OVERSTE SAXON KRONIEK van den DAG. BINNENLAND. ZEELAND. TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT) VAN DONDERDAG 7 MAART 1935. No. 56. Historische Avonturenroman, STATEN-8ENERAAL MIDDELBURG. SchoonSchif Jg—1 Het bezoek, dat niet doorging. De; Emgelsche regeering slaat een figuur. Haar witboek was een noodelooze prikkeling voor Berlijn- Heeft Sir John niets geleerd? Misschien zal men zijn oordeel later moeten verzachten, maar voorloopig kan men den indruk niet van zich afzetten, dat de Engelsche regeering een gewel digen flater heeft begaan met de publi catie van haar witboek over de bewa pening. Wat daar in staat, is elk rede lijk denkend en onbevooroordeeld mensch wel zoowat met de Engelsche regeering eens: de hedendaagsche Duit- sche jeugd krijgt een geharnaste milita ristische opvoeding en het Derde Rijk is zich met een verschrikkelijke haast aan het bewapenen. Maar er zijn bekende, algemeen be kende dingen, die men onder bepaalde omstandigheden niet straffeloos uit spreekt. De Engelsche regeering schijnt zich de mogelijke gevolgen van de open baarmaking van haar witboek niet dui delijk voor oogen te hebben gesteld. Men moet aannemen, dat de hooge heeren te Londen geen oogenblik gedacht hebben aan de eventualiteit, dat Berlijn zoozeer op zijn achtersten zolder zou raken, dat Simon's voorgenomen bezoek er door uitgesteld kon worden. Maar dat pleit haar allerminst van schuld vrij. Goede staatkunde impliceert de kunst van vooruit-zien, van diverse consequenties te kunnen uitstippelen. Aan deze kunst lijkt het ditmaal wel heel erg te Londen gemangeld te hebben. Het verwijt, dat de Britsche regeering deswege kan tref fen, weegt des te zwaarder, nu er zoo veel op 't spel staat in een wereld, die politiek en economisch overal wel zeer geprikkeld is. Men heeft te Londen en met recht de Duitsche staatkunde meermalen een zekere onbehouwenheid voor de voeten geworpen. Is het niet heel erg, dat men nu zelf in die fout lijkt ver vallen? Er is geen enkel dringend motief te vinden voor de publicatie van het vermaledijde witboek. Men kan er geen enkel nieuw argument in ontdekken. De Engelsche regeering herhaalt hier in wat krasser bewoordingen, wat diverse En gelsche ministers (Baldwin en de minis ter van oorlog lord Hailsham) reeds met een zekeren ophef eerder hebben ver kondigd. Blijkbaar heeft zij de bedoe ling gehad, voordat Sir John naar Ber lijn trok, de Duitsche regeering nog eens de waarheid te zeggen, onderstel lende deze zoodoende tot heel veel na denken te stemmen. Wij kunnen ons echter indenken, dat men te Berlijn heel weinig heeft nagedacht, doch in een im puls van verontwaardiging Londen liet j weten, dat het bezoek van Simon nu j maar wat uitgesteld moest worden. Het i is tenslotte geen manier van doen, zijn bezoek aan te melden met een visite kaartje vol prikkelende verwijten. De zaak is te ongelukkiger, nadat men eeni- ge weken geleden de „Londensche voor stellen" in een vorm had gegoten, wel ke Berlijn den indruk moest bijbrengen weer voor „vol" te worden aangezien. Men weet niet, wie den tekst van het Engelsche witboek heeft opgesteld, maar het zou ons niet verwonderen te vernemen, dat Sir John Simon er al thans een flink aandeel in gehad heeft. Te Genève is hij de laatste jaren eenige malen opgetreden als een soort van boetgezant, die het tot zijn taak reken de, uit een zekere hoogte van staatkun dige wijsheid de rest van de vergaderen de Assemblée vermanend toe te spreken. Wijlen Barthou sprong er eenmaal door uit zijn vel. Men had gedacht, dat de ervaringen bij die gelegenheden opge daan, Sir John tot nadenken zouden heb- ven gestemd. Maar ook bij hem lijkt men te moeten aannemen, dat het heel moei- door G. P. BAKKER. 60). ,,"Ik keb er iets van gehoord, maar a e bijzonderheden waren mij niet ter ooie gekomen. Je begrijpt, Peter, dat Vi?"1 machtig interesseert." 1 7 en °n Pappenheim w,aren met dit nieuws, dat ik hun bracht, slechts matig ingenomen' vervolgde Peter. „Zij besloten op te marcheeren naar Werben. Pappenheim logeert nu in Burg en zal morgen wel hiei zijn. l\|a eenig overleg kreeg ik de opdracht eenige mannen in Werben om te koopen om den vijf den Augustus de stad in brpnd te ste ken. Andere in het vak bedreven man nen zullen 's nachts de kanonnen van den koning vernagelen. Zij zijn reeds binnen Werben. Ik was van plan den koning te waarschuwen, maar zag er geen kans voor. U weet hoe gevaarlijk dat is. De verrader slaapt nooit, maar nu heb ik mijn plicht gedaan. Ik woon eigenlijk in Werben en voel evenmin' Ms Bastiaan er iets voor mijn geboorte-j in brand te laten steken en als Maagdenburg te laten uitmoorden." t'u begriip het"' antwoordde Saxon. „lilly denkt op deze sluwe wijze de stad te vermeesteren om het Zweed- sche leger in de pan te hakken." „Ik moet natuurlijk naar de keizerüj- lijk is de hand in eigen boezem te ste ken. De heeschheid van Hitier, waarvan in de berichten sprake is geweest, hebben we in bovenstaande met opzet buiten beschouwing gelaten. Het is nu wel dui delijk geworden, dat de Führer welis waar een verkoudheid te Saarbrücken heeft opgeloopen, maar de mate, welke hem het spreken onmogelijk maakte, werd louter en alleen veroorzaakt door het witboek. Men kan natuurlijk vinden, dat de wijze, waarop Hitier reageerde, nu ook niet bepaald van veel beheer- sching blijk heeft gegeven, doch dat is secundair. De primaire, groote fout ligt te Londen. Daar heeft men nu bij gebrek aan inzicht een politiek plan, dat althans eenige belofte inhield, belangrijk be schadigd. Het is thans nog niet mogelijk den omvang dier schade precies op te nemen, noch uit te maken, of er veel kans op spoedige restauratie bestaat. Misschien valt het allemaal bij nader in zien een beetje mee. Maar ook dat kan dan niet wegnemen, dat de Engelsche diplomatie een ergen flater heeft be gaan- LANDBOUWSTEUN EN DE VER BINDEND- EN ONVERBINDEND- VERKLARING VAN ONDER NEMERSOVEREENKOMSTEN. De nationale bond van Landbouw en Maatschappij heeft aan den minister van oeconomische zaken een adres ge zonden, waarin de bond zegt, dat door de aanneming van het ontwerp betr, verbindend en onverbindend verkla ring van ondernemersovereenkomsten, het vraagstuk van den landbouwsteun in een geheel ander stadium is gekomen. De Kamer heeft naar de meening van adressant, met groote meerderheid uitgemaakt, dat de vrijhandel, waarvan de heilzame werking staat of valt met de aanpassing van het geheele loon- en prijspeil aan de wereldmarktprijzen, voor goed zal worden verlaten. In plaats daarvan huldigt het aangenomen wetsontwerp de opvatting, dat de prij zen worden geregeld naar op gronden van redelijkheid wenschelijk geachte loonen en faelooningen van allerlei aard. Voor den landbouw wenscht men ech ter nog altijd zooveel mogelijk den vrij handel als grondslag van de prijsbepa ling te nemen. Adr, is hiertegen reeds herhaaldelijk opgekomen. Men heeft den landbouw echter tevreden trach ten te stellen door terugkeer tot den vrijhandel in uitzicht te stellen. Nu het aangenomen wetsontwerp dien terug keer echter voorgoed heeft afgewezen, meent adr., dat voor den landbouw, evenals voor andere groepen ook elk verband met den wereldmarktprijs dient te worden losgemaakt en de prij zen van de landbouwproducten ten spoedigste op een peil behooren te worden gebracht, dat een belooning van den landbouwarbeid mogelijk maakt, welke in eene redelijke ver houding staat tot de belooning van an deren arbeid. Als men zich op dit eenig juiste standpunt stelt, kan, vooral na de door de Tweede Kamer genomen beslissing, met de huidige prijzen van de landbouwproducten geen genoegen worden genomen, maar dienen deze belangrijk te worden verhoogd en zulks zoowel op sociale als op oeconomische gronden. Deze verhooging is naar mee ning van adr. het best te bereiken door het door den bond aanbevolen systeem, waarop adr. nogmaals met klem de aandacht vestigt. De bestrijding, welke dit systeem in de memorie van ant woord ten deel valt, getuigt naar de meening van adr. allerminst van ern stige bestudeering er van. ken terugkeeren, maar zal weldra in Werben komen om Tilly's plannen uit te voeren." „Hoeveel heeft Pappenheim je be loofd?" „Wij nemen geen bloedgeld. Wel had ik gaarne dat li en de koning ons later in bescherming zoudt willen nemen. Het zwaard hangt boven onze hoofden." ,,D,at spreekt vanzelf, Peter. Ik dank je van ganscher harte, ook namens den koning. Ik denk, dat je de mooiste vrouw ter wereld toch nog zult kunnen trouwen." „Mooi is ze, maar de woorden van de prinses hebben mij tot nadenken ge bracht en dan dat gr,apje van Edzke. De prinses heeft u ook niet om uw geld genomen." „Neen, maar als je werkelijk van een vrouw houdt en een vrouw van joti, vraag je niet naar rijkdom", oordeelde de overste. „Daar is Edzke weer". Edzke kwam, vergezeld v,an een zes tal ruiters, die het ijzer hadden afgelegd. Hij wond de dreg los, die hij om zijn middel had gebonden. „Daar midden in", wees Peter. „On geveer tien vademen van den wal. De schatten liggen dicht aan de oppervlak te. Die dreg is groot genoeg." Edzke wierp de dreg; trok. „Niemendal", zei hij. Weer wierp hij. „Niets". De derde maal wierp hij een heel eind verder, daalde de steenen af en trok met rukken. Het touw spande zich. BEGROOTING VAN ECONO MISCHE ZAKEN. Bij de voortgezette behandeling van de begrooting van economische zaken gister in de Eerste Kamer, constateer de minister Steenberghe vele te gen elkaar ingaande wenschen. Over mechanisatie in de sigarenin- dustrie is een interdepartementaal rap port verschenen dat nog bestudeerd wordt. Spr. zal de bezwaren in zake de evenredige bevrachting der binnenvaart onderzoeken. T.a.v. de borstelindustrie overweegt spr. andere maatregelen dan contin- genteering. Spr. hpudt zooveel mogelijk reke ning met de belangen van den tusschen- handel. Een onderzoek naar clearing met Brazilië is gaande. De onderhandelingen met het bui tenland mogen alleen maar gebasseerd zijn op het nationaal belang. Sp. betoogde de noodzakelijkheid van import (tot pl.m. 450 millioen) om te kunnen exporteeren. Door de contingenteeringen is het Ne- derlandsch aandeel in het Nederlandsch verbruik gestegen. We moeten ze be houden als onderhandelings-object. Het is onmogelijk, den graaninvoer vrij te laten. Spr. betoogde dat reorganisatie van verschillende crisisbureaux op den duur bezuiniging met zich brengt. Spr. zegde dat het overleg met de Holland-Amerika-lijn nog gaande is. Spr. zette de quaesties met den Kon. Holl, Lloyd uiteen, doch gaf geen defi nitieve verklaringen. Spr. ontkende dat het werkfonds bu reaucratisch werkt. De Minister bleef voorloopig voor een centrale industrie- bank niets voelen. V erschillende landbouwcrisisaangele genheden kunnen bij de begrooting van het landbouwcrisisfonds worden bespro ken. De begrooting van het dep. van Econ. zaken werd z. h. st. aangenomen. Evenzoo en zonder debat de w.o. tot contingenteering van gloeilampen en tot wijziging der begrooting van het' land bouwcrisisfonds voor 1933. De vergadering werd verdaagd tot a.s. Vrijdag elf uur. VOLKENBOND EN VREDE, Ondervindingen in het Saar- gebied. Voor de leden en geïntroduceerden van de afdeeling Middelburg der Ver- eeniging voor Volkenbond en Vrede, hield Woensdagmiddag de heer Ch. J C. van der Mandere, algemeen secre taris der Vereeniging een causerie over zijn ondervindingen in het Saargebied, waar spr. heeft medegewerkt aan de voorbereiding der befaamde volksstem ming. Na een woord van wel kom van den afdeelingsvoorzitter, mr- J. F- van Deinse, heeft de heer Van der Mandere eerst een historisch overzicht gegeven van de beteekenis, die het Saargebied steeds voor de Europeesche vrede heeft gehad, hoe het afwisselend door de eeuwen heen bij Duitschland of bij Frankrijk behoorde en hoe het na den wereldoorlog gedurende 15 jaar on der de volkenbondscommissie heeft ge staan. Een fout is het geweest, dat de eerste jaren de voorzitter der commis sie een Franschman is geweest. Betreffende de maatregelen ter bewa king van de orde, en het aanwezig zijn „Beet", zei hij:. L,Een klein vischjc. Neen een groote." Een paar mannen lieten zich zakken om hem te helpen, Langzaam haalden ze den buit binnen. De derde bundel was gevuld met gou den schalen, sieraden en kostbare edel- steenen. De schatgravers keken er naar met de grootste belangstelling. Binnen een half uur waren alle twaalf pakken op het droge. Het was een ge heele verzameling van zilveren, gouden en met edelsteenen ingelegde kostbaar heden. Elk der mannen nam een pak op en zoo werd de terugtocht aanvaard. Saxon droeg niets, want op de slechte gedeelten van de gang torste hij een voor hem nog kostbaarder last. „Liefste", zei ze. „Je hebt woord ge houden. We hebben den schat." „Hoera, we gaan nu trouwen", ju belde Saxon. „Zoodra je wilt" zei ze zacht. Buiten gekomen floot Melchior. Van ,alle zijden kwamen ruiters opdagen, 'n Peleton nam de pakken over. Het re giment verzamelde zich. Men nam har telijk afscheid. In gestrekten draf reden de ruiters naar het kamp van den ko ning. „Kapitein", vroeg Edzke. „Waarom zouden we eigenlijk Maagdenburg niet veroveren?" „Geduld, jongeman. Dat komt later." hebben dan in elk geval den halven HOOFDSTUK XXXV. Nog altijd stond koning Gustaaf Adolf wantrouwend tegenover keurvorst Jo- 'ingez Med.) van volkenbondstroepen, zeide spr-, dat men zich eens af moet vragen wat er gebeurd zou zijn, als die er niet waren geweest. Spr. kon tot zijn genoegen con- stateeren, dat de Nederlandsche mari niers een uitstekend figuur hebben ge slagen en dit vooral, toen zij in den nacht volgende op den stemmingsdag uit hun kreis, die zoowel door Duitschland als door Frankrijk begrensd werd, zonder incidenten de bussen met biljetten naar Saarbrücken brachten. Ten slotte wees spr- er op, dat Jf Volkenbond bij dit werk zijn recht van bestaan toch zeker wel heeft bewezen. Men moet niet verwachten, dat de Bond in enkele tientallen jaren een toestand van eeuwen verbetert, maar men moet zich wel af vragen wat er gebeurt zou zijn, als de Volkenbond de regelingen niet had getroffen en of Duitschland of Frankrijk tijdens de volksstemming de leiding hadden gehad. Spr, hoopte, dat zij, die altijd buiten de vereeniging bleven, omdat zij eerst daden van den Volkenbond wilden zien, tot andere gedachten zullen komen. De voorzitter bracht dank aan den heer v. d. Mandere voor zijn duidelijke causerie- DE REKKENSCHE CENT. Er was gisteravond in de Bogardzaal geen plaatsje open, toen ds. C. F. Nolte na gebed en samenzang de bijeenkomst opende, waarin dr. W. L. Slot, directeur der Rekkensche inrichtingen te Rekken hann Georg I van Saksen, die ,aarzelde of hij de partij van keizer Ferdinand of de zijde van den koning zou kiezen, maar die liefst zou willen wachten deze beslissing te nemen tot het einde van den strijd bekend was. Dit w,us een der redenen waarom 'Je koning besloot zich te verschansen in een vaste sterke legerplaats en hij had 'een strategisch alleszins geschikte plek gekozen in den driehoek bij Werben, waar de Havel in de Elbe valt. Het front was naar het zuiden naar Maagdenburg gekeerd. De rechterflank was gedekt door de stad Werben- De linker steunde op Havelberg. De rug was verzekerd door de bocht van de Elbe, terwijl hij besloot door het graven van schansen de positie nog te verstev- ken. Zelf had de koning zijn tent opgesla gen op den heuvel in de weide van Werben, terwijl hij zijn intrek genomen had in een ruim huis aan de markt. Hij zond boden naar de generaals Tot en Horne om zich met hun troepen uit Mecklenburg en Pommeren bij hem te voegen. Hij voelde zich niet sterk ge noeg om de vereenigde legers van Tilly en Pappenheim in het open veld te ont moeten. Toen M,arion en Saxon zich hadden laten aandienen in zijn veldtent, trad de groote blonde koning van Zweflen hun in de beste stemming tegemoet. „Welkom! Welkom! Avonturiers", klonk zijn opgewekte stem. „Ik heb reeds veel van je beiden gehoord, maar ik moet de geheele sage kennen. Het bij Eibergen zou spreken over die in richtingen. Ds. Nolte sprak een openingswoord, waarna dr. Slot uiteen zette, dat het hier gaat om de verpleging van de zwak zinnigen, zij, die een gebrek hebben aan hun intellect en de psychopaten, die een gebrek hebben aan hun ge moedsleven. Spr. schetste hoe in October 1910 velen, die werkten in krankzinnigen gestichten, en opvoedingsgestichten of wel geregeld de gevangenen bezochten, bijeen kwamen en besloten iets te doen voor diegenen, die niet in 'n der genoem- inrichtingen thuis behooren, maar toch recht op steun hebben. In 1912 slaagde spr. er in een stuk heide van" 100 ha tegen billijken prijs te koopen en in 1913 kon in de eerste paviljoenen de mannen en vrouwen opgenomen worden. Sedert dien is met hun krachten veel grond ontgonnen zijn nieuwe gebouwen opgetrokken enz. Thans moeten er iederen dag 350 personen gevoed worden. Verschillen de goede resultaten zijn bereikt en verpleegden zijn weer in de maat schappij terug gekeerd, al moeten de meesten, in hun eigen belang, fin de stichting blijven werken. Spr. bracht dank aan de ouderen en jongeren te Middelburg die deelnemen aan het werk voor „De Rekkensche Cent n.m.l. het wekelijks met een busje rondgaan om een cent voor dit werk. Na de pauze zijn verschillende licht - beste zal zijn, dat ge vanavond bij mij in mijn woning het avondmaal komt ge bruiken." „Bij mijn schatmeester zijn groote hoe veelheden kostbaarheden gedeponeerd en zelfs gemunt goud, maar ik kan dit niet alles aanvaarden. Ik heb veel ter zijde gezet, persoonlijke dingen, die nooit te vervangen zijn, vooral niet, als de prinses eens mocht trouwen." „Maar sire", sprak Marion. „Het is voor het groote doel. Wij hadden ze voor oorlogsuitgaven van Uwe Majes teit bestemd." „Zeker nichtje, zeker, maar je moogt het niet overdrijven. Eigenlijk moest ik niets van je aannemen; je verloofde heeft reeds genoeg voor mij gedaan, maar een arme koning, die een zwaren strijd te voeren heeft voor vrijheid Van geloof, mag niet te kieskeurig zijn." „Generaal Saxon", zei hij. „Je be richten waren voor mij van het grootste belang. Men vertelde mij, dat je leven meermalen aan een draadje heelt ge hangen. Je hebt ondanks je hoogen rang een rol gespeeld, die niemand anders had kunnen vervullen. De oude graaf van Wrena is overleden zonder erfge namen na te laten, Zoo'n echte oude viking. Hij heeft zijn goederen aan zijn koning nagelaten om hem in den oorlog te steunen. Nu dacht ik jou de goederen te geven, nichtje, en generaal Saxon (Wordt vervolgd'.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1935 | | pagina 5