MAGGI
SOEPEN
OVERSTE SAXON
KRONIEK van Hen DAG.
ZEELAND.
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDBELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CR T.) VAN VRUDAG 8 FEBRUARI 1935. No. 33.
MIDDELBURG.
De gemeentebegrooting 1935.
ZIJN NEDERLANDSCHE
IN KWALITEIT
PRODUCTEN EN STAAN
AAN DE SPITS
Historische Avonturenroman,
Relletjes in het Quartier La
tin te Parijs. De medische
studenten voelen zich gedu
peerd door de vreemdelingen.
Fransche doktoren voor
Fransche zieken.
De Fransche studenten zijn de laat
ste weken roerig geweest; de medische
dan. Ze hebben zich zoodanig laten
gelden, dat de medische faculteit aan
de Parijsche universiteit de vorige
week zelfs gesloten moest worden. De
betooging was een van de vele gevol- j
gen van den tegenwoordigen crisistoe- j
stand, die het leven ook voor de intel- j
lectueelen zooveel moeilijker gemaakt
heeft.
De Parijsche universiteit heeft te
allen tijde een groote aantrekkings
kracht gehad op de vreemdelingen. Het
aantal studenten uit het buitenland is
te Parijs bijzonder groot; de schattin
gen loopen uiteen van twintig tot vijf-
en-dertig procent, naar gelang van de
faculteiten. Wie in het Quartier Latin,
waar de universiteit is gevestigd, komt
is getroffen door het groote aantal ver
schillende huidskleuren dat hij onder
de studenten ziet, van het melkwit der
Skandinaviërs via olijfkleur en café-
au lait tot het geel van het uiterste
oosten, en door de vreemde talen die
hij op straat en in de café's hoort spre
ken. Dat is voor de verspreiding van
de Fransche beschaving en weten
schap natuurlijk een uitstekend ditng,
en het bezoek van de vreemdelingen
wordt dan ook door de autoriteiten
zeer aangemoedigd. In het algemeen
hebben de studenten zelf er ook niets
tegen. Maar nu de intellectueele be
roepen al net zoo overvoerd zijn als de
rest eischen ze dat ervoor gezorgd
zal worden, dat die vreemdelingen, als
ze eenmaal afgestudeerd zijn, niet in
Frankrijk blijven hangen, en den Fran-
schen concurrentie komen aandoen.
Dit laatste nu komt veel voor. Ie
mand die eenige jaren in Parijs heeft
doorgebracht komt gewoonlijk zóó on
der de bekoring van het aangename
leven daar, dat hij niets liever wil dan
er de rest van zijn bestaan slijten.
Vooral de bewoners van de Donau-
landen, van den Balkan, van het Na
bije Oosten, toonen weinig lust naar
hun vaderland terug te keeren als ze j
eenmaal hun diploma hebben bemach- i
tigd; ze laten zich tot Fransch staats
burger naturaiiseeren, en vestigen zich.
Dat geeft dan weer idem-zooveel mon
den méér voor een spoeling, die met
den dag dunner wordt. Van de zijde der
studenten is een dezer dagen een sta
tistiek gepubliceerd, waaruit blijkt dat
van de driehonderd nieuwe doktoren
die zich in den loop van 1933 in Frank- i
rijk gevestigd hebben er zeven lig in
het buitenland geboren waren. Dat nu
vinden ze een beetje machtig.
Het lijkt niet heel moeilijk dit te
voorkomen zonder schade te doen aan
den roep, die in het buitenland van
het Fransche Hooger Onderwijs uit-
gaat. Reeds is eenigen tijd geleden be
paald, dat voor de advocatuur, een be- S
roep dat zeker niet minder overladen
is dan het ambt van geneesheer, ver-
eischt wordt dat een vreemdeling sinds i
tien jaar genaturaliseerd moet zijn voor
hij zich bij de balie kan laten inschrij- j
ven. Datzelfde geldt thans nog niet voor j
de medici: iemand die zijn diploma
heeft en genaturaliseerd is kan onmid
dellijk practijk gaan doen. Voor de na-
turalisatie wordt in het algemeen ge- j
eischt dat de candidaat sinds minstens
drie jaar in Frankrijk gewoond heeft,
maar voor hen die een rijksdiploma
hebben gehaald aan een der Fransche
universiteiien is een periode van één
jaar voldoende, zoodat al degenen die
hier gestudeerd hebben aan die voor- j
waarde voldoen. Vandaar dat het aan
tal praktijkuitoefenende doktoren van
vreemden oorsprong hier zoo groot is.
Nu is er al eenige jaren geleden bij
de Kamer een wetsontwerp ingediend
om hierin verbetering te brengen, maar
de afgevaardigden hebben het zoo
druk gehad met andere dingen dat ze
nog altijd geen tijd hebben gevonden
het in behandeling te nemen. De actie
van de medische studenten is er daar
om in de eerste plaats op gericht dit
ontwerp zoo spoedig mogelijk wet te
zien worden.
Zeer vermoedelijk zal hun dat nu
wel iukk-en. De actie heeft heel wat
beroering in Frankrijk veroorzaakt en
de openbare meening vindt, dat de stu
denten groot gelijk hebben. Daar zul
len de heeren afgevaardigden allicht
naar luisteren. „Openbare meening"
wil heel wat zeggen in de Fransche
republiek.
Sectierapport en antwoord
van B, en W.
Verschenen zijn het verslag van de
sectierapporteurs van de op 11, 17 en
14 Januari gehouden vergadering van
de eerste, tweede en derde sectie van
den Raad en het antwoord van B. en
W. op dat rapport, nopens de begroo
ting 1935. Aan een en ander ontleenen
wij het volgende:
Algemeene beschouwingen.
Een der leden meende, dat, nu de
begrooting tevoren aan Ged. Staten
moest worden ingezonden, wederom
een stukje autonomie der gemeente
wordt afgenomen, doch B. en W. meld
den, dat blijkens verkregen inlichtin
gen het niet in de bedoeling ligt, dat
Ged. Staten vóór de vaststelling der
begrooting desbetreffende opmerkin
gen te hunner kennis brengen.
Enkele leden brachten de wijze,
waarop de begrooting werd sluitend
gemaakt ter sprake. Hoewel allen
overtuigd zijn, dat ook de regeering
moet bezuinigen, merkte een der leden
op, is het de vraag of dit op de juiste
wijze geschiedt en of dit ten opzichte
van de gemeentep niet te ver gaat. Wat
baat een sluitende begrootir-g, indien
daarna de regeering verschillende
maatregelen neemt, die belangrijke in
komsten aan de gemeente oi thouden.
Een ander lid betreurde het, dat B.
en W. de zuinigheid niet verder hadden
gebracht, door voort te gaan met het
doen cyclostyleeren van de begrooting
en andere bescheiden. Een volgend lid
stelde de vraag of het wel verstandig is,
alles, wat nog is overgebleven, af te
breken. Het was voor dit lid en enkele
andere de vraag of het verschil tusschen
den tegenwoordigen toestand en den
toestand van noodlijdend zijn, wel zoo
groot zou zijn.
Dit lid meende, dat de grens van het
noodzakelijke is bereikt.
B. en W. antwoorden, dat zij zich
niet kunnen begeven in een beoordee
ling van de ontworpen, inmiddels door
de Tweede Kamer aanvaarde maatre
gelen die de financiën van de gemeen
te in belangrijke mate zullen beinvloe-
den.
Te meer omdat die maatregelen in
hun college niet geheel eenstemmig be
oordeeld worden, wat mogelijk ook in
den Raad het geval zal zijn. Een voor
stel tot het doen cyclostyleeren van het
gemeenteverslag, de handelingen enz.,
zal andermaal aan den Raad ter beslis
sing worden voorgelegd. B. en W. heb
ben alles gedaan om de gemeente zoo
lang mogelijk buiten den toestand van
„noodlijdenheid" te houden. Of intus-
(lngez. Med.)
door G. P. BAKKER.
37).
Het briefje was kort:
Kom achter het kamp. Dringend
„Je moet gaan", raadde de korporaal.
„Menig soldenier heeft zijn geluk en zijn
promotie aan een mooie vrouw te dan
ken. Hoe hooger de rang van haar ma i,
hoe verliefder ze zijn. Hoe ouder de man,
hoe jonger dikwijls de vrouw. Ik bedoel
natuurlijk de tweede of derde. Als het
briefje, niet van een dame was, zou ik
met je mee gaan. Ga dadelijk, maar kom
spoedig terug, anders is het vat leeg. I
Neem dit mee", en hij drukte Saxon j
zijn dolk in de h,and. „Hang hem aan je
gordel. Je kunt 'nooit weten. Een an-i
der minnaar.
Saxon stond op, verliet de tent zon-
der de aandacht te trekken. Ook de
anderen waren niet altijd stoelvast. Hij
wandelde naar de aangewezen plaats,
piekerend wie hem dat briefje kon ge- j
zonden hebben.
Toen hij aan de achterzijde van het
kamp kwam, hoorde hij bij een boom
een kuchje. Hij tuurde in de halve duis- j
ternis en zag een jonge officier een pad
inslaan naar de bosschen. Hij volgde. De
officier ging zitten op een boomstronk.
„Kurassier", zei een zachte stem. „Ik
wou je even waarschuwen. Je moet mor
genochtend het kamp hebben verlaten."
Saxon ging dicht bij den officier staan.
„Waarom, luitenant?" vroeg hij zeer
verwonderd. „Ik ben mij v,an geen
kwaad bewust."
„Neen. Je bent verraden."
„Ik ben tegen mijn zin geronseld."
„Vanavond kwam een wachtmeester
gehoor bij den kolonel vragen. Hij heeft
gezworen, dat jij een spion bent. De
vent had een onbetrouwbaar uiterlijk,
dat is waar. De kolonel wilde het niet
gelooven, maar de man beweerde dat
hij het morgen zou bewijzen en derge
lijke aantijgingen worden steeds ern
stig behandeld."
„Dat spreekt van zelf, luitenant", ant
woordde hij en dacht even na.
„Geleek die wachmeester op een vos
en was hij van den musketiers?"
„Hij was een musketier. Een vos. Ja,
maar een gewone vos. Je moet de die
ren niet beleedigen. Hij had dezen mid
dag een bank gehouden en jij hadt met
een anderen kurassier bij hem gespeeld."
„Dat klopt, luitenant."
„Juist en hij beweerde dat je zeker
een spion waart en nog wel een vijan
delijk officier."
„Officier?" vroeg Saxon zeer ver
baasd.
„Morgenochtend wordt je voor den
kolonel geroepen. Het zou vanavond
gebeurd zijn, maar we zaten gezellig te
soupeeren. De meesten zeiden dat zr
niet veel van het verhaal geloofden en
schen het verschil tusschen dien toe
stand en den tegenwoordigen groot zal
zijn en zoo ja, hoe groot, zal de practijk
door het Rijk te volgen bij de verleening
van extra-bijdragen in de kosten van
werkloosheids-uitgaven, moeten uitwij
zen. Op dit oogenblik ontbreekt daar
voor elk richtsnoer. Maar dat B. en W.
verder hebben moeten gaan met de be
zuiniging dan hunzelf aangenaam is, be
hoeft geen nader betoog.
Naar aanle:ding van ernstige bezwa
ren tegen verhooging van het aantal op
centen op de personeele belasting, z.ïg-
gen B. en W. overtu'gd te zijn, dat tegen
over de verieening van een extra bijdra
ge in de werkloosheidslasten als eisch
zal worden gesteld verhooging van het
aanta. opcenten van 160 op 200, hoezeer
zij die verhooging op zich zelf ten ern
stigste betreuren. Tot indeeling van de
gemeente in een andere klasse voor de
heffing der personeele belasting ter be-
reking van geringere lasten voor de bur
gerij zou h-i. tijd:g vóór 1 Jan. moeten
zijn besloten. Zoodanige maatregelen zcu
dus eerst voor den dienst 1936 kunnen
worden overwogen. Hoezeer op zichzelf
aantrekkelijk en inderdaad van onmis
kenbaar gewicht is het h.i. niet denk
baar te achten, dat, bij den huidigen
stand der gemeentelijke middelen, da
vereischte medewerking van de regee
ring zou zijn te verkrijgen,
B. en W- brengen dank voor de door
enkele leden gebracht hulde voor het
feit, dat zij o.a. door het betrachten van
de noodige zuinigheid de begrooting
hebben weten slu:tend te maken en door
een lid voor hetgeen zij terzake de
werkloosheidszorg in 1934 hebben ver
richt, terwijl- een lid meende, dat in de
zen tijd in het a'gemeen geen critiek op
het beleid van B. en W. past, doch dat
men thans meer dan ooit het college
zooveel mogelijk d:ent te steunen, al
neemt dat natuurlijk niet weg, dat men
zijn eventueele wenscben en opmerkin
gen naar voren mag brengen,
In verhand met opmerkingen over mo
gelijke verlaging van woninghuren, ant
woorden B. en W., dat een eventueel1
verlaging der huren van de woningen
der beide woningbouwverenigingen
doorloopend hunne aandacht heeft.
Tot nu toe hebben pogingen daartoe
in een briefwisseling met het Bestuur
der Rijksverzekeringsbank, den minister
van sociale zaken, de Vereeniging van
Nederl. Gemeenten en Ged. Staten nog
geen gunstig resultaat opgeleverd. B. cn
W. zijn bereid verlaging der prijzen van
water en electriciteit te overwegen,
doch voegen er dadeüjk bij, dat de ge
meentebegrooting er zoodoende nog on
gunstiger zal komen uit te zien dan nu
reeds het geval is. In verband met een
desbetreffende opmerking, deelen B. en
W. mede, dat de verzoeken om bouw
vergunning altijd worden getoetst aan de
eischen der Bouwverordening en daarbij
wordt ook aandacht besteed aan eischen
van schoonheid. De dienst van Gemeen
te-werken geeft te dezer zake leiding
en advies, voor zoover maar mogelijk
is. B. en W. voelen zeer wel, dat een
onpartijdige gemeentelijke schoonheids-
commiss'e gelijk die in andere gemeen
ten omtrent bouwprojecten ter verze
kering van het voldoen aan rechtmatige
hopman Von Felsen verzette zich met
alle kracht tegen je gevangenneming. Hij
zeide:
„Natuurlijk een wraakneming van zoo'a
gemeenen bankhouder, die bij den. neus
genomen is. Ik wensch niet, dat men
zal meenen, dat ik dien kloeken kerel
een kwaad h,art toedraag, omdat hij mij
in een eerlijk gevecht overwonnen heeft.
Zelfs indien hij een spion is zal hij de
zen nacht nog rustig slapen. Dat heeft
hij verdiend. De kolonel liet zich overha
len de zaak tot morgen te verschuiven.
De hopman is zeer bemind."
„M,aar luitenant?" vroeg Saxon.
„Waarom waarschuwt u mij? Dat is
buitengemeen vriendelijk."
„Omdat", antwoorde de officier, „ik
iets aan je heb goed te maken, omdat
het mijn schuld is, dat je in het keizer
lijke kamp bent."
Saxon boog zich voorover tot zijn ge
zicht vlak bij dat van den luitenant was.
Hij zag twee groene, glanzende oogen,
een mooi gezicht onder den morion,
greep hem bij de schouders, voelde hoe
zacht die waren en keek hem strak
aan: Een vrouw!
Verona", ontviel hem.
„Ja, Ik. Maar maak nu, dat je weg
komt. Haal je paard. Je zult het buiten
den stal vastgebonden vinden, goed ge
zadeld, zoodat de stalwacbt niets ue-
merkt van je vertrek. Verdwijn zoo spoe
dig mogelijk. Rijd naar het kamp van
Mérode, een uur in de oosteliike rich
ting door de bosschen. Rijd maar
eischen van welstand, advies uitbrengt,
in bepaalde gevallen ook hier uitnemend
werk kunnen doen. Zij meenen te we
ten, dat deze zaak te bevoegder plaatse
de volle aandacht heeft weshalve initia
tief hunnerzijds achterwege kan b ijven.
Zij kunnen niet toegeven, dat de nieuw
bouw aan den Zuidsingel de omgeving
ten zeerste ontsiert, zooals een lid in
een der secties had opgemerkt.
Inzake een vraag naar de grenswijzi
ging met Koudekerke, deelen B, en W.
mede, dat zij deze aangelegenheid spoe
dig opnieuw onder de oogen moeten
zien. Daartoe dringt hen reeds de om
standigheid, dat de enkele jaren gele
den met Ged. Staten t.d.z. op nieuw
aangevangen correspondentie van de
zijde van Middelburg werd onderbro
ken. De laatstelijk, omtrent deze zaak
verzamelde gegevens, waarop bereke
ningen werden gebasèerd, vereischen 'n
nieuw onderzoek.
Het zoeken naar bouwterrein binnen
de gemeente voor den bouw van be
scheiden middenstands-woningen is
geen eenvoudige opgaaf, doch als de
grenswijziging niet tot stand komt, is
het zeker de taak der gemeente. Ook
de kwestie van geheele of gedeeltelijke
uitvoering van het uitbreidingsplan, dat
veel geld zou kosten, hangt met de
kwestie der grenswijziging ten nauwste
samen. Inzake het abattoir deelen B. en
W. mede, dat zij volledige opening van
zaken zullen geven, zoodra het hen mo
gelijk is en verder verwijzen zij naar
hetgeen daaromtrent in de Nieuwjaars
rede van den Voorzitter werd gezegd
B. en W. vinden als antwoord van
opmerkingen aanleiding er op te wijzen,
dat de bepaling, dat op het steunbe
drag van het gezinshoofd 2/3 der even
tueele inkomsten van gezinsleden in
mindering werd gebracht, niet geldt
voor de verdiensten van jeugdige werk-
loozen bij de werken waarvoor de Raad
op 30 Januari credieten verleende. De
animo voor die werken bij Middelburg-
sche jeudige werkloozen is verheugend
groot. B. en W. zijn geen werkobjecten
bekend, die gezamenlijk door de ge
meenten Vlissingen, Souburg en Mid
delburg zouden kunnen worden aange
vat, w,aarop in de secties gezinspeeld
was. Zij meenen, dat, kenden zij zulke
objecten, overweging van samenwerking
door de gezamenlijke uitvoering ernstig
zou dienen te worden overwogen.
Naar aanleiding van vragen inzake den
luchtbeschermingsdienst, deelen B. en
W. mede dat het inderdaad de bedoe
ling is om de oefening ter zake op uit
gebreider schaal te herhalen en de inge
zetenen voor te lichten. Zoodra een en
ander een eenigszins vasten vorm heeft
aangenomen, zullen zij nader voorstel
len voor dit doel een post op de be
grooting te ramen. Het is minder juist
te spreken van een commissie voor den
luchtbeschermingsdienst. Aan de hoof
den van verschillende takken van dienst
is opgedragen de voorbereiding van fte
voor hun dienst noodige maatregelen op
dit punt en de regeling van het contact
en de samenwerking tusschen hun on
derscheiden diensten onderling. Door t
a.s. vertrek van den Commissaris v,an
Politie komt de functie van_ het hoofd
van den luchtbeschermingsdienst bin
nenkort vacant. In overleg met den
in de richting van de maan en ver
dwijn, dolende ridder, zooals je gekomen
bent. Als de Mérodebroeders je iets
vragen, dan ben je weggejaagd van het
regiment-Von Erwitte. Morgen moet je
dan maar verder zien. En wees baron
Von Felsen dankbaar."
„Een brave kerel", zei Saxon.
„Een moedig man met een gouden
hart en een knappe man ook."
„Als een vrouw zoo oordeelt....
Heeft hij je hart gestolen?"
„Neen, dat heeft een ander gedaan,
maar hij is altijd zoo goed voor mij."
„Misschien?"
Zij haalde de schouders op. „Mis
schien. Hij lijkt iets op jou. En nu. Vaar
wel."
Ze wilde opstaan, maar Saxon legde
den arm om haar middel, ging naast haar
zitten.
„Neen. Nog geen vaarwel. Er is" nog
zooveel op te helderen".
„Niets meer", klonk baar antwoord.
„We zijn quitte. Ik hoop dat je niet al
te slecht over mij hebt gedacht. Toen
ik bemerkte dat je een andere vrouw
lief hadt, kon ik niet anders handelen.
Ik wist dat je den volgenden morgen ge
zond wakker zoudt worden, misschien
na een vreemden droom. Een ontbijt
stond in de kast. De deur w,as niet ge
sloten."
„Maar ik was gebonden en uitge
plunderd. Zoo vonden de kurassiers van
Montecucouli mij."
„Dat begrijp ik niet", zei ze zacht.
nieuwen titalaris zal worden bepaald
hoe het best de particuliere medewer
king tot het verleenen w.aarvan een
aantal ingezetenen zich bij herhaling on
dubbelzinnig heeft bereid verklaard
tot de gemeentelijke organisatie in het
recht verband zal worden gebracht.
Het ligt in de bedoeling te bevorde
ren,, dat zoodra de a.s. vacature is ver
vuld, met een en ander de gewenschte
spoed wordt betracht.
Wat betreft de salarisregeling is een
voorstel te verwachten om de tijdelijke
korting van 3% op salarissen en loo-
nen om te zetten in een definitieve van
5 B. en W. vinden daartoe o,m.
grond in een ontvangen schrijven van
den Minister van Binnenlandsche za
ken. Voor het politie-personeel heeft de
Raad reeds eerder een zoodanig besluit
genomen. Na aanvaarding van dat voor
stel zullen B. en W. overwegen of som
mige functies of groepen nog anders
dan nu behooren te worden geclassifi
ceerd of samengesteld.
B. en W. kunnen niet inzien, hoe de
Regeering haar tusschenkomst zou kun
nen verleenen bij pogingen om te gera
ken tot rente-verlaging der met het Al-
gem'eene Mijnwerkersfonds aangegane
geldleening. Dat fonds is een volkomen
zelfstandig lichaam en de gemeente heeft
zich geheel vrijwillig tot de aangegane
verplichting verbonden.
Gemeentebedrijven.
Bij de artikelsgewijze behandeling
der begrootingen der bedrijven zijn en
kele vragen gesteld, die aan. B. en W.
o.a. tot de volgende antwoorden aanlei
ding gaven. Dat voor de gasfabriek min
der gasafgifte is te wachten en daar
om maar 3872 tegen 4205 ton steenkolen
is geraamd, terwijl een lagere prijs is
bedongen. De vermindering van den
post „Loonen voor eigen personeel" was
mogelijk door de bij Gas- en Electrici-
teitsbedrijf ingevoerde vereenvoudiging
in de inning der kwitanties n.l. door de
gecombineerde verbruikskwitanties.
Een herziening der afschrijvingspercen
tages met hertaxatie der activa is in
voorbereiding, waarbij ook de kwestie
van de extra afschrijvingen zal worden
bezien.
Inzake het waterleidingbedrijf geven
B. en W. toe, dat inderdaad een af
schrijvingspercentage van 5 voor wa
terleidingbuizen te hoog is te achten.
Ook voor het Waterleidingsbedrijf is
echter een herziening der afschrijvings
percentages met een hertaxatie der
activa in voorbereiding. In verband met
de tegenwoordige abnormaal lage ko-i
lenprijzen zijn B. en W. voornemens met
de P.Z.E.M, in onderhandeling te tre
den om zoo mogelijk te komen tot een
lageren inkoopsprijs van electrischen
stroom. Het voor het innen van kwitan
ties benoodigd tijdelijk, volwassea per
soneel wordt steeds betrokken door be
middeling van den directeur der Ar
beidsbeurs. Inzake den reinigings- enj
ontsmettingsdienst, deelen B. eaa W. me
de, dat zij van meening zijn, dat het
eventueel aanschaffen van oude banden
voor den vuilniswagen op gummiban
den, dat intusschen nog vele jaren zal
duren, duurder zal uitkomen dan aan
schaffing van nieuwe.
Betreffende den vee- en vleeschkeu-
„Ik was zoo gebonden, dat ik mi) zelf
niet had kunnen bevrijden. De wacht
meester zei: Een geluk voor je, d,at wij1
je hebben gevonden. Je hadt kunnen
verhongeren."
„O, zeg dat niet."
„En nu zie ik je weer als keizerlijk
officier,"
„Dit is een vermomming. In het
kamp, waar ik dikwijls kom, val ik dan
niet zoo op. Een jonge niet te kleine
vrouw kan in kuras en morion uitste
kend voor - een man doorgaan. Ik heb
je toch reeds verteld dat alle officieren
vrienden van mij zijn. Velen kennen mij
van mijn jeugd af.
Saxon zweeg.
„Ik zweer je, dat ik je niet gebonden
heb. En uitgeplunderd? Ik ben geen die
vegge, Ik heb zelf genoeg". Er klonk n
trotscbe toon in haar stem. „Je moet
niet te slecht over mij denken. Ik weet
wel, mijn gedrag was zeer ongewoon
voor een meisje. Het was een djvaze
droom. Ik was dit leven moe en ze
,aarzelde even ik was verliefd voor
't eerst in mün leven. Slecht ben ik
niet."
„.Neen", zei hij. „Je hadt me kunnen
dooden of verraden. En nu wil fe me
redden."
„Ja", zei ze. „En ik hoop je nooit
weer te ontmoeten,"
„Dat is niet vleiend", luidde zijn be
scheid. „Als je mij ooit noodig mocht
hebben, zal ik je tot dienst zijn,"
(Wordt v-erTolgd).