OVERSTE SAXON
DUBBEL* STER
KRONIEK van den OAG.
ZEELAND,
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT) VAN MAANDAG 4 MAART 1935.
No. 53.
m
Historische Avonturenroman,
Zeeland en het Comité voor
Nationale Veiligheid.
Rookt
NIEMEIJER'S
QuMueJL (janott
MIDDELBURG.
)insd.
6—7
che).
bij
21 te
EES,
14,
dags
-12
sta-
Van
'dam
-13
4
a, L.
tder-
Ber-
iO p.
2
oge-
418.
ioer,
door G. P, BAKKER,
57).
i-Gelijk heb je Peter", sprak de man
van Werben.
,,Wat is dat voor geluid?" vroeg hij
eensklaps.
„Ben je bang?"
„Bang, ik? btrijk dat maar door, maar
ik meen iets te hooren".
„Zeker weer die vervloekte ratten",
oordeelde bastiaan.
„Steek de fakkels aan. Zet ze tus-
schen die steenen. Ratten schuwen het
licht. Zij zijn banger voor ons dan wij
voor hen. W,acht even." Hij haalde een
zwaar pistool te voorschijn, schoot het
af in het water. Het klonk als een ka
nonschot, de echo herhaalde het meer
dere malen.
„Nu zullen ze den eersten tijd wel
koest zijn."
Er volgde een doodsche stilte. Kalm
ging de man van Werben zijn pistool
weer laden.
„Peter. Het beste z,al zijn dat we jou
een touw om je middel knoopen en dat
jij afdaalt, in de diepte."
„Ik? Waarom ik? Ik heb de plaats
aangewezen. Laat een van jullie nu ook
eens wat doen."
„Bastiaan d,an. Ik denk er niet aan,
in dat slijk rond te wroeten. Je hebt mij
De „motoriseering des volks"
in Duitschland, Hitier reist
bij voorkeur met het snelste
vliegtuig, Een veronderstel
ling.
Onze Berlijnsche correspondent vestigt
onze aandacht op de zeer groote be
langstelling van de leiders in het Derde
Rijk voor alles wat motor is. Hitier zelf
man met hypermoderne ideeën
reist bij voorkeur, schrijft hij, met de
snelste vliegtuigen, dan wel met zeer
sterke auto's, steeds Mercedes-Benzwa-
gens met compressor, die hem op de
landwegen snelheden van 120 tot 140 km
per uur veroorloven. En waar hij niet
zelf van de snelste verkeersmiddelen ge
bruik maakt, is toch overal z.jn invloed
op verbetering merkbaar. Zijn ministers,
zijn rijksstadhouders, zijn hoogc ambte- j
naren in en buiten Berlijn hebben allen
hun zeer moderne, zeer kostbare en zeer
snelle auto's. Zijn plaatsvervanger Ru-
dolf Hess is zelf vlieger, evenais, gelijk
alom bekend, zijn min.-presiaent van
Pruisen, generaal Göring. Het Derde
Rijk wordt door moderne mannen be
stuurd, die weinig of niets meer gemeen
hebben met het type der deftige minis
ters en ministerieele ambtenaren, dat in
vele andere landen nog uit traditie of
door protectie naar voren gekomen is
Het is vooral de oprechte liefde van
Hitier voor de „motoriseering" des lands,
die de Duitsche auto-nijverheid reeds
van den rand van den afgrond wegge
trokken en weer midden in alle moge
lijkheden van nieuwen opbloei gesteld
heeft. Het is ongetwijfeld juist van hem
gezien geweest, dat hier voor het Duit
sche volk een groote kans bestond, zich
internationaal te handhaven. De Duit-
schers zijn steeds groot geweest op tech
nisch en wetenschappelijk gebied. Hun
schepen „Europa" en „Bremen"
zijn reeds jaren de fraaiste en snelste
op den Oceaan, Hun vliegtuigen en lucht
schepen zijn aan snelheid, betrouwbaar
heid en technische volmaaktheid beter
dan, of gelijkwaardig mèt de voortbreng
selen en prestaties van andere staten,
hun ren-auto's Stuck op Auto-Union
en Carraciola op Mercedes-Benz be
zitten vele wereldrecords. Hun I. G. Far-
benconcern heeft stellig de leiding op in
ternationaal chemisch gebied. Hun be
roemde auto's Mercedes, Adler, Horch,
Wanderer, Opel, Maybach e.a. behoo-
ren tot de fraaiste van de productie. Hun
„Graf Zeppelin" is feitelijk het eenige
werkelijk betrouwbare bestuurbare
luchtschip ter wereld. Hun werven bou
wen de beste motoryachten voor de
Amerikaansche en Engelsche milliardairs
en de rijke Afrikaansche en Indische po
tentaten. Hun radio-toestellen behooren
naast de Nederlandsche en de Ameri
kaansche tot de allerbeste klasse. Om
het nu maar bij deze enkele, alom be
kende voorbeelden te laten.
Elke Duitscher is bij wijze van spre
ken voor technische dingen in vuur te
krijgen. En is techniek zijn beroep ge
worden, dan werpt hij zich daarop met
een liefde en een degelijkheid, die geen
arbeidstijd meer kent en den geheelen
mensch opeischt.
Hitier heeft terecht ingezien, dat men
bij het ontwerpen van grootsche plan
nen tot werkverschaffing zich vooral
moest afvragen, tot welke soort van ar
beid de Duitscher in de eerste plaats een
natuurlijke neiging bezit. Deze overwe
ging mocht wel niet een beslissende fac
tor zijn. Practische mogelijkheden moes-
gezocht moest worden naar een vereeni-
ten weliswaar den doorslag geven. Maar
ging van beide. Zoo kwam hij tot de
„motoriseering des volks". En zijn in
zicht is nu reeds gebleken, juist te zijn.
Motoriseering beteekent modernisee
ring der landsverdediging en heeft daar
om de bijzondere liefde van alle elemen
ten der weerbaarheid. Motoriseering be
teekent opbloei der techniek, en bezit
daarom de sympathie van ingenieurs en
arbeiders, uitvinders en sportbeoefe
naars. Motoriseering beteekent verbete
ring van het wegennet, en vindt onmid
dellijk den steun van alle militairen, van
het verkeerswezen, het vreemdelingen
verkeer, de werkverschaffing. Motori
seering beteekent het stellen van de
hoogste eischen aan de motoren, de ban
den, de carosserieën, de onderdeelen
van de automobiel, den tractor, het mo
torrijwiel, üen lastwagen. Beteekent ook
de technische verbetering van het spoor
wegverkeer, dat tot concurrentie geprik
keld wordt. Beteekent een werkpro
gramma van ongehoorde afmetingen.
Weinig is in het Derde Rijk van Hitier
zoo belangrijk als deze grootsche poging
tot motoriseering, met alle technische,
financiëel-economische, sociale, ethische
en militaire vraagstukken, die daarmee
samenhangen. En het is volkomen be
grijpelijk, dat Hitier voor geen enkel on
derdeel, zelfs niet voor vragen van cul-
tureele en staatkundige beteekenis, een
zoo hevige belangstelling heeft als voor
de motoriseering. Men zou misschien de
veronderstelling mogen wagen, dat hij in
de geschiedenis hoopt in te gaan als de
man, die het Duitsche volk tot het meest
volmaakt-gemotoriseerde, het technisch
meest-moderne bevorderd heeft.
Men schrijft ons:
In de Eerste Kamer is bij de behande
ling van de Defensie-begrooting wel zeer
duidelijk aan het licht gekomen, hoe
zeer de stemming ten aanzien van de
preventieve waarde onzer weermacht is
veranderd, terwijl ook door de publica
tie van de lijst der leden van den Raad
van Bijstand van het Comité voor Na
tionale Veiligheid gebleken is, dat het
streven van dit Comité in alle streken
des lands en in de verschillende lagen
der bevolking, in ruime mate medewer
king en instemming vindt.
Het doel van dit streven is om in rui
men kring een juister begrip te doen
doordringen omtrent de preventieve be
teekenis van een voldoende weermacht
in Nederland en in onze overzeesche ge
westen en omtrent hetgeen daarvoor
thans door ons kan en moet worden ge
daan.
Om een en ander voor onze Zeeuw-
sche bevolking duidelijk te maken, is
wel het eenvoudigste om er aan te her
inneren hoe tijdens den wereldoorlog de
beide partijen voortdurend met Argus-
oogen de verdedigingsmaatregelen op
Walcheren in de gaten hielden, omdat
ieder der partijen vreesde, dat de ander
daar een kans zou krijgen.
Niet alleen werd van Duitsche zijde
onze Regeering voortdurend op de hoog
te gehouden van hetgeen men daar door
spionnen-berichten wist omtrent hetgeen
in Engeland plaats vond, maar na den
oorlog zijn de tot in de kleinste bijzon
derheden uitgewerkte plannen gevonden,
hoe de Duitschers ons van Antwerpen
uit onmiddellijk te hulp zouden zijn ge
komen, bij een landing der Engelschen
op Walcheren.
Ook omgekeerd was de Engelsche Re
geering zoozeer doordrongen van het
groote belang om Nederland in staat te
stellen een coup de main van Duitsche
zijde op Vlissingen af te slaan, dat zij
zelf gebrek hebbende aan geschut
aan ons tijdens de meest hachelijke om
standigheden geschut heeft geleverd,
hetgeen voor 't Engelsche publiek zorg
vuldig geheim moest worden gehouden
Met zekerheid kan men zeggen, dat in
een toekomstigen oorlog, waarbij En
geland zal zijn betrokken, 't strategische
belang van Walcheren, groofer zal zijn
dan ooit te voren in de geschiedenis,
Engeland zal dan niet alleen hebben
rekening te houden met het duikbooten
gevaar, dat uit Vlissingen het Kanaal en
het Zuidelijk deel der Noordzee zou be
dreigen, maar nog veel ernstiger is het.
dat bombardementseskaders, die hun
luchtbasis op Walcheren hebben, van
hier uit dood en verderf over vrijwel heel
Engeland kunnen brengen en tevens de
verbindingen met het vasteland voort
durend ernstig kunnen verstoren.
I Nu is in sommige onzer groote bladen,
naar aanleiding van de Londensche be
sprekingen over een luchtovereenkomst,
de vraag opgeworpen, of het voor Ne-
derland van belang zou zijn, zich bij een
dergelijke overeenkomst aan te sluiten,
indien zij werkelijk tot stand komt.
Het antwoord op deze vraag kan niet
anders dan ontkennend luiden.
Immers: indien wij ons zouden aan
sluiten, dan wil dit zeggen, dat wij me
de-garant zouden zijn en dus in elk
geval in den oorlog worden betrok
ken, terwijl wij er zeker van kunnen
zijn, dat dan in 't bijzonder om ons ge
bied zal worden gevochten en dus bij
ons de eerste en de hardste klappen
zouden vallen.
Door buiten de overeenkomst te blij
ven, behouden wij in elk geval d e
kans om neutraal te kunnen blijven,
omdat beide partijen hiervan voordeel
hebben,
Evenwel zal dan weer, evenals gedu
rende den wereldoorlog, voortdurend
met de grootst mogelijke zorg gewikt
en gewogen worden of wij zelf wel vol
doende in staat zullen zijn om de neu
traliteit v,an ons rechtsgebied (ook in
de lucht) te handhaven.
Het is wel duidelijk, dat in verband
met het karakter van een toekomstigen
oorlog, geen sprake meer kan zijn van
een redeneering zooals tot betrekkelijk
kort geleden nog door de N. R. C. ge
houden werd, n.l. „dat voor Nederland
een eerlijke en onafhankelijke staatkun
de het best gediend zou kunnen worden
door een aanvankelijke opstelling van
het leger bij het uitbreken van een
oorlog achter de Waterlinie".
Juist met het oog op het strategische
belang van ons gebied buiten de Wa
terlinie waaronder Walcheren een
zeer bijzondere plaats inneemt kan
van een leger, dat achter de Waterlinie
wordt opgesteld, niet de allerminste pre
ventie uitgaan.
Welke groote belangen dus ook voor
Zeeland met het streven van het Comité
voor Nationale Veiligheid gemoeid zijn,
kan uit het hier voorafgaande reeds blij
ken, maar zal in een paar volgende be
schouwingen nog nader worden aange
toond.
er bij, gehaald om de schatten te ver
voeren. Ik zal je daarmee he,pen, maar".
„Goed", zei Bastiaan. „Ik wil wel in
den modder wroeten als ik mij mijn ge-
heele verder leven k,an wentelen in bjt
aardsche slijk."
„We deelen met ons drieën gelijk op",
stelde Peter voor.
„Zoo zal het zijn. We kunnen het met
ons drieën af. Als drie man ze begra
ven hebben, kunnen drie man ze er uit
halen".
„In orde", zei Bastiaan- „Het blijft
dus onder ons drieën en aan niemand,
wien ook, iets verr,aden."
„Dat zweer ik", sprak de man van
Werben. Ze bonden Bastiaan een touw
om den middel, lieten hem langzaam
zakken van steen tot steen. Hij daalde
,af in het modderige water, bukte zich,
zocht met zijn handen, groef in den mod
der.
De anderen keken vol spanning.
„De pakken liggen niet diep onder den
bodem", zei Peter.
Bastiaan grabbelde den geheelen kant
af.
„Niets zei hij. „Modder en steenen, f
anders niets."
„De pakken moeten ginds in het mid
den liggen", riep Peter.
B,ustiaan liep verder de plas in. Hij
voelde met zijn voeten, stond tot aan
de schouders in het water.
„Niets herhaalde hij. „Niets".
Saxon en Marion hadden het geheele
gesprek kunnen volgen. Ze zaten dood
stil, hand in hand.
PROVINCIALE ZEEUWSCHE
VEREENIGING VOOR VREEMDE
LINGENVERKEER OPGERICHT,
De commissie, die verleden jaar uif
verschillende vereenigingen voor Vreem
de ingenverkeer in Zeeland is samenge
steld, ten einde te geraken tot de op
richting van een Provinciale Vereeni-
g:ng, had tegen Zaterdagmiddag de af
gevaardigden van de vereenigingen in
Zeeland bijeengeroepen in epn der lo
kalen van St- Joris te Middelburg.
De voörz., mr. J. MooUenburgh,
herinnerde er aan, dat nog, voordat de
commissie met haar werkzaamheden,
aanving, notaris Cailenfels te Terneu-
zen haar door den dood ontviel. Van
de commissie-leden ontbrak verder de
heer Metz uit Vlissingen. Aanwezig wa
ren met den voorzitter mejuffrouw de
Veer en de heeren Houtekamer uit Kloe-
tinge en Gerritzen uit Zierikzee.
De voorzitter deelde verder mede, dat
afgevaardigden ter 'vergadering waren
van de vereenigingen te Middelburg,
Goes, Zierikzee, BurgHaamstede
Domburg, Veere, Vrouwenpolder, Zoute-
lande en Breskens- Van den heer van
Deventer, directeur van den A.N.V-V.
was telegrafisch bericht van verhinde
Eindelijk werd de nieuwsgierigheid
den overste te machtig. Hij drukte Ma
rion de h,and, stond voorzichtig op en
keek over den muur.
Bij het flikkerende fakkellicht zag hij
twee mannen aan den kant van de plas
staan en een derde tot aan het hoofd in
het water. De langste had iets bekends
in zijn houding, maar Saxon kon hem
niet thuis brengen.
De man draaide het hoofd om. Saxon
dook weg, ofschoon ze, in het licht
staande, hem in de duisternis niet zou
den kunnen zien.
„Kom er maar uit", beval de man v.an
Werben. „Zoo geeft het niets."
Ze haalden het touw in. Bastiaan liep
naar den kant. Moeilijk klom hij tegen
den wal op. Als de beide anderen hem
niet opgetrokken hadden, zou hij weer
in het water zijn getuimeld. Hij vloekte.
Op het droge gekomen, bekeek Bas
tiaan zich van onder tot boven. Het
modderige water liep uit zijn kleeren.
Van zijn voeten tot zijn schouders was
hij door een dikke slijklaag bedekt. Hij
rilde.
„Vervloekt beroerd werk en alles te
vergeefs" bromde hij.
De drie mannen hielden krijgsraad,
„Zoo gelukt het ons nooit", oordeel
de de man v,un Werben. „Eén van ons
moet zich ontkleeden en duiken met
een touw onder de armen. Het is niet
prettig, misschien gevaarlijk ,maar de
belooning is de moeite waard. Ik ver
trouw, dat jullie kunt zwemmen."
„Zeker."
ring ingekomen met de beste wenschen
voor het. wels agen van de pogingen om
tot een gewestelijke organisatie te ko
men. De commissie was ook eenstemmig
van oordeel, dat dit dringend noodig is.
Het is elders mogelijk gebleken en
waarom dan ook n'et in Zeeland? Onze
provincie is zeker een moeilijk land
voor samenwerking, maar er is juist
veel op het gebied van Vreemdelingen
verkeer te bereiken. Er is in een ge
westelijke vereeniging meer gelegen
heid tot werken en men kan dan spre
ken namens de geheele provincie. De
plaatselijke vereenigingen kunnen zeker
nut hebben van het vereenigd zijn 'vi
een provinciaal verband, als iedereen
haar taak goed begrijpt en er economisch
gewerkt wordt.
De heer Houtekamer kon me-
dedeelen, dat de A.N.V.V. de plannen
voor meer concentratie zeer toejuicht, zij
voe t het groote belang voor het ge
heele land van goede centralisatie. De
financieele regeling moet nog nader wor
den getroffen o.a. zou het mogelijk zijn,
dat de vereenig'ngen alleen aan de ge
westelijke organisatie betalen en deze
dan aan de centrale vereeniging,
Dr. Vaandrager van Domburg
informeerde nader naar het bijeenbren
gen van het geld. Het zal voor vele ver
eenigingen moeilijk zijn f 10 bijeen te
brengen, want overal loopen de contri
buties terug. De plaatselijke werkzaam
heden moeten toch ook doorgaan.
De v o o r z. zeide, dat f 10 het maxi
mum zal zijn en het geld zal door het
werken der provinciale vereeniging
weer ten goede komen aan de plaatse
lijke vereenigingen.
Mr. P. C. A d r i a a n s e uit Middel
burg zegde, dat er 14 of 15 vereenigin
gen kunnen aansluiten, dat levert f 150
op.
Van de gemeenten en de provincie
verwacht spr. in dezen tijd niet veel.
En hoe zal het gaan met de begun
stigers, zullen die niet door bij de pro
vinciale vereeniging te gaan, de plaat
selijke verlatén? Spr. zag de financi
eele mogelijkheid van het welslagen
van een provinciale vereeniging nog
niet goed in. Er zal toch zeker een bu
reau moeten zijn waaruit administra
tiekosten volgen. Provinciale reclame
kost toch ook veel geld, Spr. behoorde
in het bestuur te Middelburg tot de
minderheid, die bezwaar heeft tegen
de provinciale vereeniging.
Dr. S. S. Smeding, eveneens uit
Middelburg, meende dat ook een stem
van de meerderheid mag gehoord wor
den. Spr. geloofde, dat de provinciale
vereeniging wel degelijk blijk zal geven
recht van bestaan te hebben. Men zal
het eerste jaar aan oprichtingskosten
enz. pl.m. f 75 nood'g hebben, er blijft dan
bijv. nog 25 over en dan kan men
werken. Dit werken kan op twee ma
nieren geschieden. Ten eerste door
centraal te doen, wat nu lokaal ge
schiedt. Ten tweede centraal overleg
te plegen, gevolgd door coördinatie
van het werk. Wellicht beschikt men
later over meer geld en dan kan men
provinciaal ook meer doen.
De voorzitter zeide, dat het de
bedoeling is, de draden van heel de
provincie in één hand te brengen.
De heer Houtekamer zeide,
dat men te Goes unaniem voor de
provinciale organisatie was. Spr. wees
op verschillende dingen, die provin
ciaal goed te regelen zijn en weinig of
niets kosten- Zoo denkt fiij aan een
film, radiouitzendingen, reclame op
briefhoofden in andere streken enz.
De heer Griep van Burgh
Haamstede zeide, dat hij opdracht had
alleen voor de oprichting te stemmen,
als de meeste vereenigingen daaraan
mede willen werken.
De Voorzitter zeide, dat de
wegblijvers wellicht het eerste zuilen
toetreden.
„Wil jij het doen, Peter?"
„Ik denk er niet aan."
„En je mooie vrouw. Denk eens aai,
haar."
„Stik."
„Gelijke monniken, gelijke kappen. La
ten we er om r,aden", stelde Bastiaai
voor. „Ik heb mijn best gedaan, maai
ik zie geen andere manier".
„Ik weet niet" opperde de man var
Werben, „of ik zooveel waarde aan gouc
hecht om er voor te verdrinken, maai
daar je voorstel billijk is, wil ik he
niet afwijzen,"
,„Ik ook niet", ben,aamde Peter.
„Vooruit dan maar", besliste Basti
aan.
De man van Werben tastte in zijn
zak. „Ik heb drie geldstukken. Wie
getal raadt moet gaan. Afgesproken"
De beide Éanderen knikten.
De lange man stak zijn hand uit.
„Drie", zei Peter.
„Twee", raadde Bastiaan.
„Blijft voor mij één over." Hij open
de zijn hand. „Drie. Peter jij hebt het
geraden."
„Verduiveld. Ik ben ook altijd het
kind van de rekening."
„Je belooning is rijkdom en de mooi
ste vrouw v.an de wereld", troostte de
man van Werben. „Bovendien, jij alleen
weet de juiste plaats. De wijze vinger
van het noodlot."
Peter trok zijn kleeren uit. Ze bonden
het touw onder zijn armen.
Voor hij te water ging zei hij: „Denk
er aan. Ik zal naar de plek zwemmen.
(Ingez. Med.l
De heer Gerritzen wees er
op, dat toch 9 van de 17 vereenigingen
aanwezig waren.
Hierna werd met algemeene stemmen
besloten tot oprichting van de Provin
ciale Vereeniging.
Bij de behandel'ng van de Statuten en 't
Huishoudelijk Reglement, zooals de
commissie die ontworpen had, werd
vastgesteld, dat alleen vereenigingen
voor Vreemdelingenverkeer in Zeeland
lid kunnen zijn, doch dat andere vereeni
gingen, de provincie, gemeenten, ven
nootschappen, organisaties en particu
lieren begunstiger kunnen worden. De
leden betalen f 10, de begunstigers ten
minste f 2,50 per jaar. Het bestuur be
staat uit evenveel leden als er vereeni
gingen aangesloten zijn; deze hebben
ieder dus één zetel.
De voorloopige commissie zal ook
voorloopig het bestuur vormen en de
heer Houtekamer zal voorloopig hei
secretariaat op zich nemen.
Mr. Ad r i a ,a n s e bracht dank
aan de commissie en dr. Vaandra
ger deed dit speciaal aan mr. Moo-
lenburgh, doch deze verwees dit naar
zijn mede-commissieleden.
Tenslotte kwam nog een schrijven ter
tafel over de in Mei te Amsterdam te
houden tentoonstelling „Mooi Neder
land", waarop tot heden voor Zeeland
nog geen plaats is genomen.
Het bestuur zal deze kwestie nog eens
onder de oogen zien, maar men vrees
de, dat dit te zware financieele offers
zal vragen.
DE ECONOMISCHE EN GEESTELIJKE
ONTWIKKELING VAN
NEDERLANDSCH OOST INDIE.
III.
De heer H. de Veer uit Amsterdam,
ambtenaar aan het Kon. Kol- Inst, hield
Zaterdagmiddag zijn derde cursusvoor
dracht.
De heer Van der Veer besprak de
groote moeilijkheid uit een uiteenvallen
de primitieve gemeenschap een be
schaafde maatschappij te vormen. Niet
door mechanischen opbouw van een
constructor, slechts door organischen
groei onder de leiding van een zorgzaam
tuinman is iets te bereiken.
De eigenschappen van den mensch
worden voor ;een groot deel bepaatd
door de geografische omstandigheden,
't Verschil tusschen bergpapoea's en
moeraspapoea's is hierdoor te verklaren-
Inzonderheid speelt de regen een groote
rol. De moessons missen de tempera
tuurverschillen van onze jaargetijden,
doch bepalen door hun regemverschil-
len de cu tuurmogelijkheden. De prik
keling van vocht na droogte geeft
lentegroei- De regenverdeeling en de
irrigatiemogelijkheden bepalen voor een
groot deel de economische beteekenis
van de streek.
De flora wordt bepaald door den re
gen, terwijl de keuze der cultuurgewas-
Als ik duik moet je tot tien tellen en
dadelijk halen als ik boven kom. Geef
mij een dolk voor de ratten."
„Je bent een flinke kerel, Peter", oor
deelde de man van Werben. „Jammer",
Wat jammer was, zei hij niet.
Peter bond zich een doek voor neus
en mond, ging te water en zwom met
forsche slagen, het hoofd zoo ver moge
lijk boven w,ater, naar het midden van
de plas. Toen dook hij.
Bastiaan telde: „Een, twee, drie....
tien".
Peters hoofd kwam boven. Hij schud
de zich als een poedel. Zijn handen ble
ven onder water.
„Halen", schreeuwde hij. „Halen",
Ze trokken hem naar den oever. Hij
richte zich op. In zijn handen hield hij
een pak geklemd, gebonden in vuil lin
nen.
„Hoera!" riep Bastiaan.
Peter nam het zware pak onder zijn
arm. De beide anderen trokken hem
zoodat hij van steen tot steen kon
klimmen.
„Gevonden", zei hij. „Ik wist het,
d,aar moesten ze liggen."
Hij trok den doek van zijn gezicht.
„Geef mij iets te drinken." Bastiaan
reikte hem een platte flesch. Pet'r nam
een flinke teug. „Toch gevonden", her
haalde hij.
Saxon had alles over den muur heen
gezien en Marion w,as op een steen
naast hem komen staan.
(Wordt vervolgd)