GRATIS
IN ZEELAND]
MIDDELBURG SCHF
leder pak HONIG's VERMICELLI
J 4
K80NIEX van den BAG.
COURANT
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHEMIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE COU RANT) VAN ZATERDAG 6 APRIL 1935. Nd. 82,
stalen
it Sif
MET DRAMA OP WALCHEREN.
WAAKZAAMHEID GEBODEN!
bevat ter kennismaking een
HONIG's BOUILLONBLOKJE
FINANCIEEL ECONOMISCH
WEEKOVERZICHT.
in
NT, so-
Eiken
it keuze
tkee-
Erven
Mïdd.
7IL.. Dat
Tax de
kan ik
U maar
Tele-
:ht En-
ressoir,
uteuils,
l voor
64.50.
Midd.
>eau de
uteuils
.uteuils
e stof-
riëlse,
•Tg.
we pe
rn an-
eos op
■eeren
van
'burg.
I9III
aai
ÏOND.
king
tingen
trouw
278,
Am-
mibel-
Jas-
irage
Pa-
tot
dstr f
jclstr.
>Q(cr,
Na de rondreis van Eden
Polen wil in geen geval aan 't
Oost-Locarno-pact Maar men
wantrouwt momenteel te War
schau de Duitschers Geruch
ten over een voorstel van Hit-
Ier.
De bijzondere Engelsche afgezant, An
thony Eden, heeft zijn rondreis vol
bracht; achtereenvolgens bezocht hij de
hoofdsteden van Rusland, Polen en Tsje-
cho-Slowakije, na in gezelschap van Sir
John Simon te Berlijn met Hitier te
hebben gesproken. Eden moet als een^
man met rijke kennis en ervaring te*
Londen zfa teruggekeerd. Het verslag,
dat hiji aan de Engelsche regeering heeft
uitgebracht., of nog gaat uitbrengen,
zal in elk geval bijster interessant zijn.
Vermoedelijk echter verneemt de bui
tenwacht er voorshands niet het fijne
van. Ëden's reis was vooral van ,,in-
formatorisch" karakter: hij kon de re
geeringen, waarmee hij sprak, geen voor
stellen op tegenvoorstellen doen, geen
diplomatieke onderhandelingen (in den
strikten zin des woords) voeren. Het
was er hem alleen om te doen, te ver
nemen, wat de diverse officieele mee
ningen te Moskou, Warschau en Praag
zijn, opdat zijn eigen regeering daar
uit conclusies zou kunnen trekken voor
haar staatkundigen bedrijvigheid in de
naaste toekomst.
Wij hebben bereids meegedeeld, dat
het resultaat van Eden's bezoek aan
Moskou eenige toenadering tusschen
Engeland en Rusland lijkt te hebben
veroorzaakt. In elk geval doet de Sovjet-
regeering momenteel veel minder wan
trouwend ten opzichte van de bedoelin
gen van Londen. Voor 't overige echter
valt er met eenige zekerheid heel wei
nig van Eden's besprekingen te vertel
len. Omtrent de ervaringen, welke hij te
Warschau heeft opgedaan, weet men
vrijwel niets. Alleen Iaat zich gissen,
dat de Poolsche regeering haar tegenzin
tegen het plan van een Oost-Locarno-
verdrag niet heeft kunnen overwinnen.
Ze schijnt te vreezen, dat dit pact, als
het eens mis liep, Polen tot het slagveld
van een eventueelen Duitsch-Russischen
oorlog zou maken, een onderstelling,
welke nog zoo gek niet is. We kunnen,
alevel niet inzien, hoe Polen er óóit aan
zou kunnen ontkomen onmidde'lijk het
kind van de rekening te worden als Rus
land en Duitschland aan 't bakkeleien
gingen. Het ligt als een bufferstaat tus
schen de beide groote mogendheden. Hare
troepen zouden nauwelijks bij mekaar
kunnen komen dan via Poolsch grondge
bied. Oost-Locarno of niet, deze even
tualiteit hangt Polen dus altijd boven
hoofd. Maar enfin, Oost-Locarno is nu
eenmaal de boeman voor Warschau en
daarom zal daar voorloopig wel niet
veel van komen.
Zeer waarschijnlijk oefenen thans geen
pro-Duitsche motieven meer invloed op
de houding der Polen uit Maarschalk
Pilsoedski, de Poolsche dictator, zou tot
het inzicht zijn gekomen, dat de moge
lijkheid van een Poolsch-Duitsche ver
overingstocht in Zuid-Rusland voorloo
pig naar 't rijk der fantasie verwezen kan
worden, terwijl aan den anderen kant er
«en zeker Duitsch gevaar aan 't opko
men lijkt, waarvoor hij allerminst de
oogen sluit. Morgen, Zondag moeten er
in de vrije stad Dantzig (Polen's in- en
uitvoer haven aan 't begin van den fa-
meuzen Corridor) verkiezingen plaats
hebben. De nationaal-socialisten deelen
hier al voor een goed deel de lakens
uit en het laat zich aanzien, dat ze een
overweldigende meerderheid zullen be
halen. Op zich zelf kan daar niets tegen
zijn. Edoch, de laatste dagen heeft men
in hun verkiezingspropaganda nogal
eens de leus: „terug naar het.
Duitsche Rijk" kunnen beluisteren. Het
zal duidelijk zijn, dat zulks den Polen
niet al te pleizierig in de ooren klonk-
Oorspronkelijke detective-roman
door
J. P. BALJé.
17).
„Ik geloof wel niet, dat er ,al iemand
aanwezig is, maar we kunnen niet te
voorzichtig zijn met geslepen knapen
als onze tegenstanders. We moeten nu
een goed plaatsje opzoeken, m'n jongen,
-arwe de zaken kalm kunnen afwach
ten. Maar laat ik je eerst en vooral zeg-
en ik geloof, dat dat bij jou zeker
niet overbodig is geduld zal je van
nacht moeten oefenen! Dat hoort nu
eenmaal bij ons detective-vak. En muis
stil dienen we te zijn."
Hij pakte me licht bij den arm en ik
volgde hem door het mulle zand. Nu
en dan flitste weer even geheimzinnig
zijn zaklantaarn, tot hij eindelijk de
plaats gevonden had, die hem geschikt
voorkwam.
„Hier in dat lage boschje lijkt mij
het beste", zei hij zacht. „Maak het je
zoo gemakkelijk mogelijk, en.... hou
je revolver bij de hand! Ik ga een eind
je van je afliggen."
Ik deed wat Jack O'Neill mij beval.
Zonder mij te verroeren, bleef ik liggen,
al mijn zintuigen tot het uiterste ge
spannen. Na een kwartier begon mijn
linkerbeen pijn te doen, en ging ik
even anders liggen.
„Sssst!" hoorde ik uit Jack's richting.
Bovendien heeft de heer Goering, mi
nister-president van Pruisen en rijks
minister voor de luchtvaart, deze week
een auto-tocht door Dantzig en omge
ving gemaakt en daarbij natuurlijk ook
een woordje gesproken. Hiertegen is
reeds bij den Senaat van Dantzig een
officieel Poolsch protest ingediend, het
geen volkomen begrijpelijk mag heeten.
Eigenlijk ging Goering hier buiten zijn
boekje. Dantzig is officieel geen Duitsch
gebied. Hij had er daarom allerminst
verkiezingspropaganda te maken. Dat
moest Warschau scherp prikkelen.
Hier en daar vreest men dat een zeer
groote nazi-overwinning bij de verkie
zingen op morgen wel eens een onbe-
heerschte poging, om Dantzig bij
Duitschland terug te brengen ten gevol
ge zou kunnen hebben. De Polen schij
nen daar allerminst gerust op te zijn.
Men moet hopen, dat zooiets uitblijft,
daar het een incident in 't leven zou,
roepen, waarvan de gevolgen zich zoo
maar niet laten overzien.
Het is duidelijk, dat in verband met
dit soort van dingen de jonge Poolsch-
Duitsche vriendschap er niet hartelijker
op kan worden. Men heeft deze week
gelezen, dat de Poolsche regeering een
uitnoodiging heeft gestuurd aan Laval,
den Franschen minister van buitenland-
sche zaken, om wanneer deze over
eenige weken een bezoek aan Moskou
brengt even te Warschau uit den trein
te wippen. Laval is daar graag op inge
gaan. Verder schrijft de Poolsche pers
thans weer, dat het oude bondgenoot
schap met Frankrijk de hoeksteen van
Polen's politiek is en zal blijven. Merk
waardig, dat dat de Polen zoo opeens
weer bewust wordt. Te Berlijn verneemt
men 't' natuurlijk niet met vreugde.
9 9
Op 11 April komen, zooals men weet,
de ministers van buitenlandsche zaken
(plus gevolg) van Frankrijk en Engeland
te Stresa in Noord-Italië met den Ita-
liaanschen dictator samen, om zich
er gezamenlijk over te beraden, wat men
zal doen, nu Duitschland den algemee-
nen dienstplicht heeft" ingevoerd. De
kennis, die Sir John te Berlijn en Eden
te Moskou, Warschau en Praag heeft op-"
gedaan, zal daar natuurlijk eventueele
overeenkomsten helpen vormen. In wel
ken geest die kunnen uitvallen, daar valt
momenteel niets van te zeggen- Interes
sant is echter, dat men de laatste dagen
telkens berichten ziet, dat Hitier ook
nog wel wat anders gedaan zou hebben,
dan Sir John schrik aan te jagen. Een
en ander komt hierop neer, dat Duitsch
land iets zou voelen voor een algemeen
veiligheidsverdrag en beperking der be
wapening. Men zal vermoedelijk goed
doen aan deze berichten, die zeer vaag
zijn, voorloopig niet al te veel beteeke-
nis toe te kennen- Tenzij ze hun ont
staan aan officieel Duitsch initiatief te
danken zouden hebben. Men kan dan
veronderstellen, dat Hitler tégenover
Sir John verschrikkelijk vee'eischend is
geweest, om een voordeelige positie
voor de komende onderhandelingen te
verkrijgen. Naderhand zou hij zich dan
dus laten afdingen. Men moet zulks na
tuurlijk eerst zien, voordat men 't ge
looft.
Moeilijkheden in de garnalen-
visscherij,
In ons no. 2Q van -24 Januari j.l. na
men we op deze plaats een beschouwing
/op over deze aangelegenheid die in
breeden kring aandacht trok. Een be
langhebbende voegde den daaropvolgen-
den dag nog zijn opmerkingen daaraan
toe. Voorts meenen wij met stelligheid
te weten dat ons artikel het onderwerp
van bespreking is geweest in kringen
waar reeds lang deze zaak in het cen
trum van de beschouwing staat.
Dat noopt ons om thans nogmaals een
oogenblik aan dit voor Zeeland belang
rijke onderwerp aandacht te wijden.
In de twee en een halve maand, die
sedert ons vorig schrijven zijn verloo-
pen, is er geen noemenswaardige veran
dering gekomen. Dit hoeft niet al te zeer
te verwonderen. In de eerste plaats toch
waren op 24 Januari de uitvoervergun
ningen naar Frankrijk, waarover voor
namelijk onze critiek liep, reeds voor het
eerste kwartaal uitgegeven. In den uit
voer naar andere landen is ook geen ver
andering gekomen, tenzij men het ver
der dalen van de waarde van het Engel
sche pond als een factor van verslech
tering wil aannemen. Billijkheid gebiedt
dan echter om tevens op te meüken dat
de willigheid van de Londensche markt
voor de beste soort garnalen is toege
nomen.
Aan de andere zijde- is het wel vreemd
dat 1 April passeerde zonder dat e*f "ver
andering kwam in de uitvoervergunnin
gen naar Frankrijk. Heeft daarop mis
schien invloed gehad dat in Den Haag
een andere instantie, thans de Visscherij
Centrale, met He uitgifte van die ver
gunningen zal worden bëlast? Het is mo
gelijk. Waarschijnlijk echter zal dit in
verband staan met de geruchten dat het
heele stelsel van uitvoervergunningen
zal worden omgevormd. Of de oorzaak
daarvoor moet gezocht wórden in .een
gewijzigde handelsrelatie met Frankrijk,
dat is dus een zuiver handelstechnische
aangelegenheid, dan wel hierin dat
Frankrijk voortaan zelf de garnalen op
de buitenlandsche markt wil koopen, is
nog niet publiek geworden.
Hoe het zij, dat er thans belangrijke
wijzigingen op til zijn, en er dus voor de
Zeeuwsche visschers en de" Zeeuwsche
handelaren eveneens belangrijke belan
gen op het spel staan, is wel zeker.
Voegt men daarbij dat nu wel zoo lang
zamerhand uitlekt dat Frankrijk eigen
lijk onder-consumptie van garnalen
heeft, dan is het duidelijk dat waak
zaamheid geboden is.
Zijn de geruchten juist, dan zal de
zaak in de maand April nog op denzelf
den voet als h(A eerste kwartaal uitge
voerd worden. Met ingang van 1 Mei zou
men dan een gewijzigde toestand tege
moet kunnen zien.
Noodzakelijk is dan dat de Zeeuwsche
visschers en exporteurs zich nu onver
wijld gezamenlijk in verbinding stellen
met de Visscherij Centrale. Beter mis
schien nog met de Garnalen Centrale.
Het is bekend, dat de Burgemeesters
van verschillende Zeeuwsche „garnalen-
gemeenten" reeds lang bereid waren de
ze belangen onder hunne bijzondere aan
dacht te nemen. Laat men nu in de ver
schillende gemeenten het hoofd der ge
meente vragen om bemiddelend op te
treden. Deze zullen dan wel met elkaar
zich verstaan. Eventueel ware ook nog
de Commissaris der Koningin er in te
betrekken. Op deze wijze zou worden
verkregen dat ter bevoegder plaatse
Zeeland aandacht trok. De Minister
heeft wel in de Staten-Generaal reeds
medegedeeld dat hij te dezer zake met
verschillende burgemeesters in relatie
stond, maar die relatie moet levend blij
ven. Moet vooral gevoed worden nu,-»
nu er blijkbaar belangrijke dingen op j
komst zijn. j
Wil Zeeland een gedeelte van den
achterstand inhalen dan moeten nu allé
zeilen worden bijgezet, 't Zijn kostbare
weken, misschien zelfs wel kostbare da
gen. Onverwijld handen ineen slaan is
noodig. Men beseffe toch dat belang!
In de tweede plaats mag wel eens de
aandacht gevestigd worden op den ex
port naar Engeland. Gewoonte is helaas
nog maar al te veel fat naar Engeland
gezonden wordt zonder strenge selectie.
Voor de binrienlandsche pellerijen en ook
de exporteurs voor Frankrijk zorgt men
v/el voor een goed zift. Voor Engeland
komt het er naar veler meening niet op
aan of er kleintjes in zitten. Toch is dat
verkeerd, T Is waar- in Engeland wei-
gert.jjietf niet spoedig een partij. Dat is
voor nagenoeg alle artikelen zoo. Ook in
de tuinbouw krijgt men voor gescheurde
tomaten en gebroken komkommers toch
nog een prijsje. Daar zou men op onze
veilingen niet aan denken. Evenzoo met
garnalen. Maar het demonstreert zich
wel in den prijs.
Wat is nu het geval? Het transport
gaat per kg. Dat begint al met de expe
ditie naar Vlissingen. Vervolgens met de
Maatsch. „Zeeland", 't Vervoer van Har
wich naar Londen. In Londen op de
markt. De veilingkosten. Douane enz.,
alles wordt per kg berekend. Wanneer
men nu verschillende partijen heeft
merkt men het wel; de eene brengt 3
de andere 5 of meer shilling op. Door
dat nu echter de visscher van den com-
missionnair slechts een gezamenlijke af
rekening krijgt ziet hij wel dat hij dc
eene keer meer de andere keer minder
ontvangt, maar waar 'dat precies zijn
oorzaak vindt dat ziet hij niet.
Ook zal de commissionnair zich daar
doorgaans niet veel van aantrekken,
zoolang althans de partijen nog maar
verkocht worden; het is hem meer om
het aantal dan om de kwaliteit te doen.
De exporteurs, die meestal per hoeveel
heid op per gewicht vervoeren, hebben
nog minder belang bij superieure kwali
teit. Van hun is dus heeleni'aal geen aan
drang tot het leveren van goede waar
te verwachten tenzij uit ideëele over
wegingen.
Nu is er een omstandigheid die hel
voor de visschers moeilijk maakt om te
controleeren hoe het prijsverloop is, om
aan de hand daarvan hun kwaliteit te
bepalen. Zij ontvangen slechts een prijs-
briefje met den veilingprijs, met daarop
aangeteekend de totaal ontvangen som
en de totaalkosten. Dit komt oip^iat de
Engelsche kooplieden wel een gespecifi
ceerde nota voor een heele partij mee
geven, maar deze bij den commissionnair
blijft. Kregen de visschers deze gespeci
ficeerde nota's in handen, dan zouden ze
zelf kunnen nagaan, waaraan de meer
dere of mindere opbrengst geweten moet
worden.
Eendrachtige aandrang zou ongetwij
feld tot resultaat hebben dat deze ge
specificeerde nota's zouden worden uit
gereikt. Het gevolg zou dan zijn dat men
uitsluitend goede kwaliteit naar Enge
land zond, vooral nu de valuta zoo laag
staat en de invoerrechten over het bru-
to-bedrag geheven worden. Het is voor-
deeliger de kleintjes er uit te ziften en
voor puf te verkoopen dan deze door de
betere soort te mengen. Het komt zelfs
voor dat een partij zoo laag geprijsd
wordt dat ze niet eens de onkosten dekt.
Het is gewenscht dat onze visschers
ook hierover in hun eigen belang eens
nadenken. De misère in de garnalen-
visscherij is zoo groot dat men op elke
lacune letten moet.
Het werd een eentonige wake. De
minuten verstreken, en er gebeurde
niets. Was aanvankelijk mijn aandacht
strak gespannen geweest, na een half
uur begon die danig te verslappen, en
ik trachtte den tijd te verdrijven met te
tellen, hoe lang het duurde, voor men
telkens het schelle licht van Westka-
pelle's vuurtoren langs den donkeren
nachthemel zag flitsen- Was dat zelts
in Vlissingen al heel duidelijk te zien.
hier was het uit den aard der zaak nog
beter zichtbaar. In het begin amuseer
de het spelletje mij wel, daar ik afwis
selend op zes of zeven tellen uitkwam,
doch toen ik eindelijk den goeden maat
gevonden had, en ik steeds tot zeven
telde, voor ik het licht weer zag ver
schijnen, hield ik er mee op.
Het was nu bovendien zachtjes gaan
motregenen, wat onze taak niet bepaald
veraangenaamde.
„Jack!" riep ik eens fluisterend, doch
toen ik geen antwoord kreeg, herhaal
de ik mijn roep niet.
Ik begon bewondering te krijgen voör
mijn Engelschen vriend, die met katten-
geduld dit werkje opknapte, en in mij
werd het besef geboren, dat ik toch in
derdaad niet voor* detective geschikt
scheen te zijn. Door mijn onbeweeglijk
heid en de angst leven te maken, was
mijn heele lichaam stijf en pijnlijk ge
worden, terwijl nu bovendien ook mijn
kïeeren langzamerhand nat en vies wer
den. En.... er gebeurde maar altijd^
niets!
Ik keek op mijn polshorloge en de
radiumcijfers vertelden mij, dat- het
kwart over twee was. Bijna twee uur
lagen we hier al, en ik begon er aan
te wanhopen, of Jack's meening wel
juist was geweest.
„Pssst!" kwam ik weer, en nu kreeg
ik antwoord.
„Zie je wat?" klonk het als een
zucht uit Jack s richting;
„Nee", kwam ik zacht terug, „ver
wacht je nog altijd.
Ik beëindigde mijn zin niet, want een
harde knal deed mij plotseling als ver
stijfd neerliggen. Jack O'Neill ver
loor alle voorzichtigheid uit het oog, en
sprong plotseling op.
„Kom", riep hij, en ,aan zijn stem
hoorde ik, dat hij in spanning was.
We drongen het boschje uit, en ik
hoorde den detective zachtjes iets mom
pelen. Hij scheen verbaasd te zijn, en
ietwat uit het veld geslagen.
„Uit welke richting kwam volgens jou
dat geluid?" vroeg hij.
Ik wees landwaarts. Daar stonden
eenige boerenhuizen.
„Ginds!" zei ik positief. „Laten we
er heengaan!" stelde ik actief voor. Nu
de vijand zich eenmaal gemeld had.
vergat ik mijn pijn en stijfheid, en een
koortsige onrust had zich van mi; mees
ter gemaakt.
„Het kan bijna niet", hoorde ik Jack
weer mompelen, „het is te absurd."
„Wat kan niet en wat is absurd?
vroeg ik.
Doch hij schudde het hoofd.
„Waarom aarzel je nog?" drong ik op
nieuw aan. j,,Dat schot kwam beslist
van ginds. Misschien is er weer een
moord gebeurd, en wij staan hier onzen
tijd te verbeuzelen, en laten wellicht
den moordenaar ontsnappen."
„Allright!" zei hij eindelijk, en snel
liepen wij in de richting van de boeren
woningen.
Alles w,as nu weer stil, geen enkel
geluid deed zich hooren. Behalve dan
het geblaf van een opgeschrikten waak
hond in de verte.
Nadat we een kwartier in alle rich
tingen hadden gezocht, stond Jack
O'Neill stil. Bij het matte maanlicht
het was nu opgehouden met regenen,
en nu en dan liet de maan zich even
zien zag ik zijn verslagen gezicht.
„Er is iets niet in den haak", bromde
hij, „er moet een fout in mijn bereke
ning zijn geslopen. Ik vrees, beste ke
rel, dat onze nachtwake tevergeefs is
geweest. Nergens is een spoor van onze
tegenstanders te zien."
„Maar dat schot....", voerde ik ,aan.
„Tja", gaf hiji toe, „dat was vreemd.
Tenminste.... als het een schot was!'
Zijn twijfel irriteerde me.
„Het was een schot", zei ik beslist.
Hij zuchtte en haalde de schouders
op.
„In ieder geval", deed hiji gelaten, „is
het terrein nu absoluut verlaten. Ik
ben er van overtuigd, dat we hier van
nacht niets meer zullen vinden. En
d,aarom deden wij er beter aan, onze
nederlaag te accepteeren, en naar Vlis
singen terug te gaan. Het zijn nu een
aamaai de °Plosbare KUNSTMEST
nf||f nU voor kamerplanten, 40 ct, p. fL
rUllUN m' £raüs verzorgingsaanwijzing
bij de Bloem- en Zaadwinkels-
(Ingez. Med.)
Nieuw wantrouwen tegen de
Goudvaluta's Kalmte en be
zinning een eerste vereischte
Gezonde positie van het Ne-
derlandsche Bankwezen Aan
bod van obligatiën en vraag
naar aandeelen op de Amst'er-
damsche Beurs.
De devaluatie van de Belga is thans
een voldongen feit, maar daarmede is
de onrust op de valutamarkt, die door
de Belgische gebeurtenissen in het le
ven was geroepen, nog niet verdwenen.
Integendeel: de buitenlandsche wissel
markt heeft in de afgeloopen week een
uiterst nerveus aanzien gehad en alle
goudvaluta's hebben bloot gestaan aan
een sterken druk. Meer nog dan de
Fransche franc heeft de Zwitsersche
franc het moeten ontgelden, maar ook
op den gulden heeft zich de vrees ge
concentreerd van degenen, die hun ver
trouwen in de handhaving van den gou
den stanaard hebben verloren. Psycho
logisch is deze nieuwe phase in de ont
wikkeling der valutamarkt volkomen ie
begrijpen. Herhaaldelijk was van de zij
de der Belgische regeering verklaard,
dat er geenerlei reden tot ongerust
heid ten opzichte van den fr,anc was,
en plotseling wordt men toch voor het
feit van de waardevermindering gezet.
Kan men dus nog wel eenige waarde
hechten aan rep'eeringsverklaringen, hoe
geruststellend deze ook mogen klinken
en doet men niet beter, reeds thans zijn
maatregelen te nemen, om zich van te
voren tegen een mogelijke waardever
mindering der goudvaluta's te beveili
gen?
Het is deze tendenz, die de buiten
landsche wisselmarkt beheerscht en die
vooral geleid heeft tot een nieuwe
„vlucht naar bet Pond", tot uitin<* ko
mende in een stüging var den wissel
koers van het Pond Sterling. Ook dé
dollarkoer is tetfenover den gulden be
stegen tot boven het punt, waarop öouc-
uitvoer uit ons land loonend wordt en
dientengevolge heelt de Nederlandsche
Bank blijkens haar jongsten weekstaat
in een week tijds een bedrag van f 33
millioen aan goud moeten afstaan, waar
mede de goudvprschepinóen uit ons
land nog niet zijn geëindigd.
Intusschen heeft zij alp afweerma?,i(re-
gel bet dbconfn met een vol pröcefit
verhoogd. Men mag hopen, dat daarmee
d-e^-a an vallen PP den gulden voldoende
gehemd zullen kunnen worden.
De gezonje positie van de Neder
landsche banken maakt trouwens dat
gebeurtenissen als die, welke zich in
België op bankgebied hebben afge
speeld, hier vrijwel uitgesloten mqeten
worden geacht. Mocht het hier onver
hoopt tot onrust onder de deposanten
der groote banken komen, dan zullen
deze ten volle in staat zijn, aan opvra
gingen, zelfs van grooten omvang, het
hoofd te bieden. Het dezer dagen gepu
bliceerde jaarverslag van de Amste:-
damsche Bank legt opnieuw getuigenis
af van de ruime liquiditeit dezer instel
ling en van de conservatieve politiek,
die deze steeds volgt. De open reserves
van de bank bedragen niet minder dan
85 van haar kapitaal. Alle direct op-
eischbare verplichtingen: „diverse cre
diteuren" zoowel als direct opvraag
bare deposito's, zijn zoo goed als ten
volle gedekt door onmiddellijk beschik
bare of te realiseeren activa, bestaan
de uit kasmiddelen en daggelden, wis
sels, Nederlandsch schatkistpapier, sal
di bij banken en prolongatieposten. Ter
vergelijking diene, dat bij de grootste
Belgische bank, de Société Générale de
Belgique, per 31 December j.l. nog geen
maal gladde jongens, Frits, en het is
geen schande, een enkel partijtje tegen
hen te verliezen. Als we tenslotte maar
als nummer één eindigenEn dat
laat ik me niet ontnemen!"
Biji die laatste woorden klonk zijn
stem verbeten. Even had ik medelijden
met hem, en ik voelde zijn nederlaag
van dezen nacht met hem mee.
„Trek het je niet aan, Jack", troostte
ik, „vannacht «heb jij verloren, morgen
misschien zij...."
Zijn droog lachjè klonk door de nach
telijke stilte, en ik verwonderde me 'n
oogenblik om zijin wisselende stemmin-
gen.
„Je hebt gelijk", klonk het dan weer
ernstig. „Kom, jongen, we hebben wel
een beetje nachtrust verdiend."
Zwijgend liepen we terug, en bij on
zen auto gekomen, maakten wij den
slapenden chauffeur wakker.
En weer suisden wij langs Walche-
ren's donkere wegen, doch ditmaal za
gen wij in enkele woningen al licht: nij
vere boerenarbeiders maakten zich
reeds gereed om biji het eerste ochtend
gloren naar het land te trekkem En
reeds werd het lichter aan den einder,
toen we den Vlissingschen boulevard
opreden.
Hotel Britannia was echter nog in
diepe rust verzonken toen we onze ka
mers opzochten.
Ik behoef natuurlijk niet te vermelden;
dat wij na ons échec een gat in den dag
sliepen.
(Wordt vervolgd.)