OVERSTE SAX0N
vnafflgög®
HieuwemTC
Onverandei J*
KRONIEK van den DAG.
ZEELAND.
BINNENLAND.
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE Zt^üWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN DINSDAG 19 FEBRUARI 1935. No. 42.
Historische Avonturenroman,
MIDDELBURG.
WALCHEREN.
-3,10,
o. h,
Sven Hedin 70 jaar. Ont
dekkingsreiziger in hart en
nieren. Man van groote
kennis en onuitputtelijke ener
gie.
Vandaag is een beroemd man 70
jaar geworden: de Zweedsche ontdek
kingsreiziger Sven Hedin.
Dr. Sven Hedin pleegt zich niet met
kleinigheden op te houden. Daarom
kon men hem vandaag niet in zijn wo
ning in de Zweedsche hoofdstad Stock
holm vinden. Hij vertoeft ergens in
China, waar hij pas een belangrijke op
dracht van de Chineesche regeering
heeft volbracht.
Elke schooljongen weet uit „Van
Pool tot Pool", dat prachtige boek van
den koenen ontdekkingsreiziger, hoe
Sven Hedin, nauwelijks twintig jaar
oud kort na zijn eindexamen met een
Zweedsche ingenieursfamilie naar Ba-
lakhini bij Bakoe (Z. Rusland) ging om
den zoon des huizes onderwijs te geven
en zoo al direct een flink eind naar de
lokkende Orient kwam, die hij dan
ook, zoo spoedig als de lessen defini
tief afgeloopen waren, met 400 van
zijn vader geleende kronen ging be
zoeken. De lust om ontdekkingsreizi
ger te worden, om onbekende landen
te bezoeken, de witte vlekken op de
wereldkaart te doen inkrimpen en ver
dwijnen, die lust was al jaren tevo
ren in hem ontwaakt toen hij op een
lenteavond tusschen de dicht opeen
gepakte menigte aan een Stockholm-
sche kade stond om de thuiskomst van
Nordenskiöld en Pallander, die met de
„Vega" hun beroemde vaart rond Eu
ropa en Azië hadden volbracht, gade
te slaan. Door heel het jaar rond in
een onverwarmd vertrek met open ra
men te slapen, door zich te wennen aan
weinig eten, door allerlei boeken op
't gebied der aardrijkskunde te lezen
en alsmaar kaarten te teekenen, be
reidde hij zich op zijn levenswerk voor,
terwijl hij kort voor zijn vertrek naar
Rusland twee maanden lang een mili
tairen cursus in cartografie mocht vol
gen, waarbij hij, die later de Trans-
himalaya en den Zijdeweg in kaart zou
brengen, zich oefende op de heuvel
tjes en de paadjes van een oud land
goed aan den buitenkant van Stock
holm.
Van Bakoe uit ondernam Sven He
din dan zijn eerste expeditie, zijn reis
door Perzië, waarbij hij al spoedig ge
legenheid had met de woestijn en met
roovers kennis te maken. Volgden en
kele jaren van hard studeeren te
Stockholm, Uppsala en Berlijn, een
tweede reis naar Perzië als lid van een
buitengewone ambassade, waarna hij
op zijn eigen houtje verder Azië in
trok en voor de eerste maal in het
Chineesche rijk kwam, daarna nieuwe
jaren van studie en tenslotte de pro
motie tot doctor in de filosofie te Hal
le in Juli 1892. In het najaar van 1893
begon Hedin zijn eerste wetenschap
pelijke expeditie, die hem dwars door
Azië voerde en van welke hij nimmer
teruggekeerd zou zijn, wanneer hij op
den vreeselijken tocht door de woes
tijn niet juist toen de nood het hoogst
gestegen was in het vrijwel uitgedroog
de bed van de Khotan-Darja een klein
waterplasje had gevonden, waar hij
zijn dorst lesschen kon en zijn laars
met water kon vullen om den reeds
van uitputting ineen gezakten bedien
de Kasim lafenis te brengen. Na drie
en een half jaar kwam hij in 't vader
land terug, in 1899 trok hij opnieuw
voor drie jaar naar Azië en in 1905
begon dan zijn groote expeditie naar
Tibet, die aanvankelijk door de Brit-
door G. P. BAKKER.
46).
„Als ik haar in mijn macht heb",
vervolgde hij, „zal geen opoffering u te
groot zijn haar te bewaren voor laat
ons zeggen onaangename dingen, n
Man die zich voor haar had willen la
ten ophangen, alleen.... Ja? Waarom?
Het is mij niet duidelijk. Om de partij,
die zij aanhangt niet te verraden? \Om
onbekend te sterven, opdat haar naam
niet in verband gebracht wordt met 'n
gehangene? Uit liefde? Maar wat heeft
ze aan een gehangen man?"
„En de prinses? Ik zei het al: ze zal
alles doen om u voor mogelijke gebeur
lijkheden te beveiligen. U heeft haar 't
leven gered, beschermd voor iets ergets.
Het is bijna een ridderroman. Men heeft
mij het een en ander ingefluisterd. Zij
zou uw leven met het hare koopen.
Twee geliefden, die voor elkaar zouden
willen sterven." Een glimlach verscheen
om zijn lippen.
„Maar, Excellentie"
„Ik weet. Ik weet. Maar Messer Ni-
col Machiaveili heeft reeds een eeuw
ge'eden geschreven: De deugd is: het al
tijd gereed zijn voor gebeurlijkheder
cn de gelegenheid benutten. Altijd ge
reed zijn in te grijpen met het volle ge
wicht van eigen macht. De deugd is het
tegengestelde van goedheid. Het is de
activiteit, die staat boven goed en
kwaad- Vergeet niet, dat mijn houding
sche autoriteiten belemmerd werd,
maar daardoor juist zulke schitteren
de resut#,ten opleverde. Tijdens deze
expeditie was het dat Sven Hedin de
Transhimalaya ontdekte en in kaart
bracht en de scholieren, die dat ge
bergte moeten leeren, mogen er dr.
Hedin eigenlijk wel heel dankbaar voor
zijn, dat hij het tenslotte dezen naam
gaf. Oorspronkelijk had hij het name
lijk Nin-tschen-tang-la willen doopen.
De wereldoorlog stuurde de plannen
van dr. Hedin danig in de war en het
duurde tot October 1926 voor hij er
weer op uittrok om in Centraal-Azië
nieuwe onderzoekingen te verrichten.
Dit werd, naar tijd en verrichten we-
tenschappelijken arbeid gerekend, zijn
groote expeditie. Ditmaal werd hij ver
gezeld door een staf van Zweedsche,
Duitsche en Chineesche geologen, ar-
chaeologen, meteorologen, zoölogen en
geodeten, jonge mannen over 't alge
meen, die in hun jeugd misschien de
boeken van Sven Hedin hadden ver
slonden en toen gedroomd hadden van
ook eens zoo op expeditie te gaan.
Er zouden tientallen boeken vol te
schrijven zijn over hetgeen de leden
van deze expeditie, die tot 1933 duur
de, allemaal beleefd en gevonden en
ontdekt hebben en verscheidene van
die boeken zijn trouwens al geschre
ven. Maar nadat de expeditie feitelijk
al geëindigd was keerde dr. Hedin na
een kort verblijf in 't vaderland weer
naar Azië terug, nu om als hierbo
ven reeds vluchtig aangeduid -voor
de Chineesche regeering te onderzoe
ken in hoeverre de oude karavaan
weg, die van Peking naar het Wester-
land voerde, bruikbaar zou zijn als
autoweg ter verbinding van de ver uit
een liggende deelen van het Chineesche
Rijk. Dat werk heeft langer geduurd
dan men aanvankelijk gedacht had, de
expeditie van Sven Hedin heeft den
noodigen last ondervonden van bur
geroorlogjes en bandietisme, de auto's
en daarmee de benzinevoorraden zijn
beurtelings door vrienden en vijanden
gerequireerd voor transport van vluch
telingen en gewonden, en in Maart
van het vorige jaar heeft het een haar
gescheeld of opstandelingen hadden
Sven Hedin en zijn metgezellen dood
geschoten 'teneinde zich in het bezit
van de auto's te stellen. Was het in
1895 zijn geologische kennis geweest,
die hem het waterpoeltje deed vinden,
dat hem het leven redde, ditmaal was
het zijn kennis van de gewoonten der
Aziatische volken, die het hachelijke
avontuur op 't laatste nippertje nog een
goede wending gaf. Want toen Hedin
voor de zooveelste maal een paar of
ficieren van de rooverbenden van ge
neraal Ma Tsjoeng Jin geweigerd had
de auto's te leenen, hoewel zij met de
revolver in de hand stonden, merkte
hij, dat het ernst werd en dat zij het
ditmaal niet bij dreigen alleen zouden
laten, zoodat hij den tolk toeschreeuw
de, dat ze de auto's konden krijgen.
Sven Hedin had gezien, dat de officie
ren hun muilen uittrapten en hij wist,
dat de religie dezen menschen verbiedt
iemand met geschoeiden voet te doo-
den
Binnenkort denkt de 70-jarige via
Siberië naar Zweden terug te keeren.
Veel „werk" wacht hem daar, huldi
gingen en zoo, maar ook echte arbeid:
het schrijven van nieuwe boeken en
verslagen. Maar hij hoopt, daar toch
met klaar te komen, voordat eventu
eel verval van krachten hem een nieu
we en dan wellicht laatste expeditie
naar Centraal-Azië zal beletten. Want
de droom van den 70-jarige, die er uit
ziet als een 50-jarige, is om nog eens
S de bergen te aanschouwen, die hij
„ontdekte" en in kaart bracht, de
Transhimalaya. Over vitaliteit gespro
ken.
den dporslag kan geven in dezen oor
log. Niets zal me terug houden. Ik zal
ingrijpen met het gewicht van eigen
macht. Ik wil zelfs geen cijfers noemen.
Ofschoon een voorwaarde als deze:
De prinses gaat weer over tot het oude
eenig ware geloof mij wel door het
hoofd speelt".
„Maar dat zou ze nooit doen", riep
Saxon uit-
„Denkelijk niet dadelijk, maar onze
pleitbezorgers zijn zeer weisprekend.
De prinses is zonder twijfel eenige moei
te waard. Men heeft mij gezegd, dat ze
niet alleen een der rijkste, maar ook
een der mooiste en interessantste vrou
wen van Duitschland is. Ik zeg u rond
uit, overste. Ik zal den toestand zoo
veel uitbuiten als in mijn vermogen ligt".
Saxon bleef zwijgen. Hij wist dat Von
Pappenheim de macht en zelfs het recht
aan zijn zijde had. Bovendien, wie niet
verliezen kan, moet niet vechten. Maai'
hij werd nog bleeker dan hij reeds was.
Voor zijn oogen verschenen afschuwe
lijke toonee en. Marion.... Te wreed
om aan te denken. Hij zag Marion-t
Neen, niet zien- Nu niet. Sterk zijn. Aan
zichzelf dacht hij geen oogenblik.
„Excellentie", zei hij en deed zijn
uiterste best om zijn stem te beheer-
schen, „Dat is een plen, dat de duivel
had kunnen uitdenken."
„Het ligt nog al voor de h,and._U
weet even goed als ik wat er op het
spel staat. Het geheele Duitsche rijk.
De overwinning der keizerlijken of der
ketters. Het is geen wraak, omdat u en
de prinses mij in Mei ontkomen zijt, Het
is geen haat. Ik voel voor haar zelfs
sympathie. Ik ben nieuwsgierig die
HERZIENING VAN DEN
WETTELIJKEN TIJD.
Nieuwe regeli ng zal dit jaar in
geen geval in werking treden,
Naar de Msb. verneemt heeft de minis
ter van Binnenlandsche Zaken bepaald,
dat, indien het wetsontwerp tot herzie
ning van den wettelijken tijd door de
Eerste Kamer mocht worden aangeno-
men, het om technische redenen niette-
min onmoge ijk zal zijn die nieuwe lijd-
regeling nog dit jaar in werking te doen
treden.
I EEN MEEVALLERTJE VOOR
LIMBURGSCHE BOEREN.
j In verschillende Limburgsche grens
dorpen kan op het oogenblik eene be
langrijke opleving in den stroohandel
worden geconstateerd- In de buurt van
Venlo passeeren dagelijks tal van
auto's en karren de grens om bij
de boeren stroo op te koopen.
In Duitschland schijnt er namelijk
groot gebrek aan stroo te zijn. De prij
zen van het stroo, dat enkele maanden
terug nagenoeg waardeloos was en zelfs
door sommige boeren niet zelden weid
verbrand, zijn door deze opleving en de
groote vraag naar dit artikel aanzienlijk
gestegen. Voor goed stroo wordt zelfs
tot f 8 a f 9 per 1000 kg geboden, ter
wijl het overige stroo voor ongeveer f 7
gretig van de hand gaat.
De boeren, die van levering op crediet
niet willen weten, ontvangen van de
Duitschers als regel contante betaling.
(N.R.C.)
De salarissen van het gemeente-
personeel.
B. en W. herinneren er den Raad
aan, dat krachtens het besluit van 14
Februari 1934 sedert 1 Januari 1934
aanvankelijk een crisiskor.ting van
5 pet toegepast werd op alle wedden,
loonen en andere in pensioensgrond
slagen opgenomen emolumenten, die
direct of indirect uit de gemeentekas
werden genóten, terwijl, ter uitvoering
van het bepaalde bij het besluit van
27 April 1932, op de wedden van het
gemeente-personeel, dat niet onder de
bepalingen van de pensioenwet valit,
eveneens eene korting werd toegepast
van 8 Yz pet, t.w. 5% pet tot een be
drag van f 3000 en 3 pet over de to
taalwedde c.a. en wel tot 1 Mei 1935,
resp. 1 Januari 1936. Het eerstgenoem
de besluit zou zoodanig worden opge
vat, dat, indien met ingang van 1 Juli
1934 tot een verhoogd, wettelijk pen-
sioensverhaal van 10 pet. zou worden
besloten, hetgeen inmiddels heeft
plaats gevonden, de tijdelijke salaris
korting met 1% pet zou worden ver
minderd. Krachtens deze besluiten
worden thans op de wedden c.a. van
het personeel de navolgende kortin
gen toegepast:
A. Personeel dat onder de Pensi
oenwet valt: 4% pet pensioenverhaal
van den vollen grondslag, 5% pet van
den grondslag tot f 3000 en 3% pet cri
siskorting, totaal 13% pet.
Intusschen heeft de Minister van
Binnenlandsche Zaken o.m. medege
deeld van oordeel te zijn, dat de tijd is
gekomen om met het stelsel van tijde-
mooie wilde avontuurlijke prinses te
leeren kennen. Maar voor persoonlijke
overwegingen is hier geen plaats. Het
gaat om het allerhoogste. In onze vaan
dels staat geschreven: Voor kerk eu
rijk. U moet toegeven, dat het niet on-
vede'ijk is- Ik vertrek weer naar Halle.
Vanavond of vannacht zal ik u laten
overbrengen. Ik heb mijn troeven open
op tafel geworpen. En nu de uwe?"
„Misère ouverte", luidde het ant
woord en het gelukte hem dit te zeg
gen met vaste stem en een glimlach.
„Het is niet de kogel, die ons doodt,
maar het noodlot", vervolgde Saxon.
„De plaats, waar we staan", klonk 't
koele antwoord van den veldmaar
schalk.
De veldmaarschalk belde.
„Hopman, de wacht! Geleid de over
ste naar zijn tent. Behandel hem vol
gens zijn rang, maar bewaak hem goed.
Je staat met je hoofd voor hem in."
„Tot later overste."
Saxon stond te midden der helle
baardiers. Hij salueerde in de houding
maar sprak geen woord,
HOOFDSTUK XXVIII.
Saxon zat aan de tafel in de ruime
tent. Zijn hoofd steunde op zijn han
den. Hij had gedacht en gedacht om 'n
uitweg te vinden tot zijn gewond hoofd
van vermoeidheid voorover zonk en de
toekomst nog hopeloozer scheen.
Von Pappenheim had duidelijk ge
noeg gesproken. Hij wist dat er geen
redding mogelijk was. Marion moest
overgaan naar het oude geloof. De rui
tergeneraal, die alles kreeg wat hij
wilde door zijn onstuimigen moed, zijn
II nnA TAST-TOE - ao cl. Per 'I' p°
PET1TBEURRE-M,tr:ippond b*tohs- -
GINGER NUTS. 22'/jcl
lijke kortingen te breken, en dat tot een
definitieve herziening van de bezoldi
ging dient te worden overgegaan. Naar
het gevoelen van den Minister zou een
vermindering van de bezoldiging, welke
vrijwel neerkomt op een verlaging van
de thans geldende regeling mei 5 pet,
kunnen worden aanvaard. B, en W. heb
ben zich met de zienswijze van den Mi
nister kunnen vereenigen en dienover
eenkomstig eene wijziging van de
wedderegeling bij de Commissie van
Georganiseerd Overleg aanhangig ge
maakt.
De meerderheid der Commissie heeft
zich met het voorstel, dat voor de Ge
meente eene bate van rond 3800 zal
opleveren, vereenigt.
Bij de besprekingen is door enkele or
ganisaties er op aangedrongen de wed
den naar boven af te ronden en de
Voorzitter heeft toen onder voorbehoud
toegezegd, dat de afronding van de loo
nen der werklieden en ambtenaren een
punt van bespreking zou uitmaken bij
B. en W.
Bij de afronding tot een veelvoud
van 25 voor de ambtenaren en van
„24" voor de werklieden, zou het een
mindere bate voor de gemeente van
f 674,20 en bij f 50 en „48" van f 2247,76
beteekenen. B. en W. kunnen daarom
niet aan den geuiten wensch tegemoet
komen.
De omzetting van de tijdelijke in een
definitieve korting zou dan voor een
grooter of kleiner deel als bate voor de
gemeente verloren gaan. B. en W. zou
den de nieuwe wedderegeling willen
doen ingaan op 1 Maart a.s. en meenen
ten aanzien van de vraag of sommige
groepen of functies anders behooren
te worden geclassificeerd, te mogen
verwijzen naar hun antwoord op het
rapport des Secties over de gemeen-
tebegrooting. Daar deelden zij mede, dat
na aanvaarding van 't nu ingediende voor
stel zij zullen overwegen of sommige
functies of groepen nog anders dan nu
behooren te worden geclassificeerd of
samengesteld. Inzake de wedde van 't
Hoofd van den Vee- en Vleeschkeu-
ringsdienst en den klerk-laboratorium-
bediende, tevens plaatsvervangend
hulpkeurmeester, is overleg gepleegd
met B. en W. van Vlissingen met tot
resultaat, dat B. en W. van Middelburg
voorstelden voor het Hoofd van Dienst
f 4750f 5700 met 4 tweejaarlijksche
verhoogingen van f 237.50 (thans f 5000,
f 6000 en f 250) en voor den klerk
laboratoriumbediende f 1628f 2300
(thans f 1728f 2400). Hoewel nog geer
antwoord uit Vlissingen is ontvangen
dat met den ingang van deze regeling
per 1 Maart 1935 accoord wordt gegaan,
meenen B. en W. deze wedderegeling
toch voorloopig te moeten aanhouden en
haar ook te doen gelden voor de
andere alleen aan den dienst te Mid
delburg verbonden hulp-keurmeesters.
Voor het personeel, dat niet onder
gebruik maken van elk middel, zijn groo
te sluwheid en zijn onbuigbaren wil was
nieuwskierig de mooie, wilde, avontuur
lijke prinses te leeren kennen. Zij zou
niet de eerste vrouw zijn, die de be
geerte van Von Pappenheim opwekte
en zich voor zijin wil moest buigen. Als
hij haar zag, zou hij haar begeeren,
daarvan was Saxon overtuigd, "begeeren
met geheel zijn vurigen rooden harts
tocht. Hij zou de middelen weten te
vinden haar tot onderwerping te bren
gen. Hij wilde haar geld en haar zelf
hebben en hij zou geen enkel middel
onbeproefd laten, voor geen wandaad
terugschrikken. Hij zou niet met geld
alleen tevreden zijn. Bovendien had zij
groote bezittingen in Hongarije en
die kon Pappenheim slechts bemachti
gen door haar bezit, door haar te ma
ken tot zijn toegeeflijke, gedweëe sla
vin.
Marion, zijn Marion in de macht van
Von Pappenheim! Hij kende hem. In t
gevecht worgde hij met zijn sterke han
den de vijandelijke soldaten), 'Zij zou
als een pasgeboren kind zijn in Je ar
men van dien bruut. Want een wilde
woesteling was hij, al was hij een zeer
geleerd man, die aan vele universitei
ten had gestudeerd, vele talen vloeiend
spr,ak en zich aangenaam kon voordoen.
Saxon was niet gebonden, maar hij
had geen enkel wapen. Hij had de tent
aan alle kanten onderzocht, maar geen
enkele zwakke plek gevonden. Er was
geen maas in het net, waardoor hij zou
kunnen kruipen. Achter het zeildoek
hoorde hij de regelmatige schreden der
hellebaardiers en aan de voorzijde was
het wachtlokaal. Als hij maar een goed
zwaard had. zou hij alleen den strijd
(Ingez. Med.)
de bepalingen der Pensioenwet valt,
willen B. en W. geen 15 doch 13% pet.
totaal korten, omdat het door gemis
iaan pensioenrechten toch reeds yi on
gunstiger conditie verkeert dan het
overige personeel.
Verder ligt het nog in het voorne
men van B. en W. overleg te plegen
met het Bestuur der Godshuizen en 't
Burgerlijk Armbestuur nopens vermin
dering van de wedden van het personeel
aan die instelling verbonden, en met 't
Bestuur van den Armenraad nopens de
belooning van den armbezoeker.
Naar aanleiding van opmerkingen in
de secties nopens korting op de wedden
van het Brandweerpersoneel, het sala
ris van den Directeur van het sport
terrein en de wedden van het perso
neel van de Arbeidsbeurs, verwijzen B.
en W. naar hun antwoord op het sec
tierapport. Voor het Brandweerperso
neel en het personeel der Arbeidsbfeurs
zegden zij daarbij overweging van een
herziening toe, het salaris van den di
recteur van het sportterrein achtten zij
niet voor voor verdere verlaging vat
baar.
Voor de werkloozen.
Morgenavond wacht de werkloozen in
het ontspanningslokaal een leerrijke le
zing van den heer J. H. Hemmers uit
den Haag, die aan de hand van licht
beelden zal spreken over zijn verblijf in
de Bataklanden op Suriname en o.a. in
het melaatschendorp.
De werkloozen, die een cursus in Es
peranto willen volgen, moeten zich
daarvoor zoo spoedig mogelijk opgege
ven, opdat de aanvang van den cursus
kan worden bepaald.
De buit was niet groot.
Zondagavond zijn uit een winkel op
den Dam twee busjes, die voor het in
zamelen van gelden voor bepaalde doel
einden daar waren neergezet, door het
open duwen van de deur weggenomen.
De ledige en geforceerde geopende bus
jes zijn teruggevonden op een stoep van
een woning in de Bogaardstraat, Er zal
in beide busjes samen een zeer klein be
drag aan geld zijn geweest.
DOMBURG. De coöperatieve ver-
bruiksvereeniging „Ons belang" telt
thans 91 leden, aan wie in 't afgeloopen
boekjaar verkocht is voor f 17,730, waar
door ruim 15 pet. bruto-winst is ge
maakt- Na afschrijving van f 140 reserve
blijft f 442 beschikbaar voor dividend
aan de leden, die 4 pet. zullen ontvan
gen. In de Maandagavond gehouden le
denvergadering werden in het bestuur
herkozen de heeren Ant. Provoost; Chr
Maas Johz. en W, Bos, terwijl de heer
H. v. d- Welle opnieuw door de verga
dering als commissaris werd. aangewe
zen. Van de hypotheek is f 250 afgelost,
aanvaarden, trachten door de wacht
heen te breken, maar met ledige han
den viel daar niet aan te denken.
Een hellebaardier trad binnen, salu
eerde.
„Overste kapitein Govaerts wenscht
u te spreken,"
„Kapitein Goyaerts? Wie zou dat
zijn?"
„Laat binnekomen."
„Kapitein-ingenieur Govaerts was de
schansmeester, die had moeten consta-
teeren dat Willem de Schipper een
Hollander was. Saxon h,ad geen acht
op den naam geslagen. Hoe lang was
dat nu al geleden?"
„Overste", zei hij, „ik heb dikwijls-
van u gehoord. En daar we landgenoo-
ten zijn, heb ik verlof .gekregen u te
bezoeken."
Hij sprak Hollandsch met een vreemd
accent.
„Dat is heel vriendelijk van u, kapi
tein."
„Uw maal staat nog onaangeroerd,
zie ik. U moet eerst flink eten en een
glas drinken, In zwarte oogenblikken
heeft men de meeste kracht noodig. Ik
weet ongeveer wat uw moeilijkheden
zijn, maar de vrees voor het noodlot
is dikwijls erger dan het noodlot ?elf.
Zij ondermijnt de kracht en verzwakt
den helderen blik, noodig om den vij
and te bestrijden. Zoolang de bijl niet
gevallen is, staat het hoofd nog op de
schouders."
„In het huis van den gehangene...."
„Toch wel. Maar eet en drink eerst."
Kapitein Govaerts schonk twee roemers
■vol. „Uwe gezondheid."
(Wordt vervolgd)
k