MAGGI SOEPEN OVERSTE SAXON KRONIEK van Hen DAG. ZEELAND. TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDBELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CR T.) VAN VRUDAG 8 FEBRUARI 1935. No. 33. MIDDELBURG. De gemeentebegrooting 1935. ZIJN NEDERLANDSCHE IN KWALITEIT PRODUCTEN EN STAAN AAN DE SPITS Historische Avonturenroman, Relletjes in het Quartier La tin te Parijs. De medische studenten voelen zich gedu peerd door de vreemdelingen. Fransche doktoren voor Fransche zieken. De Fransche studenten zijn de laat ste weken roerig geweest; de medische dan. Ze hebben zich zoodanig laten gelden, dat de medische faculteit aan de Parijsche universiteit de vorige week zelfs gesloten moest worden. De betooging was een van de vele gevol- j gen van den tegenwoordigen crisistoe- j stand, die het leven ook voor de intel- j lectueelen zooveel moeilijker gemaakt heeft. De Parijsche universiteit heeft te allen tijde een groote aantrekkings kracht gehad op de vreemdelingen. Het aantal studenten uit het buitenland is te Parijs bijzonder groot; de schattin gen loopen uiteen van twintig tot vijf- en-dertig procent, naar gelang van de faculteiten. Wie in het Quartier Latin, waar de universiteit is gevestigd, komt is getroffen door het groote aantal ver schillende huidskleuren dat hij onder de studenten ziet, van het melkwit der Skandinaviërs via olijfkleur en café- au lait tot het geel van het uiterste oosten, en door de vreemde talen die hij op straat en in de café's hoort spre ken. Dat is voor de verspreiding van de Fransche beschaving en weten schap natuurlijk een uitstekend ditng, en het bezoek van de vreemdelingen wordt dan ook door de autoriteiten zeer aangemoedigd. In het algemeen hebben de studenten zelf er ook niets tegen. Maar nu de intellectueele be roepen al net zoo overvoerd zijn als de rest eischen ze dat ervoor gezorgd zal worden, dat die vreemdelingen, als ze eenmaal afgestudeerd zijn, niet in Frankrijk blijven hangen, en den Fran- schen concurrentie komen aandoen. Dit laatste nu komt veel voor. Ie mand die eenige jaren in Parijs heeft doorgebracht komt gewoonlijk zóó on der de bekoring van het aangename leven daar, dat hij niets liever wil dan er de rest van zijn bestaan slijten. Vooral de bewoners van de Donau- landen, van den Balkan, van het Na bije Oosten, toonen weinig lust naar hun vaderland terug te keeren als ze j eenmaal hun diploma hebben bemach- i tigd; ze laten zich tot Fransch staats burger naturaiiseeren, en vestigen zich. Dat geeft dan weer idem-zooveel mon den méér voor een spoeling, die met den dag dunner wordt. Van de zijde der studenten is een dezer dagen een sta tistiek gepubliceerd, waaruit blijkt dat van de driehonderd nieuwe doktoren die zich in den loop van 1933 in Frank- i rijk gevestigd hebben er zeven lig in het buitenland geboren waren. Dat nu vinden ze een beetje machtig. Het lijkt niet heel moeilijk dit te voorkomen zonder schade te doen aan den roep, die in het buitenland van het Fransche Hooger Onderwijs uit- gaat. Reeds is eenigen tijd geleden be paald, dat voor de advocatuur, een be- S roep dat zeker niet minder overladen is dan het ambt van geneesheer, ver- eischt wordt dat een vreemdeling sinds i tien jaar genaturaliseerd moet zijn voor hij zich bij de balie kan laten inschrij- j ven. Datzelfde geldt thans nog niet voor j de medici: iemand die zijn diploma heeft en genaturaliseerd is kan onmid dellijk practijk gaan doen. Voor de na- turalisatie wordt in het algemeen ge- j eischt dat de candidaat sinds minstens drie jaar in Frankrijk gewoond heeft, maar voor hen die een rijksdiploma hebben gehaald aan een der Fransche universiteiien is een periode van één jaar voldoende, zoodat al degenen die hier gestudeerd hebben aan die voor- j waarde voldoen. Vandaar dat het aan tal praktijkuitoefenende doktoren van vreemden oorsprong hier zoo groot is. Nu is er al eenige jaren geleden bij de Kamer een wetsontwerp ingediend om hierin verbetering te brengen, maar de afgevaardigden hebben het zoo druk gehad met andere dingen dat ze nog altijd geen tijd hebben gevonden het in behandeling te nemen. De actie van de medische studenten is er daar om in de eerste plaats op gericht dit ontwerp zoo spoedig mogelijk wet te zien worden. Zeer vermoedelijk zal hun dat nu wel iukk-en. De actie heeft heel wat beroering in Frankrijk veroorzaakt en de openbare meening vindt, dat de stu denten groot gelijk hebben. Daar zul len de heeren afgevaardigden allicht naar luisteren. „Openbare meening" wil heel wat zeggen in de Fransche republiek. Sectierapport en antwoord van B, en W. Verschenen zijn het verslag van de sectierapporteurs van de op 11, 17 en 14 Januari gehouden vergadering van de eerste, tweede en derde sectie van den Raad en het antwoord van B. en W. op dat rapport, nopens de begroo ting 1935. Aan een en ander ontleenen wij het volgende: Algemeene beschouwingen. Een der leden meende, dat, nu de begrooting tevoren aan Ged. Staten moest worden ingezonden, wederom een stukje autonomie der gemeente wordt afgenomen, doch B. en W. meld den, dat blijkens verkregen inlichtin gen het niet in de bedoeling ligt, dat Ged. Staten vóór de vaststelling der begrooting desbetreffende opmerkin gen te hunner kennis brengen. Enkele leden brachten de wijze, waarop de begrooting werd sluitend gemaakt ter sprake. Hoewel allen overtuigd zijn, dat ook de regeering moet bezuinigen, merkte een der leden op, is het de vraag of dit op de juiste wijze geschiedt en of dit ten opzichte van de gemeentep niet te ver gaat. Wat baat een sluitende begrootir-g, indien daarna de regeering verschillende maatregelen neemt, die belangrijke in komsten aan de gemeente oi thouden. Een ander lid betreurde het, dat B. en W. de zuinigheid niet verder hadden gebracht, door voort te gaan met het doen cyclostyleeren van de begrooting en andere bescheiden. Een volgend lid stelde de vraag of het wel verstandig is, alles, wat nog is overgebleven, af te breken. Het was voor dit lid en enkele andere de vraag of het verschil tusschen den tegenwoordigen toestand en den toestand van noodlijdend zijn, wel zoo groot zou zijn. Dit lid meende, dat de grens van het noodzakelijke is bereikt. B. en W. antwoorden, dat zij zich niet kunnen begeven in een beoordee ling van de ontworpen, inmiddels door de Tweede Kamer aanvaarde maatre gelen die de financiën van de gemeen te in belangrijke mate zullen beinvloe- den. Te meer omdat die maatregelen in hun college niet geheel eenstemmig be oordeeld worden, wat mogelijk ook in den Raad het geval zal zijn. Een voor stel tot het doen cyclostyleeren van het gemeenteverslag, de handelingen enz., zal andermaal aan den Raad ter beslis sing worden voorgelegd. B. en W. heb ben alles gedaan om de gemeente zoo lang mogelijk buiten den toestand van „noodlijdenheid" te houden. Of intus- (lngez. Med.) door G. P. BAKKER. 37). Het briefje was kort: Kom achter het kamp. Dringend „Je moet gaan", raadde de korporaal. „Menig soldenier heeft zijn geluk en zijn promotie aan een mooie vrouw te dan ken. Hoe hooger de rang van haar ma i, hoe verliefder ze zijn. Hoe ouder de man, hoe jonger dikwijls de vrouw. Ik bedoel natuurlijk de tweede of derde. Als het briefje, niet van een dame was, zou ik met je mee gaan. Ga dadelijk, maar kom spoedig terug, anders is het vat leeg. I Neem dit mee", en hij drukte Saxon j zijn dolk in de h,and. „Hang hem aan je gordel. Je kunt 'nooit weten. Een an-i der minnaar. Saxon stond op, verliet de tent zon- der de aandacht te trekken. Ook de anderen waren niet altijd stoelvast. Hij wandelde naar de aangewezen plaats, piekerend wie hem dat briefje kon ge- j zonden hebben. Toen hij aan de achterzijde van het kamp kwam, hoorde hij bij een boom een kuchje. Hij tuurde in de halve duis- j ternis en zag een jonge officier een pad inslaan naar de bosschen. Hij volgde. De officier ging zitten op een boomstronk. „Kurassier", zei een zachte stem. „Ik wou je even waarschuwen. Je moet mor genochtend het kamp hebben verlaten." Saxon ging dicht bij den officier staan. „Waarom, luitenant?" vroeg hij zeer verwonderd. „Ik ben mij v,an geen kwaad bewust." „Neen. Je bent verraden." „Ik ben tegen mijn zin geronseld." „Vanavond kwam een wachtmeester gehoor bij den kolonel vragen. Hij heeft gezworen, dat jij een spion bent. De vent had een onbetrouwbaar uiterlijk, dat is waar. De kolonel wilde het niet gelooven, maar de man beweerde dat hij het morgen zou bewijzen en derge lijke aantijgingen worden steeds ern stig behandeld." „Dat spreekt van zelf, luitenant", ant woordde hij en dacht even na. „Geleek die wachmeester op een vos en was hij van den musketiers?" „Hij was een musketier. Een vos. Ja, maar een gewone vos. Je moet de die ren niet beleedigen. Hij had dezen mid dag een bank gehouden en jij hadt met een anderen kurassier bij hem gespeeld." „Dat klopt, luitenant." „Juist en hij beweerde dat je zeker een spion waart en nog wel een vijan delijk officier." „Officier?" vroeg Saxon zeer ver baasd. „Morgenochtend wordt je voor den kolonel geroepen. Het zou vanavond gebeurd zijn, maar we zaten gezellig te soupeeren. De meesten zeiden dat zr niet veel van het verhaal geloofden en schen het verschil tusschen dien toe stand en den tegenwoordigen groot zal zijn en zoo ja, hoe groot, zal de practijk door het Rijk te volgen bij de verleening van extra-bijdragen in de kosten van werkloosheids-uitgaven, moeten uitwij zen. Op dit oogenblik ontbreekt daar voor elk richtsnoer. Maar dat B. en W. verder hebben moeten gaan met de be zuiniging dan hunzelf aangenaam is, be hoeft geen nader betoog. Naar aanle:ding van ernstige bezwa ren tegen verhooging van het aantal op centen op de personeele belasting, z.ïg- gen B. en W. overtu'gd te zijn, dat tegen over de verieening van een extra bijdra ge in de werkloosheidslasten als eisch zal worden gesteld verhooging van het aanta. opcenten van 160 op 200, hoezeer zij die verhooging op zich zelf ten ern stigste betreuren. Tot indeeling van de gemeente in een andere klasse voor de heffing der personeele belasting ter be- reking van geringere lasten voor de bur gerij zou h-i. tijd:g vóór 1 Jan. moeten zijn besloten. Zoodanige maatregelen zcu dus eerst voor den dienst 1936 kunnen worden overwogen. Hoezeer op zichzelf aantrekkelijk en inderdaad van onmis kenbaar gewicht is het h.i. niet denk baar te achten, dat, bij den huidigen stand der gemeentelijke middelen, da vereischte medewerking van de regee ring zou zijn te verkrijgen, B. en W- brengen dank voor de door enkele leden gebracht hulde voor het feit, dat zij o.a. door het betrachten van de noodige zuinigheid de begrooting hebben weten slu:tend te maken en door een lid voor hetgeen zij terzake de werkloosheidszorg in 1934 hebben ver richt, terwijl- een lid meende, dat in de zen tijd in het a'gemeen geen critiek op het beleid van B. en W. past, doch dat men thans meer dan ooit het college zooveel mogelijk d:ent te steunen, al neemt dat natuurlijk niet weg, dat men zijn eventueele wenscben en opmerkin gen naar voren mag brengen, In verhand met opmerkingen over mo gelijke verlaging van woninghuren, ant woorden B. en W., dat een eventueel1 verlaging der huren van de woningen der beide woningbouwverenigingen doorloopend hunne aandacht heeft. Tot nu toe hebben pogingen daartoe in een briefwisseling met het Bestuur der Rijksverzekeringsbank, den minister van sociale zaken, de Vereeniging van Nederl. Gemeenten en Ged. Staten nog geen gunstig resultaat opgeleverd. B. cn W. zijn bereid verlaging der prijzen van water en electriciteit te overwegen, doch voegen er dadeüjk bij, dat de ge meentebegrooting er zoodoende nog on gunstiger zal komen uit te zien dan nu reeds het geval is. In verband met een desbetreffende opmerking, deelen B. en W. mede, dat de verzoeken om bouw vergunning altijd worden getoetst aan de eischen der Bouwverordening en daarbij wordt ook aandacht besteed aan eischen van schoonheid. De dienst van Gemeen te-werken geeft te dezer zake leiding en advies, voor zoover maar mogelijk is. B. en W. voelen zeer wel, dat een onpartijdige gemeentelijke schoonheids- commiss'e gelijk die in andere gemeen ten omtrent bouwprojecten ter verze kering van het voldoen aan rechtmatige hopman Von Felsen verzette zich met alle kracht tegen je gevangenneming. Hij zeide: „Natuurlijk een wraakneming van zoo'a gemeenen bankhouder, die bij den. neus genomen is. Ik wensch niet, dat men zal meenen, dat ik dien kloeken kerel een kwaad h,art toedraag, omdat hij mij in een eerlijk gevecht overwonnen heeft. Zelfs indien hij een spion is zal hij de zen nacht nog rustig slapen. Dat heeft hij verdiend. De kolonel liet zich overha len de zaak tot morgen te verschuiven. De hopman is zeer bemind." „M,aar luitenant?" vroeg Saxon. „Waarom waarschuwt u mij? Dat is buitengemeen vriendelijk." „Omdat", antwoorde de officier, „ik iets aan je heb goed te maken, omdat het mijn schuld is, dat je in het keizer lijke kamp bent." Saxon boog zich voorover tot zijn ge zicht vlak bij dat van den luitenant was. Hij zag twee groene, glanzende oogen, een mooi gezicht onder den morion, greep hem bij de schouders, voelde hoe zacht die waren en keek hem strak aan: Een vrouw! Verona", ontviel hem. „Ja, Ik. Maar maak nu, dat je weg komt. Haal je paard. Je zult het buiten den stal vastgebonden vinden, goed ge zadeld, zoodat de stalwacbt niets ue- merkt van je vertrek. Verdwijn zoo spoe dig mogelijk. Rijd naar het kamp van Mérode, een uur in de oosteliike rich ting door de bosschen. Rijd maar eischen van welstand, advies uitbrengt, in bepaalde gevallen ook hier uitnemend werk kunnen doen. Zij meenen te we ten, dat deze zaak te bevoegder plaatse de volle aandacht heeft weshalve initia tief hunnerzijds achterwege kan b ijven. Zij kunnen niet toegeven, dat de nieuw bouw aan den Zuidsingel de omgeving ten zeerste ontsiert, zooals een lid in een der secties had opgemerkt. Inzake een vraag naar de grenswijzi ging met Koudekerke, deelen B, en W. mede, dat zij deze aangelegenheid spoe dig opnieuw onder de oogen moeten zien. Daartoe dringt hen reeds de om standigheid, dat de enkele jaren gele den met Ged. Staten t.d.z. op nieuw aangevangen correspondentie van de zijde van Middelburg werd onderbro ken. De laatstelijk, omtrent deze zaak verzamelde gegevens, waarop bereke ningen werden gebasèerd, vereischen 'n nieuw onderzoek. Het zoeken naar bouwterrein binnen de gemeente voor den bouw van be scheiden middenstands-woningen is geen eenvoudige opgaaf, doch als de grenswijziging niet tot stand komt, is het zeker de taak der gemeente. Ook de kwestie van geheele of gedeeltelijke uitvoering van het uitbreidingsplan, dat veel geld zou kosten, hangt met de kwestie der grenswijziging ten nauwste samen. Inzake het abattoir deelen B. en W. mede, dat zij volledige opening van zaken zullen geven, zoodra het hen mo gelijk is en verder verwijzen zij naar hetgeen daaromtrent in de Nieuwjaars rede van den Voorzitter werd gezegd B. en W. vinden als antwoord van opmerkingen aanleiding er op te wijzen, dat de bepaling, dat op het steunbe drag van het gezinshoofd 2/3 der even tueele inkomsten van gezinsleden in mindering werd gebracht, niet geldt voor de verdiensten van jeugdige werk- loozen bij de werken waarvoor de Raad op 30 Januari credieten verleende. De animo voor die werken bij Middelburg- sche jeudige werkloozen is verheugend groot. B. en W. zijn geen werkobjecten bekend, die gezamenlijk door de ge meenten Vlissingen, Souburg en Mid delburg zouden kunnen worden aange vat, w,aarop in de secties gezinspeeld was. Zij meenen, dat, kenden zij zulke objecten, overweging van samenwerking door de gezamenlijke uitvoering ernstig zou dienen te worden overwogen. Naar aanleiding van vragen inzake den luchtbeschermingsdienst, deelen B. en W. mede dat het inderdaad de bedoe ling is om de oefening ter zake op uit gebreider schaal te herhalen en de inge zetenen voor te lichten. Zoodra een en ander een eenigszins vasten vorm heeft aangenomen, zullen zij nader voorstel len voor dit doel een post op de be grooting te ramen. Het is minder juist te spreken van een commissie voor den luchtbeschermingsdienst. Aan de hoof den van verschillende takken van dienst is opgedragen de voorbereiding van fte voor hun dienst noodige maatregelen op dit punt en de regeling van het contact en de samenwerking tusschen hun on derscheiden diensten onderling. Door t a.s. vertrek van den Commissaris v,an Politie komt de functie van_ het hoofd van den luchtbeschermingsdienst bin nenkort vacant. In overleg met den in de richting van de maan en ver dwijn, dolende ridder, zooals je gekomen bent. Als de Mérodebroeders je iets vragen, dan ben je weggejaagd van het regiment-Von Erwitte. Morgen moet je dan maar verder zien. En wees baron Von Felsen dankbaar." „Een brave kerel", zei Saxon. „Een moedig man met een gouden hart en een knappe man ook." „Als een vrouw zoo oordeelt.... Heeft hij je hart gestolen?" „Neen, dat heeft een ander gedaan, maar hij is altijd zoo goed voor mij." „Misschien?" Zij haalde de schouders op. „Mis schien. Hij lijkt iets op jou. En nu. Vaar wel." Ze wilde opstaan, maar Saxon legde den arm om haar middel, ging naast haar zitten. „Neen. Nog geen vaarwel. Er is" nog zooveel op te helderen". „Niets meer", klonk baar antwoord. „We zijn quitte. Ik hoop dat je niet al te slecht over mij hebt gedacht. Toen ik bemerkte dat je een andere vrouw lief hadt, kon ik niet anders handelen. Ik wist dat je den volgenden morgen ge zond wakker zoudt worden, misschien na een vreemden droom. Een ontbijt stond in de kast. De deur w,as niet ge sloten." „Maar ik was gebonden en uitge plunderd. Zoo vonden de kurassiers van Montecucouli mij." „Dat begrijp ik niet", zei ze zacht. nieuwen titalaris zal worden bepaald hoe het best de particuliere medewer king tot het verleenen w.aarvan een aantal ingezetenen zich bij herhaling on dubbelzinnig heeft bereid verklaard tot de gemeentelijke organisatie in het recht verband zal worden gebracht. Het ligt in de bedoeling te bevorde ren,, dat zoodra de a.s. vacature is ver vuld, met een en ander de gewenschte spoed wordt betracht. Wat betreft de salarisregeling is een voorstel te verwachten om de tijdelijke korting van 3% op salarissen en loo- nen om te zetten in een definitieve van 5 B. en W. vinden daartoe o,m. grond in een ontvangen schrijven van den Minister van Binnenlandsche za ken. Voor het politie-personeel heeft de Raad reeds eerder een zoodanig besluit genomen. Na aanvaarding van dat voor stel zullen B. en W. overwegen of som mige functies of groepen nog anders dan nu behooren te worden geclassifi ceerd of samengesteld. B. en W. kunnen niet inzien, hoe de Regeering haar tusschenkomst zou kun nen verleenen bij pogingen om te gera ken tot rente-verlaging der met het Al- gem'eene Mijnwerkersfonds aangegane geldleening. Dat fonds is een volkomen zelfstandig lichaam en de gemeente heeft zich geheel vrijwillig tot de aangegane verplichting verbonden. Gemeentebedrijven. Bij de artikelsgewijze behandeling der begrootingen der bedrijven zijn en kele vragen gesteld, die aan. B. en W. o.a. tot de volgende antwoorden aanlei ding gaven. Dat voor de gasfabriek min der gasafgifte is te wachten en daar om maar 3872 tegen 4205 ton steenkolen is geraamd, terwijl een lagere prijs is bedongen. De vermindering van den post „Loonen voor eigen personeel" was mogelijk door de bij Gas- en Electrici- teitsbedrijf ingevoerde vereenvoudiging in de inning der kwitanties n.l. door de gecombineerde verbruikskwitanties. Een herziening der afschrijvingspercen tages met hertaxatie der activa is in voorbereiding, waarbij ook de kwestie van de extra afschrijvingen zal worden bezien. Inzake het waterleidingbedrijf geven B. en W. toe, dat inderdaad een af schrijvingspercentage van 5 voor wa terleidingbuizen te hoog is te achten. Ook voor het Waterleidingsbedrijf is echter een herziening der afschrijvings percentages met een hertaxatie der activa in voorbereiding. In verband met de tegenwoordige abnormaal lage ko-i lenprijzen zijn B. en W. voornemens met de P.Z.E.M, in onderhandeling te tre den om zoo mogelijk te komen tot een lageren inkoopsprijs van electrischen stroom. Het voor het innen van kwitan ties benoodigd tijdelijk, volwassea per soneel wordt steeds betrokken door be middeling van den directeur der Ar beidsbeurs. Inzake den reinigings- enj ontsmettingsdienst, deelen B. eaa W. me de, dat zij van meening zijn, dat het eventueel aanschaffen van oude banden voor den vuilniswagen op gummiban den, dat intusschen nog vele jaren zal duren, duurder zal uitkomen dan aan schaffing van nieuwe. Betreffende den vee- en vleeschkeu- „Ik was zoo gebonden, dat ik mi) zelf niet had kunnen bevrijden. De wacht meester zei: Een geluk voor je, d,at wij1 je hebben gevonden. Je hadt kunnen verhongeren." „O, zeg dat niet." „En nu zie ik je weer als keizerlijk officier," „Dit is een vermomming. In het kamp, waar ik dikwijls kom, val ik dan niet zoo op. Een jonge niet te kleine vrouw kan in kuras en morion uitste kend voor - een man doorgaan. Ik heb je toch reeds verteld dat alle officieren vrienden van mij zijn. Velen kennen mij van mijn jeugd af. Saxon zweeg. „Ik zweer je, dat ik je niet gebonden heb. En uitgeplunderd? Ik ben geen die vegge, Ik heb zelf genoeg". Er klonk n trotscbe toon in haar stem. „Je moet niet te slecht over mij denken. Ik weet wel, mijn gedrag was zeer ongewoon voor een meisje. Het was een djvaze droom. Ik was dit leven moe en ze ,aarzelde even ik was verliefd voor 't eerst in mün leven. Slecht ben ik niet." „.Neen", zei hij. „Je hadt me kunnen dooden of verraden. En nu wil fe me redden." „Ja", zei ze. „En ik hoop je nooit weer te ontmoeten," „Dat is niet vleiend", luidde zijn be scheid. „Als je mij ooit noodig mocht hebben, zal ik je tot dienst zijn," (Wordt v-erTolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1935 | | pagina 5