1IE1C van dess DAG.
Uke -ICLUJug ulaMc/z&n
UMLACM met TfieLótanct, duó 77ie£
ZEELAND.
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT) VAN VRIJDAG 29 MAART 1935.
No. 75.
HET DRAMA OP WALCHEREN.
10).
MIDDELBURG.
U^dg&UKBWK
Hitler en Mussolini. Oosten
rijk houdt hen gescheiden.
Italië zal zich tot het uiter
ste tegen den „Anschlusz" blij
ven verzetten, Een uiteen
zetting, die aan duidelijkheid
niets te wenschen laat, Ge
brek aan werkelijkheidszin bij
den Duitschen Führer?
Wij hebben er gister terloops op ge
wezen, dat het in Italië kwaad bloed
moet zetten, dat Hitier o.a. geweigerd
zou hebben, om toe te treden tot het
Fransch-Italiaansche accoord inzake
midden-Europa; accoord, waarvan de
voornaamste bedoeling is de onafhan
kelijkheid van Oostenrijk te garandee
ren (voor zoover die dan in werkelijk
heid te garandeeren valt). Het is mis
schien begrijpelijk, dat de Duitsche
Führer in zijn hart de Anschlusz-ge-
dachte nooit kan laten varen (de hart
stochtelijkheid waarmede hij ze in
,,Mein Kampf" bepleit, openbaart te
dezen aanzien geen klein beetje), maar
het moet hem zoo langzamerhand toch
ook duidelijk zijn geworden, dat in de
tegenwoordige omstandigheden elke
poging tot verwezenlijking oorlog zou
beteekenen. Mussolini is op dit stuk
van zaken zoo vreeselijk gevoelig, dat
de invoering van den algemeencn
dienstplicht in Duitschland hem een
Anschlusz-nachtmerrie bezorgde, met
't gevolg, dat hij de militaire verdedi
ging van de nationale Itailaansche eer
in Oost-Afrika verleden week in den
steek heeft gelaten.
Onlangs verscheen er in de N-R.C.
van de hand van Virginio Gayda:,
hoofdredacteur van het „Giornale
d' Italia" en als zoodanig de spreek
trompet van den Duce, een artikel,
dat de Italiaansche opvattingen inza
ke Oostenrijk in al zijn voorloopige
onherroepelijkheid weergeeft.
„Italië, aldus Gayda, beschouwt Oos
tenrijk in zijn tegenwoordigen vorm. als
een staat, voorzien van alle historische,
nationale, oeconomische en cultureele
vereischten om zelfstandig te bestaai
en te handelen. Oostenrijk, zoo duide
lijk verschillend van Duitschland, on
danks de gemeenschappelijkheid van
de taal, is op zijn minst even vatbaar
voor een zelfstandig bestaan als Zwit
serland. De annexatie van Oostenr
door Duitschland zou de verkrachting
zijn van de rechten van een volk, en
het politieke en oeconomische territo
rium van een ander volk buitensporig
uitbreiden.
Italië, dat zich verzette tegen de ver
plettering van Duitschland, verzet zich
nu tegen de verplettering van Oosten
rijk.
De Rolitiek van Mussolini kan voor
Duitschland nooit dubbelzinnig geweest
zijn. Van 1931 af heeft het zijn veto
scherp geformuleerd, om te beginnen
tegen de Oostenrijksch-Duitsche tariefu
nie, die de eerste stap moest zijn naar
een politieke vereeniging. Ondanks de
vele geschillen op allerlei andere pun
ten, heeft Italië zich toen aan de zijde
van Frankrijk geschaard. Hetzelfde ve
to heeft Italië uitgesproken, toen de
nationaal-socialistische beweging den
„Anschlusz" ging nastreven. Mussolini
heeft dit heel duidelijk geformuleerd
tegenover de ministers Göring en Göb-
bels, toen zij te Rome waren. Hij heeft
deze waarschuwing nog eens door
den vice-minister Suvich, bij gelegen
heid van zijn bezoek aan Berlijn, te
genover de Duitsche regeering laten
herhalen. Tenslotte heeft hij het recht
streeks, tegenover Hitier zelf, uitge
sproken, bij hun ontmoeting te Vene
tië in Juni 1934. De snelle en krachti
ge actie van Italië na den moord op
Dollfuss kon geen verrassing wekken,
noch uitgelegd worden als het resul
taat van een verandering in de oriën
tatie van de Italiaansche politiek. De
ze actie was integendeel de toepassing
van de verkondigde beginselen. Men
heeft in vele Duitsche milieu's aan
leiding erin gevonden tot hartstochte
lijke polemiek. Daar begreep men blijk
baar niet den ernst van de beginselen
van het Italiaansche beleid en heeft
niet beseft, dat dit een onafhankelijke
politiek was, en dat de vriendschap, die
Italië gedurende jaren voor Duitsch
land, zonder eenige actieve tegenpres
tatie, aan den dag had gelegd, niet be-
teekende, dat Italië bij voorbaat ieder
Duitsch initiatief zou aanvaarden.
De houding van Duitschland ten op
zichte van Oostenrijk, aldus Gayda
verder, is ook nu nog niet duidelijk be
paald, en daarom is het karakter der
betrekkingen tusschen Italië en
Duitschland ook nog niet opgehelderd.
Het nieuwe Fransch-Italiaansche ac
coord van Rome bevat o.a. hét ont
werp voor een Donaupact van niet-
inmenging, waarbij alle aan Oostenrijk
grenzende landen zich moeten ver
plichten, de territoriale onschendbaar
heid en de politieke onafhankelijkheid
van het land te eerbiedigen, en zich te
onthouden van steun aan eenige ac
tie, die ten doel heeft, het politieke of
sociale regime in Ootenrijk te veran
deren.Alle betrokken landen hebben
hun instemming betuigd met dit ont
werp voor een pact, alleen Duitsch
land heeft tot nog toe zijn houding niet
bepaald. In zeker opzicht kan men zeg
gen, dat de komende weken beslissend
zullen zijn voor het oordeel over de po
sitie van Duitschland in verschillende
richting, en vooral ten opzichte van
Italië. Het onderteekenen van een pact
is nog wel geen volmaakt duidelijke
aanwijzing van bedoelingen; waar het
op aan komt is de oprechtheid van de
onderteekenaars en de wijze van toe
passing. Maar het is toch duidelijk, dat
een toetreding of een weigering van
Duitschland een belangrijke aanwij
zing zou vormen voor zijn orienteering
ten opzichte van Oostenrijk."
Het artikel besluit aldus: „De pole
miek tusschen Italianen en Duitschers"
van de laatste maanden heeft vooral
ook geloopen over zekere tendenties,
die men imperialistisch zou kunnen
noemen; over de leerstellingen der
Duitschers inzake staatkunde en ras.
Deze leerstellingen schijnen inderdaad
aan Duitschland aanspraak te willen
geven op den voorrang in Europa.
Italië kent aan alle politieke leer
stellingen en alle volken een recht van
vrij burgerschap in Europa toe; maar
het erkent niemand's recht van bevel-
j voeren. Misschien, het is waar, hebben
wij slechts te doen met een jongens
achtige uitbarsting van nationalen
hoogmoed, waarin de Messiaansche
geest van de Duitsche nationale filo
sofie herleeft, en de leer van het „uit
verkoren volk" te zijn. De tijd kan der-
gelijken, overdreven gloed tot afkoe
ling brengen, tot op het peil van het
klimaat der werkekelijkhe'd. Het is
daarom niet de polemiek over leerstel
lingen, die de Italiaansch-Duitsche be
trekkingen ernstig zouden kunnen scha
den. De politiek van Mussolini heeft
slechts betrekking op concrete feiten en
vitale vraagstukken. Zij vormen een
maatstaf voor de mogelijkheid van een
Duitsch-Italiaansche vriendschap.
Aan duidelijkheid laat dit alles
dunkt ons niets te wenschen. Hitler is
van deze Italiaansche opvattingen op
de hoogte. Men moet er zich over ver
bazen, dat hij desondanks zich tegen
over Sir John zoo onvriendelijk over
de plannen tot garandeering van Oos-
tenrijk's onaantastbaarheid heeft uit
gelaten- Dat legt geen getuigenis af van
werkelijkheidszin.
g_ Oilermann Co Handel Hij. N V., AmUerdam --Fabriek te JutpKaa» bij UlreeN»
(Ingez. Med.l
Oorspronkelijke detective-roman
door
J. P. BALJé.
U weet nu een gedeelte van de zaak,
en ik kan U momenteel onmogelijk mèèr
vertellen, van wat ik vermoed of., ze
ker weet. Er staat te veel op het spel.
jva?r töck kunt U mij helpen- Herr
Richter moet natuurlijk van het tooneel
verdwijnen.^ Die is herhaalde malen sa-
me| Graham gezien, en dat is al
vo doende, om mijn tegenstanders arg
waan te doen opvatten. Vandaag verlaat
i- heï hoteL Als ik de politie in
licht zal zij mij dat natuurlijk
toestaan. In een andere gedaante
keer ik terug, en wel als Uw Amster-
damschen vriend Jan Dirks! Zooals U
weet spreek ik behoorlijk Hollandsch.
Een licht accent is tenslotte altijd ver
klaarbaar door 'n lang verblijf in 't bui
tenland, niet waar? Een van mijn prin
cipes is, dat een goed detective een uit
gebreide talenkennis moet bezitten, wil
hij ook buiten zijn landsgrenzen iets be
teekenen. Jarenlang heb ik mij daaraan
gewijd.
En nu, meneer Van Dijk, verzoek ik
U vriendelijk mij behulpzaam te willen
zijn. Een helper, vooral in een vreemd
land, is vaak niet van niet geringe be-
teekenis- In ons vak, meneer Van Dijk,
geldt de regel. d,at twee personen
meestal niet zoo opvallen als één. Het
STATISTIEK DER KAMERVER
KIEZINGEN 1933.
Het kiezerskorps en de politie
ke partijen. j
Als onderdeel van de statistiek der j
gemeenten is verschenen het door het
centraal bureau voor de statistiek sa-
mengestelde statistisch overzicht dei-
Tweede Kamerverkiezingen 1933, In j
verband met het feit, dat over enkele
weken de verkiezingen zullen plaats
hebben voor de Provinciale Staten, zijn
deze gegevens van meer dan gewoon
belang en een nadere beschouwing ten
volle waard. Het zal interressant zijn
straks de uitkomsten van 1933 en 1935
met elkaar te vergelijken en na te gaan
of de verwachtingen, welke door sommi
gen worden gekoesterd, werkelijkheid
zijn geworden.
Hier volgen de diverse gegevens ten
aanzien van de provincie Zeeland.
a- Totaal aanbal kiezers 132.799, b. aan
de stemming deelgenomen 122.212 of
92,04 pet.; d. niet aan de stemming deel
genomen 1828, waarvan verwezen naar
den kantonrechter 31; e. geldige stem-
men 117.258 (95,95 pet.); f. blanco 2836
(2,32 pet); g. overige ongeldige stem
men 2118 (1,73 pet.).
Over de verschillende politieke par
tijen waren de stemmen als volgt:
Ant. Rev. 21,783.
Christ. Hist-: 19,804.
Christ. Dem. Unie: 347.
Herv. Ger. Staatsp.: 728-
Staatsk. Ger- Partij: 11,102.
Vrijheidsbond: 11,353.
Vrijz. Dem.: 5623.
Nat. Herst.: 560-
Nat. (Boeren- en Tuinders: 1133.
S.D.A.P.: 18,049.
Comm.: 647.
Rev. Soc.: 286-
R.K. Staatspartij: 21,101.
R.K. Volksp-: 270.
Partijen en groepen zonder zetel: 4472.
Het aantal aangegeven gevallen
van besmettelijke ziektefn over de week
van 17 tot en met 23 Maart in de provin
klinkt paradoxaal, maar het is zoo.
Zijn wij bondgenooten?"
Ik drukte volgaarne de mij toegesto
ken hand.
„Met genoegen, Mr. O'Neill! Ik kan
U niet vertellen, höè opgelucht ik me
voel, nu ik tenminste niet meer alleen
sta. Een zeer zware last is mij van de
schouders genomen."
Het was niet uit beleefdheid, dat ik
zoo sprak. Nu ik er zeker van was, dat
een bekend Engelsch detective de zaak
in handen had, en er geen vercienking
meer op mij kon rusten immers Herr
Richter was de man. Voor wien ik ge
vreesd had, en deze ontpopte zich nu
als Jack O'Neill kon ik mij gerust
voelen, en hoefde ik voor politie-ver-
wikkelingen niet meer te vreezen. En
maar al te gaarne sloot ik mij bij den
detective aan. De voornaamste reden
was wel mijn nieuwsgierigheid, een echt
detective van nabij aan het werk te
zien, en.zelfs te mogen meehelpen.
Maar ook leefde er een innig verlan
gen in mij, den dood van den armen
Graham, die als tweede slachtoffer van
den moordenaar of moordenaars -
gevallen w,as, te wreken.
Terwijl wij voortliepen werkten mijn
hersens koortsachtig. Alle vragen, die
ik mijzelf zoo vaak tevergeefs had ge
steld, drongen zich weer aan mij op,
en ik had ze het liefst alle tegelijk ge
uit.
„Hebt U er eenig idee van, wie Hcn-
dren heeft vermoord, en waarom de man
werd doodgeschoten? W,as er, gezien
de oorbel, een vrouw in het spel, en had
zij wellicht de hand in den moord? En
heeft U eenig vermoeden, wie den ar
men Grah,am doodde? Was het dezelfde
persoon?"
Jack O'Neill grinnikte. Spottend keek
nij mij: aan.
„Kijk eens", zei hij geamuseerd, „ik
heb U wel gevraagd mijn bondgenoot
te willen zijn, maar dat houdt nog niet
in, dat ik U haarfijn alles zal vertellen,
wat ik v,an de aangelegenheid afweet.
Dat is een onmogelijkheid, waarde heer.
U zou niet meer onbevooroordeeld zijn,
en waarschijnlijk door Uw onervaren
heid meer verprutsen, dan goedmaken.
Bovendien heb ik vele vermoedens, en
maar hèèl weinig zekerheid."
Ik was teleurgesteld en hij scheen
dat op mijn gezicht te kunnen lezen.
Want troostend ging hij verder:
„Eén ding beloof ik U echter plech
tig. Te zijner tijd zult U van de heele
z,aak op de hoogte worden gebracht.
En als het eenigszins mogelijk is, kunt
U de ontknooping van dit drama bij
wonen. Ik begrijp, dat dit voor U een
voldoening zal zijn. Maar dat is dan
ook de eenige concessie, welke ik op
het oogenblik kan geven,
En nu nog enkele instructies. Nu IJ
mijn bondgenoot en helper is, zult U
die natuurlijk wel van mij willen .accep
teeren, niet waar? In de eerste plaats
dus dit. U is vaak in het gezelschap
van Ronald Graham geweest, dus zal de
politie U zonder twijfel een verhooj af
nemen. Met alle respect voor haar ca
paciteiten, vermoed ik toch, dat zij
niet in staat zal zijn, de zaak op te,hel
deren- Zij weet niets van de voorge
schiedenis af, en ze zou voor mij slechts
cie Zeeland bedroeg: Roodvonk: Goes
4, 's Heer Abtskerke 1, Heinkenszand
1, Kruiningen 1, N. en St- Joosland 1;
Oudelande 1, Ovezande 1, Poortvliet 2,
Vlissingen 1, Westkapelle 1.
De heer Albt. Jeronimus alhier
doet ons toekomen een afschrift van een
adres aan de Tweede Kamer, inzake het
Wetsontwerp: Garantie voorschotten
voor exporteurs naar Duitschland. Spe
ciaal wordt daarin op het navolgende
gewezen: ie dat voor zooverre met een
firma in de memorie van antwoord aan
geduid de zijne mocht zijn bedoeld, eene
onware voorstelling van zaken wordt
gegeven;
2e dat in de memorie vai: antwoord
een fout voorkomt van zeer groote bc-
teekenis.
De langs de huizen der ingezetenen
te Noordgouwe gehouden buscol
lecte, ten bate van een te Middelburg
op te richten gedenkteeken voor wijlen
Koningin Emma, heeft daar f 62,75 op
gebracht.
Voor de slechthoorenden.
Donderdagavond hield de afdeeling
Middelburg van de Vereeniging tot be
hartiging van de belangen van Slecht
hoorenden haar maandelijksche bijeen
komst in de Eendracht, welke bijeen
komst in het teeken stond van het 15-
jarig bestaan der Vereeniging-
De presidente, mevrouw TrollHoek,
herinnerde aan de pioniers, nml. de doo-
ve moeder Tine Marcus en den eersten
voorzitter, den heef Herman Snijders.
Ook herinnerde zij aan de tentoonstel
lingen, bazaars, instrumentendagen, lip-
leescursussen enz. en bracht zij dank
aan de leden, die door groote mede
werking en samenwerking aan het wel
slagen ook van de maandelijksche bij
eenkomsten een groot aandeel hadden.
Spr. deelde mede, dat op 13 April in
St. Joris een propagandadag zal worden
gehouden. Des middags een instrumen
ten- en een liplees-demonstratie en des
avonds een b,eenkomst, waarin de heer
Herman Snijders hoopt aanwezig te
zijn om nog eens de leden te kunnen
roet in het eten kunnen gooien. Ver
telt U haar daarom maar wat U wilt.
alleen niets, wat met de zaak in verband
staat. Dat vertroebelt de geschiedenis
maar. Enze is ,al ingewikkeld ge
noeg!"
Ik beloofde het hem, en nadat wij
nog eenige bijkomstigheden besproken
hadden, verzocht hij mij, achter te blij
ven.
„Het is beter, dat wij van nu af niet
meer in eikaars gezelschap worden ge
zien", vond hij, „veel hindert het wel
niet, maar we kunnen niet genoeg voor
zorgsmaatregelen nemen. Dus. tot
overmorgen. En vergeet U vooral niet,
dat ik dan Uw vriend Jan Dirks ben,
en dat wij elkaar dus tutoyeeren. Geen
vergissingen! Bye-bye!"
En zonder om te kijken liep hij snel
vooruit, terwijl ik langzaam volgde..
Ongeveer tien minuten na hem kwam
ik in het hotel aan, waar het parket
reeds een onderzoek h,ad ingesteld en
een aanvang met de verhooren had ge
nomen. Het viel mij op, met welk een
discretie alles geschiedde. Natuurlijk
was er een zekere nerveuse stemming
in het hotel waar te nemen, maar ove
rigens liet men alles zoo veel mogelijk
zijn gewonen gang gaan.
Ik werd niet al te stevig ,aan de tand
gevoeld, en ik merkte hierin duidelijk
den invloed van Jack O'Neill. Al heel
spoedig stond men mij toe, naar ver
kiezing mijn kamer op te zoeken, of in
de groote serre aan de boulevard-zijde
plaats te nemen. Hangende 't onderzoek
mocht nu echter niemand meer het ho
tel verlaten. Een maatregel, die wel
toespreken waarna de film van de
school voor slechthoorenden in Den
Haag wordt vertoond.
Nadat thee en versnaperingen waren
aangeboden, en geraden was naar een
aantal boonen in een flesch om een
kamerscherm, hebben een viertal leden
der vereeniging op zeer verdienstelijke
wijze een aardige pantomime vertolkt
en daarbij een proeve afgelegd voor het
begin van uitvoering van een plan tot
oprichting van een pantomime-club.
De avond is besloten met sjoelbakken
om aardige prijsjes.
Toelating van leerlingen.
Naar aanleiding van de vergadering
van Volksonderwijs en het daar be
sprokene over toelating van kinderen
tot de lagere scholen, deelt men nader
mede, dat als de toelatingsdatum valt
in de eerste helft van het kalenderjaar
de leerlingen uiterlijk 31 Maart den
leeftijd van 6 jaar moeten hebben be
reikt, valt de toelatingsdatum in de
2de helft, dan moeten zij uiterlijk 31
Aug dien leeftijd hebben bereikt.
Vangt de nieuwe cursus 1 April of 1
Mei aan, dan moet het kind dus voor 1
April en vangt hij 1 September dan
vóór 1 September zes jaar zijn.
De M, V, S.
De Middelburgsche Vacantieschool is
thans een vereeniging geworden met
koninklijk goedgekeurde statuten en
heeft nu ook een huishoudelijk regle
ment vastgesteld.
Uit een en ander blijkt, dat elke
rechtspersoonlijkheid bezittende ver
eeniging, die met het doel instemt en
ten minste 2.50 contributie betaalt
lid der M.V.S. kan zijn, en door twee
harer leden in de M.V.S. vertegenwoor
digt is. Ook zal de Vereeniging gaarne
begunstigers inschrijven, dat zijn zij d
jaarlijks ten minste 5 betalen of in
eens 100.
In verband hiermede kunnen wij ook
mededeelen, dat de losse tent voor de
M.V.S., die in de voormalige rijschool
door jeugdige werkloozen wordt ge
maakt, haar voltooiing nadert en een
groote aanwinst voor de M.V.S. zal zijn,
en speciaal voor de leden van het Roo-
wat eerder genomen had mogen wor
den! En die blijkbaar niet van toepas
sing was op den Engelschen detective,
dien ik een half uurtje later als Herr
Richter met zijn koffers het hotel zag
uitgaan.
Het onderzoek van de justitie bracht
overigens niets aan het licht. Ik zag de
autoriteiten met ernstige, sombere ge
zichten rondloopen, er werd druk gecon
fereerd en gewichtig gedaan, doch 't re
sultaat van dit alles was, dat men moest
toegeven, ook hier weer voor 'n raadsel
te staan, welks oplossing men niet ver
mocht te vinden.
Natuurlijk wijdden de kranten aan
dezen tweeden moord ellenlange arti
kelen, waarin diverse theoriën naar vo
ren werden gebracht waarin gewezen
werd op de omstandigheid, dat in zeer
korten tijd twee Engelschen het slacht
offer van laaghartige sluipmoorden wa
ren geworden.... en waaruit vooral
de angst sprak, dat in Engeland deze
moorden een zeer funesten invloed zou
den kunnen hebben op het vreemdeün-
genbezoek aan Walcheren. De politie
werd aangespoord om toch vooral niets
onbeproefd te laten, de daders van deze
geheimzinnige misdaden op te sporen,
er verschenen zelfs ingezonden stuk
ken van „amateur-detectives", die
trachtten hun steenje tot de oplossing
bij te dragen, doch er slechs in slaagden
een nog hopelóozer verwarring te
stichten. Van eenig werkelijk resultaat
was geen sprake!
(Wordt vervolgd