GRATIS n pracht wrijfdoek bij PELI -WRIJFWAS ZEELAND* KRONIEK van den DAG. BINNENLAND. TWEEDE BLAD VAN Dt PROVINCIALE ZEEÜWSCHE MIDDELBÜRGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE COURANT) VAN DONDERDAG 11 APRIL 1935. No. VAN DE BELGISCHE KUST. (Bij elke doos van 25 of 40 et,) Peli brengt zonneglans en dennengeur is huis HET DRAMA OP WALCHEREN. Het karpet dat aan beide zijden een fraai dessin heeft MIBDELBURGi euk» De onderdrukking van de vrije meeningsuiting in Duitschland en haar gevolgen. Een voedingsbodem voor dolzinnige geruchten en „ge brek aan sympathie" in het buitenland. De staat in tweekwartsmaat. Uit een brief von onzen Berlijnschen correspondent Men weet, dat in Duitschland geen en kel dagblad of ander publicistisch or gaan meer verschijnt, dat anders dan in zeer bedekte termen een poging tot eigen oordeel kan wagen; en dat het overgroote deel der bladen hetzij uit werkelijke overtuiging dan wel uit angst, anders verboden te worden, doch ook wel uit echte vaderlands liefde, die inziet, dat men tegenwoordig moet meeroeien, ook al zou men gaarne een eigen oordeel uitspreken, eenvoudig alle critiek laat varen, niets afdrukt, wat der regeering minder aangenaam zou kunnen zijn, en alles looft, wat van officieele zijde verkondigd wordt. Het voordeel is, dat onvruchtbare kankerstemmingen, die natuurlijk niet te onderdrukken zijn, althans niet door de drukpers versterkt en tot tiadeel van het heerschend régime aangedikt kunnen worden. Het nadeel echter is, dat elk gerucht geloofd wordt en on zinnige afmetingen aanneemt, en dat de bevolking elke mogelijkheid van controle en van eventueel afkeurend votum ontnomen wordt. Want ook de zoogenaamde jaarlijksche „geheime'' plebiscieten, die de regeering in Ber lijn met veel zelfverheerlijking als „be wijs van werkelijke democratie" pleegt te organiseeren, zijn ten slotte geen eerlijke mogelijkheden voor het volk om zich te uiten. Omdat de vragen, waarover dit plebisciet toegelaten wordt, met bijzondere listigheid zijn opgesteld, en het volk ter beoordee ling van deze vragen slechts beschikt over het officieele materiaal, dat dic tatuur hem, met verzwijgen van alle voor haar ongewenschte feiten en over wegingen, ter beschikking pleegt te stellen. De gemiddelde staatsburger weet niet meer wat er in zijn land voorvalt, weet ook niet objectief, hoe het bui tenland over zijn staat en zijn politiek denkt, en de journalistieke berichtge ver weet nauwelijks meer en kan, wil hij de zwakke tak, waarop hij zit, niet zelf afzagen, vaak niet eens dat, wat hij toch te weten gekomen is, in zijn buitenlandsch blad, laten afdrukken. De Duitsche bladen zijn tot een cari- catuur op de eerlijke reportage gewor den en worden door honderdduizen den vroeger-geestdriftige krantenle zers niet eens meer ingekeken. In alle Duitsche gouwen hebben de Zwitscher- sche, de Fransche, de Nederlandsche, Deensche, Belgische, Duitsch-Tsjechi- sche bladen, voor zoover ze niet al lang verboden zijn, vaak meer lezers dan de eigen hoofdstedelijke en pro vinciale. Men stort zich op kerkelijke weekbladen, die tenminste in hun ko lommen nog een eigen meening durven neerschrijven. En men leeft voort in een stemming van „laisser aller", in de hoop dat „alles sal reg' kom" en „Hit- Ier wird schon machen". Men hoort de redevoeringen van mannen als Schacht, Darré, Göbbels en de andere profeten, die, in strijd met alle traditie, ditmaal nu eens wèl in eigen land geëerd zijn. Maar hoe het er met de Duitsche financiën, met de productie, met den uitvoer, nu wer kelijk uitziet, weet de staatsburger evenmin als de buitenlandsche corres pondent. Midden in den officieelen vre de is Duitschland een staat in oorlogs toestand. Men verbiedt alles en nog wat. Nu weer zijn uitingen, ook in per soonlijke gesprekken, over de reorga nisatie van de staatshuishouding, over de toekomstige indeeling van het Rijk in gouwen, ja zelfs over benoemingen of ontslagen in de ministeries streng verboden als landverraad of hoogver raad. Alles, wat hier geschiedt, is ,,a pren dre ou a laiser". Waarbij laiser dan zelfs voor oppositioneele dominees en pastoors de verzekerde bewaring beteekent. En dan verwondert men zich in Duitschland over „weinig begrip van het buitenland", over „eenzijdige voor lichting", over „gebrek aan sympa thie". Men is egocentrisch als nimmer te voren. Niet in alle Duische kringen, maar dan toch in de meeste. Men keert met versnelden pas terug naar de men taliteit van 19001913, toen c!e typi sche Duischer het gevoel had, dat er gens in Saksen de as der aarde zat, en heel de wereld om Duitschland wentel de. En het tragische is, dat zeer veel goeds en nobels, dat de omwenteling van 1933 gebracht heeft, onder al die nadeelen dreigt bedolven te worden. Het Derde Rijk wordt, bij gebrek aan politiek tegenwicht in nog véél er ger mate, wat het Tweede zoolang ge weest is, een Soldatenstaat, een staat in tweekwartsmaat, waarbij de trom aangeeft, dat het linkerbeen naar vo ren gebracht moet worden. Dat ware niet erg, als men zich buiten Duitsch land maar voor oogen wilde houden, dat de Duitscher-in-uniform belangrij ker vindt, dat zijn gelederen zuiver ge richt staan, dan dat zijn kanonnen met scherp geladen worden. Als hij dat ver zekert, gelooft het geen mensch. Om dat hij zelf met zijn geheimzinnigheid en zijn onderdrukking der persvrijheid het vertrouwen in zijn verzekeringen stuk geslagen heeft. ging toch mogen als officier geen lid der N.S.B- zijn, en heel wat reserve-officie ren zijn de laatste maanden niet op ver zoek eervol ontslagen juist wegens dit lidmaatschap. DE NIEUWE INSPECTEURS VAN DEN LANDBOUW. v Op een vraag van het Tweede Kamer lid Lovink, uit welken post van de rijks- begrooting de onlangs benoemde nieuwe inspecteurs van den landbouw zullen worden betaald, heeft de minister van economische zaken geantwoord, dat zulks zal geschieden ten laste van art. 2 van zijn begrooting, waarop gelden zijn toegestaan wegens uitbreiding van het departement. DE OFFICIERSVEREENIGING. Generaal Van den Akker ge royeerd als eerelid. De gep. generaal-majoor der infante rie E. H. van den Akker te Wassenaar is oud-voorzitter en was eere-lid van de Vereeniging van Officieren van de Ko ninklijke Landmacht, Dezer dagen ontving hij een brief van het bestuur dazer vereeniging, waarin hem werd geadviseerd, om, aangezien hii lid is van de N.S B., en als zoodanig een candidatuur voor de Provinciale Staten van Zuid-Holland heeft aanvaard, voor het eerelidmaatschap te bedanken. Maar de generaal heeft geantwoord, daar zijn staatkundige overtuiging met dit eere lidmaatschap niets te maken had, geen aanleiding te zien om aan het advies te voldoen- Het bestuur heeft daarop generaal- majoor Van den Akker als eerelid ge royeerd, zegt de Avondpost. De combinatie zou ook wel eigenaar dig zijn geweest. De leden der vereeni- (Van onzen eigen correspondent). Een materialistisch begin- Er is één onderwerp, dat in de laat ste dagen op aller lippen is en dat in aller harten leeft. En als dat „aller" in letterlijken zin opgevat moet worden, dan is het dus ook een onderwerp, waar wij niet over zwijgen kunnen. Wij bedoelen natuurlijk den frank, onzen armen frank. Wat er on langs met onzen frank gebeurd is, heeft de Belgische bevolking met stomme verbazing geslagen. Men is onthutst, verbolgen, grimmig. En men vraagt zich af, waarom deze aans'ag op den kleinen man, deze diefstal het woord is niet van ons, maar vindt gij in de meeste persstukken terug noodig was. Toen er in 1926 ook aan muntsnoeierij gedaan werd, heeft men het gemakkelijker aan vaard dan thans, omdat men toen meer van de noodzakelijkheid overtuigd was en men niet de komedie heeft beleefd, dat dezelfde menschen, ministers in het vorige kabinet, tot op het laatste toe den volke kond hebben gedaan, dat de frank tot het uiterste zou verdedigd worden en van waardevermindering geen sprake zou zijn. terwijl zij een paar da gen later het programma van het kabi net dat de waardevermindering beoogde, hebben aanvaard- Doch over dit alles moeten wij niet schrijven. Wij hebben hier alleen over de kust te handelen en in velerlei op zicht is de stemming dan ook aan de kust anders dan in het binnenland. Al- 'één aan de kust, want hier redeneert men zoo: „Nu de frank een kwart van zijn waarde heeft verloren, gaan wij een buitengewoon goed „seizoen" tegemoet. Vreemdelingen zullen bij hoopen toe- stroomen, omdat zij nu hier voor 'n krats „de mooie mijnheer" zullen kun nen spelen. Hollanders" (Nederlande-s is een stadhuiswoord dat men in België haast nooit gebruikt) „Hollanders, met hun twintig frank voor één gulden, zul len niet weten wat zij met hun geld hier moeten doen en wij, hoteliers, restau rateurs, caféhouders, winkehers, wij zijn bereid hun 20-frank stuk in den vorm van een gulden met graagte te aan vaarden". Eilaas! wij vreezen. dat het on een misrekening zal uitloopen. De devaluatie komt daarvoor te vroeg en de tijd fus- schen nu en de \racantieperiode zal zoo groot zijn, dat de prijzen overal reeds bestegen zullen zijn. Men denkt niet aan de onontkoom bare logica, dat straks alle prijzen, ook die van de hotels, zullen mnefen stijgen, omdat de levensmiddelen, loonen, enz. niet op het tegenwoordige pei' zullen kunnen gehandhaafd blijven. Waar blijft dan nu het voordeel voor den buitenlander? En waar blijft dan nu het voordeel voor den kustbewoner van deze Brusselsche manipulatie met den frank? Misschien dat de gasten van het Paaschseizoen nog zullen kunnen genie ten van hun „duurder" geld. Maar voor het groote seizoen zal er, naar ons in zicht, reeds een nivelleering zijn inge treden. Een idealistisch midden V issingen gaat dus zijn pier krijgen, krijgt dus Scheveningsche allures. Wij hier aan de Belgische kust heb ben ook zoo'n ding, in Blankenberge, De herbouw tijdens den oorlog was deze pier in verschrikkelijk verval geraakt is een groote lijdenshistorie geweest- Een bgrootingssom die ver overschreden moest worden, een aannemer die mid den in het werk failliet ging, een bouw- termijn die, inplaats van het gedachte jaar, drie jaar heeft geduurd en een uit voering waarvan de technici beweren, dat ze niet eeuwig zal duren. Op zicl- zelf behoeft men daar geen technicus voor te wezen, want er is hier in dit ondermaansche maar weinig, dat eeuwig duurt. j Maar eindelijk is het gewrocht wij hopen van harte, dat de zetter er geen gedrocht van maakt, hoewel er alle re den voor zou zijn, maar wij wenschen met onze Blankenbergenaars in vrede te leven en te sterven dan toch ver leden jaar klaar gekomen. Het is een Lunapark geworden van je welste, want om der wille van de bestede kapitalen heeft het gemeentebestuur de Pier in zijn geheel verhuurd en de pachter heeft larie aan alle artistieke bevliegingen en bedenkt slechts middelen om zijn vrij dure pachtsom op te brengen. Enfin, voor kinderen, groote zoowel als kleine, is het een reuze-aantrekkelijkheid- Knocke kan dat pier-gedoe en dat gepierewaai maar nauwelijks aanzien Daar bestaan reeds sedert jaren even eens plannen voor het bouwen van een pier, maar dan een echte, een weelde rige, zooals alles, wat in Knocke is, echt is en weelderig. Maar de tijdsomstandig heden die hebben een verbazend breeden rug hebben daarin verande ring gebracht- De bedoeling was, en is nog, om daar de Pier te bouwen, uit gaande van de groote concertzaal, met zijn breede terras, op de eerste verdie ping van het Casino. Het zou nu wel eens kunnen zijn, dat 'de Blankenberg- sche Pier en misschien zelfs wel de Vlissingsche, een stimulant werden voor het tot stand brengen van de Knocksche Pier. Als het pieren dan toch in de lucht zit Een naturalistisch slot. De hotel- en pensionhouders hebben dan eindelijk hun zin gekregen: de re geering heeft een verbod uitgevaardigd om in de duinen te kampeeren. Voor de honderden, om niet te zeg gen duizenden, die daarvan gebruik maakten, is dit een leelijke tegenslag- Het argument van de hoteliers was dit: Deze menschen gaan onze huizen voorbij en nu de kampeerwoede zoo sterk toeneemt, ondervinden wij er groote schade van. Of het verbod daarin echter veel ver andering zal brengen, meenen wij te mo gen betwijfelen. De kampeerders waren menschen, die naar ons inzicht toch niet in een hotel zullen gaan logeeren- Dat blijft voor de meesten een te dure va- cantie en wij denken, dat zij er alleen mee bereikt hebben, dat de kampeerders zich nu zul'en verplaatsen en elders hun bivakken zullen opslaan, b.v. in de A - dennen. Er waren ook elk jaar veel Nederlan ders, die bij ons aan de kust kwamen kampeeren. En ook voor hen is dit nu dus voortaan uitgesloten. Eerlijk gezegd, hebben wij nooit kun nen begrijpen waarom een Nederlander, met zijn prachtige duinen bij Bergen, bij Loosduinen, bij Domburg, de Vlaamsche duinen verkoos om daar zijn tent te ko men opslaan. Dat een Noord-Nederlan der zijn vacantie hier doorbrengt, ver- (Ingez. Med.l Dorspronkelijke detective-roman door J. P. BALJé. 21). De rechercheurs hadden blijkbaar scherpe instructies, want zonder een woord commentaar volgden ze de be- velen van mijn vriend op. Voor ons uit liepen zij de trap af, en wij zagen hen in het nachtelijk duister van het vieze slopje verdwijnen, terwijl wij langzaam volgden. Pas toen wij in de Breestraat liepen, verbrak Jack het zwijgen. „Die man en die vrouw", zei hij, en ik hoorde, dat er een stille triomf in' den kl,ank van zijn stem was, „zijn de! schuldigen aan den dubbelen moord op' Walcheren!" j Dan keek hij me aan en verschrikt stond hij stil. „Maar je bent gewond", riep hij uit. „je gezicht zit vol bloed." Ik herinner mij, dat ik nog flauwtjes trachtte te zeggen, dat het niets w.as. en dat ik zijn sterken arm om me heen voelde. Toen moet ik bewusteloos zijn geworden, want ondanks de felle J lek ten der winkel-étalages werd het op nieuw nacht rondom mij. HOOFDSTUK XII. De Oplossing. In een apotheek kwam ik na eenige minuten bij, en ik geloof, dat het meer de emotie, dan iets anders geweest is, die mij het bewustzijn had doen verlie zen. Want mijn „wond" bleek een zeer onschuldige schram te zijn. Toch gaf het mij een heldhaftig gevoel even later met een grooten pleister op het voorhoofd de apotheek te verlatendit was tenminste een duidelijk teeken, dat ik daadwerkelijk aan de zaak had mee gedaan, al had ik er dan ook nog geen flauw besef van, hoe de vork precies in de steel zat. Een taxi bracht ons snel naar mijn ka mers, en daar maakten wij het ons met een fijne sigaar en een glas pittige cog nac gemakkelijk. „Zoo", viel ik onmiddellijk aan, nadat Jack O'Neill nauwelijks het eerste' trek je aan zijn sigaar had gedaan, „steek nu maar eens van wal. Je bent me wel een paar ophelderingen schuldig zou ik meenen". De detective glimlachte. „Ja", grijnsde hij, „ik heb zoo'n idéé, dat één en ander je niet heelemaal dui delijk zal zijn- Ik zal daarom maar bij de allereerste episode aanvangen, welke zich in^ EJngeland afspeelde. De m ".adigershende, welke op Wal cheren aan het werk is geweest, 'werd in Engeland opgericht onder het mom van een politieke geheime vereeniging van communistische strekking. De po litiek was een vernisjehet hoofd doel was stelen. Er waren een paar zeer gewiekste leden, en al spoedig werd de eerste slag geslagen. Een collectie waar devolle diamanten was de buit. Na dat eerste succes werden de da mes en heeren overmoediger, en de eene juwelierszaak na de andere werd geplunderd: het begon op een epidemie te lijken, en het duurde niet lang of Scotland Yard riep mijn hulp in. Misschien was dit iets te laat, want de heeren hadden reeds een zoo groote hoeveelheid diamanten vergaard, dat er even een stilstand in hun - evoluties kwam. Het spoor, dat ik na hun laatsten inbraak gevolgd had, bleek evenwel juist te zijn, en zoo kwam ik er achter, dat er plannen werden beraamd, de buit in Nederland van de hand te doen. En hier moet ik jouw trouwen vriend Graham invoeren- Laat ik tot je gerust stelling zeggen, dat Graham er geen flauw vermoeden van had, lid te zijn van een dievenbende. De jonge fanati cus was een overtuigd communist, en om deze reden tot de bende toegetre den. Hij werd een zeer bruikbaar werk tuig in de handen der leiders. Het kost te dezen laatsten weinig moeite hem te doen gelooven, dat de diamanten hun uit Rusland tot steun der beweging wa ren toegezonden, en hij beschouwde het rmvunsf 'Ingez. Med.) blijf houden in een hotel of pension, kunnen wij ons indenken, gelet op he^ fe.it, dat er aan de Belgische kust zoo veel meer aantrekkelijkheid is dan veel al in de Nederlandsche badsteden, maar voor wat de natuur-liefhebbers betreft en dat moeten dan toch de kampeer ders zijn, of vergissen wij ons hierin? hebben wij deze voorkeur nooit kunnen begrijpen. In elk geval, voor Belgen zoowel als Nederlanders, is het een afgedane zaak en zullen zij op andere wijze hun ver maak moeten zoeken- a's een eervolle vertrouwenpost, dat men hem met nog drie anderen: Hendren, Macauley, en Alice Percy, de vrouwelijke leider van het geboefte, naar Holland zond, om te trachten daar, respectievelijk in België de kostbaarhe den van de hand te doen. Het viertal vertrok, ieder op eigen gelegenheid, naar Walcheren. Hendren, die zijn intrek in Domburg zou nemen, vervoerde het grootste gedeelte van de diamanten, de rest was tusschen de drie anderen gelijkelijk verdeeld. Zooals je al weet, logeerde Graham in Hote'. Britannia 'te Vliasingen, Alice Percy had Middelburg tot verblijfplaats gekozen, terwijl Macauley het stille Veere opzocht". „Aha", ontsnapte me, „Veere! Dus dat. Jack knikte- „Ja, je hebt het geraden- Daarom gingen wij naar Veere. Maar dat komt straks. Laat ik verder gaan. Men sprak af, dat om beurten de vier leden van het misdadigersgilde zouden trachten op de diamantbeurs te Amster dam gedeelten van de gestolen diaman ten te verkoopen. Ook zou een ander deel naar Antwerpen worden gezonden, en wel zoo onopvallend mogelijk, name lijk handig verpakt in een boek en als drukwerk. Je begrijpt, m'n jongen, dat ik alles niet zoo één-twee-drie wist, doch dat ik dat bij brokjes en beetjes ben te we ten gekomen. Om jou echter een duide B, EN W. TEGEN EEN „REGELING" VAN HET AUTOVERHUURBEDRIJF. In het om advies in hun handen ge steld adres van het Bestuur van den Bond van bedHjfsautohouders in Ne derland, houdende verzoek tot vast stelling eener regeling van het auto verhuur-bedrijf in de gemeente, mis ten B, en W. de motieveering van de wenschelijkheid van ordening van het taxi-bedrijf, hetgeen toch zeker had mogen verwacht worden bij een ver zoek, dat, bij inwilliging, sterk in de economie van het bedrijfsleven zal in grijpen. De bestaande regeling, waarbij het innemen van een plaats met het doel een auto te verhuren verboden is, werkt tot volkomen tevredenheid^ doch bovendien zijn B. en W. geen klachten noch van het publiek, noch van 3e taxi-ondernemers bekend no pens schade van het algemeen belang of inbreuk op openbare orde, zedelijk heid en veiligheid. De noodzaak eener nieuwe regeling kunnen B. en W. dus allerminst inzien. De verzochte regeling maakt zeer sterk den indruk van bedoeld te zijn voor groote steden, alwaar het taxi- verkeer veel intensiever en uitgebrei der is dan in Middelburg. Ook zonder invoering van een on derscheid tusschen „verhuur uit de ga rage" en „taxirijtuigen" is de handha ving der openbare orde genoegzaam verzekerd. Verplichte invoering van lijk overzicht te geven, vertel ik het je meteen om verwarring te voorkomen. Om thans tot mezelf terug te keeren, ik had onzen vriend Hendren gevolgd. Hij was de eerste, dien ik verdacht, en ik volgde hem dus naar Domburg. De ke rel was me evenwel even te glad af, en verdween onverwachts- Dat was een leelijke streep door mijn rekening, zooals later bleek. Want juist op dat gewichtige tijdstip hadden de vier avonturiers een afspraak, elkaar te Valkenisse te treffen in den laten avond. Je weet, hoe rustig het te Val kenisse isvoor samenzweerders van hun kaliber een ideaal oord voor een samenkomst. Om je een begrip te geven van hun sluwheid en voorzichtigheid deel ik je terloops even mede, wat ik later te weten kwam. Hendren ging ge woon met de stoomtram naar: Valkenis se, doch de drie anderen dingen een gedeelte per auto, en legden het laatste stuk te voet af, alles om eventueele ach tervolgers beter te kunnen signaleeren. Je kent de tragedie, welke zich in .de duinen te Valkenisse afspeelde. Maar je weet niet de oorzaak. Alice Percy en Macaulev waren de grootste schurken van de heele bende, en samen hadden die twee afgesproken, de buit voor zich alleen te behouden. Sluw als ze waren, wisten ze echter Graham er van te over tuigen, dat juist Hendren met dit plan rondliep. En hun speculatie gelukte. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1935 | | pagina 5