat Oostenrijk toch is, om het Duitsche gevaar te stuiten, en het wil dezen toestand door de Donau- conferentie gesanctionneerd zien. Nu kan men zeggen, dat de bevolking van Oostenrijk toch wel zóó ,anders ge aard is dan die van Noord-Duitschland, dat zij van de invoering van een regime gelijk in het Derde Rijk onder Hitier heerscht, niet wil weten, en dat zij, om haar tegen „gelijkschakeling" te be schermen, den steun van een machtigen buurman van nöode heeft. Deze stelling hoort men voortdurend uiten, en er zijn ook wel bewijzen voor aan te voeren, maar de zekerheid, dat de overgroote meerderheid der Oostenrijkers tegen den „Anschluss" gekant is, heeft men niet, en zal men ook nimmer kunnen krijgen. Het door de Duitschers ge vraagde middel van een volksstemming is niet toe te passen en trouwens ook ondeugdelijk. De ervaring heeft geleerd, dat men uiterst voorzichtig moet zijn met dergelijke volksstemmingen, die 'n broedplaats van valsche leuzen en de magogie zijn, een land in opschudding brengen en tenslotte lang niet altijd 'n waar beeld van de gezindheid van zijn bewoners opleveren. Wel staat vast, dat een groot deel van het Oostenrijksche volk niet bepaald is ingenomen met het Italiaansche "be schermheerschap, ook ,al lijken de heer- ren, die te Weenen de lakens uitdee- len, er hun ziel en zaligheid aan ver pand te hebben. Met name de Tirolers hebben geen goed oog op de Italianen. In Oostenrijksch Tirol staart men nog altijd op de bergen, die men drie en een half jaar met volkomen succes te- gen de Italianen verdedigde en die men vervolgens toch door een vredesver-1 drag verloor. Daardoor werden diepe wonden geslagen, wonden, die tot op den d,ag van vandaag niet zijn geheeld. Men beseft, dat Italië de onafhankelijk heid van Oostenrijk slechts begeert, om te kunnen behouden, w,at het van Oostenrijk heeft afgenomen. Als het opi stemmen aankwam, zou 't daarom zeer de vraag zijn, wat 't zwaarst zou wegen: het niet met den volksaard overeen stemmende, maar dan tenminste Duit sche bewind van Berlijn, of de onaf hankelijkheid onder Italiaansche voogdij. Het is natuurlijk allerminst de be doeling van de Donau-conferentie, om het Italiaansche beschermheerschap in 'n verdrag neer te leggen. Integendeel, uit weloverwogen eigen belang zal de Ita liaansche diplomatie alles doen, om te betoogen, dat Oostenrijk volkomen on afhankelijk is en dat de te sluiten con ventie slechts dient, om die onafhanke lijkheid te garandeeren, zonder meer. Maar wat beteekent zulks tenslotte als men weet, dat in werkelijkheid Italië voortdurend gereed staat, om te vuur en te zwaard Oostenrijk tegen elke po ging tot aansluiting bij Duitschland te „verdedigen", zoo noodig zelfs tegen den reeds De regeering-Colijn heeit thans bij de regelen met betrekking tot de publiek- Tweede Kamer ingediend het algemeene rechtelijke huishoudingen, daarnaast bezuinigingsontwerp, dat door alle mi nisters is onderteekend. Er worden in grijpende besparingen op de publieke wil der Oostenrijkers in. Wie dit be- verlaagd moesten worden, acht de re- denkt, beseft ook, dat de Donau-confe- geering het niet onbillijk, dat de pen- rentie nooit meer dan een tijdelijke op- sioenen van hen, die het voordeel heb- lossing zal kunnen brengen, zij het dan, beii genoten, naar een vroegeren op hei dat dit tijdelijk hopelijk, een l,ange pe- fooogg salarispeil berustenden grondslag riocle mag beteekenen. Latent blijft het zijn gepensionneerd, worden omge- probleem dus in elk geval bestaan, maar rekend naar den legenw00rdigen lag2. het zal gevaarlijker zijn zonder dan ren grondslag De hferuit VOOrtvloeien- met deelneming van de Duitschers aan s de Donau-conferentie. Doen ze mee en de pensioensverlaging zal in geen geval lukt het met hun hulp een conventie ™eer dan 10 pet bedragen Ook voor in mekaar te timmeren, dan kan een de verdere uitwerking van dit beginsel ontspanning intreden, welke misschien ls aen sPecia.e commissie aangewezen, op den duur hoe, zal natuurlijk moe-1 Het laats*e bestanddeel van de boven- ten blijken de voorwaarden voor een genoemde f 15 millioen wordt geleverd bevredigender regeling schept. Doen ze door een maatregel met betrekking tot niet mee, dan zal het wantrouwen tegen de wachtgelders. Berlijn nog meer toenemen en wordt Het ligt in de bedoeling, wachtgelders de politieke situatie in Europa dus nog niet meer voor herplaatsing in aanmer- weer een beetje onbehagelijker dan ze king komende, naar het Pensioenfonds over te brengen. Tegelijkertijd moet dan echter het Pensioenfonds worden ont- last en om dit te bereiken is aan de bovengenoemde commissie tevens op gedragen een verdere unificatie van pensioenaarispraken voor te bereiden, en voorts na te gaan, of niet onder de Pen sioenwet 1922 ambtenaren of groepen van ambtenaren zijn gebracht, die daar onder volgens den aard van hun dienst verband niet thuis behooren; bij beves tigende beantwoording van deze vraag, zal onderzocht moeten worden, of 't mo gelijk zal zijn, 't Pensioenfonds te oiit- lasten van de aanspraken van de reeds in dienst zijnde tot deze categorie be- hcorende ambtenaren (b.v, door uitkee- ring van de te hunnen behoeve gekweek te wiskundige reserve of door terugbe taling van de eigen bijdragen of door voor hen te reserveeren het bedrag, dat zij zonden hebben ontvangen, indien zij on 1 Jan. 1936 g'epensionneerd waren of op eenige andere wijze). huishouding in voorgesteld tot een totaal bedrag van 77 millioen; terwijl daarnaast enkele belastingverlagingen in uitzicht zijn gesteld. ïn de Memorie van Toelichting zet de regeering uiteen, dat zij op de minst pijnlijke wijze de overheidshuishouding sneller dan thans geschied, wenscht te doen aanpassen aan de gewijzigde be staansvoorwaarden, waaronder het Ne- derlandsche volk naar het zich laat aanzien voor langen tijd zal moeten leven. Zij acht dit onafwijsbaar noodza kelijk, omdat de reserves der volkshuis houding in steeds sneller tempo worden opgeteerd, zonder dat uitzicht bestaat, dat deze optering de overbrugging van een tijdelijke inzinking zal kunnen mo gelijk maken. Het tekort op de begcooting 1935, dat oorspronkelijk was becijferd op 30 mil lioen, moet nader worden geraamd op 73 millioen, terwijl indien geen bij zondere maatregelen werden getroffen voor 1936 een tekort van 75 millioen te wachten staat. Tegenover dit laatste bedrag staan intusschen 20 millioen uit reeds eerder genomen bezuinigingsmaat regelen. Wordt het thans ingediende wetsontwerp dus aangenomen, dan zal men op den duur weer wat kunnen over houden en met het oog daarop nu stelt de regeering de verlaging van enkele belastingen in uitzicht. Hierbij wordt in de eerste plaats ge dacht aan een vermindering van de op centen op de aanslagen in de grondbe lasting wegens gebouwde eigendommen om de lasten op het huizenbezit, die op hun beurt een nadeeligen invloed oefe nen op het huurpeil, althans eenigermate te verminderen, en verder aan een ver mindering van de omzetbelasting op gas en electrische energie en aan een verla ging van de accijnzen op het gedistil leerd en het bier. HOE ER BEZUINIGD ZAL WORDEN. Het bedrag van 77 millioen, dat vol gens het onderhavige wetsontwerp be spaard zal worden, is als volgt over de verschillende departementen verdeeld: Algemeen, voor alle Depar tementen geldend 15.000.000 Buitenlandsche zaken 220.000 Justitie 530.000 Binnenlandsche zaken 600.000 Onderwijs, kunsten en we tenschappen 14.000.000 Financiën 9.650.000 Defensie 5.500.000 Waterstaat 14.150.000 Economische zaken 500.000 Sociale zaken 17.000.000 DE BEZUINIGINGEN OP HET ONDERWIJS. worden eenige wettelijke voorzieningen getroffen, die algemeene aanpassing j moeten bevorderen. In de eerste plaats wordt hier gewezen op het streven naar Ten aanzien yan dg diyerse bezuini_ een verder voortgezette daling van den gingen op de begroo}ing yan onderw:JS streeksche tX/dï'R^erï»W TT" perkt. Zij kan echter middelijk invloed T het l.o. is alleen te bereiken, hetzij uitoefenen, o.a. door onder bepaalde door belangrijke verlaging der sa ans- omstandigheden steun te onthouden aan hetzij door hernieuwde wijziging der werklooze arbeiders, behoorende tot be- leerlingenschaal. Vanneer van een dras- drijfsgroepen waarin de loonen niet of tische salarisvermindering wordt afge- niet voldoende aangepast zijn aan de tegenwoordige verhoudingen eri die daar door de werkloosheid in de hand wer ken. DE VOORNAAMSTE BEZUI NIGINGEN zien, is dus wijziging der leerlingen- schaal niet te ontgaan. Bij verdere ver hooging van de leerlingenschaal zou net resultaat zijn, dat op groote schaal on derwijzers worden vervangen door kweekelingen met akte, zonder dat voor I gewezen schijnt het, het in stituut van kweekeling met 'akte een wettel ij ke basis 88.000 100.000 niUÜT VAU11» 1 1 1 1 De voornaamste besparingen, welke in de rechtspositie dezer laatsten ook maar het plan zijn opgenomen, zijn de vol- lets werd geuaan. Vee: me er aan- gende: Vermindering der dienst- uitgaven der gezantschap pen en consulaten Bezuiniging op crimineele psychopatenzorg Overbrenging van het groot ste gedeelte van de werk zaamheid der deurwaarders in strafzaken naar de pos terijen Opheffing van de Armen raden Vervanging onderwijzers door kweekelingen Verhooging leerlingenschaal U.L.O Beperking aantal bijzondere te geven; hem een bepaalde belooning te verzekeren; maar dan ook gelijktijdig te regelen, in welken omvang hij geleidelijk voor den gewonen onder wijzer in de plaats moet treden- Wordt I deze weg ingeslagen, dan is ook een j nieuwe verhooging van de cijfers der 200.000 leerlingenschaal niet noodzakelijk, maar kan met behoud der ge'dende getallen, 79.272 i althans in hoofdzaak, het vereischte re- sultaat worden bereikt. 8 a 9 mil. In dezen gedachtengang is de voor- gedragen wijziging van art. 28 der L.o.- 1.500.000 wet 1920 opgesteld. Voorts zal voortaan bij het gewoon lagere scholen 1.000.000 j lager onderwijs de aanstelling van z.g. Inkrimping aantal kweek- i boventallige leerkrachten niet meer mo- scholen 1.500.000 gelijk zijn, maar zal versterking voortaan 3.250.000 f 6.000.000 5.000.000 90.000 14.000.000 Totaal ƒ77.150.000 De algemeene voor alle departemen ten gezamenlijk geldende maatregelen, welke een besparing van 15 millioen moeten opleveren, zullen voor 10 mil lioen moeten worden verkregen uit de Rijkssalarissen en loonen. Van de res- teerende 5 millioen zal een deel ver kregen moeten worden uit een omreke ning van de loopende pensioenen en een ander deel door een maatregel met be trekking tot de wachtgelden. De voorschriften van het wetsontwerp beperken zich niet geheel tot de maat-1 Regeling van de bijdragen van buitengemeenten voor H.B.S. en Gymnasia Afschaffing van de blad schrijvers op de hypotheek kantoren Tijdelijke wijziging muntwet Tijdelijke overbrenging van de uitkeering wegens af schrijving door de bedrijven naar den gewonen dienst.. Doorvoering Capitulanten- stelsel uiteindelijk Opheffing geologische dienst Diverse besparingen op Waterstaat (o.a. opheffing van niet-rendeerende spoor lijnen) Bezuiniging op de afdeeling Handel en Nijverheid van het Departement van eco nomische zaken Technische herziening en scherper raming werkloos heidsverzekering Intrekking Warenwet en opheffing pharmaceutische inspectie Vermindering bijdragen aan gemeenten in verband met 7 der Woningwet en huis vesting krotbewoners en krotopruiming door scher per raming der onder houdskosten Gewijzigde financiering In- validiteits- en ouderdoms- verzekering Vermindering van uitgaven voor nieuwbouw en verbouw op diverse departementen De salaris verlagingen regeering zet uiteen, dat zij cr alleen door aanstelling van een kwee- ke ing mogelijk zijn. Ten aanzien van 700.000 j zu]]{ een kweekeling zal, evenals tot dus- verre, de wet geen bijzondere voor- schriften geven- 100.000 Schoolgeld raar draagkracht. Met het oog op de bezwaren, voort vloeiende uit het feit, dat de l.o.-wet 1920 het schoolgeld afhankelijk stelt van den aanslag in de inkomstenbelasting, wordt een nieuwe lezing van art. 63 der wet voorgesteld, waarin gezegd wordt, dat de heffing geschiedt met inachtne ming van de geldelijke draagkracht der schoolgeldplichtigen, Beperking aantal bijzondere scholen. 115.000 De noode is toe overgegaan, opnieuw een besparing op de salarissen van het rijks personeel (tot een totaal van f 10 mil lioen) voor te stellen. De toestand van 's landsmiddelen maakt dit echter on- Het voorstel tot beperking van het aantal bijzondere scholen gaat niet ver der, dan dat het aan de scholen, die in j vroeger jaren zijn opgericht, voor wat de aanspraak op vergoedingen uit de 375.000 openbare kassen aangaat, de normen i wil zien aangelegd, welke sedert het tot stand komen van de wet van 4 Augustus 723.300 J933 voor de oprichting van nieuwe bij- i zondere scholen gelden. Een school m.a w„ die na het tot stand komen van ge noemde wet niet had kunnen worden opgericht, zal, alshetontwor- pen voorstel kracht van wet verkrijgt, in den vervolge op vergoedingen uit de openbare kassen met langer recht hebben. Dezelfde uitzon deringen op den regel, die de aangehaal- 1 de wet heeft gesteld voor de oprichting van nieuwe scholen zullen ook moeten gelden voor het behoud der aanspraken op vergoeding van bestaande scholen, namelijk te verwachten belangrijke be volkingsvermeerdering en andere ge wichtige omstandigheden. De regeering is er zich van bewust, dat de voorgedragen regeling geen be vrediging zal schenken aan wie een ge- 160.000 16.000.000 400.000 want wat goed is wordt nagemaakt. Daarom heefen "AKKER-Cacnets" nu "AKKERTJES". Vraagt dus steeds om "AKKERTJES" als U lijdt aan Hoofd-, kies- of zenuwpijn en let er op dat U werkelijk "AKKERTJES" krijgt! De bijzondere samenstelling van Apotheker Dumont, waarmede de "AKKERTJES" zijn gevuld, verlee- nen daaraan juist hun bijzondere werking en hun onschadelijkheid! Per 12 stuks slechts 52 cent. Volgens recept van Apotheker Dumont Vraagt ook: „Laxeer-Akkertjes", de nieuwe vinding van Apotheker Dumont legen ver- slopping, hardlijvigheid, enz.Werken zacht. 'Ingez. Med.J vermijdelijk. Een daartoe ingestelde heel uniforme behandeling van het open commissie is belast met de voorberei- baar en het bijzonder onderwijs verlan ding van de noodige voorstellen. gen. Zij meent echter dat gelijke behan- Nu de Rijkssalarissen bij herhaling deling onder ongelijke omstandigheden geen recht, maar onrecht is, dat m.a. w. het verschil in positie van het openbaar en het b ij - zonder onderwijs verschil in behandeling een eisch van recht doet z ij n. Komt de voorgedragen regeling tot stand, dan zullen, afgezien van de bo- venaangeduide gewichtige omstandig heden, naar gealng van de grootte der gemeenten, b ij zondere lagere scholen met minder dan 6 0, 9 0, 120 of 150 leerlin gen in den regel geen aan spraak hebben op vergoedin- *en uit de openbare kas sen. Volgens de ontworpen regeling zullen de scholen uiterlijk acht maanden na het jaar, waarin het getal leerlingen bene den de gestelde grens bleef, de vergoe dingen uit de openbare kassen behou den. Men heeft dus een ruimen termijn om de school te liquideeren.- Pensionneering 60-jarige onder wijzers. Voorgesteld wordt, tot vervroegde pensionneering van onderwijzers over te gaan en wel op den leeftijd van 60 jaar. Het aantal onderwijzers van zestig jaar en ouder was op 1 Januari van het vo rige jaar 1322. Voegt men daarbij de 304 wachtgelders van 60 jaar en ouder, dan blijkt, dat, als geen uitzonderingen behoeven te worden gemaakt, onmid dellijk 1626 personen voor voorloopige pensionneering in aanmerking komen. De 1322 plaatsen kunnen alle door wachtgelders worde ingenomen. Voorgesteld wordt, als regel aan de ge meente en schoolbesturen geen Rijks vergoeding wegens onderwijzersjaar- wedden meer te verleenen voor onder wijzers van zestig jaar en ouder, en de wachtgeldregeling aldus te wijzigen, dat geen wachtgeld z,al worden toege kend aan hen, voor wie aanspraak op voorloopig pensioen bestaat. De maatregel zal tot 1 September 1940 gelden. DE BESPARINGEN OP DEFENSIE. Het zijn in de eerste plaats redenen van geldelijken aard, die aanleiding tot het indienen van een voorstel tot "wij ziging der Dienstplichtwet hebben ge geven. Als de voornaamste maatregelen, waarvoor wetswijzigingen worden voor gesteld, mogen worden beschouwd die, welke strekken tot: vermindering van het beroepsperso- neel, waartoe ten deele in samen hang met het capitulantenstelsel noodig is verlenging van den duur der eerste oefening voor de onbereden on der-officiers-aspiranten van de land macht en voor de dienstplichtigen van de zeemacht; vervroeging van de inschrijving voor den dienstplicht, waardoor meer tijd voor de keuring beschikbaar zal komen en deze voor een grooter deel in han den van officieren van gezondheid kan worden gelegd, wat tot bezuiniging zal leiden en aan de eenheid in de k.eurings- uitspraken ten goede zal komen; vervallen van 'n inschrijven voor den dienstplicht, van personen, die, evenals hun wettelijke vertegenwoordiger, bui ten Nederland wonen; aanvulling van de sterkte der lichting ter voorziening ïn de tekorten, welke ontstaan door het verleenen van vrij stelling van opkomst bij mobilisatie; reorganisatie van de compagnieën hospitaalsoldaten in dien zin, dat met een lager getal dienstmaanden voor de daartoe behoorende dienstplichtigen kan worden volstaan. Van voorstellen tot het verhoogen van

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1935 | | pagina 5