OVERSTE SAXON DUBBEL* STER KRONIEK van den OAG. ZEELAND, TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT) VAN MAANDAG 4 MAART 1935. No. 53. m Historische Avonturenroman, Zeeland en het Comité voor Nationale Veiligheid. Rookt NIEMEIJER'S QuMueJL (janott MIDDELBURG. )insd. 6—7 che). bij 21 te EES, 14, dags -12 sta- Van 'dam -13 4 a, L. tder- Ber- iO p. 2 oge- 418. ioer, door G. P, BAKKER, 57). i-Gelijk heb je Peter", sprak de man van Werben. ,,Wat is dat voor geluid?" vroeg hij eensklaps. „Ben je bang?" „Bang, ik? btrijk dat maar door, maar ik meen iets te hooren". „Zeker weer die vervloekte ratten", oordeelde bastiaan. „Steek de fakkels aan. Zet ze tus- schen die steenen. Ratten schuwen het licht. Zij zijn banger voor ons dan wij voor hen. W,acht even." Hij haalde een zwaar pistool te voorschijn, schoot het af in het water. Het klonk als een ka nonschot, de echo herhaalde het meer dere malen. „Nu zullen ze den eersten tijd wel koest zijn." Er volgde een doodsche stilte. Kalm ging de man van Werben zijn pistool weer laden. „Peter. Het beste z,al zijn dat we jou een touw om je middel knoopen en dat jij afdaalt, in de diepte." „Ik? Waarom ik? Ik heb de plaats aangewezen. Laat een van jullie nu ook eens wat doen." „Bastiaan d,an. Ik denk er niet aan, in dat slijk rond te wroeten. Je hebt mij De „motoriseering des volks" in Duitschland, Hitier reist bij voorkeur met het snelste vliegtuig, Een veronderstel ling. Onze Berlijnsche correspondent vestigt onze aandacht op de zeer groote be langstelling van de leiders in het Derde Rijk voor alles wat motor is. Hitier zelf man met hypermoderne ideeën reist bij voorkeur, schrijft hij, met de snelste vliegtuigen, dan wel met zeer sterke auto's, steeds Mercedes-Benzwa- gens met compressor, die hem op de landwegen snelheden van 120 tot 140 km per uur veroorloven. En waar hij niet zelf van de snelste verkeersmiddelen ge bruik maakt, is toch overal z.jn invloed op verbetering merkbaar. Zijn ministers, zijn rijksstadhouders, zijn hoogc ambte- j naren in en buiten Berlijn hebben allen hun zeer moderne, zeer kostbare en zeer snelle auto's. Zijn plaatsvervanger Ru- dolf Hess is zelf vlieger, evenais, gelijk alom bekend, zijn min.-presiaent van Pruisen, generaal Göring. Het Derde Rijk wordt door moderne mannen be stuurd, die weinig of niets meer gemeen hebben met het type der deftige minis ters en ministerieele ambtenaren, dat in vele andere landen nog uit traditie of door protectie naar voren gekomen is Het is vooral de oprechte liefde van Hitier voor de „motoriseering" des lands, die de Duitsche auto-nijverheid reeds van den rand van den afgrond wegge trokken en weer midden in alle moge lijkheden van nieuwen opbloei gesteld heeft. Het is ongetwijfeld juist van hem gezien geweest, dat hier voor het Duit sche volk een groote kans bestond, zich internationaal te handhaven. De Duit- schers zijn steeds groot geweest op tech nisch en wetenschappelijk gebied. Hun schepen „Europa" en „Bremen" zijn reeds jaren de fraaiste en snelste op den Oceaan, Hun vliegtuigen en lucht schepen zijn aan snelheid, betrouwbaar heid en technische volmaaktheid beter dan, of gelijkwaardig mèt de voortbreng selen en prestaties van andere staten, hun ren-auto's Stuck op Auto-Union en Carraciola op Mercedes-Benz be zitten vele wereldrecords. Hun I. G. Far- benconcern heeft stellig de leiding op in ternationaal chemisch gebied. Hun be roemde auto's Mercedes, Adler, Horch, Wanderer, Opel, Maybach e.a. behoo- ren tot de fraaiste van de productie. Hun „Graf Zeppelin" is feitelijk het eenige werkelijk betrouwbare bestuurbare luchtschip ter wereld. Hun werven bou wen de beste motoryachten voor de Amerikaansche en Engelsche milliardairs en de rijke Afrikaansche en Indische po tentaten. Hun radio-toestellen behooren naast de Nederlandsche en de Ameri kaansche tot de allerbeste klasse. Om het nu maar bij deze enkele, alom be kende voorbeelden te laten. Elke Duitscher is bij wijze van spre ken voor technische dingen in vuur te krijgen. En is techniek zijn beroep ge worden, dan werpt hij zich daarop met een liefde en een degelijkheid, die geen arbeidstijd meer kent en den geheelen mensch opeischt. Hitier heeft terecht ingezien, dat men bij het ontwerpen van grootsche plan nen tot werkverschaffing zich vooral moest afvragen, tot welke soort van ar beid de Duitscher in de eerste plaats een natuurlijke neiging bezit. Deze overwe ging mocht wel niet een beslissende fac tor zijn. Practische mogelijkheden moes- gezocht moest worden naar een vereeni- ten weliswaar den doorslag geven. Maar ging van beide. Zoo kwam hij tot de „motoriseering des volks". En zijn in zicht is nu reeds gebleken, juist te zijn. Motoriseering beteekent modernisee ring der landsverdediging en heeft daar om de bijzondere liefde van alle elemen ten der weerbaarheid. Motoriseering be teekent opbloei der techniek, en bezit daarom de sympathie van ingenieurs en arbeiders, uitvinders en sportbeoefe naars. Motoriseering beteekent verbete ring van het wegennet, en vindt onmid dellijk den steun van alle militairen, van het verkeerswezen, het vreemdelingen verkeer, de werkverschaffing. Motori seering beteekent het stellen van de hoogste eischen aan de motoren, de ban den, de carosserieën, de onderdeelen van de automobiel, den tractor, het mo torrijwiel, üen lastwagen. Beteekent ook de technische verbetering van het spoor wegverkeer, dat tot concurrentie geprik keld wordt. Beteekent een werkpro gramma van ongehoorde afmetingen. Weinig is in het Derde Rijk van Hitier zoo belangrijk als deze grootsche poging tot motoriseering, met alle technische, financiëel-economische, sociale, ethische en militaire vraagstukken, die daarmee samenhangen. En het is volkomen be grijpelijk, dat Hitier voor geen enkel on derdeel, zelfs niet voor vragen van cul- tureele en staatkundige beteekenis, een zoo hevige belangstelling heeft als voor de motoriseering. Men zou misschien de veronderstelling mogen wagen, dat hij in de geschiedenis hoopt in te gaan als de man, die het Duitsche volk tot het meest volmaakt-gemotoriseerde, het technisch meest-moderne bevorderd heeft. Men schrijft ons: In de Eerste Kamer is bij de behande ling van de Defensie-begrooting wel zeer duidelijk aan het licht gekomen, hoe zeer de stemming ten aanzien van de preventieve waarde onzer weermacht is veranderd, terwijl ook door de publica tie van de lijst der leden van den Raad van Bijstand van het Comité voor Na tionale Veiligheid gebleken is, dat het streven van dit Comité in alle streken des lands en in de verschillende lagen der bevolking, in ruime mate medewer king en instemming vindt. Het doel van dit streven is om in rui men kring een juister begrip te doen doordringen omtrent de preventieve be teekenis van een voldoende weermacht in Nederland en in onze overzeesche ge westen en omtrent hetgeen daarvoor thans door ons kan en moet worden ge daan. Om een en ander voor onze Zeeuw- sche bevolking duidelijk te maken, is wel het eenvoudigste om er aan te her inneren hoe tijdens den wereldoorlog de beide partijen voortdurend met Argus- oogen de verdedigingsmaatregelen op Walcheren in de gaten hielden, omdat ieder der partijen vreesde, dat de ander daar een kans zou krijgen. Niet alleen werd van Duitsche zijde onze Regeering voortdurend op de hoog te gehouden van hetgeen men daar door spionnen-berichten wist omtrent hetgeen in Engeland plaats vond, maar na den oorlog zijn de tot in de kleinste bijzon derheden uitgewerkte plannen gevonden, hoe de Duitschers ons van Antwerpen uit onmiddellijk te hulp zouden zijn ge komen, bij een landing der Engelschen op Walcheren. Ook omgekeerd was de Engelsche Re geering zoozeer doordrongen van het groote belang om Nederland in staat te stellen een coup de main van Duitsche zijde op Vlissingen af te slaan, dat zij zelf gebrek hebbende aan geschut aan ons tijdens de meest hachelijke om standigheden geschut heeft geleverd, hetgeen voor 't Engelsche publiek zorg vuldig geheim moest worden gehouden Met zekerheid kan men zeggen, dat in een toekomstigen oorlog, waarbij En geland zal zijn betrokken, 't strategische belang van Walcheren, groofer zal zijn dan ooit te voren in de geschiedenis, Engeland zal dan niet alleen hebben rekening te houden met het duikbooten gevaar, dat uit Vlissingen het Kanaal en het Zuidelijk deel der Noordzee zou be dreigen, maar nog veel ernstiger is het. dat bombardementseskaders, die hun luchtbasis op Walcheren hebben, van hier uit dood en verderf over vrijwel heel Engeland kunnen brengen en tevens de verbindingen met het vasteland voort durend ernstig kunnen verstoren. I Nu is in sommige onzer groote bladen, naar aanleiding van de Londensche be sprekingen over een luchtovereenkomst, de vraag opgeworpen, of het voor Ne- derland van belang zou zijn, zich bij een dergelijke overeenkomst aan te sluiten, indien zij werkelijk tot stand komt. Het antwoord op deze vraag kan niet anders dan ontkennend luiden. Immers: indien wij ons zouden aan sluiten, dan wil dit zeggen, dat wij me de-garant zouden zijn en dus in elk geval in den oorlog worden betrok ken, terwijl wij er zeker van kunnen zijn, dat dan in 't bijzonder om ons ge bied zal worden gevochten en dus bij ons de eerste en de hardste klappen zouden vallen. Door buiten de overeenkomst te blij ven, behouden wij in elk geval d e kans om neutraal te kunnen blijven, omdat beide partijen hiervan voordeel hebben, Evenwel zal dan weer, evenals gedu rende den wereldoorlog, voortdurend met de grootst mogelijke zorg gewikt en gewogen worden of wij zelf wel vol doende in staat zullen zijn om de neu traliteit v,an ons rechtsgebied (ook in de lucht) te handhaven. Het is wel duidelijk, dat in verband met het karakter van een toekomstigen oorlog, geen sprake meer kan zijn van een redeneering zooals tot betrekkelijk kort geleden nog door de N. R. C. ge houden werd, n.l. „dat voor Nederland een eerlijke en onafhankelijke staatkun de het best gediend zou kunnen worden door een aanvankelijke opstelling van het leger bij het uitbreken van een oorlog achter de Waterlinie". Juist met het oog op het strategische belang van ons gebied buiten de Wa terlinie waaronder Walcheren een zeer bijzondere plaats inneemt kan van een leger, dat achter de Waterlinie wordt opgesteld, niet de allerminste pre ventie uitgaan. Welke groote belangen dus ook voor Zeeland met het streven van het Comité voor Nationale Veiligheid gemoeid zijn, kan uit het hier voorafgaande reeds blij ken, maar zal in een paar volgende be schouwingen nog nader worden aange toond. er bij, gehaald om de schatten te ver voeren. Ik zal je daarmee he,pen, maar". „Goed", zei Bastiaan. „Ik wil wel in den modder wroeten als ik mij mijn ge- heele verder leven k,an wentelen in bjt aardsche slijk." „We deelen met ons drieën gelijk op", stelde Peter voor. „Zoo zal het zijn. We kunnen het met ons drieën af. Als drie man ze begra ven hebben, kunnen drie man ze er uit halen". „In orde", zei Bastiaan- „Het blijft dus onder ons drieën en aan niemand, wien ook, iets verr,aden." „Dat zweer ik", sprak de man van Werben. Ze bonden Bastiaan een touw om den middel, lieten hem langzaam zakken van steen tot steen. Hij daalde ,af in het modderige water, bukte zich, zocht met zijn handen, groef in den mod der. De anderen keken vol spanning. „De pakken liggen niet diep onder den bodem", zei Peter. Bastiaan grabbelde den geheelen kant af. „Niets zei hij. „Modder en steenen, f anders niets." „De pakken moeten ginds in het mid den liggen", riep Peter. B,ustiaan liep verder de plas in. Hij voelde met zijn voeten, stond tot aan de schouders in het water. „Niets herhaalde hij. „Niets". Saxon en Marion hadden het geheele gesprek kunnen volgen. Ze zaten dood stil, hand in hand. PROVINCIALE ZEEUWSCHE VEREENIGING VOOR VREEMDE LINGENVERKEER OPGERICHT, De commissie, die verleden jaar uif verschillende vereenigingen voor Vreem de ingenverkeer in Zeeland is samenge steld, ten einde te geraken tot de op richting van een Provinciale Vereeni- g:ng, had tegen Zaterdagmiddag de af gevaardigden van de vereenigingen in Zeeland bijeengeroepen in epn der lo kalen van St- Joris te Middelburg. De voörz., mr. J. MooUenburgh, herinnerde er aan, dat nog, voordat de commissie met haar werkzaamheden, aanving, notaris Cailenfels te Terneu- zen haar door den dood ontviel. Van de commissie-leden ontbrak verder de heer Metz uit Vlissingen. Aanwezig wa ren met den voorzitter mejuffrouw de Veer en de heeren Houtekamer uit Kloe- tinge en Gerritzen uit Zierikzee. De voorzitter deelde verder mede, dat afgevaardigden ter 'vergadering waren van de vereenigingen te Middelburg, Goes, Zierikzee, BurgHaamstede Domburg, Veere, Vrouwenpolder, Zoute- lande en Breskens- Van den heer van Deventer, directeur van den A.N.V-V. was telegrafisch bericht van verhinde Eindelijk werd de nieuwsgierigheid den overste te machtig. Hij drukte Ma rion de h,and, stond voorzichtig op en keek over den muur. Bij het flikkerende fakkellicht zag hij twee mannen aan den kant van de plas staan en een derde tot aan het hoofd in het water. De langste had iets bekends in zijn houding, maar Saxon kon hem niet thuis brengen. De man draaide het hoofd om. Saxon dook weg, ofschoon ze, in het licht staande, hem in de duisternis niet zou den kunnen zien. „Kom er maar uit", beval de man v.an Werben. „Zoo geeft het niets." Ze haalden het touw in. Bastiaan liep naar den kant. Moeilijk klom hij tegen den wal op. Als de beide anderen hem niet opgetrokken hadden, zou hij weer in het water zijn getuimeld. Hij vloekte. Op het droge gekomen, bekeek Bas tiaan zich van onder tot boven. Het modderige water liep uit zijn kleeren. Van zijn voeten tot zijn schouders was hij door een dikke slijklaag bedekt. Hij rilde. „Vervloekt beroerd werk en alles te vergeefs" bromde hij. De drie mannen hielden krijgsraad, „Zoo gelukt het ons nooit", oordeel de de man v,un Werben. „Eén van ons moet zich ontkleeden en duiken met een touw onder de armen. Het is niet prettig, misschien gevaarlijk ,maar de belooning is de moeite waard. Ik ver trouw, dat jullie kunt zwemmen." „Zeker." ring ingekomen met de beste wenschen voor het. wels agen van de pogingen om tot een gewestelijke organisatie te ko men. De commissie was ook eenstemmig van oordeel, dat dit dringend noodig is. Het is elders mogelijk gebleken en waarom dan ook n'et in Zeeland? Onze provincie is zeker een moeilijk land voor samenwerking, maar er is juist veel op het gebied van Vreemdelingen verkeer te bereiken. Er is in een ge westelijke vereeniging meer gelegen heid tot werken en men kan dan spre ken namens de geheele provincie. De plaatselijke vereenigingen kunnen zeker nut hebben van het vereenigd zijn 'vi een provinciaal verband, als iedereen haar taak goed begrijpt en er economisch gewerkt wordt. De heer Houtekamer kon me- dedeelen, dat de A.N.V.V. de plannen voor meer concentratie zeer toejuicht, zij voe t het groote belang voor het ge heele land van goede centralisatie. De financieele regeling moet nog nader wor den getroffen o.a. zou het mogelijk zijn, dat de vereenig'ngen alleen aan de ge westelijke organisatie betalen en deze dan aan de centrale vereeniging, Dr. Vaandrager van Domburg informeerde nader naar het bijeenbren gen van het geld. Het zal voor vele ver eenigingen moeilijk zijn f 10 bijeen te brengen, want overal loopen de contri buties terug. De plaatselijke werkzaam heden moeten toch ook doorgaan. De v o o r z. zeide, dat f 10 het maxi mum zal zijn en het geld zal door het werken der provinciale vereeniging weer ten goede komen aan de plaatse lijke vereenigingen. Mr. P. C. A d r i a a n s e uit Middel burg zegde, dat er 14 of 15 vereenigin gen kunnen aansluiten, dat levert f 150 op. Van de gemeenten en de provincie verwacht spr. in dezen tijd niet veel. En hoe zal het gaan met de begun stigers, zullen die niet door bij de pro vinciale vereeniging te gaan, de plaat selijke verlatén? Spr. zag de financi eele mogelijkheid van het welslagen van een provinciale vereeniging nog niet goed in. Er zal toch zeker een bu reau moeten zijn waaruit administra tiekosten volgen. Provinciale reclame kost toch ook veel geld, Spr. behoorde in het bestuur te Middelburg tot de minderheid, die bezwaar heeft tegen de provinciale vereeniging. Dr. S. S. Smeding, eveneens uit Middelburg, meende dat ook een stem van de meerderheid mag gehoord wor den. Spr. geloofde, dat de provinciale vereeniging wel degelijk blijk zal geven recht van bestaan te hebben. Men zal het eerste jaar aan oprichtingskosten enz. pl.m. f 75 nood'g hebben, er blijft dan bijv. nog 25 over en dan kan men werken. Dit werken kan op twee ma nieren geschieden. Ten eerste door centraal te doen, wat nu lokaal ge schiedt. Ten tweede centraal overleg te plegen, gevolgd door coördinatie van het werk. Wellicht beschikt men later over meer geld en dan kan men provinciaal ook meer doen. De voorzitter zeide, dat het de bedoeling is, de draden van heel de provincie in één hand te brengen. De heer Houtekamer zeide, dat men te Goes unaniem voor de provinciale organisatie was. Spr. wees op verschillende dingen, die provin ciaal goed te regelen zijn en weinig of niets kosten- Zoo denkt fiij aan een film, radiouitzendingen, reclame op briefhoofden in andere streken enz. De heer Griep van Burgh Haamstede zeide, dat hij opdracht had alleen voor de oprichting te stemmen, als de meeste vereenigingen daaraan mede willen werken. De Voorzitter zeide, dat de wegblijvers wellicht het eerste zuilen toetreden. „Wil jij het doen, Peter?" „Ik denk er niet aan." „En je mooie vrouw. Denk eens aai, haar." „Stik." „Gelijke monniken, gelijke kappen. La ten we er om r,aden", stelde Bastiaai voor. „Ik heb mijn best gedaan, maai ik zie geen andere manier". „Ik weet niet" opperde de man var Werben, „of ik zooveel waarde aan gouc hecht om er voor te verdrinken, maai daar je voorstel billijk is, wil ik he niet afwijzen," ,„Ik ook niet", ben,aamde Peter. „Vooruit dan maar", besliste Basti aan. De man van Werben tastte in zijn zak. „Ik heb drie geldstukken. Wie getal raadt moet gaan. Afgesproken" De beide Éanderen knikten. De lange man stak zijn hand uit. „Drie", zei Peter. „Twee", raadde Bastiaan. „Blijft voor mij één over." Hij open de zijn hand. „Drie. Peter jij hebt het geraden." „Verduiveld. Ik ben ook altijd het kind van de rekening." „Je belooning is rijkdom en de mooi ste vrouw v.an de wereld", troostte de man van Werben. „Bovendien, jij alleen weet de juiste plaats. De wijze vinger van het noodlot." Peter trok zijn kleeren uit. Ze bonden het touw onder zijn armen. Voor hij te water ging zei hij: „Denk er aan. Ik zal naar de plek zwemmen. (Ingez. Med.l De heer Gerritzen wees er op, dat toch 9 van de 17 vereenigingen aanwezig waren. Hierna werd met algemeene stemmen besloten tot oprichting van de Provin ciale Vereeniging. Bij de behandel'ng van de Statuten en 't Huishoudelijk Reglement, zooals de commissie die ontworpen had, werd vastgesteld, dat alleen vereenigingen voor Vreemdelingenverkeer in Zeeland lid kunnen zijn, doch dat andere vereeni gingen, de provincie, gemeenten, ven nootschappen, organisaties en particu lieren begunstiger kunnen worden. De leden betalen f 10, de begunstigers ten minste f 2,50 per jaar. Het bestuur be staat uit evenveel leden als er vereeni gingen aangesloten zijn; deze hebben ieder dus één zetel. De voorloopige commissie zal ook voorloopig het bestuur vormen en de heer Houtekamer zal voorloopig hei secretariaat op zich nemen. Mr. Ad r i a ,a n s e bracht dank aan de commissie en dr. Vaandra ger deed dit speciaal aan mr. Moo- lenburgh, doch deze verwees dit naar zijn mede-commissieleden. Tenslotte kwam nog een schrijven ter tafel over de in Mei te Amsterdam te houden tentoonstelling „Mooi Neder land", waarop tot heden voor Zeeland nog geen plaats is genomen. Het bestuur zal deze kwestie nog eens onder de oogen zien, maar men vrees de, dat dit te zware financieele offers zal vragen. DE ECONOMISCHE EN GEESTELIJKE ONTWIKKELING VAN NEDERLANDSCH OOST INDIE. III. De heer H. de Veer uit Amsterdam, ambtenaar aan het Kon. Kol- Inst, hield Zaterdagmiddag zijn derde cursusvoor dracht. De heer Van der Veer besprak de groote moeilijkheid uit een uiteenvallen de primitieve gemeenschap een be schaafde maatschappij te vormen. Niet door mechanischen opbouw van een constructor, slechts door organischen groei onder de leiding van een zorgzaam tuinman is iets te bereiken. De eigenschappen van den mensch worden voor ;een groot deel bepaatd door de geografische omstandigheden, 't Verschil tusschen bergpapoea's en moeraspapoea's is hierdoor te verklaren- Inzonderheid speelt de regen een groote rol. De moessons missen de tempera tuurverschillen van onze jaargetijden, doch bepalen door hun regemverschil- len de cu tuurmogelijkheden. De prik keling van vocht na droogte geeft lentegroei- De regenverdeeling en de irrigatiemogelijkheden bepalen voor een groot deel de economische beteekenis van de streek. De flora wordt bepaald door den re gen, terwijl de keuze der cultuurgewas- Als ik duik moet je tot tien tellen en dadelijk halen als ik boven kom. Geef mij een dolk voor de ratten." „Je bent een flinke kerel, Peter", oor deelde de man van Werben. „Jammer", Wat jammer was, zei hij niet. Peter bond zich een doek voor neus en mond, ging te water en zwom met forsche slagen, het hoofd zoo ver moge lijk boven w,ater, naar het midden van de plas. Toen dook hij. Bastiaan telde: „Een, twee, drie.... tien". Peters hoofd kwam boven. Hij schud de zich als een poedel. Zijn handen ble ven onder water. „Halen", schreeuwde hij. „Halen", Ze trokken hem naar den oever. Hij richte zich op. In zijn handen hield hij een pak geklemd, gebonden in vuil lin nen. „Hoera!" riep Bastiaan. Peter nam het zware pak onder zijn arm. De beide anderen trokken hem zoodat hij van steen tot steen kon klimmen. „Gevonden", zei hij. „Ik wist het, d,aar moesten ze liggen." Hij trok den doek van zijn gezicht. „Geef mij iets te drinken." Bastiaan reikte hem een platte flesch. Pet'r nam een flinke teug. „Toch gevonden", her haalde hij. Saxon had alles over den muur heen gezien en Marion w,as op een steen naast hem komen staan. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1935 | | pagina 5